U'1" Jaargang
Maandag 10 Maart 1913.
FEUILLETON.
H° 25Q
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Weekkroniek.
BUITENLAND.
Het Eeuwige Leven.
ABONNEMENTSPRIJS:
ter 8 maanden voor Amersfoort f l*0O»
Idem franco per post 1-50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO*
Afzonderlijke nummors 0.05.
I)eze Courant vereohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen,
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regols.» f 0.5H»
Elke regel moorO.Kfe
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bediyt bostaan zoor voordooligo bepalingoil
tot het herhaald advertooron in dit Blad, by aboanomonL
Eone oirculaire, bovattonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa ()DE EEMLANDER. Uitgevers: VALKHOFF Co
Kennisgevingen.
Do Burgemeester <desr gemeente Amersfoort brengl
ter kenn/te van belanghebbenden, dat to'.ijkena mis-
stFe van den Commissaris der Koning n in deze pro
vincie <LcL 7 Maart 1913, 4e afdeel ng, nos 10ou/756
op IQ Maart a.s. en bij «zeer ongunstig weer op 13
Maart <La.v. op de Leusdensche he.de schietoefenin
gen met geschut worden gehouden door de lie af-
deeling van het lsto Regiment Veld-artillerie.
Amersfoort, 8 Maart 1913
De Burgemeester voornoemd,
v. RAND WIJ OK.
D*e propagandisten der reohtschc partij
en van cliris tel ijike partijen te spre
ken zou ons in verdenking brengen volsmis-
Itidimg hebben thans iels in hun politieke
mars gekregen, waarmee ze den boer kun
nen opgaan. Wel is waar heeft de geachte af
gevaardigde van Haarlemmermeer,de heer
van Wichen, te Lisse op schier vermakelijke
wijze staan opscheppen over den reuzenarbeid
van het ooablie-mindsterie, maar niet alle
sprekers zijn zoo vermetel -en niet -overal zul
len de kiezers zoo verbluft of versuft neer
zitten als in dat bollendorp, waar het zelfs
niemand in den bol .kwam te informeeren,
welke vruchten die reuzenarbeid dan wel op
geleverd had en welke „christelijke" wellen
tot stand gekomen waren.
Maar gelukkig, nu is er iels al is het nu
niet j-uisrt 'n specifiek „christelijke" wet
waarmee de arme propagandisten voor den
dag kunnen komen: de Invaliditeitswet. .Als
'n reusachtige om in 's lieeren van Wichem's
terminologie te blijven bruiloflstaart bij net
koperen huwelijksfeest van Rome en Dordt,
zullen zij dit misbaksel naar D-uilsch recept
op hun tochten door de provincie meevoe
ren, doen bewonderen en aanprijzen en roe
men den smaak en den geur (dank zij 't drup
peltje rhum, dat Duys op het laatste oogen-
blik nog aan het deeg wist toe te voegen) en
de kunstigheid, van bereiding en de ingewik
keldheid van houw, onnavolgbaar voor den
knapsten kop.
Maar wee den hongerige, die er de hand
naar zou uitstrekken. Alras zal hem blijken,
dat de voorsnijder zelf niet weet, hoe en waar
het mes er in te zetten. Maar zelfs al verstond
hij de kunst, de hongerige zou niets ontvan
gen. De taart is nog maar 'n pronkstuk voor
'le étalage van den vliegenden winkel.
Wij spraken daar over de koperen bruiloft
van Rome en Dordt. Hel is wel zeker, dat dit
feest gevierd zal worden maar de stemming
ontbreekt nog. Eigenlijk is het 'n rnariage a
trois, maar de „dritte Lm Dunde" Laat zich in
den regel slechts door het menu verlokken
aan den feesldisch aan te zitten doch gaat na
afloop liefst zijns weegs of is hoogstens tot 'n
raaliage blanc le vinden. Ditmaal is hij nog
koppiger en wil zelfs met het menu geen ge
noegen nemen. Althans, hij moppert
Maar.... honger is 'n goeie kokl
De nukikighei'd) van de ohrislelljk-hTstorï-
schen heeft anders onaangename gevolgen. De
anti's zien zich daardoor genoodzaakt tot
steeds aanhaliger liefkoozingcn voor den
roomschen echtvriend.
Lezer, gij zult het nooit opgemerkt hebben,
want gij geniet het voorrecht geen anti-rev.
kranten als de Sticbtsohe en dergelijke orga-.
nen van liet politieke Christendom te behoe
ven te lezen; maar anders zou het u telkens
en telkens weer opvallen, hoe aanminnig die
bladen tegenover Rome doen en hoe angst
vallig bijv. het woord „Protestantschdat op
'n uUramontaan werkt als 'n roode lap op
'n stier, vermeden wordt.
'n Nieuw staaltje van het anti-rev. ontzag
voor den machtigen bondgenoot leverde de
burgemeester van Zalt-Bommel, die naijverig
scneen op de lauweren, beiaald door z'n col
lega's te Apeldoorn, Bergen op Zoom, Elfgo-
huchten, Kwczeloord en Droogsloppelheid.
In het voor Protestantsche stedeke aan
de Waal, zou het Amsterdamsche Tooneel
Ensemble, het dilettanten gezelschap, dat on
langs ook hier 'n opvoering van Geloof en
Vaderland heeflt gegeven, deze tragedie vari
den bekenden auteur Karl Schönherr komen
spelen. Toen de anti-rev. burgemeester te we
ten kwam, dat in dit stuk, geschreven doop
een roomsch-kalholiek en vertaald 'door 'n
orthodoxen dominee, .de Protestantsche ge
loofshelden uit de dagen der Tegenreformatie
in Oostenrijk verheerlijkt werden, sprak hij
z'n veto uit, omdat hij niet wilde, dat
aan de roomsch-katholieken aanstoot gege
ven zou worden! Wij vragen ons af, of deze
burgemeester de consequentie zou aandurven
om Ook 'n opvoering, waarin roomsche g>&-
loofsheLden bewierookt worden, te verbieden.
Ongetwijfeld en met recht zou hij zulk
'n verbod 'n bewijs van onverdraagzaamheid
noemen, maar eilieve, maakt hij zich dan nu
niet schuldig aan onverdraagzame verdraag
zaamheid, als hij „Geloof en Vaderknd" ver
biedt?
De storm, die over Amersfoort opgestoken
was door den aankoop .door de gemeente van
het terrein, gelegen aan den Utrechlschen weg
en vormende een complex met de onlangs ge
kochte terreinen, welke zich tot aan den
Barchman Wuytierslaan uitstrekken, is thans
geluwd. Alle stormen bedaren en zoo zou ook
deze storm wel uitgeraasd zijn. Maar twee
Wy vernemen thans, dat de burgemeester •van
Zall-Bomonei, te laat echter ora de opvoering
nog te doen doorgaan op tfir verbod terugge
komen ia
omstandigheden hebben de stilte bespoedigd.
In de eerste plaats het feit, dat bekend is ge
worden, dat de tramlijn ZeistAmersfoort het
aangekochte terrein doorsnijden zal, en in dei
tweede plaats het, weliswaar nog niet of fin
cieel bevestigde maar* toch niet tegengespro
ken gerucht, dat de verkoopster van het ter
rein de aanvankelijk bedongen servituten .heeft
laten vallen. Het een met het ander heeft 'rt
heel anderen kijk op den aankoop gegeven en
Yelen van tegen- in voorstanders doen ver
ander€H
Politiek Overzicht.
De val van Janina.
De val van Janina en de capitulatie van
de bezetting, die deze vesting met zooveel
volharding heeft verdedigd, is voor de Grie
ken een gewichtig militair en moreel succes.
Deze vesting, ofschoon zij sedert verschei
dene maanden belegercl werd, is niet bezwe
ken door het gemis van levensmiddelen en
munitie, wamt nieuwe voorraden konden -van
het noorden uit steeds worden aangevoerd'.
De stad heeft zich overgegeven na een wel
geslaagden aanval van het Grielcsche leger.
Die aanval was met zorg voorbereid. >e op
perbevelhebber, kroonprins Konstaintijn*
heeft zich onthouden van voorbarige aanval
len, ofschoon een beleg in den wintertijd voor
de belegeraars ernstige bezwaien meebracht.
Van deze zelfbelieersching, die wachtte met
toeslaan totdat alle toebereidselen waren ge
maakt, is nu de vrucht ingeoogst. Essad
Pacha heeft moeten capituleeren; het door
hem aangevoerde leger, dat op 33 a 35,000
wordt opgegeven, bevindt zich thans in
krij gsgev angenschap
Van de drie grooto Turksclie vestingen, die
nagenoeg van het begin van den oorlog af be
legerd zijn geweeste houden nu alleen nog
Adrianopel en Skutari zich staande. Janina is
gevallen en Griekenland heeft reden om daarop
trolsch te zijn, want het heeft hiermede eene
gr,oote moreele overwinning en tevens een be
langrijk materieel voordeel behaald. Grieken
land is nu meester van het politieke en econo
mische middelpunt van Zuid-Albanië. Terwijl
zijne bondgenooten in de tweede phase van
den oorlog, sinds de hervatting van de vijan
delijkheden, geen noemenswaard succes heb
ben kunnen behalen, heeft Griekenland nu met
Janina een troef in de hand, dien hel niet ver
zuimen zal bij de vredesonderhandelingen uil
te spelen.
Men kan begrijpen, d<ait de blijdschap over
deze overwinning bij de Grieken luidruch
tig vreugdebetoon, uitlokte. Men kan die blijd
schap meevoelen. Maar hierin mengt zich
bezorgdheid over de uilwerkiimg, die deze
overwinning zal hebben op de vredesonder
handelingen., die men nu weldra hoopt weer
te zien beginnen. Van verschillende zijden
wordt aan die bezorgdheid uiting gegeven
Zoo schrijft de VossiseJre Zlg., dikt de val
van Janina den Eiiropeeschen toes laud be
zwaard met hert gewicht van ee-n nieuw ge
schil. „Jamiua is de hoofdplaats van Zuid-
Albanië, ge fijlle Skintairi dit is van Noord-Al-
hana<ê. Oostenrijk en» Italië wcnacheiii, dat
Jandnai van den nakuwen Allbaneescbon staat
ndet zal worden af.gegeschciden, evenzeer als
zij Sdcutari bij Albanüë wüllen loten. De in
neming van JomiLna stelt Ooslem-ijk en Italië
voor de keus, óf weder een stuk van Albanië
op to offeren óf de Grieken udt de stad to
manOeruvTceren. Het Alban'cescihe vraagstuk,
wordt daardoor weer heclwajl moei el ijker."
Dut Is ook de opvatting van de Neaie Freie
Presse, düe opmerkt, dait de. verovering \wi
Jamnui dfai eiscih van de Gniiekon, dJat de,
vesting en baar gebied aan hen zal worden
tolegewazen, door het gewacht van een vol
dongen feit op militair gebied ondersteunt.
Bijna zou nwn kunnen zeggen, dat de val
van Jaawna ï-oeds het eerste veriiies is, dal,
de toekomstigie Albameesche slaat In het zui
den ondervindt.
De aanspraken van Griekenland op het be
zit van Janina zijn reeds van ouden datum.
Op het Berlijnscho congres zijn die aanspra
ken te berde gekomen. Zij hebben toen steun
gevonden bij Frankrijk, dat ten gunste van
Griekenland eene grensverbetering voor
stelde, waarin de Kalamas werd bepaald als
westelijke grens aan de zijde van de Joni-
sche zee. Dit voorstel stuitte af op het verzet
van Engeland en art. 24 van het Berlijnsche
verdrag schreef slechts de 'bemiddeling van
de mogendheden voor ,,in het geval, dat de
Verheven Porie en Griekenland zich niet
met elkaar zouden verstaan,'' Dat geval deed
zich voor, en eene Europeesche conferentie,
te Berlijn vereenigd, stelde den 25en Juni
1880 een tracé vast, dat, uitgaande van de
Adriatische zee, den loop van de Kalamas
volgde tot aan de bronnen van die rivier en
vervolgens de lijn van de waterscheiding van
den Pindus lot den Olympus. Daarmee was
het gedeelte van Bpirus, waarin Janina ge
legen is, aan Griekenland toegekend Maar
Turkije weigerde hiermee genoegen te nemen
en eene nieuwe conferentie, in Konstantino-
pel verecnigd, besnoeide hel Grieksche aan
deel van Epirus evenzeer als dat van Thes-
salie (28 Maart 1881). In Epirus werd als
grens aangenomen de rivier Arta, die veel
zuidelijker loopt <lan de Kalamas, zoodat Ja
nina bij Turkije bleef. Griekenland heeft toen
zich daaraan moeten onderwerpen. Maar nu
neemt het zijne revanche en heeft het Ja
nina genomen en nog heel wat meer.
I>e Balkan-oorlog;.
P a r ij s9 Maart. De ,,Malin" ontvangt
een telegram uit Philippopel, volgens hetwelk
men wederom begonnen is Adrianopel hevig
le bombardceren. De stad werd met projec
tielen overdekt. De Bulgaren naimen het fort
Cheitantara en maakten 400 Turken krijgs
gevangen.
Men verwacht elk oogcn'blik de overgave
der stad.
Constamtinopel, 9 Maart. Het offi-
ci-eele oorlogsbulletin zegt, dat den 6ën en
den 7den dezer de vijand Adrianopel zwak
beschoot.
Men meldt uit Boelair, dat den 6den dezer
artillerievuur gericht werd tegen een batal
jon, dat van Koeroet-Chiflik kwam. Het ba
taljon had talrijke gesneuvelden- Den 7dien
richtte de vijand het vuur tegen den kruiser
„Toerglioet Reis", die den vijand tot zwijgen
bracht.
Geen enkel nieuw oorlogsfcit dood zich t«
Tsjataldja voor.
At'hene, 8 Maart. Uit Janina wordt bo
richt, dat de diadochus gisteren zijn intochf
hield in de stad onder de toejuichingen vax»
de geestdriftige menigte. Bij het défilé van
de Grieksche troepen omarmden do bewo
ners de soldaten, matrozen en officieren. L>a
christenen onder de Turken scheurden hunne
fez in stukken; de grond was daarmee letter*
lijk bedekt. Behalve de valide manschappen
zijn G000 gewonden en zieke krijgsgevangen
gemaald, sinds den nacht van eergisteren.
Een deel viui hel Turksclie leger is er in ge
slaagd te vluchten, gaande naar Albanië, na
zich aan plundering to hebben overgegeven
bij het verlaten van de stad. Sedert 'gisteren
heerscbe/n orde en rust in de stad.
Athene, 8 Maart. Men meldt ui' Jani
na: Gisteren maakten tweo deüaohemcnlcn
Grieksche cavalerie, die zich in noordelijke
richting begaven, 2300 Turksclie vluchteLii*
gen gevangen.
De diadochus seint, dat de Metropoliet van
Paramitia, op verzoek der Turksclie notabe
len* hem schriftelijk heeft verzocht oin Para-
milia door Grieksche troepen te doen bezet
ten.
A t h e n o9 Maar t. Ter gelegenheid voz»
de inneming van Janina richtte de diadochui
een dagorder tol liet leger, waarin hij dtt
•gelukwenschtc, en in het bizonder er op
wijst, dat honderd vuurmonden van het
nieuwe leger met chefs, wapenen on mibni-
tie zich in zijn handen bevinden.
Athene, 9 Maart. In een proclamatie
aan de bewoners van 'Epirus zegt de kroon
prins. dat Griekenland loven, welvaart en be
zit van allen zal waarborgen; zij die echter
trachten troebelen te veroorzaken, zullen op
eene voorbeeldige wijze gestraft worden.
Athene, 9 Maart. Hol persbureau o»iU-
ving uit Jamina een telegram, waarin gezegd
wordt dial dre diadochus gisteren Essad Pa
cha, oomniandaiii't van het Turksclie lege/
on Bekir-Bey, commandant van de verster
kingen tic Jamdma in audiëntie ontvangen»
heelt, wel'ke hunne bewondering uitspraken
voor de strategische beweging, welke niet
dlo inneming van Janiina is getimdi'gd en
voor d.en moed en de volbarrdiimg van het
Grielcsche legor. De vertegenwoordigers der
Israëlitische gemeente uLütt-n jegens d'on ddör
dloiohus liun dlauWbaarheid voor de bevrij
ding van Janina.
Athene, 9 Maart Men meldL uit Ja
nina, dat de Grieken Paramilliia 'bezet heb'
ben.
Constantinopel, 8 Maart. Het go«
ruchl gaat, dat de generalissimus Izzet pacha
van zijn ambt ontzet zou zijn en dat dc chef
van den generalen staf Iladi pacha hem
vervangen.
We enen, 10 Maart. De Zek verneemt
urót militaire bron, d»at Griekenland en Servië
zich gereedmaken om Duina^/zo üe bezetten
op zulk een wijze, dat Europa voor een vol
dongen feil wordt gesteld.
Belgrado, 7 Maart. Dc regeeringefc
van de Balk a n -bond ge no o ten hebben het ant
woord, dat zij aan de groote mogendliede*
zullen geven, nog niet definitief vastgesteld.
De gedachlenwisselingen tusschen de vier ka*
bi nel ten duren nog voort.
Opgemerkt te worden in de wereld is veler
levensdJoiel; daartoe worden alle middelen,
eerlijke en oneerlijke, in 't werk gesteld. Be
zit men echter werkelijk groote verdiensten,
dan komen die toch wel aan het licht, al
dringt men zich niet opzettelijk op den voor
grond
Een Roman van Liefde,
7 DOOR
MARIE CORELLL
„Stel u eens voor, dat gij een mooien, har
monisch aangelegden tuin ziet," zei hij glim
lachend^ „en er komt een lompe kerel voor
bij, die een vervallen varkenskot tusschen de
bloembedden plaatst, dan zoudt ge toch roe
pen dat is .ybuiten'den regel,,' zoudt gij niet?
Voor het minst ongepast?" „Oh!" zeide ik
driftig. „Dus beschouwt .gij mij en mijn
vrienden als oude varkenshokken in uw
landschap?" Hij maakte een vroolijke, half
verontschuldigende beweging. „Zoo iets,
beste jongen!" zeide hij. „Maar laat het u niet
hinderen! Het oude varkenshok is altijd een
zeer populair gebouw in de wereld, waarin
gij zult leven!" Hiermede wenschte hij mij
goeden nacht en ging heen. Ik was zeer boos
op hem, want ik was een verwaande jongen
en vond mijzelf en mijn makkers het neusje
van den «alm van Oxford maar hij be
haalde dat jaar steeds de hoogste graden en
toen hij voor goed de universiteit verliet,
verdween hij als het ware met een aureool
van intelleclueelen roem. Ik heb hem nooit
teruggezien en nooit van hem gehoord
en daarom denk ik, dat zijn studies hem niets
hebben genut. Hij moet nu een man op leef
tijd zijn. Het is mogelijk dal hij lam, blind,
gek is, of, wat nog het meest waarschijnlijk
is, hij kan dood zijn; ik weet niet, waarom ik
nu aan hem denk. Waarschijnlijk, omdat
zijn theorieën veel overeen kwamen met die
Van onze kleine vriendin", weer wees hij
naar mij met een hoofdknik. „Hij gaf nooit
om aangename woorden, wantrouwde maat
schappelijke conventies en geloofde aan een
Hooger Leven na den Dood."
,Of een Lager," zeide ik kalm.
„Ah ja! Er moet naluurlijk ook een stap
naar omlaag zijn, als er een Omhoog is. Die
twee moeten een deel van eikaars beslaan
zijn. Maar daar ik noch het een noch het
ander aanneem, doet het er niet toe."
Ik keek hem aan en mijn blik moet verba
zing of medelijden of beide uitgedrukt heb
ben, want hij wendde de oogen van mij af.
„Ik geloof, dat u zoo iets als spiritist zijt",
zeide dr. Brayle, terwijl hij zijn harde oogen
opsloeg van het tafelkleed, hetwelk hij nauw
keurig had onderzocht en zij op mij richtte
„In het geheel niet," antwoordde ik dade
lijk en met nadruk. „Dat wil zeggen, indien
gij met den term, spiritist, bedoelt iemand
die gelooft in bedriegerij van mediums, auto
matisch schijven en dergelijke dingen. Dat is
louter onzin en zelfbedrog."
„Verscheiden ervaren geleerden schenken
groole aandacht aan deze düngen," zeide de
h£er Swinton vormelijk.
Ik glimlachte.
„De wetenschap, evenals alles, heeft haar
grenzen, zeide ik, „waarbuiten de hersenen
gemakkelijk naar den chaos kunnen glippen.
De meest erkende wetenschappelijke profes
soren, zijn onderhevig aan dit schrikklijk
einde hunner speculaties. Zij vergelen, dat
om het Oneindige tc begrijpen, zii eerst zeker
moeten zijn van het Oneindige dn zich zelf."
„Gij spreekt als een orakel, schoone dame!"
zeide de heer Harland. ,;Maar ondanks uw
wijze uitspraken blijft de Menscfh even ein
dig als aLtijd."
„Indien hij den eindigen staal verkiest, daQ
ongetwijfeld", antwoordde ik. „Hij is steeds,
wat hij verkiest te zijn."
De heer Harland toonde de discussie te
willen voortzetten, maar ik wilde niets meer
zeggen. Het onderwerp was voor mij te ern
stig en te heilig dan dat ik kon toelaten, dat
het luchtig werd 'besproken door menschen
wier overtuiging klaarblijkelijk tegen alles
was, dal niet tot deze wereld behoorde.
Na het ddner verklaarde juffrouw Cathe
rine, dat zij aan neuralogie leed. Zij nam
haar sjaals en plaids bij elkaar en vroeg mij
verlof, Jiaar bed te gaan. Ik wenschte 'haar
goeden nacht, liet mijn gastheer en de beide
heeren bij hun sigaar en ging op het dek. Wij
lagen voor anker te Huil en de donkere ber
gen van Morven staken als zacht zwart flu
weel tegen een helderen, met sterren bezaai
den hemel af. Het jacht lag op volmaakt kalm
water, dat glinsterde als staal, en de warme
stilte van den zomernacht was verrukkelijk
kalmeerend en rustgevend. Onze kapitein en
twee der matrozen waren op post; ik zat bij
den achtersteven van het schip en keek naar
het prachtige uitspansel. De spitg- toeloopen-
de iboegjspriet van de „Diana" stak omhoog,
naar (het scheen In een wcibbe van sterren
en ik verdiepte mij in een denkbeeldige vlucht
door de schitterende onbekende werelden.
zopder aCht te slaan op mijn omgeving en
vergetend, dat ondanks de luisterrijke bewij
zen vain een besturend Verstand in de schoon
heid en orde van het Heelal, iederen dag
rondom hen verspreid, mijn metgezellen op
den plciziertocht, dien wij samen onderna
men, werkelijk ontbloot waren van alle ge
loof dn G*od, en nog minder begrip van het
beslaan van het Goddelijke hadden dan de
eenvoudigste plant bezit, die instinctmatig
haar weg omhoog zoekt naar het licht Ik
dacht hieraan niet, bet hielp niet er aan
te denken, daar ik den toestand niet kon
veranderen maar ik bemerkte, dat ik be
zig was bet verhaal, dat de heer Harland had
gedaan over zijn academievriend te Oxford,
te o\»erdenken. Ik beproefde mij zijn gelaat
en gestalte voor te stellen, en spoedig was
het. alsof ik hem zag ja Re zou er een eed
op bobben durveai doen dat de schaduw van
een man vlak Voor mij stond en mij onder
zoekend aankeek met oogen die zonderling
bekend waren. Verschrikt door dieze schim
mijner fantasie stond ik half op van mijn
stoel doch ging dadelijk weer zitten, la
chend over de sterke macht mijner verbeel
ding. Een gestalte vertoonde zich ongetwij
feld maar een van voldoenden omvang om
niij van haar werkelijkheid te overtuigen.
Het was de kapitein van de „Diana", een
vTOolijk uitziend man van bet echte zeeman's
type, die mil naderde, zijn pet afnam en zeide
„Dat is een wonderiijk mooi jacht, dat
juist achter ons het anker heeft laten vallen.
Het is geïllumineerd ook. Heeft u het ge
zien?"
„Neen," antwoordde ik en wendde mij om
in de richting die hij had aangegeven. Een
onwillekeurige uitroep ontsnapte mij. Daar,
een bsWe miiJ acb+^r ons. dreef een scb'oon
gebouwde schoener van feeachlige bevallig
heid; van den voor- tot den achtersteven ge
heel geïllumineerd door fijne randen vaa
eleclrisch licht* alsof hij versierd was voor
een .groot feest. Hel was een schitterend
schouwspel in dc toenemende duisternis vaa
den avond. Wij konden Gestalten op het dek
bezig zien, de zeilen werden gestreken c®
snel ingerold maar dé trillende schitte
ring bleef langs elke spitstoeloopende masï
en spriet, zoodat het geheele vaartuig in vu
rige lijnen geteekend scheen tegen de don
kere lucht.
Ik stond in stille verbazing en bewonde
ring naar het wonderlijke sdhouwspel te kij
ken met den kapitein tnaast mij, hij sprak hel
eerst.
„Ik weet niet wat cr van te deDken," zeid'o
hij verwonderd. „Wij hoorden geen enkel
geluid, dan alleen, toen hij bet anker ]iei
vallen, en dat was bijna geruisohllos. Hoe hij
zoo eensklaps de punt .giuds omkwam, is een.
wonder! Ik stond juist op den uitkijk."
„Is het niet zeer groot voor een zeilschip!"
vroeg ik.
„Het grootste, dat ik ooit heb gezien," ant
woordde hij. „Maar hoe zeilde hij. Dat zou
ik willen weten!"
Hij zag er zoo verbluft uit, dat ik moesfc
lachen.
„Wel, ik veronderstel op de gewone wij
ze," zeide lk, „met zeilen."
„Dat is alles goed en well" en hij keek mij
met een medelijdende blik aan, zooals men
iemand 'die niets van de zeevaartkunde weel,
aangiet.
Wordt vervolgd*