Dinsdag 1 April 1913. iijaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. ABONNEMENTSPRIJS: ÜPer 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. 'Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve mon liefst vóór 11 uur, familie advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendon. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.56* Elko rogol moor O.IO, Dionstannbiodingorj 25 ccnls by vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bodrfjt bostaan zoor voordooligo bopalingof tot het horhoald advertooron in dit Blad, bij nbonnoineni» Euno circulaire, bovuttondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toogozondon. N° Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. „DE EEMLANDE R". Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat dc Baad dezer gemeente in zijne openbare vergaderi ïg van deu 28. Maart 1913 heeft benoemd tot leden van de Commissie van bijstand voor de Financtón de heeren D. Gerritsen, N. Veis Heijn, H. Kroes cn J. van der Wal ICzn. Amersfoort, den 29. Maart 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Secretaris, De Burgemeester, J. D. WERKMAN. VA-N RANDWUGK. Politiek Overzicht De wedloop in oorlogs- toerustingen. Wij schreven gisteren, dat bij de behande ling van de nieuwe voordracht tot legerver- sterking, waarvoor de Duitsche rijksdag ziah thans geplaatst ziet, misschien de meest be^ nauwende gedachte is de vraag of hiermee nu de grens bereikt zal zijn, waarboven men niet zal gaan. Het legerbestuur is, wanneer het met nieuwe eischen bij de volksvertegen woordiging kwam, nooit karig geweest met beloften, dat het zich zou tevreden stellen mot wat nu gevraagd werd. Verleden jaar nog, toen eerae niet onbelangrijke versterking werd gevraagd, is pleöhlig verzekerd, dat hiermee voor een aantal jaren kon worden volstaan. En ziet. men is nauwelijks een jaar verder en reeds komt het legerbestuur met nieuwe eischen, die alles wat vroeger is verlangd, ver overtreffen. Zal het daarbij nu blijven? Als men zich daarmee vleit, dan zal men zidh wel aan cone illusie overgeven. Nu reeds gaan er stemmen op, die bctoogen, dat er eigenlijk nog niet ge noeg wordt gedaan. In eene voordracht, di»e de gepensioneerde generaal von Blume te Berlijn in de „Vereinigung für slaatswissen- schaïtiche Fortbildunghield over de weer baarheid van het Duitsche rijk in vergelijking met dc andere groolc mogendheden, wordlt gezegd, dal Frankrijk voor de vredessterkle van zijn leger beslag legt op 14 per mille van de bevolking en dit cijfer zal verhoogen tot 18.5 per mille. In Duitsehland bedraagt het cijfer thans 9.5 per mille en na de uitvoering van de nu voorgestelde legerversterking zal het klimmen tot 11.5 per mille. Eigenlijk slaat Duilsohland, bij Frankrijk vergeleken, dus nog eene povere figuur. Omgekeerd wordt in hel rapport van de legercommissie der Fran- sche Kamer als motief voor het toestaan van het aangevraagde buitengewone crediet van 420 millioen frs. ten behoeve van het leger aangevoerd, dat Duilsohland in de laatste tien jaren voor zijne militaire uitrusting een milliard meer heeft uitgegeven dan Frankrijk. Zoo gaat het telkens door. Men kijkt steeds naar wat eon ander doet, en doet zijn best dien te overtroeven of althans op zijde te streven. Maar als men bedenkt, dat de ver sterking van de toerustingen in hel eene land altijd hetzelfde in de andere landen tot ge volg heeft, dan is de geheele uitkomst van dezen wedloop in krijgstoerustingen slechts een verzwaring van de lasten, die op de be volking drukken, niet eene andere verdeeling der kraahten. Zoo zal het ook ditmaal wel weer zijn. De vraag is daarom of niet de aandacht meer gericht moet zijn op hot verkrijgen: van goe de interna ti otnsule betrekkingen en vain over eenkomsten, die ten doel hebben maat te hou den in de tioerustiingen, dan op eene ver meerdering tot in 't oneindige van de mili taire kracht. Dig vraag is reeds meermalen *üo berde gekomen; ook in de regecningpka- biiiellcjn en in dc wetgevende vergaderingen iis zij wel besproken. Nog in de vorige week heeft de Ënigelsohe minister van marine bij de iindiontiing van zijne begrooting voor het dienstjaar 1913/14, die natuurlijk w.cer een hooger emdcijjfer aanwees, aangeduid, dat cr wel* een weg zooi zijtni te vinden voor de vol ken der wereld om de slavernij, die zij zich opleggen, te verzacht" Hij opperde het denkbeeld om gedurende een jaar den aan bouw van nieuwe oenheden der oorlogsvloot le* siaken. Hij deed ddt voorstel speciaal met het oog op Duitsehland, maar voegde daar aan toie, dat ais oene dergelijke schikking, met hot doei ijdele verspilling te vermijden, een nibgebreideren, internationalen omvang kreeg, dat nog meer eene oorzaak van inter national c blijdschap zou zijn- Helaas, hot ziel er niet na-ar ufit, dat wij van die internationale blijdschap vooreerst igotuigo zullen zijn. De ontvangst, die het voorstel van minister Winston Ghuirehil ge vonden hooft, is zoo slecht mogelijk.' De Nordd. Allg. Zoitung, het orgaan van de regeering tot wie de untooodiging is gericht, bewaart er een volstrekt zwijgen over, wal in dit geval welsprekender is dan sproken Elders spreekt men er over, maar om er den staf over te breken. Zoo schrijft hkit Journal des Débats: ,,De opwekking van den heer Winston Churchill moet eene doode letter blijven; zij: strijdt tegen do n-aituiur der din gen". De None F-reio Presse schrijft: *,Eene opwekking, die niet praktisch is uit te voe' ren, blijft een doelloos geneesmiddel". Maar met dat al blijft de benauwende vraag best-aam Zal ooit de grens bereikt worden voor de geldverslindende oorlogstoerust in een? l>e Balkan-oorlog. Konstiai'ii'linopel, 31- Maart Het volgende bulletin van het oorlogstoon eel is bekend gemaakt: De vijandelijke troepen, die veigens het oificieele bulletin van gisteren verjaagd waren uit het voor onze versterkte stellingen ten westen van Bujjuk Tsjek- medje gelegen tieirein, werden levendig ver volgd door een deel van onze strijdmacht. Gedurende de vervolging vonden onze troe pen, op het terrein marcheereiuLe in de rich ting va-n/ Jalos en Kesgelkikkeui, de lijken van meer dan 1000 vijanden. Zij ontmoetten aan zienlijke vijandelijke strijdkrachten, die zich hadden geposteerd op de liooglxkv ten noor den van Ja-los en ten zuiden van het dal van Tsjakilkeui Onze Iroopen maakten halt in drie plaatsten. Onze infanterie vernielde vol komen eene gedemaskeerde vijandelijke bat terij, die geplaatst was ten westen van Tala- siakeud. Belgrado, 31 Maart. De Koning van Servië heeft een telegram ontvangen van Ko ning Ferdinand, waarin hem warme dank betuigd wordt voor de broederlijke hulp, die aan het Bulgaarsche leger verleend is door het Servische leger bij de inneming van Adri inopeL De Koning van Servië heeft talrijke tele grammen ontvangen uit de groote sleden van Rusland, afkomstig van gemeentebesturen en van verschillende corpora tien, om hem ge luk te wenschen inet de moedige houding van het Servische leger bij de inneming van Adrianopel. Do commandant van de Bulgaarsche bezet ting van Saloniki, generaal Hassaptsjew, heeft aan den correspondent aldaar van de Secoio verklaard, dat de val van Adrianopel eene volslagen verandering brengt in den po litieleen en militairen toestand. Het leger, dat voor Adrianopel vrij geworden is, met 200 stukken geschut, kan nu naar Tsjataldja gezonden worden om den intocht in Kon- «tantinopel af te dwingen. Hot Bulgaarsche volk verlangt dezen intocht en althans eene tijdelijke bezetting van Konstantinopel, al weet het zeer goed, dat Europa aan de Bul garen het duurzame bezit van de slad niet zal toestaan. Uit Sofia wordt aan dc Vossischc Ztg be richt, dat het eerste authentieke bericht uit Adrianopel inhoudt,, dat de bezetting vol doende van levensmiddelen voorzien was. Bij •de overgave werden nog 2000 zakken meel gevonden. Uit de voorraden van de bezetting werd nog veelvuldig de burgerlijke bevolking ondersteund. Ieder man kreeg don moesten tijd ruim toegemeten rations kaas en brood, verder visch, vleescli en conserven. Eerst in do laatste weken werden de rations uit spaarzaamheid kariger bedeeld. Onder dc be zetting heerschten geene epidemieën, slechts do gewone ziekten. Onder -de burgerlijke bevolking kwamen enkele gevallen van ty phus en buikloop voor. Gedurende den gan- schen tijd van het beleg heerschte onder de bezetting en de bevolking kalmte en vertrou wen. Men hield dc vesting voor onneem baar. Door het bombardement werden slechts enkele particuliere huizen cn ccne klei ne moskee vernield en omstreeks 60 burgers gedood. Dc Sultan Seilm-nioskce is slechts aan het ingangsportaal licht beschadigd. Eerst het algemeene bombardement en do algemeene bestorming hebben het zelfver trouwen van -de bezetting geschokt. De on stuimige aanval op de oostelijke forten bij Amantkeui, die bij duisternis en mist met verrassenden nadruk ondernomnc werd oefen de op allen een verschrikkelijken invloed uit, die door de weeklachten van de bevolking nog versterkt werd. Toen ook een deel van de bemannnig het hoof d'kwijt raakte, snel de Sjukri Pacha zelf van hel eene fort naar het andere om aan de soldaten moed in te spreken. Den 26en, bij het aanbreken van den dag, drongen de Bulgaren de versterkingen van Amankeui binnen en velden alles neer tot op den laatsten man, zoodat de grachten met lijken gevuld waren. Dit brak het verzet1 van Sjukri, die tot dien tijd zijne volle koel bloedigheid had bewaard. Hij beval alle kruildcpóts en militaire gebouwen in de lucht te laten vliegen,, seinde naar Konstaintinopel, dat de vesting zich niet langer slaande kon houden en liet daarna het toestel voor draad- looze telegrafie vernielen. Toen in den voor middag het 23e Bulgaarsche regiment in de stad binnendrong liet Sjukri Pacha de witte vlag uitsteken en beval het vuur te staken. In den namiddag gaf Sjukri zich daarop over aan generaal Iwanow. Alleen in de vestingwerken van den noor delijken sector, waar do Turken het langst tegenstand boden, moot het hun gelukt zijn al het vestinggeschut onbruikbaar tc maken. In den Oostelijken seclor moesten zij dc ka nonnen voor een deel in den steek laten; voor een ander deel werden zij overmand, zoodat de meeste kanonnen bruikbaar zijn. Sjukri Pacha houdt in Sofia verblijf in een hotel; op zijn verlangen is zijn mede-gevan gene Jawer Pacha, die reeds eenige maan den daar vertoeft, in hetzelfde hotel gelo geerd. Van alle kanten wordt hem groote eer bewezen. Hij is een gedrongen gestalte en heeft een gebruind gelaat, van een witten baard 'omgeven, met levendige oogen, dia energie uitdrukken; zijne houding is rustig en waardig. Weenen, 31 Maart. De bladen melden, dat do Mointencgrijnen opnieuw Skutari bom bardeerden en dat de Koning van Montenegro tegen heden den algemeenen aanval op deze vesting heelt bevolen. Waarschijnlijk zullen de mogendheden nu dwangmaatregelen ne men. Een Engelscli eskader is van Korfde naar bel Noorden vertrokken. P ar ij s, 31 Maart. Het Journal des Dé- bats heelt uit Weenen bericht ontvangen, dat do kapiteins van twee handelsvaartuigen ver zekeren, dat het bombardement van Skutari sedert Zaterdag is herval. Cettinje, 31 Maart. Gisteren gedu rende den geheclen nacht en heden morgen werd hier kanonvuur gehoord. 'en zegt, dat de Turken de Montenegrijnschc stellingen aan do zijde van larrabosch hebben aangevallen. De Moiïtcnegrijncn antwoordden met een krachtig artillerievuur. P <a r ij s, 3 1 M a a r t. Havas maakt: die vol gende nota. bekend; Wij meonen tla weten, ill slirijd met het in het buibenlaaid loopendc gemaht, dat hot niot juist is, dat de Fnansdlie regeering besioben hoeft deel te nemen aan de vlooldemonstratie tegen. Montenegro. Aaai den -anderen kant blijkt udt inlichtingen, diie uül golede bron zijn geput, dab zeer waar schijnlijk Engeland, dat geheel accoord gaat met Frankrijk in de Balk an zaken, ook geen deel zal nemen aan de demonstratie. Belgrado, 31 Maart. De reservisten van den derden ban van acht regimenten in fanterie zijn naar huis gezonden; de overige reservisben van denzelfden ban zullen naar huis gaan, als de rccrulen, die den 7en April opkomen, geoefend zullen zijn. Konstan-tinopel. 31 Maart. Behou dens onvoorziene gebeurtenissen, zullen de ambassadeurs heden namiddag den minister van buitenlandsche zaken eene nota overhan digen, die dc volgende wijzigingen bevat in de zes reeds bekende punten: Bepaling van de grenslijn volgens eene rechte lijn, loopen- de van Midia naar Enos; verwerping van elke schadevergoeding; toewijzing aan de bondge- nooten van een evenredig deel van de Turk- sche schuld. Men gelooft, dat eene gelijkluidende nota aan de bondgenooten zal worden overhan digd. Tweede telegram. Markies Pallavfc cini, vergezeld van de aindere ambassadeur^ gaf heden aan den minister van buitcnlan<ft sche zaken eene nota van de mogendheden over. Overeenkomstig de gegeven aanwijzin gen, verlangt de nota, dat de vijandelijkheden zullen worden geslaakt, te rekenen van df aanneming van den vrede. S o f a si, 31 M u a r t. Het antwoord vam do boudigonootieui op de voorstellen van dA mogendheden zal waarschijnlijk morgen overhandigd worden. KonsUntinopel, 3 1 M a a rt. In de officieclc kringen van de Portfc wordt nu openlijk verklaard, dat men geloofl, dal de vrede spoedig gesloten zal worden. Dezelfde overtuiging heersoht in de diplomatiek* kringen. Over dc stemming in Konstan linope) wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dal slechts als de vredesonderhandelingen zon der resultaat niochlcn afloopen, cr moet ge rekend worden met dc mogelijkheid van een Bulgaarschon aanval op de Tsjataldja-linic. De Bu'lgaren kunnen dan hunne bij Adria nopel vrij wordende belegvrihgsntrlillcrie le gen de linie in hel vuur brengen. De meening is editor algemeen, dat het tot den vrede zal komon als Bulgarije geen nieuwe eischen stelt De inneming van Adrianopel wordt hier minder onder het gezichtspunt van nieuwe Bulgaarsche aanspraken dan oaider dat van het Bulgaarsche prestige bij de Bal- kanstaten booordsM-ld. Dit tc bewaren, inzon derheid na de verovering van Janina doox de Grieken, was reeds met hel oog op den verdeelin^js coefficient tusschen do Balkan* staten eene besliste noodzakelijkheid. De grootvizier, dc minister van binnenland- sche zaken, de plaatselijke commandant en de directeur van politie hebben aanhoudende conferenliën. De regeer in g neemt blijkbaar uitgebreide voorzorgsmaatregelen om in hel geval van het sluiten van den vrede niet tc worden overrompeld Konstan tinopel, 3 1 Maart. Daar nu ook de vertegenwoordiger van Oostenrijk instruction heeft ontvangen, zullen de am bassadeurs heden bij de Porto een stap doen om kennis tc geven van de door de mogend heden vastgestelde vredesvoorwaarden, zoo als zij laatstelijk gewijzigd zijn ten aanzien van de Bu 1 gaarsch-Turkschc grens. L o ïi d e n, 3 1 Maart. De ambassadeur» der groote mogendheden hadden heden na» middag in het Foreign Office eene bijeen* komst met Sir Edward Grey. Dc Russische ambassadeur, die de vorige r-ial ongesteld was, woonde nu dc bijeenkomst bij. De Grieksche gezant en dc Grlck9clï» vre-desgedelegecrde bezochten lieden het Fo* reign Office. Tweede telegram. Reuter verneem^ dat de conferentie van ambassadeurs hedeb namiddag om vier uur bijeenkwam cn ziek om zes uur verdaagde tot Woensdag. Het antwoord van de Londgcnootcn op dr* voorstellen van de mogendheden is ondeiv weg. Alle mogendheden keurden eene vloot» demonstratie goed, maar hot kan zijn, dal niet allen er aan deelnemen. Er is nog geen antwoord van Montenegro ontvangen. Een Roman van Liefde, 23 DOOR MARIE CORELLL „•Ik m-oet in tegenwoordigheid van u, da mes, mijn verontschuldiging maken voor de wat weifelende manier, waarop ik mijn vroe- geren academievriend heb ontvangen. Hij is Rafel Santoris ik bad dat moeten weten, er is er maar een van zijn typel Maar het vreemde is, dat hij -nagenoeg zoo oud als ik moest zijn en to oh is hij het op de een of andere wijze niet!" 'Bk lachte. Het zou moeielljk zijn geweest niet te lachen, want alleen bet idee de twee mannen, Santoris in zulk een prachtige jeugd en 'Morton Harland in zijn gebogen, mageren en uitgedroogden toestandl te vergelijken, Was gewoon belachelijk. Zelfs Catherine .glim lachte een izwak, schroomvallig lachje. „Ik denk, dat u spoediger oud zijt gewor den. vader," zeide zij. JMSsschien heeft de heer Santoris niet onder zulke drukkende omstandigheden geleefd." Saintoris, die bij de tafel stond onder het yolle lacht van de eleolrische lamp, keek haar met welwillende belangstcling aan. ,jMoeielijk of niet, ik leef elk o ogenblik van ntijn dagen ten volle, juffrouw 'Harland." reide hij, „ik Verslaap noch <lood het ik leef het! Deze dame," hij richtte zijn blik op BtiL „zdet er uit alsof zij hetzelfde doctf" „Dat doet zij!" zeide de lieer Jiarland, snel en met nadruk. „Dat is zeer waar! Gij zijt altijd een goed karakterkenner geweest, San toris! Ik geloof, dat ilk u niet goed aan onze kleine vriendin heb voorgesteld," hij stelde mij nu 'bij mijn naam voor en ik stak mijn hand uit. Santoris nam die in de zijne met een lichten warmen handdruk, en liet ze weer zacht los, terwijl hij hoog. „Ik ,noem baar onze kleine vriendin, omdat zij zulk een sfeer van vreugde brengt, overal waar zij zich bevindt. Wij hebben haar overgehaald dezen zomer met ons mede te gaan omdat wij geneigd zijn tot neerslachtigheid en zij altijd opgewekt is gij ziet, «dat het voor deel «geheel aan onze zijde is! Vreemd genoeg sprak ik gisterenavond juist over u, den- zenfden avond dat gij achter ons kwaamt van Muil. Dat was een vrij zonderlinge samen loop van omstandrigheden als men er over denkt!" „In het geheel uiet zonderling," zeide San toris, „maar zeer natuurlijk. Wanneer zult gij Toch 'beseffen, dat er niet zoo iets beslaat als „samenloop van omstandigheden," maar alleen een zeer nauwkeurig, systeem van wis kunde?" De heer Harland maakte een lichte onge- loovige beweging. „Weer uw theorieën," zeide hij. „Gij houidt <u daar nog steeds aan: Maar onze kleine vriendin zal het waar schijnlijk (met u eens zijn, toen ik over u sprak met hlaar, zeide ik haar, dat zij zoo wat de- ®elfdte denkbeelden had als u. Zij is een soort „zielkundige" wat dat ook moge be- teekenen!" „Weet u bet niet?" vroeg Santoris met een ernstagen lach. „Het is gemakkelijk te gissen, alleen maar door naar haar te kijken 1" Mijn wangen werden warm, en mijn oogen sloeg ik neer, onder zijn vasten 'blik. Ik vroeg mij af of de heer Harland-of Catherine zouden opmerken, dat hij in zijn knoopsgat een lalde van dezelfde rose 'dopheide droeg als 'dat. wat dien avond mijn -eenige sieraad was. Toen het ijs was gebroken, gingen wij ron dom de tafel in hel salon zitten, terwijl de hofmeester wijn en aindere verversch.in.gen bracht om onzen gast aan te bioden. De on rust en verlegenheid van den heer Harland scheen geweken en hij igaf zich over aan het genoegen dc kennis te hernieuwen met iemand, die hem had gekend toen hij een jon geman was. Zij begonnen te spreken over hun dagen aan de academie, over de mannen, die zij heiden hadden gekend, van wie en kelen dood waren, anderen zich buitenslands hadden gevestigd en enkelen uit het oog wa ren verloren, in het verre verschiet van het onzekere lot. Catherine nam heel weinig deel aan het gesprek, maar zij luisterde aan dachtig haar fletse oogen waren voor een keertje opgeruimd en zij sloeg het gelaat van' Santoris gade, zoo als men een levend schiP derij waarneemt. Dr. Brayle en de heer Swin ton, die rookende op het <dek waren blijven) heen en weer loopen, bleven bij de deur van) de kajuit staan. De heer Harland wenkte hen. „Kom binnen, kom binnen!" zeide hij. „San-* toris, dit is mijn geneesheer, dr. Brayle die op zich heeft genomen gedurende dit uitstapje voor mij te zorgen." Santoris boog. „En dit ia mijn secretaris, de heer Swinton, dien ikj zooeven naar uw jacht heb gezonden." Weei) boog Santoris. Zijn lichte ofschoon volkomenj beleefde groet, was in sterke tegenstelling meti den achteloozen modernen knik of ruk metj het hoofd, waarmede de andere mannen, hun( voorstelling aan hem beantwoordden. .TIijl was bang voor zijn Üeven -toen hij naar uj toeging," vervolgde de heer Harland laohenJ de, „hij meende, dat u een illusie zoudt loun-j ncn zijn, of misschien wel de duivel zelf nvetj die vurige zeilen." De lieer Swinton keek( schaapachtig. Saintoris lachte. De heer HarlaiTcl vervolgde: jDeae scflioone droomster van droomen:" hier wees hij naad mij, „is de eenige van ons die noch verbazing noch vrees heeft getoond bij het zien van u\\^ schip of over de mogelijke kennismaking meH u, ofschoon er een klein voorval in verband] staat met den aardigen kleinen, ruiker dop-] heide dien zij draagt wat! u draagt de-^ zelfde bloem!" Er heerschte een oogenblik stilte. Iedereen keek verbaasd. Het bloed brandde in mijn] aderen ik voelde dat mijn gezicht vuur-i rood werd, toch wist ik niet waarom ik ver-] legen zou zijn of geen woorden kon vinden.) Santoris kwam mij te hulp. „Daar is niets; opmerkelijks in, is het wel?" vroeg hij luch-{ tig. „Dopheide is zeer algemeen in dit deel] van de wereld. Ik zou niet graag beproeven) de toeristen te tellen, die ik den laalsten tijd heb gezien en die ze droegen!" „Maar gij weet niet, wat ei* juist aan dezej in het bijzonder is verbonden-" hield de heer Harland vol. „Het ruikertje werd aan onze] kleine vriendin gegeven door een ruwen Hoog- landschen jongen, waarschijnlijk een inwoner van Muil, den ochtend nadat zij uw jacht voor het eerst had gezien, en hij vertelde; haar, dat hij den vorigen a-Vond al de dop-< heide die hij had 'kunnen vinden aan u had gebracht! U ziet nu zeker het verband?" Santoris schudde het hoofd. „Ik vrees van neen!" zei hij glimlachend) „Heeft de ruwe Hooglandsche jongen mijn naam genoemd?" „Neen ik geloof, dat hij u, de „mijnhee^ aan wie het jacht behoort," noemde." „Welnu!" vSantoris ladhle. „Daar zijn zoo* veel (heeren d'ie jaohlen bezitten! Hel kaïn zijn, dat li ij in, de war ds geraakt met zijn klanten. In elk geval ben ik blij iets gemeeh fce hebben met uw vriendin ia'l Is liet slecht* een ruikertje hei!" „Haar „ruikertje" gedraagt zioh heel vreemd," zeide Catherine; „het verdort ia in het geheel niet." Santoris antwoordde hier niet op. Het waf alsof hij bet niet 'had verstaan of het nief wilde verslaan. Hij veranderde het gespreli zeer tot mijn genoegen en het overige van den tijd, dien hij hij ons- doorbracht vermeed hij met mij te spreken, ofschoon ik eens ol twee maal merkte dat hij zijn oogen vast o|> mij richtte. Het gesprek ging vluchtig oves verschillende onderworpen, ik schoog waf terzijde en naan een stoel bij het venstef» waar ik kon zien hoe de strr«en der moatl een glinstering als van staal,' over de still» \v-ateren vatn Looh Scavadg wierpen, en tege lijkertijd ailles kon hooren, wat er gezegd werd, zonder dat ik er deel aan nam. Ik ver langde niet naar spreken de verheffend» vreugde van inijn ziel was te intens-, om iet» anders dan stilte te verlangen. Ik kon. niet zeggen waarom ik zoo gelukkig was ik wist alleen door inwendig instinct dat zeker punt in mijn leven bereikt was, waamüaa' ik veel langer (had gestreefd dan ik anijzatf bewust was. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1