Vrijdag 11 April 1913.
„DE EEMLAN DER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Eet Eeuwigs Leven.
N° 276
li'1* Jaargang,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f
Idem franco per postJ'®®*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers
Deze Courant verachgnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelievo men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendon.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50t
Elke regel meerO.ltt
Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling.
Groote lettors naar phiatsruimte.
Voor hamlol en bedrgt bestaan zoor voordoolige bopalingOK
tot bot horliaald udvorteoron in dit Blad, bij ubonuompnfc
Eeno circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt ot
aanvraag toegozonden.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van dc ingezetenen dezer Ge
meente, dat de door den D.recteur van 's Rgks
directe bchstingen, enz. te Utrecht executoir ver
klaarde kohieren Nos. 3 en 5 van de Personcele
Belasting over het dienstjaar 1913, aan den Ontvan
ger van 'sRijka directe Delnstmgen alhier zijn ter hand
gesteld, aan wien ieder verplicht is zij.-en aanslag
op den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikc.ijkc p'.aatsen
aangeplakt te Amersfoort, den 10. April 1913.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. VAN ESVELD, Weth., Lo.-Burg.
Politiek Overzicht
De Monl&negrijnsche kt»eslie.
De krijgsoperatiën voor Skulari schij-,
nen al 'ruim een week absoluut geslaakt te
rijm; een nieuwe aanval der Montcnegrijnen
op de hardnekkig verdedigde vesting laah
zich tot dusver wachten. Optimisten beschou
wen zulks als een eerste succes van de vloot-
demonistratde in de Montenegrijnsche wate
ren evenals trouwens ook cle her-onldie
ping van Servische, voor Albanië bestemde,
troepen in Saloniki en de verflauwing dep
krijgsverrijchtingen voor ïsjataldja worden
aangemerkt als de gunstige gevolgen der
slappen dii/e door de mogendheden bij dei
Balkanstaten ten bate eener slaking der vij
andelijkheden zij-ii ondernomen.
Van andere zijde wordt het uitstel van den<
nieuwen stormaanval op Skulari loegeachre-<
ven aaii de ongunstige gesteldheid van heb
weder cn idem bodem, waardoor het onmo
gelijk is troepen en geschut tijdig Ier plaat
se aanwezig te doen zijn. De toekomst zal
wel leenen wat van eeoi en ander juist is. (In
middels leze men het telegram over het beleg
van Skulari in dit iuumcer).
Koning Niküla van Monllenegro heeflt;
dézer dagen door middel van de Fran-
sche pers doen zinspelen op de mogelijk>eid
dat hij, indien men hem Skulairi niet over
wil laten, wel eens afstand zou kunnen doen
van den Iroon. Dit dreigement is natuurlijk
in eerste instantie aan het adres van Oosten
rijk gericht, daar in de hc-ersohcnde veron
derstelling dat zulk een afstand niet alleen
zou neerkomen op een wisseling van per
soon maar ook van dynastie, de vereeaiiging
van Montenegro met Servic te voorzien zou
zijn welke Oostenrijk om voor de hand liggen
de rekenen niet aangenaam zou vinden» Overi
gens zou, algezien van de dynastie Kara.geor-
gewitj en een deel der Servische beroepspoliti
ci, een vereeniging met Montenegro door hel'
Servische volk wel eens met gemengde gevoe
lens kunnen worden opgenomen, want zoo-
wordt aan de Köln. Ztg. door een barer cor
respondenten geschreven de Monlenegrijin-
sche broeders zijn dapper in den oorlog,
maar in vredestijd hebben z-e een broertje
dood aan werken; alleen in Amerika wer
ken ze ijverig onder den druk der ijzeren
noodzakelijkheid. Men is in Servië voor den
toevloed van Monlenegrijneai bang als voor
do sprinkhanenplaag, daar men van oudsher
van hunne diensten overvloedige en dikwijls
onaangename ervaringen heeft.
Hier en daar dutiken iin de Europee-
schc pera berichten op omtrenjt eenet
financieele schadeloosstelling welke men aarn
koning Nikita -zou willen toeslaan indien hij
eventueel van Skulari afstand zou willei^
doen. Koning Nikita kennend, veronderstelt!
men dat hij, hoe romantisch en patriottisch!
ook aangelegd, van stoffelijke voordeeltjes
volstrekt niet afkeerig zal rijm. Men spreek*
zelfs van eene schadeloosstelling vam 20 mil-
lioen in den vorai ecner leening, zonden
voorshands nog de vraag aan te roeren: „wie
zal dat betalen?" Maar aldus weer de bo-
genoemde correspondent, „dit zou denl
helidenkonig en dichter in Gettinjc vrijwel
onverschillig zijtn. Hij heeft achtereenvol
gens en per slot van rekening Franscbe, Oos-
tenrijksch-Hongaarsche en Russische jaar
gelden getrokken, zonder dat zijn sterk ont
wikkeld gevoel van zelfbewustzijn er schade
door heelt geleden cn zondier dat hij zich heeft
latfc-i afbrengen van rijm streven naar gebieds
uitbreiding. In elk geval zou hij voor verdere
uitkeeringen, ook wanneer ze geschieden in
den vorm eener leening, zelfs zeer gevoelig
zijn."
Het d'ilent inmiddels niet uit het oog te
worden verloren dat .het denkbeeld eener
schadeloos-stelling tot dusver alleen scliijnf
te zijn -opgeworpen in Italië en Rusland -en
dat de andere mogendheden zich er vrij ze
ker nog beelemaal niet mêe bezig gehouden
hebben. In Oostenrijk wordt zelfs de juist
heid er van ontkend en is men bovendien
van meening dat de kwestie van Skulari door
liet besluit der mogendheden is afgedaan en
dat koning Nikita voor iets, dat hem niet toe
behoort en dat hij nog volstrekt niet in zijn
bezit heeft, redelijkerwijs nkrt schadeloos ge
steld behoeft te worden. "Wat de gehieds-
schadeloosstelling betreft, deze zou, zoo meent
men in Weenen, vanzelf niet kunnen gevon
den worden aan de Ncord- of Oostgrens van
Albanië welke reeds onherroepelijk ls vast
gesteld doch hoogstens in dem Sandjak No-
wibazar of Oud-Servie.
Het Journal des Déhals zet, na betoogd te
hebben dat Europa correct handelt door Jiae6
met haar tusschenkomst te wachten totdat de
Balkanstaten den buit verdeeld hebben enj
het te laat zal zijn, nog eens het ongerijm
de uiteen der aanspraken van Montenegro,
dat, zooals ook minister Grey in het Lager-
huis heeft verklaard, niet anders voert dan
een veroverings-oorlog. „Men vraagt zich af"
zoo gaat de Débaits voort „met welk
recht deze kleine staat een niet-Slavische
bevolking wenschit te annexeer en, die veel aan
zienlijker is dan zijne eigene. De zaak is -dat
op het oogc-nblik alle pogingen van koning
Nikita erop gericht zijn om in de oogen vaar
het publiek de nationale met de dynastieke
kwestie te verwarren. Montenegro kan niet
in het Zuiden, rondom Skutari, zijn gebied
•uilbreiden, zonder op te houden eon Slavi
sche staat te zijn. Skutari als hoofdstad van
Montenegro zou iets ongerijmds zijn. EmJ
zou de regeering van Montenegro de Slavi
sche orde iai deze Albaneesche stad kunnen
handhaven? Koning Nikita zou misschien niet
aarzelen het karakter van de bevolking dezer
streek te veranderen op zijn manier. Maar
ziedaar juist wat Europa niet wil. Het wil
niiet dat de vrede op den Balkan gevolgd
wordt -door eern Albaneeschen oorlog waar
van niemand den duur zou kunnen voorzien.
Zoo goed als de heldhaftigheid der Monte-
ncgrijnen, die gedurende eeuwen de invasio
der Muzelmannen in hun bergland hebben
weerstaan, de bewondering verdient, even
zeer verdienen de pogingen tot gewelddad"
onderwerping van de mohammedaansche of
katholieke bevolking van Albanië door Mon
tenegro, afkeuring. Het zij verre van ons,
ons op te werpen als bewonderaars of ver
dedigers Yan Albanië. Maar ten gevolge van
hot noodlot der geschiedenis verkeert het
land van Albanië op het oogenbiik in zulle
een toestand dat het definitieve lot ervan niet
kan worden bepaald. Men moot er dus in be
rusten d>' voorLoopig te organiseeren in af
wachting dat de ervaring des «tijds veroor
looft 'het definitief vast te stellen."
„De vitale argumenten waarvan koning Ni-
kila zooveel ophef maakt in zijne opzien ba
rende telegrammen zijn van geenerlei waar
de. Zoodra dc vrede zal gesloten zijn, kun
nen de Montcnegrijnen zonder gevaar en
zonder hinderpaal van hunne bergen afdalen
in dc valleien die hun zullen worden afge
staan en iin hel heele Servische land. Onge
twijfeld zal de rol van de Montemegrijnsehe
dynastie niet bestemd zijn om belangrij
ker te worden. De Monlen/egrijnsche dynastie
heeft zeer oppervlakkig wortel geschoten on
haar prestige is zelfs in Montenegro zeer
middelmatig. Zij lelt slechts an.ee door illus-
tra betrekkingen. Indien de groote vorsten
huizen, waaraan ze geparenteerd is, mcenen
zich niet met haar solidair te moeten verkla
ren, waarom zou Europa zich dan nog meer
Montenegrijnsch toonon dan zij?"
Men leze onder de telegrammen van beden
morgen op welke onomwonden wijze Rus
land, dc machtige vriend der Slavische Bal
kanstaten, thans het hier ontvouwde stand
punt officieel konit bevestigen en de Monte-
negrijnsche aanspraken desavoueeren.
l>e lSalk»u-oorlog.
Ko ns ta n tin op e 1, 10 April Vol-
gens het officLeele rapport wisselden de Turk-
sche troepen gisteren met den vijand een
licht artillerievuur op den linkervleugel der
Tsjataldja-linie.
Sofia, 10 April, Op dien. 7en April
Jandde oen compagnie Turksche 'inlainterie
ten zuiLden van bet dorp KaeJtlor onder be
scherm üng van. oen oorlogsschip. Ze rukte
op tegen oen Dulgaansohe compagnie, welke
een stelling bezette ben Noord-Oosten van
heb dorp Jo/losk. De Bulgaren open dl en een
hövig vuur. De Turksche oolcmne werd ge
heel vernietigd. Twee pelotons Dulgaarsche
infanterie, gesteund door artillerie, rukten
op maar Kloemboiergas, verjoegen, dien a ij and
en vcegdJen de kust schoon.
Saloniki, 10 April. Een aan de Bul-
ga a rsche kanselarij alhier ontvangen telegram
beveelt de reservisten uit dc kazernes te Salo
niki en omstreken met verlof naar huis te
-zenden.
Uit Belgrado wordt gomeld: Volgens een
particulier bericht werd Servië door bemid
deling van Rusland er van op de hoogte ge
bracht, dat Oostenrijk in den sandjak Novi-
bazar zou binnenrukken, indi.m dc Servi
sche troepen niet onmiddellijk van Skutari
werden teruggetrokken. In verband met de
lijdelijke houding vam Rusland hoeft daarop
de Servische regeering den aftocht barer
troepen gelast
Reuter meldt uit Malta:
De pantserkruiser „Duke of Edinbourgh",
die Maandag van den Levant is teruggekeerd
lieeft ord-er onitvaingen zich tot vcrLrck gereed
te houden. Ook al de hier geankerde oorlbg-
sohepen ontvingen last rich gereed te hou
dem. Men schrijft deze maatregelen toe aan
Momitencgro's houding tegenover dc mogend
heden
C e 11 i n j e, 10 April. Men meldt dat*
de Engelsche admiraal heden deu prefect
van Anlivari heeft medegedeeld, dat de groo
te mogendheden besloten hadden de kust'te
blokkeeren van Anlivari tot aan de rivier
cle Drin.
Weenen, 10 April. Men meldt uit
Sutomore aan de Neuc Freic Prcsse, dat de
blokkade heden morgen 8 uur is ingesteld.
Alle oorlogsschepen, behalve liet Ooslenrijk-
sclie oorlogschip „Franz Ferdinand" en het
Engelsche oorlogschip „Darmouth" vertrok
ken heden morgen in drie groepen in zuide
lijke richting naar Dulcigno.
C-ctti-nje, 10 April. Ilcb jacht Rou
manian dJat bedbohoojtt aan don Koning van
Montenegro, os voor A'ntivari in besiag ge
nomen dioor oan oonllogssch/ip der inücrna-
lïona.le vloot. ILet ging tot aan. d'e monding
cller Do'jana veirgoaekl van dxiio mol meel ge
laden zeilschepen.
Alm sldünt uit Anbivani daiti dc irtUcruatio-
nadic vlloob vertrok, ten cindle een inspec
tie tocht He nvatkon lo>t a»am dc monding van
de Drin. Eém ooriogsschip Ls, achten geble
ven om Anlivari be bewakon.
Belgrado, 10 A p r i L Het wordt be
vestigd, dat de krijgsoperatiën rondom Sku
lari inderdaad hebben opgehouden. Verster
kingen en -voorraden zijn op den terugwc'g
naar Servië. In bepaalde kringen wordt
reeds gesproken van een terugroeping der
belegeriiigstroepen.
Vaat uit Weenen worden aan de Köln. Ztg.
de berichten bevestigd omtrent de plannen
aan Montenegro eene finanicicele en gehieds-
schadelooss/telling te verleenen in ruil voor
den afstand van Skutari. De financieeJe scha
deloosstelling zou bestaan in een internatio
nale leening van 20 milliocn. Voorloopig
schijnt Oostenrijk voor zulk een plan nog niet
gewonnen te zijn, doch men gelooft dat het
zich niet afzijdig zal houden. Gebicdsscbade-
loossleliing zou men aan Montenegro in be
scheiden mate willen toestaan aan de kust
nabij het moer van Skutari. Deze ojiderkaji-
de.Jingen zoudern, behalve militair-technische
redenen, kunnen verklaren, waarom tot
dusver nog geen algemecne aanval op Sku
tari is ondernomen en ook nog niet lot eene
blokkade besloten is.
Weenen, 10 April. De bladen melden,
dat men in goed ingelichte kringen niets weet
van onderhandelingen tussohen de mogend
heden betreffende eene schadeloosstelling aan
Montenegro in ruil voor den afstand van Sku
tari.
Parijs, lOApriL Aaui het Journal d<*
Dëbats wordt gemold uit St. Petersburg, dat
de Russische minister van buitenlandschc za
ken een memorie heeft gepubliceerd, welko
ten doel heeft zijp houding in de kwestie van
Skutari te rechtvaardigen. Verklaard wordt
dat de inlijving van Skulari bij Albanië het
losgeld was voor den afstand van Diakova
aan Servië. Toon Diakova eenmaal afgestaan
was, vemd Rusland zich gebonden tegenover
Oostenrijk ten aanzien van Skulari. Zoodra
de kwestie geregeld was, deed dc Czaar bij
don Koning van Montenegro dringende stasp-
pen, ten einde hem er toe te bewegen af te
zien van Skutari. Daar deze pogingen ijd-el
bleven, moest men hel eenmaal gegeven woord
houden en dus de vlool'denionstratie goed
keuren en mocht men zich niet onttrekken
aan dc overeenkomsten, welke 'door de mor
gendheden genomen waren in liet algemeen
belang der Balkanstaten.
Petersburg, 10 April, liet ministerie
van buitenlandschc zaken publiceert het vol
gende communiqué: „Het voornaamste doel
dat Rusland naar aanleiding van de miliUuiro
successen der Balkanstaten nastreefde, wa»,
aan de over winbaars de succssen hunne
overwinningen zooveel mogelijk tc waarbor
gen. De BaJkaii-bondgenooten konden slechts
dit succes veroveren op grond van dc mot-
interventie der mogendheden. De lokaliscc-
ring vpin den oorlog was alleen mogelijk on
der twee voorwaarden: dat de groote mogend
heden moesten afzien van territoriale of an
dere voordcelen, cn van elke afzonderlijke
actie. Het gevolg was een herziening vain den
door den oorlog geschapen toestand en aoJ*-
passing daarvan aan die belangen, waarvan
de groote mogendheden geen afstand konden
doen. Dit nu kon slechts gesohiedon door het
Kuropeesch concert, hetwelk in naam van go-
heel Europa een beslissing gaf.
Anderzijds worden de belangen dier \Mw-
n.eezen en den status quo aan de Adiriatische
zee door Oostenrijk en Italië gewaarborgd. BiJ
de hardnekkige oiidcuhn'iidelingen, waardoo*
Prizrend, Ipck, Djakova en Dibra voor d<
Balkanslatcn gewonnen werden, stemde Rus-
lanid toe in de i'nlijving van Skutari bij Alüïar
nië. Skutari is een zuiver Albaneesche stad,
en een katholiek aartsbisdom. De Montcne
grijnen zijn op zich zelf reeds niiet er toe in
staat om duizend Katholieke en Mohamme
daansche Albanoezcn aan zich Le assimilce-
ren, welke sinds 35 jaar i n Montenegro wo
nen. Dc annexatie van een deel van den
Sandjak en van Skutari zou doou- de inlij
ving van honderdduizend mensdhen van
ander bloed, andere taal, anderen gods
dienst van Montenegro een Monteiuj-
grijnsch getint Albanië maken, en de ver
bindingen van Montenegro met het buiten
land noch bevestigen noch het binaendringo»
van buitojilandsche invloeden vergcnudvkelij-
kcn. Toen de Skulari-kweslie opgelost was un
Koning Nilulia ondanks allo vriendsalmippc-
lijke raadgevingen in zijn verzet volhardde,
werd hot duidelijk dat hij op een conflict lus*
schen Rusland en dc groote mogendheden cn
een Euiopeeschen oorlog rekende.
Dientengevolge stemde Rusland toe iu do
vlootdemonstratie. Rusland hoopt dal Monte
negro zijne hardnekkigheid zal opgeven, het
geen de eigenliefde der Moiitenegrijnen vot*
strokt niet te na zal komen, nu de wil van
Een Itouiau van JLielric,
82 DOOR
MARIE CORELLL
Santoris wendde zich tot mij.
„Wat zegt gij er van? Kunt gij voor een
paar uur met mijn gezelschap genoegen ne
men en mij toeslaan uw gids naar Look Co-
ruish te zijn? Of wildet igij ook liever niet
den zonssondergang zien'/"
Onze oogen ontmoetten elkander. Een tril
ling van vreugde gemeugd met vrees voer
•door mij heeu, en woderom kreeg ik dat
.vreemde gevoel van macht en heerschappij,
•dat mij reeds vroeger overweldigd had.
„Ik heb er inderdaad mijn zinnen op gezet
oan naar Loch Comish de gaa-g" antwoordde
Ik luchtig. „En ik kan u niet van uw belofte
ontslaan om mij daarheen te geleiden. Wij
tullen mijnheer Harland aan zijn siesta
overlaten.
„Ge weet zeker, dat -hot u niet schelen kan?"
ceide Harland, slaperig de oogen openenjd.
„Gij rijt volkomen veilig met Santoris."
Ik glimlachte. Ik had die verzekering niet
ooacLig. En ik praatte vroolijk met kapitein
Derrick over de „Diana" en den weg van
haar (mogelijken kruistocht, terwijl ihij een
blik over het water zond om ihaar te zoeken,
«tt ik sloeyz met klimmend ongeduld onze
langzame nadering van Loch Scavaig gade,
dat er in den helderen namiddag bijna niet
minder somber -uitzag dan des nachts, vooral
nu de „Diana" niet langer daar was om een
idee van menscheLij'ke bezigheid aan de woe
ste en kale omg-oving le geven. De zon na
derde reeds dicht den westelijken horizon,
toen de „Droom" haar vroegere aanlegplaats
bereikte en geluidloos het anker liet vallen,
cn ongeveer 10 minuten later werd de elec-
trische bank, die bij het schip behoorde te
water gelaten en ik stapte erin met Santoris
en een paai- zijner mannen, om de boot te
besturen, terwijl zij door hel donker, staal
kleurig water naar de kust gleed.
IIOOFDSTUUK VIII.
Visioenen,
•De aanraking der aarde scheen mij vreemd
na ongeveer een week op zee doorgebracht
te hebben, cn toen ik uit de bank op de ruwe
rotsblokken sprong, dtfor Santoris geholpen,
gevoelde ik mij een oogenbiik duizelig. De
donkere bergtoppen schenen om mij heen te
draaien, en het glinsterend water, glanzend
als staal, had het wonderlijke effect van een
grooten spiegel, waarin het onbestemd*
visioen van iets onbepaalds en onverklaards
opkwam en als een adem voorbijging. Ik
herstelde mij met eenige inspanning en
stond stil, trachtend het dwaze kloppen van
mijn hart te beheerschen, terwijl imiijn meige
zel enkele bevelen aan zijn mannen gaf in
een taal, dae ik meende te kennen, hoewel
ik haar niet kon volgen.
„Spreekt gij Gallisch?" vroeg ik hem glim
lachend.
„Neen! alleen iets wat er veel ,op lijkt
Phoenisisoh."
Hij zag mij strak aan, toon hij «dit zeide, en
rijn donkerblauwe, schitterende oogen druk
ten een wereld van gedachten -ui.. Hij ver
volgde:
„Dit geheeie land was bekend terrein voor
de Phoenisische kolonisten van eeuwen gele
den. Dat weet ge zeker wel! De Gallische
taal is hel zuiverste dialeot van hef oude
Phoenisische Ccltisoh, en wanneer ik de
oorspronkelijke taal tot een Hooglander
spreek, die alleen zijn moedertaal, Gallisch,
spreekt, verstaat hij mij uitstekend."
Ik» zweeg. Wij bewogen ons van de kiust af,
langzaam naast elkaar voorlwandelend. Wel
dra st'ond .ik stil, terugziende naar de bark,
d.ie wij juist verlaten hadden.
„Uw mannen rijn geen Hooglanders?"
„Neen, zij komen uit Egypte."
^Maari" zeide ik eeni^szins aarzelend.
„Phoenisisch bestaal loch niet meer en wordt
niet meer gesproken?"
„Niet door de wereld van gewone men-
schen," antwoordde hij. „Ik ken het en spreek
het en dat doen de meesten, die bij mij in
diemst zijn. Gij hebt het vroeger gehoord,
maar gij herinnert het u niet meer." Ik zag
hem verschrikt aan. Hij glimlachte en voeg
de er vriendelijk bij: „Niets sterft zelfs
geen taal!"
W-ij waren nog niet uit het geziaht der
mannen. Zij hadden de bark weer van wal
gestoolen en vertrokken "naar het jaoht, daar
afgesproken was, dat zij ons na een paar uur
zouden komen halen. Wij volgden een pad
tusschen glibberige steenen in de nabijheid
van een bruisenden bergstroom, maar toen
wij een scherpen hoek omsloegen, verloren
wij Loch Scavaig zelf uit het oog en waren
voor het eerst indendaad alleen.
Reusachtige bergen, met ruige rotspunten
gekroond, omringden ons aan ahe kanten
hier en daar hechtten zich iboschjes heide
kruid aan groole massa's donkere steen en
vlamden roodpurper in de stralen dér on
dergaande zon de holle klank van het val
lende wa-ler maakte een voortdurend klagend
muziek in onze ooren en de warme, stille
lucht scheen ademloos, alsof zij in spanning
boven ons hing, wachtend op de echo van
cenig woord of gefluister, dat een levensge
heim verraden zou. Zulk een stille hield ons
omvangen, dat het bijna ondraaglijk was,
elke zenuw in mijn lichaam scheen als een
gespannen harpsnaar, op 't punt om bij dc
eerste aanraking te springen en toch kon
ik niet spreken. Ik trachtte heerschappij te
verkrijgen over den opkomende stroom van
gedachte, herinnering en ontroering, die als
een storm in mijn ziel opstak snel en beve
lend redeneerde ik melmijzelve, dat de bui
tengewone chaos van mijn gedachten slechts
aan mijn eigen verbeelding te danken was
maar ondanks mijn strijd, bleef i'k als het
ware gevangen in een web dat ieder vermo
gen en zintuig'kluisterde, een web, fijn als
herfstdraden, doch onbreekbaar als ijzer. In
een soort wanhoop hief ik mijn oogen op,
brandend van ingehouden tranen en zag,
dat Santoris mij met geduldige, bijna smce-
kende teederheid gadesloeg. Ik gevoelde, dat
hij mijn onuitgesproken moeiten kon lezen,
en onwillekeurig strekte ik de hamden naar
hem uit.
..Zeg mij!" zeide ik half fluisterend. „Wat
is het, dat i'k weten moet? Wij zijn vreemde-
lincen en toch
Hij nam mijn handen in de rijne.
„Geen vreemdelingen!" zeide liijv terwijl
zijn slem lioht beefde. „Dat kunt gij niet zeg
gen! Geen vreemdelingen maar oud»
vrienden."
De krachtige zachtheid van zijn greep
bracht «mij den warmen druk van de onzicht
bare hauden te binnen, die mij uit dc duis
ternis r-eleid hadden in mijn droom een paar
nachten geleden. Ik keek op naar zijn gelaat*,
en elke trek daarin werd plotseling verba
zend bekend. De diepliggende, blauwe oogen,
het breede voorhoofd, de verstandige trek
ken waren mij allen even bekend, als bet
portret van den minnaar aan .de geliefde, cn
mijn hart stond bijna stil door de verbazing
en de vrees der herdenking.
„Geen vreemdelingen," herhaalde hij met
kalmen nadruk, als wilde hij mij gerust stel-
len. „Alleen, sinds wij elkaar voor 't laatst
onVmoclten, hebben wij ver van elkaar ge
reisd. Heb nog een weinig geduld 1 Gij zult n
mij binnenkort evengoed herinneren als
ik u?"
„Niu herinner ik u!" zeide ik op langhamen,
onvasten toon. „Ik heb u dikwijls dikwijb
gezienI Maar waar? Zog mij waar? O, gij
weet het tochl"
Wordt vervolgd*