Maandag 21 Juli 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Da Klokken die verklonken.
N°. 18
De tweede Balkan-oorlog.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO*
Idem franco per post- 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant versobijnt dagelijks,* behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties on berichten vóór 2 uur in te zouden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.50.
Elko regol meerO.IO.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnemont
Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
EEMLAN DER".
Politiek Overzicht.
Bulgarije in nso^,
Wanneer men den toestand in het Balkan-
gebied, zooals hij zich gister vertoonde, sa
menvat, dan vindt men Bulgarije van alle
kanten in 't nauw «gebracht. Tegen zijne
vooü-maligc bondgenooten is Bulgarije niet
meer in staat zich te verweren. Daarvan
getuigt de ontruiming van Kavalla en Dra
ma, welke steden in handen van de Grie
ken gevallen zijn, zonder dal eene poging
lot verdediging is beproefd. JIcl Servische
leger is op liet Bulgaarsclie gobiéd overge
gaan; het Grieksohe ileger is tot op korten af
stand van de grqns genaderd, diet Kumeen-
sche leger heelt Bratza bezet, dat ligt hal
verwege tusschen de Donau cn Solia, op
slechts 40 mijlen afstand van de hoofdstad
van Bulgarije. Turksche troepen izijn, op be
vel van hunne regeering, op weg naar Adria-
nopcl; de vrucht van eene na maandenlan
ge» strijd behaalde overwinning dreigt we
der verloren te gaan.
iMen staat verbaasd over zoovele jobstij 1
dingen tegelijk, die allen te zalmen de af
doende bevestiging leveren, dat Bulgarije
aan diet einde van zijne krachten is geko
men. Trouwens hoe kan dat anders, wan
neer hel legerbestuur tot dc lichtingen van
1884 en 1885 toe onder de wapenen roept.
Mannen van 06 jaar warden opgeroepen
Maar het verwonderlijkste van alles is locb
nog, dat o-ii da nies dit alles het beriaht ach
terwege blijft, dal Bulgarije om den vrede
vraagt. Tc verwonderlijker is dit, omdat, als
Bulgjarije den weg naar den vrede wil op
gaan, men het van alle kanten zal tegemoet
komen. Uit Belgrado wordt aan de KöLn
Ztg. bericM: „Alle gebeurtenissen op den
Balkan dringen lot een spoedigen vrede. Dc
besmettelijke ziekten, die DO wel in het Bul
gaarsehe als in het Serviscthe gebied ver
schrikkelijke offers eisclicn drijven er toe. Als
Bulgarije inbindt en een gemachtigde zendt
om te onderhandelen, kan de vrede binnen
enkele dagen gesloten worden."
Men snakt naar vrede. Iioe is het dan te
verklaren, dal van de zijde, waar de be
hoefte aan vrede het grootst is, de stap
daartoe niet wordt gedaan?,In het Journal
des Débats wordt dit hiermee verklaard,
dat de partii van het verzet in Sofia de over
hand heeft. Die partij weigert in reclilslreek-
sche onderhandelingen te treden met de te
gen Bulgarije verbonden coalitie. Men be
weert in Sofia, dat dit vernederend zou zijn,
en men wil tge-one vernedering aannemen
Generaal Savow is weer opperbevelhebber
van het Bulgaarsehe leger. Hij wil slag le
veren, (hij hoopt nog op dc overwinning
Maar wat de vraag betreft boe hij die wil
behalen, is men op gissingen aangewezen
„Rekent generaal Savow achtereenvolgens
Serven, Rumenen, Grieken en Turken te
verslaan? Hoopt hij op eene Oostenrijksche
interventie? Iiet is zeer le vreezen, dat dr
Bulgaarsehe generaals, verbijsterd door
hunne (vroegere) overwinningen op de Tur
ken. de speelbal zijn van eene soort zins
begoocheling en hun land tot den onder
gang brengen.
„Toen men, tijdens den oorlog tegen do
Turken, sprak van de mogelijkheid van eene
Rumeensche interventie, zeide generaal Fit*
sjew, de dhef van den Bulgaarsehen ge-
neralcn slaf, tot den Italiaanschcn kolonel
Barone: „Als het Rumeensche leger de
Do'broedsja-grens overgaat, zullen wij hel
geen enkelen man tegemoet zenden; wij zul
len Rumcnië zijn gang laten gaan. Maar na
een jaar of drie, vier zullen wij liet weer
ontnemen wat het heeft jgenomen cn nog
iels or bij." Men kent die gevoelens in Bu-
karesl. Daarom is men er vast besloten vol
strekt geen afzonderlijk verdrag aan le
gaan; men wil, dat Bulgarije in dc onmo
gelijkheid wordt gebracht achtereenvolgens
zijne plannen te verwezenlijken tegen de na
burige staten, die cr belang bij hebben, dot
het zijne hegemonie niet vestigt*En men is
overtuigd, dat de Bulgaren hun Balkan-inv
perialisme niet zullen iprijs geven, zoolang
zij den dwang van het geweid niet hebben
ondergaan.
„Gegeven den tegenwoordige» toestand
van de Bulgaarsclie regeering, moet er niel
in Belgrado of in Bukarest eene pressie
worden uitgeoefend, maar tegen dc Mace
donians te Sofia. Wanneer deze pressie zon
der uitwerking blijft, dan blijit er slechts
over den uitslag van de militaire operatién
af tc wachten."
Onder de hier beneden opgenomen tele
grammen vindt men het bericht, dat Bul
garije er ten laatste toe gekomen is den
eersten stop tot den vrede te doen. Men mag
wel zeggen: Eindelijk! Er was geen oogen-
blik meer le verliezen.
Salon ik i, 19 Juli. De rechter-vleugel
van het Grieksche leger is verder dan Nevro-
kop gegaan; de linker-vleugel is in den Tref-
ne-pas gekomen en het centrum bevindt zich
halverwege in het Stryna dal. Uit verkennin
gen bleek, dat de vijand op den terugtocht is-
U s k u b, 19 Juli. Het gevecht tusschen
Egri Talauka en Bregalautza duurt voort. De
Servische rechtervleugel gaat vooruit.
Sofia, 19 Juli. De Bulgaren hebben
Kavalla en Drama ontruimd zonder zich te
verdedigen. De Grieken moeien dorpen in
brand gestoken hebben.
UsKub, 19 Juli. Op de Servisch-Bul-
gaarsche grens worden kleine voorpostenge
vechten gemeld. De Bulgaren beproefden in
den algeioopen nacht een aanval langs de
grens, die mislukte. De Serven begonnen het
Bulgaarsclie gebied binnen te dringen. De
eerste detachementen zijn tc Chaprana aan
gekomen.
De Servische commandant bericht, dat de
Bulgaren op hun terugtocht alle gehuchten
en dorpen doen ontruimen, om de tegenstan
ders te brengen in een ontvolkt land.
Op de Bulgaarsch-Macedonische grens
duren de gevechten voort. Aan de zijde van
Egri Palanka vielen de Bulgaren den Servi-
schen linkervleugel aan, maar zij moesten
zich terugtrekken in de streek ten zuiden van
de Bregalnilza. De Servische rechtervleugel is
aanmerkelijk vooruitgegaan naar Tzarvaselo.
Saloniki, 20 Juli. Er heeft een ge
vecht plaats gehad bij Fiorina tusschen
Grieksche troepen en partijgangers van het
hoofd Tsachalarow, die gedood werd. In
Panitza moeten dc Grieken 9 kanonnen heb
ben genomen; de Bulgarc-n moeten 15 kanon
nen in dc rivier geworpen hebben na hunne
nederlaag. Dc Grieken bevinden zich op 80
K.M. afstand van de Bulgaarsclie grens.
Belgrado, 20 Juli. Dé Serven hebben
Koela bezet, de Bulgaren trokken zich terug
naar Widdin.
Athene, 20 Juli. Iiet ministerie van
oorlog deelt liet volgende bericht mede: Wij
zijn meester van liet gehoele dal van Lenos.
De vijand is vernietigd. Wij hebben de vrij
heid van onze bewegingen verzekerd. De
vijand vindt, ondanks zijne ongeregelde
vlucht, waarin hij kanonnen en geweren prijs
geeft .steeds tijd dorpen on technische wer
ken tc vernielen.
iKonstanlinopel, 18 Juli. De am
bassadeurs cn de zaakgelastigden van alle
partijen hebben zich ieder afzonderlijk naai
den grootvizier begeven, om dezo tc wijzen
op het gevaar, verbonden aan een marsch
van het Turksclic leger verder dan de lijn
Enos—Midia. De grootvizier antwoordde, dal
het leger deze lijn niet had overschreden.
W e c n e n, 19 Juli. liet Gorrcsponden-
tiebureau bericht uit Konstantinopel: De
Turkschc kavallerie is voor Adrianopel aan
gekomen-
Berlijn, 19 Juli. Een particuliere cor
respondent te Konstantinopel bericht: Bij
de wederbczctting van Rodoslo worden de
Turksche troepen door een aantal in Ro-
dosto vertoevende Bulgaarsehe gendarmes
en koraitadjfs en Armenische vrijwilligers,
die besloten hadden tegenstand te bioden,
beschoten. Bij de landing werden van de
Turken 13 gewond; van de Bulgaren en Ar
meniërs werden 25 gedood.
Gedurende de Bulgaarsehe bezetting was
dc mohammedaans che bevolking aan veel
onderdrukking blootgesteld, die bij haar een
groote verbittering tegen de christenen had
doen ontstaan. Dientengevolge kwam het,
toen de verwisseling van de macht plaats
had, tol uitbarstingen van zuiver persoon
lijke wraak, waarbij cenige Armeniërs en
Grieken in Rodoslo cn omgeving gewond
werden. De nieuwe vali zorgde er dadelijk
voor, dat eene sterke afdecling gendarmerie
werd ontboden, om de orde le herstellen,
zoodat er g»n vrees beslaat wegens den al-
gemeenen veiligheid van de christenen.
Konstantinopel, 19 Juli. Het
schijnt zich te bevestigen, dat kavalleric-dela-
chementen heden in de vroegte Adrianopel
hebben bezet. Het leger rukt snel voorwaarts
in de hoop in A'drianopcl aan te komen in
den namiddag of den avond.
Tweede telegram. Izzet Paella seint,
dal in de weder bezette streken honderd ste
den of dorpen geheel vernield, in brand ge
sloken of geplunderd zijn. De Bulgaarsehe
gouverneur van Tsjorloe erkent, dat 900
huizen in Tsjorloe vernield zijn en dat het
zelfde geschied is met alle dorpen in den
omtrek. Hij beweert daarmee gehandeld te
hebben in overeenstemming met de oorlogs-
w ellen.
Men verklaart in de regccringskringcn, dat
als dc Turken de lijn Enos—Midia overgaan
cn Adrianopel weder bezetten, dat minder is
oin dit gebied weder te bezetten, dan oin
ernstige waarborgen tc krijgen voor de vei
ligheid van de muzelmannen in die streken,
waarvan zij de autonomio zullen vragen.
Sofia, 20 Juli. Twee Turksche division
kavallerie cn eeme divisie infanterie zijn in
Lulcboergas aangekomen. Dc commandant
van de Bulgaarsehe strijdkrachten neemt
maatregelen om Adrianopel te verdedigen.
Konstantinopel, 20 Juli. Uit goede
bron wordt bericht, dal liet leger verlangt
onmiddellijk naar Adrianopel op te rukken.
Intusschen zijn de ministers van mccning, dat
dc Porte de raadgevingen van de mogend
heden in overweging zou moeten nemen. An
deren zijn gunstig gestemd voor den marsch
op Adrianopel, wanneer die, als de operatic
noodig mocht zijn, wordt voorafgegaan door
eene oorlogsverklaring.
Konstantinopel, 20 Juli. De regec-
ring heeft het leger bevolen Thracic en Adria
nopel tc bezeilen. In eene tot de mogendhe
den gerichte nota werpt de regeering op
Bulgarije de verantwoordelijkheid voor evcn-
lucele vijandelijkheden.
Londen, 20 Juli. De Times bericht uit
Sofia: De Turken zijn in Adrianopel binnen
getrokken na een kort gevecht met de zwak
ke Bulgaarsehe macht, die tot verdediging
was achtergebleven.
De bashibozooks branden en plunderen en
plegen afschuwelijke wreedheden.
De Rumeensche troepen avancceren in oos
telijke richting en bedreigen Oost-Rumelië.
Bukarest, 19 Juli. Na een kort ge
vecht bij Ferdinandovo, (gelegen tusschen
Lom Palanka en Sofia) tusschen eene Ru
meensche colonne en eene brigade van de
negende divisie, heeft deze brigade zich over
gegeven met den generaal en twaalf kanon
nen.
Parijs, 19 Juli. Volgens eene door het
Bulgaarsehe gezantschap medegedeelde nota,
hebben de Rumenen drie bruggen vernield
op de spoorwegen rondom Plevna. Het ge
rucht loopt, dat zij nog twee andere brug
gen vernield hebben. De Rumeenen rekwi-
reeren levensmiddelen en foerage zonder te
betalen.
De Turksche troepen hebben hun marsch
naar Adrianopel voortgezet cn zijn tot voor
de stad gekomen, zonder zich aan de ver
maningen te storen, die dit ontrieden. De Porte
heeft er iets op gevonden om zich te ont-
trekken aan den druk van dc groote mogend
heden, die van haar het hevel verlangden tot
staking \an den marsch naar Adrianopel. Dc
grootvizier verklaarde aan de ambassadeurs
schouderophalend, dat de aanvoerders van
het Turksche leger de instruction uit Konstan
tinopel niet wilden gehoorzamen en dat de
Porte geen middel had om voor hare be veler»
de gehoorzaamheid van het leger af le dwin
gen.
De mogendheden hebben intusschen duide
lijk tc verslaan gegeven, dal zij onder geene
omstandigheden eene andere grens zullen er
kennen, dan die, welke in Londen door lien
werd vastgesteld. De Tribuna, het officicuse or
gaan van dc Ilaliaansche regeering, schrijft:
De internationale commissie, die de Turksch-
Bulgaarsche grens op de plaats zelve moet
bepalen, zal eerstdaags in Konstantinopel bij
eenkomen en terstond beginnen met hare
werkzaamheden. Alle mogendheden hebben
reeds hunne vertegenwoordigers benoemd. DU
feit kan voor Turkije niet zonder beteekenii
zijn. Dc lijn Enos—Midia werd door dc Lon-
densche conferentie bepaald, en de mogend
heden kunnen niet toegeven, dat hun proto«
kol wordt geschonden. Alle mogendheden
zijn 't er daarom over eens, dal men van
Turkije in ieder geval moet verlangen, dat
best de door hunne bemoeiing bepaalde grens
lij» eerbiedigt. Wanneer Turkije dat niet wil
begrijpen cn zijuic troepen laat mar che eren,
dan zal besloten worden tot cenc directe ge
zamenlijke interventie, ook oin oen afzon
derlijk optreden van de zijde van Rusland
te voorkomen.
Athene, 18 Juli. Venizelos bevestigt,
dal de ministerraden van Griekenland cn
Servië in hun antwoord op den stap van
Rusland, hunne erkentelijkheid zuilen uit
drukken voor Rusland's interventie. Zij zul
len verklaren, dat Servië cn Griekenland
bereid zijn rechtstreeks met Bulgarije in be
sprekingen tc treden over liet sluiten van
den vrede. Zij behouden ziolï voor recht
streeks aan Bulgarije hunne voorwaarden
mede te doelen.
Venizelos zette den schitterenden toestand
van het Grioksdhe Leger uiteen.
Athene, 19 Juli. Uit bevoegde bron
wordt bericht, dat Griekenland nog volstrekt
geen antwoord heeft gegeven op liet voorstel
van Rusland.
Levidis cn Dragocnius zijn naar Konslanli-
nopel vertrokken om het vredesverdrag te
ondertcckcnen, maar dat staat volstrekt niet
in verband mot den legenwoordigen oorlog.
Konstantinopel, 19 Juli. Gisteremia*
middag werd een buitengewone bijeenkomst
van den ministerraad gehouden onder voor
zitterschap van den grootvizier. De Engck
sche zaakgelastigde heeft op uicuw inet den
grootvizier geconfereerd over den opmarsch
van het Turkschc leger.
Athene, 18 Juli. De consuls van dc mo
gendheden te Kavalla zijn uitgenoodigd zich
naar Üoxali te begeven, om zich rekenschap
te geven van de door de Bulgaren in Doxati
begane buitensporigheden. Doxati moet ge
heel verwoest zijn en de 2500 inwoners moe
ten vennoord zijn.
Bukarest, 2 0 J u 1 i. Dc Indépendancc
Roumainc bericht, dat Rumcnic, Servic en
Griekenland het eens zijn geworden over de
grondslagen van de vredesvoorwaarden.
Eene conferentie vau alle oorlogvoerenden
zal worden bijeengeroepen. Servic cn Grie
kenland stellen als zetel voor Sinaia.
P a r ij 620 Juli. Hel Bulgaarsehe ge
zantschap deelt het volgende bericht medei
De nieuwe Bulgaarsehe regeering heeft zich
zoodra zij was geconstitueerd, door tusschen-
komst van den Italiaanschcn gezant le Sofia*
gewend tul Ruinenie mot hel oog op een spoe*.
dig herstel van de vriendschappelijke betrek
kingen. Bulgarije heeft ook aan het Russisch^
gezantschap le Sofia laten weten, dat hel bo
reid was een gevolmachtigde naar Nisch te
zenden voor de kwestie van de vréd esp reik
minaires.
VICTOR UilKOSl.
8 Uit het Hongaarsch vcrtaaald door
J Y O SËBËSïYÉM
en J. A. R1ABE Jr.
„En waarom hebben nu de Duitschers de
meerderheid?"
„In 1820 kwam in Duilschland op bevel van
hooger hand de kerkelijke unie tot stand,
waardoor de eigenlijke calvinistische kerk
rernietigd werd. En sindsdien kunnen niet
alleen theologen uit den Pfaltz, maar ook v.i
andere streken van Duitschland naar een
beurs van het Bernhard-fonds dingen. Ons
aantal echter is beperkt geworden tot drie.
Ziezoo, nu weten jullie dus alles. Overigens
zal professor Berensteyn het morgen ook wel
vertellen, maar het is heter van te voren al
van het een of ander op de hoogte te zijn,
omdat jullie toch geen woord verstaan zult
Van zijn Hollandsche toespraak."
Bótai kuchte. Siméndy keek hem scherp aan.
Het gezicht van zijn vriend vertrok zich soms,
alsof een onzichtbare hand hem de longen
samenneep. Siméndy zuchtte diep en staarde
toen door het venster naar buiten in den
grauwen mist. Hij zou niet hebben kunnen
«eggen waarom, maar zijn geest was van
sombere voorgevoelens vervuld. Toen hij voor
een minuut de oogen sloot, was het hem
«lsof hij Bótai in een nevel zag verdwijnen,
al bleeker en bleeker werd zijn gestalte, al
meer cn meer loste zij zich op, en ten slotie
was zij geheel verdwenen.
,,Diu eileruiige kuch kwelt mij voortdu
rend,kluisterde Bótai.
„Waarom ga je dan niet naar een dokter?"
„Ik ben er al geweest en hij heeft mij poe
ders voorgeschreven maar die helpen mij
niet tveel." v
„Misschien studeer je te hard."
„(Verleden jaar wel. Nu echter heb ik
ihuis al moeite genoeg met mijn leerling.
Hij heeft een hard hoofd en is vreeselijk
eigenzinnig."
Siméndy dacht 'n oogenblik na.
„Weet je wat, Barna, .geef mij dien leer
ling. Duitsch en Latijn kan ik hem ook wel
leeren.
Bótai's gezicht werd djoor een donkeren
blos overtogen.
„(Onmogelijk. Ik heb die twintig guldcD
per maand hard noodig."
Zachter ging hij voort:
„Zooals je weet, stuur ik het geld naar
mijn vader. Ik wiide eigenlijk het ventje
gratig onderwijs geven, maar hierover was
de Hollander zoo verbaasd, alsof hij meende
dat ik op het punt stond dol te worden. Toen
heb ik gezegd, dat hij mij dan maar betalen
moest zooveel als hem goeddaoht. En nu
ontvang ik twintig gulden per maand."
Siméndy streelde zacht Bótai's hand.
„Je hebt mij niet begrepen, beste kerel. Ik
wil alleen maar zoolang je plaats innemen
tot je uitgerust zult zijn. Laat ons zeggen
voor een maand, of zes weken. Daar wil ik
natuurlijk dan geen vergoeding voor heb
ben. Wij zijn geen practisdhe Hollanders
vriend. Wij kunnen elkander toch hartelijk
heden bewijzen, niet waar Kijk mij niet
zoo donker aan...! Het blijkt, dat je allang
van huis bent, je bent ai ontwend aan de
Hongaarsche vriendschap. Zie je dan niet
in, hoe natuurlijk mijn aanbod is?"
„Er steekt niets buitengewoons in", zei
Puskés. Siméndy boog zich naar Bótai's oor
en fluisterde hem toe;
„Ik heb recht zoo te sproken, ik ben im
mers meer dan je vriend, denk aan de toe
komst 1"
Een treurige glimlach trok over Bótai's
gezicht.
„Aan de toekomst?" mompelde hij voor
zicth heen, „daaraan heb ik al zoo dik
wijls gedacht, maar alles was steeds in
dichte nevelen gehuld; tot nu toe teekenden
geen mooie toekomstbeelden zich nog ooit
voor mij aL Maar nu jullie hier zijt, nu zie
ik de mooie kleine pastorie aan den oever
van den bruisenden Ol't, den boomgaard,
do bedrijvige Anikó druk bezig in haar zelf-
geweven japon, je zelf in hot voortuintje met
een lange pijp in den mond, kringetjes bla
zend voor je zoontje, iden verbaasd toekij
kenden kleinen Barnabés, mijn aardig neef
jeWant ik sta or op hoor, dat je eerste
zoon Barnabés heeten zaL"
Siméndy hoorde met een gelukkigen glim
lach Bótai's woorden aan.
,JDat zal alles gebeuren, ouwe jongen,
maar dit Hollandsche ventje moet je nu aan
mij overlaten."
Nu eerst begon Gébor te begrijpen waar
zij het otver hadden, en met groot lawaai
op tafel slaande, riep hijc
„Daar moeten wij op drinken, vriendenl
Ben je al zóó ver gevorderd, Pali? Jongens,
op de gezondheid van Anikó! Nu, Barna, jc
zult je zwager toch wel gehoorzamen? Mijn
heer Van Recnen's zoontje komt in goede
handen, daar hoef je niet bang voor te zijn."
En met opgewektheid dronken zij op de
gezondheid van hun familie thuis. Bótai
zweeg; hij sprak er geen woord over, dat,
als hij aan eigen toekomst dacht, de zware
Hollandsche mist steeds alles omhulde en
zijn geest te vergeefs daartegen worstelde;
blind bleef hij, hij zag niets, totaal niets
Owk Siméndy zweeg stil en verried niet, hoe,
wanneer hij zijn oogen sloot, de grauwe
mist neerdaalde op zijn •vriend en de om
lijning zijner gestalte meer en meer ver
vaagde. Beiden zwegen zij). Puskés alleen
sprak en lachte en schertste en dronk. Hij
was 'n onbetaalbare kerel; met zijn onver
stoorbare opgeruimdheid vulde hij de pijn
lijke stilte aan, die als sombere gedachten
over den geest van zijn vrienden als don
kere schaduwen 'heen trokken.
V.
Zij hadden hun lange zwarte jas met tres
sen aangetrokken, daarbij een Hongaarsche
boniten muts opgezet, en waren met hun
drieën naar het Universiteitsgebouw ge
gaan, waar de beide nieuw-aangekomen stu
denten zich aan prof. dr. J. Berensteyn zou
den voorstellen, om dan tevens het eerste
deel van het stipendium in ontvangst te
nemen.
Prof. Berensteyn wachtte hen op in de
daartoe bestemde kamer. Hij was een man
van 'n krachtige gestalte, met glad gescho
ren gelaat cn lange haren. Over zijn brl
keek hij dengene, die voor hom stond, scherf
in do oogen.
Bótai sleldo zijn ^wee vrienden voor, ei^
Prof. Berensteyn drukte ieder van hen dl
hand, hen vervolgens op zijn schrijftafel
leunende, gedurende ongeveer vijf minuter
in het Hollandsdh toesprekende. Bótai ga(
zijn vrienden met 'n knipoogje te kennen'
Zie je wel, net wat ik jullie gistere» gezegd
heb! Eindelijk zweeg de professor en scheen
op antwoord te wachten. Pél Siméndy bad
naar voren en zei in het Duiüsoh:
„fHooggcleerde professorl Wij, de zonen
van een ver vaderland, de vrome aanhan
gers der gereformeerde religie, die eenmaal
predikanten en apostelen dier religie ho
pen te woenden» wij zijn hierheen gekomen
om, na in de wetenschap vorderingen ge
maakt te hébben, en in onze godsdienstige
overtuiging gesterkt te zijn, eenmaal thuik»
gekomen, goede dienaars van God te kun
nen wezen. Wij zijn gekomengelijk
liet hert naar de friss che waterstroomen/
om onzen dors te lessahen aan de reinA
bron van het Protestantisme
Prof. Berensteyn maakte een ongeduldig*
beweging.
Word$ vervolff'3*