Tan den Hak op den Tak.
Bekten van de rivierbewoners onderschei
den er werden ethnografica verzam ld,
anthropoids ck e metingen verricht en ten
elotte, hetgeen niet het minste was, een be
langrijke natuurhistorische verzameling bij
eengebracht, die echter in hoofdzaak betrek
king had op het laagland en het lagere berg
land-
Waar de 2de expeditie de mogelijkheid had
aangetoond om langs den gevolgden weg het
Oranjegebeirgto te bereiken, moest thans een
'derde expeditie volgen om het wetenschap
pelijk onderzoek van het hooggebergte ter
hand fe nemen, te meer daar vreemdelingen
ons op eigen gebied concurrentie gingen aan
doen. Reeds in 1910 had een Engelsche ex
peditie zich aan de Mimika gevestigd met
het doel van daar uit de sneeuwvelden van
de Carstenztop te bereiken. Ofschoon dat
plan niet gelulde de Engelsohen kwamen
na veel gesukkel met hun arbeidskrachten
niet hooger dan ruim 2000 AL bereikten
In het laatst van 1911 geruchten ons land dat
Engeland een nieuwe poging wilde wagen,
welke geruchten zich weldra in zekerheid
omzetten. Ditmaal zou de Engelsche expe
ditie de Oetakwa opvaren, welke rivier ook
aan de Z.W.-kust uitmondt en wederom
trachten de Carstenztop te bereiken, onder
weg op natuur-historisch gebied verzamelin
gen aanleggend.
Het was dus zaak er geen gras over te
laten groeien, wilde men zich niet zooals
nl zoo dikwijls gebeurd is hef neusje van
den eigen zalm zien afgesnoept door een
vreemdeling. Het Indisch Comité voor weten
schappelijke onderzoekingen wist gelukkig
de zaak met spoed door te zetten en zoo ver
trok den 21. Augustus 1912 uit Soerabaja
bijna gelijktijdig met de Engelsche explora-
teurs een Nederlandsche wetenschappe
lijke expeditie, die, wat getalsterkte der deel
nemers en kosten aangaat, zeker wel tot de
grootste behoorde, die ooit door Nederland
werd uitgerust. Het doel der expeditie was
een grondig onderzoek naar de fauna, de
flora en dé geologische gesteldheid van de
Zuidzijde van liet Centrale gebergte boven
2300 AL, de hoogte waarop heit onderzoek bij
de 2de Lorentzexpeditie werd gestaakt.
Voorts was het aan den leider, den kapitein
bij den topografischon dienst A. J. Franssen
Herderschee, overgelaten om, zoo de om-
jtandigheden daarvoor gunstig waren, van
het öranjegobergte een verkenning te maken
ln de richting van de Idcnburgrivier. d. w. z.
naar de Noordzijde. De duur van de expe
ditie was op 9 maanden gesehat.
Uit den aard der zaak was de weten
schappelijke staf dezer expeditie grooler dan
bij de vorige tochten. Ilij bestond behalve uit
den leider, tevens topograaf, uit een medicus,
die zich ook met het bijeenbrengen van de
zoölogische collectie belastte, een geoloog en
•en botanicus. Verder ging tot hulp van den
topograaf een sergeant-majoor van den topo-
grafischen dienst mee, en tot hulp van den
medicus een inlnndsch arts, terwijl de werk
krachten bestonden uit 150 Dajaks, waarvan
76 van den stam der Kajans uit de Boven-
Mahakam en 74 van den stam der Kenja's uit
het Roelongan-gebied. Het gouvernement
rocgde nog aan de expeditie toe een dek-
kingsdetachemcnt onder bevel van den eer
sten luitenant, bestaande uit een adjudant
onderofficier-kwartiermeester, 3 Europeesche
sergeants, 2 inlandsche sergeants, 2 inland-
sche korporaals, 34 inlandsche fuseliers, 2
soldaat-ziekenverplegers en 40 dwangarbei
ders, waarvan echter een deel der militairen
gedurende de eerste maanden te Ambon
bleef en zich pas later bij de expeditie voeg
de.
Den 7. September bereikte de expeditie
met 2 schepen, waarvan een aLs bivaksehip
dienst doende, gesleept werd door een gou-
vernementsstoomschip de Oostbaai en 2 da
gen later was men zóóver de rivier opgeva
ren, dat het bivakschip geankerd kon worden
op liet punt. dat ook hij de vorige expedities
bereikt werd. Van daaruit werd spoedig be
gonnen met den opvoer van de bagage en
levensmiddelen verder stroomopwaarts tot
een punt, waar zelfs voor de Dajaksche boot
jes de rivier wegens de vele stroomversnel
lingen onbevaarbaar wordt. De leider en de
geoloog bereikten dit punt op den 27. Sep
tember en vestigden, ongeveer 2 TC.M. boven
het door de vroegere expedities bereikte
punt een bivak, dat Ivloofbivak werd gedoopt
en waar gaandeweg een verblijfplaats werd
gebouwd voor ruim 200 menschen, benevens
een gelegenheid flot het bergen van vivres
voor 6 maanden. Pas half November waren
daar voldoende levensmiddelen en materia
len voor het verzamelen aanwezig; inmiddels
waren echter alle leden der expeditie, be
halve de inlandsche arts. die te Kloofbivak
bleef, successievelijk naar het binnenland
vertrokken.
De verdere opvoer van levensmiddelen
vorderde uit den aard der zaak slechts zeer
lantaarn, daar op den landtocht alles moest
gedragen worden in hoeveelheden van 16 KG.
per man. Wanneer men bedenkt, dat de ex
peditie en het detachement samen 43.000 KG.
rijst hadden meegenomen, benevens nog vele
duizenden kilo's aan andere levensmiddelen,
dan krijigt men alleen door die getallen een
klein denkbeeld van het groote aantal malen,
dat door de koelies heen en weer moest ge-
loopen worden woor een bivak een voldoende
voorraad had om den tocht verder voort te
zetten. Een groot bezwaar bij dergelijke we
tenschappelijke expedities vormt de bagage,
die niet uit levensmiddelen bestaat, met name
bier hulpmiddelen bij het verzamelen, alco
hol, glas-werk, zinken bussen voor het ver
zamelen van planten, fototoestellen en foto-
artikelen, enz. De koelie, met een dergelijke
vracht belast, draagt geen vivres, maar eet
wel mee van de door de anderen gedragen
levensmiddelen, zoodat het nuttig effect van
een dergelijk transport kleiner wordt, nanr-
jnate er in verhouding meer mensehen zijn,
die geen vivres dragen. In dit opzicht ver
keerde deze expeditie, die geheel op verza
melen was uitgerust, in een buitengewoon
Ongunstige conditie, veel ongunstiger dan
een van de voorgaande. Zoo werd een groot
tfeel van de maanden December en Januari
besteed om op de Zuidhelling van het Hell-
Wlggebergte een depot aan te leggen, waar
Voldoende voorraden aanwezig waren om
den tocht verder voort te zetten. Voor den
en den botanicus wal dat
echter geen bezwaar, omdat liet gedwongen
oponthoud steeds benut kon worden tol ver
grooting der collecties.
Pas begin Februari waren er voldoende
voorraden op het Wichmanngcbergle op
3100 AL, terwijl op verschillende lager gele
gen bivaks hoeveelheden vivres in reserve
lagen om op ongevallen voorbereid le zijn.
Deze voorraden bleken niet voldoende om
alle Europeanen in de gelegenheid te stellen
den eindbocht naar de Wilhelminalop mede
te maken, te meer daar de werkkrachten
langzamerhand de expeditie in don steek
gingen laten.
Reeds in Januari hadden de Kenja's te ken
nen gegeven, dat ze het voortdurende zware
werk in een onaangenaam guur en regen
achtig klimaat niet zouden kunnen volhou
den; de Kajans hadden zich spoedig daarna
ook al beklaagd. Van de 40 dwangarbeiders
konden nog slechts zeer enkelen wat pres
toeren en 40 versche dwangarbeiders, in No
vember reeds aangevraagd, waren begin Fe
bruari nog steeds niet aangekomen. Beper
king tot het uiterste was dus geboden, en
zoo vertrokken 6 Februari slechts 3 van de
Europeanen van af het Wichmanngcbergle
verder naar boven, nl. de leider, de geoloog
en de medicus-zoöloog, welke laatste zich
voor dit deel van den tocht tevens zou be
lasten met het botanisch werk. De botanicus,
die het terrein der alpine-flora reeds had
bereikt, bleef nog geruimen tijd in den om
trek van het Wichmanngebergte verzamelen
en voegde zich toen bij den detachements-
commandant, die de Bergpapoea's in hunne
dorpen was gaan opzoeken. Afet deze berg-
bevolking, behoorende tot den sfam der Pe-
secham's, had de 2de Lorentz-expeditie ook
reeds aanraking gehadnu echter was er
volop gelegenheid grondig met hen kennis te
maken, hun taal en gebruiken te bestudeeren,
elhnografica te verzamelen en foto's te ma
ken, en tevens in de geheel afceslo-ten vallei
waar ze wonen, een belangrijke botanische
collectie bijeen te brengen.
Intusschen waren de andere deelnemers
met 18 Dajaks bezig de AVilhehninatop te be
klimmen, wat hun langs een geheel nieuwen
weg win af de Zuidzijde gelukte. Op den 21.
Februari stonden de 3 Europeanen en hunne
Dajaks op het hoogste punt van de Wilhel-
minatop op 470Ö Ai. boven zee, op een reus
achtig sneeuwveld, dat zich nog honderden
meters beneden hen uitstrekte. Afoest van
het laatste, overigens met de noodige beper
king gestelde, punt van hun opdracht, nl. de
verkenning naar de Noordzijde, afgezien
worden wegens gebrek aan draagkrachten en
levensmiddelen, het uitzicht naar het Noor
den gaf hun toch reeds een denkbeeld van
het achterland, dat in de naaste toekomst
verder onderzocht moet worden. Op geolo
gisch gebied kon er veel verzameld en ge
fotografeerd worden, zoodat de bereiking
van de hoogste top niet uitsluitend een sport-
succes is geweest. Toch mag ook uit een na
tionaal oogpunt met voldoening op dien tocht
teruggezien worden, immers de Engclschen
aan de Oetakwa hadden reeds in Januari met
behulp van de In het gebergte wonende Pa-
poea's hun stormloop op de Carstenztop ge
waagd, echter slechts met het gedeeltelijke
succes, dat zij op 43004-100 Af. op den grens
der sneeuwvelden moesten terugkceren. De
hun toegevoegde Nederlandsche detache-
raentscommandant snoepte hun nog de pri
meur af door een uur eerder de sneeuw te
betreden.
De deelnemers van de Nederlandsche ex
peditie waren begin Afaart allen weer in het
bivak op het Trcubgebergte verzameld, van
waaruit de terugtocht begonnen werd. zoo
dat 14 Maart de geheele expeditie weer aan
de rivier terug was. Terwijl de botanicus en
de medicus zich bezig hielden met verzame
len en inpakken der collecties, maakten de
leider en de geoloog nog een verkennings
tocht op een der zijrivieren van de Noord-
rivier. Den 15. April kwam een gouverne-
mentssdoomsehip de expeditie afhalen en
bracht allen naar Ambon, van waar de deel
nemers langs verschillende wegen naar Java
onderscheidenlijk Borneo terugkeerden. De
Europeanen waren den 10. Alei allen weer op
Java terug.
Terugziende op don tocht blijkt het. dat
de expeditie, op het laatste punt na, geheel
aan haar doel beantwoord heeft. De zoölogi
sche collectie omvaJ aan vogelhuiden alleen
al 1000 stuks, waarvan een groot deel in het
bergland werd bijeengebracht. Ook de bota
nische oogst is zeer groot, er werden ruim
1500 plantensoorten in 8000 A 9000 exempla
ren bijeengebracht, die als ze bewerkt zijn,
voor het eerst een grondig inzicht zullen
geven in de samenstelling van de alpenflora
van dit gebied. De geoloog heeft waarnemin
gen kunnen doen omtrent de geologische
samenstelling van het hoogere bergland,
waar geen plantengroei hem meer hinderde,
en eindelijk heeft de leiderdopograaf den ge*
heelen weg kartografisch kunnen opmeten en
alle belangrijke toppen van uit verschillende
punten kunnen meten, zoodat een nauwkeu
rige kaart van het terrein het resul'aat zal
zijn. Over de bestudeering van taal en ge
woonten der bevolking is reeds boven mel
ding gemaakt. In het geheel zijn 400 A 500
foto's meegebracht, waarvan die van het
hooggebergte en van de Bergpapoea's wel de
belangrijkste zijn.
Intusschen zal het nog jaren duren voor
alle collecties bewerkt zijn en de wetenschap-
pelifke resultaten in hun vollen omvang ge
publiceerd zijn.
Een groote voldoening is het voor de leden
der expeditie, dat geen enkel sterfgeval te
betreuren is geweest, ondanks het zeer groote
aantal deelnemers. Een dergelijk gunstig re
sultaat had men, gezien dc vorige expedities,
niet durven verwachten.
Wel was de gezondheidstoestandvooral
door malaria, niet altijd even gunstig, maar
de zoo gevreesde beri-beri bleef geheel weg,
waartoe de doelmatige voeding veel zal bij
gedragen hebben.
Dank zij den financieelen steun van het
Indische Gouvernement, de Nederlandsche
Regeering en van vele particulieren, is er
weer een deel van het geheimzinnig waas
verdwenen, dat Nieuw-Guinea bedekt.
Afoge in de naaste toekomst door het werk
van Nederlanders dat waas geheel verwijderd
worden.
Dc V redespal ei s-p 1 e e h l i g
he id vereeuwigd. De bekende 'biosco-
pisten, de heeren Albert Freres te Den Ile-m
hebben, naar zij mededeelen, van het besluit
der Garnegiestichting bericht ontvangen, da'
aan hun firma verleend is het uitsluitende
recht om, op den dag van dc opening van
het Vredespaleis, op het terrein cinematogra
fische opnamen te maken, ook bestemd om
in het buitenland te worden vertoond, van
al wat zich leent tot dc samenstelling van
een film, die een blijvende hedinncring vorml
aan het gedenkwaardige feit. Zóó de aan
komst der vorstelijke personen, autoriteiten,
genoodigden, enz. enz.
Opleiding architecten. Het
bestuur van het Civiel- en bouwkundig Stu
denten Gezelschap Prnctische Studie te Delft
heeft een onderzoek ingesteld inzake voor
opleiding en opleiding van den a.s. architect.
Het heeft zich daartoe met cetn vragen
lijst gewend tot hen, die in ons land op
eenig gebied der architectuur een plaats van
beteekenis innemen.
De Amsterdamsche onafhan
kelijk he i d s f e e s t e n. Naar het Han
delsblad verneemt staat op het programma
van „de Amsterdamsche Commissie Plan
1913" voor de onafhankelijkheidsfeesten in
September a.o. een waterfeest op den Amstel,
een optocht met verlichte vaartuigen en eon
algemeene illuminatie. Door een ander co
mité wordt een huidebetooging op touw ge
zet, waarvoor zich reeds 30 vereenigingen tot
deelname hebben aangemeld.
Van he toorspronkclijke plan der commis
sie, om eexn nieuw monument op den Dam te
stichten, in de plaats van de verdwijnende
i.Naaitje Eendracht", aal vermoedelijk wel
niets komen, daar de Raadhuis-Dam-commis-
sio van oordeel is, dat een monumentale mas-
ten-versiering in den geest van die in Ham
burg en Leipzig, op den Dam het beste op
haar plaats is en dat het plein ongeschikt
is, om het middenpunt door een monument
to markeeren.
Nacht- en muzJiekpermissie
voor c a f e's. Naar aan de Tel. van ver
schillende zijden wordt meegedeeld, heeft
het hoofd der Amsterdamsche politie in over
weging genomen, gedurende de feestmaand
September, bij wijze van proef, verschillen
de café's te vergunnen tot 4 uur 's nachts
geopend te blijven. Tevens zouden sommige
lokaliteiten dan in aanmerking kunnen ko
men voor muziekvergunnlng tot 2 uur dos
nachts.
Gelijk wij meldden, werd vroeger reeds in
overweging genomen sommige cafe's -«icht-
permissle te geven, ten einde Amsterdam een
schrede voorwaarts le helpen in de wereld-
stedelijke richting.
De permissie voor September zou alleen
voor die café's gelden, welke te goeder naam
en faam bekend staan en nimmer tegen de
bestaande politie-reglementen zondigden.
School- en Kerknieuws.
Alg, Synode der Ned. Herv. Kerk.
XXVL
Mr. Caesar Voöte heeft bericht gezonden dat hij
tot zyn leedwezen de benoeming tot Kd-ouderbng
der Alg. Syn. Commissie niet kan aannemen.
Aan de orde wordt gesteld de bespreking van
het rapport van den heer De Groot over de bro
chure MOnbeteekendf' van dr. A. v. <L Flier G.Jrn.
De commissie overweegt dat hier sprake is van
een eersten slap, die dus gevolgd moet worden door
een tweeden, derden enz. Stappen evenwel, waar
in de richting niet is aangegeven.
Do commissie (K. A. de Groot, A. van Veldhui
zen en F. Tammens) adviseert eenparig, niet ia te
gaan op het verzoek van de heeren dr. A. v. d.
Flier c. s. Dit voorstel verraadt rijn zwakheid o. a.
ook hierdoor, dat het geen rekening boudt n.et de
uitingen der kerk, en naar bet woord van den
Secretaris der Synode ln 1912: Weinig geschikt
is om de bezwaren v.cg te nemen, die men al zoo
langen tiji tegen de Synode en haar samerstclling
op allerlei toon heeft uitgesproken I" De heer Steen
beek bejammert het, dat het beginsel dezer bro-
obure zoo weinig tot zijn recht is gekomen in het-
rapport. De afvaardiging naar de Synode is niet
rechtvaardig. Zij vertegenwoordigt niet de kerk.
Het is een onrechtvaardige vertegenwoordiging
en daarom vreest de heer Steenbeek dat de onte
vredenheid der kerk over deze zaak al grooter en
grooter zal worden. Het spijt ook den Yoovzitter
der Synode, dat de conclusie der oommissie zóó
luidt als deze luidt.
De heer Tammens ziet niet in dat, wanneer er
volgens het voorstel-Van der Flicr twee leden mee:
dan nu in de Synode komen, m«or contact zal ko
men tusschen de Kerk en Synode. Ds. Van Bru
ten vreest, dat door dit voorstel het waarachtig
geestelijk leven der Kerk niet zal gebaat worden
Er mag in onze Kerk niet gerekend worden met
geestelijke stroomingen in de Kerk. Da. Van Bru
ten kent slechts één strooming, n.l. het Evangelie
der genade Gods in Jezus Christus. Onze Kerk
heeft geen representatief, maar een federatief ka
rakter. Met 17 van de 19 stemmen wordt hal
voorstel-dr. Van der Flicr verworpen- Vóór d<*
aanneming stemden de heeren Steenbeek - n VaD
Oeveren.
Ds. Van Pop'a wil een wijziging zien gebracht m
art. 21 van het Synodaal Regleritent voor de kerke
raden. Be zaak gaat hierover, dat aan pre Vikanten
die overgaan in een of andere burgerlijke betrek
king het recht ontnomen worde om nog eens le
prediken. Kiest iemand een betrekking die abso
luut niets met het predikambt heeft uit te staan,
dan is het do vraag of deze nog de bevoegdheid
behoudt in latere jaren predikbeurten te ver
vullen.
Dc vice-president acht bet van groot belang om
een commissie te benoemen die deze zaak nog eem
goed onder do oogen zie, en dan. a s. jaar der
Synode van advies diene. Het beste is dit op te
dragen aan dc Alg. Syn. Commissie. Daarom wordt
hot voorstel-Van Popta verworpen.
Met 15 stemmen wordt de conclusie der rappor-
leerende commissie aangenomen over een voorstel
van bet Class. Bestuur ran Winschoten, dat de
scribae voortaan zullen deelen in de reis- en
presentiegelden der leden-
Wegens samenkomen eener Synodus Contract a
wordt de vergadering verdaagd naar den olgenden
dag.
GEMEENTE AtMERSFOORT.
Opgave van personen, die zich in de Gemeente
hebben gevestigd van den 4. Augustus 1913
tot cn met den 9. Augustus 1913.
T. Na wijn, Utrechtecheweg 118. van Curasao.
A. Galenkamp. Arnhems?heweg 56, van E 'e.
C. Roovers, Puntcnburgerlaan 16. van Loeien.
W Derogéc, Puntonburgeriaan 16, van L©nen.
R. Bekker, Utrechlscheweg 8. v u Amslcr lam.
II. dc Amazoon, Arnhemsche straat 17, van Am
sterdam.
P. B. P. M. Smolders, Kortegracht 19, van
Utrecht.
M. W Bartels, üeekensteinlaan 34. van 's-llage.
J. E. van Dorasen, Kleine Naehtegaalsteeg 2. van
Hilversum.
W. Radstake, Puntenburgeriaan 6. van Poortu-
gaal
R A. Wagtt Eemstraat 28, van Amsterdam.
A. R. Valkenhoef, Kampstraat 79, van Culecm-
borg
C. Fliennan, Arnhemsche straat 27, van Tete-
ringen.
J. H. Witlox, Utrechtse he weg 137, van Alkmaar.
A. van Randen, UtTechtschcweg 96, van Wa©rde-
radeel.
G. J. Sasbach, Beekstraat 15. van Bussuxn.
Johs. P. Kersten, Kroontjesmolen 8, van Drieber
gen.
H. van West er laak, Bloemend, straat 1, van Hoog
land-
N. J. van der Voort, Beukenlaan 3, van 's-Hage.
L. Koldenberg, Muurhuizen. 55, van Utredht.
J. A. van den Berg, Langestraat 16, van Rhenen.
M. Egbers, Zand 37, van Driebergen.
J. Meijer, Nicasiu «dwarsstraat 9, van Amsterdam.
M. van der Horst, Utrechtscheweg 40, van
Amsterdam
J. G. Koldewijn, Arnhemschestraat 24, van Apel
doorn.
G. Bouwmeester, Eemstraat 25, van Lensden-
Opgave van personen, die de Gemeente hebben
veria ten van den 4. Augustus 1013 tot en met
den 9. Augustus 1913.
H. J. Slakhorst, Wilhelminastraat 11, naar Oos-
terleek.
H. M. v. <L Schroeff, Hendrik van Viandenstraat-
6, naar Tetcringen.
J. C. v. d. Schroeff, Hendrik v. Viandenstraat 6,
naar Breda.
O. H. Wtldt, t. Asch v. Weekst raat 11, naar
Roubaix (Frankrijk).
B. Dietrich, Beukenlaan 5, naar Zwitserland.
J. M. Bauer, Brouwerstraat 23, naar Bussum.
Geertje Karssen, Korto Bergstraat 1, naar Putten.
D. J. Bosman, Paulus Buyslaan 18, naar Zeist.
H. do Bruin, Korte Bergstraat 16, naar Utrecht.
C. J. Klaasing, Leusderweg 58, naar Rotterdam.
H. J. Venhorst, Monnikenpad 6, naar Haarlem.
D. v. Bennekom, Vlavikkerweg 28, naar Zutp-en.
F. Hoefakker, Hendrik v. Viandenstraat 19, naar
Scherpende cl.
G. M. Welters, Kranke! edenstraat 16, naar Eind
hoven.
Corn Burger, Dalstraat 10, naar Zaandam.
W. A. Godin, Joh. v. Okl©nbarn©veldlaan 82,
naar 's-Hage.
M. H. Joosten, Hof 46, naar Apeldoorn.
O. Sterk, Monnikenpad 47, naar Nijmegen (Ka
zerne).
J. Waagen, Bergstraat 5, naar Utrecht.
M. W Groen hart. Prinses Marielaan W, naar
Wimbonve (Engeland).
W. Keurhorst, So ester weg 306, naar Lensden.
"Wlllemientje Zijlstra, echtg. van G- Mossing,
Driest 32, naar Duitschland.
J. A. Beekman, Lange Beekstraat 13, naar Hoog
land.
(Weekpraatje).
Het Mod. Weekblad Tcrhaalt van groote, w. z.
geleerde, beroemde menschen, die het ver brach
ten m de wereld, niettegenstaande rij in hun Jeugd
zwakke kinderen waren.
Keizer Wilhehn I was als klein kind lichamelijk
zeer achterlik en bleef zwak tot op den jongelings
leeftijd, ondanks alle moeiten van Hufeland, den
ljjfarts van do koninklijke familie. Eveneens een
zwak en teer kind, dat tot rijn derde jaar aan
zijn ouders groote zorgen baarde, was de „oude
Frits" Fredenk n. Al bracht hij het ook ai niet
tot 90 jaren, toch werd hij 84 jaren oud. Zyn tijd
genoot Vultaire, die 85 jaren oud werd, kwam in
zoo'a zorgwekienden toestand ter wereld, dat zijn
ouders het doopen een jaar moesten uitstellen.
Evenoud werd Isaak Newton, wiens levensvatbaar
heid, omdat hij zeer klein en zwak ter wereld
kwam, evenals bij Goethe, door de ouders en de
geneesheeren sterk betwijfeld werd. Ook Jean
Jaoquee Rousseau zegt in zijn zelf biographic,,ik
kwam lijdend en gebrekkig op de wereld." Toen
hy stierf, was de groote reformator van de kinder
opvoeding, ondanks alle harde levensstermen, ver
diende en onverdiende vervolgingen, bijna 67 ja
ren. Vele dichters, die reeds met zwakke en prik
kelbare zenuwen tor wereld kwamen, zouden nog te
noemen zjjn, zooals Heinrich Heine, Heinrioh von
Kleist, Konrad. Ferdinand Meyer en Victor Hugo,
die in zijn Herfstbladen" vermeldt, dat hij van
zyn geboorte af ziekelijk en zwak was geweest.
Desondanks leefde de door Napoleon UI naar een
eenzaam eiland verbannen, dichter tot in zijn 84e
Jaar.
De vermelding van Napoleon Hl doet mij den
ken aan Napoleon I en aan diens dubbelganger
waarover dezer dagen werd geschreven.
De lotgevallen van den „dubbelganger" van
Napoleon, d.w.z. van den man, die op hetzelfde
moment het levenslicht aanschouwde als den Corsi-
kaan, die trouwde toen Napoleon in het huwe
lijksbootje stapte, die een eigen schoenmakerswin
kel opzette toen Bonapaarte keizer werd, welke
zaak over den kop ging. toen Napoleon dun sl°g hij
Waterloo verloor, en die ten slotte den geest gaf
op hetzelfde oogenbbk, waarop de banneling van
St. Helena den laatst en adem uitblies, zijn in het
Boek van Historie bewaard gebleven, en leveren
thans materiaal voor de astrologen, die bewe'en.
dat het lot van den mensch van de sterren, waar
onder hij geboren is. absoluut afhankelijk moet
zijn. Ook andere vorstelijke personen hebben er
\an die „dubbelgangers" op nagehouden. Doordat-
hun avonturen om zoo te zeggen aan het heele
volk bekend werden, zal de onbewuste ..lubbel-
ganger" licht bemerken, dat er in zijn leven steeds
iets belangrijks gebeurt, wanneer de Koning iets
dergelijks overkomt. Wanneer de Vorsten zich
de weelde veroorloven, er dubbelgangers op na
te houden, dan lis1 het voor de rand, dat gewone
huis-, tuin- en keuken-menschjes ook -dubbelgan
gers" bezitten.
In dit- opricht zullen de vorsten wel niets vóór
hebben by gewone stervelingen. Bat er onder kei
zers en koningen ziju. die uitsteken boven ande
ren, kan niet worden ontkend, al moet tevens
worden toegegeven, dat velen hunner weinig meer
presteeren of beleekenen dan de mc-este hunner
onderdanen.
De vorst, die dc meeste talen spreekt, dat is
"ricer wel keizer Frans JozefH spreekt vloeiend
Sc*r\ jsch. Rutheensch, 1-aIu.aoi ub, Ruiae^nsch,
Itahnan-ch en zelf? een beetje He'-reeuwscb.
Czaa«- Ferdinand is eveneens een groot poiygloi.
Hij -mi eekt uitstekend Fransch. Engelsch, Duilscib
Russisch en alle Slavische dialecten. Zoo ook ko
ning Peter van Servië.
De Czaar van Rusland spreekt Russiach", Fransch,
Engelsch, Duitsch en eenig© Slavisch© dialecten.
Keizer Wilhelm spreekt Duitsch, Fransoh, Latjjn.
Pools'-h cn Russisch.
Wijlen George van Griekenland sprak behalve
Grieksch ook Fransch, Engelsoh, Duitsch ©n
Deensch, wat natuurlijk ztjn moedertaal was.
Knappe, ontwikkelde, met bizondoren geeet-ef-
aanleg bedeelde personen vindt men onder hoog
en laag, ook, naar men onlangs lezen onder
de verachte Zigeuner». Velen onder dezen «tin
geniale murioi.
Ook voor vele handwerken rijn zjj zeer geschikt
Dat hun verstand dikwijls in geslepenheid ont
aardt en hun nationale trots in haat verandert, is
toe te schrijven aan hun zwerven, zonder vader
land. aan den afkeer van anderen, aan hun plaats
in de maatschappij zonder ©enige rechten. Bran
dewijn en tabak veroorzaken verder bij de d&-
wijls slechte voeding een ontaarding.
Men heeft reeds vel© pogingen gedaan om van
deze Nomaden gezeten burgers te maken. Reeds
in de eeuw der verlichte despoten, zoo zegt het
..Vad.". trachtte men aan de ellende der Zigeu
ners een eind to maken.
Maria Theresia en Jozef dc Tweede deden hiertoe
al het moge'jjke. Echter rijn de practisohe be
zwaren groot. Intu?scben moet 't probleem toch
opgelost worden. Immers de Zigeuners zyn men
schen. wier fouten grootendeels verootrzaakt zijn
door hun sociale positie. Het eerste noodige is een
nauwkeurig© kennis omtrent dezen merkwaardi-
gen stam. Reeds is men In Beieren hiermee be
gonnen, door te München een central© op te
richten, waar al het materiaal verzameld wordt
dat omtrent de Zigeuners op Beiersch grondgebied
bekend Is. Zoo kreeg men langzamerhand een
overzicht over hun aantal, hun trekwegen, 1 m
stammen en famlliftnt over hun werk en hun
levenswijze.
Over de afkomst der Zigeuners is al heel vrat
gestreden. Er bestaat een vrij omvangrijke litera
tuur over dit interessant© volk. Zij schijnen uit
Indië naar Europa en vandaar naar de andere
werelddeel en getrokken te zijn. In de meeste lan
den komen zij in grooter of geringer aantal voor;
zoo zjjn er in Roemenië 250,000, in Hongarije
170 000, in Spanje 400,000, in Italië 30,001, ter
wijl er in Engeland 12.000 voorkomen. In Duits
land komen betrekkelijk slecht* weinig van
Nomaden voor, ongeveer 2 k 3000.
Menigeen zal niet vermoed hebben, dat ie Zigeu
ners nog in zoo'n groot-en getale voorkomen- Zal
dit aantal misschien nu minder worden door het
toenemend aantal vliegmachines? Hoe ik tot deze
vraag kom? Wel, men meent- in Zwitser and, dat
daar het aantal ooievaars minder was geworden
door de verschijning xan vliegmachine». En ver
minderen zoo overal, waar gevlogen wordt, he'
aantal ooivevaar», hoe ral dan het kinderen '1.
ook dat der jonge Zigeunertjes, kunnen pfnemettI
Werkelijk behoort de ooievaar tot die vogöIs welke
©en groote vrees voor vliegtuigen san den dag leg
gen- Want die vree« is niet bij alle gevleugelde
gasten even groot. Er zpn vogels di« zich vrij «licht
in de buurt der vliegtoestellen wagen om dwo
luchtconourrenten, die zij dan toch niet voor roof
vogels schijnen te houden, van naderbij te bezien.
Niet telden riet men vogels als kraaien, die een
heel eind «en vliegmachin© volgen, daarbij rich in
hooger sferen verheffend dan de vllegmensch en
eveneens kan men zwaluwen langs de rookende
machine zien strijken zonder dat zjj veel angst
toonen. Maar ander© vogJa t©onen een groote
angst voor den grooten vogel, die met donderend
geweld de lucht doorklieft. Daarvan is de ooievaar
er zeer zeker een, niet onwaarschijnlijk dat de
arme vogel, die toch nog al eens van roofvogels te
lijden heeft, in dit wonderdier 'n monsterachiigen
draak-vogel riet, die alle eibers verslinden zal.
Toch lijkt het weinig waarschijnlijk dat daarom de
ooievaars juist Zwitserland om die reden verlaten.
In andere landen heeft men over de verdwijning
van den nuttigen vogel n°g niet zoo gekaagd;
toch wordt er in Frankrijk. Duitschland en andere
landen heel wat meer gevlogen dan in Zwitser
land.
Misschien dat men rich in Zwitserland wat heel
bezorgd maakt over een geboortevennindcring. ten
gevolge van het verdwijnen der eibers?
Zij, die de vorig© maand een proefreisje naar
Zwitserland maakten, troffen het daar met het
weer al e\en slecht als wij hier. Wy hoorden ver
halen van guurdheid en regen en zelfs van sneeuw^
dio bijna een voet hoog lag. Einde Juli, begin
Augustus deden het beter en gaven gelegenheid
om van dc schoone natuur te genieten. Het natuur
genot, dat vele toeristen heeten te smaken, is an
ders al van zeer gering allooi. Zij vinden „mooi
of ..minder mooi", zooals hun reisgids Baedeker
dat voorzegt. In ,.D« Witte Mier" uii Jan Gresboff
zich in een aardig-boos stukje over het conventio
neel© natuurgenieten, en de Baedekers.
Er is thans een rethoriek van het natuurge
nieten, gevaarlijker dan die in d© kunst i Jidat he,
kwaa4 algemcener en meer ongemerkt is.
Maar, melieve, wal al armoedige requisieten, wn
al ou«lbakken conventionaliteiten 1
Wat al vooropgezette-meeningen Het is dom gc
looyen op gezag."
Do berg X Jti&" mooi. Officieel vastgesteld. Niets
meer aan t© doen- En de vijfduizend toeristen
mannen en vrouwen (Engelsche vrouwen het uieest)
jong en oud (oud het veelvuldigst), die jaarlijks
langs en over den berg X wandelen, rijden of tuf
fen, vinden hem mei een zeer misplaatste plicht
matigheid ,,mooi".
Leugens, leugens. En e©n béétje zelfheid als het
u beseft. Daar zegt- een ongelikte beer„Ik heb
slecht geslapen, het souper van gisteravond be
zwaart mij, myn ext-eroog steekt, en uw aller heer
lijke, onvolprezen berg X laat mij zoo koud als ©en
kei." En ik neem hem gaarne in bescherming te
genover de luidruchtige indignatic der vijfduizend
toeristen, die jaarljjksenz.
Het kan rijn, dat deze grove ipniorii stische
barbaar", deze „dikhuid", die tegenover dc majes
tueuze (enz. enz.) schoonheid van den berg X
met rijn klein lijfelijke zorgen durft aankomen. e«n
gevoeliger, echter, idealischer in ieder geval éér
lijker natuurgenieter is dan bijvoorbeeld, mejuf
frouw. uwe overprikkelde jonkvrouweiijkheid. die
op ieder uur van den dag en bij ietier sterretje
van Baedeker uw tweedehands extase bereid v. idt
en de kracht om uw blikken loftrompetje te «t-eken.
Voor hem mijn „materialist", is de ontroering te
écht en té levend, tè spontaan en tè grillig ,om
ze op stel en sprong te kunnen requirecr?n als het
noodig is. En hij weet. dat wie de natuur besohouwt
en prijst als de winkelkast van een cosiumière, dat-
is zonder opgenomen te z^Jn in haar innigst leven,
ijdele valsche woorden spreekt als groote leugen»-
KEUVELAAR.
Duitsch. Fransch, HotogaarSch, Tzechisóh. Pools©h: