U'1" Jaargang Maandag 10 Maart 1913. FEUILLETON. H° 25Q Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Weekkroniek. BUITENLAND. Het Eeuwige Leven. ABONNEMENTSPRIJS: ter 8 maanden voor Amersfoort f l*0O» Idem franco per post 1-50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO* Afzonderlijke nummors 0.05. I)eze Courant vereohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regols.» f 0.5H» Elke regel moorO.Kfe Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bediyt bostaan zoor voordooligo bepalingoil tot het herhaald advertooron in dit Blad, by aboanomonL Eone oirculaire, bovattonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa ()DE EEMLANDER. Uitgevers: VALKHOFF Co Kennisgevingen. Do Burgemeester <desr gemeente Amersfoort brengl ter kenn/te van belanghebbenden, dat to'.ijkena mis- stFe van den Commissaris der Koning n in deze pro vincie <LcL 7 Maart 1913, 4e afdeel ng, nos 10ou/756 op IQ Maart a.s. en bij «zeer ongunstig weer op 13 Maart <La.v. op de Leusdensche he.de schietoefenin gen met geschut worden gehouden door de lie af- deeling van het lsto Regiment Veld-artillerie. Amersfoort, 8 Maart 1913 De Burgemeester voornoemd, v. RAND WIJ OK. D*e propagandisten der reohtschc partij en van cliris tel ijike partijen te spre ken zou ons in verdenking brengen volsmis- Itidimg hebben thans iels in hun politieke mars gekregen, waarmee ze den boer kun nen opgaan. Wel is waar heeft de geachte af gevaardigde van Haarlemmermeer,de heer van Wichen, te Lisse op schier vermakelijke wijze staan opscheppen over den reuzenarbeid van het ooablie-mindsterie, maar niet alle sprekers zijn zoo vermetel -en niet -overal zul len de kiezers zoo verbluft of versuft neer zitten als in dat bollendorp, waar het zelfs niemand in den bol .kwam te informeeren, welke vruchten die reuzenarbeid dan wel op geleverd had en welke „christelijke" wellen tot stand gekomen waren. Maar gelukkig, nu is er iels al is het nu niet j-uisrt 'n specifiek „christelijke" wet waarmee de arme propagandisten voor den dag kunnen komen: de Invaliditeitswet. .Als 'n reusachtige om in 's lieeren van Wichem's terminologie te blijven bruiloflstaart bij net koperen huwelijksfeest van Rome en Dordt, zullen zij dit misbaksel naar D-uilsch recept op hun tochten door de provincie meevoe ren, doen bewonderen en aanprijzen en roe men den smaak en den geur (dank zij 't drup peltje rhum, dat Duys op het laatste oogen- blik nog aan het deeg wist toe te voegen) en de kunstigheid, van bereiding en de ingewik keldheid van houw, onnavolgbaar voor den knapsten kop. Maar wee den hongerige, die er de hand naar zou uitstrekken. Alras zal hem blijken, dat de voorsnijder zelf niet weet, hoe en waar het mes er in te zetten. Maar zelfs al verstond hij de kunst, de hongerige zou niets ontvan gen. De taart is nog maar 'n pronkstuk voor 'le étalage van den vliegenden winkel. Wij spraken daar over de koperen bruiloft van Rome en Dordt. Hel is wel zeker, dat dit feest gevierd zal worden maar de stemming ontbreekt nog. Eigenlijk is het 'n rnariage a trois, maar de „dritte Lm Dunde" Laat zich in den regel slechts door het menu verlokken aan den feesldisch aan te zitten doch gaat na afloop liefst zijns weegs of is hoogstens tot 'n raaliage blanc le vinden. Ditmaal is hij nog koppiger en wil zelfs met het menu geen ge noegen nemen. Althans, hij moppert Maar.... honger is 'n goeie kokl De nukikighei'd) van de ohrislelljk-hTstorï- schen heeft anders onaangename gevolgen. De anti's zien zich daardoor genoodzaakt tot steeds aanhaliger liefkoozingcn voor den roomschen echtvriend. Lezer, gij zult het nooit opgemerkt hebben, want gij geniet het voorrecht geen anti-rev. kranten als de Sticbtsohe en dergelijke orga-. nen van liet politieke Christendom te behoe ven te lezen; maar anders zou het u telkens en telkens weer opvallen, hoe aanminnig die bladen tegenover Rome doen en hoe angst vallig bijv. het woord „Protestantschdat op 'n uUramontaan werkt als 'n roode lap op 'n stier, vermeden wordt. 'n Nieuw staaltje van het anti-rev. ontzag voor den machtigen bondgenoot leverde de burgemeester van Zalt-Bommel, die naijverig scneen op de lauweren, beiaald door z'n col lega's te Apeldoorn, Bergen op Zoom, Elfgo- huchten, Kwczeloord en Droogsloppelheid. In het voor Protestantsche stedeke aan de Waal, zou het Amsterdamsche Tooneel Ensemble, het dilettanten gezelschap, dat on langs ook hier 'n opvoering van Geloof en Vaderland heeflt gegeven, deze tragedie vari den bekenden auteur Karl Schönherr komen spelen. Toen de anti-rev. burgemeester te we ten kwam, dat in dit stuk, geschreven doop een roomsch-kalholiek en vertaald 'door 'n orthodoxen dominee, .de Protestantsche ge loofshelden uit de dagen der Tegenreformatie in Oostenrijk verheerlijkt werden, sprak hij z'n veto uit, omdat hij niet wilde, dat aan de roomsch-katholieken aanstoot gege ven zou worden! Wij vragen ons af, of deze burgemeester de consequentie zou aandurven om Ook 'n opvoering, waarin roomsche g>&- loofsheLden bewierookt worden, te verbieden. Ongetwijfeld en met recht zou hij zulk 'n verbod 'n bewijs van onverdraagzaamheid noemen, maar eilieve, maakt hij zich dan nu niet schuldig aan onverdraagzame verdraag zaamheid, als hij „Geloof en Vaderknd" ver biedt? De storm, die over Amersfoort opgestoken was door den aankoop .door de gemeente van het terrein, gelegen aan den Utrechlschen weg en vormende een complex met de onlangs ge kochte terreinen, welke zich tot aan den Barchman Wuytierslaan uitstrekken, is thans geluwd. Alle stormen bedaren en zoo zou ook deze storm wel uitgeraasd zijn. Maar twee Wy vernemen thans, dat de burgemeester •van Zall-Bomonei, te laat echter ora de opvoering nog te doen doorgaan op tfir verbod terugge komen ia omstandigheden hebben de stilte bespoedigd. In de eerste plaats het feit, dat bekend is ge worden, dat de tramlijn ZeistAmersfoort het aangekochte terrein doorsnijden zal, en in dei tweede plaats het, weliswaar nog niet of fin cieel bevestigde maar* toch niet tegengespro ken gerucht, dat de verkoopster van het ter rein de aanvankelijk bedongen servituten .heeft laten vallen. Het een met het ander heeft 'rt heel anderen kijk op den aankoop gegeven en Yelen van tegen- in voorstanders doen ver ander€H Politiek Overzicht. De val van Janina. De val van Janina en de capitulatie van de bezetting, die deze vesting met zooveel volharding heeft verdedigd, is voor de Grie ken een gewichtig militair en moreel succes. Deze vesting, ofschoon zij sedert verschei dene maanden belegercl werd, is niet bezwe ken door het gemis van levensmiddelen en munitie, wamt nieuwe voorraden konden -van het noorden uit steeds worden aangevoerd'. De stad heeft zich overgegeven na een wel geslaagden aanval van het Grielcsche leger. Die aanval was met zorg voorbereid. >e op perbevelhebber, kroonprins Konstaintijn* heeft zich onthouden van voorbarige aanval len, ofschoon een beleg in den wintertijd voor de belegeraars ernstige bezwaien meebracht. Van deze zelfbelieersching, die wachtte met toeslaan totdat alle toebereidselen waren ge maakt, is nu de vrucht ingeoogst. Essad Pacha heeft moeten capituleeren; het door hem aangevoerde leger, dat op 33 a 35,000 wordt opgegeven, bevindt zich thans in krij gsgev angenschap Van de drie grooto Turksclie vestingen, die nagenoeg van het begin van den oorlog af be legerd zijn geweeste houden nu alleen nog Adrianopel en Skutari zich staande. Janina is gevallen en Griekenland heeft reden om daarop trolsch te zijn, want het heeft hiermede eene gr,oote moreele overwinning en tevens een be langrijk materieel voordeel behaald. Grieken land is nu meester van het politieke en econo mische middelpunt van Zuid-Albanië. Terwijl zijne bondgenooten in de tweede phase van den oorlog, sinds de hervatting van de vijan delijkheden, geen noemenswaard succes heb ben kunnen behalen, heeft Griekenland nu met Janina een troef in de hand, dien hel niet ver zuimen zal bij de vredesonderhandelingen uil te spelen. Men kan begrijpen, d<ait de blijdschap over deze overwinning bij de Grieken luidruch tig vreugdebetoon, uitlokte. Men kan die blijd schap meevoelen. Maar hierin mengt zich bezorgdheid over de uilwerkiimg, die deze overwinning zal hebben op de vredesonder handelingen., die men nu weldra hoopt weer te zien beginnen. Van verschillende zijden wordt aan die bezorgdheid uiting gegeven Zoo schrijft de VossiseJre Zlg., dikt de val van Janina den Eiiropeeschen toes laud be zwaard met hert gewicht van ee-n nieuw ge schil. „Jamiua is de hoofdplaats van Zuid- Albanië, ge fijlle Skintairi dit is van Noord-Al- hana<ê. Oostenrijk en» Italië wcnacheiii, dat Jandnai van den nakuwen Allbaneescbon staat ndet zal worden af.gegeschciden, evenzeer als zij Sdcutari bij Albanüë wüllen loten. De in neming van JomiLna stelt Ooslem-ijk en Italië voor de keus, óf weder een stuk van Albanië op to offeren óf de Grieken udt de stad to manOeruvTceren. Het Alban'cescihe vraagstuk, wordt daardoor weer heclwajl moei el ijker." Dut Is ook de opvatting van de Neaie Freie Presse, düe opmerkt, dait de. verovering \wi Jamnui dfai eiscih van de Gniiekon, dJat de, vesting en baar gebied aan hen zal worden tolegewazen, door het gewacht van een vol dongen feit op militair gebied ondersteunt. Bijna zou nwn kunnen zeggen, dat de val van Jaawna ï-oeds het eerste veriiies is, dal, de toekomstigie Albameesche slaat In het zui den ondervindt. De aanspraken van Griekenland op het be zit van Janina zijn reeds van ouden datum. Op het Berlijnscho congres zijn die aanspra ken te berde gekomen. Zij hebben toen steun gevonden bij Frankrijk, dat ten gunste van Griekenland eene grensverbetering voor stelde, waarin de Kalamas werd bepaald als westelijke grens aan de zijde van de Joni- sche zee. Dit voorstel stuitte af op het verzet van Engeland en art. 24 van het Berlijnsche verdrag schreef slechts de 'bemiddeling van de mogendheden voor ,,in het geval, dat de Verheven Porie en Griekenland zich niet met elkaar zouden verstaan,'' Dat geval deed zich voor, en eene Europeesche conferentie, te Berlijn vereenigd, stelde den 25en Juni 1880 een tracé vast, dat, uitgaande van de Adriatische zee, den loop van de Kalamas volgde tot aan de bronnen van die rivier en vervolgens de lijn van de waterscheiding van den Pindus lot den Olympus. Daarmee was het gedeelte van Bpirus, waarin Janina ge legen is, aan Griekenland toegekend Maar Turkije weigerde hiermee genoegen te nemen en eene nieuwe conferentie, in Konstantino- pel verecnigd, besnoeide hel Grieksche aan deel van Epirus evenzeer als dat van Thes- salie (28 Maart 1881). In Epirus werd als grens aangenomen de rivier Arta, die veel zuidelijker loopt <lan de Kalamas, zoodat Ja nina bij Turkije bleef. Griekenland heeft toen zich daaraan moeten onderwerpen. Maar nu neemt het zijne revanche en heeft het Ja nina genomen en nog heel wat meer. I>e Balkan-oorlog;. P a r ij s9 Maart. De ,,Malin" ontvangt een telegram uit Philippopel, volgens hetwelk men wederom begonnen is Adrianopel hevig le bombardceren. De stad werd met projec tielen overdekt. De Bulgaren naimen het fort Cheitantara en maakten 400 Turken krijgs gevangen. Men verwacht elk oogcn'blik de overgave der stad. Constamtinopel, 9 Maart. Het offi- ci-eele oorlogsbulletin zegt, dat den 6ën en den 7den dezer de vijand Adrianopel zwak beschoot. Men meldt uit Boelair, dat den 6den dezer artillerievuur gericht werd tegen een batal jon, dat van Koeroet-Chiflik kwam. Het ba taljon had talrijke gesneuvelden- Den 7dien richtte de vijand het vuur tegen den kruiser „Toerglioet Reis", die den vijand tot zwijgen bracht. Geen enkel nieuw oorlogsfcit dood zich t« Tsjataldja voor. At'hene, 8 Maart. Uit Janina wordt bo richt, dat de diadochus gisteren zijn intochf hield in de stad onder de toejuichingen vax» de geestdriftige menigte. Bij het défilé van de Grieksche troepen omarmden do bewo ners de soldaten, matrozen en officieren. L>a christenen onder de Turken scheurden hunne fez in stukken; de grond was daarmee letter* lijk bedekt. Behalve de valide manschappen zijn G000 gewonden en zieke krijgsgevangen gemaald, sinds den nacht van eergisteren. Een deel viui hel Turksclie leger is er in ge slaagd te vluchten, gaande naar Albanië, na zich aan plundering to hebben overgegeven bij het verlaten van de stad. Sedert 'gisteren heerscbe/n orde en rust in de stad. Athene, 8 Maart. Men meldt ui' Jani na: Gisteren maakten tweo deüaohemcnlcn Grieksche cavalerie, die zich in noordelijke richting begaven, 2300 Turksclie vluchteLii* gen gevangen. De diadochus seint, dat de Metropoliet van Paramitia, op verzoek der Turksclie notabe len* hem schriftelijk heeft verzocht oin Para- milia door Grieksche troepen te doen bezet ten. A t h e n o9 Maar t. Ter gelegenheid voz» de inneming van Janina richtte de diadochui een dagorder tol liet leger, waarin hij dtt •gelukwenschtc, en in het bizonder er op wijst, dat honderd vuurmonden van het nieuwe leger met chefs, wapenen on mibni- tie zich in zijn handen bevinden. Athene, 9 Maart. In een proclamatie aan de bewoners van 'Epirus zegt de kroon prins. dat Griekenland loven, welvaart en be zit van allen zal waarborgen; zij die echter trachten troebelen te veroorzaken, zullen op eene voorbeeldige wijze gestraft worden. Athene, 9 Maart. Hol persbureau o»iU- ving uit Jamina een telegram, waarin gezegd wordt dial dre diadochus gisteren Essad Pa cha, oomniandaiii't van het Turksclie lege/ on Bekir-Bey, commandant van de verster kingen tic Jamdma in audiëntie ontvangen» heelt, wel'ke hunne bewondering uitspraken voor de strategische beweging, welke niet dlo inneming van Janiina is getimdi'gd en voor d.en moed en de volbarrdiimg van het Grielcsche legor. De vertegenwoordigers der Israëlitische gemeente uLütt-n jegens d'on ddör dloiohus liun dlauWbaarheid voor de bevrij ding van Janina. Athene, 9 Maart Men meldL uit Ja nina, dat de Grieken Paramilliia 'bezet heb' ben. Constantinopel, 8 Maart. Het go« ruchl gaat, dat de generalissimus Izzet pacha van zijn ambt ontzet zou zijn en dat dc chef van den generalen staf Iladi pacha hem vervangen. We enen, 10 Maart. De Zek verneemt urót militaire bron, d»at Griekenland en Servië zich gereedmaken om Duina^/zo üe bezetten op zulk een wijze, dat Europa voor een vol dongen feil wordt gesteld. Belgrado, 7 Maart. Dc regeeringefc van de Balk a n -bond ge no o ten hebben het ant woord, dat zij aan de groote mogendliede* zullen geven, nog niet definitief vastgesteld. De gedachlenwisselingen tusschen de vier ka* bi nel ten duren nog voort. Opgemerkt te worden in de wereld is veler levensdJoiel; daartoe worden alle middelen, eerlijke en oneerlijke, in 't werk gesteld. Be zit men echter werkelijk groote verdiensten, dan komen die toch wel aan het licht, al dringt men zich niet opzettelijk op den voor grond Een Roman van Liefde, 7 DOOR MARIE CORELLL „Stel u eens voor, dat gij een mooien, har monisch aangelegden tuin ziet," zei hij glim lachend^ „en er komt een lompe kerel voor bij, die een vervallen varkenskot tusschen de bloembedden plaatst, dan zoudt ge toch roe pen dat is .ybuiten'den regel,,' zoudt gij niet? Voor het minst ongepast?" „Oh!" zeide ik driftig. „Dus beschouwt .gij mij en mijn vrienden als oude varkenshokken in uw landschap?" Hij maakte een vroolijke, half verontschuldigende beweging. „Zoo iets, beste jongen!" zeide hij. „Maar laat het u niet hinderen! Het oude varkenshok is altijd een zeer populair gebouw in de wereld, waarin gij zult leven!" Hiermede wenschte hij mij goeden nacht en ging heen. Ik was zeer boos op hem, want ik was een verwaande jongen en vond mijzelf en mijn makkers het neusje van den «alm van Oxford maar hij be haalde dat jaar steeds de hoogste graden en toen hij voor goed de universiteit verliet, verdween hij als het ware met een aureool van intelleclueelen roem. Ik heb hem nooit teruggezien en nooit van hem gehoord en daarom denk ik, dat zijn studies hem niets hebben genut. Hij moet nu een man op leef tijd zijn. Het is mogelijk dal hij lam, blind, gek is, of, wat nog het meest waarschijnlijk is, hij kan dood zijn; ik weet niet, waarom ik nu aan hem denk. Waarschijnlijk, omdat zijn theorieën veel overeen kwamen met die Van onze kleine vriendin", weer wees hij naar mij met een hoofdknik. „Hij gaf nooit om aangename woorden, wantrouwde maat schappelijke conventies en geloofde aan een Hooger Leven na den Dood." ,Of een Lager," zeide ik kalm. „Ah ja! Er moet naluurlijk ook een stap naar omlaag zijn, als er een Omhoog is. Die twee moeten een deel van eikaars beslaan zijn. Maar daar ik noch het een noch het ander aanneem, doet het er niet toe." Ik keek hem aan en mijn blik moet verba zing of medelijden of beide uitgedrukt heb ben, want hij wendde de oogen van mij af. „Ik geloof, dat u zoo iets als spiritist zijt", zeide dr. Brayle, terwijl hij zijn harde oogen opsloeg van het tafelkleed, hetwelk hij nauw keurig had onderzocht en zij op mij richtte „In het geheel niet," antwoordde ik dade lijk en met nadruk. „Dat wil zeggen, indien gij met den term, spiritist, bedoelt iemand die gelooft in bedriegerij van mediums, auto matisch schijven en dergelijke dingen. Dat is louter onzin en zelfbedrog." „Verscheiden ervaren geleerden schenken groole aandacht aan deze düngen," zeide de h£er Swinton vormelijk. Ik glimlachte. „De wetenschap, evenals alles, heeft haar grenzen, zeide ik, „waarbuiten de hersenen gemakkelijk naar den chaos kunnen glippen. De meest erkende wetenschappelijke profes soren, zijn onderhevig aan dit schrikklijk einde hunner speculaties. Zij vergelen, dat om het Oneindige tc begrijpen, zii eerst zeker moeten zijn van het Oneindige dn zich zelf." „Gij spreekt als een orakel, schoone dame!" zeide de heer Harland. ,;Maar ondanks uw wijze uitspraken blijft de Menscfh even ein dig als aLtijd." „Indien hij den eindigen staal verkiest, daQ ongetwijfeld", antwoordde ik. „Hij is steeds, wat hij verkiest te zijn." De heer Harland toonde de discussie te willen voortzetten, maar ik wilde niets meer zeggen. Het onderwerp was voor mij te ern stig en te heilig dan dat ik kon toelaten, dat het luchtig werd 'besproken door menschen wier overtuiging klaarblijkelijk tegen alles was, dal niet tot deze wereld behoorde. Na het ddner verklaarde juffrouw Cathe rine, dat zij aan neuralogie leed. Zij nam haar sjaals en plaids bij elkaar en vroeg mij verlof, Jiaar bed te gaan. Ik wenschte 'haar goeden nacht, liet mijn gastheer en de beide heeren bij hun sigaar en ging op het dek. Wij lagen voor anker te Huil en de donkere ber gen van Morven staken als zacht zwart flu weel tegen een helderen, met sterren bezaai den hemel af. Het jacht lag op volmaakt kalm water, dat glinsterde als staal, en de warme stilte van den zomernacht was verrukkelijk kalmeerend en rustgevend. Onze kapitein en twee der matrozen waren op post; ik zat bij den achtersteven van het schip en keek naar het prachtige uitspansel. De spitg- toeloopen- de iboegjspriet van de „Diana" stak omhoog, naar (het scheen In een wcibbe van sterren en ik verdiepte mij in een denkbeeldige vlucht door de schitterende onbekende werelden. zopder aCht te slaan op mijn omgeving en vergetend, dat ondanks de luisterrijke bewij zen vain een besturend Verstand in de schoon heid en orde van het Heelal, iederen dag rondom hen verspreid, mijn metgezellen op den plciziertocht, dien wij samen onderna men, werkelijk ontbloot waren van alle ge loof dn G*od, en nog minder begrip van het beslaan van het Goddelijke hadden dan de eenvoudigste plant bezit, die instinctmatig haar weg omhoog zoekt naar het licht Ik dacht hieraan niet, bet hielp niet er aan te denken, daar ik den toestand niet kon veranderen maar ik bemerkte, dat ik be zig was bet verhaal, dat de heer Harland had gedaan over zijn academievriend te Oxford, te o\»erdenken. Ik beproefde mij zijn gelaat en gestalte voor te stellen, en spoedig was het. alsof ik hem zag ja Re zou er een eed op bobben durveai doen dat de schaduw van een man vlak Voor mij stond en mij onder zoekend aankeek met oogen die zonderling bekend waren. Verschrikt door dieze schim mijner fantasie stond ik half op van mijn stoel doch ging dadelijk weer zitten, la chend over de sterke macht mijner verbeel ding. Een gestalte vertoonde zich ongetwij feld maar een van voldoenden omvang om niij van haar werkelijkheid te overtuigen. Het was de kapitein van de „Diana", een vTOolijk uitziend man van bet echte zeeman's type, die mil naderde, zijn pet afnam en zeide „Dat is een wonderiijk mooi jacht, dat juist achter ons het anker heeft laten vallen. Het is geïllumineerd ook. Heeft u het ge zien?" „Neen," antwoordde ik en wendde mij om in de richting die hij had aangegeven. Een onwillekeurige uitroep ontsnapte mij. Daar, een bsWe miiJ acb+^r ons. dreef een scb'oon gebouwde schoener van feeachlige bevallig heid; van den voor- tot den achtersteven ge heel geïllumineerd door fijne randen vaa eleclrisch licht* alsof hij versierd was voor een .groot feest. Hel was een schitterend schouwspel in dc toenemende duisternis vaa den avond. Wij konden Gestalten op het dek bezig zien, de zeilen werden gestreken c® snel ingerold maar dé trillende schitte ring bleef langs elke spitstoeloopende masï en spriet, zoodat het geheele vaartuig in vu rige lijnen geteekend scheen tegen de don kere lucht. Ik stond in stille verbazing en bewonde ring naar het wonderlijke sdhouwspel te kij ken met den kapitein tnaast mij, hij sprak hel eerst. „Ik weet niet wat cr van te deDken," zeid'o hij verwonderd. „Wij hoorden geen enkel geluid, dan alleen, toen hij bet anker ]iei vallen, en dat was bijna geruisohllos. Hoe hij zoo eensklaps de punt .giuds omkwam, is een. wonder! Ik stond juist op den uitkijk." „Is het niet zeer groot voor een zeilschip!" vroeg ik. „Het grootste, dat ik ooit heb gezien," ant woordde hij. „Maar hoe zeilde hij. Dat zou ik willen weten!" Hij zag er zoo verbluft uit, dat ik moesfc lachen. „Wel, ik veronderstel op de gewone wij ze," zeide lk, „met zeilen." „Dat is alles goed en well" en hij keek mij met een medelijdende blik aan, zooals men iemand 'die niets van de zeevaartkunde weel, aangiet. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1