Vrijdag 11 April 1913. „DE EEMLAN DER". BUITENLAND. FEUILLETON. Eet Eeuwigs Leven. N° 276 li'1* Jaargang, ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f Idem franco per postJ'®®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers Deze Courant verachgnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelievo men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendon. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50t Elke regel meerO.ltt Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling. Groote lettors naar phiatsruimte. Voor hamlol en bedrgt bestaan zoor voordoolige bopalingOK tot bot horliaald udvorteoron in dit Blad, bij ubonuompnfc Eeno circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt ot aanvraag toegozonden. Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van dc ingezetenen dezer Ge meente, dat de door den D.recteur van 's Rgks directe bchstingen, enz. te Utrecht executoir ver klaarde kohieren Nos. 3 en 5 van de Personcele Belasting over het dienstjaar 1913, aan den Ontvan ger van 'sRijka directe Delnstmgen alhier zijn ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zij.-en aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikc.ijkc p'.aatsen aangeplakt te Amersfoort, den 10. April 1913. De Burgemeester voornoemd, H. W. VAN ESVELD, Weth., Lo.-Burg. Politiek Overzicht De Monl&negrijnsche kt»eslie. De krijgsoperatiën voor Skulari schij-, nen al 'ruim een week absoluut geslaakt te rijm; een nieuwe aanval der Montcnegrijnen op de hardnekkig verdedigde vesting laah zich tot dusver wachten. Optimisten beschou wen zulks als een eerste succes van de vloot- demonistratde in de Montenegrijnsche wate ren evenals trouwens ook cle her-onldie ping van Servische, voor Albanië bestemde, troepen in Saloniki en de verflauwing dep krijgsverrijchtingen voor ïsjataldja worden aangemerkt als de gunstige gevolgen der slappen dii/e door de mogendheden bij dei Balkanstaten ten bate eener slaking der vij andelijkheden zij-ii ondernomen. Van andere zijde wordt het uitstel van den< nieuwen stormaanval op Skulari loegeachre-< ven aaii de ongunstige gesteldheid van heb weder cn idem bodem, waardoor het onmo gelijk is troepen en geschut tijdig Ier plaat se aanwezig te doen zijn. De toekomst zal wel leenen wat van eeoi en ander juist is. (In middels leze men het telegram over het beleg van Skulari in dit iuumcer). Koning Niküla van Monllenegro heeflt; dézer dagen door middel van de Fran- sche pers doen zinspelen op de mogelijk>eid dat hij, indien men hem Skulairi niet over wil laten, wel eens afstand zou kunnen doen van den Iroon. Dit dreigement is natuurlijk in eerste instantie aan het adres van Oosten rijk gericht, daar in de hc-ersohcnde veron derstelling dat zulk een afstand niet alleen zou neerkomen op een wisseling van per soon maar ook van dynastie, de vereeaiiging van Montenegro met Servic te voorzien zou zijn welke Oostenrijk om voor de hand liggen de rekenen niet aangenaam zou vinden» Overi gens zou, algezien van de dynastie Kara.geor- gewitj en een deel der Servische beroepspoliti ci, een vereeniging met Montenegro door hel' Servische volk wel eens met gemengde gevoe lens kunnen worden opgenomen, want zoo- wordt aan de Köln. Ztg. door een barer cor respondenten geschreven de Monlenegrijin- sche broeders zijn dapper in den oorlog, maar in vredestijd hebben z-e een broertje dood aan werken; alleen in Amerika wer ken ze ijverig onder den druk der ijzeren noodzakelijkheid. Men is in Servië voor den toevloed van Monlenegrijneai bang als voor do sprinkhanenplaag, daar men van oudsher van hunne diensten overvloedige en dikwijls onaangename ervaringen heeft. Hier en daar dutiken iin de Europee- schc pera berichten op omtrenjt eenet financieele schadeloosstelling welke men aarn koning Nikita -zou willen toeslaan indien hij eventueel van Skulari afstand zou willei^ doen. Koning Nikita kennend, veronderstelt! men dat hij, hoe romantisch en patriottisch! ook aangelegd, van stoffelijke voordeeltjes volstrekt niet afkeerig zal rijm. Men spreek* zelfs van eene schadeloosstelling vam 20 mil- lioen in den vorai ecner leening, zonden voorshands nog de vraag aan te roeren: „wie zal dat betalen?" Maar aldus weer de bo- genoemde correspondent, „dit zou denl helidenkonig en dichter in Gettinjc vrijwel onverschillig zijtn. Hij heeft achtereenvol gens en per slot van rekening Franscbe, Oos- tenrijksch-Hongaarsche en Russische jaar gelden getrokken, zonder dat zijn sterk ont wikkeld gevoel van zelfbewustzijn er schade door heelt geleden cn zondier dat hij zich heeft latfc-i afbrengen van rijm streven naar gebieds uitbreiding. In elk geval zou hij voor verdere uitkeeringen, ook wanneer ze geschieden in den vorm eener leening, zelfs zeer gevoelig zijn." Het d'ilent inmiddels niet uit het oog te worden verloren dat .het denkbeeld eener schadeloos-stelling tot dusver alleen scliijnf te zijn -opgeworpen in Italië en Rusland -en dat de andere mogendheden zich er vrij ze ker nog beelemaal niet mêe bezig gehouden hebben. In Oostenrijk wordt zelfs de juist heid er van ontkend en is men bovendien van meening dat de kwestie van Skulari door liet besluit der mogendheden is afgedaan en dat koning Nikita voor iets, dat hem niet toe behoort en dat hij nog volstrekt niet in zijn bezit heeft, redelijkerwijs nkrt schadeloos ge steld behoeft te worden. "Wat de gehieds- schadeloosstelling betreft, deze zou, zoo meent men in Weenen, vanzelf niet kunnen gevon den worden aan de Ncord- of Oostgrens van Albanië welke reeds onherroepelijk ls vast gesteld doch hoogstens in dem Sandjak No- wibazar of Oud-Servie. Het Journal des Déhals zet, na betoogd te hebben dat Europa correct handelt door Jiae6 met haar tusschenkomst te wachten totdat de Balkanstaten den buit verdeeld hebben enj het te laat zal zijn, nog eens het ongerijm de uiteen der aanspraken van Montenegro, dat, zooals ook minister Grey in het Lager- huis heeft verklaard, niet anders voert dan een veroverings-oorlog. „Men vraagt zich af" zoo gaat de Débaits voort „met welk recht deze kleine staat een niet-Slavische bevolking wenschit te annexeer en, die veel aan zienlijker is dan zijne eigene. De zaak is -dat op het oogc-nblik alle pogingen van koning Nikita erop gericht zijn om in de oogen vaar het publiek de nationale met de dynastieke kwestie te verwarren. Montenegro kan niet in het Zuiden, rondom Skutari, zijn gebied •uilbreiden, zonder op te houden eon Slavi sche staat te zijn. Skutari als hoofdstad van Montenegro zou iets ongerijmds zijn. EmJ zou de regeering van Montenegro de Slavi sche orde iai deze Albaneesche stad kunnen handhaven? Koning Nikita zou misschien niet aarzelen het karakter van de bevolking dezer streek te veranderen op zijn manier. Maar ziedaar juist wat Europa niet wil. Het wil niiet dat de vrede op den Balkan gevolgd wordt -door eern Albaneeschen oorlog waar van niemand den duur zou kunnen voorzien. Zoo goed als de heldhaftigheid der Monte- ncgrijnen, die gedurende eeuwen de invasio der Muzelmannen in hun bergland hebben weerstaan, de bewondering verdient, even zeer verdienen de pogingen tot gewelddad" onderwerping van de mohammedaansche of katholieke bevolking van Albanië door Mon tenegro, afkeuring. Het zij verre van ons, ons op te werpen als bewonderaars of ver dedigers Yan Albanië. Maar ten gevolge van hot noodlot der geschiedenis verkeert het land van Albanië op het oogenbiik in zulle een toestand dat het definitieve lot ervan niet kan worden bepaald. Men moot er dus in be rusten d>' voorLoopig te organiseeren in af wachting dat de ervaring des «tijds veroor looft 'het definitief vast te stellen." „De vitale argumenten waarvan koning Ni- kila zooveel ophef maakt in zijne opzien ba rende telegrammen zijn van geenerlei waar de. Zoodra dc vrede zal gesloten zijn, kun nen de Montcnegrijnen zonder gevaar en zonder hinderpaal van hunne bergen afdalen in dc valleien die hun zullen worden afge staan en iin hel heele Servische land. Onge twijfeld zal de rol van de Montemegrijnsehe dynastie niet bestemd zijn om belangrij ker te worden. De Monlen/egrijnsche dynastie heeft zeer oppervlakkig wortel geschoten on haar prestige is zelfs in Montenegro zeer middelmatig. Zij lelt slechts an.ee door illus- tra betrekkingen. Indien de groote vorsten huizen, waaraan ze geparenteerd is, mcenen zich niet met haar solidair te moeten verkla ren, waarom zou Europa zich dan nog meer Montenegrijnsch toonon dan zij?" Men leze onder de telegrammen van beden morgen op welke onomwonden wijze Rus land, dc machtige vriend der Slavische Bal kanstaten, thans het hier ontvouwde stand punt officieel konit bevestigen en de Monte- negrijnsche aanspraken desavoueeren. l>e lSalk»u-oorlog. Ko ns ta n tin op e 1, 10 April Vol- gens het officLeele rapport wisselden de Turk- sche troepen gisteren met den vijand een licht artillerievuur op den linkervleugel der Tsjataldja-linie. Sofia, 10 April, Op dien. 7en April Jandde oen compagnie Turksche 'inlainterie ten zuiLden van bet dorp KaeJtlor onder be scherm üng van. oen oorlogsschip. Ze rukte op tegen oen Dulgaansohe compagnie, welke een stelling bezette ben Noord-Oosten van heb dorp Jo/losk. De Bulgaren open dl en een hövig vuur. De Turksche oolcmne werd ge heel vernietigd. Twee pelotons Dulgaarsche infanterie, gesteund door artillerie, rukten op maar Kloemboiergas, verjoegen, dien a ij and en vcegdJen de kust schoon. Saloniki, 10 April. Een aan de Bul- ga a rsche kanselarij alhier ontvangen telegram beveelt de reservisten uit dc kazernes te Salo niki en omstreken met verlof naar huis te -zenden. Uit Belgrado wordt gomeld: Volgens een particulier bericht werd Servië door bemid deling van Rusland er van op de hoogte ge bracht, dat Oostenrijk in den sandjak Novi- bazar zou binnenrukken, indi.m dc Servi sche troepen niet onmiddellijk van Skutari werden teruggetrokken. In verband met de lijdelijke houding vam Rusland hoeft daarop de Servische regeering den aftocht barer troepen gelast Reuter meldt uit Malta: De pantserkruiser „Duke of Edinbourgh", die Maandag van den Levant is teruggekeerd lieeft ord-er onitvaingen zich tot vcrLrck gereed te houden. Ook al de hier geankerde oorlbg- sohepen ontvingen last rich gereed te hou dem. Men schrijft deze maatregelen toe aan Momitencgro's houding tegenover dc mogend heden C e 11 i n j e, 10 April. Men meldt dat* de Engelsche admiraal heden deu prefect van Anlivari heeft medegedeeld, dat de groo te mogendheden besloten hadden de kust'te blokkeeren van Anlivari tot aan de rivier cle Drin. Weenen, 10 April. Men meldt uit Sutomore aan de Neuc Freic Prcsse, dat de blokkade heden morgen 8 uur is ingesteld. Alle oorlogsschepen, behalve liet Ooslenrijk- sclie oorlogschip „Franz Ferdinand" en het Engelsche oorlogschip „Darmouth" vertrok ken heden morgen in drie groepen in zuide lijke richting naar Dulcigno. C-ctti-nje, 10 April. Ilcb jacht Rou manian dJat bedbohoojtt aan don Koning van Montenegro, os voor A'ntivari in besiag ge nomen dioor oan oonllogssch/ip der inücrna- lïona.le vloot. ILet ging tot aan. d'e monding cller Do'jana veirgoaekl van dxiio mol meel ge laden zeilschepen. Alm sldünt uit Anbivani daiti dc irtUcruatio- nadic vlloob vertrok, ten cindle een inspec tie tocht He nvatkon lo>t a»am dc monding van de Drin. Eém ooriogsschip Ls, achten geble ven om Anlivari be bewakon. Belgrado, 10 A p r i L Het wordt be vestigd, dat de krijgsoperatiën rondom Sku lari inderdaad hebben opgehouden. Verster kingen en -voorraden zijn op den terugwc'g naar Servië. In bepaalde kringen wordt reeds gesproken van een terugroeping der belegeriiigstroepen. Vaat uit Weenen worden aan de Köln. Ztg. de berichten bevestigd omtrent de plannen aan Montenegro eene finanicicele en gehieds- schadelooss/telling te verleenen in ruil voor den afstand van Skutari. De financieeJe scha deloosstelling zou bestaan in een internatio nale leening van 20 milliocn. Voorloopig schijnt Oostenrijk voor zulk een plan nog niet gewonnen te zijn, doch men gelooft dat het zich niet afzijdig zal houden. Gebicdsscbade- loossleliing zou men aan Montenegro in be scheiden mate willen toestaan aan de kust nabij het moer van Skutari. Deze ojiderkaji- de.Jingen zoudern, behalve militair-technische redenen, kunnen verklaren, waarom tot dusver nog geen algemecne aanval op Sku tari is ondernomen en ook nog niet lot eene blokkade besloten is. Weenen, 10 April. De bladen melden, dat men in goed ingelichte kringen niets weet van onderhandelingen tussohen de mogend heden betreffende eene schadeloosstelling aan Montenegro in ruil voor den afstand van Sku tari. Parijs, lOApriL Aaui het Journal d<* Dëbats wordt gemold uit St. Petersburg, dat de Russische minister van buitenlandschc za ken een memorie heeft gepubliceerd, welko ten doel heeft zijp houding in de kwestie van Skutari te rechtvaardigen. Verklaard wordt dat de inlijving van Skulari bij Albanië het losgeld was voor den afstand van Diakova aan Servië. Toon Diakova eenmaal afgestaan was, vemd Rusland zich gebonden tegenover Oostenrijk ten aanzien van Skulari. Zoodra de kwestie geregeld was, deed dc Czaar bij don Koning van Montenegro dringende stasp- pen, ten einde hem er toe te bewegen af te zien van Skutari. Daar deze pogingen ijd-el bleven, moest men hel eenmaal gegeven woord houden en dus de vlool'denionstratie goed keuren en mocht men zich niet onttrekken aan dc overeenkomsten, welke 'door de mor gendheden genomen waren in liet algemeen belang der Balkanstaten. Petersburg, 10 April, liet ministerie van buitenlandschc zaken publiceert het vol gende communiqué: „Het voornaamste doel dat Rusland naar aanleiding van de miliUuiro successen der Balkanstaten nastreefde, wa», aan de over winbaars de succssen hunne overwinningen zooveel mogelijk tc waarbor gen. De BaJkaii-bondgenooten konden slechts dit succes veroveren op grond van dc mot- interventie der mogendheden. De lokaliscc- ring vpin den oorlog was alleen mogelijk on der twee voorwaarden: dat de groote mogend heden moesten afzien van territoriale of an dere voordcelen, cn van elke afzonderlijke actie. Het gevolg was een herziening vain den door den oorlog geschapen toestand en aoJ*- passing daarvan aan die belangen, waarvan de groote mogendheden geen afstand konden doen. Dit nu kon slechts gesohiedon door het Kuropeesch concert, hetwelk in naam van go- heel Europa een beslissing gaf. Anderzijds worden de belangen dier \Mw- n.eezen en den status quo aan de Adiriatische zee door Oostenrijk en Italië gewaarborgd. BiJ de hardnekkige oiidcuhn'iidelingen, waardoo* Prizrend, Ipck, Djakova en Dibra voor d< Balkanslatcn gewonnen werden, stemde Rus- lanid toe in de i'nlijving van Skutari bij Alüïar nië. Skutari is een zuiver Albaneesche stad, en een katholiek aartsbisdom. De Montcne grijnen zijn op zich zelf reeds niiet er toe in staat om duizend Katholieke en Mohamme daansche Albanoezcn aan zich Le assimilce- ren, welke sinds 35 jaar i n Montenegro wo nen. Dc annexatie van een deel van den Sandjak en van Skutari zou doou- de inlij ving van honderdduizend mensdhen van ander bloed, andere taal, anderen gods dienst van Montenegro een Monteiuj- grijnsch getint Albanië maken, en de ver bindingen van Montenegro met het buiten land noch bevestigen noch het binaendringo» van buitojilandsche invloeden vergcnudvkelij- kcn. Toen de Skulari-kweslie opgelost was un Koning Nilulia ondanks allo vriendsalmippc- lijke raadgevingen in zijn verzet volhardde, werd hot duidelijk dat hij op een conflict lus* schen Rusland en dc groote mogendheden cn een Euiopeeschen oorlog rekende. Dientengevolge stemde Rusland toe iu do vlootdemonstratie. Rusland hoopt dal Monte negro zijne hardnekkigheid zal opgeven, het geen de eigenliefde der Moiitenegrijnen vot* strokt niet te na zal komen, nu de wil van Een Itouiau van JLielric, 82 DOOR MARIE CORELLL Santoris wendde zich tot mij. „Wat zegt gij er van? Kunt gij voor een paar uur met mijn gezelschap genoegen ne men en mij toeslaan uw gids naar Look Co- ruish te zijn? Of wildet igij ook liever niet den zonssondergang zien'/" Onze oogen ontmoetten elkander. Een tril ling van vreugde gemeugd met vrees voer •door mij heeu, en woderom kreeg ik dat .vreemde gevoel van macht en heerschappij, •dat mij reeds vroeger overweldigd had. „Ik heb er inderdaad mijn zinnen op gezet oan naar Loch Comish de gaa-g" antwoordde Ik luchtig. „En ik kan u niet van uw belofte ontslaan om mij daarheen te geleiden. Wij tullen mijnheer Harland aan zijn siesta overlaten. „Ge weet zeker, dat -hot u niet schelen kan?" ceide Harland, slaperig de oogen openenjd. „Gij rijt volkomen veilig met Santoris." Ik glimlachte. Ik had die verzekering niet ooacLig. En ik praatte vroolijk met kapitein Derrick over de „Diana" en den weg van haar (mogelijken kruistocht, terwijl ihij een blik over het water zond om ihaar te zoeken, «tt ik sloeyz met klimmend ongeduld onze langzame nadering van Loch Scavaig gade, dat er in den helderen namiddag bijna niet minder somber -uitzag dan des nachts, vooral nu de „Diana" niet langer daar was om een idee van menscheLij'ke bezigheid aan de woe ste en kale omg-oving le geven. De zon na derde reeds dicht den westelijken horizon, toen de „Droom" haar vroegere aanlegplaats bereikte en geluidloos het anker liet vallen, cn ongeveer 10 minuten later werd de elec- trische bank, die bij het schip behoorde te water gelaten en ik stapte erin met Santoris en een paai- zijner mannen, om de boot te besturen, terwijl zij door hel donker, staal kleurig water naar de kust gleed. IIOOFDSTUUK VIII. Visioenen, •De aanraking der aarde scheen mij vreemd na ongeveer een week op zee doorgebracht te hebben, cn toen ik uit de bank op de ruwe rotsblokken sprong, dtfor Santoris geholpen, gevoelde ik mij een oogenbiik duizelig. De donkere bergtoppen schenen om mij heen te draaien, en het glinsterend water, glanzend als staal, had het wonderlijke effect van een grooten spiegel, waarin het onbestemd* visioen van iets onbepaalds en onverklaards opkwam en als een adem voorbijging. Ik herstelde mij met eenige inspanning en stond stil, trachtend het dwaze kloppen van mijn hart te beheerschen, terwijl imiijn meige zel enkele bevelen aan zijn mannen gaf in een taal, dae ik meende te kennen, hoewel ik haar niet kon volgen. „Spreekt gij Gallisch?" vroeg ik hem glim lachend. „Neen! alleen iets wat er veel ,op lijkt Phoenisisoh." Hij zag mij strak aan, toon hij «dit zeide, en rijn donkerblauwe, schitterende oogen druk ten een wereld van gedachten -ui.. Hij ver volgde: „Dit geheeie land was bekend terrein voor de Phoenisische kolonisten van eeuwen gele den. Dat weet ge zeker wel! De Gallische taal is hel zuiverste dialeot van hef oude Phoenisische Ccltisoh, en wanneer ik de oorspronkelijke taal tot een Hooglander spreek, die alleen zijn moedertaal, Gallisch, spreekt, verstaat hij mij uitstekend." Ik» zweeg. Wij bewogen ons van de kiust af, langzaam naast elkaar voorlwandelend. Wel dra st'ond .ik stil, terugziende naar de bark, d.ie wij juist verlaten hadden. „Uw mannen rijn geen Hooglanders?" „Neen, zij komen uit Egypte." ^Maari" zeide ik eeni^szins aarzelend. „Phoenisisch bestaal loch niet meer en wordt niet meer gesproken?" „Niet door de wereld van gewone men- schen," antwoordde hij. „Ik ken het en spreek het en dat doen de meesten, die bij mij in diemst zijn. Gij hebt het vroeger gehoord, maar gij herinnert het u niet meer." Ik zag hem verschrikt aan. Hij glimlachte en voeg de er vriendelijk bij: „Niets sterft zelfs geen taal!" W-ij waren nog niet uit het geziaht der mannen. Zij hadden de bark weer van wal gestoolen en vertrokken "naar het jaoht, daar afgesproken was, dat zij ons na een paar uur zouden komen halen. Wij volgden een pad tusschen glibberige steenen in de nabijheid van een bruisenden bergstroom, maar toen wij een scherpen hoek omsloegen, verloren wij Loch Scavaig zelf uit het oog en waren voor het eerst indendaad alleen. Reusachtige bergen, met ruige rotspunten gekroond, omringden ons aan ahe kanten hier en daar hechtten zich iboschjes heide kruid aan groole massa's donkere steen en vlamden roodpurper in de stralen dér on dergaande zon de holle klank van het val lende wa-ler maakte een voortdurend klagend muziek in onze ooren en de warme, stille lucht scheen ademloos, alsof zij in spanning boven ons hing, wachtend op de echo van cenig woord of gefluister, dat een levensge heim verraden zou. Zulk een stille hield ons omvangen, dat het bijna ondraaglijk was, elke zenuw in mijn lichaam scheen als een gespannen harpsnaar, op 't punt om bij dc eerste aanraking te springen en toch kon ik niet spreken. Ik trachtte heerschappij te verkrijgen over den opkomende stroom van gedachte, herinnering en ontroering, die als een storm in mijn ziel opstak snel en beve lend redeneerde ik melmijzelve, dat de bui tengewone chaos van mijn gedachten slechts aan mijn eigen verbeelding te danken was maar ondanks mijn strijd, bleef i'k als het ware gevangen in een web dat ieder vermo gen en zintuig'kluisterde, een web, fijn als herfstdraden, doch onbreekbaar als ijzer. In een soort wanhoop hief ik mijn oogen op, brandend van ingehouden tranen en zag, dat Santoris mij met geduldige, bijna smce- kende teederheid gadesloeg. Ik gevoelde, dat hij mijn onuitgesproken moeiten kon lezen, en onwillekeurig strekte ik de hamden naar hem uit. ..Zeg mij!" zeide ik half fluisterend. „Wat is het, dat i'k weten moet? Wij zijn vreemde- lincen en toch Hij nam mijn handen in de rijne. „Geen vreemdelingen!" zeide liijv terwijl zijn slem lioht beefde. „Dat kunt gij niet zeg gen! Geen vreemdelingen maar oud» vrienden." De krachtige zachtheid van zijn greep bracht «mij den warmen druk van de onzicht bare hauden te binnen, die mij uit dc duis ternis r-eleid hadden in mijn droom een paar nachten geleden. Ik keek op naar zijn gelaat*, en elke trek daarin werd plotseling verba zend bekend. De diepliggende, blauwe oogen, het breede voorhoofd, de verstandige trek ken waren mij allen even bekend, als bet portret van den minnaar aan .de geliefde, cn mijn hart stond bijna stil door de verbazing en de vrees der herdenking. „Geen vreemdelingen," herhaalde hij met kalmen nadruk, als wilde hij mij gerust stel- len. „Alleen, sinds wij elkaar voor 't laatst onVmoclten, hebben wij ver van elkaar ge reisd. Heb nog een weinig geduld 1 Gij zult n mij binnenkort evengoed herinneren als ik u?" „Niu herinner ik u!" zeide ik op langhamen, onvasten toon. „Ik heb u dikwijls dikwijb gezienI Maar waar? Zog mij waar? O, gij weet het tochl" Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1