„DE EEMLAN DER". Vrijdag 23 Mei 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. IIde Jaargang. Bureau: LITRE C H TSCH EST RAAT I. Uitgevers: VALKHOFF Co. Kennisgevingen. Politiek Overzicht. H° Sitè Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Por week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogelsf 0.50. Elko regel moor- O.IO. Dienstnanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimlo. Voor handel on bodryf bestaan zoor voordooligo bopalingon tot hot herhaald advortooron in dit Blad, bij abonncinont. Eene oirculaire, bevattoudo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Do Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken- ui3 van belanghebbenden, dat een geval van milt vuur in de gemeente Renswoude is voorgekomen. Amersfoort, 21 Mei 1913. 'Do Burgemeester voornoemd, v. RANDWÜQIC. Sa soidaienbetoosingen lagers den driejarigen ciienaitSjd in Frankrijk. De betoogingen, die in verscheidene Fran- sche garnizoenen zijn gehouden tegen het herstel van den driejarigen diensttijd, heb ben onmiskenbaar eene symptomatische be- tcekenis. Men gaat zeker ie ver, als men al te zeer nadruk legt op het revolutionaire ka rakter van deze beweging. In Toul, waar de eerste bctooging heelt plaats gehad, is ge bleken, dat de beweging was tfcrug te bren gen tot eenige verlofgangers, die met warme hoofden uil Parijs waren teruggekeerd. Het besluit van de regecring om de manschap pen, die in October naar huis dachten te gaan, onder de wapenen te lioudcn, heeft eenige heethoofden warm gemaakt. On der den invloed van anti-militaristi sche inblazingen, hebben zwakkelingen zich laten mceslecpen tot eene bc tooging, die er ernstiger uitziet, dan zij in werkelijkheid is. Aan de officieren, die op het lawaai kwamen toesnellen, hebben de muitelingen toegeroepen: „Wij hebben liever oorlog! Wij willen wel vechten, maar niet drie jaren hier blijven." IIcl is dus niet eene eigenlijke anti-militaristische belooging, die in Toul is voorgekomen. Het heeft ook niet veel moeite gekost de orde te herstellen, en ook in de plaatsen, waar hel in Toul gege ven voorbeeld navolging hééft gevonden, is het gebleven bij opslooljcs, die niet veel om het lijf hadden. Het is voor de deelnemers aan deze betoogingen wel jammer, dat zij niet allen zoo verstandig zijn geweest als de soldaten der kazerne Pépinière te Parijs, die van hun voornemen om op de Place de la République te manifesteeren terug kwamen, toen zij daar eene flinke politiemacht ge posteerd zagen, en met stille trom weer af trokken. Nu moeten zij de gevolgen dragen on die zijn, zooals uit de mededeelingen om trent de wegens liet te Toul gebeurde opge iegde straffen blijkt, voor de betrokken per sonen nogal ernstig. Deze bewegingen verdienen intusschen de aandacht, omdat zij eene waarschuwing be vallen, dat de verzwaring van lasten, die het herstel van den driejarigen diensttijd zal brengen, niet zonder meer wordt opgevat als iets wat men moet dragen, als zijnde door den plicht der vaderlandsliefde opge legd. Men ziet er uit, dat, als dit wetsvoor stel wet wordt, zal moeten worden gerekend met eene groote ontstemming onder de man schappen, die nu hun tijd uitdienen en die verwachtten, toen zij in dienst kwamen, na twee jaren te zullen worden ontslagen. De bekende anti-militarist Gu stave Hervé voor spelt in de Guerre Sociale, dat men van die ontstemming nog meer vruchten zal zien; hij schrijft: „Het volk wil noch den driejarigen dienst, noch dien van 30 of 28 maanden. Toul, Belfort en Reuilly vormen de eerste waar schuwingen. Laat ons de maand September afwachten, het tijdstip waarop de lichting naar huis zou worden gezonden. ALs er dan niet in alle kazernes oproeren of duizenden desertién voorkomen, dan wil ik gedeco reerd worden." Mogelijk zal men niet |tol September behoe ven te wachten om den indruk te hespeuren die door deze soldalenbetoogingen is teweeg gebracht. De regeering heeft hot verlangen uitgedrukt, dat de bij de Kamer aanhangige wetsvoordracht tot herstel van den dric-jari- geu diensttijd zoo spoedig mogelijk aan de orde zal worden gesteld. Daaraan zal wel niet vreemd zijn de overweging, dat eene spoedige beslissing wensclieiijk is om te verhoeden, dat dc (beweging een gevaarlijker omvang krijgt. De debatten in dc Kamer zullen dus spoedig beginnen. Dan zal men kunnen zien, of het gebeurde der laatste dagen de oppositie tegen de rcgceringsvoordrachl heeft versterkt. Die oppositie kan nu reeds eene grocjte kracht ontwikkelen; in het votum, waarbij het regee- ringslicsluit werd goedgekeurd om de nu in dienst zijnde lichting na October on der dc wapenen te houdenbrachten de tegenstanders 240 stemmen uift. Wai dezen willen in tegenstelling tot het rc- goeringsontwerp, heeft de gewezen minister president Caillaux in eene rede doen kennen Ilij erkent, daJt de internationale toestand nieuwe plichten schept, waaraan moet .vor- den voldaan ,door het gebouw van de mili taire organisatie te voltooien, steunende op de gewapende natie, niet op het beroepsh? ger. Wanneer eene andere natie, wier klim mend.! bevolking die van Frankrijk reeds overtreft, den weg opgaat naar een beroeps- leger, dan volgt daaruit niot, dat Frankrijk haar moei copieeren. De heer Caillaux ver langt maatregelen om de stipte inachtneming van de wc|t van 1905 te verzekeren, de reser- ven te verbeteren en te oefenen, de militaire voorbereiding te organiseeren, de versterkin gen in liet oosten uit te breiden, de strategi sche lijnen te vermeerderen, de bezoldiging van de officieren te verbeteren en de kaders te versterken. Ilij betreurt, dat géén enke le van deze hervormingen is verwezenlijkt eo dat men zich heeft bepaald lot een plan om den actieven dienst met een jaar te verlen gen, hetgeen neerkomt op eene verzwaring van lasten en eene vermindering van het pro ductievermogen. Er wordt dus tegenover hel regcerings-' voorstel een ander stelsel gesteld. De Kamer zal daarover uitspraak hebben te doen. De ISalkan-oorlog. Londen, 22 Mei. Reuter verneemt, dat men uitmuntende vorderingen maakt naar den vrede. Er liebhen nieuwe conferenliën plaats gehad Uisschen de gedelegeerden van dc Balkanstaten en van Turkije om de grondslagen te vinden voor de voorwaarden van hel vredesverdrag. Men gelooft niet, dat dc Turksche gedelegeerden zich ernstig zul len verzetten tegen de inzichten van de bond- genoolen, en liet is waarschijnlijk, dat Euro pa zich niet zal verzetten tegen de voorge stelde wijzigingen. Alle missiën, die de bond- genooten vertegenwoordigen, hebben eene conferentie op heden bepaald, om den toe stand te bekijken uit liet oogpunt van de ge beurtenissen der laatste dagen. Men doet ook uitkomen, dat de mogendheden de voorstel len aannemen betreffende de kwestiën, die in zonderheid Servië betreffen, dat geheel be vredigd is door deze verklaring. De datum van de officieele bijeenkomst der gedelegeer den is nog niet bepaald, maar het schijnt waarschijnlijk te zijn dat een besluit hierover zal worden genomen over eenige dagen. Londen, 22 Mei. Reuter verneemt, dat het antwoord van de mogendheden op de mcdedeeliiig van de door de Balkanbondge- nooten in het vredesverdrag voorgestelde wij zigingen aldus luidt: De mogendheden, van oordeel z-ijnde dat een discussie over wijzi gingen in het verdrag tot uitstel zou leiden, drukken de hoop uit, dat Turkije en dc bondgenooten zoo spoedig mogelijk tot een accoord zullen komen betreffende bet slui ten van den vrede. Met betrekking tot de bevoegdheid van dc gedelegeerden der Balkanstaten op de Parij- sclie conferentie verneemt Reuter, dat in de zaken, die dc bondgenooten rechtstreeks be treffen, liunne gedelegeerden op gelijken voet zullen staan met de vertegenwoordigers der mogendheden. In kwestiën echter, die uil-' sluitend dc mogendheden en Turkije aangaan, zooals liet bestuur van de Turksche schuld, zullen dc functiën van de Balkan-gedelegeer den van zuiver raadgevenden aard zijn. Over den stand van de vredesonderhande lingen wordt uit Londen aan de Temps be richt, dat in de diplomatioke kringen de in druk algemeen is, dat de gevolmachtigden van de Balkan-bondgenooten niet zullen dra len de vredespreliminaircs te ondcrtceke- neu, maar dat het aan hen voorgelegde ont- wcrp-Yerdrag op verscheidene punten zal moeten worden gewijzigd. Wat de Turksch-Bulgaarschc grens van Enos naar Midia betreft, moet de kwestie niet zoo eenvoudig zijn als men in Sofia zou kunnen meencn. Turkije lieeft er wel in toe gestemd, de definitieve regeling van dit punt aan eene internationale commissie over te laten; maar het schijnt niet geneigd te zijn de nadere omschrijving van de grenslijn, die de Bulgaren verlangen, onmiddellijk te aan vaarden. De uit Belgrado geseinde reserves hebben voornamelijk betrekicing op de waarborgen, die Servië verlangt, dat het besluit van de gezanten-conferentie, dat Servië eene haven aan de Adriatische zee en een spoorweg door Albanië heen zal krijgen, van afdoende aard zullen zijn. Servië staat er niet op, dat deze zaken reeds in hel preliminair vredesver drag moeten zijn opgenomen; maar het wenscht, dat zij in het definitieve verdrag behandeld en ook in liet Albaneesche statuut begrepen zullen zijn. Naar verluidt, heeft Sir Edward Grey reeds geruststellende verzeke ringen gegeven, dat de besluiten van de mo gendheden bindend zijn en geen verderen waarborg behoeven, en dat de lioop blijft bestaan, dat in het Albaneesche statuut oan deze eiselien voldoening zal worden ver schaft. Sofia, 22 Mei. Bevoegde kringen ver klaren de berichten betreffende fantastische verliezen bij de Grieksch-Dulgaursclic inci denten to Pravitcha voor onjuist cn tenden tieus. De Bulgaren hadden een honderdtal ilooden en gewonden. Men gelooft, dat dc Grieksche verliezen ongeveer 300 beliepen. Uil Sofia, wordt aan dc Vossisciic Ztg. be richt, dat de opvatting, dat dc Scrvisch-Bul- gaarsche betrekkingen in den laatsten lijd ver bcterd zijn, voorbarig blijkt te zijn. Integen deel zijn er zelfs aanwijzingen waamecm- baaii, die duiden op een heimelijke Grieksch- Servischo verstandhouding tegen Bulgarije. Anders zou het onverklaarbaar zijn, waar om de Grieken 't verlangen hebben kenbaar gemaakt dal aan de Grieksch-Bulgaarschc on derhandelingen over do verdecling van de landstreken, die in geschil zijn, ook een Servisch vertegenwoordiger zal deelnemen. Athene, 22 Mei. Heden vielen de Bul garen op de gcheele linie Voultsiehla— Ivotsaki de Grieken aan. Het hevige gevecht duurde den ganschen dag. De uitslag is onbekend. Over de toekomstige verhouding lussehen Servië en Montenegro, geeft dc pers te Bel grado verklaringen, van den Montenegrijn- schen minister Derljewics, die een maand lang in Belgrado lieeft vertoefd. Zij bevesti gen, hoewel in gereservccrden vorm, dat er tussohen Scïiïe staten onderhandelingen zijn gevoerd, waarbij het streven voorzat, om tot eene unie te komen, cn dat de oplossing, die dc Skulari-kwestie thans heeft gekregen, of schoon in het nadeel van dc beide landen, aan dit streven geen afbreuk lieeft gedaan, zoodat men misschien reeds in dc allernaas te toekomst tastbare resultaten van deze be moeiingen zal zien. Rome, 22 Mei. De Messagero bericht uit Durazzo: Manschappen van het Ooslcnrijkschc schip Aspern en officieren cn onderofficieren van het Italiaansche schip Ferruccio zijn aan land gegaan om eene wandeling te doen. Aan den anderen kant zegt de Messagero, dat d plannen van Essad Pacha geheimzinnig blij ven. Duitschland. Berlijn, 2 2 Mei. Heden voormiddag kwamen de hertog en de hertogin yan Cum berland met prinses Olga van hel Anhalter Bahnliof, waar het Keizerpaar, -dc prinsen en prinsessen en talrijke dignitarissen lot liunne ontvangst aanwezig waren. Na een hartelijke begroeting begaven de vorstelijke personen zich onder militair escorto naar liet koninklijke slot. Het is mooi weer. Om kwart voor twaalf kwam de keizer van Rusland aan het Anhalter Bahnliof. Hij werd door den keizer, den kroonprins, de prinsen en een groot gevolg ontvangen. Op de tocht naar het koninklijke slot ontving liij dezelfde eerbewijzen, die gisteren aan den koning var^ Engeland waren gebracht. Bi[ zijne komst in liet slot werd de Czaar ontvangen door de keizerin, de kroonprinses, dc prinsessen enz. De Czaar nam zijn intrek in het slot. Berlijn, 2 2 Mei. Hedenavond werd een gala-maaltijd gegeven in de witte zaal van liet slot, waartoe talrijke uilnoodigingen wa ren uitgegaan. Onder dc gasten merkte men op de ambassadeurs Goschen, prins Lick- nowski, Swerbejew en graaf Pourlalès, den, stadhouder van Elzas-Lolhariugen graaf Wc* del, den opperburgemeester van Berlijn Wer- mutli, liet corps diplomatique en do voorzit* ters van de parlementen. Dc Keizer leidde dc Koningin van Engeland op, de Koning van Engeland, de Keizerin, de Czaar groothertogin Louise van Baden, de hertog van Cumberland de kroonprinses, dc kroonprins de hertogin van Cumberland. Aan tafel had bet bruidspaar de ©ereplaats voor den troonbaldnkijn. Met de huwelijksverbintenis, die morgen ge sloten wordt lussehen prinses Victoria Louise van Pruisen en prins Ernst August van Bruns- wijk-Lüneburg, wordt dc verzoening lussehen het Welfenhuis cn liet huis Hohenzollern be zegeld. Men moet anderhalve eeuw teruggaan om een huwelijk vernield te vinden tusschcn leden van deze beide geslachten. Vroeger ech ter kwamen dergelijke huwelijken veelvuldig voor. In dc Vossisciic Ztg. vinden wij er acht tien vermeld. Daarvan vallen twee in de 15e eeuw. Den 31cn Mei 1122 trouwde prinses Cecilia, dochter van den eersten keurvorst Friedrich I van Brandenburg, met Wilhelm I, bijgenaamd „de Zegevierende'hertog van Bruuswijk. Hare zuster, prinses Magdalene, trad den lGen September 1430 in hel huwelijk met Fricdricli den vrome, hertog van Bruns- wijk-Lüneburg. De eerste Koning van Pruisen, Friedrich 1, trouwde den 8en October 1G8-1 als keurprins van Brandenburg mei Sophie Charlotte, doch ter van hertog Ernst August van Brunswijlc- Lüncburg, den lalcren keurvorst van Hanno ver, cn Sophie van de Pfalz, van v?ie de En- gelsclie Koningen afstammen. Eene kleindoch ter van dit echtpaar: Sophie Dorothea, doch ter van Koning George I van Groot-Brit tan nic, uit het huis Brunswijk-Hannover cn Sophie Dorothea van Brunswijk-Bevern, werd de tweede Koningin van Pruisen cn moeder van Fredcrik den groote. Frcderik de groote zelf trouwde den 12cn Juni 1733 met Elisabeth Christine, dochter van hertog Ferdinand Albert II van Brunswijk-Bevern cn Wolffen- büttci. Een broeder van Fredcrik den groote, prins August Wilhelm, trouwde de zuster van de gemalin van den grooten Koning, prinses Louise Amalia van Brunswijk-Bevern, den Gen Januari 1742. Uit dit huwelijk is Koning Friedrich Wilhelm II gesproten, die als prins van Pruisen den 12en Juli 1765 getrouwd is met Elisabeth Christine, dochter van hertog Carl van Brunswijk-Wolffcnbuttcl en prinses Philippine Charlotte van Pruisen. Het huwelijk, dat morgen zal worden ge sloten, is de negentiende van de echtverbinte nissen tusschcn de huizen Hohenzollern eir' Brunswijk. België. Brussel, 2 2 M c i. De Kamer behandelde lieden de imterpcllatiën over 'de verdediging van Belgisch Luxemburg en van de streek lussehen Sambrc en Maas. De minister-pre sident, tevens minister van oorlog, verklaar de, dat de regecring, toen zij vernam dat men in liet buitenland groote toebereidselen maakt bij dc Belgische grens, de nieuwe mili- tiewet had voorgesteld. „Ik weet niet welke de meest bedreigde provinciën zijn; maar Luxemburg is dat niet Luxemburg kan slechts door een in massa opgeroepen- leger verdedigd worden, want hel zal blootgesteld zij n aan massa-aanvullen. Wijl Een Boninn van Liefde, 65 DOOR MARIE CORELLL „Wordt u in dc kerken niet hetzelfde ge leerd?" viel ik haar in dc rede. Zij keek verschrikt op. „O ja, maar daar denkt men nooit ern stig over na. Ge weet dat, wanneer wij daar werkelijk ernstig over nadachten, wij nooit zouden kunnen leven zooals wij doen. Men gaat naar dc kerk omdat het zoo hoort omdat het fatsoenlijk is; maar verbeeld u eens, dat we tegen een predikant zouden zeggen, dat indien een ziel „onsterfelijk" is, het er logisch uit volgt, dat zij altijd bestaan nioet hebben en altijd zal blijven bestaan! hij zou zeggen dat gij „niet orthodox'' was. Baar begint al het verwarrende cn de tegen strijdigheid daarom geloof ik in 't geheel hiel aan een ziel." „Weet ge zeker, dat gc dat niet doet?" ?roeg ik met nadruk. Zij zweeg. Toon barstte zij plotseling uit: „"Welnu; ik wil er niet in gelooven, ik wil er niet over denken! Liever niet! Het is ver- -Sobrikkelijk! Indien een ziel nooit gestorven ts en nooit sterven zal, moet haar herinne- '^h^jslnst ontzaglijk! vreeselijk zijn! geen hel 'Wii erger kunnen ztfn!" ,/Maar indien het nu eens schoone en ge lukkige herinneringen zijn?" opperde ik. Zij huiverde. „Dat zou niet kunnen. Wij falen allen in eenig opzicht." Dat was maar al tc waar, cn ik zeide er niets op. „Ik voel," ging zij aarzelend voort, „dat ge ons verlaat 0111 naar een nog onontdekt land te gaan cn dat ge een gebied van denken en handelen zult bereiken, waarboe wij niet zullen kunnen opstijgen. Ik geloof niet, dat mij dit spijt. 11: ben niet een derzulken, die wenschen te stijgen. Ik zou volkomen tevre den zijn een paar jaar in een staat van matig geluk te leven en dan in de vergetelheid te verzinken en ik geloof, dat de meeste men- schen zijn zooals ik." „Zeer weinig eerzuchtig!'' zeidc ik glim lachend. „Ja dat is liet ook maar men krijgt er genoeg van. Genoeg van mensehen en dingen ik tenminste. Nu, die Santoris Ondanks mij zelf voelde ik, dat ik bloosde. „Nu? Wat is er van hem?" vroeg ik luch tig. „Och, ik kan mij begrijpen, dat hij altijd geleefd lieeft!" en zij zag mij met een ver schrikte uitdrukking aan. „Oneindig, werk zaam, eeuwigdurend levend! Ilij schijnt zelfs heerschappij te voeren over de lucht! Ik ben bang voor hem yreeselijk bang! Het is voor mij een verlichting te welen, dat hij cn zijn vreemd jacht weg zijn!" „Maar, Catherine," waagde ik te zeggen, „het jacht was inderdaad niet „vreemd", het werd alleen in beweging gebracht door een andere toepassing van electricileit dan die de wereld tegenwoordig kent. Ge zoudt hel niet „vreemd" noemen als de ontdekking door den heer Santoris gedaan algemeen aangenomen was?" Zij zuchtte. „Misschien niet! Maar op dit oogenblik schijnt het mij een soort duivelskunst toe. In ieder geval ben ik blij, dal hij weg is. U spijt het, denk ik?" „In zekeren zin, ja," antwoordde ik kalm, „ik vond hem zeer vriendelijk en prettig en beleefd niemand kon een beter gastheer of aangenamer gezelschap zijn. En ik heb zeker niets „duivels" in hem gezien. Wat die ju- weelen ketting betreft, er zijn zooveel zooge naamde „gedachte-lezers" die hel bestaan ervan ontdekt zoudei^ kunnen hebben en er evenveel van hadden kunnen vertellen als hij...." Zij uitte een zacklen kreet. „Om 's He mels wil, spreek er niet vanl" Zij verborg haar gelaat in haar kussen en ik wachtte zwijgend tot zij zich hersteld had. Toen zij mij weer aanzag, zeide zij: „Ik ben nog niet wel ik kan niet veel hebben. Ik wil alleen maar, dat ge weel voor ge weggaat dat ik u geen onvriendelijke gevoelens toedraag, het schijnt dat dc din gen mij dien kant uitdrijven, maar ik doe het inderdaad niet! ge wilt mij locli wel gelooven?" „Zeker!" zeide ik ernstig. „Lieve Catherine, tob daar niet over! Die indrukken zullen wel weer voorbijgaan." „Dat hoop ik!" zeide zij. „Ik zal trachten tc vergeten! En gij denkt ge dat ge den heer Santoris weer zult onlmoeten?" Ik aarzelde. pik weet het niet." ..Gij schijnt u op de een of andere manier tot elkaar aangetrokkken te gevoelen," ging zij voort. „En ik geloof, dat ge' 't zelfde ge looft. Voor mij zijn dat vreeselijkc dingen, erger dan barbaarschlicidl" Ik zag haar aan met al het medelijden, dat ik voor haar gevoelde. Waarom? Omdat wij gelooven dat God niets is dan liefde en tee- derheid en rechtvaardigheid omdat wij denken, dat hij het leven niet geschapen heeft om slechts in den dood te eindigen? omdat wij er zeker van zijn, dat hij niet wil dat iets verloren gaat, zelfs geen gedachte, en niets onbeloond zal blijven, hetzij goed of kwaad? Dit is toch zeker geen barbaarsch geloof?" ^Een eigenaardige blik kwam in haar oogen. „Indien ik iets geloofde," zeide zij, „zou ik liever orthodox zijn en in den Zondenval en de Verzoening gelooven." „Dan zoudt ge uitgaan van het denkbeeld dat de verheven cn alwijze Schepper geen volmaakt werk kan maken!" zeide ik. „En dat Hij verplicht was een plan te bedenken om zijn eigen fout tc herstellen. Catherine wanneer je van barbaarschheid spreekt, is dit hel meest barbaarsche geloof van allen!" Zij staarde mij verwonderd aan. „Ge zoudt door zulk een redeneering uit elke Christelijke kerk verdreven wordenl" zeide zij. „Wel mogelijk!" antwoordde ik kalm, „maar ik zou niet uit Gods Heelal verdreven worden of kunnen worden, noch zou Hij de eeuwige liefde en aanbidding mijner ziel verwerpen, dat weet ik zeker!" Er was stilte tusschen ons. Toen hoorde ik haar snikken. Ik sloeg mijn arm om haar heen, cn zij legde haar hoofd op mijn schou der. „Ik wou, dat ik 't zoo kon voelen als gij," fluisterde zij. „Gc moet heel gelukkig zijn] In uw oogen is de wereld heel schoon en natuurlijk zal zij volgens uw idee mooi blij ven cn zelfs de dood zal alleen tot u ko-. men als een overgang tot een ander leven. Maar ge moet niet gelooven, dat iemand u ooit zal begrijpen of gelooven of volgen de menschen zullen alleen denken dal ga gok bent, of de dupe van uw eigen dwaze' verbeelding!" Ik glimlachte, terwijl ik haar kussen op schudde en haar weer zachtkcns neerlegde. „Daar kan ik wel tegen!" zeidc ik. „Wam neer iemand, die in dc duisternis verdwaald is mij bespot, omdat ik het licht gevonden heb, kan mij dat niet schelen!'' Daarna spraken wij niet veel meer en toen ik haar goedennacht zeide, nam ik meteen afscheid, daar ik wist, dat ik hel jacht vroeg in den morgen moest verlaten. Het overige van den tijd, die mij nog rostic bracht ik door in gesprek met den lieer Har-} land, terwijl ik voortdurend over alledaag- sche onderwerpen sprak. Het scheen hon^ echt te spijten, dat ik besloten was te gaan, en als hij mij had kunnen overhalen nog een1 paar dagen langer aan boord te blijven, weet ik zeker, dat hij blij geweest zou zijn. „Ik zat u morgen wegbrengen," zeide hij, ,yEn geloof mij, dal ik u zeer zal missen. Wij zijn het op sommige punten niet eens maar. ik mag u toch lijden." „Dat is tenminste iels!" zeidc ik vroolijk, „Hot zou nooit gaan als we het allen eens waren!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1