BUITENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. li° 244 irs Jaargang. Maandag 3 Maart 1913. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. jjD E EE h\ L A N D E R ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 ma&ndon voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post1-50. Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken) - O,I O. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen* Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT L Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Van 15 rogels.t 0.50» Elke regel moor O.ltt, Dienstaanbiedingen 25 cent» b(j vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrit bestaan zoor voordeoligo bepalingen tot hot herhaald advertooron in dit Blad, by abonnement. Eene oiroulairo, bovattonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondon. Johannes-Pas*>iou. Is aar aanleiding van het in ons blad foam Zaterdag j.l. ogenomen ingezonden stuk. schrijft onze medewerker voer muziek ens hel volgende: liet zal gewd-s niet in de bedoeling van den Inzender gelegen, hebben in het Dagblad een polemiek te o-penen over de meerdere of mindere waarde der Passionsmiuziek van Bach, aangezien ecne dergelijke gedaohben- wisseLilng natuurlijk meer op zijne plaats is in eene der periodiekfen, uitsluitend aan mu ziek gewijd, ik hoop, dal u mij echter plaats zult willen verleenen voor enkele opmerkin gen naar aanleiding van de bewering van den heer J. W. R., tide i(k, nu ze eenmaal in uw. blad geplaatst zi,n,, niel gaarne geheel onweerlegjd zooi' laten. Genoemde inzender begint met te verkla ren, dat er veel is genoten. Deze beken tenis heeft me genoegen gedaan, daar ze althans getuigt van waardeeiiing voor het geen door de loonkunsi-aldeeiing is lot stand gebracht, cn waaic.ceiing is iels wat, naar het mij will vooikon tn, in onze stad o zoo weiai-iig wordt aangtli olk-n; men is hier ge woonlijk zeer sterk in aanrekende kritiek en weet weinig ie apprecieeren het goede, wat er op te merken valt. Het hoofdbezwaar, dat de heer R. heeft tegen de Johannes-Passion, betreft den bij- belschen tekst, dien hij alleen geschikt acht om binnenskamers of in ecne bijeenkomst van geloovtigen gelezen te worden; hij knoopt er verder de beschouwing aan vast, dal de vrome schrijver vam het vierde evangelie zeker vreemd zou hebben opgekeken, als hij eens had kunnen hooren wat Bach er van gemaakt heeft. Zeker, dit laatste zijn we volkomen met hem eens. Ook Christus zal zeker nooit hebben vermoed, dat zijne zoo scboone zaligsprekingen eens door Cesar* Frainck in zijne Béatitudes op zuil; eene heer lijke wijze in de taal der muziek zouden worden verklainkt. Et tutti quanti! Maar dol Bach zich zou hebben vergrepen aan den gewijden tekst en gebrek aan fijn gevoel en goeden, smaak aan den dag zou hebben gelegd door de evangeliewoorden muzikaal le illustreeren, zie, dal kunnen we «allerminst toegeven. Het sobere verhaal is, op zeer enkele plaatsen na, door Bach on opgesmukt en tooh gevoelvol weergegeven; hel bij.belscli verhaal wordt ons in tonen ver teld. En of d«a<t verhaal er bij winnen zou, indien het, zooals de inzender voorstelt, niet gezongen, ni-aar door den een of anderen voordrachls'kunslenaar, b.v. Royaards, werd gedeclameerd, we meencn het zeer le moe ten betwijfelen. We gelooven, dat we dan een zeer hybridisch geheel zonden krijgen, of liever absoluut geen geheel. Doch. wal voor ons veel zwaarder weegt, is dat Baoh het niet zoo heeft gedocht en dat hel eene heiligschennis zou wezen zijn werk aldus te verminken. Groote kunstwer ken zijn eene erfenis, die we met piëteit en zonder benefice van inventaris hebben le aanvaarden; er veranderingen in aan te brengen is le kort doen aan den eerbied, die we aam hunne scheppers verschuldigd zijn. Zoo iis ook de opvatting geweest van den di recteur der Amersfoortscbe afdeeling, die hlet werk heeft willen uitvoeren in zijn ge heel zonder de zoo dikwijls aangebrachte coupures, ondanks de groote moeilijkheden, die mem door besnoeiingen op handige wijze dikwijls weet te ontkomen. En nu is het waar, dat Bach eene andere taal spreekt daji de componisten van den tegenwoordigen tijd en dat wij een weinig ontwend zijn aan zijne gefigureerde uitdrukkingswijze, maar deze mil zich toch ook bijna uitsluitend in de soli en de koren, waartegen door den heer R. geen bezwaren zijn ingebracht. Slechts op eene enkele plaats komt deze voor in de reoirtalieven en wel in de diepaangrij pende schildering van het berouw van Pe trus, waar ze ontegenzeggelijk van wonder- schoome uitwerking is. En verder in de ge ïncrimineerde passage van de geeseling, •waar Bach in ecne kleine ..tonmalerei" üe Vreeselijke strafoefening aanschouwelijk in tanen heeft willen voorstellen, zooals dat In Zijn tijd gebruikelijk was (men denke slechts aan de Jahtreszeften) en zooals de modernste 'onder de moderne componisten herhaaldelijk In hunne werken cboen. Nu kan ik me voor stellen, dat men tegen dergelijke plastiek be zwaren heeft, waar het een gewijden tekst betreft, maar waar ze zoo sporadisch voor komt als hier het geval is zal het toch zeker geen groote moeite kosten, die enkele pas lage zonder al te groolen aansloot aan te •hooren. Wat ten slotte de opmerking betreft over de vertaling van den tekst in het Neder- landsch, indien de bedoeling van den inzen der is, deze vertaling ten behoeve van de 'bezoekers der volksavonden te laten afdruk ken naar den Duitschen tekst, zoo beamen we volkomen de wenschelijkheid er van. We kunnen hem echter meedeelen, dat dit dezen keer is afgestuit op de aanzienlijke verhoo ging der kosten, welke toch zeer zeer be la n gr ijk waren. Zooveel mogelijk zal zeker aan zijnen wensch gehoor worden gegeven, aangezien voor bovengenoemde hoorders on getwijfeld het gebruik van eene vreemde taal een groote hinderpaal is om van het ten ge- hoore gebrachte te kunnen genieten. H. Politiek Overzicht. Vreet es woos-uitzich ten. Het uit Weenen afkomstige bericht over een transport van Servische troepen naar Skutari blijkt zeer overdreven le zijn voor gesteld. Er is een greintje waarheid hierin geweest; 'blijkens een bericht van de Poli- tische Korrespondenz uit Saloniki zijn daar den 24en Februari drie Servische batterijen mot belegeringsgeschut, benevens munitie, paarden en manschappen in 120 spoorwagens aangekomen, om in Grieksche schepen naar Durazzo of San Giovanni di Medua te wor den ingeladen en aan het beleg van Skutari deel te nemen. Dat is opgeblazen tot het alarmbericht, dat Servië op aanstoken van de Russische panslavistische oorlogspartij een leger van 30,000 man naar Skutari zendt om den val van deze vesting te verhaasten. Aan de Fran'kf. Ztg. wordt uit Weenen bericht, dat de tijding over het Servische troepen transport slechts als van politiek gewicht wordt aangemerkt voor hel geval, dat het niet zou gelukken vóór de aankomst en het met succes ingrijpen van dezen troep in de belegering den vrede tusschen Turkije cn den Balkanbond tot stand te brengen. Daarop zijn natuurlijk dc bemoeiingen van de mo gendheden gericht. Of ook Servië en Monte negro zich zullen haasten den vrede te slui ten, is eene vraag, welker beantwoording hiervan afhangt of de Servisch-Grieksche actie inderdaad geïnspireerd is door dc Rus sische oorlogspartij, die eene ontspanning tusschen Oostenrijk en Rusland wil verhin deren. Als dit het geval was, dan zou men er mee moeten rekenen, dat Servië en Mon tenegro gehoor zullen schenken aan de in blazingen van deze partij, die aan het Rus- kische hof door machtige personen verte genwoordigd is, ook bij de vredesonderhan delingen en zullen trachten deze op de lange baan te schuiven of onaannemelijke voor waarden zullen stellen. Dan konden de mo gendheden, die zich moeite geven om den vrede te bevorderen, nog voor moeielij'ke din gen komen te staan. Dit zijn voor het oogenblik nog slechts onderstellingen. Of er een reëele grondslag voor bestaat, zal intusschen nu weldra aan het licht moeten komen, want het einde van de vorige weetk heeft ons de tijding ge bracht, dat de Porte tot het besluit gekomen is zich zonder voorbehoud te plaatsen op den grondslag, die door de mogendheden in hunne collectieve nota van 17 Januari jL is aangegeven voor hunne bemiddeling om te komen tot het herstel van den vrede. Turkije heeft nu zijn lot in handen van de zes groote mogendheden gesteld, die voor zijne belan gen zullen opkomen op de wijze, zooals zij in hunne nota hebben aangegeven, waarin zij Turkije den raad gaven Adrianopel prijs te geven. Het zal nu van de Balkanstaten af hangen of de vrede wcld.ra gesloten zal kun nen worden. Turkije is blijkbaar tol het in zicht gekomen, dat het voortduren van den oorlogstoestand, waarvan de tweede phase nu reeds vier weken zich voortsEept, zijn toestand niet verbetert maar integendeel er ger moet maken, als zijne vijanden er in sla gen zich van dc tot dusver nutteloos bele gerde vestingen Adrianopel en vooral Sku- taric meester te maken. Het staat ongetwij feld met deze mogelijkheid in verband, dat de onderhandelingen over de bepaling van de grens van Albanië nog niet ten einde zijn ge bracht. Turkije heeft er dus belang bij, tot den vrede te komen voordat deze mogelijk heid tot werkelijkheid wordt. Het is bereid de voorwaarde vervullen, waaronder de mo gendheden hunne vredesbemiddeling hadden aangeboden. Wat echter gebeuren zal als de Balkanstaten, hetzij gezamenlijk of voor een deel, deze vredesbemiddeling weigeren, dat is voorshands mocielijk te zeggen Men zal zich te dien aanzien op dit oogenblik moe ten troosten met de oude les van levenswijs heid: Komt tijd, komt raad. De Balkan-oorlog. Athene, 1 Maart. Men bericht uit Phi- lippiades, dat eergisteren bij Hoiista een ge vecht is gevoerd tusschen de Grieken cn een sterk detachement Turken. Na een strijd van zes uren vluchtten de Turken, 180 kanon nen achterlatende. Op denzelfden dag deden de Turken een tegenaanval; zij werden op nieuw op de vlucht gedreven. Na het geveent begroeven de Grieken 111 Turksche lijken, waaronder acht officieren. Waarschijnlijk is dit gevecht geleverd door het Grieksche leger, dat zich van Cupta naar Janina begaf. Konstaatiüopel, 1 Maart. De gezagvoerders van eenige handelsvaartuigen, die van dc Dardanellen zijn aangekomen, be richten, dat in de buurt van Tsjarkeui eenigc kanonschoten gelost zijn op de schepen, zon der dat zij werden getroffen. Het was on mogelijk na te gaan, waar deze schoten van daan kwamen; men gelooft, dat dit deel van de kust door de Bulgaren bezet is. 2 Maart. Het vierde legerkorps, dat naar Gallipoli werd gezonden schijnt te wor den teruggebracht. Tien stoomschepen zetten troepen aan land in San Stefano; andere troepen worden hier ontscheept. P a r ij s, 2 Maar t. Volgens kennisge- viing van het Grieksche ministerie van ma rine is de aan de kust van de Adrialische zee bestaande 'blokkade uitgestrekt 'tot 41° 12' Noorderbreedte. De Grieksche regeering heeft last gegeven tot het uitdoven van alle vuurtorens aan de Grieksche kust en op de eilanden en ook van de vuren in de golf van Saloniki. Konslantinopel, 2 Maart De Ras- vir Etkiar bericht, dat de Hamidieh in Rho- dos is aangekomen. De Berlijnsche Morgenpost heeft van een in Adrianopel verblijf houdenden heer een brief ontvangen, gedateerd van 13 Februari, waarin de toestand in de belegerde vesting aldus geschilderd wordt: Dat wij hier den 'hongerdood sterven, Is voorloopig niel te vreezen. Tot dusver heb ben wij voldoende eten gehad en de voor raad is ook voor een gehcele poos voldoen de. In «den kelder van ons sociëteitsgebouw hebben wij zelfs mo.g een mooien voorraad chanipagneflessohen; die zijn ons in de zeer onaangename dagen, die wij van den 3en de zer af hebben beleefd, heerlijk le pas geko men. Dat waren vijf verschrikkelijke dagen. In de maand December sprong slechts hier en daar een projectiel in 'de stad; daar thans scheen de vijand (haar van verscheidene bat terijen uit tot mikpunt te hebben gekozen. Aan slapen was niel le denken en ons le ver schuilen in de kelders vonden wij beneden ontze waardigheid. Zoo zaten wij, Vrij gezel lig, in de sociëteit en haalde de eene flesch na de andere uil den kelder. Dat was de eenigc mogelijkheid om den moed er in te houden. Alle oogeinblikken geraakte een van de ellendige barakken in brand. Tot groote rampen is het daarbij niet gekomen. Jood, christen can mohammedaan moeten bij zulke gelegenheden de hand leenen tot het blus- sehingswerk. Zoo heeft Sjukri het geregeld, en dal zij ijverig met de wateremmers loo- pen, daarvoor zorgen de 'bajonetten van dc patrouilles even goed als de bezorgdheid voor have en goed- Eéne zaak doet zich in de laatste dagen onaangenaam voelen: het gebrek aan kolen. Ook Sjukri schijnt daar van geen grooten voorraad meer te hebben, want de zoeklichten, diie vroeger den hemel in den nacht helder verlichtten, werken nog slechts zeer spaarzaam; de kolen voor het opwekken van den eleclrischen stroom schijnt te ontbreken. De Südslavische Korrespondenz bericht uit Konstantinoipcl, dat de grootvizier aan de ambassadeur vau Oostenrijk-llongarijc heeft medegedeeld, dat) de laatste radio-telegram- men berichten, dat alle vreemdelingen in Adrianopel gezand en wol zijn. Onder dc in de vesting ingeslotenen zijn 20 Oostenrij kers en 30 Rijksdudlschers, meest handwerks lieden. Het is aan de vreemde consuls en ook aan particulieren toegestaan het statica voor draadloozc telegrafie te gebruiken ais er geene regcci ingsteJogrammen loopen; er mogen echter ni.ot meer dan 60 woorder overgeseind worden. Londen, 1 Maart. Vcdgeais die d»oor Reuter verkregen inlichtingen hebben in d« laatste dagen <ie 'iurkschc gezanten nieuwe voorstellen godaan, die evenals de vorige be schouwd worden <uls niet ter zake dktnendo. Men heeft alle roden om te gelooven, dat in den loop van de laatste 24 ui en uil officieuss bron vernomen is, dat als uilko-msl vaji nieu we in Konstan lino pel genomen besluiten hef antwoord, dat van de Porie verwacht wordt; zal bestaan milt dc aanneming van dc col lectieve nota der mogendheden. Nk-Uomin i& het onmogelijk, dal men te dien aan/.ien eene officieele verklaring aan liet publick zal krij gen voordat men een dag of twee verder is« wamt het is onwaarschijnlijk, dat bet ant woord van de Porte officieel zal wordon medegedeeld vóór hel begin van de volgcndo weck. Wanneer, zooals men met vertrouwen ge- loeft, liet antwoord van de Porie aanneme lijk is, zullen dc mogendheden, in wier han den Turkije zijne zaak zal stellen, allereerst hebben na te gaan of de Balikanbondgvnooten gezind zijn de bemiddeling van Europa aan le nemen en of, tengevolge van de hervatting der vijandelijkheden, dc voorwaarden waar onder zij gezind zijn vrede te sluiten, wijzi ging hebben ondergaan. Konslantinopel, 1 Maart. De Rus* sische gezant heeft heden namiddag op do Porte een onderhoud gehad met den minis ter vain buiilcnlandsche zaken, waarbij ook dc grootvirzier tegenwoordig was. Men be weert, dat dit onderhoud van gewicht zou zijn. Rome, 1 M-aart Eene offioieuse nota zegt, dat de Turksche gezant zich heden naar de Consmlta heeft begeven en aan markies San Giuliano heeft medegedeeld, dal Turkije zich aan de groote mogendheden overgeef® voor het sluiten van den vrede. Berlijn, 1 Maart De Nordd. AEg. Zet- tiiwg uaui.vi iiare voldoening udl o-ver de be reidwilligheid van Turkije om de bemidde ling van de groote mogendheden ten behoevi yam het sluiten van den vrede aan te nemen. Zij raadt de Balkanrcgeeringen aan zich aam de groote mogendheden toe le vertrouwen en gaat daarna voort: Als hot ,v lukt de Euro* pecsche vredesonderhandelingen voor goed im ganig te brengen, don mag men van dezen gcmcenschappelijkien arbeid van de diploma tic ook eene gunstige terugwerking legemoe! zien op dc oplossing van dc door de grooto mogendheden tot dusver nog niet afgodanf k\v es tién, die hunne eigen belangen raken. Konslantinopel, 1 Maart. In de regecringskringen wint de beweging ton gunste van een eervollen vrede veld. Een officieel communiqué spreekt tegen, dat het comité prins Sabah Eddjn verhin dert naar den sultan te gaan om le pro- Als alle gevels doorzichtig waren en alle (harten openstonden, zou er heel wat minder afgunst zijn. Een Roman van Liefde, 1 DOOR MARIE CORELLI. Vertaald door J. P. WESSELLNK—VAN ROSSÜM. Op een tijd van het jaar, toen de matheid vam een 'buitengewoon warmem zomer, de meesite menschen afkeerig maakte van zwa- rem arbeid, en toen zij, die diet konden beta len, (hun gewone werk hadden verlaten voor de genoegens van een lange vacanilie, kreeg ik een dringende uitnoodigimg van lieden, dde ik toevallig gedurende een Londensch Season had onimoet, hen >be vergezellen op een tocht met hun jacht- Mijn gastheer was een builengewoen rijk man, een weduwnaar met een dochter, een 'teer eu ziekelijk schep sel. dlie als zij arm was geweest, ongetwij feld een „vervelende oude juffrouw" zou sijm genoemd, maar die, nu zij de eenige erfgenaam van een mill'oennair was, door allen vleiend werd betiteld als „Arme juf frouw Calherine".Morton Harland, haar va- derv was in zekeren zin berucht, omdat (hij een bitteren en meedoogenloozen aanval op den godsdienst had geschreven en uitgege ven, kliie de lieverinigslr iliumr van veel ge- leerden en letterkundigen was. En deze merkwaardige daad, gevoegd bij den roep van zijn faibelachligen rijkdom verzekerde hem den aanhang van twee maatschappe lijke groepen de eene gevormd door die ienschelij'ke haaien die gewoon zijn rondom den geldman te zwemmen, de andere be staande uit het cynische, zorgelooze, gebla seerde deel van de zoogenaamde beschaafde klasse, dat daar het uitsluitend met zichzelf vertuid was. (het verstandig achtte Go'd even eens als een oorzaak der verveling te be trachten. Ik was er verbaasd over, dat zulk een man er toe gekomen was mij onder zijn gasten te rekenen, wamt ,ik 'had ternauwer nood een dozijn woorden met hem gewisseld en mijn bekendheid met juffrouw Harland was beperkt tot een paar terloops gesproken woorden van «deelneming met den staat van haar gezondheid. Toch dreef een dier vage impulsies, aan weike wij geen naiam kunnen geven, maar die menigmaal, een belangrijke rol in ons levensdrama vervulen, vader en dochter er toe, mijn gezelschap te wenschen. Ja, het verlangen was zoo sterk, dat, ofschoon ik lm het ontvangen der uitnoodiging eerst had geweigerd, zij deze «dringend (herhaal den „Gij hebt rust noodig," zeide hij, terwijl hij mij nauwlettend met zijn kleine, harde, brui ne oogen aankeek. „Gij werkt altijd door. En waarvoor?" Ik grimlachte. „Voor hetzelfde doel als ieder ander, denk ik," antwoordde ik. „Maar om openhartig le zijn, ik werk omdst ik van -werken houd." De lijnen rondom zijn mond werden scherper. „Zoo hield ook ik van werk, toen ik uw leeftijd had", zeide hij, „ik meende, dat rk mijn bestemming kon scheppen. Dat kon ik. Ik (heb het gedaan. Maar nu het gedaan is, ben dk vermoeid. Ik ben ziek van mijn lot het ding, «dat ik zoo knap heb uitgehouwen beeft hel steenen gelaat van een Spinix en de ooren zijn ledig en zonder ziel." Ik z-weeg. Mijn stilzwijgen scheen hem te prikkelen en sloeg een scherpen, vragen de n blik op mij. „Hoort gij mij?" vroeg hij. „Indien gij hel doet, geloof ik, dat gij (het niet begrijpt!" „Ik boor -het, en begrijp het volkomen." antwoordde ik kalm. „Het lot, zooals gij het u geschapen hebt, is da-t van een rijk man En gij geeft er niet om. Dat) vind ik zeer na tuurlijk." Hij ilachte ruw- „Daar hebt .gij 'het weer!" riep hij uit. „In de lucht op een theorie rijdend zooals een heks op een bezemsteel. Het is niet natuurlijk. Daarin zijt gij juist mis. Het is heel onnatuur lijk. Indien een mensch overvloed van gem heeft, dan behoort hij volkomen gelukkig te zijn, hij kan alles krijgen, wat hij verlangt, hij kan den geheelen handel en geldwereld in beroering brengen en den boom van het Fortuin schudden, zoodat de appels altijd val len aan zijn eigen voelen. Maar als de appe len smakeloos zijn, dan is er iets verkeerd." ..Niet met de appelen," zeide ik. „Oh, ik weet, wat -gij bedoelt! Gij wilt zeg gen, dat de fout aan mij zou liggen, niet aan rte vrucht der Fortuin. Gij kunt gelijk hebben. Catherine zegt, dat gij gelijk hebt. Arme neer slachtige Catherine! altijd ziekelijk, altijd kla gend. Kom vroolijk haar wat op!" „Maar," waagde ik. te zeggen, Jk ken haar ternauwernood." Dat is waar. Maar zij heeft een zonderlinge genegenheid voor u opgevat. Zij heeft tegen woordig weinig genegenheden, geen enkele waaraan weelde bevrediging kan schenken. Indien gij haar en mij een vriendelijkheid wilt bewiijzen, kom dan!" l'lc werd een weinig in de war gebracht door dezen aandrang. Ik had nooit van Morton, Harland gehouden. Zijn reputatie zoowel die van geldman, als die van letterkundige was voor mij niet benijdbaar. Hij deed geen goed, met zijn geld, en het letterkundig talent, het welk 'hij bezat, verspilde hij door edeler ide- alcii dan bij ooit in staat geweest was te be zitten, aan te vallem Hij was niet aangenaam om te zien; zijn bleek, glad geschoren gelaat, was scherp geleekend door lijnen van gierig heid en sluwheid; zijn lange, magere gestalte had iets aanmatigends in de houding, en zijn onvriendelijke mond had altijd hetzij hdj, sprak of lachtte, een verachtelijke uitdrukking. Naar het scheen giste hij mijne gedachten, want hij vervolgde: „Wees niet bang voor mijd Ik ben geen weerwolf en eet u niet op! Gij vindt mij een onaangenaam man, nu, dat ben ik ook. Ik heb genoeg in mijn leven gehad om mij onaan genaam te maken. En," hier wachtte hij, ter wijl 'hij met een vermoeide en ongeduldige beweging over zijn gelaat streek, „en kort ge lenen heb ik een onverwachten slag gehad. De dokters hebben mij gezegd, dat ik een doode- ijke ziekte heb, waarvoor geen genezing is. Ik kan nog verscheiden jaren leven het is ook mogelijk, dat ik plotseling sterf; het is een kwestie van voorzichtigheid of toeval. Ik wensch het treurig nieuws zoo mogelijk, ecnigen tijd te vergelen. Ik heb het aan Ca- tberifw» verteld en ik veronderstel, dat het haar gewone neerslachtigheid en melancholie heeft vermeerderd, wij zijn dus een pna»\ ellendige schepsels. Het is niet geheel onzelf zuchtig, dat wij u vragen ons onder zulke on> slandighedcn. te vergezellen." Terwiijl hij sprak, was ik eensklaps tot ee* besluit gekomen. Ik zou gaan. Waarom nietï Het kruisen met een prachtig stoomjacht, dal van aJle gemak en weelde was voorzien, wat toch zeker een aangename manier om vacan- tie te nemen, zelfs met twee zieken tot ge zelschap. „Het spijt mij," zeide ik zoo vrierw delijk als ik kon, ,jhet spijt mij zeer, dal u ziek zijt. Het is mogelijk dat dc dokters zich hebben vergist Zij zijn niet onfeilbaar. Velen van h-un veroordeelde patiënten zijn, ondanks hun vonnis, hersteld. En daar u en juf frouw Harlaud het zoo wenschen, zal Jft meegaan." Zijn gefronst gelaat verhelderde en zag voo* een oogenblik bijna vriendelijk. „Dat is goed," zeide hij, „de frissche luchl en de zee ziullen u goed doen. En wat on* zelf betreft, ziekelijk als wij zijn, zullen wij onze kwalen niet aan u opdringen. Tenmii* ste. dat zal Ik niet, Catherine heeft de onge lukkige gewoonte aangenomen, over haa* pijnen en kwalen te spreken en als haar ken nissen geen pijnen en kwalen hebben, <lan weet zij niet, welk een onderwerp zij zoa moeten aanroeren. Hoe het zij, wij zullen on$ best doen, dat de tijd aangenaam voor u voor-< bij gaat. Er zal geen ander gezelschap aan boord zijn, dan mijn particuliere secretarf* en de mij behandelende geneesheer. - beiden zijn fatsoenlijke mannen die hun positie keiy nen." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1