n r\m\ „DE E EM LAN DER". Woensdag 17 September 1913. BUITENLAND. FEUILLETON^ De Klokken die verklonken. H\ 67 I2da Jaargang, Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. 1 ""i ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO. Idem franco per post - 1.5<>, Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertenliön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.50, Elke rogol meer0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotaling. Grooto letters naar plaatsruimto. Voor handel on bedryf bostaan zeor voordooligo bopalingon tot hot herhaald advortooren in dit Blad, by abonnement. Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozondon. De Troonrede 1913. Zelden is een Troonrede met groover nieuwsgierigheid verbeid dan in dit jaar na de aan verrassingen zoo rijke ministerieele crisis. Met welk program de nieuwe Regee ring zich hij de Sta ten-Oeneraal zou aandie nen, was de groote vraag, welke weken lang de politieke gemoederen bezig hield. En als ook de Troonrede 'tl verrassing ge bracht heeft, dan is het geen andere dan 'n blijde verrassing, want van de vurigste wen- schen gekoesterd door het denkende Ncder- landsche volk en uitgesproken bij de verkie zingen van dezen zomer, wordt de vervulling toegezegd. De vrees van hen, dat de aanwezigheid van mr. Treub in het Ministerie het van-cle- been-zijn van Staatspensioen zou beteekenen. is gelukkig ij.del gcbloken. Indiening van een wetsontwerp tot het kosteloos verleenen van ouderdomsrente aan behoeftige zeventig-jari gen, die gedurende een te bepalen termijn geen ondersteuning genoten van eenc instel ling van weldadigheid, kan in den loop van deze zitting worden tegemoet gezien". Zóó werd het gezegd door de Koningin, duidelijk cn met nadruk, als tweede programpunt van de regcering. Als twééde. Want voorop gaat, ook alweer overeenkomstig den wensch van het Volk, de kiesrechthervorming; „onverwijld'' zal Grond wetsherziening worden voorbereid lot toe kenning van het kiesrecht, behoudens vast te stellen uilsluitingen, aan alle mannelijke Ne derlanders van een te bepalen leeftijd en tot wegneming der grondwettige belemmeringen tegen het toekennen van kiesrecht aan vrou wen. Nu zette men geen al te hooge borst en iuiche niet le luid over zooveel „vooruitstre vendheid", want, eerlijk gezegd, doet Neder land niet veel anders dan achter de andere naties aanhuppelen, die de hervormingen, welke men in ons land nu voorbereiden gaat, reeds lang ingevoerd hebben; „vooruitstrevend1" kan men het paard, dal steeds achter bleef, niet noemen, wanneer het eens ii poging wil doen om z'n voorgan gers ter zijde, o slechts schuins ter zijde, le komen. Maar te waardeeren en aan te wak keren is die poging wel. Een van de eerste daden der nieuwe Be geering zal ook zijn de benoeming van 'n Staatscommissie om te onderzoeken in hoe ver eene algemeen bevredigende regeling mo gelijk is ter zake van de subsidieering van het bizonder onderwijs en de voorwaarden, welke daaraan verbonden moeten worden. Zoo nu en dan is er reeds 'n tipje opge licht van den sluier, waaronder allerlei sub- sidie-Unfug verborgen was; de voorstanders van christelijk onderwijs zullen het slechls kunnen toejuichen, dat tegen zekere Hot on christelijke praktijken leidende subsi die jacht de schatkist beschermd worde. Overigens schijnt de Regcering te streven naar pacifi catie op onderwijsgebied. In de ditmaal vrij lange Troonrede is het Onderwijs echter ka rig 'bedeeld en al twijfelt niemand er aan, dat onder deze Regeering het Openbaar On derwijs weer veilig is, het zou 'n goeden in druk gemaakt hebben, zoo hierop nog eens de nadruk gelegd ware. Een van de belangrijkste passages van de Troonrede is wel die, waarin gesproken wordt over den finantieelen nood. liet clericale be wind is geëindigd met 'n financieel bankroet, 'n angstwekkend tekort in de schatkist, en, de bereddering van deze calamiteuse nala tenschap zal de Regeering stellig heel wat zorgen baren. Onafhankelijk van de in uitzicht gestelde sociale maatregelen eischen reeds de onder dc vorige regeering aangenomen weiten nieu we middelen en als zoodanig worden ge noemd ccne algenteene inkomstenbelasting en verhooging der successie-belasting. Vergeten wij ook niet te wijzen op de aan gekondigde vereenvoudiging van Talma's so ciale wetgevingsproducten, de verzekering, dat de reorganisatie der levende strijdkrach ten volgens de nieuwo MiliLiewet voltooid zal worden, de in uitlicht gestelde „spoedige" indiening van 'n ontwerp tot algehecle her ziening van het verouderde wetboek van strafvordering en last not least de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, op welke hoogst gewichtige zaak te diep ingegaan wordt dan dat wij kunnen aannemen hier met 'n paradepaard vermaakt te worden. Groote voldoening zal ongetwijfeld zoowel in ons land als in Indië de verklaring ten opzichte van het koloniaal beleid wekken. Wij achten haar zoo van pas, dat wij die zinsnede nog eens afdrukken: „De Regcering oordeelt het hare roeping ook in de koloniën de volkswelvaart te ver heffen en aan te kweeken het besef van saamhoorigheid van Moederland en Koloniën en van al de bewoners dezer gebiedsdeelen. Zij zal haar doel nastreven door bevorde ring der volksopvoeding, zich aanpassende aan de behoefte der verschillende groepen waaruit de bevolking in Nederlandsch-Indië bestaal en opwekkende tot verdraagzaam heid op het gebied van den godsdienst en on derlinge waardeering der rassen." De Troonrede geeft 'n forsch geluid cn op het program, er in ontvouwd, kan de Re geering stellig rekenen op den krachüigen steun van al wat vrijzinnig is en vooruit wil in Nederland. Mot mocielijkheden, niet ernstige moeie- lijkhcden zal het ministerie-Cort van der Lin den te kampen hebben, in de eerste plaats natuurlijk de berooide finaulieele toestand, dan de ongenadige oppositie van do recht- sche fracties, die meer quantitatief dan qua- litatief te duchten zijn, en ten slotte dc on berekenbaarheid van de taktiek der sociaal democraten. Maar wat de Regeering op haar program geschreven heeft, ligt in de lijn van de ontwikkeling der dingen, is dus slechts le bemocielijken maar niet te verhinderen. Moge In dit besef het nieuwe Ministerie kracht vinden om Nederland op te voeren tot die hoogte, waarop het komen moot, wil het eene plaats in de rij der naties weer kun nen innemen. Luide dan de Troonrede van 1913 'n nieu we periode in van toenemende volkswelvaart, ononderbroken vooruitgang cn gestadige ont wikkeling. Aan den Ralkan. Uit Berlijn wordt aan de ICöln. Ztg. be richt, dal in de Rulgaarsch-Turksche onder handelingen in Konslantinopel de punten, die nog in geschil zijn, zeer zijn ingekrompen. Al moot men ook steeds op de lioede zijn voor berichten, die het einde reeds voor heden of morgen aankondigen, men kan toch vaststel len, dat hot gevaar der mislukking van deze onderhandelingen definitief is overwonnen en dat zij in betrekkelijk korten tijd tot eeD resultaat zullen leiden. De regeering te Sofia bevestigt, dat de ver tegenwoordigers van. Bulgarije en Turkije tengevolge van concession aan beide zijden op weg zijn om lot overeenstemming te ko men. Volgens een bericht van de Köln. Ztg. uit Sofia bestaat daar het voornemen, de Turksche belangen zooveel eenigszins moge lijk is in acht te nemen, om zoo een grond slag te krijgen voor toekomstige goede be trekkingen. Onzeker is nog boe de rechtma tige Bulgaarsche eisch van het vrije spoor wegverkeer naar Dedeagalsch zal worden op gelost, omdat do Turken den spoorweg ver langen voor de vesting AdrianopeL Uit Konslantinopel wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat men daar rekent met het sluiten van den vrede nog in deze week. De Bulgaren zien van Iürkkilisse ai, nadat hunne pogingen om door diplomatieke voorspraak deze stelling te redden, reeds hierop afstuit ten, dat de diplomatie bij dc zekere kans op een> besliste afwijzing door de Portc, een stap niet eens meer wilde beproeven. Het cenige punt, dat nog ernstig in debat is, is Demotika, maar ook daarbij is Bulgarije tol toegeven be reid, voor zoover de strategische stellingen van deze streek in aanmerking komen. Men wil blijkbaar om redenen van binncnland- sche polilick althans het stadsgebied van De motika redden, maar zal ten slotte ook daar op het vredewerk niet laten mislukken. K o n s it a n t i n o p e 1, 16 Sept. des av. Men zegt, dat de kwestie van Kirkkilisse ge regeld is in het voordcel van 'Turkije De kwestie van Dimotika zal nog nader bespro ken worden. Het hoofd van de Fransche instructie-offi- dlren in Griekenland, generaal Eydoux, van wien een interviewer wilde weten hoe zijn indruk was van 't geen door koning Konstan- tijn is gezegd en vooral of hij aan het hoofd zou blijven van de militaire missie, ant woordde kort cn bondig: „Ik sla in dienst van Frankrijk en zal doen wat de regeering mij beveelt." Dat de koning er niet aan heeft gedacht aan zijne woorden eene politieke pointe te geven, blijkt het best hieruit, dat hij op den- zelfden dag waarop hij do toespraak hield, per telegraaf naar Athene het bcvol gaf, het contract met de Franselie militaire missie we der met twee jaren te verlengen. Wc ene n, 16 Sept. Mufid Bey Libo- bova, dc minister van builenlandsche zaken van Albanië, geeft in een artikel, opgeno men in die Neuc Freie Prcssc, aan wat de dringendste plichten zijn van de regeering van Albanië. De eerste Haak zal zijn eene regcering in te stollen tot vervanging van dc voorloopigo regeering. Dan komt het vraagstuk van de spoorwegen cn de gemeen schapsmiddelen. De eenste lijn, die wordt aangelegd, zal waarschijnlijk zijn eene lijn Valoinia—Berat—El Bazar, die verder zal loo- pen naar Durazzo cn Skutari. Een Oosten- rijksch ontwerp is daarvoor reeds aangebo den. Verder komt dc organisatie van do gendarmerie. Die zal uit landskinderen zijn samengesteld cn worden toevertrouwd aan Nederlandschc officieren. De Sclir. kritiseert de houding van Grie kenland tegenover Albanië; hij is van mee ning, dat, daar een bondgenootschap van Griekonland met de Slavische staten onna tuurlijk is, Griekenland in een tijd. die zeer nabij is, behoefte zal hebben aan de vriend schap van Albanië, dot nooit eene anti-Bul- gaarsche politiek zal voeren. De Sclir. rele veert, dat Oostenrijk-Hongarije en Albatnië er groot belang bij hebben, dat Albanië stork is. Het bezit een leger van 100,000 als mi nimum, welks taak zal zijn te verhinderen, dat de Slavische golf komt aan de Adriatische zee. Valona, 16 Sept. De regeering heeft een besluit afgekondigd, waarbij de tegen woordige koers van het goud- en zilvergeld met 5 pet. wordt verminderd. Skutari, 16 Sept. In eene Zondag te .D(urazzo gehouden "vergadering is besloten den zetel van de voorloopige regeernig over te brengen naar Durazzo. Een nieuw kabi net zal worden gevormd na overleg tussclien de regeering te Valona en Sssad Pacha. W e e n e n 16 Sept. De uit Albanië ont vangen berichten geven den indruk, dat er eene zekere gisting in het land begint to hëersohen. De dagbladen constal'eeron, dat bijna dagelijks Lloedige gevechten plaats heb ben tusschon Malissoren en Montenegrijncn. Volgens die Neue Freie Presse zou de voor loopige regcering mooielijkheden hebben met lüssad Pacha» die verdacht wordt binnonland- sclie onlusten te verwokken met vreemden steun cn dc trooncantlidatuur van Fuad Paclui voor te staan. Volgens een bericht van de Zeit van den 7en hebben 2000 Albaneozon, hoofdzakelijk Malis^wvn cn Mirdietcn, zich verzameld ia Alessio, waarheen zij waren opgeroepen door de voorloopige regcering. Toen de vice-prc- sklanl van de re ge erin g de vergadering vroeg de loden van do regeering als hoofden van het land te erkennen, barstten er rumoerige tooneclon los. Verscheidene elans weigerden. De vice-president der regeoring vluchtte in allerijl naar Kclcniki. Dc Zeit is v an meaning, dat dit een échec is voor dc Albunoosche re* geering cn voor Italië. Cettinjo, 16 Sept. Ecnige mohamme danen, die in eene bark over hot meer van SkuLui voeren om zich naar Skutari te be geven, wordon aangevallen door Albaneezen vau hot dorp Skay. Drie mohammedanen werden gedood. P ar ij s16 Sopt liet gemeentebestuur van Kawalia heeft het volgende telegram ge zonden aan den president dor republiek: De gemeenteraad van Kawalla, vergaderd ln. bui tengewone zitting na de terugkomst van de docxr dc Bulgaren weggevoerde notabelen, vertegenwoordigende de bevolking van de gc- hecle streek, heelt hel navolgende besluit ge nomen! Wij verzoeken Uwe Excellentie en door u de edele natie, die gij vertegenwoor digt, wel de uitdrukking te willen aannemen van die diepe en eeuwige dankbaarheid voor don oiDvcrmociden ijver, dien Frankrijk nog maals in dienst van dc vrijheid heeft gesteld en voor don nadruk waarmee het dc vorecni- ging met het moederland en sedert eeuwen onderdrukte streken heeft gesteund. Wij ver zoeken Uwe Excellentie, dat dc edele naam van Frankrijk wordon gegeven aan een boule vard van de stad, ten einde aan het Uo-ekonv stigc geslacht al de erkentelijkheid, die wij u cn aan uw ridderlijk vaderland verschul digd zijn, te herinneren. President Poincaré antwoordde hierop: Mot betuiging van mijn dank verklaar ik, dat die regcering der republiek gaarne het gracieusc aanbod van den gemeenteraad van Kawalla aanneemt. l>e Fransche zaakgelastigde te Athene hooft opdracht gekregen deze beide telegram men mede te deelen aan minister-president Venizelos. Duitschland. Troppau, 16 Sept. De keizer verliet heden morgen het kasteel Salza cn begaf zich naar Kuckelna, waar hij de gast was van prins Lichnowsky, den Duittsclien am bassadeur te Londen; een collection stond daar gereed. Dc Keizer cn zijn gastheer kwamen tegen den middag aan; vele dui zenden menschen bereidden den Dunlsohen. souverein oen geestdriftige ontvangst. De keizer begaf zich vervolgens naar het kas teel van de familie Lichnowsky le Grülz. Tweede telegram. Dc Keizer is weer naar Berlijn vertrokken. J e n a, 16 Sopt. Dc sociaal-democratische partijdag behandelde heden in la/iig-, soms zeer heftige debatten de kwestie van dc al- gemcenie staking onder dc tegenwoordige omstandigheden, omdat dit lot eone neder laag of lol achteruitgang van de partij zou leiden. Bauer (Berlijn) waarschuwde oven eens voor onbezonnen handelingen. Pcüs, (Dessau) meent, dat de algemeono staking De vrienden met huil „goede bedoelingen" richten vaak grooter nadeel aan dan de vijanden met hun kwade bedoelingen. VICTOR RjIKOSI. 55 Uit het Hctngaarsch vertaald door ]E.\0 SEBESTVÊ.V en J. A. RA ABE Jr. 'De berendoodor begon dadelijk toebereid selen te maken om met hel zoeken le begin nen. Op den weg, aan den kant van den af grond, stond de tronk van 'een idoor den bliksem getroffen boom. Hieraar bond hij het langste touw, waarin cap een afstand, van tel kens twee handbreedten knoopen gelegd wa ren, stevig vast. Het andere einde wierp hij naar beneden, in de diepte. Daarna bond hij ook de paarden aan een boom en hing ze een met haver gevulden zak om den hals! Hij stond Petru toe een stevigen slok te nomen uit de bra/ndewijmfiesch en droeg hem toen op bij de paarden te gaan staan en goed het oog op -deze te houden. Daarop tot SimAhdy: „Dominee, met mijn geneer en een lamp gewapend) zal ik langs het touw afdalen. Als ik daarna op mijin fluitje blaas, moet u ook met geweer en lamp naar beneden kernen." *Zou ik niet liever eerst gaan. „Geen kwesliie vanl Ik ken den bodem be neden, als mijpi broekzak; ik zou er blinde lings den weg wel weten le vinden! Nu dan, in Gods naaml" Sdnnaiiidy dnuikte den koenen ouden jager stevig de hand, waarop deze langs het touw in de diepte begon af te dalen. Er konden nog geen vijf minuten verloopen zijn, toen van beneden een schel fluitsignaal weerklonk. Nu het ook Simandy zich zakken en hoewel niet zonder bezwaren, kwam ook hij heel huids dieper en dieper. Op eens eindigde het touw „Ifallo, meester Vajda!" „Ik ben hier, dominee 1 Is u al aan het eind van het touw?" „Ja - „Vooruit dan maar! Dan is u al benedcnl" Simandy ging op het geluid- van de stem af, en voegde zich, nadat hiji eerst nog eenige keeren gestruikeld was, (bij meesier Vajda. Nu staken ze de lampen aan. Hierheen liad de storm niet veel versche sneeuw gejaagd, zoodat de jongen er niet onder begraven ken zijn. 't Was zeer wel mogelijk, dat hiji bij zijn val geheel ongedeerd gebleven was, en hier in d*en afgrond in de een af andere richting den weg naar huis was gaan zoeken. Dan echter moest hij stellig onder de sneeuw bedolven rijtn geraakt. Maar misschien lag hij ook wel ergens op een plaatsje buiiten den wind oon het aanbreken van den d-ag al te wachten. „Hallo Szaibó! Hallo Gyorgyel" Er kwam geen antwoord. Toen begaven zij zich de earn naar'reohts, de ander naar links, en onderzochten lederen boom, iederen struik, ieder rotsblok. Sim Andy had de opdracht ge kregen, slechts zóó ver te gaan, als hdj de lamp van JAno« Vajda zien kon, vooral niet verder. „Hallo!" riep de berendoodcr cp ongeveer veertig pas afsta nds. „Ilallol" „Hebt u niets gehoord?" „Wat dan?" JH ond engebla f 1" „Neen!" riep PAI terug en spoedde zich naar den jager. Zij hielden hun adem in en luisterden Daar hoorden zij duidelijk, hoe wel heel zacht, bet blaffen van een hond. Dc beide mannen gingen haastig op het geluid af en naderden zoo de diepe, droge bedding van een beek, waaruit het geblaf nu steeds duidelijker werd vernomen. Zijl lieten zich naar benoden glijden, en werkelijk, daar lag onder een vooruit springend gedeelte van den oeverrand, op een voor wind en sneeuw beschutte plek, een kleine jongen: Gyorgye Szabó. Naast hom zat een langharig, mager hondje, dat nu ecrns het gezicht van het arme ventje likte en dan weer heftig begon te blaf fen. Toen hij de twee mannen ontdekte, sprong hij, vroolijtk met den staat kwispelend, op hen toe en begon van louter vreugde luid te keffen. „Zie, zijn makkers lieten hem daarginds in den steek, maar dit stomme die is hem nage sprongen!", zei metester Vajda bitter. Toen knielde hij bij den jongen neer, en maakte zijn hemü los. „Hij leeft nog wel, maar hij is heelemaal verstijlfd. Vlug, laten wij> hem dadelijk uit- kleeden." In een oogwenk hadden zij hem naakt uit gekleed; en begonnen hem daarop van het hoofd tot de voeten dhdhtig met sneeuw te wrijvien. Toen de leden van den jongen warm begonnen te worden, wreven zij hem nog eens flink na met een drolgen doek, en kleedden hem daarna weer aan. Nu bralk dc jager mei zijn zakmes hem den saamgeklemden mond open cn goot er vijf slokken sterken brande wijn in Het kereltje slikte geweldig en sloeg de oogen op. „Hcere Jozus, help mij!" prevelde hij en terstond daarop sloot hij zijn oogleden wear. Zwijgend trok de berendooder zijn zwaren pels uit, wikkelde den jongen daar in en stond op. „(Nu, voorloopig is alles in orde; hij zal ten minste niet sterven." „Zou het misschien niet goed zij^n een vuur aan Le leggen?" ,£ïeen, hij is nu warm genoeg. Zijn bloed bruist weer, en doorstroomt elk deeltje van zijn lichaam Kom jij nu eens hier, jou klein mormel." Dit bevel wals geridht tot den hond, die kwispelstaartend van vreugde, naar het werk van de redders had zitten kijken. Nu eens was hij naar den een, dan weer naar den ander toegesprongen, hen vriendelijk besnuf felend. Soms ook begon hiji weer luid te blaf fen en uitgelaten om hen heen te springen, of zich op den hard bevroren grond om en om le rollen. Zoodra hij het bevel hoorde, kwam hi] vroolijk met den staart kwispelend, op JAnos Vajd'a af. De oogen van den ouden ja ger schitterden vriendelijk, toen hij het ma gere, uitgehongerde beestje bekeek. Wolk een onbeduidend wezen is de kleine herdersknaap van de helderts in do sneeuw- borgenl Maar hoe ver daar beneden staat nog het hondje van dien knaap l En toch hoeveel liefde, trouw en zelfopoffering heeft de Schep per niet gelegd in dit onooglijke, zich met af val voedende en op niets dan trappen ont haalde dierJ Dit alles ging SimAndy door hel hoofd, ter wijl meester Vajda den (hond liefkoozend streelde cn vriendelijk op den kop tikte. „Braaidowijjn kan ik je niet geven, maar wacht, ik heb wat anders voor je." Hij haalde een stuk spek en brood voor den dag, sneed dit aam stukken en gaf het aan den hond. Gretig sloeg het arme dier alles naai binnen cn word toen nog darteler. „Kom, laten wij nu Gyongye naar boven it. de slede brengen. U voorop, dominee, met de lampen." Hij- nam den jongen in zijn armen, en droc^* hem naar SimAndy. Toen gingen ze het einde van het touw opzoeken. „Dominee, klaiulcr u nu eorst langs het touw naar boven, daarop zal ik wel fluiten, zoodra ik Gyorgye eraan vast gebonden heb. Met Petru moot u dan al uw krachten in spannen, en hem naar boven trekken, maar laat hem vooral niet glippen. Vooruit dan nu maarl" Met jeugdige kracht begon Pali de helling te beklimmen en eenige oogchbllkken later was hij boven. ,;Hei, Potru, leef je nog?" „Zeker, dominee. Hebt u Gyorgye gevon den?" „Ja en hij is geheel Ongedeerd.* „Nu, dat is een dartkzeggm-g waard* waid £k t kan u verzekeren, dat ik al lang bevroren zou zijn geweest, als ik niet tusschcn de paarden gestaan had." „Zoo? Kom er nu echter eens tusschon uit, en ga dan hier staan!" Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1