Maandag 21 Juli 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. Da Klokken die verklonken. N°. 18 De tweede Balkan-oorlog. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO* Idem franco per post- 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant versobijnt dagelijks,* behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties on berichten vóór 2 uur in te zouden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.50. Elko regol meerO.IO. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnemont Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondon. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. EEMLAN DER". Politiek Overzicht. Bulgarije in nso^, Wanneer men den toestand in het Balkan- gebied, zooals hij zich gister vertoonde, sa menvat, dan vindt men Bulgarije van alle kanten in 't nauw «gebracht. Tegen zijne vooü-maligc bondgenooten is Bulgarije niet meer in staat zich te verweren. Daarvan getuigt de ontruiming van Kavalla en Dra ma, welke steden in handen van de Grie ken gevallen zijn, zonder dal eene poging lot verdediging is beproefd. JIcl Servische leger is op liet Bulgaarsclie gobiéd overge gaan; het Grieksohe ileger is tot op korten af stand van de grqns genaderd, diet Kumeen- sche leger heelt Bratza bezet, dat ligt hal verwege tusschen de Donau cn Solia, op slechts 40 mijlen afstand van de hoofdstad van Bulgarije. Turksche troepen izijn, op be vel van hunne regeering, op weg naar Adria- nopcl; de vrucht van eene na maandenlan ge» strijd behaalde overwinning dreigt we der verloren te gaan. iMen staat verbaasd over zoovele jobstij 1 dingen tegelijk, die allen te zalmen de af doende bevestiging leveren, dat Bulgarije aan diet einde van zijne krachten is geko men. Trouwens hoe kan dat anders, wan neer hel legerbestuur tot dc lichtingen van 1884 en 1885 toe onder de wapenen roept. Mannen van 06 jaar warden opgeroepen Maar het verwonderlijkste van alles is locb nog, dat o-ii da nies dit alles het beriaht ach terwege blijft, dal Bulgarije om den vrede vraagt. Tc verwonderlijker is dit, omdat, als Bulgjarije den weg naar den vrede wil op gaan, men het van alle kanten zal tegemoet komen. Uit Belgrado wordt aan de KöLn Ztg. bericM: „Alle gebeurtenissen op den Balkan dringen lot een spoedigen vrede. Dc besmettelijke ziekten, die DO wel in het Bul gaarsehe als in het Serviscthe gebied ver schrikkelijke offers eisclicn drijven er toe. Als Bulgarije inbindt en een gemachtigde zendt om te onderhandelen, kan de vrede binnen enkele dagen gesloten worden." Men snakt naar vrede. Iioe is het dan te verklaren, dal van de zijde, waar de be hoefte aan vrede het grootst is, de stap daartoe niet wordt gedaan?,In het Journal des Débats wordt dit hiermee verklaard, dat de partii van het verzet in Sofia de over hand heeft. Die partij weigert in reclilslreek- sche onderhandelingen te treden met de te gen Bulgarije verbonden coalitie. Men be weert in Sofia, dat dit vernederend zou zijn, en men wil tge-one vernedering aannemen Generaal Savow is weer opperbevelhebber van het Bulgaarsehe leger. Hij wil slag le veren, (hij hoopt nog op dc overwinning Maar wat de vraag betreft boe hij die wil behalen, is men op gissingen aangewezen „Rekent generaal Savow achtereenvolgens Serven, Rumenen, Grieken en Turken te verslaan? Hoopt hij op eene Oostenrijksche interventie? Iiet is zeer le vreezen, dat dr Bulgaarsehe generaals, verbijsterd door hunne (vroegere) overwinningen op de Tur ken. de speelbal zijn van eene soort zins begoocheling en hun land tot den onder gang brengen. „Toen men, tijdens den oorlog tegen do Turken, sprak van de mogelijkheid van eene Rumeensche interventie, zeide generaal Fit* sjew, de dhef van den Bulgaarsehen ge- neralcn slaf, tot den Italiaanschcn kolonel Barone: „Als het Rumeensche leger de Do'broedsja-grens overgaat, zullen wij hel geen enkelen man tegemoet zenden; wij zul len Rumcnië zijn gang laten gaan. Maar na een jaar of drie, vier zullen wij liet weer ontnemen wat het heeft jgenomen cn nog iels or bij." Men kent die gevoelens in Bu- karesl. Daarom is men er vast besloten vol strekt geen afzonderlijk verdrag aan le gaan; men wil, dat Bulgarije in dc onmo gelijkheid wordt gebracht achtereenvolgens zijne plannen te verwezenlijken tegen de na burige staten, die cr belang bij hebben, dot het zijne hegemonie niet vestigt*En men is overtuigd, dat de Bulgaren hun Balkan-inv perialisme niet zullen iprijs geven, zoolang zij den dwang van het geweid niet hebben ondergaan. „Gegeven den tegenwoordige» toestand van de Bulgaarsclie regeering, moet er niel in Belgrado of in Bukarest eene pressie worden uitgeoefend, maar tegen dc Mace donians te Sofia. Wanneer deze pressie zon der uitwerking blijft, dan blijit er slechts over den uitslag van de militaire operatién af tc wachten." Onder de hier beneden opgenomen tele grammen vindt men het bericht, dat Bul garije er ten laatste toe gekomen is den eersten stop tot den vrede te doen. Men mag wel zeggen: Eindelijk! Er was geen oogen- blik meer le verliezen. Salon ik i, 19 Juli. De rechter-vleugel van het Grieksche leger is verder dan Nevro- kop gegaan; de linker-vleugel is in den Tref- ne-pas gekomen en het centrum bevindt zich halverwege in het Stryna dal. Uit verkennin gen bleek, dat de vijand op den terugtocht is- U s k u b, 19 Juli. Het gevecht tusschen Egri Talauka en Bregalautza duurt voort. De Servische rechtervleugel gaat vooruit. Sofia, 19 Juli. De Bulgaren hebben Kavalla en Drama ontruimd zonder zich te verdedigen. De Grieken moeien dorpen in brand gestoken hebben. UsKub, 19 Juli. Op de Servisch-Bul- gaarsche grens worden kleine voorpostenge vechten gemeld. De Bulgaren beproefden in den algeioopen nacht een aanval langs de grens, die mislukte. De Serven begonnen het Bulgaarsclie gebied binnen te dringen. De eerste detachementen zijn tc Chaprana aan gekomen. De Servische commandant bericht, dat de Bulgaren op hun terugtocht alle gehuchten en dorpen doen ontruimen, om de tegenstan ders te brengen in een ontvolkt land. Op de Bulgaarsch-Macedonische grens duren de gevechten voort. Aan de zijde van Egri Palanka vielen de Bulgaren den Servi- schen linkervleugel aan, maar zij moesten zich terugtrekken in de streek ten zuiden van de Bregalnilza. De Servische rechtervleugel is aanmerkelijk vooruitgegaan naar Tzarvaselo. Saloniki, 20 Juli. Er heeft een ge vecht plaats gehad bij Fiorina tusschen Grieksche troepen en partijgangers van het hoofd Tsachalarow, die gedood werd. In Panitza moeten dc Grieken 9 kanonnen heb ben genomen; de Bulgarc-n moeten 15 kanon nen in dc rivier geworpen hebben na hunne nederlaag. Dc Grieken bevinden zich op 80 K.M. afstand van de Bulgaarsclie grens. Belgrado, 20 Juli. Dé Serven hebben Koela bezet, de Bulgaren trokken zich terug naar Widdin. Athene, 20 Juli. Iiet ministerie van oorlog deelt liet volgende bericht mede: Wij zijn meester van liet gehoele dal van Lenos. De vijand is vernietigd. Wij hebben de vrij heid van onze bewegingen verzekerd. De vijand vindt, ondanks zijne ongeregelde vlucht, waarin hij kanonnen en geweren prijs geeft .steeds tijd dorpen on technische wer ken tc vernielen. iKonstanlinopel, 18 Juli. De am bassadeurs cn de zaakgelastigden van alle partijen hebben zich ieder afzonderlijk naai den grootvizier begeven, om dezo tc wijzen op het gevaar, verbonden aan een marsch van het Turksclic leger verder dan de lijn Enos—Midia. De grootvizier antwoordde, dal het leger deze lijn niet had overschreden. W e c n e n, 19 Juli. liet Gorrcsponden- tiebureau bericht uit Konstantinopel: De Turkschc kavallerie is voor Adrianopel aan gekomen- Berlijn, 19 Juli. Een particuliere cor respondent te Konstantinopel bericht: Bij de wederbczctting van Rodoslo worden de Turksche troepen door een aantal in Ro- dosto vertoevende Bulgaarsehe gendarmes en koraitadjfs en Armenische vrijwilligers, die besloten hadden tegenstand te bioden, beschoten. Bij de landing werden van de Turken 13 gewond; van de Bulgaren en Ar meniërs werden 25 gedood. Gedurende de Bulgaarsehe bezetting was dc mohammedaans che bevolking aan veel onderdrukking blootgesteld, die bij haar een groote verbittering tegen de christenen had doen ontstaan. Dientengevolge kwam het, toen de verwisseling van de macht plaats had, tol uitbarstingen van zuiver persoon lijke wraak, waarbij cenige Armeniërs en Grieken in Rodoslo cn omgeving gewond werden. De nieuwe vali zorgde er dadelijk voor, dat eene sterke afdecling gendarmerie werd ontboden, om de orde le herstellen, zoodat er g»n vrees beslaat wegens den al- gemeenen veiligheid van de christenen. Konstantinopel, 19 Juli. Het schijnt zich te bevestigen, dat kavalleric-dela- chementen heden in de vroegte Adrianopel hebben bezet. Het leger rukt snel voorwaarts in de hoop in A'drianopcl aan te komen in den namiddag of den avond. Tweede telegram. Izzet Paella seint, dal in de weder bezette streken honderd ste den of dorpen geheel vernield, in brand ge sloken of geplunderd zijn. De Bulgaarsehe gouverneur van Tsjorloe erkent, dat 900 huizen in Tsjorloe vernield zijn en dat het zelfde geschied is met alle dorpen in den omtrek. Hij beweert daarmee gehandeld te hebben in overeenstemming met de oorlogs- w ellen. Men verklaart in de regccringskringcn, dat als dc Turken de lijn Enos—Midia overgaan cn Adrianopel weder bezetten, dat minder is oin dit gebied weder te bezetten, dan oin ernstige waarborgen tc krijgen voor de vei ligheid van de muzelmannen in die streken, waarvan zij de autonomio zullen vragen. Sofia, 20 Juli. Twee Turksche division kavallerie cn eeme divisie infanterie zijn in Lulcboergas aangekomen. Dc commandant van de Bulgaarsehe strijdkrachten neemt maatregelen om Adrianopel te verdedigen. Konstantinopel, 20 Juli. Uit goede bron wordt bericht, dal liet leger verlangt onmiddellijk naar Adrianopel op te rukken. Intusschen zijn de ministers van mccning, dat dc Porte de raadgevingen van de mogend heden in overweging zou moeten nemen. An deren zijn gunstig gestemd voor den marsch op Adrianopel, wanneer die, als de operatic noodig mocht zijn, wordt voorafgegaan door eene oorlogsverklaring. Konstantinopel, 20 Juli. De regec- ring heeft het leger bevolen Thracic en Adria nopel tc bezeilen. In eene tot de mogendhe den gerichte nota werpt de regeering op Bulgarije de verantwoordelijkheid voor evcn- lucele vijandelijkheden. Londen, 20 Juli. De Times bericht uit Sofia: De Turken zijn in Adrianopel binnen getrokken na een kort gevecht met de zwak ke Bulgaarsehe macht, die tot verdediging was achtergebleven. De bashibozooks branden en plunderen en plegen afschuwelijke wreedheden. De Rumeensche troepen avancceren in oos telijke richting en bedreigen Oost-Rumelië. Bukarest, 19 Juli. Na een kort ge vecht bij Ferdinandovo, (gelegen tusschen Lom Palanka en Sofia) tusschen eene Ru meensche colonne en eene brigade van de negende divisie, heeft deze brigade zich over gegeven met den generaal en twaalf kanon nen. Parijs, 19 Juli. Volgens eene door het Bulgaarsehe gezantschap medegedeelde nota, hebben de Rumenen drie bruggen vernield op de spoorwegen rondom Plevna. Het ge rucht loopt, dat zij nog twee andere brug gen vernield hebben. De Rumeenen rekwi- reeren levensmiddelen en foerage zonder te betalen. De Turksche troepen hebben hun marsch naar Adrianopel voortgezet cn zijn tot voor de stad gekomen, zonder zich aan de ver maningen te storen, die dit ontrieden. De Porte heeft er iets op gevonden om zich te ont- trekken aan den druk van dc groote mogend heden, die van haar het hevel verlangden tot staking \an den marsch naar Adrianopel. Dc grootvizier verklaarde aan de ambassadeurs schouderophalend, dat de aanvoerders van het Turksche leger de instruction uit Konstan tinopel niet wilden gehoorzamen en dat de Porte geen middel had om voor hare be veler» de gehoorzaamheid van het leger af le dwin gen. De mogendheden hebben intusschen duide lijk tc verslaan gegeven, dal zij onder geene omstandigheden eene andere grens zullen er kennen, dan die, welke in Londen door lien werd vastgesteld. De Tribuna, het officicuse or gaan van dc Ilaliaansche regeering, schrijft: De internationale commissie, die de Turksch- Bulgaarsche grens op de plaats zelve moet bepalen, zal eerstdaags in Konstantinopel bij eenkomen en terstond beginnen met hare werkzaamheden. Alle mogendheden hebben reeds hunne vertegenwoordigers benoemd. DU feit kan voor Turkije niet zonder beteekenii zijn. Dc lijn Enos—Midia werd door dc Lon- densche conferentie bepaald, en de mogend heden kunnen niet toegeven, dat hun proto« kol wordt geschonden. Alle mogendheden zijn 't er daarom over eens, dal men van Turkije in ieder geval moet verlangen, dat best de door hunne bemoeiing bepaalde grens lij» eerbiedigt. Wanneer Turkije dat niet wil begrijpen cn zijuic troepen laat mar che eren, dan zal besloten worden tot cenc directe ge zamenlijke interventie, ook oin oen afzon derlijk optreden van de zijde van Rusland te voorkomen. Athene, 18 Juli. Venizelos bevestigt, dal de ministerraden van Griekenland cn Servië in hun antwoord op den stap van Rusland, hunne erkentelijkheid zuilen uit drukken voor Rusland's interventie. Zij zul len verklaren, dat Servië cn Griekenland bereid zijn rechtstreeks met Bulgarije in be sprekingen tc treden over liet sluiten van den vrede. Zij behouden ziolï voor recht streeks aan Bulgarije hunne voorwaarden mede te doelen. Venizelos zette den schitterenden toestand van het Grioksdhe Leger uiteen. Athene, 19 Juli. Uit bevoegde bron wordt bericht, dat Griekenland nog volstrekt geen antwoord heeft gegeven op liet voorstel van Rusland. Levidis cn Dragocnius zijn naar Konslanli- nopel vertrokken om het vredesverdrag te ondertcckcnen, maar dat staat volstrekt niet in verband mot den legenwoordigen oorlog. Konstantinopel, 19 Juli. Gisteremia* middag werd een buitengewone bijeenkomst van den ministerraad gehouden onder voor zitterschap van den grootvizier. De Engck sche zaakgelastigde heeft op uicuw inet den grootvizier geconfereerd over den opmarsch van het Turkschc leger. Athene, 18 Juli. De consuls van dc mo gendheden te Kavalla zijn uitgenoodigd zich naar Üoxali te begeven, om zich rekenschap te geven van de door de Bulgaren in Doxati begane buitensporigheden. Doxati moet ge heel verwoest zijn en de 2500 inwoners moe ten vennoord zijn. Bukarest, 2 0 J u 1 i. Dc Indépendancc Roumainc bericht, dat Rumcnic, Servic en Griekenland het eens zijn geworden over de grondslagen van de vredesvoorwaarden. Eene conferentie vau alle oorlogvoerenden zal worden bijeengeroepen. Servic cn Grie kenland stellen als zetel voor Sinaia. P a r ij 620 Juli. Hel Bulgaarsehe ge zantschap deelt het volgende bericht medei De nieuwe Bulgaarsehe regeering heeft zich zoodra zij was geconstitueerd, door tusschen- komst van den Italiaanschcn gezant le Sofia* gewend tul Ruinenie mot hel oog op een spoe*. dig herstel van de vriendschappelijke betrek kingen. Bulgarije heeft ook aan het Russisch^ gezantschap le Sofia laten weten, dat hel bo reid was een gevolmachtigde naar Nisch te zenden voor de kwestie van de vréd esp reik minaires. VICTOR UilKOSl. 8 Uit het Hongaarsch vcrtaaald door J Y O SËBËSïYÉM en J. A. R1ABE Jr. „En waarom hebben nu de Duitschers de meerderheid?" „In 1820 kwam in Duilschland op bevel van hooger hand de kerkelijke unie tot stand, waardoor de eigenlijke calvinistische kerk rernietigd werd. En sindsdien kunnen niet alleen theologen uit den Pfaltz, maar ook v.i andere streken van Duitschland naar een beurs van het Bernhard-fonds dingen. Ons aantal echter is beperkt geworden tot drie. Ziezoo, nu weten jullie dus alles. Overigens zal professor Berensteyn het morgen ook wel vertellen, maar het is heter van te voren al van het een of ander op de hoogte te zijn, omdat jullie toch geen woord verstaan zult Van zijn Hollandsche toespraak." Bótai kuchte. Siméndy keek hem scherp aan. Het gezicht van zijn vriend vertrok zich soms, alsof een onzichtbare hand hem de longen samenneep. Siméndy zuchtte diep en staarde toen door het venster naar buiten in den grauwen mist. Hij zou niet hebben kunnen «eggen waarom, maar zijn geest was van sombere voorgevoelens vervuld. Toen hij voor een minuut de oogen sloot, was het hem «lsof hij Bótai in een nevel zag verdwijnen, al bleeker en bleeker werd zijn gestalte, al meer cn meer loste zij zich op, en ten slotie was zij geheel verdwenen. ,,Diu eileruiige kuch kwelt mij voortdu rend,kluisterde Bótai. „Waarom ga je dan niet naar een dokter?" „Ik ben er al geweest en hij heeft mij poe ders voorgeschreven maar die helpen mij niet tveel." v „Misschien studeer je te hard." „(Verleden jaar wel. Nu echter heb ik ihuis al moeite genoeg met mijn leerling. Hij heeft een hard hoofd en is vreeselijk eigenzinnig." Siméndy dacht 'n oogenblik na. „Weet je wat, Barna, .geef mij dien leer ling. Duitsch en Latijn kan ik hem ook wel leeren. Bótai's gezicht werd djoor een donkeren blos overtogen. „(Onmogelijk. Ik heb die twintig guldcD per maand hard noodig." Zachter ging hij voort: „Zooals je weet, stuur ik het geld naar mijn vader. Ik wiide eigenlijk het ventje gratig onderwijs geven, maar hierover was de Hollander zoo verbaasd, alsof hij meende dat ik op het punt stond dol te worden. Toen heb ik gezegd, dat hij mij dan maar betalen moest zooveel als hem goeddaoht. En nu ontvang ik twintig gulden per maand." Siméndy streelde zacht Bótai's hand. „Je hebt mij niet begrepen, beste kerel. Ik wil alleen maar zoolang je plaats innemen tot je uitgerust zult zijn. Laat ons zeggen voor een maand, of zes weken. Daar wil ik natuurlijk dan geen vergoeding voor heb ben. Wij zijn geen practisdhe Hollanders vriend. Wij kunnen elkander toch hartelijk heden bewijzen, niet waar Kijk mij niet zoo donker aan...! Het blijkt, dat je allang van huis bent, je bent ai ontwend aan de Hongaarsche vriendschap. Zie je dan niet in, hoe natuurlijk mijn aanbod is?" „Er steekt niets buitengewoons in", zei Puskés. Siméndy boog zich naar Bótai's oor en fluisterde hem toe; „Ik heb recht zoo te sproken, ik ben im mers meer dan je vriend, denk aan de toe komst 1" Een treurige glimlach trok over Bótai's gezicht. „Aan de toekomst?" mompelde hij voor zicth heen, „daaraan heb ik al zoo dik wijls gedacht, maar alles was steeds in dichte nevelen gehuld; tot nu toe teekenden geen mooie toekomstbeelden zich nog ooit voor mij aL Maar nu jullie hier zijt, nu zie ik de mooie kleine pastorie aan den oever van den bruisenden Ol't, den boomgaard, do bedrijvige Anikó druk bezig in haar zelf- geweven japon, je zelf in hot voortuintje met een lange pijp in den mond, kringetjes bla zend voor je zoontje, iden verbaasd toekij kenden kleinen Barnabés, mijn aardig neef jeWant ik sta or op hoor, dat je eerste zoon Barnabés heeten zaL" Siméndy hoorde met een gelukkigen glim lach Bótai's woorden aan. ,JDat zal alles gebeuren, ouwe jongen, maar dit Hollandsche ventje moet je nu aan mij overlaten." Nu eerst begon Gébor te begrijpen waar zij het otver hadden, en met groot lawaai op tafel slaande, riep hijc „Daar moeten wij op drinken, vriendenl Ben je al zóó ver gevorderd, Pali? Jongens, op de gezondheid van Anikó! Nu, Barna, jc zult je zwager toch wel gehoorzamen? Mijn heer Van Recnen's zoontje komt in goede handen, daar hoef je niet bang voor te zijn." En met opgewektheid dronken zij op de gezondheid van hun familie thuis. Bótai zweeg; hij sprak er geen woord over, dat, als hij aan eigen toekomst dacht, de zware Hollandsche mist steeds alles omhulde en zijn geest te vergeefs daartegen worstelde; blind bleef hij, hij zag niets, totaal niets Owk Siméndy zweeg stil en verried niet, hoe, wanneer hij zijn oogen sloot, de grauwe mist neerdaalde op zijn •vriend en de om lijning zijner gestalte meer en meer ver vaagde. Beiden zwegen zij). Puskés alleen sprak en lachte en schertste en dronk. Hij was 'n onbetaalbare kerel; met zijn onver stoorbare opgeruimdheid vulde hij de pijn lijke stilte aan, die als sombere gedachten over den geest van zijn vrienden als don kere schaduwen 'heen trokken. V. Zij hadden hun lange zwarte jas met tres sen aangetrokken, daarbij een Hongaarsche boniten muts opgezet, en waren met hun drieën naar het Universiteitsgebouw ge gaan, waar de beide nieuw-aangekomen stu denten zich aan prof. dr. J. Berensteyn zou den voorstellen, om dan tevens het eerste deel van het stipendium in ontvangst te nemen. Prof. Berensteyn wachtte hen op in de daartoe bestemde kamer. Hij was een man van 'n krachtige gestalte, met glad gescho ren gelaat cn lange haren. Over zijn brl keek hij dengene, die voor hom stond, scherf in do oogen. Bótai sleldo zijn ^wee vrienden voor, ei^ Prof. Berensteyn drukte ieder van hen dl hand, hen vervolgens op zijn schrijftafel leunende, gedurende ongeveer vijf minuter in het Hollandsdh toesprekende. Bótai ga( zijn vrienden met 'n knipoogje te kennen' Zie je wel, net wat ik jullie gistere» gezegd heb! Eindelijk zweeg de professor en scheen op antwoord te wachten. Pél Siméndy bad naar voren en zei in het Duiüsoh: „fHooggcleerde professorl Wij, de zonen van een ver vaderland, de vrome aanhan gers der gereformeerde religie, die eenmaal predikanten en apostelen dier religie ho pen te woenden» wij zijn hierheen gekomen om, na in de wetenschap vorderingen ge maakt te hébben, en in onze godsdienstige overtuiging gesterkt te zijn, eenmaal thuik» gekomen, goede dienaars van God te kun nen wezen. Wij zijn gekomengelijk liet hert naar de friss che waterstroomen/ om onzen dors te lessahen aan de reinA bron van het Protestantisme Prof. Berensteyn maakte een ongeduldig* beweging. Word$ vervolff'3*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1