Premie voor onze Lezers.
S2tk> Jaargang
DE E EM LAN DER".
Maandag 17 November 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
2Swa 121
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
l/itgevers: VALKHOFF C&
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoort v. f l.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rogelsf 0.5C,
Elke regel meor0.1<X
Dionstlianbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeor voordeolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement,
Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt of
aanvraag toegezonden.
Door een overeenkomst met een
bekende firma te Amsterdam,
zijn wij in staat gesteld, onzen
lezers eene Iraaie premie tegen
zeer lagen prijs te kunnen aan
bieden, n.l. zes prachtige repro
duction in orgineele kleuren naar
Oud?iiollandsche meesters, voor
den prijs van i 2.00 (Franco thuis).
Tegen inlevering van onder
staanden Don kan men na betaling
van genoemd bedrag, deze repro
duction, in een keurige portefeuil
le vervat, aan ons bureau ver
krijgen.
De reproducties, welke een af
meting hebben van 40 bij 50 cJl.,
zijn naar de volgende meesters
A, van Ostade„Haringvrouwtje".
Frans Hals: „De vrooiijke drin-
ker". IJ. fi. Dreukelenkam: „Ver
trouwelijk gesprek", fi. lietzu
„Het ontbijt". J. JI. Molenaar
„Dame aan 't Klavier", Job. Ver
meer „Het Melkmeisje".
De Administratie.
De ondergeteekende verzoekt
te mogen ontvangeu, tegen beta,
ling van t 2.00 (Franco thuis;,
de premie-uitgave van bet Ainersi
Dagblad, zes reproducties in
ongineeiekleuren naar Oud-Holl.
meesters.
Naam
Woonplaats
Dezen bon in te zenden: Bureau
Aniersi. Dagblad, Utr. Mr. 1
Amersfoort.
Ikroniek van de Week.
Ilot nauwelijks gchoo Ic is geschied. De
miu en van de onnoembare veste d sociaal
democratie, Amsterdam III, zijn door de vrij
zinnigen beklommen eii mot de hulp dor
rechtsohc partij,on, is de roode bezetting ver
jaagd. Ondanks het verbod van dr. Kuyper, ja
zelfs ondanks de vermaning van de Sticlit-
sche Courant, hebben de re.htsche kiezers in
prooien getale aan den strijd deelgenomen.
Schande, zeggen de S. D. A. P.'ers, schande
over dc vrijzinnigen, die de hulp der clerl-
calen aanvaarden om 'n zot el lie te veroveren,
Eilieve, hebbon die S. D. A. P.'ers het ook
gehande" genoemd, toen zij dezen zomer
dank zij den direelen of indireden steun van
rechts, ndet één, maar 'n half diozijn kamerze
tels bemachtigden? En zouden zü liet „schan
de" over hun eigen hoofd uitgesproken heb
ben, indien de rechlsche kiezers dr. Kuyper's
advies gevolgd hadden en dientengevolge
Ou de geest gekozen was?
De overwinning in Amsterdam III stemt
ons echter niet al tc opgewonden. Het is 'n
effectsloot geweest. Dat het juist Troelstra's
district was,' geeft aan deze overwinning iets
pikants, wat zij anders gemist zou hebben
Maar wij kunnen niet meezingen in het luid
ruchtige zegekoor van al tc enthousiaste vrij
zinnigen.
De soc.-dem. candidaat behaalde Dinsdag
j.l. 60S2, en in Juni 7309 st'cmmcn; maar in
Juni heette die candidaat Troelstra, en nu
heette hij Oudegeest. Weegt geene 1000 stem
men zwaarder dan deze, het steramenver-
schil is verklaard.
En wat ook niet weg te cijferen is: Oude
geest verkreeg bij eerste stemming slechts 200
stemmen minder, bij de herstemming zelfs
1250 stem men meer dan Polak in Juli van
dit jaar! Polak werd gekozen met 4830, Oude
geest valt met 6080!
Waarlijk, de roode beer is nog niet doo-
delijk gewond, al heeft men hem 'n tand uit
den bek geslagen
Twee factoren hebben meegewerkt om de
vrijzinnigen de zege te doen behalen: lo. het
ontwaakte besef, dat Amsterdam III geen
hopeloos district is en slechts door laksheid
en moedeloosheid 'n gemalckelijlke buit der
S. D. A. P. geworden was; 2o. dc steun van
'n groot deel der rechlsche kiezers, welke
steun bij 'n tiissohentijdschc verkiezing mo
gelijk is, doch waarop hij algemeene vei He-
zingen niet te rekenen valt; wij hebben daar
om weinig hoop, dat de vrijzinnigen zich lang
in dit district zullen handhaven.
Wat deze verkiezing geleid heeft is dit, dat
hot „socialistische gevaar", waarvoor velen
zoo verschrikkelijk bang zijn, schromelijk
overdreven, voorgesteld wordt, en dat het
„roode spook", waarmee in verkiezingsdagen
en ook wel in gesloten tijd de rechlsche pro
pagandisten zoo graag manoeuvreeren, in
derdaad niet anders dan 'n... soook ls.
Voor socialistische ovorheerscliing bestaat
eerst dan vrees, wanneer het aantal soc.-dem.
kamerleden de 40 nadert. Maar daarvoor be
hoeven wiji in de naaste toekomst nog niet Ie
zuchten, nu zoo juist de eenige „vaste" socia
listische zetel door 'n liberaaal bezet gewor
den is.
Zoo onbeduidend is nog het roode gevaar,
dat de vrijzinnigen en de clericalen elkaar
slechts de pink hebben te reiken en de ge-
heelc soc.-dem. kamerfractie is weggevaagd.
Het is goed, dat zulks eens aangetoond
wordt. Want er zijn er in ons land, die zou
den willen aansturen op 'n verhond van libe
raal cai clericaal legen de sociaal-demo ci-a-
Lie. De tijd is daarvoor nog niet gekomen en
zal eerst aanbreken, wanneer de sociaal-de
mocratie gevaarlijk begint te worden. Twee
machtige vijanden verstaan zich ndet om één
kiein vijandje te dooden.
Van 'n verbond van vrijzinnigen en clcri-
oalen zouden slechts de loatsten proliteercn.
Hel is 'n zeer slechte taktiek om 'n- onigevaar-
kijken vijand te verzwakken en 'n machtigen
vijand tie versterken. De rechlsche kiezers in
Amsterdam 111, die Olbo stemden, bewezen
dan ook slechter tactici te zijn dan dr. Kuy
per en dc andere pohhck-kristulijke slLmme-
lingon, die begrijpen, dat hot voor hen beter
is den socialisten n paar zetels te gunnen
dan de vrijzinnigen nog sterker te maken.
Maar om dat in te zien moet men „politick-
christen" zijn, d. w. z. zéér politiek en wei
nig christelijk; de meeste rechlsche kiezers
zijn editor in tegenstelling «set hun lei
ders weinig politiek en zéér christelijk.
Do Tweede Kamerleden smullen nu van
dc Indisdie begroeting.
De groate mannen van rechts, Schourer,
Ankerman, Van Veen en Boogaerdt hebben
hun tandon er in gezet, maar zij aten met
kin?e tanden. Het gebraad was te zwaar voor
hun politieke maag cn zij weten niet al te
best met vork en met lepel om te gaan. Maar
gelukkig vonden ze bij hun bord nog 'n des
sertlepel en die gebruikten zijn voor de juz,
waarmee licit gebraad overgoten was. En die
juz smaakte "hun zoo goed, dart. zij het vleesch
maar liever overlieten aan hun linksche ta
felburen, Fock, Bos en Van Vollonhoven, die
voorsnijden beter verstaan.
In het oog der clericalen is Indié niet veel
anders dan Tn zondingsterrcin, waarvan ieder
voor zich 'n zoo groot mogelijk stuk wil af
snijden. Om elkaar niet te liindxsrcn, zouden
zij maar liefst 'n verdeelihg maken en ieder
kerkgenootschap 'n eigen gebied aanwijzen.
Op kleine schaal zijn ze er reeds mee be
gonnen en onder den vorigeni minister van ko
loniën en den gouverneur- generaal Idenburg
konden zij gedaan krijgen, wat zij wilden.
Maar ziet, nu is de Waal Malefijt heengegaan
en het nieuwe bewind houdt er geheel an
dere denkbeelden op na.
De hoeren van rechts hadden bij het op
rapen der kaarten op 'n troep gehoopt, die
zij niet gekregen hebben. Zij zouden o zoo
gaarne gezien hebben, dort de heer Idenburg
gevallen was als slachtoffer van het nieuwe
régime. De nieuwe minister, zoo zeggen zij,
had Idenburg moeten terugroepen; in den
vorkiczingstrijd hebben de liberalen het beleid
van den minister en den gouverneur-generaal
zoo kras bestreden, dat zfj nu ook consequent
moeten zijn cn Idenburg terugroepen; doen
zij dat niet, dan erkennen zii. dat die verklc-
zingsaolie 'n leugen was. Overigens wordt
ontkend, dat rechts ooit aan kerst eningspo-
liliick gedaan heeft en van regeeringswege
Indië wilde kerstienen.
Dit laatste stemt tot blijdschap; de energie,
waarmede dc clericalen de beschuldiging van
kcrsteningspoliliek afwijzen, bewijst, dat ook
zij het noodlottige en avontuurlijke er van in
zien.
Maar wat nu hert terugroepen van Iden-
burg betreft, is daar ooit van gerept door
de concentratie-leiders in den verkiezings
strijd? Wij herinneren er ons niemendal van.
De verkiezingsstrijd ging niet tegen den G. G.
Idenburg, "maar legen de koloniale politiek
van do rogcering. Met dc vervanging van dc
Waal Malefijt door Pleyle word aan die po
litiek 'n einde gemaakt en 'n nieuws koers
aangeduid-
Waarom zou de regeering dan den lieer
Idenburg, wiens bekwaamheden door geen
vrijzinnige betwist worden, terugroepen? Wel
ke Spaansclic toestanden zouden wij liicr krij
gen, indien bij; elke kabinetswisseling ook dc
ambtenaren vervangen moesten worden 1
Do opzet der clericalen is duidelijk. Zij had
den reeds in hun politieke verbeelding Iden
burg zien vallen als slachtoffer van vrijziu-
tiiige godsdiensthaat" Dat zou me 'n buiten
kansje geweest zijn: Idenburg, de bekwame
gouverneur-generaal van Indië terugroepen
omdat hij „christelijk" was, zich de zonding
goedgezind toonde, de verbreiding van het
Evangelie bevorderde I Ilebben we niet gelijk
gehad, hooren wij de Sliclilsche al jubelen,
hebben we niet gelijk gehad,, toen wij u wijs
maakten, dat ak verkiezingsstrijd ging: voor
of tegen den Christus!
En nu: es ware zu schön gewesen, es hat
nicht sollen sein!
Die inconsequente liberalen toch!
Politiek Overzicht
De staatsgreep in China.
De gewelddaad, die president Juansjikai
heeft gepleegd, om zioh te vrijwaren tegen
verde're oppositie van zijne in dé Kwoming-
taing-parlij vereenigde tegenstanders in het
parlement, geeft aanleiding om zijne hande
lingen streng te bcoordeelen. Een zachter
licht wordt daarop geworpen door eenige
mededeelingen, die de Neue Freie Presse
heeft ontvangen van een zegsman, die als een
nauwkeurige Ikenneir van den toestand .in Chi
na wordt aangeduid. Deze schrijft:
De Europeesche pers ziet in de door Juatn-
sjikai verordende afzetting van 320 senatoren
en afgevaardigden een staatsgreep. Van -hot
standpunt Van het in China heerschende con-
slilulioneele recht ikan de daad van den
nieuwgekozen presidetnt natuurlijk niet
anders genoemd worden, al is zij
ook slechts een daad van noodweer
legen de blijkbaar nog altijd niet ophou
dende intriges van de nationalistische
o1 Kwomingtang-parlij. Uit de politie- en
militaire maatregelen, die Juansjikai gelijk
tijdig heeft genomen, is duidelijk tc zién, dat
de president preoies weet wat hij van zijne
gezworen vijanden heeft te verwachten. Dat
het hier werkelijk te doen is om eene daad
van rechtmatige noodweer, blijkt terstond
wanneer men de zaken in hun verband be
schouwt.
Bijna een jaar hadden dc Chincosche volks
vertegenwoordigers in Peking met eindelooj
gekibbel onder elkaar en met, de voorloopigi
regeering vermorst. In den Senaat hadden do
Kwoniingtangs de overwegende meerderheid
in het huis van algevaardigden cenc sterke
minderheid. Het presidium van dc beide hui
zen echter stond in de omgekeerde verhou
ding. Dc< discussion over dc definitieve grond
wet leidden bij dc onecnigheid van de par
tijen cn later ook de stelselmatige obstructie
van dc radicalen tot geen positieve uitkomst.
Onder deze omstandigheden kon ook niet to»
de zoo urgente verkiezing van een definitief
hoofd van den staal worden overgegaan. D®
Kwoniingtangs hadden cr alle 'belang bij don
termijn van deze verkiezing uit te stellen,
omdat or ondanks hunne agitatie weinig kan»
bestond, dat iemand anders dan Juansjikai
uil dc stembus te voolrschijn zou komen, se
dert de gematigde parlij.cn zich bij elkaar
haddon gevoegd.
Zoo was dus de obstructie van elke poging
om overeenstemming tc krijgen over do nieu
we grondwet, hot reglement van orde dei
beide huizen en de regeeringsonlwerpen, vooi
hem het meest geschikte middel. Zij gebruik
ten den tijd voor eindeloozc klachten en grie
ven togen de regeering en tot opruiing van
de provinciën en van hel logcr tegen liet ka
binet en vooral tegen den gdhaten persoon
van den voorloopigcn president, totdal einde
lijk deze aanhoudende intriges on opruiingen
leidden tol de uitbarsting van dc voor eenige
weken ondordrukto tegenomwenteling. Nadat
deze was onderdrukt en bijna alle leiders dei
oppositie naar hol buitenland waren gevlucht,
was het den gematigden eindelijk mogelijk
het velrzuimde voor een deel in te halen.
Toen de verkiezing van den president voor
bij was, begon dé oppositie van de Kwo-
mingtang \Voer mei nieuwe kracht. Er ston
den geene andere middelen om do Ixdeimme-
ringen, die nog altijd aan de inrichting van
het staatsgezag in den weg stonden, uit dea
weg to ruimen, ter beschikking van Juansji
kai, cn met hejt oog op do volstrekte noodza
kelijkheid om hut chaotische bestuur zoo
spoedig mogelijk te hervormen, heeft de pro
sident het mes gezol aan dén wortel van hol
kwaad. Hij bereikt nu de zuivering van het
parlement door dc vernietiging van die par
tij, welker leden bijna allen in do legen-om
wenteling betrokken waren geweest. Daar
hot partijwezen in China nog zeer labiel en
onontwikkeld-is en hoofdzakelijk in persoon
lijke eerzucht, zonder vaststaande politieke
beginselen an zonder een juist besef daarvan,
zich doet gelden, is het onheil, dat Juansjikai
door zijn parlementairen staatsgreep aai*-
riaht, niet zoo groot als het zich in de veile
en met onze Europecsche oogen bekeket
voordoet. Wanneer Juansjikai met verstandig
beleid zich toelegt op hel herstel van dc ordi
in hel land, dan kan hij verzekerd zijn vat
den steun der groote meerderheid in alle
virc dol Levende cn gematigde bevoLkingsKna'
gon.
Zooals wel te voorzien was, heeft hel be
sluit, waardoor een zoo groot deel van de le
den der nationale vergadering van hun ambt
werden ontzet, bij de andere leden den lust
doen vergaan om vorder deel te nemen aan
den parlementairen arbeid. In eene verleden
-%.it de hoofden van politieke partijen gaat
het als met de koppen van slangen; zij wor
den dioor dien staart vooruitgeschoven.
EN ZIJN ZEVEN ZORSEN.
16 DOOR
MARIE DIERS.
De Meimaand ging voorbij, Juni ook, de
lieete hondsdagen kwamen, en de schilderes
ging toch niét weg. Toen eindelijk had Joost
gezogd: „Ik (kan mij nu mijn leven ndet meer
zonder U Voorstéllen. Zou U mij en mijn huis
willen?"
Ilij wend vaalbleek van opwinding, toen hij
dal zeide. Dat waren woordén, die tegelijk
niet de beelden, die hem voor don geest tra
den, hom bijna uit zijn roes deden ontwaken.
Zijn huis waaraan hij niet meer gedacht
had, steeg langzaam, alsof het uit den grond
opwies, voor zijn geestesooig op. Hij zag zijn
dochters, de zevon zorgen, hij zag al zijn ver
trekken, alle groote en kleine dingen van het
dagelijksch leven, al het werkelijke, bestaan
de, dat zulk een machtigen invloed op hom
had; dat alles zag hij plotseling weer tegen
over zich en zijn hart ging er weer voor voe
len. Hij zag en vergeleek de trotsche, koele,
hem nog steeds wat vreemde verschijning der
aangebeden vrouw met deze 'beelden, de sim-
eenvoudige, zanfibrenaerde en toch voor
hem: machtige, almachtige beelden
„Dat weert ik nog niet," zei Ilildébrand
Klausen.
Zij zei het even onverschillig, als' ze do
meeste dingen zei, een klein beetje spottend,
daar zij voor zidh (hot waardelooze van ai hel
bestaande had leeren inzien, maar toch niet
zóó zeer, dat liet kwetsen kon. Zij haalde dc
schouders op, maar liet loch allies onzeker
blijven, schuldde hem niet dadelijk af, zooals
men de al te vrijpostig wordende opdringe
righeid van het verwende kind alwcert.
'Het gebeurde in den salon vanl Mevrouw
Motte op een a\ond in Juli. Den géheelen dag
had het geregend. In de overvolle en aneer dan
elegante ruimte stonden een half dozijn va
zen met rozen uit de tuinen van den kanton
rechter en den dokter. Zij waren' bijna ver
welkt en geurden zoo sterk, dat Hildegard er
hoofdpijn van had gekregen. Doodmoe was
ze van dien sterken geur en van dc eischen
van het leven dat zoovéél van haar vorderde.
In *t diepste van haar hart wist ze al, dat
het voor haar onmogelijk was, dc vrouw van
dokter Joost te worden. Nog •voor tien jaar
misschien had ze 'l kunnen doen, had ze Iris-
sohen levensmoed en veerkracht voor dit huis
in de Poortstraat, voor dezen naïeven en. ster
ken main, voor eigen (kinderen, voor stiefkin
deren gehad. Heden niet meer. Zij was bang
voor banden, voor de cisëhen van zulle een
leven, in 't algemeen voor een krachtiger
levensvorm dan den haren van iïil Maar ze
was zelfs beangst voor de mogelijkheid, dat
ze „neen" zou moeten zeggen. Ze wildé het
einde nog niet, de breuk,, ze wilde nóg niet
dadelijk deze grooté gebeurtenis, welke mis
schien de laatste zou zijn, uit haar Icvan laten
we«0éljjd-en.
Als ze tol zich zeil zeide: Houd ik dan ^an
dien Eberhard Joost, dat ik zoo bang ben
voor het teinde? dan bezat ze waarheids
liefde genoeg, om dit niet te ontkennen. Ze
voelde zelfs, dat deze man vroeger voor haar
hemel en aarde had kunlnen zijn. Ze deed,
alsof ze met hem spotte, en lag toch eigen
lijk op haar knieën voor hem, voor zijin eer
lijke, onvermoeide kracht, voor zijn redn hart,
voor zijn och zoo oneindig geliefd gezicht. Zo
li'sekl vc\n zijn stem, van z"n stap, ze stond
sidderendi voor de ophanden zijnde scheiding
als voor een gro'olc, hopelooze leegte, maar
in haar liefde was niet genoeg ikracht en
sterkte om aan haar krachtelooze voeten haar
matte handen moed en licht voor iden moge-
lijken, nieuwen levensweg mee te tgeven.
„Je weet het nog niet," zei Eberhard Joosl
haar met zijn diepe stem na. Hij noemde
haar voor den eersten keer met de lippen
„Jij". Hij stond voor haar en streed, terwijl
hij op haar neerkeek, een zwaren strijd. Het
scheen hem nu onmogelijk, te beproeven, haar
to't een toestemmend antwoord te bewegen,
daar hij zoo duidelijk zijn huis, -dat hij aan te
bieden had', voor zich zag. Maar aan den an
deren kant wist hij ook niet, wat er van hem
zou worden, als deze wenscli niet in vervul
ling ging.
„Oüh, wilt lU zoo goed zijn-, het raam te
openen," vroeg ze, en toen hij gehoorzaamde,
zei ze* diep ademhalend: „Hè wat doet
die vochtige lucht iemand goedl"
Hij bleef bij het raam slaan en keek van daar
met wanhopige- oogen naar haar. „Vandaag,
krijg ik haar tot niets" dacht hij. „En ik
weet niet, wat het einde van dit alles zal zijn.
Ik ga maar héén. Doch thuis verteert me wear
het verlangen naar haar. Adh- waarom heeft1
men toch lief? Om zoo nameloos te lijden.
Kan de liefde dan niet tot geluk voeren? Ik
weet het niet, sei ri; vandaag geloof ik het
niet meer."
Hij ging naar haar toe. „Laten we elkaar
tenminsLe een kus geven!" smeekte hij. „Ik
geloof, dal ik liet dan gemakkelijker zou dra
gen."
„Wat?" vroeg ze in plolselingen angst, ter
wijl zo hem aankeek. Geloofde hij het nu ook
reeds niet meer? Kwam de scheiding zoo
spoedig?
Hij antwoordde haar niet Hij was zijn
woorden en haar vraag vergeten, toen zij de
oogen zoo groot, zoo bang, met zulk een lee
denen glans er in, tot hom opsloeg. Hij trok
haar naar zich toe dn kuste haar, buiten zioh
zelf van smart of geluk, of beide. Toen maakte
zich plotseling een vage, groote schrik van
hem meesteir, en. hij liet haar uit zijn armen
glijden, keerde zich van haar af en een oogen-
blik lator liep hij buiten in den stroomenden
regen.
Zoodra hij in dq Poortstraat kwam, zag hij
■voor zijm huis zijn eigen koetsje staan, en de
koetsier laadde juist een koffer af. Toem schoot
hem lo binnén, dat hediem. Maria thuis kwam
om er de zomervaqantie door te brengen. Hij
liaki het wel geweien, maar er den geheelen
dag niet aan gedacht.
Ilij ging de open huisdeur binnen en zag
Maria lusgelien haar zudters srtaan. Er was
een verward gegons van stemmen en zulk een
opwinding, dat in 't eerst naemamd Viader be
merkte. Hij stond daar een oogenblik en keek
dat alles eens aan. Hij voelde zich èn mat èn
^geestelijk lijdend. Alles kwam hem zoo zon
derling onwerkelijk voor. Daar zag Maria
hem, maakte zich van al de zustors los e*n
vloog op liem toe.
1 Hij voelde zich omhelsd en gekust. Het was
hem, of hij het bleoke, hoog opgeschoten meisje
van zich af moegl schuiven., maar hij had een.
vaag gevoel, dat hij zooiets niet mocht doen.
'Overigons was de omhelzing veel korter cn
aarzelender, dan het hem voorkwam.
Nu cergt zag hij; dat in een hoekje van de
gang een arbeider stond te wachten. Met de
pet in de hand kwam hij dichterbij. „Dokter,
zou U niet zoo goed willen zijn, om eens da-;
dolijk naar mijn vrouw te komen kijken? Ut/
gaal slecht. De baker zegt
Ja, ja, ik Qcom."
Het was een verandering voor hem, dat hij
onmiddellijk zijn huis weer kon verlaten en
dooi* den regen moest gaan naar arbeid en
inspanning. Hier was hot hem, alsof dc muren
op hem dreigden te vallen.
De vrouw was cr sieaht aan toe, hij kwam
le laat. 'Dominee Moritz was ook in het lage,
donkere veilrelc. Ilij. zei dadelijk met groo(
verwijt in zijn Iieesche stem tot den dokter,
toen deze over den drempel trad: „Waarop
komt U nu eerst? Waar was U? De man heen.
U niet kunnen vinden. Niemand kon hem zegP
gen, waar U was."'
Waar dk was dacht dokter Joost. Hij
bleef het antwoord schuldig.
Wordt vervolgd