Tan den Hak op den Tak. Bekten van de rivierbewoners onderschei den er werden ethnografica verzam ld, anthropoids ck e metingen verricht en ten elotte, hetgeen niet het minste was, een be langrijke natuurhistorische verzameling bij eengebracht, die echter in hoofdzaak betrek king had op het laagland en het lagere berg land- Waar de 2de expeditie de mogelijkheid had aangetoond om langs den gevolgden weg het Oranjegebeirgto te bereiken, moest thans een 'derde expeditie volgen om het wetenschap pelijk onderzoek van het hooggebergte ter hand fe nemen, te meer daar vreemdelingen ons op eigen gebied concurrentie gingen aan doen. Reeds in 1910 had een Engelsche ex peditie zich aan de Mimika gevestigd met het doel van daar uit de sneeuwvelden van de Carstenztop te bereiken. Ofschoon dat plan niet gelulde de Engelsohen kwamen na veel gesukkel met hun arbeidskrachten niet hooger dan ruim 2000 AL bereikten In het laatst van 1911 geruchten ons land dat Engeland een nieuwe poging wilde wagen, welke geruchten zich weldra in zekerheid omzetten. Ditmaal zou de Engelsche expe ditie de Oetakwa opvaren, welke rivier ook aan de Z.W.-kust uitmondt en wederom trachten de Carstenztop te bereiken, onder weg op natuur-historisch gebied verzamelin gen aanleggend. Het was dus zaak er geen gras over te laten groeien, wilde men zich niet zooals nl zoo dikwijls gebeurd is hef neusje van den eigen zalm zien afgesnoept door een vreemdeling. Het Indisch Comité voor weten schappelijke onderzoekingen wist gelukkig de zaak met spoed door te zetten en zoo ver trok den 21. Augustus 1912 uit Soerabaja bijna gelijktijdig met de Engelsche explora- teurs een Nederlandsche wetenschappe lijke expeditie, die, wat getalsterkte der deel nemers en kosten aangaat, zeker wel tot de grootste behoorde, die ooit door Nederland werd uitgerust. Het doel der expeditie was een grondig onderzoek naar de fauna, de flora en dé geologische gesteldheid van de Zuidzijde van liet Centrale gebergte boven 2300 AL, de hoogte waarop heit onderzoek bij de 2de Lorentzexpeditie werd gestaakt. Voorts was het aan den leider, den kapitein bij den topografischon dienst A. J. Franssen Herderschee, overgelaten om, zoo de om- jtandigheden daarvoor gunstig waren, van het öranjegobergte een verkenning te maken ln de richting van de Idcnburgrivier. d. w. z. naar de Noordzijde. De duur van de expe ditie was op 9 maanden gesehat. Uit den aard der zaak was de weten schappelijke staf dezer expeditie grooler dan bij de vorige tochten. Ilij bestond behalve uit den leider, tevens topograaf, uit een medicus, die zich ook met het bijeenbrengen van de zoölogische collectie belastte, een geoloog en •en botanicus. Verder ging tot hulp van den topograaf een sergeant-majoor van den topo- grafischen dienst mee, en tot hulp van den medicus een inlnndsch arts, terwijl de werk krachten bestonden uit 150 Dajaks, waarvan 76 van den stam der Kajans uit de Boven- Mahakam en 74 van den stam der Kenja's uit het Roelongan-gebied. Het gouvernement rocgde nog aan de expeditie toe een dek- kingsdetachemcnt onder bevel van den eer sten luitenant, bestaande uit een adjudant onderofficier-kwartiermeester, 3 Europeesche sergeants, 2 inlandsche sergeants, 2 inland- sche korporaals, 34 inlandsche fuseliers, 2 soldaat-ziekenverplegers en 40 dwangarbei ders, waarvan echter een deel der militairen gedurende de eerste maanden te Ambon bleef en zich pas later bij de expeditie voeg de. Den 7. September bereikte de expeditie met 2 schepen, waarvan een aLs bivaksehip dienst doende, gesleept werd door een gou- vernementsstoomschip de Oostbaai en 2 da gen later was men zóóver de rivier opgeva ren, dat het bivakschip geankerd kon worden op liet punt. dat ook hij de vorige expedities bereikt werd. Van daaruit werd spoedig be gonnen met den opvoer van de bagage en levensmiddelen verder stroomopwaarts tot een punt, waar zelfs voor de Dajaksche boot jes de rivier wegens de vele stroomversnel lingen onbevaarbaar wordt. De leider en de geoloog bereikten dit punt op den 27. Sep tember en vestigden, ongeveer 2 TC.M. boven het door de vroegere expedities bereikte punt een bivak, dat Ivloofbivak werd gedoopt en waar gaandeweg een verblijfplaats werd gebouwd voor ruim 200 menschen, benevens een gelegenheid flot het bergen van vivres voor 6 maanden. Pas half November waren daar voldoende levensmiddelen en materia len voor het verzamelen aanwezig; inmiddels waren echter alle leden der expeditie, be halve de inlandsche arts. die te Kloofbivak bleef, successievelijk naar het binnenland vertrokken. De verdere opvoer van levensmiddelen vorderde uit den aard der zaak slechts zeer lantaarn, daar op den landtocht alles moest gedragen worden in hoeveelheden van 16 KG. per man. Wanneer men bedenkt, dat de ex peditie en het detachement samen 43.000 KG. rijst hadden meegenomen, benevens nog vele duizenden kilo's aan andere levensmiddelen, dan krijigt men alleen door die getallen een klein denkbeeld van het groote aantal malen, dat door de koelies heen en weer moest ge- loopen worden woor een bivak een voldoende voorraad had om den tocht verder voort te zetten. Een groot bezwaar bij dergelijke we tenschappelijke expedities vormt de bagage, die niet uit levensmiddelen bestaat, met name bier hulpmiddelen bij het verzamelen, alco hol, glas-werk, zinken bussen voor het ver zamelen van planten, fototoestellen en foto- artikelen, enz. De koelie, met een dergelijke vracht belast, draagt geen vivres, maar eet wel mee van de door de anderen gedragen levensmiddelen, zoodat het nuttig effect van een dergelijk transport kleiner wordt, nanr- jnate er in verhouding meer mensehen zijn, die geen vivres dragen. In dit opzicht ver keerde deze expeditie, die geheel op verza melen was uitgerust, in een buitengewoon Ongunstige conditie, veel ongunstiger dan een van de voorgaande. Zoo werd een groot tfeel van de maanden December en Januari besteed om op de Zuidhelling van het Hell- Wlggebergte een depot aan te leggen, waar Voldoende voorraden aanwezig waren om den tocht verder voort te zetten. Voor den en den botanicus wal dat echter geen bezwaar, omdat liet gedwongen oponthoud steeds benut kon worden tol ver grooting der collecties. Pas begin Februari waren er voldoende voorraden op het Wichmanngcbergle op 3100 AL, terwijl op verschillende lager gele gen bivaks hoeveelheden vivres in reserve lagen om op ongevallen voorbereid le zijn. Deze voorraden bleken niet voldoende om alle Europeanen in de gelegenheid te stellen den eindbocht naar de Wilhelminalop mede te maken, te meer daar de werkkrachten langzamerhand de expeditie in don steek gingen laten. Reeds in Januari hadden de Kenja's te ken nen gegeven, dat ze het voortdurende zware werk in een onaangenaam guur en regen achtig klimaat niet zouden kunnen volhou den; de Kajans hadden zich spoedig daarna ook al beklaagd. Van de 40 dwangarbeiders konden nog slechts zeer enkelen wat pres toeren en 40 versche dwangarbeiders, in No vember reeds aangevraagd, waren begin Fe bruari nog steeds niet aangekomen. Beper king tot het uiterste was dus geboden, en zoo vertrokken 6 Februari slechts 3 van de Europeanen van af het Wichmanngcbergle verder naar boven, nl. de leider, de geoloog en de medicus-zoöloog, welke laatste zich voor dit deel van den tocht tevens zou be lasten met het botanisch werk. De botanicus, die het terrein der alpine-flora reeds had bereikt, bleef nog geruimen tijd in den om trek van het Wichmanngebergte verzamelen en voegde zich toen bij den detachements- commandant, die de Bergpapoea's in hunne dorpen was gaan opzoeken. Afet deze berg- bevolking, behoorende tot den sfam der Pe- secham's, had de 2de Lorentz-expeditie ook reeds aanraking gehadnu echter was er volop gelegenheid grondig met hen kennis te maken, hun taal en gebruiken te bestudeeren, elhnografica te verzamelen en foto's te ma ken, en tevens in de geheel afceslo-ten vallei waar ze wonen, een belangrijke botanische collectie bijeen te brengen. Intusschen waren de andere deelnemers met 18 Dajaks bezig de AVilhehninatop te be klimmen, wat hun langs een geheel nieuwen weg win af de Zuidzijde gelukte. Op den 21. Februari stonden de 3 Europeanen en hunne Dajaks op het hoogste punt van de Wilhel- minatop op 470Ö Ai. boven zee, op een reus achtig sneeuwveld, dat zich nog honderden meters beneden hen uitstrekte. Afoest van het laatste, overigens met de noodige beper king gestelde, punt van hun opdracht, nl. de verkenning naar de Noordzijde, afgezien worden wegens gebrek aan draagkrachten en levensmiddelen, het uitzicht naar het Noor den gaf hun toch reeds een denkbeeld van het achterland, dat in de naaste toekomst verder onderzocht moet worden. Op geolo gisch gebied kon er veel verzameld en ge fotografeerd worden, zoodat de bereiking van de hoogste top niet uitsluitend een sport- succes is geweest. Toch mag ook uit een na tionaal oogpunt met voldoening op dien tocht teruggezien worden, immers de Engclschen aan de Oetakwa hadden reeds in Januari met behulp van de In het gebergte wonende Pa- poea's hun stormloop op de Carstenztop ge waagd, echter slechts met het gedeeltelijke succes, dat zij op 43004-100 Af. op den grens der sneeuwvelden moesten terugkceren. De hun toegevoegde Nederlandsche detache- raentscommandant snoepte hun nog de pri meur af door een uur eerder de sneeuw te betreden. De deelnemers van de Nederlandsche ex peditie waren begin Afaart allen weer in het bivak op het Trcubgebergte verzameld, van waaruit de terugtocht begonnen werd. zoo dat 14 Maart de geheele expeditie weer aan de rivier terug was. Terwijl de botanicus en de medicus zich bezig hielden met verzame len en inpakken der collecties, maakten de leider en de geoloog nog een verkennings tocht op een der zijrivieren van de Noord- rivier. Den 15. April kwam een gouverne- mentssdoomsehip de expeditie afhalen en bracht allen naar Ambon, van waar de deel nemers langs verschillende wegen naar Java onderscheidenlijk Borneo terugkeerden. De Europeanen waren den 10. Alei allen weer op Java terug. Terugziende op don tocht blijkt het. dat de expeditie, op het laatste punt na, geheel aan haar doel beantwoord heeft. De zoölogi sche collectie omvaJ aan vogelhuiden alleen al 1000 stuks, waarvan een groot deel in het bergland werd bijeengebracht. Ook de bota nische oogst is zeer groot, er werden ruim 1500 plantensoorten in 8000 A 9000 exempla ren bijeengebracht, die als ze bewerkt zijn, voor het eerst een grondig inzicht zullen geven in de samenstelling van de alpenflora van dit gebied. De geoloog heeft waarnemin gen kunnen doen omtrent de geologische samenstelling van het hoogere bergland, waar geen plantengroei hem meer hinderde, en eindelijk heeft de leiderdopograaf den ge* heelen weg kartografisch kunnen opmeten en alle belangrijke toppen van uit verschillende punten kunnen meten, zoodat een nauwkeu rige kaart van het terrein het resul'aat zal zijn. Over de bestudeering van taal en ge woonten der bevolking is reeds boven mel ding gemaakt. In het geheel zijn 400 A 500 foto's meegebracht, waarvan die van het hooggebergte en van de Bergpapoea's wel de belangrijkste zijn. Intusschen zal het nog jaren duren voor alle collecties bewerkt zijn en de wetenschap- pelifke resultaten in hun vollen omvang ge publiceerd zijn. Een groote voldoening is het voor de leden der expeditie, dat geen enkel sterfgeval te betreuren is geweest, ondanks het zeer groote aantal deelnemers. Een dergelijk gunstig re sultaat had men, gezien dc vorige expedities, niet durven verwachten. Wel was de gezondheidstoestandvooral door malaria, niet altijd even gunstig, maar de zoo gevreesde beri-beri bleef geheel weg, waartoe de doelmatige voeding veel zal bij gedragen hebben. Dank zij den financieelen steun van het Indische Gouvernement, de Nederlandsche Regeering en van vele particulieren, is er weer een deel van het geheimzinnig waas verdwenen, dat Nieuw-Guinea bedekt. Afoge in de naaste toekomst door het werk van Nederlanders dat waas geheel verwijderd worden. Dc V redespal ei s-p 1 e e h l i g he id vereeuwigd. De bekende 'biosco- pisten, de heeren Albert Freres te Den Ile-m hebben, naar zij mededeelen, van het besluit der Garnegiestichting bericht ontvangen, da' aan hun firma verleend is het uitsluitende recht om, op den dag van dc opening van het Vredespaleis, op het terrein cinematogra fische opnamen te maken, ook bestemd om in het buitenland te worden vertoond, van al wat zich leent tot dc samenstelling van een film, die een blijvende hedinncring vorml aan het gedenkwaardige feit. Zóó de aan komst der vorstelijke personen, autoriteiten, genoodigden, enz. enz. Opleiding architecten. Het bestuur van het Civiel- en bouwkundig Stu denten Gezelschap Prnctische Studie te Delft heeft een onderzoek ingesteld inzake voor opleiding en opleiding van den a.s. architect. Het heeft zich daartoe met cetn vragen lijst gewend tot hen, die in ons land op eenig gebied der architectuur een plaats van beteekenis innemen. De Amsterdamsche onafhan kelijk he i d s f e e s t e n. Naar het Han delsblad verneemt staat op het programma van „de Amsterdamsche Commissie Plan 1913" voor de onafhankelijkheidsfeesten in September a.o. een waterfeest op den Amstel, een optocht met verlichte vaartuigen en eon algemeene illuminatie. Door een ander co mité wordt een huidebetooging op touw ge zet, waarvoor zich reeds 30 vereenigingen tot deelname hebben aangemeld. Van he toorspronkclijke plan der commis sie, om eexn nieuw monument op den Dam te stichten, in de plaats van de verdwijnende i.Naaitje Eendracht", aal vermoedelijk wel niets komen, daar de Raadhuis-Dam-commis- sio van oordeel is, dat een monumentale mas- ten-versiering in den geest van die in Ham burg en Leipzig, op den Dam het beste op haar plaats is en dat het plein ongeschikt is, om het middenpunt door een monument to markeeren. Nacht- en muzJiekpermissie voor c a f e's. Naar aan de Tel. van ver schillende zijden wordt meegedeeld, heeft het hoofd der Amsterdamsche politie in over weging genomen, gedurende de feestmaand September, bij wijze van proef, verschillen de café's te vergunnen tot 4 uur 's nachts geopend te blijven. Tevens zouden sommige lokaliteiten dan in aanmerking kunnen ko men voor muziekvergunnlng tot 2 uur dos nachts. Gelijk wij meldden, werd vroeger reeds in overweging genomen sommige cafe's -«icht- permissle te geven, ten einde Amsterdam een schrede voorwaarts le helpen in de wereld- stedelijke richting. De permissie voor September zou alleen voor die café's gelden, welke te goeder naam en faam bekend staan en nimmer tegen de bestaande politie-reglementen zondigden. School- en Kerknieuws. Alg, Synode der Ned. Herv. Kerk. XXVL Mr. Caesar Voöte heeft bericht gezonden dat hij tot zyn leedwezen de benoeming tot Kd-ouderbng der Alg. Syn. Commissie niet kan aannemen. Aan de orde wordt gesteld de bespreking van het rapport van den heer De Groot over de bro chure MOnbeteekendf' van dr. A. v. <L Flier G.Jrn. De commissie overweegt dat hier sprake is van een eersten slap, die dus gevolgd moet worden door een tweeden, derden enz. Stappen evenwel, waar in de richting niet is aangegeven. Do commissie (K. A. de Groot, A. van Veldhui zen en F. Tammens) adviseert eenparig, niet ia te gaan op het verzoek van de heeren dr. A. v. d. Flier c. s. Dit voorstel verraadt rijn zwakheid o. a. ook hierdoor, dat het geen rekening boudt n.et de uitingen der kerk, en naar bet woord van den Secretaris der Synode ln 1912: Weinig geschikt is om de bezwaren v.cg te nemen, die men al zoo langen tiji tegen de Synode en haar samerstclling op allerlei toon heeft uitgesproken I" De heer Steen beek bejammert het, dat het beginsel dezer bro- obure zoo weinig tot zijn recht is gekomen in het- rapport. De afvaardiging naar de Synode is niet rechtvaardig. Zij vertegenwoordigt niet de kerk. Het is een onrechtvaardige vertegenwoordiging en daarom vreest de heer Steenbeek dat de onte vredenheid der kerk over deze zaak al grooter en grooter zal worden. Het spijt ook den Yoovzitter der Synode, dat de conclusie der oommissie zóó luidt als deze luidt. De heer Tammens ziet niet in dat, wanneer er volgens het voorstel-Van der Flicr twee leden mee: dan nu in de Synode komen, m«or contact zal ko men tusschen de Kerk en Synode. Ds. Van Bru ten vreest, dat door dit voorstel het waarachtig geestelijk leven der Kerk niet zal gebaat worden Er mag in onze Kerk niet gerekend worden met geestelijke stroomingen in de Kerk. Da. Van Bru ten kent slechts één strooming, n.l. het Evangelie der genade Gods in Jezus Christus. Onze Kerk heeft geen representatief, maar een federatief ka rakter. Met 17 van de 19 stemmen wordt hal voorstel-dr. Van der Flicr verworpen- Vóór d<* aanneming stemden de heeren Steenbeek - n VaD Oeveren. Ds. Van Pop'a wil een wijziging zien gebracht m art. 21 van het Synodaal Regleritent voor de kerke raden. Be zaak gaat hierover, dat aan pre Vikanten die overgaan in een of andere burgerlijke betrek king het recht ontnomen worde om nog eens le prediken. Kiest iemand een betrekking die abso luut niets met het predikambt heeft uit te staan, dan is het do vraag of deze nog de bevoegdheid behoudt in latere jaren predikbeurten te ver vullen. Dc vice-president acht bet van groot belang om een commissie te benoemen die deze zaak nog eem goed onder do oogen zie, en dan. a s. jaar der Synode van advies diene. Het beste is dit op te dragen aan dc Alg. Syn. Commissie. Daarom wordt hot voorstel-Van Popta verworpen. Met 15 stemmen wordt de conclusie der rappor- leerende commissie aangenomen over een voorstel van bet Class. Bestuur ran Winschoten, dat de scribae voortaan zullen deelen in de reis- en presentiegelden der leden- Wegens samenkomen eener Synodus Contract a wordt de vergadering verdaagd naar den olgenden dag. GEMEENTE AtMERSFOORT. Opgave van personen, die zich in de Gemeente hebben gevestigd van den 4. Augustus 1913 tot cn met den 9. Augustus 1913. T. Na wijn, Utrechtecheweg 118. van Curasao. A. Galenkamp. Arnhems?heweg 56, van E 'e. C. Roovers, Puntcnburgerlaan 16. van Loeien. W Derogéc, Puntonburgeriaan 16, van L©nen. R. Bekker, Utrechlscheweg 8. v u Amslcr lam. II. dc Amazoon, Arnhemsche straat 17, van Am sterdam. P. B. P. M. Smolders, Kortegracht 19, van Utrecht. M. W Bartels, üeekensteinlaan 34. van 's-llage. J. E. van Dorasen, Kleine Naehtegaalsteeg 2. van Hilversum. W. Radstake, Puntenburgeriaan 6. van Poortu- gaal R A. Wagtt Eemstraat 28, van Amsterdam. A. R. Valkenhoef, Kampstraat 79, van Culecm- borg C. Fliennan, Arnhemsche straat 27, van Tete- ringen. J. H. Witlox, Utrechtse he weg 137, van Alkmaar. A. van Randen, UtTechtschcweg 96, van Wa©rde- radeel. G. J. Sasbach, Beekstraat 15. van Bussuxn. Johs. P. Kersten, Kroontjesmolen 8, van Drieber gen. H. van West er laak, Bloemend, straat 1, van Hoog land- N. J. van der Voort, Beukenlaan 3, van 's-Hage. L. Koldenberg, Muurhuizen. 55, van Utredht. J. A. van den Berg, Langestraat 16, van Rhenen. M. Egbers, Zand 37, van Driebergen. J. Meijer, Nicasiu «dwarsstraat 9, van Amsterdam. M. van der Horst, Utrechtscheweg 40, van Amsterdam J. G. Koldewijn, Arnhemschestraat 24, van Apel doorn. G. Bouwmeester, Eemstraat 25, van Lensden- Opgave van personen, die de Gemeente hebben veria ten van den 4. Augustus 1013 tot en met den 9. Augustus 1913. H. J. Slakhorst, Wilhelminastraat 11, naar Oos- terleek. H. M. v. <L Schroeff, Hendrik van Viandenstraat- 6, naar Tetcringen. J. C. v. d. Schroeff, Hendrik v. Viandenstraat 6, naar Breda. O. H. Wtldt, t. Asch v. Weekst raat 11, naar Roubaix (Frankrijk). B. Dietrich, Beukenlaan 5, naar Zwitserland. J. M. Bauer, Brouwerstraat 23, naar Bussum. Geertje Karssen, Korto Bergstraat 1, naar Putten. D. J. Bosman, Paulus Buyslaan 18, naar Zeist. H. do Bruin, Korte Bergstraat 16, naar Utrecht. C. J. Klaasing, Leusderweg 58, naar Rotterdam. H. J. Venhorst, Monnikenpad 6, naar Haarlem. D. v. Bennekom, Vlavikkerweg 28, naar Zutp-en. F. Hoefakker, Hendrik v. Viandenstraat 19, naar Scherpende cl. G. M. Welters, Kranke! edenstraat 16, naar Eind hoven. Corn Burger, Dalstraat 10, naar Zaandam. W. A. Godin, Joh. v. Okl©nbarn©veldlaan 82, naar 's-Hage. M. H. Joosten, Hof 46, naar Apeldoorn. O. Sterk, Monnikenpad 47, naar Nijmegen (Ka zerne). J. Waagen, Bergstraat 5, naar Utrecht. M. W Groen hart. Prinses Marielaan W, naar Wimbonve (Engeland). W. Keurhorst, So ester weg 306, naar Lensden. "Wlllemientje Zijlstra, echtg. van G- Mossing, Driest 32, naar Duitschland. J. A. Beekman, Lange Beekstraat 13, naar Hoog land. (Weekpraatje). Het Mod. Weekblad Tcrhaalt van groote, w. z. geleerde, beroemde menschen, die het ver brach ten m de wereld, niettegenstaande rij in hun Jeugd zwakke kinderen waren. Keizer Wilhehn I was als klein kind lichamelijk zeer achterlik en bleef zwak tot op den jongelings leeftijd, ondanks alle moeiten van Hufeland, den ljjfarts van do koninklijke familie. Eveneens een zwak en teer kind, dat tot rijn derde jaar aan zijn ouders groote zorgen baarde, was de „oude Frits" Fredenk n. Al bracht hij het ook ai niet tot 90 jaren, toch werd hij 84 jaren oud. Zyn tijd genoot Vultaire, die 85 jaren oud werd, kwam in zoo'a zorgwekienden toestand ter wereld, dat zijn ouders het doopen een jaar moesten uitstellen. Evenoud werd Isaak Newton, wiens levensvatbaar heid, omdat hij zeer klein en zwak ter wereld kwam, evenals bij Goethe, door de ouders en de geneesheeren sterk betwijfeld werd. Ook Jean Jaoquee Rousseau zegt in zijn zelf biographic,,ik kwam lijdend en gebrekkig op de wereld." Toen hy stierf, was de groote reformator van de kinder opvoeding, ondanks alle harde levensstermen, ver diende en onverdiende vervolgingen, bijna 67 ja ren. Vele dichters, die reeds met zwakke en prik kelbare zenuwen tor wereld kwamen, zouden nog te noemen zjjn, zooals Heinrich Heine, Heinrioh von Kleist, Konrad. Ferdinand Meyer en Victor Hugo, die in zijn Herfstbladen" vermeldt, dat hij van zyn geboorte af ziekelijk en zwak was geweest. Desondanks leefde de door Napoleon UI naar een eenzaam eiland verbannen, dichter tot in zijn 84e Jaar. De vermelding van Napoleon Hl doet mij den ken aan Napoleon I en aan diens dubbelganger waarover dezer dagen werd geschreven. De lotgevallen van den „dubbelganger" van Napoleon, d.w.z. van den man, die op hetzelfde moment het levenslicht aanschouwde als den Corsi- kaan, die trouwde toen Napoleon in het huwe lijksbootje stapte, die een eigen schoenmakerswin kel opzette toen Bonapaarte keizer werd, welke zaak over den kop ging. toen Napoleon dun sl°g hij Waterloo verloor, en die ten slotte den geest gaf op hetzelfde oogenbbk, waarop de banneling van St. Helena den laatst en adem uitblies, zijn in het Boek van Historie bewaard gebleven, en leveren thans materiaal voor de astrologen, die bewe'en. dat het lot van den mensch van de sterren, waar onder hij geboren is. absoluut afhankelijk moet zijn. Ook andere vorstelijke personen hebben er \an die „dubbelgangers" op nagehouden. Doordat- hun avonturen om zoo te zeggen aan het heele volk bekend werden, zal de onbewuste ..lubbel- ganger" licht bemerken, dat er in zijn leven steeds iets belangrijks gebeurt, wanneer de Koning iets dergelijks overkomt. Wanneer de Vorsten zich de weelde veroorloven, er dubbelgangers op na te houden, dan lis1 het voor de rand, dat gewone huis-, tuin- en keuken-menschjes ook -dubbelgan gers" bezitten. In dit- opricht zullen de vorsten wel niets vóór hebben by gewone stervelingen. Bat er onder kei zers en koningen ziju. die uitsteken boven ande ren, kan niet worden ontkend, al moet tevens worden toegegeven, dat velen hunner weinig meer presteeren of beleekenen dan de mc-este hunner onderdanen. De vorst, die dc meeste talen spreekt, dat is "ricer wel keizer Frans JozefH spreekt vloeiend Sc*r\ jsch. Rutheensch, 1-aIu.aoi ub, Ruiae^nsch, Itahnan-ch en zelf? een beetje He'-reeuwscb. Czaa«- Ferdinand is eveneens een groot poiygloi. Hij -mi eekt uitstekend Fransch. Engelsch, Duilscib Russisch en alle Slavische dialecten. Zoo ook ko ning Peter van Servië. De Czaar van Rusland spreekt Russiach", Fransch, Engelsch, Duitsch en eenig© Slavisch© dialecten. Keizer Wilhelm spreekt Duitsch, Fransoh, Latjjn. Pools'-h cn Russisch. Wijlen George van Griekenland sprak behalve Grieksch ook Fransch, Engelsoh, Duitsch ©n Deensch, wat natuurlijk ztjn moedertaal was. Knappe, ontwikkelde, met bizondoren geeet-ef- aanleg bedeelde personen vindt men onder hoog en laag, ook, naar men onlangs lezen onder de verachte Zigeuner». Velen onder dezen «tin geniale murioi. Ook voor vele handwerken rijn zjj zeer geschikt Dat hun verstand dikwijls in geslepenheid ont aardt en hun nationale trots in haat verandert, is toe te schrijven aan hun zwerven, zonder vader land. aan den afkeer van anderen, aan hun plaats in de maatschappij zonder ©enige rechten. Bran dewijn en tabak veroorzaken verder bij de d&- wijls slechte voeding een ontaarding. Men heeft reeds vel© pogingen gedaan om van deze Nomaden gezeten burgers te maken. Reeds in de eeuw der verlichte despoten, zoo zegt het ..Vad.". trachtte men aan de ellende der Zigeu ners een eind to maken. Maria Theresia en Jozef dc Tweede deden hiertoe al het moge'jjke. Echter rijn de practisohe be zwaren groot. Intu?scben moet 't probleem toch opgelost worden. Immers de Zigeuners zyn men schen. wier fouten grootendeels verootrzaakt zijn door hun sociale positie. Het eerste noodige is een nauwkeurig© kennis omtrent dezen merkwaardi- gen stam. Reeds is men In Beieren hiermee be gonnen, door te München een central© op te richten, waar al het materiaal verzameld wordt dat omtrent de Zigeuners op Beiersch grondgebied bekend Is. Zoo kreeg men langzamerhand een overzicht over hun aantal, hun trekwegen, 1 m stammen en famlliftnt over hun werk en hun levenswijze. Over de afkomst der Zigeuners is al heel vrat gestreden. Er bestaat een vrij omvangrijke litera tuur over dit interessant© volk. Zij schijnen uit Indië naar Europa en vandaar naar de andere werelddeel en getrokken te zijn. In de meeste lan den komen zij in grooter of geringer aantal voor; zoo zjjn er in Roemenië 250,000, in Hongarije 170 000, in Spanje 400,000, in Italië 30,001, ter wijl er in Engeland 12.000 voorkomen. In Duits land komen betrekkelijk slecht* weinig van Nomaden voor, ongeveer 2 k 3000. Menigeen zal niet vermoed hebben, dat ie Zigeu ners nog in zoo'n groot-en getale voorkomen- Zal dit aantal misschien nu minder worden door het toenemend aantal vliegmachines? Hoe ik tot deze vraag kom? Wel, men meent- in Zwitser and, dat daar het aantal ooievaars minder was geworden door de verschijning xan vliegmachine». En ver minderen zoo overal, waar gevlogen wordt, he' aantal ooivevaar», hoe ral dan het kinderen '1. ook dat der jonge Zigeunertjes, kunnen pfnemettI Werkelijk behoort de ooievaar tot die vogöIs welke ©en groote vrees voor vliegtuigen san den dag leg gen- Want die vree« is niet bij alle gevleugelde gasten even groot. Er zpn vogels di« zich vrij «licht in de buurt der vliegtoestellen wagen om dwo luchtconourrenten, die zij dan toch niet voor roof vogels schijnen te houden, van naderbij te bezien. Niet telden riet men vogels als kraaien, die een heel eind «en vliegmachin© volgen, daarbij rich in hooger sferen verheffend dan de vllegmensch en eveneens kan men zwaluwen langs de rookende machine zien strijken zonder dat zjj veel angst toonen. Maar ander© vogJa t©onen een groote angst voor den grooten vogel, die met donderend geweld de lucht doorklieft. Daarvan is de ooievaar er zeer zeker een, niet onwaarschijnlijk dat de arme vogel, die toch nog al eens van roofvogels te lijden heeft, in dit wonderdier 'n monsterachiigen draak-vogel riet, die alle eibers verslinden zal. Toch lijkt het weinig waarschijnlijk dat daarom de ooievaars juist Zwitserland om die reden verlaten. In andere landen heeft men over de verdwijning van den nuttigen vogel n°g niet zoo gekaagd; toch wordt er in Frankrijk. Duitschland en andere landen heel wat meer gevlogen dan in Zwitser land. Misschien dat men rich in Zwitserland wat heel bezorgd maakt over een geboortevennindcring. ten gevolge van het verdwijnen der eibers? Zij, die de vorig© maand een proefreisje naar Zwitserland maakten, troffen het daar met het weer al e\en slecht als wij hier. Wy hoorden ver halen van guurdheid en regen en zelfs van sneeuw^ dio bijna een voet hoog lag. Einde Juli, begin Augustus deden het beter en gaven gelegenheid om van dc schoone natuur te genieten. Het natuur genot, dat vele toeristen heeten te smaken, is an ders al van zeer gering allooi. Zij vinden „mooi of ..minder mooi", zooals hun reisgids Baedeker dat voorzegt. In ,.D« Witte Mier" uii Jan Gresboff zich in een aardig-boos stukje over het conventio neel© natuurgenieten, en de Baedekers. Er is thans een rethoriek van het natuurge nieten, gevaarlijker dan die in d© kunst i Jidat he, kwaa4 algemcener en meer ongemerkt is. Maar, melieve, wal al armoedige requisieten, wn al ou«lbakken conventionaliteiten 1 Wat al vooropgezette-meeningen Het is dom gc looyen op gezag." Do berg X Jti&" mooi. Officieel vastgesteld. Niets meer aan t© doen- En de vijfduizend toeristen mannen en vrouwen (Engelsche vrouwen het uieest) jong en oud (oud het veelvuldigst), die jaarlijks langs en over den berg X wandelen, rijden of tuf fen, vinden hem mei een zeer misplaatste plicht matigheid ,,mooi". Leugens, leugens. En e©n béétje zelfheid als het u beseft. Daar zegt- een ongelikte beer„Ik heb slecht geslapen, het souper van gisteravond be zwaart mij, myn ext-eroog steekt, en uw aller heer lijke, onvolprezen berg X laat mij zoo koud als ©en kei." En ik neem hem gaarne in bescherming te genover de luidruchtige indignatic der vijfduizend toeristen, die jaarljjksenz. Het kan rijn, dat deze grove ipniorii stische barbaar", deze „dikhuid", die tegenover dc majes tueuze (enz. enz.) schoonheid van den berg X met rijn klein lijfelijke zorgen durft aankomen. e«n gevoeliger, echter, idealischer in ieder geval éér lijker natuurgenieter is dan bijvoorbeeld, mejuf frouw. uwe overprikkelde jonkvrouweiijkheid. die op ieder uur van den dag en bij ietier sterretje van Baedeker uw tweedehands extase bereid v. idt en de kracht om uw blikken loftrompetje te «t-eken. Voor hem mijn „materialist", is de ontroering te écht en té levend, tè spontaan en tè grillig ,om ze op stel en sprong te kunnen requirecr?n als het noodig is. En hij weet. dat wie de natuur besohouwt en prijst als de winkelkast van een cosiumière, dat- is zonder opgenomen te z^Jn in haar innigst leven, ijdele valsche woorden spreekt als groote leugen»- KEUVELAAR. Duitsch. Fransch, HotogaarSch, Tzechisóh. Pools©h:

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 6