H°. 314 II<le Ji argansg.
Woensdag 28 Mei 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. - j, DE E EM LAN DER' Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00*
Idem franco por post - 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant vorsohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertonties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.50.
Elko regol moer- 0.10,
Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbotaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bodryt bestaan zoor voordooligo bepalingen
tot hot horhaald advortooron in dit Blad, bij abonnomont.
Eone circulairo, bovattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozonden.
Nabetrachting over den
Clenieenteraad.
Het ls waarlijk geen pretje op 'n heerlij
ken lenteavond 'n ra-ads vergadierkig te moe
ten bij women in de zwoele atmosfeer van helt
vertrekje, da't m stadhuistaal publieke trii-
bune heet. Maar zoodra er 'n onderwerp In
bespreking komt, dat de volle aandacht ver-
eischt, vergoot mem. at spoedig dat leed. en
heeft slechts oor voor het gesproketne. En
zoo'n onderwerp was er gisteravond.
De agenda zelf, welke weinig sbof toit pra
ten gaf, al bevaitte zij eenige belangrijke pun-
tea», werd in heit bekende tempo afgehan
deld. Bij punt 20, den keiLnirgadiierst, werd
het woord alleen gevoerd door don heer
Veis Heijn, op wens verzoek het voorstel
de vorige koor naar do af doelingen verwe
zen was. Het afdeelingsonderzoiek had ddt
raadslid volkomen bevredigd en hij bracht
B. en W. nu hulde, levens z'n instemming
betuigende, dat deze keuriingsdiensl niet zoo
als im enkele andere gomeonben beperkt is
tot opsporing van voor de gezondheid scha
delijke artikelen maar zich in het algemeen
keert tegen alles, wat ondeugdelijk is.
Belangrijk, zij liet ook ail woei* geen stof
ioi discussie gevond, was ook hot laatste
punt der agenda, het voorstel tot grond-
verkoop aan de Barcbman Wuytierslaan aan
de gebroeders Ruitenberg, die daar 6 nieu
we villa's willen doen verrijzen. Hot is zeker
roden .tot verheugenis, dat zoo spoedig
vds gegadigden zich opdoen voor de zoo
*oHt geledon door de gemeente aangekochte
lerreaimen. In den regel is het de groote
kumsjt om de eerste schapen over den dam
te krijgen en ziet wij wenschen de ver-
elijking natuurlijk niet al te letterlijk o.pgc-
^'l te zi'en nu komen de schapen al van
zen.
Bij de rondvraag werd door deoi heer
Eysimk 'n zeer ernstig en pijnlijk feit aange
roerd, dat nog veel slof zal opwerpen, In
dien er rtiot alsnog 'ïv bevredigende oplos
sing gevonden rnooht worden, waartoe alle
hoop nog niet geheel uitgesloten schijnt te
zijn.
■De heer Eysimk zeide bij gerucht vernomen,
te hebben, dat 'n groot huiseigenaar 400 per-
cceLon aangesloten had bij de UfrecJrtscho
Waterleiding, nadat de andeu-handedlngen
met de gemeen te-waterledding afgesprongen
waren. Spr. vroeg, of B. en W. omtrent die
voor de gemeente zeker hoogst ernstige zaak
aan den Raad ook nadere inlichting-en kon
den geven.
Deze geruchtmakende zaak was reeds vrij!
algemeen bekend In de stad en werd met te
meer verbazing vernomen, omdat de huis
eigenaar, die aldus de gemeente-waterlei
ding ettelijke honderden aansluitingen deed
verhezen'n raadslid was, dfc heer Man
Acbterbergh.
Zooi der ling, ja ongelooflijk kwam heit me
nigeen voor, dat 'n raadslid, wiens eerste
plicht be>t is de belangen der gemeente voor
te staan en die medegewerkt heeft aan de
idtsla/nklkoiniing van de gömeente-waterlei
ding, zoo maar eventjes 400 perceelen gihg
aansluiten aan de coaicurrewbe particuliere
waJ beril aiding, door welke aansluitingen niet
alleen deze laiatste in staat gesteld werd de
ooncurrontie vol te houden, mjaar ook voor
de gemeen te-waterleiding wij wel onmoge
lijk gemaakt werd de gunstige resultaten op
te leveren, waarop gerakend werd en» welke
zoo dringend noodig zijn.
Wij zeggen, dikt maat menigeen ongeloofe-
lijk toegeseharaen hebben en de vraag bob
ben doen rijzen: „tbaflt wellicht een deel der
schuld ook de gemeenlei zolf, welke aan,
deze aansluitingen misschien moedclijkheden
in eïan we>g gelegd heeft?" Wij vermoeden,
dal die heer Ei'sirtk hierop doelde bij zijn in
terpoli aitlie.
De wethouder van openbare werken, de
heer Van Duynen, deelde die heele geschie
denis van het geval moe. De aanvrage ia
aanhangig gemaakt in hot eind van *t vorige
jaar en beeft geleid tcvt uitvoerige correspon
dentie, waarbij men niet tel overeenstem
ming kwam. Daarop heefl de directeur der
waterleiding den lieer v. Achterbergh uitge-
noodigd lot 'n mondelinge bespreking in te
genwoordigheid van den wethouder, welke
bespreking, naar de directeur schroef, onge
twijfeld „bevorderlijk zou zijoi voor een gun
stige beslissing." Jammer gerfoieg ging do
heer v. A. hier niet op in, doch antwoordde,
dat hij er de voorkeur a-aai gaf de zaak
schriftelijk te behandclon en verzocht daar
om antwoord per brief op z)n vorig schrij
ven. Dat de omderhaindeLingan toen verder
schriftelijk gevoerd zijn, vertelde de wet
houder niet maar kan hieruit afgeleid wor
den, dat hij, voorstelde het heele dossier ter
inzage van de raadsleden te leggen. In elk
geval heeft de heer v. A. nimmer op spoed
aangedrongen; integendeel, hij legde er den
nadruk op, dat aansluiting volstrekt niet
noodzakelijk was, daar de perceelen van
goed drinkwater voorzien werden. Daarom
had het den wethouder zoo buitengewoon
verbaasd te vernemen, dat de heer v. A. nu
plotseling met de Utrechtsdie waterleiding
'n contract gesloten had. De wethouder wees
er ook op, dat geheel ten onrechte de lieer
v. A. mol het vooropgezette denkbeeld rond
liep, als zou de gemeente tegenover hem
niet tot de minste inschikkelijkheid bereid
zijn,. Van liet gebeurde nam de wethouder
overigens alle verantwoordelijkheid op zich.
Dat noch B. on W., ryoeh den wethouder
van 0. \V. eenig verwijt kon troffen niet
vóór alles het bolang der gemeente voor
oiogen gehad te hebben en waar het hier 'n
levensbeiainjg voor de waterleiding betrof,
vam geen inschikkelijkheid te hebben willen
weten, zullen wel zeer weinigen veronder
steld hebban; en Mie nog in twijfel mocht
verkeeren, zal daarvan wel genezen zijn,
tean de voorzitter meedeelde alsnog stappen
te willen daan om zoo mogelijk de onder
handelingen nog tot 'n gunstig resultaat to
brengen, indien althans waar mocht zijn, wait
de heer Ivonimg vernomen had, dat nl. de
heer v. A. nog geen contract afgesloten had.
De voorzitter meende wel is waar begrepen
te hebben, dat het contract reeds was getce-
kenid, doch de heer Leinweber verzekerde
deux vooigen avond van den heer v. A. var-
nomen te hebben, dla't deze nog niet golee-
kend had.
JindlÜejn dit inderdaad het geval mocht zijn,
hopen wij, dat de heer van AdhiLerbergh 'in
even ruim standpunt zal Innemen en indien
hot mi-et tc laat is nog tot inkeer zal komen.
De heer Van dei* Wal opperde ten sLoltte
bij die Hond vraag het denkbeeld om de wan
delpaden op Birkhoven voor wielrijders te
verbieden. Dat zou jammer zijn. Ecux van de
grootste aantrekkelijkheden vaar Barkhoven
is juist, dait uien er fietsen mag en wegens
den afstand Man de stad is het a ami tal wiel
rijders er dan ook wel zoo groot als het
aantal wandelaars. Wij geloovcn dus niet,
da(t de gemeente het zal bestaan om de wan
delpaden voor fietsiers te verbieden.
Politiek Overzicht
De Balkanbondgenooten
onderling.
In het bericht, dat Reuter gegeven heeft
van de gezanlenconferentie van verleden
Maandag, wordt met nadruk verzekerd, dal
het verlangen algemeen is, dat de vredesprc-
liminaires vlug en zonder veranderingen on-
derteekend worden. In tegenstelling hierme
de duiden de berichten over de onderlinge
verhoudiug van de Balkan-bondgenooten op
eene alles behalve vredelievende stemming.
iDe twist over de verdeeling van den aan de
luiken ontnomen buit neemt steeds beden
kelijker vormen aan. Ieder van de drie twis
tende broeders, waarbij Montenegro nog
komt als no. 4, wil voor zich zooveel mogelijk
hebben en gunt aan de anderen zoo weinig
mogelijk. Die onderlinge naijver doet zich op
steeds krasser wijze gelden. Iloe gevaarlijk do
tegenwoordig etoestand is, bewijzen de ge
vechten die de troepen, die in den strijd le
gen Turkije naast elkaar hebben gestreden,
nu aan elkander leveren. De strijd van de
vorige weck aan de Anghista rivier, waarin
de Grieksche en de Bulgaarsche troepen el
kaar met geweren en kanonnen hebben aan
gevallen, is niet de eerste, waarin de bondge-
nooten tegen elkaar in het vuur stonden.
Reeds voor cenige maanden hebben ernstige
gevechten plaats gehad; de stemming tusschcn
de legers van de bondgenooten is de slechtst
denkbare, en iedere dag, die de troepen in
hunne tegenwoordige sterkte bij elkaar houdt,
verscherpt het gevaar, dat er incidenten zul
len gebeuren, M'aarover men niet meer kan
heenkomen. De naijver lusschen de troepen
en de moeilijke vraag der vcrdceling van het
veroverde gebied hebben cene van onweer
zwangere atmosfeer doen ontslaan, die maar
al te gemakkelijk tot ontladingen kan leiden.
Een geluk bij het ongeluk is, dat deze broe
dertwist Europa betrekkelijk koud kan laten.
Wanneer de voormalige bondgenooten tegen
elkaar van leer trekken, dan is ei alle reden
om te venvachten, dat deze strijd geene
kringen zal trekken, die gaan buiten het ge
bied van het Balkan-schiereiland. Deze twis
ten in den zuid-oosthoek van Europa, raken
het overgroote deel van ons werelddeel slechts
zijdelings en men kan dus volkomen kalm,
als belangstellend toeschouwer, dezen broeder
twist gadeslaan. Het ontbreekt daarbij niet
aan bijzonderheden, die inderdaad belangstel
ling verdienen. Zoo b.v. wat de wijze be
treft, waarop men tracht vasten voet te krij
gen in liet gebied, dat men voor zich wil win
nen. Het gaat daarbij soms zeer eigenaardig
toe.
Den Serven b.v. is het zeer onaangenaam,
dat Russische geleerden van naam, die Mace
donië bezocht hebben, overeenstemmend na
druk leggen op den overwegend Bulgaarschen
aard van de plattelandsbevolking. Dal geldt
ook van streken, waar de Serven zich de
grootste moeite geven zich thuis te voelen als
in Servisch land. Hoe zij dat aanleggen, ver
haalt een Grieksch blad, de Embros, aldus:
„Gaandeweg krijgt onze stad er is hier
sprake van Monaslir een Servisch gezicht.
Op de benoeming van een militairen gouver
neur en een prefect volgde de instelling van
gemeenteraden, rechtbanken en verdere be
stuursorganen. Daarin wordt het Servische ele
ment bevoorrecht, zonder te letten op leeftijd
en ondervinding. De Servische taal is tot de
officieele taal verklaard. Het verleden heeft
opgehouden van belang te zijn. Het tabaks
monopolie, waarmee zoovele belangen van het
Europeesche kapitaal verbonden zijn, is afge
schaft; wij moeten de dure Servische tabak
rooken. De stad is door Servische advocaten
en ambtenaren overstroomd. Er zijn twee
ambtenaren van de Servische bank aangeko
men, die voor twee jaren een gebouw voor
de bank hebben gehuurd. De straten hebben
Servische namen gekregen; er zal eene leening
gesloten worden van 1 millioen, ten behoeve
der verfraaiing van de stad. In één woord,
het bevalt de Serven heel goed in onze stad,
en zij zullen wel niet op een goeden dag vrij
willig aftrekken. Zij hadden nooit gedacht, dat
hel lot hun eene zoo groote en mooie stad zou
toebedeelen. Ofschoon wel wat prozaïsch en
ruw, zijn de Serven goedaardig en sympa
thiek. Zij gelijken niets op de Bulgaren, een
chauvinistisch en onverzadelijk volk. Daar wij
Grieken niets tegen de Servische heerschap
pij doen of in het schild voeren, zijn de Ser
ven goed voor ons. In de betrekkingen tot
dc Bulgaren zijn zij echter onbarmhartig, en
zij dopn daaraan goed. Bulgaarsche regec-
ringspersonen, die voor nationale doeleinden
naar hier kwamen, zijn onverwijld weer weg
gezonden. Ook is de opening van een filiaal
van de Bulgaarsche nationale bank verboden.
Troepen trekken door dc stad; men zegt, dat
zij gaan naar de nieuwe Bulgaarsch-Servische
grens, waar gevechten met de Buigaren ver
wacht worden. De handel lijdt zwaar onder
deze toestanden. Drukkende lasten worden
geheven, dc ruil van waren en goederen
wordt belemmerd, de duurte neemt toe, troe
pen vluchtelingen zijn in de stad gestroomd;
dc banken geven evenmin leeningen als voor-
scholten."
Wanneer men ééne gevolgtrekking mag
maken uit deze schels van den toestand in
Monaslir, dan is hel wel deze, dat met het
verjagen van de Turken het millennium niet
gekomen is iii dc Balkanlandcn.
He Itnlkuii-oorlog;.
Londen, 27 Mei. Sir Edward Grey heeft
aan Novakowics medegedeeld, dat dc vredes-
gedclogeerdcn, die bereid zijif liet verdrag te
ondertcekenen, niet cene andere beslissing
moeten afwachten. Hij las hem daarna het
door dc gezantcnconfcrcntie genomen besluit
voor, waarin wordt gezegd, dut dc nutteloozc
onderhandelingen reeds eene weck duren.
Novakowics antwoordde, dat de mededcc-
ling, die hein door Grcy werd gedaan, den
toestand geheel liceft veranderd, llij heeft
niet alle hoop verloren, dal het accoord zal
tot stand komen; maar met hel oog op de
nieuwe onverwachte houding van dc mo
gendheden, moet liij hel besluit van dc con
ferentie aan zijne regeering mcdcdeelen en
haar antwoord afwachten.
Osman Nizami, aan wien Sir Edward Grey
eene dergelijke verklaring aflegde als hij aan
dc andere vrcdcsgcdelcgecrdcn had gedaan,
antwoordde, dal zijne delegatie het eerst in
Londen was gekomen cn bereid was geweest
het voorloopige vredesverdrag op den dag van
hare aankomst tc onderleekcnqn. Zij is steeds
bereid dat zoo spoedig mogelijk te doen. Hoe
wel Turkije even _veel belang als ieder van
de bondgenooten heeft om wijzigingen in de
bepalingen van liet verdrag aan te brengen,
heeft hel zich daarvan onthouden met het
bepaalde doel een vlugge onderteekening te
vergemakkelijken.
Tweede telegram. Reuter vcrncpmt,
dat de verklaring, die Sir Edward Grey deed
aan de verschillende vredesgcdclcgccrden, ge
lijkluidend was. Nadat zij hadden vernomen,
dat de gedelegeerden, die bereid waren d
vredesvoorwaarden ongewijzigd tc ondcrlce
kenen, dat moesten doen, kregen de gcdcl
geerden verder nog een wenk, dat het voc
hen, die niet daartoe bereid waren, nutleloo
scheen in Engeland te blijven.
Sofia, 27 Mei. De Russische gezant ha
heden een langdurig onderhoud inet don
minister-president en daarna met den Koning.
Rusland moet plan hebben als bemiddelaar
tusschcn de bondgenooten op tc treden.
Saloniki, 27 Mei. Twee Servische csca-
drons hebben bevel ontvangen zich terug te
trekken.
Griekenland heeft vcrloogen ingebracht i
Sofia over eene legen Grieksche schepen g<
richte kanonnadc.
Griekenland heeft besloten Saloniki tot een
vrijhaven te maken.
A llic n e26 Mei. De officieele cijfers van
de hij Pangheon door de Grieken geleden ver*
liezen zijn: 3 officieren en 56 soldaten ge
dood, 3 officieren en 13*1 soldaten gewond.
Athene, 27 Mei. (Van den bijzond eren
correspondent van 1 lavas). Dc ministerraad
besloot, dat minister-president Venizelos naar
Elkander leeren hegrijpen is de groote le
venskunst.
Een Roman Tan JLiefde,
69 DOOR
MARIE CORELLL
j»Gij zoekt den Meester?" vroeg hij op
vriendelijken toon. „Hij heeft mij bevolen u
le ontvangen en u in zijn tegenMroordiglieid
Ie brengen wanneer gij een uur gerust hebt."
Ik was opgestaan toen hij sprak, en zijn
^stige manieren hielpen mij om mij wat te
herstellen.
>Jk ben niet vermoeid," antwoordde ik,
zou wel dadelijk naar hem toe kunnen
gaan."
Hij glimlachte.
,»Dat ls niet mogelijk 1" zeide hij. „Hij is
^iet^gereed. Indien gij mee wilt gaan naar
u aangewezen vertrek ben ik zeker dat
ge blijde zult zijn wat te kunnen rusten. Mag
b* u verzoeken mij te volgen".
'Hij was volmaakt hoffelijk in zijn houding
toch ging er een zeker gezag uit van zijn
persoonlijkheid, dat indruk maakte en stil
gehoorzaamheid dwong. Be had verder
te vragen of voor te stellen en ik volgde
direct.Hij ging mij voor uil de koepel-1
zaal een lange steenen gang in, waar ieder
spoor van weelde, schoonheid of gemak ver
dween in koude uitgestrektheid en waar
telkens op enkele passen afstands groote
witte horden met het woord „Stilte" met
goed uitkomende, zM'arte letters er op ge
drukt, het oog ontmoetten. De weg dien wij
gaan moesten, scheen lang en somber en ge
vangenisachtig, maar weldra wendden wij
ons naar een opening waar de zon door
scheen, en mijn gids ging een steenen trap
op, waar bovenaan een massieve eikenhou
ten deur was, zwaar met ijzer beslagen. Een
sleutel van zijn gordel nemend ontsloot hij
deze deur, en die openwerpend wenkte hij
mij om binnen te gaan. Dit deed ik en be-
Yond mij in een eenvoudigen kamer met
steenen wanden en een gewelfd dak en een
zeer groot, hoog venster zonder gordijnen,
dat op de zee uitzag. Steil liep de loodrechte
wand van de rots, waarop het Chateau
d'Aselzion gebouwd was, naar beneden. De
meubels bestonden uit een klein veldbed, een
tafel en twee gemakkelijke stoelen, een ruwe
mat op den vloer bij het bed en een hang
kast voor kleederen. Een goed ingerichte
badkamer grensde aan dit vertrek maar be
halve dit waren er geen moderne geriefe
lijkheden en zeker geen spooa- van weelde.
Instinctmatig ging ik naar het venster om
naar de zee te zien, en wendde mij toen
om, om mijn gids voor zijn geleide te be
danken, maai* hij was vertrokken. Plotseling
bevreesd wordend snelde ik naar de deur
zij Mas gesloten! ik was een gevangenel ik
stond ademloos en verbaasd; toen maakte
zich een storm van verontM'aardiging en
vrees van mij meester. Hoe durfden deze
lieden mii in miin vrijheid belemmeren? Ik
keek overal in de kamer rond naar een bel
of een middel van gemeenschap, M'aardoor
ik hen mijn meening kon te kennen geven
maar er was niets om mij te helpen. Ik
ging M'eer naar het venster en ziende, dat
het een openslaand raam was alleen in het
mid'den gesloten, draaide ik snel de kruk
om en wierp het open. De geur der zee
stroomde mij tegemoet met een heerlijke
frischheid, die mij deed denken aan Loch
Scavaig en de „Droom" en ik leunde er uit
en zag meit verlangen over de M'ijde uitge
strektheid van schitterend water, dat juist
nu door een lichte bries met kleine schuim
koppen bedekt was. Toen zag ik dat mijn
vertrek een soort torenkamer was, die recht
boven een rotmuur uitstak, die klaarblijke
lijk zijn voet in de bedding van den oceaan
had. Langs dezen weg kon ik niet ontsnap
pen, welke pogingen ik ook zou aanwenden.
Ik ging Mreg van het vensier en liep de ka-
mor op en neer als een gevangen dier
boos op mijzelve, dat ik mij in zoo'n plaats
gewaagd had en volkomen mijn vroeger be
sluit vergetend, dat ik alles wat mij mocht
overkomen met geduld en groote kalmte zou
doorslaan.
Toen ging ik op mijn smalle veldbed zitten
en trachtte mijzelve tot bodaren te brengen.
Wat M'as ten slotte het nut van mijn boos
heid en opwinding? Ik M'as uit eigen vrijen
wil naar het Huis van Aselzion gegaan,
en tot nog toe had ik geen enkele moeilijk
heid gehad. Blijkbaar was Aselzion bereid
mij te ontvangen wanneer het hem schikte
en ik moest dus alleen den loop der din
gen afwachten. Langzamerhand werd ik
•kalmer, en binnen een paar minuten glim
lachte ik over mijn eigen dwaze, nutteloozc
verontM'aardiging. Het is waar, dat ik als
een ondeugend kind in mijn eigen kamer op
gesloten M as, maar kwam er dat zoo veel op
aan? Ik verzekerde mijzelf, dat hot er niets
op aan kwam en terwijl ik mij in gedach
ten aan die overtuiging gewende, werd ik
volkomen bedaard en gevoelde mij geheel
in mijn vreemde omgeving te huis. Ik deed
mijn hoed en mantel af en borg ze op, toen
ging ik naar de badkamer en verfrischte mijn
gelaat door het heerlijke koude water. De
badkamer had een spiegel ten voeten uit, die
in den muur was aangebracht, iets wat mij
eenigszins vermaakte, daar ik gevoelde dat
hij daar altijd geweest moest zijn, en daar
niet speciaal voor mij gebracht kon zijn, zoo
dat het den sdhijn had, dat deze mystieke
„Broeders" niet van eenige persoonlijke
ijdelheid ontbloot M'aren. Ik besdhouM"de
mijzelf er in met verrassing, terwijl ik mijn
haar losmaakte en weer wat netter opmaak
te, want ik had verwacht er verreisd en ver
moeid uit te zullen zien, terwijl mijn gelaat
een glimlachende frischheid vertoonde, die
mij onverwacht en verbazingwekkend voor-
kwam. De eenvoudige zwarte japon, die ik
droeg, was stoffig van de reis en ik sloegf
ze uit om alle sporen van spoorM'egvuil tt
doen verdwijnen, gevoelende dat dit eigen
lijk niet het gewaad was, dat ik gekozen zou
hebben voor een onderhoud met Aselzion.
„Echter," zeide ik tot mijzelf, „indien hij mij1
zoo laat opsluiten en mij geen gelegenheid
geeft om mijn bagage te laten halen uit de
herberg, kan ik ermij alleen goedschiks aan
onderwerpen.''
En van de badkamer naar de slaapkamer
tei ugkeerend keek ik weer uit mijn hoog1
venster over de zee. Tèrwïjl ilc dit deed
en even over den vensterbank heenboog,
raakte iets zachts en fluweeligs mijn han<F
aan; hel was een iroode roos, die langs de4
toren omhoog -klom, juist binnen mijn hereik»
De zich ontsluitende bloembladeren hievoiï
zich Itot mij op als zachte lippen om gekust
te worden en even schrikte ik, want ik zou
hebben kunnen zweren, dat, toen ik de cerslo
maal naar buiten keek, er geen spoor van een
roos te zien was. „Een roos van alle rozen des
Hemels 1" Waar had ik deze woorden ge
hoord? En wat beleekenden zij? Toen herin
nerde ik het mijl Voorzichtig en met grooto
tcederheid boog ik mij over die schoono
bloem, die een beroep op mij scheen tc doen.
„Ik wil je niet plukken!" fluisterde ik, deq
loop van mijn droomerige verbeelding vol
gend. „Indien gij een boodschap zijt en dat
geloof ik wel! blijf dan daar zoo lang ge:
kunt en spreek tot mijl Ik zal je verstaan- -
En zoo sloten wij voor een oogenhlik zwij
gend vriendschap met elkaar, tot ik met den)
dichter had kunnen zeggen: „De ziel der roos
drong in mijn bloed." Iets doordringends,-
fijns en ijls doordrong mij in ieder geval, en1,
bewoog mij tot een intense verrukking alloen'
maar omdat ik leefde. Ik vergat dat iik ist
een vreemde plaats was, onder vreemde men-j
schen, ik vergat dat ik geheel en al een»'
gevangene was ik vergat alles, behalve, (Jatfi
ik leefde en dat leven zaligheid wasl
Wordt vervolgd.