Maandag 8 September 1913. BUITENLAND^ H\ 6li l2"e Jaargang. Het volgend nummer van het Amersfoortsch Dagblad verschijnt Woensdagavond. FEUILLETON. Go Klokken die verklonken. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. DE EEMLAN DER". valkhof, a c». ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regolsf 0.50. Elko regel moer0.10# Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling. Groote lettere naar plaatsruimte. Voor handel en bodryf bostaan zeer voordeolige bepalingen tot hot herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnoment. Eono circulairo, bevattende do voorwaardon, wordt op aanvraag toegozondon. l>e eerste Utrechtsclie Courant. Zij die zich de artikelenreeks van den heer J. L. van der Moer in dit blad over dc Pers van voor honderd jaren herinneren, zullen ongetwijfeld ook wel belangstellen in hel vol gende overzicht van hel allereerste nummer van de Utrechts olie Courant, ons welwil lend door h vriendelijken lezer afgestaan. Dit eerste nummer van de Utreclilschc courant, waarvan nog slechts enkele exem plaren bewaard gebleven zullen zijn, ver scheen den len December 1813, dus juist in de dagen van Nederland s wedergeboorte en de afschudding van het Fnansohe juk. 'n Re den te n^eer dus om in dit herderdc'inigsjaar onze aandacht te schenken aan liet vergeel de stuk papier, dat in onze dagen slcilig niet den naam van „Courant" zou dragen. De inhoud beslaat voor meer dan 5 uit proclamaties en officiecle publicaties, waar van de eerste de aanstelling van 'n voorloo- pig bestuur voor de provincie en de stad Utrecht behelst: „Alzoo deze Provincie van wegens zijne Doorluchtige Hoogheid, den heer Willem dc Vide, Prins van Oranje en Nassau, is in bezit genomen en het Bur gerlijk Bestuur bij de Franschen gesteld alzoo van zelf heeft opgehouden, zoo is liet dat dc commanderende officier der Hollandsche Troepen, alhier gezonden en daartoe speciaallijk gequalificeerd, ter voorkoming van de verwarringen van regeeringloosheid, bij provisie en tol dienaangaande bij Z. D. II- andere of nadere orders zullen zijn gesteld, heeft verzocht en gecommitteerd: Tot het Bestuur van de Provincie: Dc Heer d'Ablaing van Giesscnburg. De Heer Beaufort. De heer W. R. van Heeckeren. Dc heer Pesters van Cattenbroeck. Dc Heer Taets van Amcrongcn van Renswoude. De Heer van Tuyll van Serooskcrken van Zuylcn. De Heer van Tuyll van Serooskerken van Vleuten. Dc lieer G. T. van Utenhoven van Botlestein. Tot de Regeiing der stad Utrecht. De Heer van Asch van Wijck. enz. „En word mitsdien hier van aan dc goede Ingezetenen kennis gegeven en een ieder vermaand om aan gemelde Ileeren in derzclver qualiteit de vcr- elschte gehoorzaamheid te bewijzen, als waartoe hij Commandant is belast des noods de sterke hand te bieden, ten einde der/elver bevelen behoorlijk wor den gerespecteerd cn ten uitvoer ge bracht. w.g. J. S. van den Bcsch. Utrecht, den 30 November 1813. De Redactie teekent hierbij aan: „UogenbMkkclijk m dc aflezing weergalm de de lucht van een driewrerf Hoezee! Oranje Roven! de Vlag wierd op den Doms Tooren geplaatst, ten einde aan alle Ingezetenen alsmede die van. het platte land deze heuche- lijke gebeurtenis bekend te maken." De volgende Proclamatie is van baron dc Ros>in, „lvoanmainidecrenid.e hdt Detachement Rusch Keizerlijke Troepen, ingerukt in het Departement van de Wester Hems", en ge richt aan de Ingezetenen van genoemd Departement. Hier wordt geen Provinciaal Bestuur „provisioneel aangesteld", doch eemge heeren worden „gerequireerd cn ge tast" de functies waar te nemen. Dan volgen twee proclamaties van v. d. Duin v. Maasdam en G. IC. v. Hogendorp. In de eerste wordt medogcdecld, dat ecnige hecren aangewezen zijn lot het inzamelen van liefdegaven voor dc huisgezinnen, welke door het vertrek van Vader of Zoon van hun kostwinner verstoken waren „Zonder men- schenbloed wordt geen overwinning bevoch ten: dit is het gevolg van eiken strijd; doch hel is tevens de dierbaarste plicht van dp opperhoofden des volks, voor de huisgezin nen van hen, die in den strijd getogen zijn, dc meeste zorg tc dragen." De tweede proclamatie van dezelfde hee ren deelt mede, dat de Bondgenootcn van alle kanten naderen, en verzoekt „alle Nederlanders" hen te ontvangen „als een vrij en onafhankelijk Volk, dat zijne ketenen gebroken heeft, zoo als het de afstammelin gen van de oude Nederlanders betaamt; wij zullen met de generaals alle middelen bera men om den vijand geheel van ons grondge bied te verjagen, Vreugde, Vertrouwen, verdubbelde Werkzaamheid, HaiKlelen is de Leuze". Daarna volgt eene Proclamatie van den Opper-commandant der Defensie van de Maze, die plechtig verklaart den Franschen Keizer voor eeuwig af te zweren en de zee lieden oproept zich bij hem te Yoegen. „Snelt nu aan ter mijner hulpe, gij allen, die nog werkelijk in dienst staat van Frankrijk; gij allen, die bekwaam of genegen zijl om U o rud er onzen herspeld en Water stiand aard to v'dreenigeu... Voldoet dan met mij aan uwen zoo lang gevoede wrensche, verlaat de Fran- sche vlag, die een afgrijzen van geheel Europa is. De Bezem weer op den mast en de wateren schoon geveegd van de aauhan- gcLingen van eenen Veroveraar, die in de razernij zijner heete verbeelding zich onover winlijk wanende zijn gebied tot aan de gren zen c-er Aajxle zocht uit te breiden. Herstelt de glorie van Hollandsch Vlag,enz. enz. Dan volgt een „brief aan den Lord-Mayor" van het Bureau van Buitenlandsohe Zaken li Londen gedagteckcnd 26 Nov. 1813 cn be helzende de mededeeling, dat Holland „reeds grootendeels van liet Franschc juk ontsla gen is" en dat te Londen commissarissen van het Provisioneel Gouvernement aangekomen waren „om de terugkomst van den Prins van Oranje te verlangen en dc banden van Vriend- cn Bondgenootschap mot Groot-Brit- tanje tc hernieuwen". Na deze proclamaties bevat dc courant liet stadsnieuws van L'lrecht. Veel is het echter niet, slechts 'n kort overzicht van dc gebeur tenis van de laatste dag-en. Er wwicl'l verj teld van de hoe groote angst,«waarin de be volking van Utrecht de terugkomst der franschen uil het uitgemoorde Woerden af wachtte, hoe zij drie nachten in pijnlijke onzekerheid verkeerde, wat haar lot zou zijn cn hoe zij) éindelijk Zonida-gocbrtenki ver heugd ontwaakte bij het vernemen van de tijding, dat de Franschen 's nachte met stille trom afgetrokken waren. Dicnzelfden mid dag reeds deden pm' eerste Kozakken hun in tocht „onder eon aanhoudend gejuich langs hunnen weg door de toegevloeide menigte" Het tweede bericht „stadsnieuws" is 'n af schrift van 'n in de stad aangeplakte Procla matie aan dc DuiUche soldaten, die nog on der de Franschen vanen dienden cn die be zworen werden niet langer tegei hun eigene vrijheid te blijven woeden en voor dc schan delijkste zaak te vechten. Hiermede is het rcdaotioneele gedeelte ten einde. Volgen nog enkele advertenties welke zich van de berichten slechts onderscheiden door 'n dricslarretje voor den eersten regel. De familie-advertenties gingen ook toen reeds voorop. Er waren er twee, waarvan de eerste luidde. Heden middag om drie uur trof mij de gevoeligste slag mijns levens, daar mijn veelgeliefde man J. II. van der Ham men op een moorddadige wijze op zijn terugreise van Woerden naar Utrecht door cenen Fransehman is om het leven gebracht; mij nalatende twee nog zeer jonge kinderen, die nog niet beseffen kun nen het verlies van haren vader, die hun in hel 27s»te jaar zijns levens reeds ver laten moest. Verzoeke van Brieven van Rouwbeklag verschoont te blijven, daar dezelve mijne biltere droefheid maar gedurig zouden vernieuwen. M. J. van Olst. Wed.-J. II. van der Hammen. Welk een drama vernemen w'j hier uit die enkele, eenvoudige woordenl Na de familie-advertenties, zooals wij zo thans noemen, twee veilingsadverlenlies, een van een „Iluizmge, Ene en Grond, Kelder en Kluis, tot eene Mouterij gcappropieerd en daarin sedert onheugelijke jaxen geëxerceerd" en eene van alle Panden, welke in dc maan den Augustus, September en October „ver- sLaan" waren in dc Bank van Leening. Slechts één handelsadverlenlie vinden wij in dit eerste exemplaar van de Utrechtsclie Courant, 'n bericht van de Gebr. Blijdeslein, dnt alle soorten van In- en Uitheemsche Tabak cn Snuif, „in 't groot en klein tot zeer civiele prijzen" weder bij hen verkrijgbaar zijn. Ten slotte nog eene advertentie van de Alg. Postdirectie te Amsterdam, bekend makende, dat dc Brieven op Engeland „voortaan met de ordinaire Post verzonden zullen worden op Dingsdag en Vrijdagavond om zes uuren pre cies." Iloe beknopt de eerste Utrechtsclie Cou rant ook moge zijn, zij zal locli haren lezers op dc hoogte gesteld hebben van dc jongste gebeurtenissen in bet land, het overal terug trekken dor Franschen, dc komst van dc Kozakken en Pruisen, de terugroeping van den Prins van Oranje, de voortvarendheid van liet voorloopig bewind, hetwelk voor kwam, dat ons land beschouwd zou worden als een door Kozakken en Pruisen bevrijd land. Dit alles hebben de lezers in die dagen van schaarscke cn stellig zeer verwarde cn onzekere berichten uit dat krantje kunnen vernemen. En de lezer van onzen tijd krijgt eenig denkbeeld van de schier overal even vreedzame wijze, waarop Nederland's onaf hankelijkheid honderd jaar geleden herkre gen is. Het exemplaar van de Utrechtsclie Courant waaraan wij hot bovenstaande ontleenden, zal eenfgc dagen ter bezichtiging liggen in de Studiezaal van de Openbare Leeszaal, bij de aaidcre geïllustreerde werken uit den Fran schen tijd. Politiek Overzicht. De Italianen in Lybië. Uit de rooftochten, die in dc laatste twee jaren legen Turkije zijn ondernomen, heeft Italië den grootsten buit huiswaarts gebracht, althans wanneer men de oppervlakte van bet verkregen gebied in aanmerking neemt. Niet minder dan 1.033.100 K.M3. zijn aan het Italiaansehc gebied toegevoegd door dc inlij ving van Tripolitanié en Cyrcnaika. Maar voorhands brengt het nieuwe gebied niets dan teleurstelling aan zijne bezitters. Uit Tri poli wordt aan de Vossischc Ztg. geschre ven: ,;De nieuwe Italiaonsclie kolonie levert te genwoordig een weinig verblijdenden aan blik. Bijna geen enkele van de verwachtingen, die zich aan al de offers van Italië vastknoop- ten, is in vervulling gegaan. Handel en wan del liggen stil, eveneens elke koloniaal-poli tieke arbeid. Zelfs in alle militaire operation is een stilstand ingetreden. Na de laatste overwinningen op den rebellenaanvoerder Ei Baroeni in dc Djebel, meende men, dat de laatste slagboom voor den handel met het binnenland gevallen was. Maar de karavanen bleven weg; zij hebben den weg naar Tunis ingeslagen, dank zij de concurrentie, die de Franschc bloedverwanten in Tunesië en cl' ders de Italianen aandoen. Frankrijk is voor nemens nog verder tc gaan; men heeft plan ■tegenover het Tripolitaanscho Ghadames^ waar de gewichtigste handelswegen van Soe dan uitmonden, een nieuw Fransch Ghada- mes te stichten, om op deze wijze ook aan wat van den Tripolitaansolien handel nog over is, het levenslicht uil te blazen. Maar ook de plaatselijke handel ligt in Tripoli op den grond. Men schrijft dit toe aan de omstan digheid, dat er niet meer zoo vele Italiaan- sche troepen als vroeger In het land slaan. In werkelijkheid schijnt intussclitn eene ovcr- speculatie, eene ongelooflijke overslrooming van de markt de oorzaak van dezen toestand t" zijn. Alle bouwarbeid heeft opgehouden. Vele ondernemers, die met de beste voorne mens hierheen waren gekomen, hebben aan dc stad reeds den rug toegekeerd. De stoom vaartdienst met Italië is de slechtste van de wereld. De nieuwe maatschappij, die daar voor is opgericht, gebruikt oude schepen, die voor hunne taak niet berekend zijn.' Dc bevolking van dit uitgestrekte gebied is uiterst dun gezaaid; zij bedraagt een millioen. d. i. gemiddeld één per KM2. Maar zij heelt zich nog geenszins met den nieuwen toestand verzoend en haar openlijk cn heimelijk ver zet berokkent de overheid vele moeiten en zorgen. Dc zegsman, dien wij reeds aanhaal den, zegt daarvan: „Tot dusver zijn de Arabische notabelen de eenigen, die materieele voordeden trokken uit de Italiaansche bezetting en de hier uit gegeven milLioonen. Deze notabelen beginnen reeds elkaar wederkcerig tc beschuldigen, co wel wegens bedrog ten nadccle van don Ita- liaansclien slaat. Zoo schreef b.v. de notabele Ahamed-ben-Muntasser een open brief, waar in hij zich van dc verdenking, 150 K.G. goud bij dc bezetting van Syrtc tc hebben gestolen, tracht schoon te wassclicn cn tegelijk een anderen notabele beschuldigt, meel tc hebben ('cstolen van de militaire autoriteit en zich niettemin voor den besten vriend van Ilaliü uit te. geven. De koloniale regeering, die zich goeder trouw met een schaar Arabisch* raadslieden. heeft omringd, zou goed doen zich eens nezig te houden met liet verleden \an sommigen van hen. Niettemin gaat men voort, hier en in Cyrcnaika, met dc Arabische notabelen en met den gehcimzinnigen hoofd sjeik van dc broederschap der Senoes- si onderhandelingen tc voeren. Het heel nog altijd, dat deze machtige hoofdsjcik onmiddellijk togenover dc Italianen bij Derna staat; intusschcn heeft niemand hem ooit ge zien en zijne beweerde afgezanten kunnen even goed bedriegers zijn als degenen, die in den vorigen zomer in Rome zijn versche nen, om den koning een „eigenhandigen brief van huldiging" van den hoofdsjeik over tc brengen. Wat dc trouw van deze notabele Arabieren betreft, behoeft slechts te worden herinnerd aan liet geval van den kadi van Derna. Den Gen Juli van hel vorige jaar vierde deze kadi in dc Scuoessi-moskec Boe-Mansoer van Derna liet feest der geboorte van sjeik-Aboc- el-Aloel in Mekka, waartoe hij den comman deerenden generaal Trombi had uitgenoodigd. Allen waren diep aangedaan, toen dc „eer waardige, blinde kadi" den generaal de bei de handen toestuk en hem toeriep: „Gij zijt sterk en grootmoedig, evenals Italië. IIcl hart antwoordt aan het liarL Wij zijn u trouw cn in liefde toegedaan en hebben gebeden voor den roem van Italië". Den 17cn Januari van dit jaar ontdekte de Italiaansche gendarme rie-wachtmeester Gaddi denzclfden kadi, ter wijl hij eene Scnocssi-zilting in rezelfdc mos kee presideerde om middelen cn wegen te be ramen tot ondersteuning van dc broeders in hun strijd tegen Italië." Aau den Itnlkan. IC o n s t a n t i n o p e 16 Sept. Kolonel Djeman is benoemd lot militair raadsman van de Turksche gedelegeerden. K o n. s t a ni t i n o p e 1, 6 Sept. De bladen bevatten eene verklaring van generaal Savow. waarin wordt gezegd, dat dc kwestie van Kuwalla niet Voor goed is uitgemaakt voor Bulgarije, d<at de herziening verlangt van het in Buikurest gesloten verdrag. Hij zegt, dat allioen Frankrijk Griekenland steunt, en voegt 'dia/a roan too: ALs men Bulgarije vrij laat in zijne handelingen, zou het m -1 a 5 dagen Kawalla kunnen hernemen. Wanneer echlor de mogendheden nir.-l aan den wensoh van Bulgarije willen voldoen, dan is het onmo gelijk, dat dc vrede liussclicii Bulgarije cn Griekenland blijvend zal zijn. Hij eindigt met ■be zeggen, dal hij er zeker van is, dat over 4 a 5 jaren nieuwe gebeurtenissen betreffen* de Kawalla zullen plaats hebben. IC o n s t a li 11 n o p e 1, 6 Sept. Eene depu- taliic van de Grit kschc bevolking van Th ra dio heeft den oecumenischen patriarch ge* TICTOR RAKOSÏ. 48 Uit iet Hongaarsch vertaald door J E X O SEBESIVÈ.V en J. A. RA A BE Jr. Hij keek haar aan. Wat een mooi meisje! toe lovcndig cn opgewekt was zij in al haar bewegingen cn welk een suhalkschheid tin telde er in'den blik harer diepe, donkere kij kers! Maar hij gevoelde, dal er plotseling een groote afstand tusschen hen gekomen wasOok zij bracht dus haar beschaving ujLt hoi Oootian mede, waar zij die had geput als middel in dlo hand vum verblinde mon- schen, dfe de kloof tusschen de twee in één vaderland wonende rassen al dieper en die per maken' „Pardon, juffrouw, ik voelde daar, dat ik u op den voet trapte. Deze plaats is te nauw voor ons beiden." Hierop wendde hij zich weer tot den cura tor en Florica sprak geen woord meor. Weldra hadden zij het dorp bereikt. Pali nam zijn pakjes en de kist van den wagen en liet ze door 'wee juist passeerende Roe menen naar huis brengen. Toen groette hij beleefd en eerbiedig, maar er werden geen handdrukken gewisseld. Eerst toen de wagen ;weer doorgereden was, bemerkte Pali, dat zij hun ruikers verwisseld hadden. Hij riep den curator, die terstond stil hield, en Pali haastte zich er heen. „Pardon, juffrouw, bij vergissing heb ik uw ruiker meegenomen. „O, dat hindert niet, u hebt er een mooieren voor achtergelaten." „Dus mag ik hem behouden?" „Ja zeker." „Dank u wel." •Met deze woorden nam hij zijn hoed af cn haastte zich langs het voetpad naar 'huis. Na eenigen tijd bleef hij staan, en bracht de bloe men naar zijn neus. Hé, hoe vreemd! Verbeel de hij het zich of geurden vandaag de ge kweekte bloemen werkelijk bedwelmender? IX. Juffrouw Sara, Simandy's oude huishoud ster, kwam met een boezelaar \oi gele bloe men naar huis, juist toen de dominee buiten voor de pastorie op en neerlo-opend bezig was zijn preek voor den volgenden Zondag te overdenken. De oude vrouw ging op de bank zitten, en begon \an de bloemen twee 'kran sen te vlechten, een rondom en een in den vorm van een kruis, hetgeen Siméndy aan leiding gaf haar te vragen, wat zij toch eigen lijk uil voerde? De oude vrouw raakte in verwarring, kuchte even, en bekende toen verlegen, dat zij langs dezen weg haar toekomst te welen wilde ko men. „Op wat voor manier dan wel?" „Ik werp den kruna op het dak. Als hij naar beneden valt, zal mij in het volgende jaar een ongeluk overkomen, misscbjen zal ik dan zelfs wel dood gaan Maar blijft hij c hoven op liggen, dan wacht mij een gelukkig jaar." „Hoor eens, juffrouw Sara, ik wil niet hebben, dat u dergelijke bijgeloovige dingen uithaalt. Wat zouden de menschen er wel van zeggen, wanneer ze wisten, dat zelfs de huis- genoote van den dominee zich met dergelijke fratsen bezig houdt? „Niets dominee, want overal in het dorp doet men hetzelfde, om het even of men het Ilongaarsche dan wel hel Rocmeenschc geloof is toegedaan." Simandy was er nu al aan gewend flink en niet volharding tegen dergelijke bijgeloovige kwesties te velde te trekken. Maar wat zou hij aanvang'en met deze oude vrouw, in wie die slechte gewoonten reeds zoo vast inge worteld waren? Ilij boog liet hoofd en lan gen tijd sloeg hij zwijgend de bezigheid dor oude gade. „En voor wien maakt u dien anderen?" „Dezen kruisvorrnigen vlechts ik voor een man „Hebt u dien wellicht voor uw jongsten kleinzoon bestemd?" „O neen, die er er nog niet oud genoeg voor. Hij is nog niet eens volwassen»" „Nu, voor wien anders dan?" Juffrouw Sara mompelde eerst eenige on verstaanbare woorden, maar flapte het er toch ten slotte uit:' „11: moet dan bekennen, dominee, dat ik dezen voor u gemaakt heb." „Wat? Wilt u wel eens gauw maken, dat liet ding ui', mijn oogen komt? Ik wil hel zelfs niet in de huurt van mijn huis zien! Wel ja, dat ontbrak er nu nog maar aan!" Juffrouw Sóra zuchtte treurig, stond op, en ging gedwee met haar bloemen onder een boom bij hel maïsveld zitten. Op een inooien herfstavond wandelde Si- méndy den kenkheuvel op om van de heer lijke avondschemering tc genieten. Vanuil het huis van den Roemeenscihen priester kwam het rumoer van een luiden twist tot hem over. Opeens zag hij den curator mei groote haast op zich afkomen, en al van verre riep deze hem toe: ..Dominee, dominee!" „Wat is er, mijnheer Bcnedek?" „Ze vermoorden den Roemeenschen pries ter'" „Wie?" „Dc houthakkers, die hem hout gebrachl hebben. Kom als 't u belieft zoo gauw moge lijk naar benedenl" Pali haastte zich zoo snel hij maar kon naar de priesterswoning. In den hof waren vier wilde, half gekleedc, met bijlen gewapende kerels aan het lawaai schoppen, onder het uitbraken van de vrceselijkstc dreigementen. Een vijËde trachtte inlusschen niet zijn bijl de staldeur open te breken. Dc bedienden van Todorescu waren alien gevlucht. Toen Pali in den hol kwam, verscheen Florica met roodgeweende oogen o-p de veranda van de pastorie. Pali bemerkte haar echter niet maar trad terstond tusschen de mannen. Hij her kende dadelijk twee van hen als Hongaren. „iZeg ercis, Kovécs en Géspér, waartoe dient al dat lawaai?" Verrast keken de beide mannen om, namen hun schaapsleeren muls van het hoofd, en kusten Siméndy eerbiedig dc hand. „Vergeef ons, dominee, maar die bedrie- gebjke priester wil ons in ons loon tc kort doen." „Kom, geen praatjes asjeblieft," riep de kerel bij den stal met ruwe slem in het Roe- uicensoh, „hou nou je sm.1 maar, en la ten we liever de deur intrappen om dien. ellcndigen pópa een lik op zijn kop te geven!" Simandy trad oj) hem toe, greep de bijl van den Roemeen vast, draaide haar één keer krachtig om, en hield haar toen in zijn eigen hand, de Roemeen echter lag op den grond. „Wees nu eens cn voor altijd geraden, vriendlief, en doe je mond niet meer open!" Uit den stad gilde Todorcseu's stem: „Als ik mijn geweer maar niet Ln huis ach tergelaten had, dan zou jc mond al voor eeuwig gesloten zijn, jou schurk!" De op den grond liggende Roemeen ant woordde met een woesten vloek, maar tege lijkertijd wierp hij een vrecsachtigen blik op de blinkende bijl in Siméndy s hand. Pél echter zei bedaard: „Ivovécs en Géspar, gaal naar het huis van den curator. Ik zal dit zaakje wel in ord^ brengen. Gij zult niet benadeeld worden in waf u rechtens toekomt." Opeens slaakte Florica in de veranda een luiden kreet. Pal wendde zich versdhrikt om „Mama is flauw gevallenl „Dan moet u dadelijk haar voorhoofd betten met azijn en haar daar ook aan laten ruiken!' Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1