Premie voor onze Lezers. S2tk> Jaargang DE E EM LAN DER". Maandag 17 November 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. DOKTER JOOST 2Swa 121 Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. l/itgevers: VALKHOFF C& ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoort v. f l.OO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogelsf 0.5C, Elke regel meor0.1<X Dionstlianbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeor voordeolige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement, Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt of aanvraag toegezonden. Door een overeenkomst met een bekende firma te Amsterdam, zijn wij in staat gesteld, onzen lezers eene Iraaie premie tegen zeer lagen prijs te kunnen aan bieden, n.l. zes prachtige repro duction in orgineele kleuren naar Oud?iiollandsche meesters, voor den prijs van i 2.00 (Franco thuis). Tegen inlevering van onder staanden Don kan men na betaling van genoemd bedrag, deze repro duction, in een keurige portefeuil le vervat, aan ons bureau ver krijgen. De reproducties, welke een af meting hebben van 40 bij 50 cJl., zijn naar de volgende meesters A, van Ostade„Haringvrouwtje". Frans Hals: „De vrooiijke drin- ker". IJ. fi. Dreukelenkam: „Ver trouwelijk gesprek", fi. lietzu „Het ontbijt". J. JI. Molenaar „Dame aan 't Klavier", Job. Ver meer „Het Melkmeisje". De Administratie. De ondergeteekende verzoekt te mogen ontvangeu, tegen beta, ling van t 2.00 (Franco thuis;, de premie-uitgave van bet Ainersi Dagblad, zes reproducties in ongineeiekleuren naar Oud-Holl. meesters. Naam Woonplaats Dezen bon in te zenden: Bureau Aniersi. Dagblad, Utr. Mr. 1 Amersfoort. Ikroniek van de Week. Ilot nauwelijks gchoo Ic is geschied. De miu en van de onnoembare veste d sociaal democratie, Amsterdam III, zijn door de vrij zinnigen beklommen eii mot de hulp dor rechtsohc partij,on, is de roode bezetting ver jaagd. Ondanks het verbod van dr. Kuyper, ja zelfs ondanks de vermaning van de Sticlit- sche Courant, hebben de re.htsche kiezers in prooien getale aan den strijd deelgenomen. Schande, zeggen de S. D. A. P.'ers, schande over dc vrijzinnigen, die de hulp der clerl- calen aanvaarden om 'n zot el lie te veroveren, Eilieve, hebbon die S. D. A. P.'ers het ook gehande" genoemd, toen zij dezen zomer dank zij den direelen of indireden steun van rechts, ndet één, maar 'n half diozijn kamerze tels bemachtigden? En zouden zü liet „schan de" over hun eigen hoofd uitgesproken heb ben, indien de rechlsche kiezers dr. Kuyper's advies gevolgd hadden en dientengevolge Ou de geest gekozen was? De overwinning in Amsterdam III stemt ons echter niet al tc opgewonden. Het is 'n effectsloot geweest. Dat het juist Troelstra's district was,' geeft aan deze overwinning iets pikants, wat zij anders gemist zou hebben Maar wij kunnen niet meezingen in het luid ruchtige zegekoor van al tc enthousiaste vrij zinnigen. De soc.-dem. candidaat behaalde Dinsdag j.l. 60S2, en in Juni 7309 st'cmmcn; maar in Juni heette die candidaat Troelstra, en nu heette hij Oudegeest. Weegt geene 1000 stem men zwaarder dan deze, het steramenver- schil is verklaard. En wat ook niet weg te cijferen is: Oude geest verkreeg bij eerste stemming slechts 200 stemmen minder, bij de herstemming zelfs 1250 stem men meer dan Polak in Juli van dit jaar! Polak werd gekozen met 4830, Oude geest valt met 6080! Waarlijk, de roode beer is nog niet doo- delijk gewond, al heeft men hem 'n tand uit den bek geslagen Twee factoren hebben meegewerkt om de vrijzinnigen de zege te doen behalen: lo. het ontwaakte besef, dat Amsterdam III geen hopeloos district is en slechts door laksheid en moedeloosheid 'n gemalckelijlke buit der S. D. A. P. geworden was; 2o. dc steun van 'n groot deel der rechlsche kiezers, welke steun bij 'n tiissohentijdschc verkiezing mo gelijk is, doch waarop hij algemeene vei He- zingen niet te rekenen valt; wij hebben daar om weinig hoop, dat de vrijzinnigen zich lang in dit district zullen handhaven. Wat deze verkiezing geleid heeft is dit, dat hot „socialistische gevaar", waarvoor velen zoo verschrikkelijk bang zijn, schromelijk overdreven, voorgesteld wordt, en dat het „roode spook", waarmee in verkiezingsdagen en ook wel in gesloten tijd de rechlsche pro pagandisten zoo graag manoeuvreeren, in derdaad niet anders dan 'n... soook ls. Voor socialistische ovorheerscliing bestaat eerst dan vrees, wanneer het aantal soc.-dem. kamerleden de 40 nadert. Maar daarvoor be hoeven wiji in de naaste toekomst nog niet Ie zuchten, nu zoo juist de eenige „vaste" socia listische zetel door 'n liberaaal bezet gewor den is. Zoo onbeduidend is nog het roode gevaar, dat de vrijzinnigen en de clericalen elkaar slechts de pink hebben te reiken en de ge- heelc soc.-dem. kamerfractie is weggevaagd. Het is goed, dat zulks eens aangetoond wordt. Want er zijn er in ons land, die zou den willen aansturen op 'n verhond van libe raal cai clericaal legen de sociaal-demo ci-a- Lie. De tijd is daarvoor nog niet gekomen en zal eerst aanbreken, wanneer de sociaal-de mocratie gevaarlijk begint te worden. Twee machtige vijanden verstaan zich ndet om één kiein vijandje te dooden. Van 'n verbond van vrijzinnigen en clcri- oalen zouden slechts de loatsten proliteercn. Hel is 'n zeer slechte taktiek om 'n- onigevaar- kijken vijand te verzwakken en 'n machtigen vijand tie versterken. De rechlsche kiezers in Amsterdam 111, die Olbo stemden, bewezen dan ook slechter tactici te zijn dan dr. Kuy per en dc andere pohhck-kristulijke slLmme- lingon, die begrijpen, dat hot voor hen beter is den socialisten n paar zetels te gunnen dan de vrijzinnigen nog sterker te maken. Maar om dat in te zien moet men „politick- christen" zijn, d. w. z. zéér politiek en wei nig christelijk; de meeste rechlsche kiezers zijn editor in tegenstelling «set hun lei ders weinig politiek en zéér christelijk. Do Tweede Kamerleden smullen nu van dc Indisdie begroeting. De groate mannen van rechts, Schourer, Ankerman, Van Veen en Boogaerdt hebben hun tandon er in gezet, maar zij aten met kin?e tanden. Het gebraad was te zwaar voor hun politieke maag cn zij weten niet al te best met vork en met lepel om te gaan. Maar gelukkig vonden ze bij hun bord nog 'n des sertlepel en die gebruikten zijn voor de juz, waarmee licit gebraad overgoten was. En die juz smaakte "hun zoo goed, dart. zij het vleesch maar liever overlieten aan hun linksche ta felburen, Fock, Bos en Van Vollonhoven, die voorsnijden beter verstaan. In het oog der clericalen is Indié niet veel anders dan Tn zondingsterrcin, waarvan ieder voor zich 'n zoo groot mogelijk stuk wil af snijden. Om elkaar niet te liindxsrcn, zouden zij maar liefst 'n verdeelihg maken en ieder kerkgenootschap 'n eigen gebied aanwijzen. Op kleine schaal zijn ze er reeds mee be gonnen en onder den vorigeni minister van ko loniën en den gouverneur- generaal Idenburg konden zij gedaan krijgen, wat zij wilden. Maar ziet, nu is de Waal Malefijt heengegaan en het nieuwe bewind houdt er geheel an dere denkbeelden op na. De hoeren van rechts hadden bij het op rapen der kaarten op 'n troep gehoopt, die zij niet gekregen hebben. Zij zouden o zoo gaarne gezien hebben, dort de heer Idenburg gevallen was als slachtoffer van het nieuwe régime. De nieuwe minister, zoo zeggen zij, had Idenburg moeten terugroepen; in den vorkiczingstrijd hebben de liberalen het beleid van den minister en den gouverneur-generaal zoo kras bestreden, dat zfj nu ook consequent moeten zijn cn Idenburg terugroepen; doen zij dat niet, dan erkennen zii. dat die verklc- zingsaolie 'n leugen was. Overigens wordt ontkend, dat rechts ooit aan kerst eningspo- liliick gedaan heeft en van regeeringswege Indië wilde kerstienen. Dit laatste stemt tot blijdschap; de energie, waarmede dc clericalen de beschuldiging van kcrsteningspoliliek afwijzen, bewijst, dat ook zij het noodlottige en avontuurlijke er van in zien. Maar wat nu hert terugroepen van Iden- burg betreft, is daar ooit van gerept door de concentratie-leiders in den verkiezings strijd? Wij herinneren er ons niemendal van. De verkiezingsstrijd ging niet tegen den G. G. Idenburg, "maar legen de koloniale politiek van do rogcering. Met dc vervanging van dc Waal Malefijt door Pleyle word aan die po litiek 'n einde gemaakt en 'n nieuws koers aangeduid- Waarom zou de regeering dan den lieer Idenburg, wiens bekwaamheden door geen vrijzinnige betwist worden, terugroepen? Wel ke Spaansclic toestanden zouden wij liicr krij gen, indien bij; elke kabinetswisseling ook dc ambtenaren vervangen moesten worden 1 Do opzet der clericalen is duidelijk. Zij had den reeds in hun politieke verbeelding Iden burg zien vallen als slachtoffer van vrijziu- tiiige godsdiensthaat" Dat zou me 'n buiten kansje geweest zijn: Idenburg, de bekwame gouverneur-generaal van Indië terugroepen omdat hij „christelijk" was, zich de zonding goedgezind toonde, de verbreiding van het Evangelie bevorderde I Ilebben we niet gelijk gehad, hooren wij de Sliclilsche al jubelen, hebben we niet gelijk gehad,, toen wij u wijs maakten, dat ak verkiezingsstrijd ging: voor of tegen den Christus! En nu: es ware zu schön gewesen, es hat nicht sollen sein! Die inconsequente liberalen toch! Politiek Overzicht De staatsgreep in China. De gewelddaad, die president Juansjikai heeft gepleegd, om zioh te vrijwaren tegen verde're oppositie van zijne in dé Kwoming- taing-parlij vereenigde tegenstanders in het parlement, geeft aanleiding om zijne hande lingen streng te bcoordeelen. Een zachter licht wordt daarop geworpen door eenige mededeelingen, die de Neue Freie Presse heeft ontvangen van een zegsman, die als een nauwkeurige Ikenneir van den toestand .in Chi na wordt aangeduid. Deze schrijft: De Europeesche pers ziet in de door Juatn- sjikai verordende afzetting van 320 senatoren en afgevaardigden een staatsgreep. Van -hot standpunt Van het in China heerschende con- slilulioneele recht ikan de daad van den nieuwgekozen presidetnt natuurlijk niet anders genoemd worden, al is zij ook slechts een daad van noodweer legen de blijkbaar nog altijd niet ophou dende intriges van de nationalistische o1 Kwomingtang-parlij. Uit de politie- en militaire maatregelen, die Juansjikai gelijk tijdig heeft genomen, is duidelijk tc zién, dat de president preoies weet wat hij van zijne gezworen vijanden heeft te verwachten. Dat het hier werkelijk te doen is om eene daad van rechtmatige noodweer, blijkt terstond wanneer men de zaken in hun verband be schouwt. Bijna een jaar hadden dc Chincosche volks vertegenwoordigers in Peking met eindelooj gekibbel onder elkaar en met, de voorloopigi regeering vermorst. In den Senaat hadden do Kwoniingtangs de overwegende meerderheid in het huis van algevaardigden cenc sterke minderheid. Het presidium van dc beide hui zen echter stond in de omgekeerde verhou ding. Dc< discussion over dc definitieve grond wet leidden bij dc onecnigheid van de par tijen cn later ook de stelselmatige obstructie van dc radicalen tot geen positieve uitkomst. Onder deze omstandigheden kon ook niet to» de zoo urgente verkiezing van een definitief hoofd van den staal worden overgegaan. D® Kwoniingtangs hadden cr alle 'belang bij don termijn van deze verkiezing uit te stellen, omdat or ondanks hunne agitatie weinig kan» bestond, dat iemand anders dan Juansjikai uil dc stembus te voolrschijn zou komen, se dert de gematigde parlij.cn zich bij elkaar haddon gevoegd. Zoo was dus de obstructie van elke poging om overeenstemming tc krijgen over do nieu we grondwet, hot reglement van orde dei beide huizen en de regeeringsonlwerpen, vooi hem het meest geschikte middel. Zij gebruik ten den tijd voor eindeloozc klachten en grie ven togen de regeering en tot opruiing van de provinciën en van hel logcr tegen liet ka binet en vooral tegen den gdhaten persoon van den voorloopigcn president, totdal einde lijk deze aanhoudende intriges on opruiingen leidden tol de uitbarsting van dc voor eenige weken ondordrukto tegenomwenteling. Nadat deze was onderdrukt en bijna alle leiders dei oppositie naar hol buitenland waren gevlucht, was het den gematigden eindelijk mogelijk het velrzuimde voor een deel in te halen. Toen de verkiezing van den president voor bij was, begon dé oppositie van de Kwo- mingtang \Voer mei nieuwe kracht. Er ston den geene andere middelen om do Ixdeimme- ringen, die nog altijd aan de inrichting van het staatsgezag in den weg stonden, uit dea weg to ruimen, ter beschikking van Juansji kai, cn met hejt oog op do volstrekte noodza kelijkheid om hut chaotische bestuur zoo spoedig mogelijk te hervormen, heeft de pro sident het mes gezol aan dén wortel van hol kwaad. Hij bereikt nu de zuivering van het parlement door dc vernietiging van die par tij, welker leden bijna allen in do legen-om wenteling betrokken waren geweest. Daar hot partijwezen in China nog zeer labiel en onontwikkeld-is en hoofdzakelijk in persoon lijke eerzucht, zonder vaststaande politieke beginselen an zonder een juist besef daarvan, zich doet gelden, is het onheil, dat Juansjikai door zijn parlementairen staatsgreep aai*- riaht, niet zoo groot als het zich in de veile en met onze Europecsche oogen bekeket voordoet. Wanneer Juansjikai met verstandig beleid zich toelegt op hel herstel van dc ordi in hel land, dan kan hij verzekerd zijn vat den steun der groote meerderheid in alle virc dol Levende cn gematigde bevoLkingsKna' gon. Zooals wel te voorzien was, heeft hel be sluit, waardoor een zoo groot deel van de le den der nationale vergadering van hun ambt werden ontzet, bij de andere leden den lust doen vergaan om vorder deel te nemen aan den parlementairen arbeid. In eene verleden -%.it de hoofden van politieke partijen gaat het als met de koppen van slangen; zij wor den dioor dien staart vooruitgeschoven. EN ZIJN ZEVEN ZORSEN. 16 DOOR MARIE DIERS. De Meimaand ging voorbij, Juni ook, de lieete hondsdagen kwamen, en de schilderes ging toch niét weg. Toen eindelijk had Joost gezogd: „Ik (kan mij nu mijn leven ndet meer zonder U Voorstéllen. Zou U mij en mijn huis willen?" Ilij wend vaalbleek van opwinding, toen hij dal zeide. Dat waren woordén, die tegelijk niet de beelden, die hem voor don geest tra den, hom bijna uit zijn roes deden ontwaken. Zijn huis waaraan hij niet meer gedacht had, steeg langzaam, alsof het uit den grond opwies, voor zijn geestesooig op. Hij zag zijn dochters, de zevon zorgen, hij zag al zijn ver trekken, alle groote en kleine dingen van het dagelijksch leven, al het werkelijke, bestaan de, dat zulk een machtigen invloed op hom had; dat alles zag hij plotseling weer tegen over zich en zijn hart ging er weer voor voe len. Hij zag en vergeleek de trotsche, koele, hem nog steeds wat vreemde verschijning der aangebeden vrouw met deze 'beelden, de sim- eenvoudige, zanfibrenaerde en toch voor hem: machtige, almachtige beelden „Dat weert ik nog niet," zei Ilildébrand Klausen. Zij zei het even onverschillig, als' ze do meeste dingen zei, een klein beetje spottend, daar zij voor zidh (hot waardelooze van ai hel bestaande had leeren inzien, maar toch niet zóó zeer, dat liet kwetsen kon. Zij haalde dc schouders op, maar liet loch allies onzeker blijven, schuldde hem niet dadelijk af, zooals men de al te vrijpostig wordende opdringe righeid van het verwende kind alwcert. 'Het gebeurde in den salon vanl Mevrouw Motte op een a\ond in Juli. Den géheelen dag had het geregend. In de overvolle en aneer dan elegante ruimte stonden een half dozijn va zen met rozen uit de tuinen van den kanton rechter en den dokter. Zij waren' bijna ver welkt en geurden zoo sterk, dat Hildegard er hoofdpijn van had gekregen. Doodmoe was ze van dien sterken geur en van dc eischen van het leven dat zoovéél van haar vorderde. In *t diepste van haar hart wist ze al, dat het voor haar onmogelijk was, dc vrouw van dokter Joost te worden. Nog •voor tien jaar misschien had ze 'l kunnen doen, had ze Iris- sohen levensmoed en veerkracht voor dit huis in de Poortstraat, voor dezen naïeven en. ster ken main, voor eigen (kinderen, voor stiefkin deren gehad. Heden niet meer. Zij was bang voor banden, voor de cisëhen van zulle een leven, in 't algemeen voor een krachtiger levensvorm dan den haren van iïil Maar ze was zelfs beangst voor de mogelijkheid, dat ze „neen" zou moeten zeggen. Ze wildé het einde nog niet, de breuk,, ze wilde nóg niet dadelijk deze grooté gebeurtenis, welke mis schien de laatste zou zijn, uit haar Icvan laten we«0éljjd-en. Als ze tol zich zeil zeide: Houd ik dan ^an dien Eberhard Joost, dat ik zoo bang ben voor het teinde? dan bezat ze waarheids liefde genoeg, om dit niet te ontkennen. Ze voelde zelfs, dat deze man vroeger voor haar hemel en aarde had kunlnen zijn. Ze deed, alsof ze met hem spotte, en lag toch eigen lijk op haar knieën voor hem, voor zijin eer lijke, onvermoeide kracht, voor zijn redn hart, voor zijn och zoo oneindig geliefd gezicht. Zo li'sekl vc\n zijn stem, van z"n stap, ze stond sidderendi voor de ophanden zijnde scheiding als voor een gro'olc, hopelooze leegte, maar in haar liefde was niet genoeg ikracht en sterkte om aan haar krachtelooze voeten haar matte handen moed en licht voor iden moge- lijken, nieuwen levensweg mee te tgeven. „Je weet het nog niet," zei Eberhard Joosl haar met zijn diepe stem na. Hij noemde haar voor den eersten keer met de lippen „Jij". Hij stond voor haar en streed, terwijl hij op haar neerkeek, een zwaren strijd. Het scheen hem nu onmogelijk, te beproeven, haar to't een toestemmend antwoord te bewegen, daar hij zoo duidelijk zijn huis, -dat hij aan te bieden had', voor zich zag. Maar aan den an deren kant wist hij ook niet, wat er van hem zou worden, als deze wenscli niet in vervul ling ging. „Oüh, wilt lU zoo goed zijn-, het raam te openen," vroeg ze, en toen hij gehoorzaamde, zei ze* diep ademhalend: „Hè wat doet die vochtige lucht iemand goedl" Hij bleef bij het raam slaan en keek van daar met wanhopige- oogen naar haar. „Vandaag, krijg ik haar tot niets" dacht hij. „En ik weet niet, wat het einde van dit alles zal zijn. Ik ga maar héén. Doch thuis verteert me wear het verlangen naar haar. Adh- waarom heeft1 men toch lief? Om zoo nameloos te lijden. Kan de liefde dan niet tot geluk voeren? Ik weet het niet, sei ri; vandaag geloof ik het niet meer." Hij ging naar haar toe. „Laten we elkaar tenminsLe een kus geven!" smeekte hij. „Ik geloof, dal ik liet dan gemakkelijker zou dra gen." „Wat?" vroeg ze in plolselingen angst, ter wijl zo hem aankeek. Geloofde hij het nu ook reeds niet meer? Kwam de scheiding zoo spoedig? Hij antwoordde haar niet Hij was zijn woorden en haar vraag vergeten, toen zij de oogen zoo groot, zoo bang, met zulk een lee denen glans er in, tot hom opsloeg. Hij trok haar naar zich toe dn kuste haar, buiten zioh zelf van smart of geluk, of beide. Toen maakte zich plotseling een vage, groote schrik van hem meesteir, en. hij liet haar uit zijn armen glijden, keerde zich van haar af en een oogen- blik lator liep hij buiten in den stroomenden regen. Zoodra hij in dq Poortstraat kwam, zag hij ■voor zijm huis zijn eigen koetsje staan, en de koetsier laadde juist een koffer af. Toem schoot hem lo binnén, dat hediem. Maria thuis kwam om er de zomervaqantie door te brengen. Hij liaki het wel geweien, maar er den geheelen dag niet aan gedacht. Ilij ging de open huisdeur binnen en zag Maria lusgelien haar zudters srtaan. Er was een verward gegons van stemmen en zulk een opwinding, dat in 't eerst naemamd Viader be merkte. Hij stond daar een oogenblik en keek dat alles eens aan. Hij voelde zich èn mat èn ^geestelijk lijdend. Alles kwam hem zoo zon derling onwerkelijk voor. Daar zag Maria hem, maakte zich van al de zustors los e*n vloog op liem toe. 1 Hij voelde zich omhelsd en gekust. Het was hem, of hij het bleoke, hoog opgeschoten meisje van zich af moegl schuiven., maar hij had een. vaag gevoel, dat hij zooiets niet mocht doen. 'Overigons was de omhelzing veel korter cn aarzelender, dan het hem voorkwam. Nu cergt zag hij; dat in een hoekje van de gang een arbeider stond te wachten. Met de pet in de hand kwam hij dichterbij. „Dokter, zou U niet zoo goed willen zijn, om eens da-; dolijk naar mijn vrouw te komen kijken? Ut/ gaal slecht. De baker zegt Ja, ja, ik Qcom." Het was een verandering voor hem, dat hij onmiddellijk zijn huis weer kon verlaten en dooi* den regen moest gaan naar arbeid en inspanning. Hier was hot hem, alsof dc muren op hem dreigden te vallen. De vrouw was cr sieaht aan toe, hij kwam le laat. 'Dominee Moritz was ook in het lage, donkere veilrelc. Ilij. zei dadelijk met groo( verwijt in zijn Iieesche stem tot den dokter, toen deze over den drempel trad: „Waarop komt U nu eerst? Waar was U? De man heen. U niet kunnen vinden. Niemand kon hem zegP gen, waar U was."' Waar dk was dacht dokter Joost. Hij bleef het antwoord schuldig. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1