F L „D E E EM LAN DER". Vrijdag 2 Mei 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. IIU* Jaargang, N° 393 1' Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa Uitgevers: VALK H OFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: for 8 maanden voor Amersfoort f 1*00« Idem franco per post 1-5®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.iO# •Afzonderlijke nummers - O.O.#. Deze Courant versohynt dagelijks, bohalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en boriohten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Vaq 18 regels f 0.50. Elke rogol meorO.IO* Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodryf bestaan zoor voordeelige bepalingen tot het horhnald advortooron in dit Blad, bij abonnement^ Eone circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt 0£ aanvraag toegozondon. Kennisgevingen. Het Hoofd van het Gemeentebestuur van Amers foort, Gelet op arl. 28, alinea 6 der Woningwet; brengt ter openbare kennia, dat van af heden ge durende 4 weken op do gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage ligt een ontwerp-wijzigiug van het uitbreidingsplan der gemeente Amersfoort, vastge steld door den Raad der gemeente Amersfoort den 31. Jnli 1906, laatstelijk gewijzigd -den 31. Mei 1910. Amersfoort, den 30. April 1913. De Burgemeester voornoemd, v. RANDW1JCK. Nabetrachting over den Gemeenteraad. De agenda van de gemeenteraadszitting van Dinsdagavond was er weder eene, welke ge tuigt van den noesten ijver, waarmede op het Amersfoortsche stadhuis gearbeid wordt Wat al belangrijke zaken werden den raadsleden weder voorgelegd, en hoe doorwrocht, goed- in-elkaar-gezet en in de puntjes werd alles aangeboden! Wat 'n mooi stuk werk was het voorstel tot instelling van een grondbedrijf, met hoeveel overtuigingskracht ingekleed het voorstel tot aankoop van Oud-Leusden, hoe liks aangepakt en meteen afdoende geregeld de voorgestelde keuringsdienst voor eet- en drinkwaren, op voorstel van den heer Veis Heijn echter naar de afdeelingen verwezen; of dit raadslid hiervoor nog andere redenen had, dan hij opgaf, n.l. bestudecring van den keuringsdienst in andere gemeenten, weten Wij niet, maar wij zouden vermoeden van wel; waarom anders dit uitstel, waarmede, gezien het^ naderende zomerseizoen, toch zeker eenige maanden gemoeid zullen zijn. De pers is gemeenlijk zeer critisch aange legd, maar waar 'n gemeentebestuur zooveel voortvarendheid en zooveel werkkracht aan den dag legt, voelt de critiek wel eenigszins den grond onder de voeten wegzinken. Aan hel slot der zitting werd dan ook van ver schillende zijden aan hel gemeentebestuur en ook aan het stadhuispersoneel 'n wel ver diende hulde gebracht, welke dc heer Joris- sen zoover uitbreidde, dat enkelen er 'n poli tiek streekje achter zochten en daarom wei gerden hun stem te geven aan de motie, welke genoemd raadslid voorstelde om den Raad gelegenheid te geven z'n voldoening uit te spieken oyer de instelling van het grondbe drijf en Gedeputeerde Staten hiervan in ken nis te stellen. Wij gelooven, dat de achter docht der tegenstemmers te ver gedreven was, want indien de heer Jorissen inder daad de oppositie tegen den vorigen grondaan koop 'n strik had willen spannen, zou hij slim genoeg geweest zijn om zulks handiger aan te leggen. Tegen den aankoop van Oud-Leusden was niet de minste oppositie. Zelfs de heer van Achterbergh kon de gemeente gelukwenschen, dat zij op zoo voordeelige wijze de hand op deze terreinen had kunnen leggen. Door dezen aankoop heeft thans de gemeen te één complex gronden in eigendom, welke de stad juist aan die zijde, waar zij zich het meeste uitbreidt, in 'n halven cirkel omsluit. Het heeft moeite gekost om dit te bereiken, hevige tegenstand is overwonnen moeten worden maar het is gelukt en van de groote beteekenis hiervan moet nu wel iedereen overtuigd zijn. En zeer gering zal nog wel het getal zijn dergenen, die, goedkeurende den aankoop van Vleutbergcn en Oud-Leusden, zich nog niet kunnen vereenigen met den aan koop van de terreinen aan den Utrechtschen Weg, welke juist de middenmoot van het ge heel vormen en welker ontbreken in het ge-' meentebezit hel geheele grondbedrijf vrijwel illusie zouden maken. Bij dit punt van de agenda kwam haast van zelf de vorige grondaankoop van de terreinen aan den Utrechtschen Weg weer ter sprake, of liever werden weder zeer interessante maar even onvruchtbare schermutselingen geleverd tusschen den voorzitter en den heer van Achterbergh; later mengde ook de heer Kroes zich hierin en raakten de discussies zelfs aau het persoonlijke. Maar de voorzitter nam toen 'n wijs besluit en legde zichzelf en den debattanten het zwijgen op. 13ij het voorstel tot instelling van een grond bedrijf had de heer van Achterbergh ook reeds met den voorzitter geschermutseld maar de bedoeling van zijn tegenstand was niet recht duidelijk, mogelijk dat de herlezing van het officieele verslag ons meer licht ont steekt Dit mag echter gezegd worden, dat de heer van Achterbergh het raadslidmaatschap niet als 'n sinecure beschouwt maar van alles, wal aan z'n aandacht onderworpen wordt, nauwgezette studie maakt 'n Vrij uitvoerige discussie ontspon zich ook naar aanleiding van het voorstel tot üiigine in erfpacht van terreinen nabij Birkhoven aan de V. P. N. tot stichting van een Centraal- proeffokstation voor pluimveeteelt. Door den heer van dei* Wal, gesteund door den heer Veis Heijn, werden eenige klemmende be zwaren geopperd tegen de keuze van deze terreinen, in de onmiddellijke nabijheid van het hólel, welks logeergasten waarschijnlijk weinig gesteld zouden zijn op parfum van deze nieuwe buren en hun vroege ochtend concerten; ook wees hij op de gunstige lig ging van de terreinen voor villabouw. Weer sproken konden deze bezwaren moeielijk worden maar er werd tegenover gesteld, dat de exploitant van Birkhoven ze niet ernstig opnam, terwijl meer doorslaand was, dat voor dit proeffokstation, welks vestiging in deze gemeente van hoog belang is, geeu andere geschikte terreinen te vinden waren. De heeren van der Wal en Veis Heijn bleven ten slotte dan ook alleen slnan en zagen het voorstel van B. en W. met 16 tegen 2 stemmen aangenomen. Met graagte werd aangenomen het voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 28 Jan. jJ. tot aankoop van terreinen aan den Utr. Weg. Gelijk men weet stond deze wijzi ging in verband met het feit, dat de ver koopsier de aanvankelijk opgelegde servi tuten had laten vallen. Wegens plaatsgebrek moest deze Nabetrachting tot heden blijven liggen. Politiek Overzicht De anti-Japansche beweging in Californië. Staatssecretaris Bryan heeft met zijne zen ding naar Californië geen succes gehad; hij heeft niet kunnen verhinderen, dat de wet- genvende macht van dien staat haar voorne men heeft uitgevoerd om aan vreemdelingen, die het Amerikaansche burgerrecht niet heb ben verworven, het recht lot verkrijging van onroerend goed te ontzeggen. Het daartoe strekkende wetsontwerp is tot wet verheven. In naam is deze wet tegen allo vreemde lingen gericht, in werkelijkheid echter treft zij slechts de Aziaten en van dezen weer in zonderheid de Japanners, die het burger recht niet kunnen verwerven en dus voortaan van het bezit van onroerend goed zijn uitge sloten. De Chineezcn en Koreanen kunnen wel is waar ook geene grondeigenaars wor den, maar zij zijn niet gerechtigd tol immi gratie, al worden zij bij honderden binnen gesmokkeld. De Japanners daarentegen heb ben sedert anderhalf jaar een verdrag met de Vereenigde Staten, volgens hetwelk som mige kringen van het gele volk, geleerden, studenten en kooplieden, het recht hebben in de staten der Unie verblijf te houden en ge durende dien tijd gerechtigd zijn huizen, fabrieken en winkels te bezitten en land ie pachten. Hetzelfde recht is den Amerikanen in Japan toegestaan. Terwijl nu Japan zijner zijds wel de oude wet, die aan vreemdelin gen het grondbezit in Japan verbood, heeft gewijzigd, schijnt het er nog niet toe le zijn gekomen het besluit uit te vaardigen, dat lot uitvoering van deze wet noodig is, zoodat de Amerikanen beweren, dat zij heden nog van den Japanschen grond uilgesloten zijn en dus slechts het Japansche voorbeeld volgen door deze wet uit te vaardigen. Bovendien zegt het verdrag niet duidelijk, dat behalve buizen, fabrieken en winkels ook land in Ja- pa nsch bezit kan overgaan. Het Californische plan heeft in Japan oen storm van verontwaardiging verwekt, die zich lucht geeft in het dreigement, dat Japan zich zal onttrekken aan de deelneming aan de groote tentoonstelling in San Francisco, als het Californische wetsontwerp wet wordt ook zouden tijdroovende onderhandelingen moeten plaats hebben over de uitlegging van het verdrag van 1911. De boycot van de ten toonstelling is een dreigement, dat tegen de Californiërs is gerichtstrijd over dc uilleg ging van het verdrag zou voor de bondsregee- ring niet aangenaam zijn, omdat zij daardoor zou kunnen worden gedwongen tot de erken ning, dat zij niet het recht had een verdrag te sluiten, dat ingrijpt in de door de grond wet gewaarborgde rechten van deu staat Californië, en niet de macht bezit om zulk een verdrag na te komen. President Wilson had aanvankelijk beslo ten tot eene politiek van niet-inmenging in de huiselijke aangelegenheden van den staat Californië. IJij had echter de hoop uitge drukt, dat, deze staat de Unie niet door zijne wetgeving in verlegenheid zou brengenin dien echter Japan werd genoopt tot een pro test, dan moest Californië zich de bepaling herinneren, dat staatswetten, die internatio nale verdragen raken, onderworpen zijn aan de controle van het bondsgerechtshof. Eenige jaren geleden heeft men reeds eenmaal een dergelijlcen toestand gehad. Toen heeft Cali fornië toegegeven en van dezen maatregel af gezien. Thans echter is de maatregel doorge gaan, die door de groote meerderheid van do bevolking werd gewenscht. Naar beweerd wordt, overstroomen de Japanners alle be roepen en bedrijven, van den ruwen arbeid tot de fijne mechaniek. In het westen be- heerschen zij den landbouw en vooral den tuinbouw. Tot kenschetsing van de rol, die de Japanners vervullen in het Californische be drijfsleven, mogen de volgende opgaven die nen, aan de Vossische Ztg. ontleend „Feitelijk wordt aan den Japanschen veld- arbeider de voorkeur gegeven boven iederen anderen arbeider op landbouwgebied. Het dichtst wordt de Japansche bevolking aange troffen in den omlrek van Stockton. Hier zijn omstreeks 4000 Japansche landbouwers gevestigd. In het noorden van Californië leven in 't geheel 16,800 Japansche boerenin de buurt van San Francisco hebben zich om streeks 1200 gevestigd. De menschen houden zich hoofdzakelijk bezig met de teelt van vruchten, groenten en graan. Ook in Zuid- Californië ligt de vruchten- en groententeelt geheel in Japansche handen. „Dc Japanners suelen echter nog op ander gebied In Californië eene rol: als hotelhou ders, kooplieden, wasschers en koks. De Ja pansche kolonie in San Francisco telt meer dan 7000 leden van deze bedrijven. Sterk ver tegenwoordigd zijn de Japanners ook in de Californische visscherijin Los Angelos lig gen zeven tienden van den vischhandel in Japansche handen." De lial kan-oorlog. IC o ns t a n t i n o p e 1, 1 Mei. De Oosten- rijksche ambassadeur overhandigde heden aan de Porte eene collectieve nota, door alle ambassadeurs onderteekend, waarin de on middellijke staking van de vijandelijkheden wordt gevraagd, de aanwijzing van gemach tigden en de bepaling van de plaals, waar zij zullen bijeenkomen voor de onderteekening van de vredespreliminaires op de reeds be kende grond slagen. Tweede telegram. De onderteeke ning van de vredespreliminaires zal plaals hebben in Londen. Men meent te weten, dat de mogendheden aan het congres voor de vredesgcmachligden het ontwerp van de pre- liminaires zullen voorleggen, dat zij zulle* worden uilgenoodlgd te onderleekcnen of aai; te nemen. Deze weg is gekozen o mlangdu» rige discussiën te beletten. IC o n s t a n t i n o p c 1, 1 Mei. De mededco. ling van de mogendheden aan dc Porte be treffende de vredespreliminaires, die heden morgen is geschied, zegt, dat, daar de bond- genooten de grondslagen voor den vrede heb ben aangenomen, de Porte wordt uitgenoo- dig gemachtigden voor de onderhandelingen aan te wijzen, de plaats van samenkomst aan te wijzen en over te gaan tol dc demobili' satie. W e e n e n, 30 A p r i 1. Het wordt beves tigd, dal om de moeielijkheden te vermijden, die verbonden zij aan rcchtstreeksche onder handelingen tusschen dc oorlogvoerenden over de vredespreliminaires, dc mogendhe den besloten aan dc Porie en aan de bondgc- noolen 1112de te deelen een door licn opge steld ontwerp van de prcliminaircn. Zij heb ben er dus van afgezien eene nota te over handigen 0111 de oorlogvoerenden uit le noo- digen gemachtigden aan le wijzen voor de onderhandelingen over de preliminaire. Het initiatief voor dezen nieuwen gedragslijn is genomen door Rusland en nog eene andere mogendheid. De onderhandelingen duren voort. Saloniki, 1 Mei. Dc eerste schepen,die S.rvische troepen uit Durazzo aanvoerden* kwamen gisteren hier aan. De troepen werden vlug naar Servië doorgezonden. Konstanlinopel, 3 0 April. De Porto heeft op de kennisgeving van Essad Pacha be treffende de overgave van Skutari geant woord met eene uilnoodiging 0111 de inland- sche troepen naar huis te zenden, nu hen te hebbon ontwapend, en de rest van de troe pen naar Beyroet te laten vertrekken. Wan neer het internationale eskader zich legen het zenden naar Beyroet verzet, is aan Essad opgedragen de troepen naar Valona le zen den, waar zij zich zullen vereenigen met de rest van het wcsterleger. De Porte zal naar Valona geld en levensmiddelen zenden voor het onderhoud van de troepen. Konstantinopel, 30 April. Dc Tas- variefkiar bericht, dat de grootvizier een te legram van Essad Pacha heeft ontvangen, berichtende, dat hij in AIcssio is aangekomett met officieren en soldalen en plan heeft zich naar Tirana te begeven. De snelvurende ka nonnen cn de bagages worden direct in San Giovanni di Mcdua ingescheept. Essad ver klaart, dat hij instruction van dc regeering. zal afwachten over de houding, die hij voort* aan zal moeten in acht nemen. Dc Porte heeft aan hare gezanten een, rondschrijven gericht, waarin zij met allen nadruk opkomt tegen de geruchten, d&t Es sad Pacha in overeenstemming met de Turk- sche regeering heeft gehandeld, en verklaart,, dat zij zijn optreden levendig afkeurt. Tot nadere bevestiging hiervan wordt aan de Vossische Ztg. uit Konslanlinopel bericht, dat Essad's Pacha's optreden in regeerings* kringen onvoorwaardelijk veroordeeld wordt; het wordt scherp afgekeurd, dat hi) er naar gezocht heeft zich tc verstaan met Montenegro. Men gelooft aanleiding te heb ben tot de opvaling, dat achter Essad's drijr Zwak zijn is menschelijk, vergeven is god delijk Een Roman van Liefde, 48 DOOR MARIE OORELLL „Het gaat terug tot den tijd, waarop ik u voor hel eerst zag," vervolgde zij. „Gij her innert u de gelegenheid misschien nauwe lijks. Het was op den grooten „kunstavond" in Londen, waar zulk een gedrang was, dat honderden niet vejrder dan de trap kwamen. Men wees mij u als een „zielkundige" en terwijl ik nog luisterde naar hetgeen over u werd gezegd, kwam mijn vader met u aan zijn arm en stelde ons aan elkaar voor. Toen ik u zag gevoelde ik, dat uw trekken mij eenigszins bekend waren, ofschoon ik niet kon zeggen, waar ik u te voren had ontmoet, ik verlangde zeer u nader te leeren ken nen. Ja, ik werd geheel door u geboeid I Gij oefent nog dezelfde betoovering op mij hiaar ziji verschrikt mij l" Ik zweeg. „Verleden nacht," vervolgde zij, „toen de heer Santoris voor het eerst aan boord kwam, kreeg ik den zonderlingen indruk, dat k$ een vijand van rnij was of was ge- Wsest, ofschoon Ik niet ko» zeggen, waar en hoe. Dit was wat mij bang en te ziek en zenuwachtig maakte om het uilstapje naar Loch Coruish mede te maken. Ik wil weg van hem! Vroeger had ik nooit zulke indruk ken en zelfs nu terwijl ik naar u kijk, voel ik dat er iets „geheimzinnigs" in u is het maakt mij onrustig. Oh ik ben er ze ker van, dat gij mij geen kwaad toewenscht gij zijt opgeruimd en beminnelijk, inschik kelijk en, maar ik ben bang voor ui" „Arme Catherine 1" zeide ik heel vriende lijk. „dat zijn slechts zenuwachtige gedach ten 1 Ér Is van mij niets te vreezen neen, nietsP Nu boog zij zich eensklaps naar vo ren en nam mijn hand, mij ernstig in het ge laat ziende. „Hoe kunt gij zoo iets mogelijk achten?" ,yZijt gij er zeker van?" fluisterde zij. „Toen ik u zoo even een „heldin" noemde, had ik een flauwe herinnering aan een even blonde vrouw als gij een vrouw, die ik scheen te kennen, en die werkelijk een heldin wasl Toch weet ik niet, hoe ik haar kende of waar ik haar heb ontmoet een vrouw, die mij om de een of andere reden hatelijk was, om dat ik jaloersch op haar wasl Deze vreemd* inbeeldingen hebben mij vervolgd, sinds die Santoris aan boord is gekomen en ik heb dr. Brayle precies verteld, wat ik gevoelde." „En wat zeide hij?" vroeg ik. „Hij zeide, dat alles het werk was van Santoris, die klaarblijkelijk met de zwarte kunst omging. Ik sprong op. ^Laat hem dat eens tegen mij zeggen T riep ik uit. „Laat hij het durven zeggen! En dan zal ik hem in het gezicht zeggen, wie de bedrieger is," Zij deed een schrede achterwaarts met wijd geopende, verschrikte oogen. „Waarom kijkt gij mij zoo aan?" zeide zij. „Wij dooden u niet werkelijk uitgenomen in een droom!" Er ontstond plotseling stille tusschen ons; iets kouds, schaduwachtigs en ontastbaars scheen de lucht te vervullen. Wanneer door de een of andere bovennatuurlijke werking wij voor het oogenblik beroofd waren ge weest van leven en beweging, omdat eeD groote donkere wolk, zwaar van regen, lang zaam haar weg tusschen ons had gevonden, zou het gevoel van angstwekkende kilheid ternauwernood grooter hebben kunnen zijn. Spoedig sprak Catherine weer met een ge dwongen lachje. „Wat zeg ik dwaze dingen 1" fluisterde zij. „Gij kunt zelf zien, dat mijn zenuwen in een slechten toestand zijnj Ik ben geheel over spannen 1" Ik keek haar een oogenblik aan en dacht over het misverstand, waarvan wij beiden het slachtoffer schenen. „Indien gij liever vanavond niet gaat mid dagmalen bij den heer Santoris," zeide ik eindelijk, „en als gij meent, dat zijn tegen woordigheid een slechte uitwerking op u heeft, laat ons dan een uitvlucht zoeken. Ik wil met genoegen bij u blijven, als gij dat verlangt" Zij keek mij verbaasd aan. „iGij zijt zeer onzelfzuchtig," zeide zij, „en ik wilde, dat ik niet zoo grillig was. Het is heel vriendelijk van u, aan te bieden bij mij te blijven en een prettigen avond op te geven want ik denk, dat het een pleiriar is? Gij houdt van den heer Santoris?" De kleur stroomde in een warmen gloed naar mijn wangen. „Ja," antwoordde ik mij van haar afwen dende, „ik houd veel van hem." „En hij houdt meer van u dan van een van ons allen," zeide zij. „Waarlijk, ik geloof, dat wij hem nooit op deze vreemde manier ont moet zouden hebben, als het niet om u was." „Wel, hoe kunt gij dat zeggen?" vroeg ik glimlachend. „Ik heb nooit van hem gehoord, voordat uw vader over hem sprak en ik zag hem nooit voor dat „Voordatvroeg zij snel. „Voor gisterenavond," antwoordde Ik aar zelend. Zij keek mij vragend aan. „Ik meende, dat gij op het punt waart te zeggen, dat gij, evenals ik, meende hem te voren hebben ontmoel," zeide zij. „Maar ik zal u niet vragen uw pleizier voor mij op te offeren en ik ben besloten naar het diner te gaan, ofschoon dr. Brayle het niet wenscht." „O! wenscht dr. Brayle het nietl" herhaal de ik. „En waarom niet?" „Wel, hij meent, dat het niet goed voor mij zal zijn en —en hij haat het gezicht van Santoris!" Ik zeide niets. Zij stond op om mijn hut te verlaten. „(Denk niet te hard over mij!" zeide zij smeekend, „ik heb u openhartig gezegd, pre cies zooals ik voel en gij kunt u voorstel len, hoe blij ik zal zijn als dat uitstapje met het jacht een einde zal nemen." Zij ging heen en stond enkele minuten ver diept in gepeins. Mijn eenige gedachte was, nu een geschikte gelegenheid te vinden on middellijk mijn verblijf bij de Harlands te eindigen en hun jacht bij een geschikte ge legenheid te verlaten. Ik besloot hierover met Santoris te spreken en er op te vertrouwen, dat hij wel een middel zou vinden om elkaaf niet uit het oog to verliezen, want ik gevoeld# dat dit gebiedend noodzakelijk was. En ik' was vervuld van trots en vreugde in het ze« kere besef, dat ik even noodzakelijk voor hens was, als hij voor mij. Het was een warme, bijna drukkend* avond; ik kon mijn serge bootcostuum veri wisselen voor een van zachte witte Indisch* zijde, een koeler en passender kleed voor een diner aan Boord van een jacht, dat met zulk een weelde als dc „Droom" was ingericht* Mijn klein ruikertje erica stond nog mooi eq frisch in het glas water, waarin ik het had gezet maar heden avond, toen ik het in do hand nam, viel het eensklaps tot een hoopje grijze stof ineen. De plotselinge vernietiging van iets, dat ik zoo goed als onvernietigbaar had beschouwd, verschrikte mij een oogenblik totdat ik bedacht, dat het kleine bosje bloe men zijn werk toch had gedaan, zijn bood schap gegeven zijn opdracht volbracht. Ajf de leliën, die Santoris mij had gegeven, wa ren eyen frisch, alsof zij zoo juist waren ge* plukt en ik koos een er van met een knop, tot eenig sieraad. Toen ik mij bij mijn gast heer en zijn gezelschap in het salon voegde keek hij mij scherp onderzoekend aan. „Ik weet niet goed, hoe ik het met n heb", zeide hij. „Gij ziet er heel wat jonger uit, dan toen gij te Rothesay aan boord kwa-amt! Is het dé zeelucht de zonneschijn of Santoris?* Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1