ra0. 7 12"° Jaargang 1 L 1 1 ml y L „DE E EM LAN DER". zzthl.. BIJVOEGSEL Aniersfooriscli Dagblad. Gemeenteraad ARflERSFOOHT. STENOGRAPHÏSCH VERSLAG. I- De tweede Balkan-oorloo. Br' iy i Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co A BONN. EM E NTSPK IJS:. Ar\\c\ PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf O.50. flko regol moorO.IO, ienstannbiodingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, by abonnement Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. bij HST VAN Openbare Vergadering van don Raad der Gemeente Amersfoort op Maandag 30 Juni 1913, te 2£ are des namiddags. Tegenwoordig zijn do hoerenVan Achtorborgh, Briët, Eysink, Van Esveld, Ger ritsen, Van Duinen, Houbaor, Jorissen, Van Kalken, Koniug, Kroes, Leinweber. Rolandus Hagedoorn, Rjjkens, Tromp van Holst, Van der Wal, en do waarnemende Secretaris de heer Veenstra. Afwezig met kennisgevingde heeren Veis Heijn en Oobtorvoen en voorts do heer Ruijs. De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd. Ingekomen zij n de volgende stukken Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 Juni 1913, le afdeeling, no. 9, tot goedkeuring van het raads besluit van 27 Mei 1913, no. 232, strekkende tot verlenging van den termijn van ontruiming van de onbewoonbaar verklaarde porceelon Wolkerstraat 7, 9, 11 en 13, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie E mos. 10421045. Voor kennisgeving aangenomen. b. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 Juni 1913, le afdeeling, no. 9, tot goedkeuring van het raads besluit van 27 Mei 1913, no. 231, strekkende tot verlenging van den termijn van ontruiming van de onbewoonbaar verklaarde perceelen Wolkerstraat 5 en 15, kadastraal bekend ge meente Amersfoort, sectie E no. 4426 en 1046. Als voren. e. Missive van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 17 Juni 1913, 3e afdeeling, no. 141, ten geleide van een uit treksel uit het Koninklijk besluit van den 7 Juni 1913, no. 40, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 29 April 1913, no. 197, houdende vaststelling eener verordening tot heffing van rechten aan de Kaasmarkt en tot goedkeuring van het raadsbesluit- van denzelfden datum, no. 194, houdende wij ziging der verordening tot heffing van legos- gelde n. Als voren. d. Besluit van de Gedeputeerde S taten van Utrecht van 24 Juni 1913, 3e afdeeling, no. 102, tot verdaging hunner be slissing op hot raadsbesluit van 27 Mei 1913, no. 247, strekkende tot verkoop van eenige perceelen grond aan de Baickman Wuytiers loan. Als voren. e. Een adres van doKiesvoree- niging „Amersfoortsch Belang", houdende opmerkingen over de gevoerde dis- cussiën in de openbare vergaderingen van den Gemeenteraad van 27 Mei 1913 en 19 Juni 1913 betreffende de waterlevering. De Y o o r z i 11 e r De heeren kennen dit stuk waarschijnlijk allen uit de dagbladen. B. en W. stellen voor het ter lozing te leggen voor de leden van den Raad. De heer Jorissen: Mij lieer de Voorzit ter Met zeer veel genoegen heb ik dit adres gezieu, want wanneer men de discussies hier in den Raad heeft gevolgd, dan zal men op merken, dat de twee eerste dingen juist zoo door mij gezegd zijn. Ook ik heb meermalen gezegd „wij hebben hier niet te maken met de zaken van fariieulicren." Alleen heb ik er op gewezen, dat er euu beschuldiging is ingebracht tegen een onzer ambtenaren, den Directeur van het Gas- en Waterleidingbedrijf, en dat uit de overgelegde stukken niets ge Heken was van een tekortkoming van den Directeur. Ik wensch de discussie hierover niet opnieuw to openen, alleen wonsch ik dat het gevoelen van den Raad te dien aanzien juist worde uitgedrukt, en heb daarom de eer de volgende motie voor te stollen De Raad, gehoord do befeprokingon in dezo zaak, kennis genomen hebbende van de over gelegde correspondentie, verklaart ten volste vertrouwen te stol len in het beleid van B. en W. en gaat over tot do orde van don dag. De Voorzitter. Eigenlijk gezegd is nu nog aan de orde het voorstel van B. en W.. om dit stuk ter visie te leggen. De heer Kroes: Mijnheer do Voorzitter, dat stuk behooft niet ter visie gelegd te wor den. Ik geloof dat alle raadsleden het kennen. Tenminste, ik hob het geluk gohad het toe gezonden te krijgen van „Vooruitgang" precies zoo als het hier staat. Ik vind het dus niet noodig, dat het tor visio wordt gelegd. Het voorstel van B. en W. wordt goed- g ekeurd zonder hoofdolijko stemming. De Voorzitter: Wordt nu dezo motie voldoende ondersteund De heer Kroes: Mijnheer de Voorzitter, ik ondersteun met volle sympathie do motie van den heer Jorissen. De motie wordt voldoonde ondersteund en kan derhalve een punt van beraadslaging uitmakep. De heer Van Achterbergh: Wordt die motie n u in stemming gebracht, Mijnheer de Voorzitter Zoo ja, dan vraag ik hoofde lijke stemming, omdat het in. i. niet uitge maakt is. Den vorigen keer is heel uitdruk kelijk, en door verschillende raadsleden is dit woord overgenomen, mij door den Voorzitter het verlof geweigerd om, toen ik de corres pondentie wenschte over te leggen, deze voer te lezen. Ik zal dus tegen de motie moeten stemmen. De heer Jorissen: Mijnheer de Voor zitter 1 Als voorsteller van do motie zal ik er dan even op wijzen, dat ik in de motie dui delijk zeg: „de Raad, kennis genomen heb bende van de correspondentie". Ik ga daarbij uit van het feit, dat de Raad de correspon dentie ter inzage heeft gehad. De heer Van Achterbergh heeft hier in don Raad gezegd: ik kan de correspondentie overleggen, en do Raad heeft deze correspondentie gezien. Wii hij de correspondentie verder publiek maken, dan is dat een particuliere zaak van hem. D&ar hebben wij in den Raad niet mede te maken. Daar bon ik herhaaldelijk op terug gekomen voor den Raad heeft do correspon dentie ter visie gelegen, en ik verklaar in mijn motie alleen, dat de raadsleden or kennis van hebben genomen. Do Raad behooft het publiek toch geen kennis te geven van do correspondentie? Wij, als afgevaardigden van de inwoners dezer ge meente, hebben over de zaak te beslissen, en daarom heb ik deze uitdrukking zoo in do motie gezet. Ik geloof, dat ook de heer Van Achterbergh het daarmee eens kan zijn. De heer Van Achterbergh: Neen waarachtig nietGeen kwestie van 1 De motié-Jorissen wordt in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 2 stemmen die van de heeren Leinweber en Van Achterbergh. De Wethouders Van Esveld, Van Duinen en Rijkens nemen aan deze stemming niet deel. Aan de oide is thans de agenda en wel 1°. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening tot regeling van den Burger lijken Stand. Goedgekeurd zonder beraadslaging of stemming. 2°. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijz'ging der b e- g r o o t i n g dienst 1912. Als voren. Burgemeester wijziging der b e- Burge meester wijziging der b e- 3a. Voorstel van Burgemeester ou Wethouders tot af- en overschrijving der begrooting dienst 1912. Als voren. 4% Voorstel van on W ethuaders tot g rooting dienst 1913. Als voren. 5°. Voorstel van en Wethouders tot u o g r o o t i u g van do Gasfabriek 1913. Als voren. 6°. Voorstel van Burgemeester en Wothoudors tot uitbioiding van school B (Lousderwcg), IGcdr. Verz. Afd. I, no. 593.] Do heer Kroos: Mijnbeer de Voorzitter! Wij hebben op het laatste oogenblik een rec tificatie gekregen waarin de Commissie van Toezicht verklaartdat zij zich niet kan ver- oonigen met do uitbreiding van de school. Daar zou ik graag een enkele inlichting over hebben. De Voorzitter: Dit is een vergissing van U. Het schrijven van de Commissie slaat op punt 11: openstelling van de Jongensschool voor meisjes. De heer Gerritsen: MaarMijnheor do Voorzitter, staat dit punt toch niet in nauw verband met punt 11 Do Voorzitter: Neen die uitbreiding is noodiggeheel afgezion van de eventueele openstelling van de jongensschool voor meisjes. De heer Van Achtorborgh: Mijnheer de Voorzitter, toen ik hier washehfen de stukken van den schoolopziener en de Com missie van Toezicht niet ter visie gelegen. Zou ik mogen weten wat eigenlijk de inhoud is van het schrijven van do Commissie? Datstuk was nog niet hier toen ik kwam om de stukken te lezen. De Wethouder R ij k e n sMijnheer de Voor zitter Ik geloof, Jat ook de heer Van Ach terbergh eigenlijk spreekt over punt 11, als hij spreekt over dit stuk. Wij zijn thans aan punt li bezig, het voorstel tot uitbreiding van school B.d. w. z. tot het verrichten van bepaalde bouwwerken. De heer Van Achterbergh: Inderdaad, ik vergis mij. Het voorstel wordt daarna goedge keurd zonder hoofdelijke stemming. 7°. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake het overne men van straten van particulieren enz. [Gedr. Verz. Afd. I, no. 4S4]. De heer J o r i s s e n Mijnheer de Voorzitter! Ik heb met veel genoegen dit stuk ontvangen. Ik herinner do loden die reeds voor enkele jaren in dezen Raad zitting hadden, U waart toen nog niet hieraan de discussie die wij hebben gehouden over enkele wegen. Ik heb toen gezegd: lalen wij geen uitzonderin gen maken lalen wij het voor allemaal doen of niet. Wij hebben alleen één uitzondering gemaakt omdat het algemeen belang het oischte, n.l. voor don Ouden Soosterwog. Daarom ver heugt het mjj zoo dat wij thans tot een goede oplossing kunnon komen want mij dunkt dit is de goede weg. Ik geef toe, er zulleD door des kundigen hier en daar kleine verbeteringen zijn aan to brengen maar het beginsel waarop wordt aangestuurd, ten eorste dat de gemeente zal trachten om niet over te nemen alle aan par ticulieren toebehoorende wegen gelogen binnen de kom van de gemeente, en B. en W. uit te noodigen daaromtrent nadere voorstellen in te dienen met opgave vankoston; en ten tweede: dat voortaan de kosten van aanleg van gas en water in de strateD komen voor rekening van de gemeente dat juich ik zeer toe. Wij hebben nu kans binüen afzienbaren tijd uit de ellende te komon, die op sommige punten van de gemeente heerscht. De heer Van Achterbergh: Mynheer de Yoorziltor! Het doet mij werkelijk genoe gen dat B. en W. thans de eerste schreden op den goeden weg willen zetten tot verbete ring van wegen en trachten uit te lokken een principieel besluit, hoe de Raad er over denkt. Dat deze vraag niet alleen een zeer ernstige raag, maar ook een zeer urgente kwestie is m -'M.' Bulgarije, ecu iet op den gen cn wen- billijkhcid en amcnlijke bc- combinatie, htcr het Bul- lot zulle eenc Dat is de alsof er nog nlfder ure )in den weg Groote vcr- htcr niet heb- achten toldat Bulgarije en de onderhan- t van het Ru- groote vraag iUnieniè doen, n afgeloopcn? g aan acluali- rovcr aan dc •urig de stom- eering bezielt, jen, moet men jouden, dat cr •ijd is gevoerd cr Oostcnrijk- >alie was gc- eval de vcrlo- lieke partijen, Me. ten, toen men waren begon- mferentie, die aad. Zelfs se- i, blijft de ko- zou zijn, dal met Bulgarije, en raad van staan Ru- jeledcff in Pc- zijn de regee- v de opvatting, bedrogen zou t is niet cene èdsuilbreiding. Balkan-even- t als Bulgarije •<l dagen gelc- ven verlangde, 't leven roc- n Balkan zou ie Bulgarije le Iers, heeft dc •sloten en Lij- irïng aan liet met Bul tra rij e anncer de re- zou zulks nog liberalen, mei rslist voor den zeer gunstig rer een dag of al waarschijn- broedsja, want HU-liniën ver- Sofia, 7 Juli. Dc gezanten van Bulgarije in Belgrado cn Cellinje zijn teruggeroepen. De bescherming van de Bulgaren in Serviö en Montenegro is aan Rusland opgedragen. Sofia, 7 Juli. De Gricksche gezant Pa- nas zal morgen deze stad verlaten, zonder daarvan officieel mcdcdceling te doen. In dc diplomatieke kringen wordt deze houding toegeschreven aan zijn wensch om gecne verantwoordelijkheid te hebben voor den di- plomatiekcn breuk. Een wagon is door do Bulgaarsclie regeering beschikbaar gesteld, die hem naar Roestljock zal brengen. Athene, 7 Jul i. Hol regeeringsblad be val een besluit, waarbij drie lichtingen van de landweer onder dc wapenen worden ge roep cn. Sofia, 7 Juli. De Sobranje is legen 8 Juli bijeengeroepen. De nederlaag van den Bulgaarsohen rech tervleugel cn van de 7e divisie wordt tegen gesproken. De waarheid is, dat de Servcn gisteren een onsluimigen aanval hebben ge daan op het legioen van Maccdo-Adiianopo litanen, dat lien met aanzienlijdie verliezen terug sloeg. De zevende Bulgaarsehe divisia heeft de Servcn in dc flank aangevallen en dreef hen terug naar hunne oude stelling. W e e n e n, 7 Juli. Volgens cene mcdc dceling van dc Mililarische Rundschau zou eenc colonne van 11.000, waarschijnlijk op rukkende van Egri Palanka, cr in geslaagd zijn door te dringen tot Vranja cn dc Servi sche linie van terugtocht bedreigen. Parijs, 7 Juli. Het Servische gezant schap deelt 'aan Havas het volgend telegram uil Belgrado mede: Men bericht, dat hel juist de divistie van Timok is, die heet door do Bulgaren le zijn vernield, door wie de Bul garen uit Krivolak worden verdreven en gedwongen werden terug te gaan niet belang rijke verliezen over de gehecle linie. Weonen, 7 Juli. Het None Wiener Ta- goblalt verneemt, dal Griekenland officieel aan dc groote mogendheden heeft kennis ge geven, dat hel aan Bulgarije den oorlog heeft verklaard. Belgrado, 7 Juli. De gezant van Bul garije heeft lieden middag Belgrado verlaten met zijn gezin cn met hel personeel van hel gezantschap. Athene, 7 Juli. De Grieken hebben het zuidelijke gedeelte van het terrein Doiran bezet; zij vervolgden de Bulgaren tot Slroe- mitza en vermeesterden 12 kanonnen. De Bulgaarsclie verliezen waren zeer groot. Jiet lotaal van dc Gricksche verliezen is 10,MO dooden en gewonden. Salouiki, 7 Juli. De Grieken gaan icderen dag verder vooruil. Dc Bulgaren hebben Doiran iu wanorde verlaten- zij worden met kracht vervolgd. 7000 gewonden zijn in Saloniki aangekomen. W e c n e n, 7 Juli. Dc Ncue Freie Pres se bericht, dat generaal Iwanow liet grootsle gedeelte van het Grieksohe leger uileen keelt gejaagd. Athene, 7 Juli. Na drie dagen van hardnekkige en bloedige gevechten eindigde de slag eergisteren over liet gehcelc front j zeggen alles •ukken? Wan- vlijcn als een vlijdl, cn zal het toppunt cn alle wen- ig der liefde? samen stem- dat zijn mu- cid zal doen 'Poen d>e duisternis dieper werd, ver- pspreidde zich een zacht licht door de deur, en ik zag nu, dat het de oppervlakte der muren, was, die op deze leere verlichtende wijze scheen. Ik legde mijn hand tegen den jnuizr, waarbij ilk mij het dichtst bevond deze» aanraking was koud en toch scheen hij warm verlicht voor de oogen en het was nieft vermokiJend er naar te kijken evenmin als naar den zonneschijn, op een landschap. Ik kooi niet begrijpen hoe dat licht was aan gebracht of werd gebruikt, maar het had daalt, vinden wij elk gelaat en gestalte ge heel verschillend, en ofschoon allen naar denzelfden vorm geschapen zijn, zijn er niet twee, dde volkomen gelijk zijn. Toch zijn er. velen, die beweren en volhouden, dat, of schoon de persoonlijkheid van elk individu lichamelijk sterk verschilt, er geen iaidividu- eele persoonlijikhedd in de ziel der menschen lis, ergo, dat de Natuur, de verstandelijke Geest, die in een sterfelijk lichaam woont zoo gering acht, dat zij de individualiteit slechts beperkt tot dat, wat aan verande- „Ik ben benieuwd of wij elkaar ooit weer zullen ontmoeten?" fluisterde ik. „Zult gij tot mij komen? of zal ik naar u gaan? Hoe zullen wij elkaar vinden? Wanneer zal ik in staat zijn u te vertellen dat ik weet dat gij de eenige Geliefde zijtl het eenig middel punt van mijn leven waarom heen zich voor taan alles moet wentelen de bron van al mijn beste gedachten en daden de God van mijn heelal uit wiens liefde en'genoegen licht en pracht der schepping ontspringt? Wan- •.tralend één zegen, liefde s scheppende allen moed, dit moet onze 'anneer? ntasie strekte beeld mijner ogen. Ik was rveling in de geluk dat ik kunnen win- geweestl j geopend, ik ichapper van ior mij ik groette hem met een glimlach ofschoon mijn oogen vochtig waren. „Zijt gij gekomen om mij te halen?" vroeg Ik. „Ik ben gereed." Hij boog zijn tioofd een weinig. „Gij zijt niet geheel gereed," zeide Li ij en tegelijk gaf hij mij een opgevouwen kke4 tn sluier. Gij moet u hierin kleedea. Ik dl buiten wachten." Hij trok zich lertfg en ik verwisselde snel mijn eigen kleeren voor die welke hij ge bracht had. Zij waren gemakkelijk om aan le doen. liet was niets dan een lang wit kleed van zware zijde, cn eon witte sluier, die mij van het hoofd tol de voelen bedelde. Het duurde geen vijf minuien of ik was klaar en toen alles gedaan was raakle ik de bel aan waarmede ik le voren Asclzion had geroepen. Ilonorius trad dadelijk binnen, hij keek ernstig cn alsof hij met iets was vervuld. „Indien gij niet meer in deze kamer mocht terugkeeren," zeide hij langzaam, „is er dan eenige boodschap eenige mededeeling die gij aan uw vrienden overgebracht wilt heb ben?" Ik dacht een oogenblik na daarna glim lachte ik. „Geen enkeleI" antwoordde ik. „Ik zal op al die persoonlijke dingen zelf kunnen toe zien daarna I" Honoriua keek naar mij cn zijn knap bijna streng gelaat was ernstig. „Wees er niet te zeker van!" zeide nij zaoht. ,yliet is niet aan mij om te spreken maar weinigen doorstaan de proef, waaraan gij onderworpen zult worden. Slechts twee in tien jaren." „En een van deze twee was Als antwoord wees hij naar het portret van Santoris aldus mijn hoop en vertrouwen bevestigend. „Ik ben niet bang," zeide ik, „en ik ben nu bereid te gaan waarheen gij verlangt dat ik z)al gaan." Hij zeide niets meer, keerde zich en ging mij voor de kamer uit Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 5