Van den Hak op den Tak.
•II 1
Gestolen effecten. Wij lezen hier
omtrent nog in het Hbld.:
Ongeveer drie jaar geleden werd ten na-
deele van twee oude dames te Amsterdam
/voor een waarde van f 4 i 5000 aan effecten
gestolen.
Deze diefstal werd gepleegd onder zeer
eigenaardige omstandigheden. De dames had
den namelijk de gewoonte haar geldswaar
dige papieren in haar rokken te naaien, wan
neer zij uitgingen, om aldus tegen berooving
gevrijwaard te zijn. Maar afdoende was ook
deze maatregel niet.
Wat geschiedde?
Een familielid dier dames wns overleden
en een uitdraagster werd geroepen om wat
oude kleedingstukken uit den inboedel der
overledene 'te koopen. Nu had een der dames
haar rok, waarin voor bovengenoemd bedrag
aan effecten genaoid was, op een stoel neer
gelegd in het sterfhuis. Deze rok geraakte
tusschen dc oude kleedingstukken en werd
door de koopvrouw meegenomen.
Den rok met den kostbaren inhoud mis
send, deed de dame aangifte bij de politie,
die een onderzoek instelde bij de uitdraag
ster, doch zonder resultaat. Wel werd de
rok gevonden, maar de effecten niet en de
opkoopster hield stijf en strak vol, van niets
te weten.
Gisteren nu bood een vrouw bij een Bank
instelling te Amsterdam een effect en ecnige
coupons te Jroop aan. De effecten waren in
dertijd als gestolen gesignaleerd; blijkbaar
dacht men, dat na drie jaar de kust wel vei
lig zou zijn, doch dan rekende men buiten de
activiteit van het Bankpersoneel, want dit
ontdekte, dat het te koop aangeboden effect
destijds ontvreemd was. De politie werd ge
waarschuwd en de vrouw gearresteerd. liet
bleek de uitdraagster te zijn van drie jaar
geleden.
Bovendien werd gisteren eveneens een
tman aangehouden als verdacht van mede
plichtigheid. Er bleken namelijk reeds effec
ten van den diefstal afkomstig verkocht te
zijn.
Beslag op gouden ringen. Ee-
nigen tijd geleden werd een bak met 84 gou
den ringen gestolen uit den horlogewinkel
van den heer Kiela, aan de Bosestraat te
Botterdam, door twee onbekend gebleven ke
rels, die de dochter des huizes sprakeloos
van schrik deden staan.
De Botterdamsche politie heeft thans in een
logement aan de Eerste Lombardistraat 47
ringen, deel uitmakende van de gestolen par
tij, in beslag genomen.
Een varensgezel had ze daar verkocht.
Zedelijke opvoeding. De minister
Van Justitie heeft verklaard, dat ten behoeve
van de verpleging van voogdijkinderen, in
dien geleken is. dat zij niet tot eene godsdien
stige gezind'te bohooren en ook overigens aan
de te stellen eischen is voldaan, aan de ver-
«eniging „Zedelijke Opvoeding"' rijkssubsidie
tal kunnen worden toegekend.
Knnst en Wetenschap.
De Witte Mier. Redacteur en uitge
ver van dit tijdschrift deelen ons mede:
Verschillende omstandigheden noodzaken
ons de uitgave van „De Witte Mier" met het
zooeven verschenen zesde nummer van den
tweeden jaargang te staken. Geen gebrek aan
belangstelling het ruim voldoende aantal
abonné's toch is nog voortdurend stijgende
maar herhaalde ongesteldheden van den re
dacteur en vermeerderde werkzaamheden
van den uitgever in samenwerking met an
dere factoren brengen ons tot dit besluit waar
van we, overtuigd dat „De Witte Mier" niet
tevergeefs gewerkt heeft, de noodzakelijkheid
betreuren. Voor de van verschillende zijden
ondervonden medewerking betuigen wij
gaarne onzen dank.
Allerlei.
Bij den krankzinnigen Koning
Qtto van Beieren.
Twee afgevaardigden van de Beiersche
fegeering, de heeren Cassehnann en
Giehrl, die zich naar het kasteel Für-
stenried hadden begeven om zich op de
hoogte stellen van de gezondheid van koning
Otto. zijn ongeveer drie kwartier bij hem
fgeweest. De „Bayrisaher Kurier* vertelt
hierover het volgende:
„De twee afgevaardigden werden door den
hofmaarschalk baron Stengel in tegenwoor
digheid van den koning gebracht; een prach
tige receptie zaal, maar waarvan de muren
en deuren gecapitonneerd zijn, zooals trou
wens alle appartementen van den zieke. In
den meest donkeren hoek der zaal, tusschen
twee vensters, die slechts een flauw licht
doorlaten, staat voor den gecapitonneerden
muur een flinke, groote man, die zonder op
houden, vlug drie, vier schreden vooruit, dan
drie, vier passen achteruit gaat. zonder ook
maar een oogenblik op een zelfde plaats stil
te staan. Met de handen beschrijft hij steeds
cirkels, zïm vinpers ziin voortdurend in be-
weging. Dan brengt de zieke de hand naar
het hoofd, dan strekt hij haar uit naar den
hemel, steeds pratende; hij stoot onbegrijpe
lijke klanken uit, soms ook vloeken. Voort
durend schijnt hij geluiden te hooren en met
onzichtbare wezens te vechten. Het Is een
aangrijpend schouwspel f
Rij het binnentreden der zaal stelt de hof
maarschalk hen aan den koning voor. Deze
kijkt hen zelfs niet aan. Noch door een woord,
öoch door een beweging geeft hij te kennen,
dat hij het gehoord heeft, doch vervolgt zijn
haastige wandeling, vooruit, achteruit, en
aan de wijze van loopen ziet men reeds, dat
men hier niet met een normaal mensch te
doen heeft Nog twee malen tracht de hof
maarschalk den armen koning te doen be
grijpen, dat men hem komt bezoeken. Het
tevergeefs. ïlet eenige antwoord zijn on
gearticuleerde kreten, heftig uitgestooten en
bijna onverstaanbaar: „Ld!" en „BraT Lü is de
broeder van den ongelukkigen koning, koning
Lodewijk, Bra wat xiin adjudant, roods lang
overleden. Het schijnt dat met baron Stengel
dit de eenige personen zijn, die Hij zich herin
nert. Gedurende tien jaar heeft men bij den
zieke geen enkel helder oogenblik of wat
maar eenigszins daarop gelijkt, kunnen op
merken.
Gedurende uren en halve dagen, zoo ver
telt zijn omgeving herhaalt de zieke op de
zelfde plaats die bewegingen zonder zich door
iets te laten afleiden, steeds dc blik op de
gecapitonneerde muren gevestigd houden
de.
De koning is zeer verouderd, eenigszins
gebogen, het haar en volle baard zijn grijs,
•het oog is dof en gesluierd en de blik ver
raadt de zielsziekte. De koning neemt zijn
voedsel zeer ongeregeld, hij verslindt meer
dan da't hij eet; in een aangrenzende zaal
staat een gedekte tafel, het servet is met ijze-
zen haken aan de tafel bevestigd, toch ge
beurt het meermalen dat de koning de kracht
heeft om het met walt er op staat er af te
trekken en alles m een hoek te gooien
Gedurende het bezoek van de twee afge
vaardigden meende hij zich een oogenblik
onbespied en haasti gliep hij near die ka
mer om een kop thee te gebruiken; eensklaps
zegt de dokter: „Zijne Majesteit wordt gea
giteerd'' en verzoekt de bezoekers zich te
verwijderen en voordat zij zich nog omge
keerd hadden had de zieke met kracht het
tafeltje, waar het zilveren servies op stond
op den grond in den hoek gegooid; en hij
vermaakte zich met elk stuk, het een na het
andere op te rapen en weer op den grond te
gooien.
Het bezoek van de twee afgèvaardigden
eindigde met oen incnortie van de apparte
menten en badkamer. Vier tot vijf bedienden
zijn soms noodig om hem in het bad te hou
den".
Er gaan veel verhalen omtrent den onge-
lnkTH"on koning, men verie>f ook dat hii or>
ziin wandelingen op handen en voeten loopt
en gras eet.
Iets nieuws over Inhoudsmaten
uit den Bijbel.
Door de monniken van hot kloo'ster Maria
Hemelvaart te Jerusalem zijn opgravingen ge
daan op den berg Zion en dece hebben tot
resultaat gehad, dat men de werkelijke in
houd van de, in het Oude Testament zoo dik
wijls genoemde inhoudsmaten vast kan stel
len Een raadsel, waar de bijbelonderzoekers
zich al sedert geruimen tijd mee bezig hou
den, is nu waarschijnlijk opgelost, want op de
vraag naar de oud-Hebreeuwsche maten en
gewichten war» tot nog toe geen bevredigend
antwoo-r-4 gegeven. Wanneer bijv. in den Bij
bel 'sprake was van eene sdhatlin-g van 100
goudtalenten of van 1000 zilvcrtalenten, dan
was het tot nu toe onmogelijk zich een juist
denkbeeld van die som te maken, aangezien
de Hebreeërs of tegelijkertijd, of na elkaar
verschillende maten cn gewichten gebruikten
Waarschijnlijk brachten zij na hun terugkeer
uit de Babylonische gevangenschap in 606 v.
Chr. een geheel nieuw systeem mee.
Door de nieuwe opgravingen is nu, zooals
in dc „Nature" geschreven wordt, een nor
maaltalent aan het licht gekomen, zooals de
Hebreeërs in de tempel bewaarden, en de»ze
maat. die zich nu in de St. Annnkerk m Je
rusalem bevindt, geeft het middel aan om
vele plaatsen uit den Bijbel te verklaren. Zoo
zegt de Bijbel bijv. dat Ezcchias, Koning van
Jutia, aan Sennaherib, Koning van Assyrië.
300 zilvertalenten als schatting betaalde, ter
wijl o-p een zuil, in het Britsch Museum be
waard, in spijkerschrift staat aangegeven, da'
800 zilver talenten aan schatting betaald zouden
zijn. Nu stemmen de mededeelftigen hierin
overeen, doordat het z.g. talent van het hei
ligdom der Joden tot het talent van de As-
syriërs staat als 3 8.
rij de opgravingen op Zion werden nu tal
rijke kleine aarden vaten ontdekt, waarin
men langzamerhand inhoudsmaten herkende.
Men schikte deze vaten volgens de grootteen
stelde vast, dat wanneer men het grootste als
maatcenheid nam. het volgende drie-vierde
van zijn volume, het derde de helft en het
vierde een derde bevatte. Daar maakte men
uit op, dat de Joden eeti ongeveer zelfde maat
hadden als wij, want de inhoud van die vier
maten bedroeg 20. 15, 10 en 5 Liter. In de na
bijheid der gevonden vaten groef men een
deur uit, waarboven het woord „Corban",
waaruit men opmaakte, dat deze dour naar
een gebouw voerde, dat als bewaarplaats
voor de, door de door de wet bepaalde giften,
•diende. Men groef twee uit de rots gehouwen
ruimten op, waarin in de eene zich twee
molfcnsleenen uit bazalt bevonden en in de
andere veertien inhoudsmaten. De maten die
Wilhelmina J. van Zadelhoff, N.-H., van Har
derwijk naar Tuinstraat 14.
Salomon H. de Jong, geb. 1873, Ned.-Isr., ex-
portsl., van Borculo naar Utrechtscheweg 91.
Emil F. Riezener, geb. 1888, Ev. L, corres-
pondent, van Rotterdam naar Stationstraat 3a.
Lambertus Wijntjes, geb. 18S8, R.-C, landb.-
knecht, van Soest naar Oude Soesterweg 9.
Jacobus G. M. de Groot, geb. 1885, 2 N.-H., 1
D.-G., Ie L., van Oudenrijn naar Kortegracht 21.
Ignatius F. A. M. Hendricks, geb. 1891, R.-C.,
opv. ambt. R. O. G., van Utrecht naar Schim
melpenninckstraat 6
Horman Verhoef, geb. 1905, N.-H., van
Utrecht naar Arnhemscheweg 55.
Jan W Wilbrink, geb. 1889, N.-H., tuinman,
van Woudenberg naar Aldecondestraat 9.
Elbert von Zoeren, geb. 1888, N.-H., van Hoe
velaken naar Noordstraat 6, arbeider.
Franciscus H. Verhoef, geb. 1902, N.-H., zon
der beroep, van Utrecht naar Arnhemscheweg
55.
GEMEENTE AMERSFOORT.
Offïrieele opgave van personen, die zich in de
gemeente hebben gevestigd van den 24. No
vember 1913 tot en met den 29. Nov.
1913.
Jan Lubbersen, geb. 1887, N.-H., voerman,
van Duitschland naar Bisschopsweg 20.
Adrianus C. van Kiryk, geb. 1891, N.-H., van
Afrika naar Kampstraat 66.
Jan J. Buning, geb. 1892 ,N.-H.r kantoorbed.,
van Groningen naar Zuidsingel 9.
Abraham A. van Loo, geb. 1881, R.-C., kape
laan, van Abcoude naar Langegracht 30.
Johanna Boersen, R.-C., van Stoutenburg naar
Hoogeweg 94.
Kornelis van de Haar, geb. 1887, N.-H., smids
knecht, van Leens naar Nicasiusstraat 17.
Jan Vossegat, geb. 1865, man N.-H., vrouw
geref. van Nijkerk naar Soesterweg 357, gep. m.
Hendrik W. de Boer, geb. 1885, N.-H., dir.
keuringsd., van Rotterdam naar Bergstraat 5.
Weduwe J. Faber, N.-H., van Zeist naar Sta
tionstraat 7a.
Johannes S. Mever, geb. 1896, N.-H., van
Amsterdam naar Woestijgerweg 67.
Pieter J. Eendenburg, geb. 1898, N.-H., van
Rotterdam naar Schimmelpenninckstraat 17.
Anna M. J. van Rossum, R.-C., van Montfoort
naar Kampstraat 79.
Hendrik Slagter, geb. 1883, zonder godsd., on
derwijzer, van Oosterhesselen naar Stationstr.
5.
Klaas van der Waa, geb. 1886, N.-H., opv.
ambt. R. O. G„ van Driebergen naar Pieter
Bothstraat 2.
Jacob Boersma, geb. 1885, evangelist, van
Rotterdam naar Hellestraat 81.
Officieele opgave van personen, die de gemeente
hebben verlaten van den 24. November 1913
tot en met den 29. November 1913.
Dirk Koops, geb. 1862, N.-H., arbeider, van
Achter de Kamp 23 naar Soest.
Wilhelmina Ha. Schmetz, R.-C., zonder be
roep, van Puntenburgerlaan 20a naar Bergen
op Zoom.
Maaike Beausar, N.-H., huishoudster, van
Woestijgerweg 67 naar Zeist.
Gijsbertus van Kommeren, geb. 1899, N.-H.,
zonder beroep, van Arnhemscheweg 55 naar
Maarn.
Johan W. v. d. Berg, creb. 1883, N.-H., han-
delsb., van Schimmelpenninckstraat 18 naar Am
sterdam.
Agnetta G. F. Itzig Heine, N.-H., zonder be
roep, van Woestijgerweg 67 naar Ginneken.
Christioan F. H. de Bert, geb. 1902, N.-H., zon
der beroep, van Woestijgerweg 67 naar Ginne
ken.
Jan v. d. Steur, geb. 1896, N.-H., zonder be
roep, van Schimmelpenninckstraat 64 naar
Ambts Halve.
Hermandus C. H. Meijer, N.-H., geb. 1900,
R.-C., zonder beroep, van Schimmelpenninck
straat 1 naar Kerkrede.
Wilhelmina A. G. v. d. Meiden, N.-H., zonder
beroep, van Persynstrant 3 naar Emmerich.
Marinus Spierings, geb. 1S95, R.-C, zonder be
roep, van Leusderweg 13 naar Rotterdam.
Pieter Groenveld, geb. 18S6, D.-G., winkelbe
diende, van Langestraat 39 naar Ambtshalve.
Hendrik van Ginkel, geb. 1887, N.-H., tuin
knecht, van Utrechtscheweg 13 naar Leusden.
Hendrik J. Smit, geb. 1S91, N.-H., zonder be
roep, van Hendrik van Viandenstraat 12 naar
Utrecht.
Antonius M. van Druten, geb. 1895, R.-C., win
kelbediende, van Utrechtscheweg 26 n. Leiden.
Anna M. Kuiper. R -C., apoth. ass., van Lan
gestraat 122 naar Gulpen.
Johannes G. v. d. Brug, geb. 1898, R.-C., zon
der beroep, van Bolleweg 2 naar Woudenberg.
Johann. Tummers, geb. 1907, R.-C., zonder be
roep, van Woestijgerweg 67 naar Budel.
Johan J. Holscher, geb. 1907, R.-C., zonder be
roep, van Woestijgerweg 67 naar Budel.
Maria G. Reemers, R.-C., zonder beroep, van
Woestijgerweg 67 naar Budel.
Anton Kerkhof, geb. 1912. R.-C., zonder be
roep, van Woestijgerweg 67 naar Budel.
Diederika J. van Ede, N.-H., leerl. verpl., van
Kortegracht ^5 naar Deventer.
Jeanne M. J. van Hedel, R.-C., zonder beroep,
van Parallelweg 22 naar Utrecht.
Agnes H. Versteeg, R.-C., zonder beroep, van
Muurhuizen 117 naar Rosmalen.
Hendrika Kortes, vrij ger., zonder beroep, van
Soesterweg 215 naar Utrecht.
Hartsinck Willem van Marselis, G. F-, geb.
1S97, N.-H. zonder beroep, van Hendrik van
Viandenstraat 17 naar Voorschoten.
Josina A. van Schouwen, Chr.-Geref., zonder
beroep, van Westerstraat 8 naar België.
Bernardus Leenemans, geb. 1862, R.-C., klom
penmaker, van Valkestraat 1 naar Stoutenburg.
Maria Leenemans, R.-C, dienstb., van Valke
straat 1 naar Laren.
Daniël van Kooij, geb. 1887, R.-C., boeren
knecht, van Hoogeweg 45 nuar Soest.
Jacobus van Oosten, geb. 1S94, N.-H., kell-
ner, van Stationstraat 2 naar Meppel.
Wouterus v. d. Bedem, geb. 1897, R.C., boeren
knecht, van L'eridertscheweg 2 naar Hoogland.
Wouter H. Kaljee, geb. 1883, N.-H., explica
teur, van Krommestroat 2 naar Gouda.
Harmen Bos, geb. 18S7, N.-H., spoorwegarb.,
van Soesterweg 269 naar Hoogblokland.
Jan Veldhuizen, geb. 1839, N.-H„ landbouwer,
van Langeweg 7 naar Leusden.
Alphonsus N. Hamers, geb. 1887, R.-C.,
schoenmaker, van Kreupelstraat 9 naar Druten.
Albertus Barlius, geb. 1878, N.-H., arbeider,
van Arnh.weg 105 naar Ambtshalve.
Hendrika Ca Bosboom, R.-C., dienstbode, van
Achter 't O. Weeshuis 4 naar Utrecht.
Teuntje Ca. v. d. Berg, N.-H., dienstbode, van
Utrechtscheweg 104-6 naar Schoonhoven.
Lodewijk Materman, zonder beroep, N.-H„ van
Teutstraat 42 naar Wolkerstraat 43.
Hendrika M. v. Moorst, zonder beroep, R.-C.,
van Soesterweg 270 naar Soesterweg 13.
Catharina Pannekoek, zonder beroep, N.-IL,
van Soesterweg 5 naar Borstraat 1#.
Gijsje Pater, zonder beroep, N.-H., van Bree-
destraat 22 naar Hellestraat 54.
Maria Pouwe, zonder beroep, R.-C, van Wol
kerstraat 22 naar Wolkerstraat 22'.
Arend Reinders, gasf. H. S. M„ N.-IL, van
Nicasiusstraat 16 naar Nicasiusstraat 24.
Bernadus Robben, scharenslijper, R.-C., van
Wolkerstraat 12 naar Valkestraat 30.
Antonius G. Schoonderbeek, koopman, R.-C-,
van Soesterweg 270 naar Soesterweg*283.
Hendrik Stilting, zonder beroep, N.-H., van
Puntenburgerlaan 32 naar Aldegondestraat 103.
Caroline Veldhuyzen, zonder beroep, R.-C,
van Rozem-straat 18 naar Paternosterstraat 12.
3 kinderen van Velzen, zonder beroep, R-C.,
van Hoogeweg 45 naar Muurhuizen 143.
Miesje Visser, zonder beroep, N.-H., van Arn
hemscheweg 93 naar Utrechtscheweg 43.
Josina G de Vries, zonder beroep, R.-C., van
Asch van Wijckstraat 11 naar Liendertsche-
weg 1.
Fokeltje v. d. Zee, kinderj., Geref., van Amh.
weg 7 naar Blankenheimstraat 2.
Jan v. d. Hazel, huiskn., N.-H., van Monniken
pad 20 naar Soesterweg 308.
Officieele opgave van personen, die in de ge
meente ven woning zijn veranderd van den
24. November 1913 tot en met den 29.
November 1913.
Jan Adam, loopkn., N.-H., van Koningstraat
50 naar Monnikenpad 46.
Willem de Beste, klerk H. B. S., N.-H., van
Westerstraat 32 naar Zuidsingel 20.
Wilhelmina B. van Bekkum, schilder, N.-H.,
van Dorrest.steeg 11 naar Hellestraat 54.
Wilhelmus Beijer, timmerman, R.-C., van
Kroontjesmolen 13 naar Woestijgerweg 31.
Willem van Dijkhuizen, machinist, N.-H., van
Gr. Gasthuislaan 13 naar Hoogstraat IS.
Willem van Essen, rijwielhandelaar, N.-H., van
Soesterweg 309 naar Soesterweg 311.
Tannetje v. d. Jagt, zonder beroep, N.-H., van
Utrechtscheweg 594 naar Zevenhuizen 1.
Freerk W. Jonkman, zonder beroep, N.-H.,
van Weistraat 6 naar Muurhuizen 1.
Wouter van Korlaar, koopman, R.-C, van
Koestraat 295 naar Soesterweg 278.
Gerrit von Kouwervhoven, gep. mill., R.-C., van
Koestraat 25 naar Wolkerstraat 221.
Elizabeth Kruis, zonder beroen, N.-H., van
Westsingel 2 naar Soesterweg 311.
Carel D. van Kuyk, handelsagent, N.-H., van
Hendrik van Viandenstraat 33 naar Kampstr. 66.
Pieter Kuylenburg, gep., N.-H., ven Valke
straat 5 naar Koningstraat 115.
Dirkje Hater, zonder beroep, N.-H., van Woes
tijgerweg 37 naar Woestijgerweg 29.
Gerritje Mater, zonder beroep, N.-H., van
Woestiigerweg 37 naar Woestiigerweg 29.
(Weekpreatje).
Een zonderling huwelijk werd dezer dagen te
Baltimore gesloten.
In verband met de bepalingen van een excen
triek huwelijkscontract werd dr. James H. Hel-
lyer, een geneesheer te Baltimore, in den echt
verbonden met een vrouw, die hij nog nimmer
gezien had.
Het huwelijk was het gevolg op een huwe
lijksannonce, welke een vriend van den brui
gom ongeveer een jaar gebeden in de bladen
plaatste. Een der antwoorden, van een weduwe
afkomstig, zekere Mrs. Marion Arnett, uit Phi
ladelphia, behaagde den dokter dermate^ dat hij
spoorslags naar de telefoon draafde en zijn aan
zoek deed, met dien verstande, dat hij ha-r niet
mocht zien, noch zii hem, dan nadat het huwe
lijk voltrokken zou zijn.
De weduwe stemde in dere wnr-J e condi
tie toe en verscheen Donderdag zwaar gesluierd
ter kerke. Na de plechtigheid maakte dr. Hel-
Iver den sluier los, en staarde in het gelaat van
een knappe blondine van even in de veertig, het
geen den verrukten Aesodaan den vergeeflijken
uitroep ontlokte: „Wat een bof!"
Mevr. Hellyer wordt beschreven als een be-
schQafd en zeer rüke vrouw.
Als dot zoo isknap, beschaafd en riik, dan
is dat wel een hof. Dat had heel anders kun
nen uitvallen, en dan had onze dokter ook te-
\TPê moeten zijn.
Zoo kon een mensch nog vel boffen en
daarbij hee't dan soms een ouorelukïe een nog
grooter gelukje tengevolge. Dit was het geval
ook met het negorie-mannetie, waarover het
Hbld. vertelt: een episode uit Amsterdam-
sche straatleven, wiarin de thans overleden ba
ron Van Geen, de vader van den particulieren
secretaris van H. M. de Koningin een kleine,
m«nr mooie rol heeft ef<rp<;r>eeld.
Het gebeurde op de brug bij den Hortus. Het
was er wat vol, waarschijnlijk omdat men had
moeten wachten op de opengedraaide brug.
Toen die weer was dichtgedraaid, haastten de
menschen zich voortde handkarren drongen
op, de tram probeerden met een vaartje haar
vertraging in te halen.
Daardoor gebeurde het. Een tramwagen kwam
in botsing met een handkar. De tram was groot
en sterkhet handkarretje was een oud kaduul
wagentje. Het was geen partij. Het handkarre
tje deed een smakeen wiel er af. En alles
wet er op lag, over de straat.
Het was ec n fruitwagentie. Dat alles rommelde
nu over den grondappelen, peren, bananen.
De straat was daar natuurlijk vuil en modderig.
En het was jammerlijk, zooels het frissche, kleu
rige fruit daar nu in het slik verspreid was.
Het joden-kooomannetje stond er bij. Die riep
zijn wanhoop luide uitI
Handenwringend en jammerlijk misbarend
stond hij voor den- tramwagen.
Toen was er een oud. deftig man, als passagier
in den tramwagen gezeten, die onstond, om het
koopmannetje op straat te helpen. Hij nam een
hoed af, ging de passagiers van den tram rond,
elkeen ziin hoed voorhoudend, om er een geld
stuk in te werpen voor het ongelukkige koop
mannetje.
Iedereen was vervuld van med*1 'en met het
luidruchtig, maar waarachtige verdriet van den
frvritraan, die door den tramwagen was aange
reden. Iedereen gaf dus wat. Toe*" ■J° oi"*e def
tige man den inhoud van den hoed in zijn hand
verzamelde, was er meer dan vijf-en-twintig gul
den gecollecteerd.
En meteen stante de oude heer de tram uit,
b'et het huilende mannetie de beide handen
ophouden, om er het bijeen gezamelde geld in
te laten glijden.
Deze aardige episode was wel waard in her
innering gebracht te worden. En niet m'nder
is dat het geval met een bericht in de Prov.
Gron. Courant
In een dorpje in het oosten der nrovincie Gro^
ning-en woont het echtnaar B., dat thans op een
jubileum kan bogen, dat een heelen ommekeer
in het huishouden bracht.
Het was in 1908, op den 20en Nov., dat B. een
vergadering Wide bezoeken. Als vakman was
hii er genoodigd.
Echter, zooa^s het wel meer gebeurde. B. werd
onderweg door „vrienden" meegetroond naar
café en bierhuis. Daar werd koert gesoeeld en
gedronken er* de vernedering der vakvereeni-
ging vergeten. Doch hii het oerste
B. toch naar het vergaderlokaal, waarin de vak-
vereeniging reeds vergaderd had en waarin nu
de geheelonthoudersvereeniging een bijeen
komst h;eld. Hii werd er toegelaten en door den
voorzitter ten voorbeeld besteld op een wijze,
die B. tot nadenken bracht.
Heden is het vijf jaren geleden dat B. bij zich
zelven bezwoer den drank te laten staan. Hij,
als kundig vakman, heeft daarvan met zijn huis
gezin reeds sedert long de profijten gezien.
Want de huurwoning heeft plaats gemaakt
voor een eigengebouwd huis, het oude meuble
ment is verdwenen en door een nieuw vervan
gen, terwijl nu bij den winteropslag, die voor
heen zoo schraal werd verkregen, de laatste ja
ren een eigengemest varken wordt gevoed.
Onnoodig te zeggen, dat sedert 1908 de zon
schijnt in B.'s woning
Dóér werd heden het jubileum herdacht 1
Wie verheugt zich nu niet met die gelukkfft
menschenIn plaats van een borrel in de kroe£
kan de man nu bijv. een kop geurige chocolade
drinken thuis met de zijnen. Van chocola ge„
sproken: ook dit artikel viert zijn jubileum,
zijn vierde eeuwfeest. Het geliefde cenotmiddel
is uit Amerika afkomstig, en feitelijk kenden de
Mexicanen reeds de chocolade, voordat Colum
bus Atlanta had ontdekt. Zij roosterden cacao-
boonen, en kookten een brij van maismeel. Ein
delijk werden de cacaoboonen daaraan toege
voegd. Maar hun „chocolath" (choco is cacao en
lath beteekent water) is niet met de eigenlijke
chocolade te vergelijken.
In 1513 was de chocolade-bereiding in Europa
bekend. Vele jaren proefden echter alleen de
Spanjaarden en de Portugeezen de delicatesse.
Bij het verlovingsfeest van Lodewijk den Veer
tiende met de dochter van Philips den Vierde
van Spanjewerd in Frankrijk de eerste choco
lade gegetende jonge hnrd had een kostbaar
kistje chocolade voor haar aanstaanden echtge
noot meegebracht. Spoedig was de nieuwe lek
kernij aan het Fransche hof zeer geliefd.
In ons land werd de d^'cate^e eerst latei
ingevoerd ,doch zij was toen ook in een mini
mum van tijd zeer populair. Onze voorvaderen
smulden weldra vooral aan de flikjes, zoo ge
noemd naar hun maker, Caspar Flick, zeer waar
schijnlijk de eerste, die in ons land de choco-
lede meer algemeen bekend enbemind maakt
Ja, wel bemind. Want overal heeft de choco
lade zich een plaats veroverd. En hoe in-gezellig
en feestelijk is het in den huiselijken kring, waar
allen om den chocolade-ketel zijn geschaard.
Daar heerscht vrede, daar huist geluk.
Mag ik U, met een kleinen sprong een ander
huiselijk toonceltje voor oogen stellen? 't Wordt
ons door G. Antheunis geschilderd in „Globe"
't Wordt avond 't Kind is moe van spelen;
De vader zet zich bij den heerd.
De kleine pinkt met vragende oogjes,
Den blik halfschuins naar hem gekeerd.
Verstaan! Hij neemt den loozen pinkerI
Op vaders knie daar rust men best.
Ook loddert, lonkt en rolt het snaakje,
Als 't vogeljongsken in zün nest.
En hij, de vader, houdt voorzichtig
En klemt den hlozend-l;even gast,
En troetelt, kluistert hem in de armen,
Als waar hij aan zijn hart gelascht.
Wat is het warm in vaders hoekje 1
Wat maakt het spel toch mat en moe!
Ook gaapt en geeuwt weldra de kleine.
En slaapt met bei zijn knuistjes toe
De vrouw gaat uit en in de kamer.
En kijkt soms, met een fijnen lach,
Verscholen uit naar kind en vader.
Maar doet, alsof zij hem niet zag.
De vader bromt „lc Ben weer de baker,
„Dat postje past mii eiken dag.
't Is puur belachelijkEn zij weet het,
„Maar doet, alsof ze mij niet zag".
Daar komt zij eindelijk genaderd.
En vraagt met halfverdoofde stem
„Manlief, wil ik hem nu eens nemen?"
En reikt reeds de armen uit naar hem.
En hij aanschouwt den lieven slaper.
En sluit hem vaster aan zijn zij.
En antwoordt zonder op te blikken,
„Nu, laat hem nog maar wat bij mij.
Daar zijn heel wat dichterlijk gestemde men
schen, ook in ons landje, die lust gevoelen om
het een of ander te bezingen. Het eeuwfeest
onzer onafhankelijkheid heeft bij velen het
dichtvuur doen gloeien. Een proeve laten we
hier volgen:
1813. VRIJHEIDSLIED. 1913.
WijzeHollands Kind.
Vrije Friezen, laat ons zingen
Ongedwongen, vrij en blij
Laten we ons in 't koorlied mengen
Van West-Frieslends burgerij.
Vriiheid bruist in onze harten,
Vrijheid kenmerkt onzen zang,
Vriiheid is ons aangeboren
Fries en vrij, ons leven lang!
't Is nu honderd jaar geleden
Dat monsieur Napoleon
In ons land de wetten stelde
Half Europa overwon.
Maar hij leed aan grootheidswaanzin
En dit braent hem tot den val.
Na zijn grooten tocht naar Moskou
Zakte hij aan lager wal.
„Napp'e" werd vervoerd naar Elba,
't Was voor hem een groote slag
Nederland werd onafhankeliik
En ontplooide weer de vlag!
Laat ons daarom juichen, danken
Voor onz' vriiheid, onze taal!
Vriiheid is een heerliik erfgoed
Vrijheid is ons ideaal
Wat er immer, ooit gebeure
In onze kleine Vaderland
Vri'heid blijve ongeschonden
Als een dierbaar onderpand.
Daarvoor stellen wij ons leven,
Voor geen macht ter bang,
Vrijhe'dslievend boven alles
Fries en vrij, ons leven lang!
Opmeer, Nov. 1913. D. PIJPER.
Ook de gedetineerden in een strafgevangenis
wilden het feest van Neerlands' onafhankelijk
heid vieren.
Ze zouden, naar de Msb. vertelt, hun feest"
vreugde uiten in een nationaal lied.
Wat dat zou zijnP
„Wij leven blij, wij bleven vrij,
Op Neerlands dierb'ren grond."
Neen, dat ging toch niet goed, t klonk zoo
ironisch.
Dan was toch beter:
„In naam van Oranje doet open de poort
Maar daar had de directeur toch wel ernstig*
bezwaren tegen.
Toen werd tot aller tevredenheid het audi
vertrouwde lied gezongen
„Wij gaan nog niet naar huis.
Nog lange niet", enx~.—.
keuvelaar.