Vrijdag 17 October 1913. FEUILLETON. De Klokken die verklonken. B2d* Jaargang. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort v. f l.OO» Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: U TRE C H TSCH EST RAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.. f 0.50. Elke rogol meerO.iO, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald advertooren in dit Blad, bij abonuomenti Eene circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. DE EEMLAN DER". Uitgevers: VALKHOFF Ca N\ Sb Politiek Overzicht. De Beiersche koningskwestie. Voor de tweede maal binnen een jaar lijds komt de kwestie te berde om door grondwetswijziging mogelijk te iraken, diait dc krankzinnige koning Olio van den Beiersclien troon vervallen wordt verklaard en de koninklijke waardigheid wordt aanvaard door den prins- egent Ludwig. Kort nadat prins Ludwig, ter ver vanging van zijn op iioogen leeftijd overleden vader, als regent was opgetreden, is de zaak reeds ter sprake gekomen. Zij kon toen niet \erder komen, omdat bel centrum, dat in den landdag de meerderheid heeft, om politieke redenen er tegen was. De drang der omstan digheden brengt de zaak nu weder op het tapijt. De regeering heeft een bciangi ijken silap gedaan om klaarheid in de zaak te bren gen, door openbaarheid te geven aar. het ad vies, dat de minister van justitie aan den ministerraad heeft uitgebracht over de kwes tie. Daaraan is eene inleidende verklaring toegevoegd, waarin wordt gezegd: Heeds hij hel leven vaai prins-regent Luit- pold was, inzonderheid in 1S97, in de Kamer van aigevaardigden de wensch uitgedrukt, dat hel regentschap zou eindigen en prins Luitpold koning zou worden. De lcwesLio erd wel is waar hierdoor afgedaan, dat de "cniiiaiigc voorzittei van den ministerraad den landdag als wilsuiting van den prins- regent diens wensch kenbaar maakte, dat aan de bestaande omstandigheden niets zou worden veranderd. Maar dc gedachte, dat Beieren weder een koning zou krijgen, be kwaam om te regeeren, bleef in breede be volkingskringen wrakker en was ook later herhaaldelijk een onderwerp van gedacln en- wisseling. Over de wijze, waarop dit zou kunnen ge schieden, werden verschillende meeningen verkondigd. Van céne zij-de werd inzondor- leid voorgesteld, dat de voogden van koning OUo van de kroon zouden afzien; van eene indere zijde woixl de meening vooropgesteld, dal naar Beiiersch recht geschiktheid om te regeeren eesne voorwaarde was tot troonsop volging, de regent kon dus bij een regentschap van langen duur den koning als blijvend ongeschikt om te regeeren verklaren en zich zelf zonder medewerking van den landdag tol koning uitroepen. Toen naar mensche- lijke berekening met den nabijzijnden dood van prins-regent Luitpold moest worden ge rekend, beschouwde de slaalsregeering 'l als hare taak te onderzoeken, of niet bij gelegen heid van de verwisseling in het regentschap de vraag der beëindiging van het regentschap en der verkrijging v-arn een normalen toestand moest worden opgelost. De ministerraad ver zocht daarom den minister van justitie over de kwestie een advies uit to brengen. Deze heeft dit advies aan der ministerraad over gelegd. Daar van de in de litteratuur bespro ken wegen die van de koningsprociamalic een met gering getal aanhangers had, hield het advies zich allereerst bezig met dezen weg. Het toonde aan, dat deze weg om juridische on politieke redenen niet moet worden be gaan. In zijn tweede gedeelte stelde het ad vies daarop den weg voor, die naar de mee ning van het ministerie van justitie juridisch toelaatbaar is. Het advies vond de goedkeu ring van den ministerraad. Na den dood van den prins-regent Luitpold trachtte de staatsregeering met den landdag voeling te nemen over de koningskwestie. Met dit doel stelde zij eenige leden van de Kamer der rijksraden in kennis met het ad vies van het ministerie van justitie. Ooik deel de zij aan eenige leden van de Kamer van afgevaardigden en wel, zooals van zelf spreekt, leden van alle partijen het advies mede ter informatie bij de besprekingen in de fraction. Daarbij werd er op gewezen, dat het advies slechts voor den ministerraad be stemd was geweest, maar de goedkeuring van het ministerie had gevonden, en dat, als er eene voordracht aan den landdag werd ge daan, het advies den grondslag van deze voordracht zou uitmaken." Men ziet uit deze verklaring duidelijk, welken weg de regcering uit wil lot regeling van de kwestie. In December van hot vorige jaar, weinige dagen na den dood van prins regent Luitpold, werd bericht, dat in den boezem van de regeering de gedachte vorm had gekregen om den bestaanden toestand te veranderen door eene aanvulling van art. 21 van hoofdstuk 2 der grondwet in dezer voege, dat de regent in het geval van een blijvend cn ongeneeslijk lichaams- of gcestes- gebrek van den monarch na verloop van tien jaren het regentschap als .geëindigd en de troonsopvolging als geopend kan verklaren. Op dit standpunt is de regeering sedert ge bleven; het is duidelijk, op grond van de hier medegedeelde regeeringsverklaring, dat zij van den beginne af besloten is geweest de oplossing van deze kwestie te zoeken langs constitutioneelen weg met medewerking van den landdag. Men mag aannemen, dat als de zaak opnieuw ter hand genomen wordt, de regeering in die richting zal voortgaan om de zaak tot oplossing te brengen. Als er eene voordracht aan den landdag wordt gedaan, dan zal het advies van het departement van justitie den grondslag daar van vormen. Wanneer zulk eene voordracht zal worden gedaan, soliijnt echter nog niet vast te slaan. Verleden jaar is de afwijzende houding van het centrum oorzaak geweest, dat men de zaak heeft laten rusten. Voor de aanneming van een voorstel tot grondwets herziening wordt in iedere van de beide Ka mers eene meerderheid van twee derden ge vorderd bij aanwezigheid van drie vierden der leden. Het centrum, dat over 87 van de IG3 stemmen in de Kamer van afgevaardig den beschikt, zal dus in de eerste plaats zijne houding moeten wijzigen, om de Beiersche koningskwestie tot oplossing te brengen. In- tusschen zijn er aanwijzingen, waaruit men kan opmaken, dat het centrum nu gunstiger slaat tegenover de beëindiging van het re gentschap dan in December van het vorige jaar. Aan cl on Bnlknn. De bezetting van de aan de Bulgaren In Thracië toegekende streken is, wai.neer de daaromtrent verordende maatregelen ten uitvoer zijn gelegd, gister begonnen. Uit So fia wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat de regeering overtuigd is, dat er van de be volking van het te bezetten gebied geen ver zet is le verwachten. Niettemin is-eene aan zienlijke troepenmacht bijeen gebracht tot uitvoering van de bezetting: twee divisiën en eene brigade met de daarbij behoorende ar tillerie en machinegeweren, alles op voet van oorlog, in 't geheel omstreeks 40.000 man. Deze militaire krachtsontwikkeling van het, naar 't zeggen, verzwakte Bulgarije is ook op zich zelf opmerkelijk. Over de stemming van de bevolking in Thra cië heeft de regcering overigens dc beste be richten. Harerzijds heeft zij aan de gevol machtigden van de zoogenaamde Yoorloopi- gc regeering van Gumuldjina geruststellende verzekeringen laten geven. In Konstantinopcl ,waar men dc beweging in "West-Tbracië als strijdmiddel bij de vre desonderhandelingen met Bulgarije beeft ge bruikt, wenscht men nu, dat de inbezitne ming van West-Tbracië door de Bulgaren zooveel mogelijk zal worden bespoedigd. Men is er daarom op uit, aan de voorloopige re gcering de middelen om verzet te bieden aan do Bulgaren, zooveel doenlijk te onthouden. DuitschlancL Van dc soliaal-politieke wetsontwerpen, welker indiening in de aanstaande zitting van den rijksdag is te verwachten, is het ontwerp lot regeling van den Zondagsrust in het han delsbedrijf definitief vastgesteld. Twee andere voordrachten, eene novelle van de Gewerbe- ordnung tot beperking van den handel aan venters en marskramers cn eene andere no velle, die betrekking heeft op het bedrijf van de herbergiers en kroeghouders en de daar mee in verband staande bedrijven, worden thans behandeld in de commissie van den bondsraad; men hoopt ook deze voor de in diening gereed te krijgen. Het ontwerp van eene rijksschouwburgwet zal nog in dit jaar bij den bondsraad worden ingediend; of bet in de aanstaande zitting bij den rijksdag aan hangig zal worden gemaakt, is nog niet ze ker. Do nieuwe bewerking van het hoofdstuk van de Gewerbcordnung over den handarbeid zal nog geruimen tijd vorderen, omdat de be langhebbenden daarover nog moeten worden gehoord. Eindelijk is nog een wetsontwerp in bewerking tot regeling van de voorziening legen ongevallen irt den openbaren dienst. Er is nog niets beslist over het tijdstip der in diening van dit ontwerp bij den bondsraad. Berlijn, 10 Oct Het Pruisische staats- ministerie heeft in zijne zitting van beden een besluit genomen omtrent liet voorstel, dal over de Brunswijksche troonopvolgings kwestie bij den bondsraad zal worden gedaan. In deze zaak is eene correspondentie ge voerd tusschen den kroonprins en den rijks kanselier. Dc kroonprins bracht daarbij be zwaar in 't midden tegen de troonsbeklim ming van Ernst August, zonder dat hij uit drukkelijk afstand had gedaan van zijne aan spraken op Hannover. De rijkskanselier heeft in zijn antwoord op deze brief, na in den 'breede de toedracht van de zaak te hebben geschetst, de redenen uiteen gezet, die dc houding van dc Pruisische regeering in deze zaak bepalen. Frankrijk. P a r ij s, 1 6 N o v. De ministerraad, die he den voormiddag onder voorzitterschap va president Poincaré vergaderd was, heeft be sloten, dat de buitengewone zitting van de Kamers den 4en November zal worden ge opend. De ontwerp-bcgrooting van 1914 zal op cc van de eerste dagen, volgende op de hervat ting van de parlementaire werkzaamheden, behandeld worden. Daar de Kamer voor dc verkiezing van de begroolings-commissie, heeft afgezien van het stelsel der evenredige vertegenwoordiging, zal die commissie in du afdeeïingen benoemd worden. P a r ij s, 1 6 0 c l. In de zitting van den ministerraad van heden hceftv de minister van buitenlandscne zaken zijne ambtgenoo- ten op de hoogte gebracht van den bniten- landschen toestand. Hij sprak inzonderheid over de reis van den president naar Spanje en over de praktische resultaten, die men moet verwachten van de nieuwe manifesta tie van de goede verstandhouding en harte lijke vriendschap, waardoor de betrekkingen tusschen de beide landen geregeld worden. Ten gevolge van een brief, dien hij aan den minister van oorlog heeft gericht, is generaal Faurie, commandant van hot 16e legerkorps, ontheven van zijn commandohij zal voor een raad van onderzoek moeten verschijnen wegens vergrijp tegen de militaire tucht. De divisie-generaal Courbaisse, militair gouverneur van Lyon en commandant van het 14e legerkorps, is van ambtswege op pen sioen gesteld. De divisie-generaals Plaignol, commandant van het 17e legerkorps, en Bcsset, commandant van de 31e divisie, zijn op eigen verzoek op non-activiteit gesteld. De brigade-generaal Alba, commandant van de 72e brigade, is op non-activiteit gesteld. De kolonels Saint-Etienne en Escudier, com mandanten van het 123e en 122e regiment, zijn op hun verzoek toegelaten om hun recht op penaiocn tc doen gelden. Generaal Pouradierd>uteil, commandant van hel 8e korps, is benoemd tot comman dant van het 14e legerkorpsgeneraal Paline tot commandant van hot 17e korps, generaal Tavenu tot commandant van het 8e korps, generaal Alix, commandant van dc troepen van "West-Marokko, tert commandant van het 16e korps. De minister-president deelde mede, dat hij den president ter onderteekening zal voor leggen een besluit, waarbij tot bestuurder van de Comèdie Fran^aise benoemd wordt Albert Carré, ter vervanging van Jules Clarelie, wiens verzoek ora ontslag is aangenomen en die benoemd is tot honorair algemeen be stuurder. Verder deelde de minister-presi dent mede, dat hij besloten heeft te benoemen tot directeurs van het ThéStre de l'opéra en van de Opéra comique voor vier jaren, in gaande 1 5November a.s., Gheusa en Isola. Er zal later beslist worden over de vernieu wing van de concessie van het Thé&trc dc l'opéra. De volgende zittingen van den minister raad zullen gehouden worden den 20. Octo ber in het Elysée en den 25. October te Ram- bouillet. Oostenrijk-Hongarlje. Minister-president graaf Stürgkh heeft de voorbereidende besprekingen met de verte genwoordigers van de Czcchisohe en Duit- sche partijen in Bohemen over de heropening van de onderhandelingen over een compro mis hervat. In den voormiddag verschenen de Czechen, maar het radicale element cflider hen ontbrak; dat wil niets weten van onden handelingen onder leiding van het kabinel Stürgkh-Hoclicnburger, omdat liet dit kabp net beschouwt als vijandig gezind jegens d< Czechen. Dc opgekomencn namen konnis van de mededeclingcn van den minister-presi dent, om daarover verslag te doen aan hunni partijen. De vertegenwoordigers van de Duitscher* worden in den namiddag ontvangen. Zij wei gerden echter in onderhandelingen tc treden in tegenwoordigheid van den stadhouder var Bohemen, vorst Thun, die door den minister president is uilgenoodigcl tol deelneming aan de onderhandelingen. Over het wegruimen van dezen hinderpaal wordt nu onderhandeld tusschen hen e nSlürgkh. Ween i' n, 16 O c t. Heden morgen is met grootc plechtigheid de volkerenslag bij Lcip< zig herdacht. Bij liet gedenkteeken van vorst Schwarzonberg is een waardig herinnerings feest gevierd, waaraan dc keizer en liet ge* heele hof deelnamen. Turkije. Dc ziekte, waaraan Enver Boy lijdt, ia blindedarmontsteking. Ofschoon dc operatie goed is algcloopcn, laat de toestand van den patient tc wcnschen over. Een tweede ope ratief ingrijpen zal noodig zijn. De aanzienlijke moliammedaanschc bewo ners van Ilaiffa hebben gezamenlijk eei tele gram gezonden aan den grootvizier en den sjeik-ul-is>ktm, waarin zij verklaren, dai zij nooit zouden kunnen toestemmen, dat liet gedeelte van don Hedjas-spoorwcg van Ilaiffa naar El Mcsril aan de Franschen zou over gaan. Deze spoorweg is niet een eigendom van de regeering, waarover zij vrij kan be schikken; hij is een uit bijdragen van de gansche mohammedaanscho wereld gebouw de lijn, die nooit voor andere don in hoofd zaak godsdienstige doeleinden mag dienen. In een ander telegram, van dezelfde ele menten afkomstig, wordt verlangd, dat do haven van Haiffa, als sleutel tot den Indjas*, spoorweg, door niemand andei's dan het spoorwegbes1 tuur zelf mag word.cn gebouwd* omdat aiwlers een vreemde staat het in do hand zou hebben, de Mekka-ga ngers in hunne vrijheid van beweging te belemmeren. De leden van. de regeering gaven ecu kal meerend antwoord; zij legden er nadruk op* dat er geene afspraken met Frankrijk in den zifn, waarin dat werd gevreesd, zijn go maakt Marokko. Madrid, 1 Oct. Een officieel telegram uii Melilla bericht, dat 5U Mooren eene stel ling te liucchreeu hebben aangevallen. Britt Mooren werd gedood, een twintigtal gewond.1 Vereenigde Staten. Albany, 16 Oct. Het gerechtshof heeft- gouverneur Sulzer met 39 tegen 18 stemmen schuldig verklaard aan het opmaken van eene valsche verklaring over de bijdragen' vo< de verkiezingscampagne. Dit eerste voJ turn wijst aan, al is op de andere puniten nog geene beslissing genomen, dat de uitkomst van het proces waarschijnlijk zal zijn, dat Sulzer uit zijn ambt zal worden ontzet. Op het tweede punt van dc aanklacht, dat hem van meineed beschuldigt, werd Sulzer schuldig bevonden; op punt 3, dat hem va» Met laster gaat het als met valsche munt; velen die deze niet in omloop zouden willen br e n g e n, laten haar zonder gewetensbe zwaar in omloop b 1 ij ven. VICTOR RAKOSI. 80 Ui het Hongaarsch vertaald door JE 5'O SE BESTYÊX eu J. A. RA ABE Jr. De kamerdienaar kwam binnen met do boodschap, dat de vradht gereed was. „Wanneer is deze brief gekomen?" „Eigenlijk was het ventje er gisteren al mee weggestuurd, maar eerst vandaag is hij hier aangekomen, want bij het vallen van den avond durfde hij niet verder gaan, en toen heeft hij den nacht doorgebracht bij de kolen branders van iBojnó." Simóndy ging naar buiten, in den hof, waar de bedienden hem opwachtten. „Tot uw dienst, dominee, wij zijn klaar." ,/Kunt gij vandaag nog op weg gaan?" „Wij kunnen het probeeren, dominee. Ik geloof, dat om negen uur de maan opkomt." „Nu, met Gods hulp moet ge dan maar ver trekken; behalve u drieën neemt ge zooveel helpers mee, als er noodig blijken te zijn." „Goed, dominee, begrepen. Maar gaat de dominee zelf niet met ons mee?" Simóndv a-or7plde eenige oogenblikken. „Neen." .Ilij wist eigenlijk zelf niet, wat hij doen moest. Er was iets, dat hem trok nóar dai ellendige dorp, waar hij zoo gaarne geestelijk manna uitdeelen, waar hij zoo gaarne een weinig kracht en vertrouwen zaaien wilde; et- was iets, dat hem toefluisterde, dat hij er ook bij tegenwoordig moest zijn, als men er het stoffelijk manna zou uitdeelen. •Maar de machtelooze schare der hongerigen begon voor hem te verwazigen en hun pijnlijk gejammer werd verdoofd door een andere stem, die in zijn binnenste riep, schreeuwde, donderde: ga naar huis, naar Garabó als je in dit leven dat je reeds je gedolven graf liet zien, nóg zaligheid zoeken wilt! Van achter de bergen verhief de maan haar vaal geel gelaat, en overgoot het land schap met een ziekelijk schijnsel van matte stralen. Zalathnay, die rusteloos op en neer liep in den hof van den wethouder van Cluj, keek naar de lucht en dacht onwillekeurig: werkelijk, deze maan past uitstekend bij die arme lijders aan pellagra Simóndy stond in den hof van het Kasteel van Funtinel te luisteren en toe te kijken, terwijl de bedienden met de wagens, de zak ken en de kippen met veel omslag wegreden, en toen het rumoer al lang in de verte weg gestorven was, stond hij er nog als een stand beeld. De kamerdienaar stoorde hem. „Blijft de dominee hier slapen?" „Neen." „Wat dan?" Gaat u de anderen misschien nog achterna?" „Neen. Ik ga naar huls terug, naar Garabó." ^Maar dan zult u todh zeker wel eerst hier het avondeten gebruiken?" Oneens echoot het Simandy te binnen, dat hij nu al sinds eenige weken nauwelijks iets gegeten had. En ten slotte wordt toch de honger in den mensch als een wild dier, dat men weer verzadigen moet „Goed, zet mij dan maar iets voor." Eu hij ging liet huis binnen. Eenige oogenblikken later werd er geklopt en J&nos Vajda, dc berendooder, trad binnen. De in de open haard knetterende blokken hout verspreidden slcohts een onzeker licht schijnsel in de kamer en een andere verlich ting was er nieL „Ik wensch u goeden avond, dominee I" Simandy wendde zich van het vuur af. „Hé, u daar, meester Vajda, wat bracht u hier?" „Met uw verlof, ik zoek juist den dominee." „Wat scheelt er dan aan?" „Mij scheelt niets, en ik geloof, dat de do minee ook niets scheelL Maar misschien scheelt de dochter van den priester wel iets. „Juffrouw Florica?" vroeg Simóndy flauw tjes, alsof een plotselinge verdooving hem aangreep. Een minuut lang zweeg hij, toen riep hij vol ongeduld uit: „Maar spreek dan toch! Waarom zijt ge hierheen gekomen?" Jénos Vajda draaide zijn snor eens op, kuchte, alsof hij zeggen wilde: nu weet ik al, dat er hier toch ook wel wat aan scheelt, en begon daarna kalmpjes: „Neem mij niet kwalijk, dominee, ik zal u dan vertellen, wat er aan de hand is. Toen ik gisterenavond uit het bosch lihuis kwam, vertelde mijn vrouw mij, dat de juffrouw er geweest was en haar gevraagd had een bood schap te willen sturen, zoodra ik thuis was cekomen. .Nu moeder," zei ik, „wat wil zii dan?" Dat weet ik niet oudje, maar zij sprak mij aan met „vrouwtje lief* cn zoo smcc- kend was haar slem, dat een steenen hart er door zou zijn bewogen. Ternauwernood was ik een poosje thuis, of zij kwam al uit het bosch door den achtertuin naar den hof. Zij wenkte, en wij gingen het huis binnen. Met mijn schort stofte ik een stoel voor haar af, maar zij ging niet zitten. „Waar is uw predikant?" vroeg zij gejaagd. „Dat weet ik niet, juffrouw; ik kom niet vaak in de buurt van de kerk." „Men zegt, dat hij naar Zalathnay in Fun tinel gegaan is." „Dat heb ik ook gehoord." „Maar als dat eens niet waar was? Als hij eens was verdwenen? Als hij eens zelfmoord gepleegd had? „Maar juffrouw, hoe komt u aan zulke ge dachten?" „Hebt u vandaag den geheelen dag door het bosch rondgezworven?" „Ja." „En hebt u wel de kolenbranders, de bosch wachters en de houthakkers gesproken?" „Met een paar van hen." .Jlebben zij het niet over hem gehad?" J£en van de boschwachters vertelde mij dat hij onder de Piatra Drakulul twee ruiters gezien hadDit kan de dominee wel ge weest zijn met mijnheer Zalathnay." „J-fet kan zijn, maar het is niet zeker, dat hij het geweest is... Beste meester Vajda, ik ben heusch bang, dat hij een eind aan zijn leven gemaakt heeft, misschien is hij wel in een afgrond gesprongen, of heeft hij zich dood geschotenIk heb Gyorgye met een brief naar hem toegestuurd, maar die is nog piet teruggekomenIk vertrouw alleen op u, gaat u eens 'zoeken, gaat u naar FuntinoJ of ergens anders heen en zoek hembreng hem terug... zweer bij de Heilige Maagd va» Kazan, dat u hem terug zult brengen..." Ik heb natuurlijk niet gezworen, maar Ui heb haar beloofd, dat ik den dominee, al wa<i het van onder de aarde, te voorschijn bren-t gen zouToen nam zij een breeden ketting van haar hals en drukte mij die in de hand, „Zoo. iets doet men niet voor geld of goud*] juffrouw," zei ik „dat doet men allee» uit vriendschapik ga nu dadelijk op wegj omdat ik medelijden met de juffrouw heb; en veel van mijn dominee houd." Zij scheurde een blad van den kalender, schreef er iets op en reikte hel mij over. Zij zei er wel mets bij, maar ik begreep, dat zij1 er voor den dominee wat op geschreven had. Hier is het. Ik heb mij vóór den nacht nog op weg be« geven eu van den Kricsor tot den Vrescor het bosch doorzocht, wat trouwens ook mijn) plicht was, en nu ben ik hier. Als het u belieft! En hij overhandigde Simóndy een klein: papiertje. Deze hield het bij bet vuur en bleof' er lang en onderzoekend op staren. Toen het,- hem ten siottie gelukte het bij den dansenden, rooden lichtgloed te ontcijferen, las hij in fijn beverig schrift de woorden: „Mijn Pali, mijn Pali, Ik hel) je zoo lief!" Hij las en herlas het, en staarde er zoo lang op, tot alles voor zijn oogen samensmolt. Wordt vervolpd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1