Van den Hak op den Tak.
teYolutionnair, dan wel Christclijk-Ilislo-
jlscli was. Hel antwoord van den lieer v. d.
Borch luidde: dat hij anti-revolulipnnair was
en zich gaarne bereid verklaarde een gift
,voor de Anli-revol. partijkas toe te zeggen,
.echter onder deze voorwaarde, dal de gift
onder de letters N. N. zou geboekt worden.
JEr waren omstandigheden die hem nood-
Zaakten de voorwaarde te stellen, dat van
het toezeggen der gift geen mcdedecling aan
derden werd gedaan.
Hij solliciteerde naar het ambt Yan burge
meester te Koudekerkc.
Onwaar is dus het bericht van de „Nieu
we Courant" luidende: dat het de heer Duy-
jnaer van Twist- geweest moet zijn, „die dat
aiog niet lot de kudde verzamelde schaap
daarbij heeft gebracht cn tegelijk het tot
storting van een bedrag in de verkiczings-
kas der partij heeft bewogen."
En even o n w a a r is het verhaal van mr.
G. W. baron van der Feltz, lid van de Eerste
Kamer, aanstaande schoonvader van den be
noemden burgemeesler (N. R. Ct. van 12
Juni 1913):
,yDe lieer Duymaer van Twist heelt toen
(bij zijn bezoek) zonder dat zijn voorspraak
was gevraagd, tegenover den heer baron Van
der Borch tot Verwoldc het denkbeeld ge
opperd om, als behooren'de tot de rechter
zijde, zich bij de anli-rev. partij aan te slui
ten en om die partij door het storten van een
flinke som in hare 'verkiézingskas bij den
aanstaanden verkiezingsstrijd lé steunen.
Sloot hij zich aan, dan zou hem de invloed
van die partij niet ontgaan.
Baron van der Borcli tot Verwolde, hoe
wel aanvankelijk bezwaar gevoelende om,
terwijl hij naar een burgemeestersambt sol-
liciteercndc was, in dit voorstel te treden,
heeft ten gevolge van de verdere besprekin
gen zijn bezwaar ter zijde gestéld."
Den Ilaag, 13 Juni 1913.
(get.) L. F. Dumaer van Twist."
Bedenkelijke middelen. Ziehier,
zegt het Hbld., hoe de hepr Aalberse zijn kie-'
ters werft (het blad citeert uit het verslag in
Üo „Maasbode" van een rede te Almelo ge
houden):
„Na afloop der rede verzocht dc heer \V.
G. A. J. Ruling, lid der Prov. Staten voor
Almelo, den heer Aalberse, bij den Minister
pogingen in 't werk tc stellen om meer sub
sidie te verkrijgen voor den te léggen tram
weg Almelo—Tubbergen—Ootmarsum. Mr.
Aalberse antwoordde o.a. dat, zoo Minister
Regout aanblijft er meer subsidie zal gege
ven worden, dan de reeds toegezegde 3 ton.
Dit kon spr. in elk geval beloven."
Wij gelooven gaarne, dat Minister Regout
gijn partijgenoot Aalberse goedgezind is. Maar
wij zouden toch den Minister in overweging
willen geven „beloften" niet zoodanig te doen
dat zij een belooning voor goed rechts stem
men inhouden. Wij meenen een ernstig pro-
lest tegen deze verldezingstrucs te moeten
loen hooren.
De z a ak-D een. Het Ilbld. ven-neemt
uüit 's Gnavenha-ge, dat de beer Vam Oss de
henloemiing van een eereraad in de qua.estie
tussolien hem en den heer Deen heeft aan
vaard en zijin.etrzijids den heer dr. W. W.
van der Meulen berclid heeft ge voorden, zit-
li'ii'g te nemen in dien raad.
Prov# Statenverkiezingen#
Bij enkele candidaatstelling zijn herkozen:
Gulpen, cbe aftredende (katholieke) hec-
ren J. B. C. E. M. graaf de Marchant d'Ansen-
bourg eoi M. H. C. P. Ruiten.
Meers sen de aftredende leden M. J. M.
M. A. graaf de Gelois, G. H. H. Gorton en P.
M. F. H. Brouwers.
Venlo dc aftredende leden J. A. H. van
Basten Batenburg, J. W. J. Jansen en F. W.
Vogels.
Roermond de aftredende leden E. F. F.
fl. van Aefferda, J. F. J. Evertz, C. A. H.
Mïchiels vam Kessenfich.
Weert de aftredende leden M. F. Vran-
cken, J. Th. Verfieg'gen em J. H. Schillings.
Ilorst d<e aftredend© leden P. H# Everts
en J. H. Jansen,
De „Indische Partij".
Voor een volle zs-aL waarin nagenoeg uit
fluitend oud-Indische gasten, sprak Woensdag
avond te s Gravenhagc de heer Douwes Dek
ker. de leider van de voormalige „Indische
partij".
Jlij betoogde o.a., dat een Indische partij
In onze Oost eigenlijk niet anders kan zijn dan
revolutionnair omdat men immers langs wet
tigen weg geen invloed op den loop der za
ken kan oefenen. Het te vieren feest van de
onafhankelijkheid moet den Javaan doen vra
gen, waarom het ook voor hem niet roemvol
zou zijn, te streven naar onafhankelijkheid.
Zelfs vraagt hij, waarom men hier bij de
verkiezingen zooveel hoort van het recht van
lederen man en vrouw om te stemmen, en
niemand er aan denkt, het stemrecht ook te
geven aan de mannen en vrouwen in de kolo
niën, die immers ook belasting betalen en
den lust gevoelen, controle uit te oefenen op
de besteding der gelden.
Hij waarschuwt tegen de opvatting, als zou
hij den Hollander haten. Hij is „te groot"
om een natie te halen, maar hij haat de hier
gewraakte beginselen en meeningen.
Hij geeft een lange beschouwing over de
verschillende wijzen, waarop men koloniën
verkrijgt.
„Phrasen" noemt hij de beweringen oni-
Irent ethische motieven, die tot kolonisatie
zouden hebben geleid. Wel wordt de bevol
king geëxploiteerd, maar van ethische plich
ten nakomen wordt weinig gemerkt
Neen, er is slechts roofzucht, vroeger mis
schien nog wat roefnzucht in het speL
(Enkele personen willen applsudisseeren
maar men chuteert krachtig).
In onze Oost is van „kolonisatie" in den
zin van „volksplanting" geen sprake, er Is
Hechts een wingewest, met het zwaard ver
overd en alleen met het zwaard te behouden
Het eigenbelang van de overhcerschers ver
zet zich dan ook tegen een sterk zijn van
bet ovcrheerschle volk, ten aanzien van stof
felijk welzijn, maar vooral ten aanzien van
jïe geestelijke ontwikkeling. Een zich van
zijn „rechf op rechten" bewust wordend volk
moet immers revolutionnair worden.
Steeds zijn de belangen van het ovcrheersch
le volk ondergeschikt gemaakt aan die van
den overheerscher. Deze wijze van doen
hneft al vruchten gedragen, alleen zijn deze
nog niet rijp: wc wachten zegt de heer
Douwes Dekker totdat zij rijp zullen zijn.
Elk opkomend idealisme ten aanzien van
Indië werd onderdrukt, mei immoreele mid
delen desnoods.
Maar het idealisme stierf niet, vooral niet
bij de Indo-Europeanen, die gelukkig gaan in
zien, dat zij niet zijn half-Europcanen, maar
geheel en al Indiërs.
Zij zijn zelden gesproten uit een liefde-hu
welijk, maar uit verbindingen van hartstocht
en vaak ter wereld gekomen terwijl de moe
der bant en wrok had in he lhart tegen den
man, die haar reeds verstiet.
Waarom zou de inlander dankbaar ziji» ny
den Hollander? Hij heeft daar waarlijk geen
reden toe.
Men vatte dit niet op ais een waarschuwing:
hij, spreker, een kleurling, heeft er geen be
land bij den overheerscher voor iets te waar
schuwen. Hij hoopt, dat de overheerscher spoe
dig niets meer te maken zal hebben met hem
en zijn volk. Hii erkent slechts tc spreken in.
het belang van zijn volk.
De Oosterling zal denzelfden weg gaan vol
gen nis de Westerling: hij zal naar ontwik
keling streven cn zijn vaderland leeren lief
hebben.
De „Sarikat Islam" moge"niet zoo gevaar
lijk zijn als wordt voorgesteld in alarmeeren-
de persberichten, het is toch duidelijk waar
om de Indische pers zoo bang is voor. dc „Sa
rikat Islam": die vereeniging wil eenvoudig
wat hooger loon voor dc inlanders en dal
kan de Indische pers, die geheel onder den
invloed van het grootkapitaal staal, natuur
lijk niet hebben.
Voor de „Sarikat Islam" is ook het gou
vernement even bang als het vroeger was
voor de Indische partij, „want wij zijn dood",
roept de redenaar ironisch uit.
Op de vergaderingen van de „Sarikat Islam"
weet mon tegenwoordig voorgedicht door
enkelen, die den inlander hebben wegwijs ge
maakt de balans op le maken van hel
westersch beheer en er blijkt van een groot
nadeelig saldo.
Men had niet durven hopen, dat reeds nu
de vlag van de „doode" Indische partij zoo
veel volgers zou vinden, als is gebleken.
Hij weerspreekt, dat de liefde voor den
Islam de inlanders verre houdt van het Chris
tendom; neen: de. Islam is steeds maar een
vernis gebleven, in de Oost, het, is veel meer
het oude animisme, dat geprikkeld is lot
tegenweer door de politiek van de laatste
jaren, die men ook hier in het land kent.
(Applaus, voor 't eerst tamelijk, algemeen).
In andere, koloniën moge het geluk van
de bevolking in overeenstemming zijn te bren
gen met de overhecrsching, in onze kolonie
zoo betoogt hij verder is dntniet mogelijk.
Er is een revolutionaire beweging, die eerst
de politieke vrijheden wil en als einddoel:
de algclieele onafhankelijkheid. Men zwijgt
er al lang niet meer.over, er wordt over ge
schreven en vergaderd, de „Sarikat Islam"
telt al 150.000 leden. Onder hot leger wordt
al een half jaar'gewerkt; de pers is er eerst
nu achter.
Door ontnemen van -.rechtspersoonlijkheid
zal men de „Sarikat Islam" niet dooden en
zeker niet haar gedachte. Daarvoor zou menl
moeten bewijzen, recht tot overheerschen
te hebben.
De soldaten zullen zich voegen bij hun broe
ders en de vrouwen zullen naast- de gewa-'
pende mannen komen 1g staan.
Hij vraagt aan het slot der rede, of het
voor den overheerscher zelf geen zaak zou
zijn, te zorgen dat het in de Oost anders
wordt, al was het alleen maar om de zonen,
die straks zullen worden geofferd! (Applaus).
Van de gegeven gelegenheid tot debat maakt
de heer mr. J. II. Abendanon gebruik, die
met groot leedwezen den heer Douwes Dek
ker heeft gehoord, vooral omdat ook ande
ren oordeelen als hij, mènschen, geboren on
der Nederlandsche vlag, die deze willen ter
zijde stellen (zeer luid en krachtig apphiis en
even gefluit. De heer Abendanon vraagt geen'
teekenen van- goéd- of afkeuring te geven),
liet is helaas waar, dat vele blanke vaders
zich misdroegen tegenover de bruine moeders,
maar de heer D. D. weet toch wel, dat dit
lang niet met allen het geval is.
Waarom al liet oneervolle uit de geschie
denis op te diepen en té zwijgen over het
goede? Waarom over dat verre verleden niet
te zeggen als de inlander zelf: „soeda lama"
(het ligt achter ons.)
Waarom ook te zwijgen van het vele goe
de, dat het heden bracht cn dat men tracht
te ontwikkelen, hopende op de medewerking
ook van de inlandsche bevolking? Zelf heeft
deze spreker altijd sedert zijn terugkeer uit
Indië gestreden tegen het stelsel, steels alle
verschilpunten op den voorgrond te brengen
en nooit te zoeken naar hetgeen verecnigt.
Helaas, het Ned. volk is vooral nu scherp
In partijen gescheiden. Vroeger werd ten min
ste in Indië niet gevraagd naar dogma's of
naar geloof, maar a-an den anderen kant heeft
men nu meer belangstelling voor Indië dan
vroeger.
De heer Douwes Dekker lijdt aan een ver
blinding, gevolg van het steeds staren naar
één punt. Faust ook ondervond pijn aan de
oogen, toen hij plotseling licht zag. Zóó ging
het ook Indië, dat lang in duisternis verkeer
de dc heer Abendanon laat daar, door
wiens schuld zag plotseling een groot licht
en werd daardoor verblind. Den heer Dek
ker houdt hij voor een eerlijk man; welnu,
hij ga eens eerlijk na. wat het gevolg zou
zijn van een revolutie in onzen tijd, terwijl
men met evolutie hetzelfde veel beter en bo
vendien veel meer bereikt. Hij vraagt, wat de
heer D. D. eigenlijk beoogt, wat er geschie
den moet om hem tc bevredigen en voorts of
hij wel zeker is, dat de 40 millioen inlanders
hem zullen volgen bij zijn revolutie
Zelf gelooft de heer Abendanon, dat de
tijd daar is voor samenwerking tusschcn de
verschillende rassen. De heer D. D. wende
daartoe zijn krachten aan.
Men grijpe na-ar geen andere wapenen dan
ontwikkeling van den geest, veredeling van
het karakter (lang aangehouden applaus.)
Hierop werd door den heer Douwes Dekker
gerepliceerd.
De vergadering had plaats onder auspiciën
van een „Indiërscomité", bestaande uit de da
mes Hartsteen, Yeimaescn en Steinmetz, de
heeren G. L. Topée en Brunsvelt van Huiten,
allen Indiërs, en de Europeesche heeren F.
Bcrding en J. H. Francois,
Standbeeld voor (de) De Wilt
(e n). Gisteren heeft in Den Haag een bijeen
komst plaats gehad lusschen eenige heeren
van liet te Dordrecht gevormd comité voor de
oprichting van een standbeeld voor Jan de
Wilt te 's Gravenhagc. Besprekingen werden
gevoerd om lot overeenstemming en samen
werking te geraken; deze zullen eerlang wor
den voortgezet. Er zal dientengevolge nog
eenigen tijd verloopen, alvorens een beroep
op het publiek zal worden gedaan.
M ij n v e r s 1 a g. Verschenen zijn bet
jaarverslag der Staatsmijnen in Limburg over
1912 cn het jaarverslag van het Ondersteu
ningsfonds van de Staatsmijnen in Limburg
over hel 2e boekjaar (1 Januari—31 Dec. 1912).
Uil het eerste verslag blijkt, dat ip 1912
de gang van zaken bij het Staatsmijnbedrijf
bevredigend was. De ontginning en de afzet
der producten van de in bedrijf zijnde staats
mijn Wilhelmina hadden geregeld plaats; de
aanleg van de staatsmijnen Emma en Hen
drik werd krachtig voortgezet; aanvang werd
gemaakt met boringen voor de plaatsbepaling
van een vierde staatsmijn.
Hel verkrijgen van voldoende arbeidskrach
ten voor de drie mijnen ondervond nu en dan
eenige moeilijkheid.
De opbrengst der afgezette kolen bedroeg:
Staatsmijn Wilhelmina f 2.2S3.776.38; Staats
mijn Emma f 54.570.10.
liet Ondersteuningsfonds telde op 31 Dec.
1912 2363 leden. Hun algemeene gezondheids
toestand kan gunstig worden genoemd. Be
paalde beroepsziekten kwamen niet voor, be
houdens een enkel geval van longlijden, ver
oorzaakt door inademing van steenstof.
Het totaal der ziekte-ondersteuningen be
liep f 4 l.990.85£. Hel aantal in 1912 ingetre
den, ziektegevallen, waarvoor ziekengeld werd
uitgekeerd, bedroeg 1173 of per 100 werklie
den 64.3.
liet Vredespaleis. Men meldt ons:
Naar wij venvemeto moet bij het dep. van
oorlog het voornemen bestaan, indien de sta
king der grondwerkers niet spoedig is op
geheven, het rk>leeringswerk van hel Vre
despaleis cloor de genie te doen geschieden.
De grond werkersstaking te
Den II a a g. Naar aanleiding dat het Haag-
sche gemetentobestïDur eenige werken, die
door dto staking srtiil lagen, door gemeente
werklieden had doen afmaken, hebben dc
besturen der gemeentewerkliedenveroeniigin
gen gisterenavond een vergadering belegd,
waar werd bestollen e'en adres tc richten aan
don gemeenteraad cn tc verzoeken geen ar
beiders in vasten gemeontediensit te verplich
ten grondwerk «te laten verrichten. Een ge
lijk adres wordt ook gezonden door de grond-
werleersvereeniging. Het aantal stakers is vol-
nens opgave vam de stakingsldiding pi.m
500. Slechts een enkele grondwerker is aan
het werk gebleven.
Uit de sigarenindustrie. Naar
wij vernemen hebben naar aanleiding van de
dezer dagen verzonden circulaire en loonlijs
ten door de Nederlandsche Sigarenmakers-
en Tabaksbewerkersbond een 57-tal ongeorga
niseerde patroons den Bond bericht gezon
den, dat zij van af Zaterdag a.s. de in Utrecht
vastgestelde loonregeling op hunne fabrieken
zullen invoeren. Alhoewel heden de termijn
is verstreken, waarop de ongeorganiseerde
patroons de antwoorden moesten inzenden,
gelooft het bestuur van de Sigarenmakers-
bond. dat nog tal van patroons de eischen
van den ond alsnog zullen inwilligen.
Op vrije voeton. De onderwijzer V.
D. B., uit Hemen, dto de vorige week werd
gearresteerd verdacht van het plegen van
onzedelijke handelingen met vrouwelijke
htorlrngoni, is thans wedier op vrije voeten
gesteld en is ook weer in functie.
Persdelict. Door hel 2e Kamerlid is
bij1, den officier van justitie te Maastricht een
telegrafische klacht ingediend tegen den
Limburger Koerier, wegens het volgende be
richt. voorkomende in het nummer van
Dinsdag jl.
Degint de biercampagne weer?
Uit Wijnandsrade vernemen we van be
trouwbare zijde, dat daar in de buurt in 2
café's naar hartelust gedronken wordt.
Het aftredende Kamerlid Beckers, zoo ver
zekerd ons onze zegsman, is in beide drank
gelegenheden zelf het bier wezen bestellen.
Dcm oordop MuradBey. De zaak
tegen den Griek Andrclos, die als verdacht
van den moord op den Pcrzischen suiker
bakker Murad Bey in diens woning aan de
le Wagenstraat te 's Gravenhage, in Grieken
land verscheidene maanden geleden werd
gearresteerd, zal, naar thans vaststaat, verder
geheel in Griekenland worden berecht.
Langs ambtelijken weg zijn de getuigenis
sen van degemen te 's Gravenhage cn hier te
lande, die indertijd bij deze moordzaak be
trokken waren, verzameld en in handen ge
steld van de rechterlijke autoriteiten in Grie
kenland, die met het onderzoek der zaak be
last zijn.
De directeur van de Zui d-L i m-
burgsche Bank. Donderdag is do
voortvluchtige directeur der Zuid-Limburg-
sche Bajnk. te Maastricht, de heer J«a»c. Seclea,
in staat van faillissement verklaard. Aao het
oorspronkelijke vermoeden, dat SeeJesa zich
van het leven zou hebben beroofd, wordt
thans op goede gronden getwijfeld. De ver
blijfplaats van Seelcn is ombekend.
School- en Kerknieuws.
Opheffing van een openbare
school. Boor het Hoofdbestuur van den Bond
van Nederiauds-he onderwijzers is aan Gedepu
teerde Staten, van Over sel een adres verzonden,
vraarin deze nverzocht worden hun goedkeuring te
onthouden aan het besluit van de gemeente Olde-
markt van 13 Mei J.L, waarbij met ingang van 1
Juli a. s. de openbars school te Kalenberg is opge
heven en het gebouw is verkocht aan de ..Vereeni
ging tot stichting en instandhouding van eene
school met den Bijbel" aldaar. Het H.-B. deelt
mee, dat genoemd raadsbesluit is genomen alléén
op grond van een, t>ij den Raad ingekomen, schrij
ven van 33 van de 35 ouders, die vóór 1 Mei j.l.
kinderen op de openbare school hadden, waarbij zij
verklaren, dat z\j Christelijk onderwijs voor hun
kinderen wenschenuit deze verklaring bljjkt, vol
gen» adressant, echter volstrekt niet, dat ook wer
kelijk deze ouders hun kinderen in hel vervolg niet
meer naar de openbare school zouden willen zen
den enkele onderteekenaurs althans hebben met
hun Juridteekening een andere bedoeling gehad,
wat blijkt uit een bij Ged. Staten ingekomen adras
van een zestal ouders van 13 leerplichtige kinde
ren, die daarvoor openbaar onderwijs blijs cn ver-
longen cu waarbij cr zijn, die ook hun naam plaat
sten op meergenoemde verklanDg. Eveneens bftjkt
uit een ander, bij Ged. Staten ingezonden, adres
van 4 ouders cn 1 verzorger, dat door lien in de
naaste toekomst openbaar onderwijs te Kalenberg
gewenscht wordt.
Allerlei.
Petersburg, 13 Juni. Volgens de Han
dels- und Induslriezeitung was de stand van
het gewas in Rusland op den 20en Mei (oude
stijl) over 't algemeen bevredigend en waren
de vooruitzichten voor den oogst behoorlijk
goed.
Wintertarwe is geheéf bevredigend en goed
in liet zuidwest-rayon, in het zuiden, in de
noordelijke Kaukasus, in het Dongebied, ge
deeltelijk in Klein-Rusland, het centra lë
rayon en de Midden-Wélga, hier en daar
ook in het noordwest-rayon; onbevredigend
slechts hier en daar in Grodno, Sjedlez cn
het zuidelijke deel van Tambow, verder over
al bevredigend.
Winterrogge is over 't algemeen bevredi
gend en goed daar, waar de wintertarwe goed
Ls, en hier en daar ook in het Trans-Oerel-
gebied, onbevredigend in het Oeralgcbied, ge
deeltelijk in Djetka, de Boven-Wolga en het
centrale royan, hier en daar ook in het noord
westen overigens goed.
De stand van liet zomergewas is alleen ia
Zuid-Rusland en Midden-Rusland vastgesteld,
waar hij over 't algemeen ten volle bevre
digend en goed is in het zuidwesten en zui
den, in Ivlein-Rusland, in Noord-Kaukasus, ge
deeltelijk in het centrale rayon en Midden-
Wolga, hier cn daar in het noordwesten, in
Polen en in enkele districten van het noord
oostelijke rayon. Onbevredigend is de stand
slechts hier en daar in het Oeralgebied, Oel'a
en Grodno, overigens bevredigend.
In "West-Siberië is het wintergewas over
't algemeen bevredigend, het zomergewas ten
volle bevredigend.
Nu alle maatregelen om dc militante suf
fragettes terug te houden van verdere bal
dadigheden vruchteloos zijn gebleken, heb
ben een aantal firma's in het West End van
Londen een anderen weg ingeslagen. Zij
hebben een actie tot schadeloosstelling inge
diend wegens de vernieling van venster
ruiten tegen de bestuurderen van de Wo
men's Social and Political Union, met name
den heer en mevrouw Pethick Lawrence,
mrs. en miss Christabel Pankhurst en mrs.
Mabel Tuke. En rechter Darling heeft nu Za
terdag, nadat de jury den eisch had toege
wezen de gedaagden veroordeeld tot be
taling van de verlangde schadeloosstelling
en in de kosten.
Dit is waarschijnlijk de beste manier, om
de dames tot bezinning te brengen.
Want zooals de advocaat der eischers uit
eenzette, zal het indien in dit geval de Union
aansprakelijk wordt gesteld voor de aange
richte schade, ook mogelijk zijn haar aan
sprakelijk te stellen in gevallen dat door
brandstichting b.v. grootcre schade wordt
aangericht.
De Parijsche politie heeft een vagebond
opgepakt, die de met zijn verhoor belaste
ambtenaren tot wanhoop brengt. De man
spreekt n.l. een taal, welke tot nog toe nie
mand heeft kunnen begrijpen. Er zijn reeds
verschillende tolleen bijgehaald, maar nie
mand kan er wijs uit worden.
Daar vermoed wordt, dat men te doen
heeft met een gewiksten boef, is ten slotte
besloten de man eerst eens te meten, om te
zien of men langs dien weg niet wat vijzer
kan worden.
(\V eekpraatje).
Op eeu warmen zomerdag, zooals wij ex de laatste
weken, tusschen vele gure en natte dagen, al vele
gehad 'hebben, is het voor velen een genot een ver-
frisschenden» verkwikkend en drank te gebruiken;
de een vindt dien ia een pot bier, de onder in ©en
glas limonade of kwast. De smaken verschillen. De
inboorlingen van het eiland Luzon, zoo lezen wij
in een blad drinken met graagte een hoogst zon
derlingen drank, de ,,sa-fu-eng" gcheeten, welke op
de volgende manier bereid wordt. Men kookt apart
rijst, camoten (een soort vrucht), sprinkhanen, var-
kcnsvleesch en men giet deze ingrediënten in een
aarden pot half gevuld met koud water, terwijl men
er gekookte en verbrijzelde beenderen bijvoegt. Dit
mengelmoes laat men gedurende een tiental dagen
staan en krijgt aldus een zure, gistende drank,
waarvan de lucht eon Europeaan op de vlucht zou
jagen. De inboorlingen drinken dit sprinkhanenbier
met grooten smaak en bij verschillende stammen
is 'het de eenige drank, die gedurende de maaltijden
gedronken wordt.
De smaken verschillen, zoo zeiden we. Denk u
bijvoorbeeld de vegetariërs, die zich van alle vleesch-
gebruik spenen, en de bewoners van een streek in
Afrika, waarvan Gouverneur Vergues, algemeen se
cretaris van het Fransohe Afrikaanscb exploitatie
genootschap, ver-haalt. Die lujdjes daar zoo ver
telt ons de Gouverneur houden te veel van den
mensen. Fransche*missies doorkruisen in den laat-
sten tij<i het land, waar de nieuwe grenzen tusachen
het Fransche en het Duït3che gebied moeien wor
den vastgesteld. Bij oen expeditie naar een tot das-
ver niet-verkende streek werden vier dragers, dio
dc missie tot aan een dorp hadden geleid, door de
inlanders gevangen, gedood cn opgegoten. Bij een
vroeaeren verkenningstocht werd de luitenant Fri-
court drie of vier malen aangevallen en een ander
maal was hij bijna in een hinderaag gevallen.
Maar met groot beleid ontkwam hij en wist de zwar
ten cr toe te brengen, a rede met hem te stuitert.
Zij boden hem con kip aao, maar de kip was ver
giftigd en Fricourt die er van at, zweefde drie da
gen lang lusschen leven cn dood. Het konvooi werd
geplunderd en vei-acheidene mannen gewond.
Een dorpshoofd, een echte kannibaal, maar on-
noozel en zachtaardig op zijn manier, merkte toen
hjj met de Fraasehen vrede gesloten had en iu hun
kamp kwam, drie gcvar.geren °P- Met oogen, schit
terend van begeerte, vroeg hij,,0, geef mij er een
van. Ik heb zoolang geen vleesch in den mond ge
had."
Dé gouverneur gelooft, dat wanneer men vee in
dez© sfreken brengt die voor veeteelt geschikt zijn,
de meiischenjachtcn spoedig zullen ophouden.
Dan zou zich misschien de smaak der zwarten
kunnen wijzigen. Zooals, in Engeland vooral, de
smaak van vele dames tegenwoordig aich wijzigt
tan opzichte van 'het rooken, dat zij niet meer al
leen aan de mannen willen overlaten.
Het aantal vrouwen, die de gewoonte van het
rooken overnemen, wordt van jaar tot jaar groot cr.
Een Londensch sigarenfabrikant heeft in een inter
view gezegd, dat de Engclscbe vrouwen tegen
woordig meer dan ooit gewoon rijn om na het eten
een sigaret op te steken. Hij schreef het toenemen
van deze gewoonte too aan het veelvuldig er reizen
door het vasteland, aan het oprichten en bezoeken
van dames-clubs en een bect-je ook aan de behoefte
aan den nicotine-pnkkel. Tegenwoordig rijn er ook
dames dio sigaren in plaa*s van sigaretten rooken, J
omdat het minder schadelijk voor do gezondheid is.-
Het rijn natuurlijk zeer kleine, fijue, elegante «ri
gaartjes, die tusschen de schoone lippen pryken.
Tot nog toe was het evenwel in Engeland geen
gewoonte voor vrouwen om in het openbaar to roo
ken. Met deze gewoonte schijnen do Engelsche da
mes evenwel te willen breken. Reeds verscheidene
malen heeft men geconstateerd dat jonge dames op
reis in een rook-coupé stappen en ijverig sigaretten,
gaan opdampen. Tegenwoordig is het niet meer on
gewoon om z\>n nichtje een sigaret ten-pij pj© of si
garet.ten-étui cadeau te doen. Wanneer een Lkschc
tabakspijp? - -j
Zoo brengt onze moderne tjjd allerlei nieuwe din
gen, en geeft véél té zich, waarover onze over
grootouders zeker' bedcrikeÜjfk het- hoofd zouden
schudden. En moeten wij ook ni-et evenzoo doon, als
wo bijv. zien hoe onze jeugd zich gedraagt als ware
rij volwassen, hoe knapen nauwelijks of n°£ niet
eens de kinderschoertén ontwassen, dé onderen id
alles naapen. Zoo vertelt Gyriel -Bttysse het~ volgende
van .knappe kinderefr^ Cl,j
De gróolc, mooie tffigon komt -over den stiand-
bonlëvard aarrijden een luxe-auto, -zeker web w.-n
van dertig paarden.
Aan het stuurwiel zit een baby. Ik -noem het
een baby, in vergelijking met dc ernstige vcrant*
woordelijkheid'der taak, die herikrnd op rich neemt.
Het ia een knaap van mhachien twaalf of dertieu
jaar. Naast 'hem zit de chauffeur en achter in dea
wagen pa en ma.
Die ganschc familie heeft van gelukstra'eudo ge
zichten. Men schept als 't ware het straalgeluk van
het gezicht der .baby af en pa en ma zitten van
ouderlijken trots te glimmen. Alleen de chauffeur
ziet er ernstig en: bezorgd uil. Zyn strakke oog:-n
wijken niet van de hindernissen op den weg.
't Gaat alles goed. De baby slaat er zich vrij han
dig doorheen. Wc tw\i/clen niet of h\j is zonder
ongelukken thuis gekomen.
Maar hoe zal !t morgen, overmorgen, over vcér-
ti©n dagon gaan? Hoe zal '(.gaan als or eens plotsc-
ling, geheel onvoorzien,niet krachtige decisie moet
gehandeld worden?
De hemel beware ons voor knappe kinderen ach
ter heb stuur yan^éën auto en voor gdukstralendc
ouders, die daar trotsch op zijn.
De schrijver heeft gei k: dat is een gevaarlijk
spelletje», waaraan verstandige ouders hun kinderen
niet zullen overgeven. t>e chauffeursplaats mag
niet door een knaap worden ingenomen. Een ge
vaarlijke plaats koos zich ook een vogel wijfje voor
haar nest, zooals men uit Stavoren aan de Telegraaf
meldt
.Aardiger kan het wfel niet, maar gevaarlijker
misschien ook niet. Intusschen het zijn cr meer, die
zich met wat hun 't liefst was, toevertrouwd heb
ben aan een reddingsboot en behouden bleven.
Maar vrijwillig, zooals een spreeuw dat gedurfd
heeft, Wjjft het een zeldzaam, zoo niet éénig geval.
EerSj had z© haar zin gezet op ©cn zeiltje, dat
over het zoeklicht boven dc stuurkast van de stoom-
pont Enkhuizen is gespannep. Daaronder scheen
het haar zoo'n goed plaatsje voor 'haar nest, maar
de équipage kon dat niet toelaten. En toen viel het
oog op het zeil, dat over de in de davids hangende
reddingssloep 13 gespannen, dat kon men niet wei
geren en daaronder boven in don kop van de stoep
Kgl nu 't nest met de vier eitjes. Meermalen daags
©jl ook 's nacbts maakt de broedende spreeuw de
reis mee over de woelige baren."
„Reizen over de woelige baren" is veelal het be
staan-van den visschcr. Nu wjj in 't schoonst van
het zomerseizoen genieten kunnen van het heerlijke
natuurleven iu veld en bosch, willen wij nog even
onze gedachten doen gaan naar ouzo medemenschen
op het wyd© watervlak. Een ons onbekend dichter
wjjdde dezer dagen daaraan deze regelen:
VISSC1IERSLEV EN.
Als op dc velden alles groeit
En geurt en bloeit,
Daar buiten niets dau vreug tc gAren
Ea languit, liggend op het gras
Op kalmen plas
Al droomend laten spelesaren
Een notedop, di© vaartuig heet,
Die dat zoo doen mag, och di© weet
Wat hem te doen mag zijn gegeven
Van niets dan van een zo nn ig leven.
Als op de velden alles groeit
En geurt en bloeit
Dan zwerft de visscher op de baren,
Om dag en nacht in 't groot© net,
Steeds uitgezet.
Het malsche zeebanket te giren
Ten koste van zijn rust en zweet-
Die dat zoo doen moet, ach, di© weet,
Dat, wat hem werd te doen gegeven
Den naam verdient van moeizaam leven.
Als op de velden alles dort.
Als 't winter wordt,
En heel natuur schijnt weggestorven
Als, wie aan wal' bleef, 't kalm beziet
En nog geniet
Van vreugd, bij zomerdag verworven
Keert van het woelig pek el veld
De visscher weer aan. wal, en 't geld,
Dat hem, als loon, nu wordt gegeven
Schaft hem een arm' l ij k winterleven,
O, gij, die aan den wol geniet,
En alles riet,
Wat zonneschijn en warmte bieden
Op 't wijd© veld en in het bosch,
Op 't mollig mos.
Zelfs neg als zomerdagen vlieden,
Ziet niet zoo gram op visschcrs neer,
Als dez©n bij het winterweer
Wat vreemd doeB. Veol werd u gegeven I
Gu.it visschcrs ooh hun visscliersleven 1
KEUYEL.ua.