H°. 314 II<le Ji argansg. Woensdag 28 Mei 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. Het Eeuwige Leven. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. - j, DE E EM LAN DER' Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00* Idem franco por post - 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant vorsohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertonties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.50. Elko regol moer- 0.10, Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbotaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handol en bodryt bestaan zoor voordooligo bepalingen tot hot horhaald advortooron in dit Blad, bij abonnomont. Eone circulairo, bovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toogozonden. Nabetrachting over den Clenieenteraad. Het ls waarlijk geen pretje op 'n heerlij ken lenteavond 'n ra-ads vergadierkig te moe ten bij women in de zwoele atmosfeer van helt vertrekje, da't m stadhuistaal publieke trii- bune heet. Maar zoodra er 'n onderwerp In bespreking komt, dat de volle aandacht ver- eischt, vergoot mem. at spoedig dat leed. en heeft slechts oor voor het gesproketne. En zoo'n onderwerp was er gisteravond. De agenda zelf, welke weinig sbof toit pra ten gaf, al bevaitte zij eenige belangrijke pun- tea», werd in heit bekende tempo afgehan deld. Bij punt 20, den keiLnirgadiierst, werd het woord alleen gevoerd door don heer Veis Heijn, op wens verzoek het voorstel de vorige koor naar do af doelingen verwe zen was. Het afdeelingsonderzoiek had ddt raadslid volkomen bevredigd en hij bracht B. en W. nu hulde, levens z'n instemming betuigende, dat deze keuriingsdiensl niet zoo als im enkele andere gomeonben beperkt is tot opsporing van voor de gezondheid scha delijke artikelen maar zich in het algemeen keert tegen alles, wat ondeugdelijk is. Belangrijk, zij liet ook ail woei* geen stof ioi discussie gevond, was ook hot laatste punt der agenda, het voorstel tot grond- verkoop aan de Barcbman Wuytierslaan aan de gebroeders Ruitenberg, die daar 6 nieu we villa's willen doen verrijzen. Hot is zeker roden .tot verheugenis, dat zoo spoedig vds gegadigden zich opdoen voor de zoo *oHt geledon door de gemeente aangekochte lerreaimen. In den regel is het de groote kumsjt om de eerste schapen over den dam te krijgen en ziet wij wenschen de ver- elijking natuurlijk niet al te letterlijk o.pgc- ^'l te zi'en nu komen de schapen al van zen. Bij de rondvraag werd door deoi heer Eysimk 'n zeer ernstig en pijnlijk feit aange roerd, dat nog veel slof zal opwerpen, In dien er rtiot alsnog 'ïv bevredigende oplos sing gevonden rnooht worden, waartoe alle hoop nog niet geheel uitgesloten schijnt te zijn. ■De heer Eysimk zeide bij gerucht vernomen, te hebben, dat 'n groot huiseigenaar 400 per- cceLon aangesloten had bij de UfrecJrtscho Waterleiding, nadat de andeu-handedlngen met de gemeen te-waterledding afgesprongen waren. Spr. vroeg, of B. en W. omtrent die voor de gemeente zeker hoogst ernstige zaak aan den Raad ook nadere inlichting-en kon den geven. Deze geruchtmakende zaak was reeds vrij! algemeen bekend In de stad en werd met te meer verbazing vernomen, omdat de huis eigenaar, die aldus de gemeente-waterlei ding ettelijke honderden aansluitingen deed verhezen'n raadslid was, dfc heer Man Acbterbergh. Zooi der ling, ja ongelooflijk kwam heit me nigeen voor, dat 'n raadslid, wiens eerste plicht be>t is de belangen der gemeente voor te staan en die medegewerkt heeft aan de idtsla/nklkoiniing van de gömeente-waterlei ding, zoo maar eventjes 400 perceelen gihg aansluiten aan de coaicurrewbe particuliere waJ beril aiding, door welke aansluitingen niet alleen deze laiatste in staat gesteld werd de ooncurrontie vol te houden, mjaar ook voor de gemeen te-waterleiding wij wel onmoge lijk gemaakt werd de gunstige resultaten op te leveren, waarop gerakend werd en» welke zoo dringend noodig zijn. Wij zeggen, dikt maat menigeen ongeloofe- lijk toegeseharaen hebben en de vraag bob ben doen rijzen: „tbaflt wellicht een deel der schuld ook de gemeenlei zolf, welke aan, deze aansluitingen misschien moedclijkheden in eïan we>g gelegd heeft?" Wij vermoeden, dal die heer Ei'sirtk hierop doelde bij zijn in terpoli aitlie. De wethouder van openbare werken, de heer Van Duynen, deelde die heele geschie denis van het geval moe. De aanvrage ia aanhangig gemaakt in hot eind van *t vorige jaar en beeft geleid tcvt uitvoerige correspon dentie, waarbij men niet tel overeenstem ming kwam. Daarop heefl de directeur der waterleiding den lieer v. Achterbergh uitge- noodigd lot 'n mondelinge bespreking in te genwoordigheid van den wethouder, welke bespreking, naar de directeur schroef, onge twijfeld „bevorderlijk zou zijoi voor een gun stige beslissing." Jammer gerfoieg ging do heer v. A. hier niet op in, doch antwoordde, dat hij er de voorkeur a-aai gaf de zaak schriftelijk te behandclon en verzocht daar om antwoord per brief op z)n vorig schrij ven. Dat de omderhaindeLingan toen verder schriftelijk gevoerd zijn, vertelde de wet houder niet maar kan hieruit afgeleid wor den, dat hij, voorstelde het heele dossier ter inzage van de raadsleden te leggen. In elk geval heeft de heer v. A. nimmer op spoed aangedrongen; integendeel, hij legde er den nadruk op, dat aansluiting volstrekt niet noodzakelijk was, daar de perceelen van goed drinkwater voorzien werden. Daarom had het den wethouder zoo buitengewoon verbaasd te vernemen, dat de heer v. A. nu plotseling met de Utrechtsdie waterleiding 'n contract gesloten had. De wethouder wees er ook op, dat geheel ten onrechte de lieer v. A. mol het vooropgezette denkbeeld rond liep, als zou de gemeente tegenover hem niet tot de minste inschikkelijkheid bereid zijn,. Van liet gebeurde nam de wethouder overigens alle verantwoordelijkheid op zich. Dat noch B. on W., ryoeh den wethouder van 0. \V. eenig verwijt kon troffen niet vóór alles het bolang der gemeente voor oiogen gehad te hebben en waar het hier 'n levensbeiainjg voor de waterleiding betrof, vam geen inschikkelijkheid te hebben willen weten, zullen wel zeer weinigen veronder steld hebban; en Mie nog in twijfel mocht verkeeren, zal daarvan wel genezen zijn, tean de voorzitter meedeelde alsnog stappen te willen daan om zoo mogelijk de onder handelingen nog tot 'n gunstig resultaat to brengen, indien althans waar mocht zijn, wait de heer Ivonimg vernomen had, dat nl. de heer v. A. nog geen contract afgesloten had. De voorzitter meende wel is waar begrepen te hebben, dat het contract reeds was getce- kenid, doch de heer Leinweber verzekerde deux vooigen avond van den heer v. A. var- nomen te hebben, dla't deze nog niet golee- kend had. JindlÜejn dit inderdaad het geval mocht zijn, hopen wij, dat de heer van AdhiLerbergh 'in even ruim standpunt zal Innemen en indien hot mi-et tc laat is nog tot inkeer zal komen. De heer Van dei* Wal opperde ten sLoltte bij die Hond vraag het denkbeeld om de wan delpaden op Birkhoven voor wielrijders te verbieden. Dat zou jammer zijn. Ecux van de grootste aantrekkelijkheden vaar Barkhoven is juist, dait uien er fietsen mag en wegens den afstand Man de stad is het a ami tal wiel rijders er dan ook wel zoo groot als het aantal wandelaars. Wij geloovcn dus niet, da(t de gemeente het zal bestaan om de wan delpaden voor fietsiers te verbieden. Politiek Overzicht De Balkanbondgenooten onderling. In het bericht, dat Reuter gegeven heeft van de gezanlenconferentie van verleden Maandag, wordt met nadruk verzekerd, dal het verlangen algemeen is, dat de vredesprc- liminaires vlug en zonder veranderingen on- derteekend worden. In tegenstelling hierme de duiden de berichten over de onderlinge verhoudiug van de Balkan-bondgenooten op eene alles behalve vredelievende stemming. iDe twist over de verdeeling van den aan de luiken ontnomen buit neemt steeds beden kelijker vormen aan. Ieder van de drie twis tende broeders, waarbij Montenegro nog komt als no. 4, wil voor zich zooveel mogelijk hebben en gunt aan de anderen zoo weinig mogelijk. Die onderlinge naijver doet zich op steeds krasser wijze gelden. Iloe gevaarlijk do tegenwoordig etoestand is, bewijzen de ge vechten die de troepen, die in den strijd le gen Turkije naast elkaar hebben gestreden, nu aan elkander leveren. De strijd van de vorige weck aan de Anghista rivier, waarin de Grieksche en de Bulgaarsche troepen el kaar met geweren en kanonnen hebben aan gevallen, is niet de eerste, waarin de bondge- nooten tegen elkaar in het vuur stonden. Reeds voor cenige maanden hebben ernstige gevechten plaats gehad; de stemming tusschcn de legers van de bondgenooten is de slechtst denkbare, en iedere dag, die de troepen in hunne tegenwoordige sterkte bij elkaar houdt, verscherpt het gevaar, dat er incidenten zul len gebeuren, M'aarover men niet meer kan heenkomen. De naijver lusschen de troepen en de moeilijke vraag der vcrdceling van het veroverde gebied hebben cene van onweer zwangere atmosfeer doen ontslaan, die maar al te gemakkelijk tot ontladingen kan leiden. Een geluk bij het ongeluk is, dat deze broe dertwist Europa betrekkelijk koud kan laten. Wanneer de voormalige bondgenooten tegen elkaar van leer trekken, dan is ei alle reden om te venvachten, dat deze strijd geene kringen zal trekken, die gaan buiten het ge bied van het Balkan-schiereiland. Deze twis ten in den zuid-oosthoek van Europa, raken het overgroote deel van ons werelddeel slechts zijdelings en men kan dus volkomen kalm, als belangstellend toeschouwer, dezen broeder twist gadeslaan. Het ontbreekt daarbij niet aan bijzonderheden, die inderdaad belangstel ling verdienen. Zoo b.v. wat de wijze be treft, waarop men tracht vasten voet te krij gen in liet gebied, dat men voor zich wil win nen. Het gaat daarbij soms zeer eigenaardig toe. Den Serven b.v. is het zeer onaangenaam, dat Russische geleerden van naam, die Mace donië bezocht hebben, overeenstemmend na druk leggen op den overwegend Bulgaarschen aard van de plattelandsbevolking. Dal geldt ook van streken, waar de Serven zich de grootste moeite geven zich thuis te voelen als in Servisch land. Hoe zij dat aanleggen, ver haalt een Grieksch blad, de Embros, aldus: „Gaandeweg krijgt onze stad er is hier sprake van Monaslir een Servisch gezicht. Op de benoeming van een militairen gouver neur en een prefect volgde de instelling van gemeenteraden, rechtbanken en verdere be stuursorganen. Daarin wordt het Servische ele ment bevoorrecht, zonder te letten op leeftijd en ondervinding. De Servische taal is tot de officieele taal verklaard. Het verleden heeft opgehouden van belang te zijn. Het tabaks monopolie, waarmee zoovele belangen van het Europeesche kapitaal verbonden zijn, is afge schaft; wij moeten de dure Servische tabak rooken. De stad is door Servische advocaten en ambtenaren overstroomd. Er zijn twee ambtenaren van de Servische bank aangeko men, die voor twee jaren een gebouw voor de bank hebben gehuurd. De straten hebben Servische namen gekregen; er zal eene leening gesloten worden van 1 millioen, ten behoeve der verfraaiing van de stad. In één woord, het bevalt de Serven heel goed in onze stad, en zij zullen wel niet op een goeden dag vrij willig aftrekken. Zij hadden nooit gedacht, dat hel lot hun eene zoo groote en mooie stad zou toebedeelen. Ofschoon wel wat prozaïsch en ruw, zijn de Serven goedaardig en sympa thiek. Zij gelijken niets op de Bulgaren, een chauvinistisch en onverzadelijk volk. Daar wij Grieken niets tegen de Servische heerschap pij doen of in het schild voeren, zijn de Ser ven goed voor ons. In de betrekkingen tot dc Bulgaren zijn zij echter onbarmhartig, en zij dopn daaraan goed. Bulgaarsche regec- ringspersonen, die voor nationale doeleinden naar hier kwamen, zijn onverwijld weer weg gezonden. Ook is de opening van een filiaal van de Bulgaarsche nationale bank verboden. Troepen trekken door dc stad; men zegt, dat zij gaan naar de nieuwe Bulgaarsch-Servische grens, waar gevechten met de Buigaren ver wacht worden. De handel lijdt zwaar onder deze toestanden. Drukkende lasten worden geheven, dc ruil van waren en goederen wordt belemmerd, de duurte neemt toe, troe pen vluchtelingen zijn in de stad gestroomd; dc banken geven evenmin leeningen als voor- scholten." Wanneer men ééne gevolgtrekking mag maken uit deze schels van den toestand in Monaslir, dan is hel wel deze, dat met het verjagen van de Turken het millennium niet gekomen is iii dc Balkanlandcn. He Itnlkuii-oorlog;. Londen, 27 Mei. Sir Edward Grey heeft aan Novakowics medegedeeld, dat dc vredes- gedclogeerdcn, die bereid zijif liet verdrag te ondertcekenen, niet cene andere beslissing moeten afwachten. Hij las hem daarna het door dc gezantcnconfcrcntie genomen besluit voor, waarin wordt gezegd, dut dc nutteloozc onderhandelingen reeds eene weck duren. Novakowics antwoordde, dat de mededcc- ling, die hein door Grcy werd gedaan, den toestand geheel liceft veranderd, llij heeft niet alle hoop verloren, dal het accoord zal tot stand komen; maar met hel oog op de nieuwe onverwachte houding van dc mo gendheden, moet liij hel besluit van dc con ferentie aan zijne regeering mcdcdeelen en haar antwoord afwachten. Osman Nizami, aan wien Sir Edward Grey eene dergelijke verklaring aflegde als hij aan dc andere vrcdcsgcdelcgecrdcn had gedaan, antwoordde, dal zijne delegatie het eerst in Londen was gekomen cn bereid was geweest het voorloopige vredesverdrag op den dag van hare aankomst tc onderleekcnqn. Zij is steeds bereid dat zoo spoedig mogelijk te doen. Hoe wel Turkije even _veel belang als ieder van de bondgenooten heeft om wijzigingen in de bepalingen van liet verdrag aan te brengen, heeft hel zich daarvan onthouden met het bepaalde doel een vlugge onderteekening te vergemakkelijken. Tweede telegram. Reuter vcrncpmt, dat de verklaring, die Sir Edward Grey deed aan de verschillende vredesgcdclcgccrden, ge lijkluidend was. Nadat zij hadden vernomen, dat de gedelegeerden, die bereid waren d vredesvoorwaarden ongewijzigd tc ondcrlce kenen, dat moesten doen, kregen de gcdcl geerden verder nog een wenk, dat het voc hen, die niet daartoe bereid waren, nutleloo scheen in Engeland te blijven. Sofia, 27 Mei. De Russische gezant ha heden een langdurig onderhoud inet don minister-president en daarna met den Koning. Rusland moet plan hebben als bemiddelaar tusschcn de bondgenooten op tc treden. Saloniki, 27 Mei. Twee Servische csca- drons hebben bevel ontvangen zich terug te trekken. Griekenland heeft vcrloogen ingebracht i Sofia over eene legen Grieksche schepen g< richte kanonnadc. Griekenland heeft besloten Saloniki tot een vrijhaven te maken. A llic n e26 Mei. De officieele cijfers van de hij Pangheon door de Grieken geleden ver* liezen zijn: 3 officieren en 56 soldaten ge dood, 3 officieren en 13*1 soldaten gewond. Athene, 27 Mei. (Van den bijzond eren correspondent van 1 lavas). Dc ministerraad besloot, dat minister-president Venizelos naar Elkander leeren hegrijpen is de groote le venskunst. Een Roman Tan JLiefde, 69 DOOR MARIE CORELLL j»Gij zoekt den Meester?" vroeg hij op vriendelijken toon. „Hij heeft mij bevolen u le ontvangen en u in zijn tegenMroordiglieid Ie brengen wanneer gij een uur gerust hebt." Ik was opgestaan toen hij sprak, en zijn ^stige manieren hielpen mij om mij wat te herstellen. >Jk ben niet vermoeid," antwoordde ik, zou wel dadelijk naar hem toe kunnen gaan." Hij glimlachte. ,»Dat ls niet mogelijk 1" zeide hij. „Hij is ^iet^gereed. Indien gij mee wilt gaan naar u aangewezen vertrek ben ik zeker dat ge blijde zult zijn wat te kunnen rusten. Mag b* u verzoeken mij te volgen". 'Hij was volmaakt hoffelijk in zijn houding toch ging er een zeker gezag uit van zijn persoonlijkheid, dat indruk maakte en stil gehoorzaamheid dwong. Be had verder te vragen of voor te stellen en ik volgde direct.Hij ging mij voor uil de koepel-1 zaal een lange steenen gang in, waar ieder spoor van weelde, schoonheid of gemak ver dween in koude uitgestrektheid en waar telkens op enkele passen afstands groote witte horden met het woord „Stilte" met goed uitkomende, zM'arte letters er op ge drukt, het oog ontmoetten. De weg dien wij gaan moesten, scheen lang en somber en ge vangenisachtig, maar weldra wendden wij ons naar een opening waar de zon door scheen, en mijn gids ging een steenen trap op, waar bovenaan een massieve eikenhou ten deur was, zwaar met ijzer beslagen. Een sleutel van zijn gordel nemend ontsloot hij deze deur, en die openwerpend wenkte hij mij om binnen te gaan. Dit deed ik en be- Yond mij in een eenvoudigen kamer met steenen wanden en een gewelfd dak en een zeer groot, hoog venster zonder gordijnen, dat op de zee uitzag. Steil liep de loodrechte wand van de rots, waarop het Chateau d'Aselzion gebouwd was, naar beneden. De meubels bestonden uit een klein veldbed, een tafel en twee gemakkelijke stoelen, een ruwe mat op den vloer bij het bed en een hang kast voor kleederen. Een goed ingerichte badkamer grensde aan dit vertrek maar be halve dit waren er geen moderne geriefe lijkheden en zeker geen spooa- van weelde. Instinctmatig ging ik naar het venster om naar de zee te zien, en wendde mij toen om, om mijn gids voor zijn geleide te be danken, maai* hij was vertrokken. Plotseling bevreesd wordend snelde ik naar de deur zij Mas gesloten! ik was een gevangenel ik stond ademloos en verbaasd; toen maakte zich een storm van verontM'aardiging en vrees van mij meester. Hoe durfden deze lieden mii in miin vrijheid belemmeren? Ik keek overal in de kamer rond naar een bel of een middel van gemeenschap, M'aardoor ik hen mijn meening kon te kennen geven maar er was niets om mij te helpen. Ik ging M'eer naar het venster en ziende, dat het een openslaand raam was alleen in het mid'den gesloten, draaide ik snel de kruk om en wierp het open. De geur der zee stroomde mij tegemoet met een heerlijke frischheid, die mij deed denken aan Loch Scavaig en de „Droom" en ik leunde er uit en zag meit verlangen over de M'ijde uitge strektheid van schitterend water, dat juist nu door een lichte bries met kleine schuim koppen bedekt was. Toen zag ik dat mijn vertrek een soort torenkamer was, die recht boven een rotmuur uitstak, die klaarblijke lijk zijn voet in de bedding van den oceaan had. Langs dezen weg kon ik niet ontsnap pen, welke pogingen ik ook zou aanwenden. Ik ging Mreg van het vensier en liep de ka- mor op en neer als een gevangen dier boos op mijzelve, dat ik mij in zoo'n plaats gewaagd had en volkomen mijn vroeger be sluit vergetend, dat ik alles wat mij mocht overkomen met geduld en groote kalmte zou doorslaan. Toen ging ik op mijn smalle veldbed zitten en trachtte mijzelve tot bodaren te brengen. Wat M'as ten slotte het nut van mijn boos heid en opwinding? Ik M'as uit eigen vrijen wil naar het Huis van Aselzion gegaan, en tot nog toe had ik geen enkele moeilijk heid gehad. Blijkbaar was Aselzion bereid mij te ontvangen wanneer het hem schikte en ik moest dus alleen den loop der din gen afwachten. Langzamerhand werd ik •kalmer, en binnen een paar minuten glim lachte ik over mijn eigen dwaze, nutteloozc verontM'aardiging. Het is waar, dat ik als een ondeugend kind in mijn eigen kamer op gesloten M as, maar kwam er dat zoo veel op aan? Ik verzekerde mijzelf, dat hot er niets op aan kwam en terwijl ik mij in gedach ten aan die overtuiging gewende, werd ik volkomen bedaard en gevoelde mij geheel in mijn vreemde omgeving te huis. Ik deed mijn hoed en mantel af en borg ze op, toen ging ik naar de badkamer en verfrischte mijn gelaat door het heerlijke koude water. De badkamer had een spiegel ten voeten uit, die in den muur was aangebracht, iets wat mij eenigszins vermaakte, daar ik gevoelde dat hij daar altijd geweest moest zijn, en daar niet speciaal voor mij gebracht kon zijn, zoo dat het den sdhijn had, dat deze mystieke „Broeders" niet van eenige persoonlijke ijdelheid ontbloot M'aren. Ik besdhouM"de mijzelf er in met verrassing, terwijl ik mijn haar losmaakte en weer wat netter opmaak te, want ik had verwacht er verreisd en ver moeid uit te zullen zien, terwijl mijn gelaat een glimlachende frischheid vertoonde, die mij onverwacht en verbazingwekkend voor- kwam. De eenvoudige zwarte japon, die ik droeg, was stoffig van de reis en ik sloegf ze uit om alle sporen van spoorM'egvuil tt doen verdwijnen, gevoelende dat dit eigen lijk niet het gewaad was, dat ik gekozen zou hebben voor een onderhoud met Aselzion. „Echter," zeide ik tot mijzelf, „indien hij mij1 zoo laat opsluiten en mij geen gelegenheid geeft om mijn bagage te laten halen uit de herberg, kan ik ermij alleen goedschiks aan onderwerpen.'' En van de badkamer naar de slaapkamer tei ugkeerend keek ik weer uit mijn hoog1 venster over de zee. Tèrwïjl ilc dit deed en even over den vensterbank heenboog, raakte iets zachts en fluweeligs mijn han<F aan; hel was een iroode roos, die langs de4 toren omhoog -klom, juist binnen mijn hereik» De zich ontsluitende bloembladeren hievoiï zich Itot mij op als zachte lippen om gekust te worden en even schrikte ik, want ik zou hebben kunnen zweren, dat, toen ik de cerslo maal naar buiten keek, er geen spoor van een roos te zien was. „Een roos van alle rozen des Hemels 1" Waar had ik deze woorden ge hoord? En wat beleekenden zij? Toen herin nerde ik het mijl Voorzichtig en met grooto tcederheid boog ik mij over die schoono bloem, die een beroep op mij scheen tc doen. „Ik wil je niet plukken!" fluisterde ik, deq loop van mijn droomerige verbeelding vol gend. „Indien gij een boodschap zijt en dat geloof ik wel! blijf dan daar zoo lang ge: kunt en spreek tot mijl Ik zal je verstaan- - En zoo sloten wij voor een oogenhlik zwij gend vriendschap met elkaar, tot ik met den) dichter had kunnen zeggen: „De ziel der roos drong in mijn bloed." Iets doordringends,- fijns en ijls doordrong mij in ieder geval, en1, bewoog mij tot een intense verrukking alloen' maar omdat ik leefde. Ik vergat dat iik ist een vreemde plaats was, onder vreemde men-j schen, ik vergat dat ik geheel en al een»' gevangene was ik vergat alles, behalve, (Jatfi ik leefde en dat leven zaligheid wasl Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1