F
L
„D E E EM LAN DER".
Vrijdag 2 Mei 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
IIU* Jaargang,
N° 393
1'
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa
Uitgevers: VALK H OFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
for 8 maanden voor Amersfoort f 1*00«
Idem franco per post 1-5®*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.iO#
•Afzonderlijke nummers - O.O.#.
Deze Courant versohynt dagelijks, bohalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en boriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vaq 18 regels f 0.50.
Elke rogol meorO.IO*
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodryf bestaan zoor voordeelige bepalingen
tot het horhnald advortooron in dit Blad, bij abonnement^
Eone circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt 0£
aanvraag toegozondon.
Kennisgevingen.
Het Hoofd van het Gemeentebestuur van Amers
foort,
Gelet op arl. 28, alinea 6 der Woningwet;
brengt ter openbare kennia, dat van af heden ge
durende 4 weken op do gemeente-secretarie voor een
ieder ter inzage ligt een ontwerp-wijzigiug van het
uitbreidingsplan der gemeente Amersfoort, vastge
steld door den Raad der gemeente Amersfoort den 31.
Jnli 1906, laatstelijk gewijzigd -den 31. Mei 1910.
Amersfoort, den 30. April 1913.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDW1JCK.
Nabetrachting over den
Gemeenteraad.
De agenda van de gemeenteraadszitting van
Dinsdagavond was er weder eene, welke ge
tuigt van den noesten ijver, waarmede op het
Amersfoortsche stadhuis gearbeid wordt Wat
al belangrijke zaken werden den raadsleden
weder voorgelegd, en hoe doorwrocht, goed-
in-elkaar-gezet en in de puntjes werd alles
aangeboden! Wat 'n mooi stuk werk was het
voorstel tot instelling van een grondbedrijf,
met hoeveel overtuigingskracht ingekleed het
voorstel tot aankoop van Oud-Leusden, hoe
liks aangepakt en meteen afdoende geregeld
de voorgestelde keuringsdienst voor eet- en
drinkwaren, op voorstel van den heer Veis
Heijn echter naar de afdeelingen verwezen;
of dit raadslid hiervoor nog andere redenen
had, dan hij opgaf, n.l. bestudecring van den
keuringsdienst in andere gemeenten, weten Wij
niet, maar wij zouden vermoeden van wel;
waarom anders dit uitstel, waarmede, gezien
het^ naderende zomerseizoen, toch zeker eenige
maanden gemoeid zullen zijn.
De pers is gemeenlijk zeer critisch aange
legd, maar waar 'n gemeentebestuur zooveel
voortvarendheid en zooveel werkkracht aan
den dag legt, voelt de critiek wel eenigszins
den grond onder de voeten wegzinken. Aan
hel slot der zitting werd dan ook van ver
schillende zijden aan hel gemeentebestuur en
ook aan het stadhuispersoneel 'n wel ver
diende hulde gebracht, welke dc heer Joris-
sen zoover uitbreidde, dat enkelen er 'n poli
tiek streekje achter zochten en daarom wei
gerden hun stem te geven aan de motie, welke
genoemd raadslid voorstelde om den Raad
gelegenheid te geven z'n voldoening uit te
spieken oyer de instelling van het grondbe
drijf en Gedeputeerde Staten hiervan in ken
nis te stellen. Wij gelooven, dat de achter
docht der tegenstemmers te ver gedreven
was, want indien de heer Jorissen inder
daad de oppositie tegen den vorigen grondaan
koop 'n strik had willen spannen, zou hij
slim genoeg geweest zijn om zulks handiger
aan te leggen.
Tegen den aankoop van Oud-Leusden was
niet de minste oppositie. Zelfs de heer van
Achterbergh kon de gemeente gelukwenschen,
dat zij op zoo voordeelige wijze de hand op
deze terreinen had kunnen leggen.
Door dezen aankoop heeft thans de gemeen
te één complex gronden in eigendom, welke
de stad juist aan die zijde, waar zij zich het
meeste uitbreidt, in 'n halven cirkel omsluit.
Het heeft moeite gekost om dit te bereiken,
hevige tegenstand is overwonnen moeten
worden maar het is gelukt en van de groote
beteekenis hiervan moet nu wel iedereen
overtuigd zijn. En zeer gering zal nog wel het
getal zijn dergenen, die, goedkeurende den
aankoop van Vleutbergcn en Oud-Leusden,
zich nog niet kunnen vereenigen met den aan
koop van de terreinen aan den Utrechtschen
Weg, welke juist de middenmoot van het ge
heel vormen en welker ontbreken in het ge-'
meentebezit hel geheele grondbedrijf vrijwel
illusie zouden maken.
Bij dit punt van de agenda kwam haast van
zelf de vorige grondaankoop van de terreinen
aan den Utrechtschen Weg weer ter sprake,
of liever werden weder zeer interessante
maar even onvruchtbare schermutselingen
geleverd tusschen den voorzitter en den heer
van Achterbergh; later mengde ook de heer
Kroes zich hierin en raakten de discussies
zelfs aau het persoonlijke. Maar de voorzitter
nam toen 'n wijs besluit en legde zichzelf en
den debattanten het zwijgen op.
13ij het voorstel tot instelling van een grond
bedrijf had de heer van Achterbergh ook
reeds met den voorzitter geschermutseld
maar de bedoeling van zijn tegenstand was
niet recht duidelijk, mogelijk dat de herlezing
van het officieele verslag ons meer licht ont
steekt Dit mag echter gezegd worden, dat de
heer van Achterbergh het raadslidmaatschap
niet als 'n sinecure beschouwt maar van alles,
wal aan z'n aandacht onderworpen wordt,
nauwgezette studie maakt
'n Vrij uitvoerige discussie ontspon zich ook
naar aanleiding van het voorstel tot üiigine
in erfpacht van terreinen nabij Birkhoven
aan de V. P. N. tot stichting van een Centraal-
proeffokstation voor pluimveeteelt. Door den
heer van dei* Wal, gesteund door den heer
Veis Heijn, werden eenige klemmende be
zwaren geopperd tegen de keuze van deze
terreinen, in de onmiddellijke nabijheid van
het hólel, welks logeergasten waarschijnlijk
weinig gesteld zouden zijn op parfum van
deze nieuwe buren en hun vroege ochtend
concerten; ook wees hij op de gunstige lig
ging van de terreinen voor villabouw. Weer
sproken konden deze bezwaren moeielijk
worden maar er werd tegenover gesteld, dat
de exploitant van Birkhoven ze niet ernstig
opnam, terwijl meer doorslaand was, dat
voor dit proeffokstation, welks vestiging in
deze gemeente van hoog belang is, geeu
andere geschikte terreinen te vinden waren.
De heeren van der Wal en Veis Heijn bleven
ten slotte dan ook alleen slnan en zagen het
voorstel van B. en W. met 16 tegen 2 stemmen
aangenomen.
Met graagte werd aangenomen het voorstel
tot wijziging van het Raadsbesluit van 28
Jan. jJ. tot aankoop van terreinen aan den
Utr. Weg. Gelijk men weet stond deze wijzi
ging in verband met het feit, dat de ver
koopsier de aanvankelijk opgelegde servi
tuten had laten vallen.
Wegens plaatsgebrek moest
deze Nabetrachting tot heden
blijven liggen.
Politiek Overzicht
De anti-Japansche beweging
in Californië.
Staatssecretaris Bryan heeft met zijne zen
ding naar Californië geen succes gehad; hij
heeft niet kunnen verhinderen, dat de wet-
genvende macht van dien staat haar voorne
men heeft uitgevoerd om aan vreemdelingen,
die het Amerikaansche burgerrecht niet heb
ben verworven, het recht lot verkrijging van
onroerend goed te ontzeggen. Het daartoe
strekkende wetsontwerp is tot wet verheven.
In naam is deze wet tegen allo vreemde
lingen gericht, in werkelijkheid echter treft
zij slechts de Aziaten en van dezen weer in
zonderheid de Japanners, die het burger
recht niet kunnen verwerven en dus voortaan
van het bezit van onroerend goed zijn uitge
sloten. De Chineezcn en Koreanen kunnen
wel is waar ook geene grondeigenaars wor
den, maar zij zijn niet gerechtigd tol immi
gratie, al worden zij bij honderden binnen
gesmokkeld. De Japanners daarentegen heb
ben sedert anderhalf jaar een verdrag met
de Vereenigde Staten, volgens hetwelk som
mige kringen van het gele volk, geleerden,
studenten en kooplieden, het recht hebben in
de staten der Unie verblijf te houden en ge
durende dien tijd gerechtigd zijn huizen,
fabrieken en winkels te bezitten en land ie
pachten. Hetzelfde recht is den Amerikanen
in Japan toegestaan. Terwijl nu Japan zijner
zijds wel de oude wet, die aan vreemdelin
gen het grondbezit in Japan verbood, heeft
gewijzigd, schijnt het er nog niet toe le zijn
gekomen het besluit uit te vaardigen, dat lot
uitvoering van deze wet noodig is, zoodat de
Amerikanen beweren, dat zij heden nog van
den Japanschen grond uilgesloten zijn en
dus slechts het Japansche voorbeeld volgen
door deze wet uit te vaardigen. Bovendien
zegt het verdrag niet duidelijk, dat behalve
buizen, fabrieken en winkels ook land in Ja-
pa nsch bezit kan overgaan.
Het Californische plan heeft in Japan oen
storm van verontwaardiging verwekt, die
zich lucht geeft in het dreigement, dat Japan
zich zal onttrekken aan de deelneming aan
de groote tentoonstelling in San Francisco,
als het Californische wetsontwerp wet wordt
ook zouden tijdroovende onderhandelingen
moeten plaats hebben over de uitlegging van
het verdrag van 1911. De boycot van de ten
toonstelling is een dreigement, dat tegen de
Californiërs is gerichtstrijd over dc uilleg
ging van het verdrag zou voor de bondsregee-
ring niet aangenaam zijn, omdat zij daardoor
zou kunnen worden gedwongen tot de erken
ning, dat zij niet het recht had een verdrag
te sluiten, dat ingrijpt in de door de grond
wet gewaarborgde rechten van deu staat
Californië, en niet de macht bezit om zulk
een verdrag na te komen.
President Wilson had aanvankelijk beslo
ten tot eene politiek van niet-inmenging in
de huiselijke aangelegenheden van den staat
Californië. IJij had echter de hoop uitge
drukt, dat, deze staat de Unie niet door zijne
wetgeving in verlegenheid zou brengenin
dien echter Japan werd genoopt tot een pro
test, dan moest Californië zich de bepaling
herinneren, dat staatswetten, die internatio
nale verdragen raken, onderworpen zijn aan
de controle van het bondsgerechtshof. Eenige
jaren geleden heeft men reeds eenmaal een
dergelijlcen toestand gehad. Toen heeft Cali
fornië toegegeven en van dezen maatregel af
gezien. Thans echter is de maatregel doorge
gaan, die door de groote meerderheid van
do bevolking werd gewenscht. Naar beweerd
wordt, overstroomen de Japanners alle be
roepen en bedrijven, van den ruwen arbeid
tot de fijne mechaniek. In het westen be-
heerschen zij den landbouw en vooral den
tuinbouw. Tot kenschetsing van de rol, die de
Japanners vervullen in het Californische be
drijfsleven, mogen de volgende opgaven die
nen, aan de Vossische Ztg. ontleend
„Feitelijk wordt aan den Japanschen veld-
arbeider de voorkeur gegeven boven iederen
anderen arbeider op landbouwgebied. Het
dichtst wordt de Japansche bevolking aange
troffen in den omlrek van Stockton. Hier
zijn omstreeks 4000 Japansche landbouwers
gevestigd. In het noorden van Californië
leven in 't geheel 16,800 Japansche boerenin
de buurt van San Francisco hebben zich om
streeks 1200 gevestigd. De menschen houden
zich hoofdzakelijk bezig met de teelt van
vruchten, groenten en graan. Ook in Zuid-
Californië ligt de vruchten- en groententeelt
geheel in Japansche handen.
„Dc Japanners suelen echter nog op ander
gebied In Californië eene rol: als hotelhou
ders, kooplieden, wasschers en koks. De Ja
pansche kolonie in San Francisco telt meer
dan 7000 leden van deze bedrijven. Sterk ver
tegenwoordigd zijn de Japanners ook in de
Californische visscherijin Los Angelos lig
gen zeven tienden van den vischhandel in
Japansche handen."
De lial kan-oorlog.
IC o ns t a n t i n o p e 1, 1 Mei. De Oosten-
rijksche ambassadeur overhandigde heden
aan de Porte eene collectieve nota, door alle
ambassadeurs onderteekend, waarin de on
middellijke staking van de vijandelijkheden
wordt gevraagd, de aanwijzing van gemach
tigden en de bepaling van de plaals, waar zij
zullen bijeenkomen voor de onderteekening
van de vredespreliminaires op de reeds be
kende grond slagen.
Tweede telegram. De onderteeke
ning van de vredespreliminaires zal plaals
hebben in Londen. Men meent te weten, dat
de mogendheden aan het congres voor de
vredesgcmachligden het ontwerp van de pre-
liminaires zullen voorleggen, dat zij zulle*
worden uilgenoodlgd te onderleekcnen of aai;
te nemen. Deze weg is gekozen o mlangdu»
rige discussiën te beletten.
IC o n s t a n t i n o p c 1, 1 Mei. De mededco.
ling van de mogendheden aan dc Porte be
treffende de vredespreliminaires, die heden
morgen is geschied, zegt, dat, daar de bond-
genooten de grondslagen voor den vrede heb
ben aangenomen, de Porte wordt uitgenoo-
dig gemachtigden voor de onderhandelingen
aan te wijzen, de plaats van samenkomst aan
te wijzen en over te gaan tol dc demobili'
satie.
W e e n e n, 30 A p r i 1. Het wordt beves
tigd, dal om de moeielijkheden te vermijden,
die verbonden zij aan rcchtstreeksche onder
handelingen tusschen dc oorlogvoerenden
over de vredespreliminaires, dc mogendhe
den besloten aan dc Porie en aan de bondgc-
noolen 1112de te deelen een door licn opge
steld ontwerp van de prcliminaircn. Zij heb
ben er dus van afgezien eene nota te over
handigen 0111 de oorlogvoerenden uit le noo-
digen gemachtigden aan le wijzen voor de
onderhandelingen over de preliminaire. Het
initiatief voor dezen nieuwen gedragslijn is
genomen door Rusland en nog eene andere
mogendheid. De onderhandelingen duren
voort.
Saloniki, 1 Mei. Dc eerste schepen,die
S.rvische troepen uit Durazzo aanvoerden*
kwamen gisteren hier aan. De troepen werden
vlug naar Servië doorgezonden.
Konstanlinopel, 3 0 April. De Porto
heeft op de kennisgeving van Essad Pacha be
treffende de overgave van Skutari geant
woord met eene uilnoodiging 0111 de inland-
sche troepen naar huis te zenden, nu hen te
hebbon ontwapend, en de rest van de troe
pen naar Beyroet te laten vertrekken. Wan
neer het internationale eskader zich legen het
zenden naar Beyroet verzet, is aan Essad
opgedragen de troepen naar Valona le zen
den, waar zij zich zullen vereenigen met de
rest van het wcsterleger. De Porte zal naar
Valona geld en levensmiddelen zenden voor
het onderhoud van de troepen.
Konstantinopel, 30 April. Dc Tas-
variefkiar bericht, dat de grootvizier een te
legram van Essad Pacha heeft ontvangen,
berichtende, dat hij in AIcssio is aangekomett
met officieren en soldalen en plan heeft zich
naar Tirana te begeven. De snelvurende ka
nonnen cn de bagages worden direct in San
Giovanni di Mcdua ingescheept. Essad ver
klaart, dat hij instruction van dc regeering.
zal afwachten over de houding, die hij voort*
aan zal moeten in acht nemen.
Dc Porte heeft aan hare gezanten een,
rondschrijven gericht, waarin zij met allen
nadruk opkomt tegen de geruchten, d&t Es
sad Pacha in overeenstemming met de Turk-
sche regeering heeft gehandeld, en verklaart,,
dat zij zijn optreden levendig afkeurt.
Tot nadere bevestiging hiervan wordt aan
de Vossische Ztg. uit Konslanlinopel bericht,
dat Essad's Pacha's optreden in regeerings*
kringen onvoorwaardelijk veroordeeld
wordt; het wordt scherp afgekeurd, dat hi)
er naar gezocht heeft zich tc verstaan met
Montenegro. Men gelooft aanleiding te heb
ben tot de opvaling, dat achter Essad's drijr
Zwak zijn is menschelijk, vergeven is god
delijk
Een Roman van Liefde,
48 DOOR
MARIE OORELLL
„Het gaat terug tot den tijd, waarop ik u
voor hel eerst zag," vervolgde zij. „Gij her
innert u de gelegenheid misschien nauwe
lijks. Het was op den grooten „kunstavond"
in Londen, waar zulk een gedrang was, dat
honderden niet vejrder dan de trap kwamen.
Men wees mij u als een „zielkundige" en
terwijl ik nog luisterde naar hetgeen over u
werd gezegd, kwam mijn vader met u aan
zijn arm en stelde ons aan elkaar voor. Toen
ik u zag gevoelde ik, dat uw trekken mij
eenigszins bekend waren, ofschoon ik niet
kon zeggen, waar ik u te voren had ontmoet,
ik verlangde zeer u nader te leeren ken
nen. Ja, ik werd geheel door u geboeid I Gij
oefent nog dezelfde betoovering op mij
hiaar ziji verschrikt mij l"
Ik zweeg.
„Verleden nacht," vervolgde zij, „toen de
heer Santoris voor het eerst aan boord
kwam, kreeg ik den zonderlingen indruk,
dat k$ een vijand van rnij was of was ge-
Wsest, ofschoon Ik niet ko» zeggen, waar en
hoe. Dit was wat mij bang en te ziek en
zenuwachtig maakte om het uilstapje naar
Loch Coruish mede te maken. Ik wil weg
van hem! Vroeger had ik nooit zulke indruk
ken en zelfs nu terwijl ik naar u kijk,
voel ik dat er iets „geheimzinnigs" in u is
het maakt mij onrustig. Oh ik ben er ze
ker van, dat gij mij geen kwaad toewenscht
gij zijt opgeruimd en beminnelijk, inschik
kelijk en, maar ik ben bang voor ui"
„Arme Catherine 1" zeide ik heel vriende
lijk. „dat zijn slechts zenuwachtige gedach
ten 1 Ér Is van mij niets te vreezen neen,
nietsP Nu boog zij zich eensklaps naar vo
ren en nam mijn hand, mij ernstig in het ge
laat ziende. „Hoe kunt gij zoo iets mogelijk
achten?"
,yZijt gij er zeker van?" fluisterde zij. „Toen
ik u zoo even een „heldin" noemde, had ik
een flauwe herinnering aan een even blonde
vrouw als gij een vrouw, die ik scheen te
kennen, en die werkelijk een heldin wasl
Toch weet ik niet, hoe ik haar kende of waar
ik haar heb ontmoet een vrouw, die mij
om de een of andere reden hatelijk was, om
dat ik jaloersch op haar wasl Deze vreemd*
inbeeldingen hebben mij vervolgd, sinds die
Santoris aan boord is gekomen en ik heb
dr. Brayle precies verteld, wat ik gevoelde."
„En wat zeide hij?" vroeg ik.
„Hij zeide, dat alles het werk was van
Santoris, die klaarblijkelijk met de zwarte
kunst omging.
Ik sprong op.
^Laat hem dat eens tegen mij zeggen T
riep ik uit. „Laat hij het durven zeggen! En
dan zal ik hem in het gezicht zeggen, wie de
bedrieger is,"
Zij deed een schrede achterwaarts met
wijd geopende, verschrikte oogen.
„Waarom kijkt gij mij zoo aan?" zeide zij.
„Wij dooden u niet werkelijk uitgenomen
in een droom!"
Er ontstond plotseling stille tusschen ons;
iets kouds, schaduwachtigs en ontastbaars
scheen de lucht te vervullen. Wanneer door
de een of andere bovennatuurlijke werking
wij voor het oogenblik beroofd waren ge
weest van leven en beweging, omdat eeD
groote donkere wolk, zwaar van regen, lang
zaam haar weg tusschen ons had gevonden,
zou het gevoel van angstwekkende kilheid
ternauwernood grooter hebben kunnen zijn.
Spoedig sprak Catherine weer met een ge
dwongen lachje.
„Wat zeg ik dwaze dingen 1" fluisterde zij.
„Gij kunt zelf zien, dat mijn zenuwen in een
slechten toestand zijnj Ik ben geheel over
spannen 1"
Ik keek haar een oogenblik aan en dacht
over het misverstand, waarvan wij beiden
het slachtoffer schenen.
„Indien gij liever vanavond niet gaat mid
dagmalen bij den heer Santoris," zeide ik
eindelijk, „en als gij meent, dat zijn tegen
woordigheid een slechte uitwerking op u
heeft, laat ons dan een uitvlucht zoeken. Ik
wil met genoegen bij u blijven, als gij dat
verlangt"
Zij keek mij verbaasd aan.
„iGij zijt zeer onzelfzuchtig," zeide zij, „en
ik wilde, dat ik niet zoo grillig was. Het is
heel vriendelijk van u, aan te bieden bij mij
te blijven en een prettigen avond op te geven
want ik denk, dat het een pleiriar is? Gij
houdt van den heer Santoris?"
De kleur stroomde in een warmen gloed
naar mijn wangen.
„Ja," antwoordde ik mij van haar afwen
dende, „ik houd veel van hem."
„En hij houdt meer van u dan van een van
ons allen," zeide zij. „Waarlijk, ik geloof, dat
wij hem nooit op deze vreemde manier ont
moet zouden hebben, als het niet om u was."
„Wel, hoe kunt gij dat zeggen?" vroeg ik
glimlachend. „Ik heb nooit van hem gehoord,
voordat uw vader over hem sprak en ik zag
hem nooit voor dat
„Voordatvroeg zij snel.
„Voor gisterenavond," antwoordde Ik aar
zelend.
Zij keek mij vragend aan.
„Ik meende, dat gij op het punt waart te
zeggen, dat gij, evenals ik, meende hem te
voren hebben ontmoel," zeide zij. „Maar ik
zal u niet vragen uw pleizier voor mij op te
offeren en ik ben besloten naar het diner te
gaan, ofschoon dr. Brayle het niet wenscht."
„O! wenscht dr. Brayle het nietl" herhaal
de ik. „En waarom niet?"
„Wel, hij meent, dat het niet goed voor mij
zal zijn en —en hij haat het gezicht van
Santoris!"
Ik zeide niets. Zij stond op om mijn hut te
verlaten.
„(Denk niet te hard over mij!" zeide zij
smeekend, „ik heb u openhartig gezegd, pre
cies zooals ik voel en gij kunt u voorstel
len, hoe blij ik zal zijn als dat uitstapje met
het jacht een einde zal nemen."
Zij ging heen en stond enkele minuten ver
diept in gepeins. Mijn eenige gedachte was,
nu een geschikte gelegenheid te vinden on
middellijk mijn verblijf bij de Harlands te
eindigen en hun jacht bij een geschikte ge
legenheid te verlaten. Ik besloot hierover met
Santoris te spreken en er op te vertrouwen,
dat hij wel een middel zou vinden om elkaaf
niet uit het oog to verliezen, want ik gevoeld#
dat dit gebiedend noodzakelijk was. En ik'
was vervuld van trots en vreugde in het ze«
kere besef, dat ik even noodzakelijk voor hens
was, als hij voor mij.
Het was een warme, bijna drukkend*
avond; ik kon mijn serge bootcostuum veri
wisselen voor een van zachte witte Indisch*
zijde, een koeler en passender kleed voor een
diner aan Boord van een jacht, dat met zulk
een weelde als dc „Droom" was ingericht*
Mijn klein ruikertje erica stond nog mooi eq
frisch in het glas water, waarin ik het had
gezet maar heden avond, toen ik het in do
hand nam, viel het eensklaps tot een hoopje
grijze stof ineen. De plotselinge vernietiging
van iets, dat ik zoo goed als onvernietigbaar
had beschouwd, verschrikte mij een oogenblik
totdat ik bedacht, dat het kleine bosje bloe
men zijn werk toch had gedaan, zijn bood
schap gegeven zijn opdracht volbracht. Ajf
de leliën, die Santoris mij had gegeven, wa
ren eyen frisch, alsof zij zoo juist waren ge*
plukt en ik koos een er van met een knop,
tot eenig sieraad. Toen ik mij bij mijn gast
heer en zijn gezelschap in het salon voegde
keek hij mij scherp onderzoekend aan. „Ik
weet niet goed, hoe ik het met n heb", zeide
hij. „Gij ziet er heel wat jonger uit, dan toen
gij te Rothesay aan boord kwa-amt! Is het dé
zeelucht de zonneschijn of Santoris?*
Wordt vervolgd*