Dinsdag 1 April 1913.
iijaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
ABONNEMENTSPRIJS:
ÜPer 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
'Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve mon liefst vóór 11 uur, familie
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendon.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.56*
Elko rogol moor O.IO,
Dionstannbiodingorj 25 ccnls by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bodrfjt bostaan zoor voordooligo bopalingof
tot het horhoald advertooron in dit Blad, bij nbonnoineni»
Euno circulaire, bovuttondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozondon.
N°
Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. „DE EEMLANDE R".
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat dc Baad dezer
gemeente in zijne openbare vergaderi ïg van deu
28. Maart 1913 heeft benoemd
tot leden van de Commissie van bijstand voor de
Financtón de heeren D. Gerritsen, N. Veis Heijn, H.
Kroes cn J. van der Wal ICzn.
Amersfoort, den 29. Maart 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretaris, De Burgemeester,
J. D. WERKMAN. VA-N RANDWUGK.
Politiek Overzicht
De wedloop in oorlogs-
toerustingen.
Wij schreven gisteren, dat bij de behande
ling van de nieuwe voordracht tot legerver-
sterking, waarvoor de Duitsche rijksdag ziah
thans geplaatst ziet, misschien de meest be^
nauwende gedachte is de vraag of hiermee
nu de grens bereikt zal zijn, waarboven men
niet zal gaan. Het legerbestuur is, wanneer
het met nieuwe eischen bij de volksvertegen
woordiging kwam, nooit karig geweest met
beloften, dat het zich zou tevreden stellen mot
wat nu gevraagd werd. Verleden jaar nog,
toen eerae niet onbelangrijke versterking werd
gevraagd, is pleöhlig verzekerd, dat hiermee
voor een aantal jaren kon worden volstaan.
En ziet. men is nauwelijks een jaar verder
en reeds komt het legerbestuur met nieuwe
eischen, die alles wat vroeger is verlangd, ver
overtreffen.
Zal het daarbij nu blijven? Als men zich
daarmee vleit, dan zal men zidh wel aan cone
illusie overgeven. Nu reeds gaan er stemmen
op, die bctoogen, dat er eigenlijk nog niet ge
noeg wordt gedaan. In eene voordracht, di»e
de gepensioneerde generaal von Blume te
Berlijn in de „Vereinigung für slaatswissen-
schaïtiche Fortbildunghield over de weer
baarheid van het Duitsche rijk in vergelijking
met dc andere groolc mogendheden, wordlt
gezegd, dal Frankrijk voor de vredessterkle
van zijn leger beslag legt op 14 per mille van
de bevolking en dit cijfer zal verhoogen tot
18.5 per mille. In Duitsehland bedraagt het
cijfer thans 9.5 per mille en na de uitvoering
van de nu voorgestelde legerversterking zal
het klimmen tot 11.5 per mille. Eigenlijk slaat
Duilsohland, bij Frankrijk vergeleken, dus
nog eene povere figuur. Omgekeerd wordt in
hel rapport van de legercommissie der Fran-
sche Kamer als motief voor het toestaan van
het aangevraagde buitengewone crediet van
420 millioen frs. ten behoeve van het leger
aangevoerd, dat Duilsohland in de laatste
tien jaren voor zijne militaire uitrusting een
milliard meer heeft uitgegeven dan Frankrijk.
Zoo gaat het telkens door. Men kijkt steeds
naar wat eon ander doet, en doet zijn best
dien te overtroeven of althans op zijde te
streven. Maar als men bedenkt, dat de ver
sterking van de toerustingen in hel eene land
altijd hetzelfde in de andere landen tot ge
volg heeft, dan is de geheele uitkomst van
dezen wedloop in krijgstoerustingen slechts
een verzwaring van de lasten, die op de be
volking drukken, niet eene andere verdeeling
der kraahten.
Zoo zal het ook ditmaal wel weer zijn. De
vraag is daarom of niet de aandacht meer
gericht moet zijn op hot verkrijgen: van goe
de interna ti otnsule betrekkingen en vain over
eenkomsten, die ten doel hebben maat te hou
den in de tioerustiingen, dan op eene ver
meerdering tot in 't oneindige van de mili
taire kracht. Dig vraag is reeds meermalen
*üo berde gekomen; ook in de regecningpka-
biiiellcjn en in dc wetgevende vergaderingen
iis zij wel besproken. Nog in de vorige week
heeft de Ënigelsohe minister van marine bij
de iindiontiing van zijne begrooting voor het
dienstjaar 1913/14, die natuurlijk w.cer een
hooger emdcijjfer aanwees, aangeduid, dat cr
wel* een weg zooi zijtni te vinden voor de vol
ken der wereld om de slavernij, die zij zich
opleggen, te verzacht" Hij opperde het
denkbeeld om gedurende een jaar den aan
bouw van nieuwe oenheden der oorlogsvloot
le* siaken. Hij deed ddt voorstel speciaal met
het oog op Duitsehland, maar voegde daar
aan toie, dat ais oene dergelijke schikking,
met hot doei ijdele verspilling te vermijden,
een nibgebreideren, internationalen omvang
kreeg, dat nog meer eene oorzaak van inter
national c blijdschap zou zijn-
Helaas, hot ziel er niet na-ar ufit, dat wij
van die internationale blijdschap vooreerst
igotuigo zullen zijn. De ontvangst, die het
voorstel van minister Winston Ghuirehil ge
vonden hooft, is zoo slecht mogelijk.' De
Nordd. Allg. Zoitung, het orgaan van de
regeering tot wie de untooodiging is gericht,
bewaart er een volstrekt zwijgen over, wal
in dit geval welsprekender is dan sproken
Elders spreekt men er over, maar om er den
staf over te breken. Zoo schrijft hkit Journal
des Débats: ,,De opwekking van den heer
Winston Churchill moet eene doode letter
blijven; zij: strijdt tegen do n-aituiur der din
gen". De None F-reio Presse schrijft: *,Eene
opwekking, die niet praktisch is uit te voe'
ren, blijft een doelloos geneesmiddel".
Maar met dat al blijft de benauwende vraag
best-aam Zal ooit de grens bereikt worden
voor de geldverslindende oorlogstoerust in
een?
l>e Balkan-oorlog.
Konstiai'ii'linopel, 31- Maart Het
volgende bulletin van het oorlogstoon eel is
bekend gemaakt: De vijandelijke troepen, die
veigens het oificieele bulletin van gisteren
verjaagd waren uit het voor onze versterkte
stellingen ten westen van Bujjuk Tsjek-
medje gelegen tieirein, werden levendig ver
volgd door een deel van onze strijdmacht.
Gedurende de vervolging vonden onze troe
pen, op het terrein marcheereiuLe in de rich
ting va-n/ Jalos en Kesgelkikkeui, de lijken van
meer dan 1000 vijanden. Zij ontmoetten aan
zienlijke vijandelijke strijdkrachten, die zich
hadden geposteerd op de liooglxkv ten noor
den van Ja-los en ten zuiden van het dal van
Tsjakilkeui Onze Iroopen maakten halt in
drie plaatsten. Onze infanterie vernielde vol
komen eene gedemaskeerde vijandelijke bat
terij, die geplaatst was ten westen van Tala-
siakeud.
Belgrado, 31 Maart. De Koning van
Servië heeft een telegram ontvangen van Ko
ning Ferdinand, waarin hem warme dank
betuigd wordt voor de broederlijke hulp, die
aan het Bulgaarsche leger verleend is door
het Servische leger bij de inneming van
Adri inopeL
De Koning van Servië heeft talrijke tele
grammen ontvangen uit de groote sleden van
Rusland, afkomstig van gemeentebesturen en
van verschillende corpora tien, om hem ge
luk te wenschen inet de moedige houding
van het Servische leger bij de inneming van
Adrianopel.
Do commandant van de Bulgaarsche bezet
ting van Saloniki, generaal Hassaptsjew,
heeft aan den correspondent aldaar van de
Secoio verklaard, dat de val van Adrianopel
eene volslagen verandering brengt in den po
litieleen en militairen toestand. Het leger,
dat voor Adrianopel vrij geworden is, met
200 stukken geschut, kan nu naar Tsjataldja
gezonden worden om den intocht in Kon-
«tantinopel af te dwingen. Hot Bulgaarsche
volk verlangt dezen intocht en althans eene
tijdelijke bezetting van Konstantinopel, al
weet het zeer goed, dat Europa aan de Bul
garen het duurzame bezit van de slad niet
zal toestaan.
Uit Sofia wordt aan dc Vossischc Ztg be
richt, dat het eerste authentieke bericht uit
Adrianopel inhoudt,, dat de bezetting vol
doende van levensmiddelen voorzien was. Bij
•de overgave werden nog 2000 zakken meel
gevonden. Uit de voorraden van de bezetting
werd nog veelvuldig de burgerlijke bevolking
ondersteund. Ieder man kreeg don moesten
tijd ruim toegemeten rations kaas en brood,
verder visch, vleescli en conserven. Eerst in
do laatste weken werden de rations uit
spaarzaamheid kariger bedeeld. Onder dc be
zetting heerschten geene epidemieën, slechts
do gewone ziekten. Onder -de burgerlijke
bevolking kwamen enkele gevallen van ty
phus en buikloop voor. Gedurende den gan-
schen tijd van het beleg heerschte onder de
bezetting en de bevolking kalmte en vertrou
wen. Men hield dc vesting voor onneem
baar.
Door het bombardement werden slechts
enkele particuliere huizen cn ccne klei
ne moskee vernield en omstreeks 60 burgers
gedood. Dc Sultan Seilm-nioskce is slechts
aan het ingangsportaal licht beschadigd.
Eerst het algemeene bombardement en do
algemeene bestorming hebben het zelfver
trouwen van -de bezetting geschokt. De on
stuimige aanval op de oostelijke forten bij
Amantkeui, die bij duisternis en mist met
verrassenden nadruk ondernomnc werd oefen
de op allen een verschrikkelijken invloed uit,
die door de weeklachten van de bevolking
nog versterkt werd. Toen ook een deel van
de bemannnig het hoof d'kwijt raakte, snel
de Sjukri Pacha zelf van hel eene fort naar
het andere om aan de soldaten moed in te
spreken. Den 26en, bij het aanbreken van den
dag, drongen de Bulgaren de versterkingen
van Amankeui binnen en velden alles neer
tot op den laatsten man, zoodat de grachten
met lijken gevuld waren. Dit brak het verzet1
van Sjukri, die tot dien tijd zijne volle koel
bloedigheid had bewaard. Hij beval alle
kruildcpóts en militaire gebouwen in de lucht
te laten vliegen,, seinde naar Konstaintinopel,
dat de vesting zich niet langer slaande kon
houden en liet daarna het toestel voor draad-
looze telegrafie vernielen. Toen in den voor
middag het 23e Bulgaarsche regiment in de
stad binnendrong liet Sjukri Pacha de witte
vlag uitsteken en beval het vuur te staken.
In den namiddag gaf Sjukri zich daarop over
aan generaal Iwanow.
Alleen in de vestingwerken van den noor
delijken sector, waar do Turken het langst
tegenstand boden, moot het hun gelukt zijn
al het vestinggeschut onbruikbaar tc maken.
In den Oostelijken seclor moesten zij dc ka
nonnen voor een deel in den steek laten; voor
een ander deel werden zij overmand, zoodat
de meeste kanonnen bruikbaar zijn.
Sjukri Pacha houdt in Sofia verblijf in een
hotel; op zijn verlangen is zijn mede-gevan
gene Jawer Pacha, die reeds eenige maan
den daar vertoeft, in hetzelfde hotel gelo
geerd. Van alle kanten wordt hem groote eer
bewezen. Hij is een gedrongen gestalte en
heeft een gebruind gelaat, van een witten
baard 'omgeven, met levendige oogen, dia
energie uitdrukken; zijne houding is rustig
en waardig.
Weenen, 31 Maart. De bladen melden,
dat do Mointencgrijnen opnieuw Skutari bom
bardeerden en dat de Koning van Montenegro
tegen heden den algemeenen aanval op deze
vesting heelt bevolen. Waarschijnlijk zullen
de mogendheden nu dwangmaatregelen ne
men. Een Engelscli eskader is van Korfde naar
bel Noorden vertrokken.
P ar ij s, 31 Maart. Het Journal des Dé-
bats heelt uit Weenen bericht ontvangen, dat
do kapiteins van twee handelsvaartuigen ver
zekeren, dat het bombardement van Skutari
sedert Zaterdag is herval.
Cettinje, 31 Maart. Gisteren gedu
rende den geheclen nacht en heden morgen
werd hier kanonvuur gehoord. 'en zegt, dat
de Turken de Montenegrijnschc stellingen aan
do zijde van larrabosch hebben aangevallen.
De Moiïtcnegrijncn antwoordden met een
krachtig artillerievuur.
P <a r ij s, 3 1 M a a r t. Havas maakt: die vol
gende nota. bekend; Wij meonen tla weten,
ill slirijd met het in het buibenlaaid loopendc
gemaht, dat hot niot juist is, dat de Fnansdlie
regeering besioben hoeft deel te nemen aan
de vlooldemonstratie tegen. Montenegro. Aaai
den -anderen kant blijkt udt inlichtingen, diie
uül golede bron zijn geput, dab zeer waar
schijnlijk Engeland, dat geheel accoord gaat
met Frankrijk in de Balk an zaken, ook geen
deel zal nemen aan de demonstratie.
Belgrado, 31 Maart. De reservisten
van den derden ban van acht regimenten in
fanterie zijn naar huis gezonden; de overige
reservisben van denzelfden ban zullen naar
huis gaan, als de rccrulen, die den 7en April
opkomen, geoefend zullen zijn.
Konstan-tinopel. 31 Maart. Behou
dens onvoorziene gebeurtenissen, zullen de
ambassadeurs heden namiddag den minister
van buitenlandsche zaken eene nota overhan
digen, die dc volgende wijzigingen bevat in
de zes reeds bekende punten: Bepaling van
de grenslijn volgens eene rechte lijn, loopen-
de van Midia naar Enos; verwerping van elke
schadevergoeding; toewijzing aan de bondge-
nooten van een evenredig deel van de Turk-
sche schuld.
Men gelooft, dat eene gelijkluidende nota
aan de bondgenooten zal worden overhan
digd.
Tweede telegram. Markies Pallavfc
cini, vergezeld van de aindere ambassadeur^
gaf heden aan den minister van buitcnlan<ft
sche zaken eene nota van de mogendheden
over. Overeenkomstig de gegeven aanwijzin
gen, verlangt de nota, dat de vijandelijkheden
zullen worden geslaakt, te rekenen van df
aanneming van den vrede.
S o f a si, 31 M u a r t. Het antwoord vam
do boudigonootieui op de voorstellen van dA
mogendheden zal waarschijnlijk morgen
overhandigd worden.
KonsUntinopel, 3 1 M a a rt. In
de officieclc kringen van de Portfc wordt nu
openlijk verklaard, dat men geloofl, dal de
vrede spoedig gesloten zal worden. Dezelfde
overtuiging heersoht in de diplomatiek*
kringen.
Over dc stemming in Konstan linope)
wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dal
slechts als de vredesonderhandelingen zon
der resultaat niochlcn afloopen, cr moet ge
rekend worden met dc mogelijkheid van een
Bulgaarschon aanval op de Tsjataldja-linic.
De Bu'lgaren kunnen dan hunne bij Adria
nopel vrij wordende belegvrihgsntrlillcrie le
gen de linie in hel vuur brengen. De meening
is editor algemeen, dat het tot den vrede zal
komon als Bulgarije geen nieuwe eischen
stelt De inneming van Adrianopel wordt
hier minder onder het gezichtspunt van
nieuwe Bulgaarsche aanspraken dan oaider
dat van het Bulgaarsche prestige bij de Bal-
kanstaten booordsM-ld. Dit tc bewaren, inzon
derheid na de verovering van Janina doox
de Grieken, was reeds met hel oog op den
verdeelin^js coefficient tusschen do Balkan*
staten eene besliste noodzakelijkheid.
De grootvizier, dc minister van binnenland-
sche zaken, de plaatselijke commandant en
de directeur van politie hebben aanhoudende
conferenliën. De regeer in g neemt blijkbaar
uitgebreide voorzorgsmaatregelen om in hel
geval van het sluiten van den vrede niet tc
worden overrompeld
Konstan tinopel, 3 1 Maart. Daar
nu ook de vertegenwoordiger van Oostenrijk
instruction heeft ontvangen, zullen de am
bassadeurs heden bij de Porto een stap doen
om kennis tc geven van de door de mogend
heden vastgestelde vredesvoorwaarden, zoo
als zij laatstelijk gewijzigd zijn ten aanzien
van de Bu 1 gaarsch-Turkschc grens.
L o ïi d e n, 3 1 Maart. De ambassadeur»
der groote mogendheden hadden heden na»
middag in het Foreign Office eene bijeen*
komst met Sir Edward Grey. Dc Russische
ambassadeur, die de vorige r-ial ongesteld
was, woonde nu dc bijeenkomst bij.
De Grieksche gezant en dc Grlck9clï»
vre-desgedelegecrde bezochten lieden het Fo*
reign Office.
Tweede telegram. Reuter verneem^
dat de conferentie van ambassadeurs hedeb
namiddag om vier uur bijeenkwam cn ziek
om zes uur verdaagde tot Woensdag.
Het antwoord van de Londgcnootcn op dr*
voorstellen van de mogendheden is ondeiv
weg. Alle mogendheden keurden eene vloot»
demonstratie goed, maar hot kan zijn, dal
niet allen er aan deelnemen.
Er is nog geen antwoord van Montenegro
ontvangen.
Een Roman van Liefde,
23 DOOR
MARIE CORELLL
„•Ik m-oet in tegenwoordigheid van u, da
mes, mijn verontschuldiging maken voor de
wat weifelende manier, waarop ik mijn vroe-
geren academievriend heb ontvangen. Hij is
Rafel Santoris ik bad dat moeten weten,
er is er maar een van zijn typel Maar het
vreemde is, dat hij -nagenoeg zoo oud als ik
moest zijn en to oh is hij het op de een
of andere wijze niet!"
'Bk lachte. Het zou moeielljk zijn geweest
niet te lachen, want alleen bet idee de twee
mannen, Santoris in zulk een prachtige jeugd
en 'Morton Harland in zijn gebogen, mageren
en uitgedroogden toestandl te vergelijken,
Was gewoon belachelijk. Zelfs Catherine .glim
lachte een izwak, schroomvallig lachje.
„Ik denk, dat u spoediger oud zijt gewor
den. vader," zeide zij. JMSsschien heeft de
heer Santoris niet onder zulke drukkende
omstandigheden geleefd."
Saintoris, die bij de tafel stond onder het
yolle lacht van de eleolrische lamp, keek
haar met welwillende belangstcling aan.
,jMoeielijk of niet, ik leef elk o ogenblik van
ntijn dagen ten volle, juffrouw 'Harland."
reide hij, „ik Verslaap noch <lood het ik
leef het! Deze dame," hij richtte zijn blik op
BtiL „zdet er uit alsof zij hetzelfde doctf"
„Dat doet zij!" zeide de lieer Jiarland, snel
en met nadruk. „Dat is zeer waar! Gij zijt
altijd een goed karakterkenner geweest, San
toris! Ik geloof, dat ilk u niet goed aan onze
kleine vriendin heb voorgesteld," hij stelde
mij nu 'bij mijn naam voor en ik stak mijn
hand uit. Santoris nam die in de zijne met
een lichten warmen handdruk, en liet ze
weer zacht los, terwijl hij hoog. „Ik ,noem
baar onze kleine vriendin, omdat zij zulk
een sfeer van vreugde brengt, overal waar zij
zich bevindt. Wij hebben haar overgehaald
dezen zomer met ons mede te gaan omdat
wij geneigd zijn tot neerslachtigheid en zij
altijd opgewekt is gij ziet, «dat het voor
deel «geheel aan onze zijde is! Vreemd genoeg
sprak ik gisterenavond juist over u, den-
zenfden avond dat gij achter ons kwaamt van
Muil. Dat was een vrij zonderlinge samen
loop van omstandrigheden als men er over
denkt!"
„In het geheel uiet zonderling," zeide San
toris, „maar zeer natuurlijk. Wanneer zult
gij Toch 'beseffen, dat er niet zoo iets beslaat
als „samenloop van omstandigheden," maar
alleen een zeer nauwkeurig, systeem van wis
kunde?"
De heer Harland maakte een lichte onge-
loovige beweging. „Weer uw theorieën,"
zeide hij. „Gij houidt <u daar nog steeds aan:
Maar onze kleine vriendin zal het waar
schijnlijk (met u eens zijn, toen ik over u sprak
met hlaar, zeide ik haar, dat zij zoo wat de-
®elfdte denkbeelden had als u. Zij is een
soort „zielkundige" wat dat ook moge be-
teekenen!"
„Weet u bet niet?" vroeg Santoris met een
ernstagen lach. „Het is gemakkelijk te gissen,
alleen maar door naar haar te kijken 1"
Mijn wangen werden warm, en mijn oogen
sloeg ik neer, onder zijn vasten 'blik. Ik vroeg
mij af of de heer Harland-of Catherine zouden
opmerken, dat hij in zijn knoopsgat een
lalde van dezelfde rose 'dopheide droeg als
'dat. wat dien avond mijn -eenige sieraad was.
Toen het ijs was gebroken, gingen wij ron
dom de tafel in hel salon zitten, terwijl de
hofmeester wijn en aindere verversch.in.gen
bracht om onzen gast aan te bioden. De on
rust en verlegenheid van den heer Harland
scheen geweken en hij igaf zich over aan het
genoegen dc kennis te hernieuwen met
iemand, die hem had gekend toen hij een jon
geman was. Zij begonnen te spreken over
hun dagen aan de academie, over de mannen,
die zij heiden hadden gekend, van wie en
kelen dood waren, anderen zich buitenslands
hadden gevestigd en enkelen uit het oog wa
ren verloren, in het verre verschiet van het
onzekere lot. Catherine nam heel weinig
deel aan het gesprek, maar zij luisterde aan
dachtig haar fletse oogen waren voor een
keertje opgeruimd en zij sloeg het gelaat van'
Santoris gade, zoo als men een levend schiP
derij waarneemt. Dr. Brayle en de heer Swin
ton, die rookende op het <dek waren blijven)
heen en weer loopen, bleven bij de deur van)
de kajuit staan. De heer Harland wenkte hen.
„Kom binnen, kom binnen!" zeide hij. „San-*
toris, dit is mijn geneesheer, dr. Brayle die
op zich heeft genomen gedurende dit uitstapje
voor mij te zorgen." Santoris boog. „En dit ia
mijn secretaris, de heer Swinton, dien ikj
zooeven naar uw jacht heb gezonden." Weei)
boog Santoris. Zijn lichte ofschoon volkomenj
beleefde groet, was in sterke tegenstelling meti
den achteloozen modernen knik of ruk metj
het hoofd, waarmede de andere mannen, hun(
voorstelling aan hem beantwoordden. .TIijl
was bang voor zijn Üeven -toen hij naar uj
toeging," vervolgde de heer Harland laohenJ
de, „hij meende, dat u een illusie zoudt loun-j
ncn zijn, of misschien wel de duivel zelf nvetj
die vurige zeilen." De lieer Swinton keek(
schaapachtig. Saintoris lachte. De heer
HarlaiTcl vervolgde: jDeae scflioone
droomster van droomen:" hier wees hij naad
mij, „is de eenige van ons die noch verbazing
noch vrees heeft getoond bij het zien van u\\^
schip of over de mogelijke kennismaking meH
u, ofschoon er een klein voorval in verband]
staat met den aardigen kleinen, ruiker dop-]
heide dien zij draagt wat! u draagt de-^
zelfde bloem!"
Er heerschte een oogenblik stilte. Iedereen
keek verbaasd. Het bloed brandde in mijn]
aderen ik voelde dat mijn gezicht vuur-i
rood werd, toch wist ik niet waarom ik ver-]
legen zou zijn of geen woorden kon vinden.)
Santoris kwam mij te hulp. „Daar is niets;
opmerkelijks in, is het wel?" vroeg hij luch-{
tig. „Dopheide is zeer algemeen in dit deel]
van de wereld. Ik zou niet graag beproeven)
de toeristen te tellen, die ik den laalsten tijd
heb gezien en die ze droegen!"
„Maar gij weet niet, wat ei* juist aan dezej
in het bijzonder is verbonden-" hield de heer
Harland vol. „Het ruikertje werd aan onze]
kleine vriendin gegeven door een ruwen Hoog-
landschen jongen, waarschijnlijk een inwoner
van Muil, den ochtend nadat zij uw jacht
voor het eerst had gezien, en hij vertelde;
haar, dat hij den vorigen a-Vond al de dop-<
heide die hij had 'kunnen vinden aan u had
gebracht! U ziet nu zeker het verband?"
Santoris schudde het hoofd.
„Ik vrees van neen!" zei hij glimlachend)
„Heeft de ruwe Hooglandsche jongen mijn
naam genoemd?"
„Neen ik geloof, dat hij u, de „mijnhee^
aan wie het jacht behoort," noemde."
„Welnu!" vSantoris ladhle. „Daar zijn zoo*
veel (heeren d'ie jaohlen bezitten! Hel kaïn
zijn, dat li ij in, de war ds geraakt met zijn
klanten. In elk geval ben ik blij iets gemeeh
fce hebben met uw vriendin ia'l Is liet slecht*
een ruikertje hei!"
„Haar „ruikertje" gedraagt zioh heel
vreemd," zeide Catherine; „het verdort ia
in het geheel niet."
Santoris antwoordde hier niet op. Het waf
alsof hij bet niet 'had verstaan of het nief
wilde verslaan. Hij veranderde het gespreli
zeer tot mijn genoegen en het overige van
den tijd, dien hij hij ons- doorbracht vermeed
hij met mij te spreken, ofschoon ik eens ol
twee maal merkte dat hij zijn oogen vast o|>
mij richtte. Het gesprek ging vluchtig oves
verschillende onderworpen, ik schoog waf
terzijde en naan een stoel bij het venstef»
waar ik kon zien hoe de strr«en der moatl
een glinstering als van staal,' over de still»
\v-ateren vatn Looh Scavadg wierpen, en tege
lijkertijd ailles kon hooren, wat er gezegd
werd, zonder dat ik er deel aan nam. Ik ver
langde niet naar spreken de verheffend»
vreugde van inijn ziel was te intens-, om iet»
anders dan stilte te verlangen. Ik kon. niet
zeggen waarom ik zoo gelukkig was ik
wist alleen door inwendig instinct dat zeker
punt in mijn leven bereikt was, waamüaa'
ik veel langer (had gestreefd dan ik anijzatf
bewust was.
Wordt vervolgd*