n r\m\
„DE E EM LAN DER".
Woensdag 17 September 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON^
De Klokken die verklonken.
H\ 67
I2da Jaargang,
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
1 ""i
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO.
Idem franco per post - 1.5<>,
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertenliön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.50,
Elke rogol meer0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotaling.
Grooto letters naar plaatsruimto.
Voor handel on bedryf bostaan zeor voordooligo bopalingon
tot hot herhaald advortooren in dit Blad, by abonnement.
Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozondon.
De Troonrede 1913.
Zelden is een Troonrede met groover
nieuwsgierigheid verbeid dan in dit jaar na
de aan verrassingen zoo rijke ministerieele
crisis. Met welk program de nieuwe Regee
ring zich hij de Sta ten-Oeneraal zou aandie
nen, was de groote vraag, welke weken lang
de politieke gemoederen bezig hield.
En als ook de Troonrede 'tl verrassing ge
bracht heeft, dan is het geen andere dan 'n
blijde verrassing, want van de vurigste wen-
schen gekoesterd door het denkende Ncder-
landsche volk en uitgesproken bij de verkie
zingen van dezen zomer, wordt de vervulling
toegezegd.
De vrees van hen, dat de aanwezigheid
van mr. Treub in het Ministerie het van-cle-
been-zijn van Staatspensioen zou beteekenen.
is gelukkig ij.del gcbloken. Indiening van een
wetsontwerp tot het kosteloos verleenen van
ouderdomsrente aan behoeftige zeventig-jari
gen, die gedurende een te bepalen termijn
geen ondersteuning genoten van eenc instel
ling van weldadigheid, kan in den loop van
deze zitting worden tegemoet gezien". Zóó
werd het gezegd door de Koningin, duidelijk
cn met nadruk, als tweede programpunt van
de regcering.
Als twééde. Want voorop gaat, ook alweer
overeenkomstig den wensch van het Volk, de
kiesrechthervorming; „onverwijld'' zal Grond
wetsherziening worden voorbereid lot toe
kenning van het kiesrecht, behoudens vast te
stellen uilsluitingen, aan alle mannelijke Ne
derlanders van een te bepalen leeftijd en tot
wegneming der grondwettige belemmeringen
tegen het toekennen van kiesrecht aan vrou
wen.
Nu zette men geen al te hooge borst en
iuiche niet le luid over zooveel „vooruitstre
vendheid", want, eerlijk gezegd, doet Neder
land niet veel anders dan achter de andere
naties aanhuppelen, die de hervormingen,
welke men in ons land nu voorbereiden
gaat, reeds lang ingevoerd hebben;
„vooruitstrevend1" kan men het paard, dal
steeds achter bleef, niet noemen, wanneer
het eens ii poging wil doen om z'n voorgan
gers ter zijde, o slechts schuins ter zijde,
le komen. Maar te waardeeren en aan te wak
keren is die poging wel.
Een van de eerste daden der nieuwe Be
geering zal ook zijn de benoeming van 'n
Staatscommissie om te onderzoeken in hoe
ver eene algemeen bevredigende regeling mo
gelijk is ter zake van de subsidieering van
het bizonder onderwijs en de voorwaarden,
welke daaraan verbonden moeten worden.
Zoo nu en dan is er reeds 'n tipje opge
licht van den sluier, waaronder allerlei sub-
sidie-Unfug verborgen was; de voorstanders
van christelijk onderwijs zullen het slechls
kunnen toejuichen, dat tegen zekere Hot on
christelijke praktijken leidende subsi die jacht
de schatkist beschermd worde. Overigens
schijnt de Regcering te streven naar pacifi
catie op onderwijsgebied. In de ditmaal vrij
lange Troonrede is het Onderwijs echter ka
rig 'bedeeld en al twijfelt niemand er aan,
dat onder deze Regeering het Openbaar On
derwijs weer veilig is, het zou 'n goeden in
druk gemaakt hebben, zoo hierop nog eens
de nadruk gelegd ware.
Een van de belangrijkste passages van de
Troonrede is wel die, waarin gesproken wordt
over den finantieelen nood. liet clericale be
wind is geëindigd met 'n financieel bankroet,
'n angstwekkend tekort in de schatkist, en,
de bereddering van deze calamiteuse nala
tenschap zal de Regeering stellig heel wat
zorgen baren.
Onafhankelijk van de in uitzicht gestelde
sociale maatregelen eischen reeds de onder
dc vorige regeering aangenomen weiten nieu
we middelen en als zoodanig worden ge
noemd ccne algenteene inkomstenbelasting en
verhooging der successie-belasting.
Vergeten wij ook niet te wijzen op de aan
gekondigde vereenvoudiging van Talma's so
ciale wetgevingsproducten, de verzekering,
dat de reorganisatie der levende strijdkrach
ten volgens de nieuwo MiliLiewet voltooid
zal worden, de in uitlicht gestelde „spoedige"
indiening van 'n ontwerp tot algehecle her
ziening van het verouderde wetboek van
strafvordering en last not least de afsluiting
en droogmaking van de Zuiderzee, op welke
hoogst gewichtige zaak te diep ingegaan
wordt dan dat wij kunnen aannemen hier
met 'n paradepaard vermaakt te worden.
Groote voldoening zal ongetwijfeld zoowel
in ons land als in Indië de verklaring ten
opzichte van het koloniaal beleid wekken.
Wij achten haar zoo van pas, dat wij die
zinsnede nog eens afdrukken:
„De Regcering oordeelt het hare roeping
ook in de koloniën de volkswelvaart te ver
heffen en aan te kweeken het besef van
saamhoorigheid van Moederland en Koloniën
en van al de bewoners dezer gebiedsdeelen.
Zij zal haar doel nastreven door bevorde
ring der volksopvoeding, zich aanpassende
aan de behoefte der verschillende groepen
waaruit de bevolking in Nederlandsch-Indië
bestaal en opwekkende tot verdraagzaam
heid op het gebied van den godsdienst en on
derlinge waardeering der rassen."
De Troonrede geeft 'n forsch geluid cn op
het program, er in ontvouwd, kan de Re
geering stellig rekenen op den krachüigen
steun van al wat vrijzinnig is en vooruit wil
in Nederland.
Mot mocielijkheden, niet ernstige moeie-
lijkhcden zal het ministerie-Cort van der Lin
den te kampen hebben, in de eerste plaats
natuurlijk de berooide finaulieele toestand,
dan de ongenadige oppositie van do recht-
sche fracties, die meer quantitatief dan qua-
litatief te duchten zijn, en ten slotte dc on
berekenbaarheid van de taktiek der sociaal
democraten. Maar wat de Regeering op haar
program geschreven heeft, ligt in de lijn
van de ontwikkeling der dingen, is dus slechts
le bemocielijken maar niet te verhinderen.
Moge In dit besef het nieuwe Ministerie
kracht vinden om Nederland op te voeren
tot die hoogte, waarop het komen moot, wil
het eene plaats in de rij der naties weer kun
nen innemen.
Luide dan de Troonrede van 1913 'n nieu
we periode in van toenemende volkswelvaart,
ononderbroken vooruitgang cn gestadige ont
wikkeling.
Aan den Ralkan.
Uit Berlijn wordt aan de ICöln. Ztg. be
richt, dal in de Rulgaarsch-Turksche onder
handelingen in Konslantinopel de punten, die
nog in geschil zijn, zeer zijn ingekrompen.
Al moot men ook steeds op de lioede zijn voor
berichten, die het einde reeds voor heden of
morgen aankondigen, men kan toch vaststel
len, dat hot gevaar der mislukking van deze
onderhandelingen definitief is overwonnen
en dat zij in betrekkelijk korten tijd tot eeD
resultaat zullen leiden.
De regeering te Sofia bevestigt, dat de ver
tegenwoordigers van. Bulgarije en Turkije
tengevolge van concession aan beide zijden
op weg zijn om lot overeenstemming te ko
men. Volgens een bericht van de Köln. Ztg.
uit Sofia bestaat daar het voornemen, de
Turksche belangen zooveel eenigszins moge
lijk is in acht te nemen, om zoo een grond
slag te krijgen voor toekomstige goede be
trekkingen. Onzeker is nog boe de rechtma
tige Bulgaarsche eisch van het vrije spoor
wegverkeer naar Dedeagalsch zal worden op
gelost, omdat do Turken den spoorweg ver
langen voor de vesting AdrianopeL
Uit Konslantinopel wordt aan de Frankf.
Ztg. bericht, dat men daar rekent met het
sluiten van den vrede nog in deze week. De
Bulgaren zien van Iürkkilisse ai, nadat hunne
pogingen om door diplomatieke voorspraak
deze stelling te redden, reeds hierop afstuit
ten, dat de diplomatie bij dc zekere kans op
een> besliste afwijzing door de Portc, een stap
niet eens meer wilde beproeven. Het cenige
punt, dat nog ernstig in debat is, is Demotika,
maar ook daarbij is Bulgarije tol toegeven be
reid, voor zoover de strategische stellingen
van deze streek in aanmerking komen. Men
wil blijkbaar om redenen van binncnland-
sche polilick althans het stadsgebied van De
motika redden, maar zal ten slotte ook daar
op het vredewerk niet laten mislukken.
K o n s it a n t i n o p e 1, 16 Sept. des av.
Men zegt, dat de kwestie van Kirkkilisse ge
regeld is in het voordcel van 'Turkije De
kwestie van Dimotika zal nog nader bespro
ken worden.
Het hoofd van de Fransche instructie-offi-
dlren in Griekenland, generaal Eydoux, van
wien een interviewer wilde weten hoe zijn
indruk was van 't geen door koning Konstan-
tijn is gezegd en vooral of hij aan het hoofd
zou blijven van de militaire missie, ant
woordde kort cn bondig: „Ik sla in dienst
van Frankrijk en zal doen wat de regeering
mij beveelt."
Dat de koning er niet aan heeft gedacht
aan zijne woorden eene politieke pointe te
geven, blijkt het best hieruit, dat hij op den-
zelfden dag waarop hij do toespraak hield,
per telegraaf naar Athene het bcvol gaf, het
contract met de Franselie militaire missie we
der met twee jaren te verlengen.
Wc ene n, 16 Sept. Mufid Bey Libo-
bova, dc minister van builenlandsche zaken
van Albanië, geeft in een artikel, opgeno
men in die Neuc Freie Prcssc, aan wat de
dringendste plichten zijn van de regeering
van Albanië. De eerste Haak zal zijn eene
regcering in te stollen tot vervanging van
dc voorloopigo regeering. Dan komt het
vraagstuk van de spoorwegen cn de gemeen
schapsmiddelen. De eenste lijn, die wordt
aangelegd, zal waarschijnlijk zijn eene lijn
Valoinia—Berat—El Bazar, die verder zal loo-
pen naar Durazzo cn Skutari. Een Oosten-
rijksch ontwerp is daarvoor reeds aangebo
den. Verder komt dc organisatie van do
gendarmerie. Die zal uit landskinderen zijn
samengesteld cn worden toevertrouwd aan
Nederlandschc officieren.
De Sclir. kritiseert de houding van Grie
kenland tegenover Albanië; hij is van mee
ning, dat, daar een bondgenootschap van
Griekonland met de Slavische staten onna
tuurlijk is, Griekenland in een tijd. die zeer
nabij is, behoefte zal hebben aan de vriend
schap van Albanië, dot nooit eene anti-Bul-
gaarsche politiek zal voeren. De Sclir. rele
veert, dat Oostenrijk-Hongarije en Albatnië
er groot belang bij hebben, dat Albanië stork
is. Het bezit een leger van 100,000 als mi
nimum, welks taak zal zijn te verhinderen,
dat de Slavische golf komt aan de Adriatische
zee.
Valona, 16 Sept. De regeering heeft
een besluit afgekondigd, waarbij de tegen
woordige koers van het goud- en zilvergeld
met 5 pet. wordt verminderd.
Skutari, 16 Sept. In eene Zondag te
.D(urazzo gehouden "vergadering is besloten
den zetel van de voorloopige regeernig over
te brengen naar Durazzo. Een nieuw kabi
net zal worden gevormd na overleg tussclien
de regeering te Valona en Sssad Pacha.
W e e n e n 16 Sept. De uit Albanië ont
vangen berichten geven den indruk, dat er
eene zekere gisting in het land begint to
hëersohen. De dagbladen constal'eeron, dat
bijna dagelijks Lloedige gevechten plaats heb
ben tusschon Malissoren en Montenegrijncn.
Volgens die Neue Freie Presse zou de voor
loopige regcering mooielijkheden hebben met
lüssad Pacha» die verdacht wordt binnonland-
sclie onlusten te verwokken met vreemden
steun cn dc trooncantlidatuur van Fuad
Paclui voor te staan.
Volgens een bericht van de Zeit van den
7en hebben 2000 Albaneozon, hoofdzakelijk
Malis^wvn cn Mirdietcn, zich verzameld ia
Alessio, waarheen zij waren opgeroepen door
de voorloopige regcering. Toen de vice-prc-
sklanl van de re ge erin g de vergadering vroeg
de loden van do regeering als hoofden van
het land te erkennen, barstten er rumoerige
tooneclon los. Verscheidene elans weigerden.
De vice-president der regeoring vluchtte in
allerijl naar Kclcniki. Dc Zeit is v an meaning,
dat dit een échec is voor dc Albunoosche re*
geering cn voor Italië.
Cettinjo, 16 Sept. Ecnige mohamme
danen, die in eene bark over hot meer van
SkuLui voeren om zich naar Skutari te be
geven, wordon aangevallen door Albaneezen
vau hot dorp Skay. Drie mohammedanen
werden gedood.
P ar ij s16 Sopt liet gemeentebestuur
van Kawalia heeft het volgende telegram ge
zonden aan den president dor republiek: De
gemeenteraad van Kawalla, vergaderd ln. bui
tengewone zitting na de terugkomst van de
docxr dc Bulgaren weggevoerde notabelen,
vertegenwoordigende de bevolking van de gc-
hecle streek, heelt hel navolgende besluit ge
nomen! Wij verzoeken Uwe Excellentie en
door u de edele natie, die gij vertegenwoor
digt, wel de uitdrukking te willen aannemen
van die diepe en eeuwige dankbaarheid voor
don oiDvcrmociden ijver, dien Frankrijk nog
maals in dienst van dc vrijheid heeft gesteld
en voor don nadruk waarmee het dc vorecni-
ging met het moederland en sedert eeuwen
onderdrukte streken heeft gesteund. Wij ver
zoeken Uwe Excellentie, dat dc edele naam
van Frankrijk wordon gegeven aan een boule
vard van de stad, ten einde aan het Uo-ekonv
stigc geslacht al de erkentelijkheid, die wij
u cn aan uw ridderlijk vaderland verschul
digd zijn, te herinneren.
President Poincaré antwoordde hierop:
Mot betuiging van mijn dank verklaar ik,
dat die regcering der republiek gaarne het
gracieusc aanbod van den gemeenteraad van
Kawalla aanneemt.
l>e Fransche zaakgelastigde te Athene
hooft opdracht gekregen deze beide telegram
men mede te deelen aan minister-president
Venizelos.
Duitschland.
Troppau, 16 Sept. De keizer verliet
heden morgen het kasteel Salza cn begaf
zich naar Kuckelna, waar hij de gast was
van prins Lichnowsky, den Duittsclien am
bassadeur te Londen; een collection stond
daar gereed. Dc Keizer cn zijn gastheer
kwamen tegen den middag aan; vele dui
zenden menschen bereidden den Dunlsohen.
souverein oen geestdriftige ontvangst. De
keizer begaf zich vervolgens naar het kas
teel van de familie Lichnowsky le Grülz.
Tweede telegram. Dc Keizer is weer
naar Berlijn vertrokken.
J e n a, 16 Sopt. Dc sociaal-democratische
partijdag behandelde heden in la/iig-, soms
zeer heftige debatten de kwestie van dc al-
gemcenie staking onder dc tegenwoordige
omstandigheden, omdat dit lot eone neder
laag of lol achteruitgang van de partij zou
leiden. Bauer (Berlijn) waarschuwde oven
eens voor onbezonnen handelingen. Pcüs,
(Dessau) meent, dat de algemeono staking
De vrienden met huil „goede bedoelingen"
richten vaak grooter nadeel aan dan de
vijanden met hun kwade bedoelingen.
VICTOR RjIKOSI.
55 Uit het Hctngaarsch vertaald door
]E.\0 SEBESTVÊ.V
en J. A. RA ABE Jr.
'De berendoodor begon dadelijk toebereid
selen te maken om met hel zoeken le begin
nen. Op den weg, aan den kant van den af
grond, stond de tronk van 'een idoor den
bliksem getroffen boom. Hieraar bond hij het
langste touw, waarin cap een afstand, van tel
kens twee handbreedten knoopen gelegd wa
ren, stevig vast. Het andere einde wierp hij
naar beneden, in de diepte. Daarna bond hij
ook de paarden aan een boom en hing ze een
met haver gevulden zak om den hals! Hij
stond Petru toe een stevigen slok te nomen
uit de bra/ndewijmfiesch en droeg hem toen op
bij de paarden te gaan staan en goed het oog
op -deze te houden. Daarop tot SimAhdy:
„Dominee, met mijn geneer en een lamp
gewapend) zal ik langs het touw afdalen. Als
ik daarna op mijin fluitje blaas, moet u ook
met geweer en lamp naar beneden kernen."
*Zou ik niet liever eerst gaan.
„Geen kwesliie vanl Ik ken den bodem be
neden, als mijpi broekzak; ik zou er blinde
lings den weg wel weten le vinden! Nu dan,
in Gods naaml"
Sdnnaiiidy dnuikte den koenen ouden jager
stevig de hand, waarop deze langs het touw
in de diepte begon af te dalen. Er konden nog
geen vijf minuten verloopen zijn, toen van
beneden een schel fluitsignaal weerklonk.
Nu het ook Simandy zich zakken en hoewel
niet zonder bezwaren, kwam ook hij heel
huids dieper en dieper. Op eens eindigde het
touw
„Ifallo, meester Vajda!"
„Ik ben hier, dominee 1 Is u al aan het eind
van het touw?"
„Ja -
„Vooruit dan maar! Dan is u al benedcnl"
Simandy ging op het geluid- van de stem
af, en voegde zich, nadat hiji eerst nog eenige
keeren gestruikeld was, (bij meesier Vajda.
Nu staken ze de lampen aan.
Hierheen liad de storm niet veel versche
sneeuw gejaagd, zoodat de jongen er niet
onder begraven ken zijn. 't Was zeer wel
mogelijk, dat hiji bij zijn val geheel ongedeerd
gebleven was, en hier in d*en afgrond in de
een af andere richting den weg naar huis was
gaan zoeken. Dan echter moest hij stellig
onder de sneeuw bedolven rijtn geraakt. Maar
misschien lag hij ook wel ergens op een
plaatsje buiiten den wind oon het aanbreken
van den d-ag al te wachten.
„Hallo Szaibó! Hallo Gyorgyel"
Er kwam geen antwoord. Toen begaven zij
zich de earn naar'reohts, de ander naar links,
en onderzochten lederen boom, iederen struik,
ieder rotsblok. Sim Andy had de opdracht ge
kregen, slechts zóó ver te gaan, als hdj de
lamp van JAno« Vajda zien kon, vooral niet
verder.
„Hallo!" riep de berendoodcr cp ongeveer
veertig pas afsta nds.
„Ilallol"
„Hebt u niets gehoord?"
„Wat dan?"
JH ond engebla f 1"
„Neen!" riep PAI terug en spoedde zich
naar den jager. Zij hielden hun adem in en
luisterden Daar hoorden zij duidelijk, hoe
wel heel zacht, bet blaffen van een hond. Dc
beide mannen gingen haastig op het geluid
af en naderden zoo de diepe, droge bedding
van een beek, waaruit het geblaf nu steeds
duidelijker werd vernomen. Zijl lieten zich
naar benoden glijden, en werkelijk, daar lag
onder een vooruit springend gedeelte van
den oeverrand, op een voor wind en sneeuw
beschutte plek, een kleine jongen: Gyorgye
Szabó. Naast hom zat een langharig, mager
hondje, dat nu ecrns het gezicht van het arme
ventje likte en dan weer heftig begon te blaf
fen. Toen hij de twee mannen ontdekte, sprong
hij, vroolijtk met den staat kwispelend, op
hen toe en begon van louter vreugde luid te
keffen.
„Zie, zijn makkers lieten hem daarginds in
den steek, maar dit stomme die is hem nage
sprongen!", zei metester Vajda bitter.
Toen knielde hij bij den jongen neer, en
maakte zijn hemü los.
„Hij leeft nog wel, maar hij is heelemaal
verstijlfd. Vlug, laten wij> hem dadelijk uit-
kleeden."
In een oogwenk hadden zij hem naakt uit
gekleed; en begonnen hem daarop van het
hoofd tot de voeten dhdhtig met sneeuw te
wrijvien. Toen de leden van den jongen warm
begonnen te worden, wreven zij hem nog eens
flink na met een drolgen doek, en kleedden
hem daarna weer aan. Nu bralk dc jager mei
zijn zakmes hem den saamgeklemden mond
open cn goot er vijf slokken sterken brande
wijn in Het kereltje slikte geweldig en sloeg
de oogen op.
„Hcere Jozus, help mij!" prevelde hij en
terstond daarop sloot hij zijn oogleden wear.
Zwijgend trok de berendooder zijn zwaren
pels uit, wikkelde den jongen daar in en
stond op.
„(Nu, voorloopig is alles in orde; hij zal ten
minste niet sterven."
„Zou het misschien niet goed zij^n een vuur
aan Le leggen?"
,£ïeen, hij is nu warm genoeg. Zijn bloed
bruist weer, en doorstroomt elk deeltje van
zijn lichaam Kom jij nu eens hier, jou
klein mormel."
Dit bevel wals geridht tot den hond, die
kwispelstaartend van vreugde, naar het werk
van de redders had zitten kijken. Nu eens
was hij naar den een, dan weer naar den
ander toegesprongen, hen vriendelijk besnuf
felend. Soms ook begon hiji weer luid te blaf
fen en uitgelaten om hen heen te springen, of
zich op den hard bevroren grond om en om
le rollen. Zoodra hij het bevel hoorde, kwam
hi] vroolijk met den staart kwispelend, op
JAnos Vajd'a af. De oogen van den ouden ja
ger schitterden vriendelijk, toen hij het ma
gere, uitgehongerde beestje bekeek.
Wolk een onbeduidend wezen is de kleine
herdersknaap van de helderts in do sneeuw-
borgenl Maar hoe ver daar beneden staat nog
het hondje van dien knaap l En toch hoeveel
liefde, trouw en zelfopoffering heeft de Schep
per niet gelegd in dit onooglijke, zich met af
val voedende en op niets dan trappen ont
haalde dierJ
Dit alles ging SimAndy door hel hoofd, ter
wijl meester Vajda den (hond liefkoozend
streelde cn vriendelijk op den kop tikte.
„Braaidowijjn kan ik je niet geven, maar
wacht, ik heb wat anders voor je."
Hij haalde een stuk spek en brood voor den
dag, sneed dit aam stukken en gaf het aan den
hond. Gretig sloeg het arme dier alles naai
binnen cn word toen nog darteler.
„Kom, laten wij nu Gyongye naar boven it.
de slede brengen. U voorop, dominee, met de
lampen."
Hij- nam den jongen in zijn armen, en droc^*
hem naar SimAndy. Toen gingen ze het einde
van het touw opzoeken.
„Dominee, klaiulcr u nu eorst langs het
touw naar boven, daarop zal ik wel fluiten,
zoodra ik Gyorgye eraan vast gebonden heb.
Met Petru moot u dan al uw krachten in
spannen, en hem naar boven trekken, maar
laat hem vooral niet glippen. Vooruit dan nu
maarl"
Met jeugdige kracht begon Pali de helling
te beklimmen en eenige oogchbllkken later
was hij boven.
,;Hei, Potru, leef je nog?"
„Zeker, dominee. Hebt u Gyorgye gevon
den?"
„Ja en hij is geheel Ongedeerd.*
„Nu, dat is een dartkzeggm-g waard* waid £k t
kan u verzekeren, dat ik al lang bevroren zou
zijn geweest, als ik niet tusschcn de paarden
gestaan had."
„Zoo? Kom er nu echter eens tusschon uit,
en ga dan hier staan!"
Wordt vervolgd-