N°i S39
Maandag 8 December 1913.
EEMLAN
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
BUITENLAND.
12" Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franoo per post 1.50»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10,
Afzonderlijke nummers .T- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst róót 11 uur, familie
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regel. f 0.G1K
Elke regel meerO.IO
Dienstaanbiedingen 25 crnls bjj vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeor voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdt op
aanvraag toegezonden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Cc
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Kroniek van «1e Week.
De begrootingsdebatten in de Tweede
Kamer zijn nu in vollen gang.
Eigenlijk is „begrootingsdebatten" 'n on
juiste er wordt to»t dusver over alles ge
sproken behalve over de „begrooting" en te
vens 'n te weidsche benaming .althans voor
ie rammelende redevoeringen van enkele
rechtsche sprekers ,dic in ons Parlement re
devoeringen houden welke als hoofdartikelen
in de Maasbode, Slichlsohe Courant e. d„ de
reputatie van die bladen, zoo mogelijk, nog
iels verlagen zouden. Van die genoemde or
ganen lean men het desnoods nog begrijpen,
dat zij hun lezers toespreken o.p 'n wijze,
velke de redactie zelve ongetwijfeld legen de
borst zal stuiten; het moet er wel wat dik
opgelegd worden omdat fijnere betoogen het
begrip van 90 der lezers zouden tc boven
gaan.
Maar dat de rechtsche politicasters zelfs ln
de Kamer in dien zelfden trant spreken, zou
bijna het vermoeden wekken, dat zij in bun
politieke marsch niet anders meedragen dan
vat verkiezings materiaal voor ihet platte
and. Maar waarvoor dat iiu in de Kamer uit-
stald. Voor de tribune behoeven ze niet te
u-eken, \Vant onder de ware belangstellcn-
n zijn gewoonlijk slechts weinigen van hol
halle-Maasbodc- of St. Crt.-lezers. Voor de
indelingen dan? Neen, ook dat niet, want
n rechtgeaard clericaal zal de Handelin
gen in z'n buis dulden, zoolang daarin ook
de redevoeringen van liberalen en socialisten
opgenomen worden.
Maar dat bereiken dan de van Wijnber
gens en de hoe heelen ze alweer, met hun
gebazel? Wij gelooven: precies het tegenover
gestelde van wat ze beoogen. De kiezers wor
den het beu altijd dat politieke geharrewar
te hooren; zij willen nu daden zien.
Het is wel eens aardig om 'n oogenblik tc
n naar 'n marktschreeuwer, die z'n
...rent» die meer geluk gehad heeft, den
-i vof scheldt en hem allerlei gemeene prak
tijken verwijt, of naar 'n kijvende vrouw uit
'n achterbuurt, die niet uitgepraat raakt ovei
de baldadigheid van haar buurvrouw s kin
deren; maar wie !n poosje geluisterd heeft,
krijgt er al spoedig genoeg van en verhaast
z'n schreden om het onaangename geluid niet
langer te hooren.
Zoo moeten ook wel vele rechtsche kezers
het zeer pijnlijk vinden na de degelijke, kloe
ke taal van de vrijzinnige sprekers, en de
schitterende rede van Troelstra, van wiens
lippen waarlijk niet louter honig stroomde,
de holle rimram van hun eigen afgevaardig
den te hooren.
Voor de liberalen is het veeleer vermake
lijk iemand als den heer van. Wijnbergen, in
Elkedaad, gedachte, aandoening werkt
mede tot de vorming van ons (karakter, onze
gewoonten, ons verstand.
EN ZIJN ZEVEN ZORGEN.
SS dook
MARIE DIERS.
„Voor den duivel nog toe, slel je niet zoo
bekrompen aan. Jullie maagdekens doet, alsof
dat sierlijk en vrouwelijk is, als je je aan
stelt, alsof er zooiets niet bestond op de we
reld. Van liefde (kunnen jullie pralen, dat het
iemand groen en geel voor de oogen wordt;
is er sprake van de kroon, en de vervulling
der liefde, van de kroon en de vervulling van
jullie leven, dat doe je ipreutsch en huichel je
onwetendheid, zoodat men jullie graag eens
door elkaar zou schudden. Jij, nest, durft mij
je liefde bekennen, zegt, dat je trouwen wilt,
en je wordt een steen gelijk, als dk het eerste
ernstige, beteekenisvolle woord tot je richt,
het eerste woord, dat niet meer spreekt van
üirt en spel, maar van de macht en de waar
digheid van de liefde zelf, als ik je zeg, dat
jij jij jij, die hier zit en liefde-onzin in
je kopje hebt, verantwoordelijk bent voor hel
komende geslacht"
Ammey schepte moed. „Ja, Vader, we zul
len daaraan denken. Ik zal ales met Adolf be
de verkiezingsdagen meer bekend als „baron
Vuilbek", den vrijzinnigen oneerlijke verkie
zingspropaganda te hooren verwijten. Voor
politie zedeaneesler toch zou de heer van
Wijnbergen stellig in de allerlaatste plaats
in aanmerking komen.
Welk eerlijk menscli zal ontkennen, dat er
in verkiezingsdagen door alle propagandis
ten vinniger gesproken wordt dan goed is?
Van liberale zijde is meer dan eens de wensch
geuit, dal, 'n half jaar na dato, de kostbare
nationale tijd toch niet vermorst zou worden
door het opdiepen van allerlei heel- en half-
ware politieke stoutigheden der tegenpartij.
De vrijzinnige Kamerleden hebben er dan
ook niet naar getaald om zelfs maar verkie
zings-hors d'oeuvre k la Westbroek op te dis-
schen, maar de rechtsche de betere ele
menten uitgezonderd hebben er den hoofd
schotel van gemaakt en van het voorstel van
de liberalen juist 'n nieuw wapen gesmeed:
„Zie je wel, zoo riepen ze juichend, zie je
nu wel, dat de liberalen zich dezen zomer
schandelijk gedragen hebben, ze durven er
niél eens meer over te spreken".
Wie sprak daar van politieke oneerlijkheid?
Het ergste wat den liberalen verweten
wordt, is, dat zij de kerkelijke hartstochten
ontketend hadden. Maar dit verwijt zou men
toch wel allerminst verwachten van 'n partij,
welke zelf bestaat dank zij de afschuwelijk
ste exploitatie van den godsdienstzin der
eenvoudigen. Dat de liberalen de hypnoti
sche droomen van vele rechtsche kiezers ver
stoord hebben en de valschheid van de anti
these „voor of tegen den godsdienst" demon
streerden, moge zeer onpleizierig zijn voor
hen, die met zooveel inspanning en toewij
ding, 'n betere zaak waardig, het nu ver
scheurde net knoopten den liberalen cr 'n
verwijt van te maken, dat zij de hun toege
dachte hatelijke rol niet wenschten te spe-,
len, is toch wel wat erg mal.
'n Eerlijk politicus weet ook den neder
laag waardig te dragen. Zoo de roomsohe af
gevaardigde van Waalwijk, zoo de afgevaar
digde van Schiedam, de heer de Geer. Dit
Chr.-IIist. Kamerlid hield 'n rede, gelijk men
van 'n loyaal tegenstander verwachten kan;
geen benepen verkiezings-<propagandist m-:ar
'n vertegenwoordiger van de oppositie was
hier aan '1 woord. Ook de r.-k. heer Loeff
sprak waardig, hij was vaak scherp, gaf geen
malsche critiek, maar hij bleef hoffelijk en
daalde niet af beneden het parlementaire
peil. Maar juist daarom zijn deze afgevaardig
den voor de vrijzinnigen veel meer te duch
ten tegenstanders dan de van Wijnbergens, die
het prestige en de belangen van hun eigen
partij meer schaden dan baten. Bestond de
geheele rechterzijde uit van Wijnbergens, de
coalitie zou weldra tot de geschiedenis be
spreken. We zuilen altijd verstandig leven, op
dat de kinderen alleen goede dingen te zieü
krijgen."
De dokter begon van ergernis le lachen.
„Hemelsche Vader, mijn arm, klein eendje,
wat ben je toch nog dom. Nu, dan is er niets
meer aan te doen, dan moet je maar luisteren
en gehoorzamen, als je eigen hersens je in
den steek laten. Zoo, kom eens hier, en geef
rae je hand, juffertje, het doet een beetje pijn,
doch ga maar ferm en dapper mee, en geloof
een beetje Lu je ouden vader. Alles komt weer
terecht, en het beste is, gezon van hart te zijn.
Dagen vol moedigen strijd en bittere waarhe
den zijn noodig in ieder flink menschenleven.
Zie je, dezen Motte kan ik je nooit ofte nimmer
geven. Zit stil, mijn dom, klein dochtertje,
bruis niet zoo op. Zijn vade^ is een dronk
aard en Iheeft hem, zooals het schijnt, de nei
ging tot drinken en zwakheid van wil op den
levensweg meegegeven -Hij is een lichtzinnige
losbol. Vandaag klimt hij over onzen muur,
morgen gaat hij naar een andere. Wat kan
mij zijn schitterende carrière schelen! Tegen
een flinken schoenmaker zou ik niets hebben,
maar veel héb ik tegen éen onvast karakter,
al ware hij minister."
„O, Vader, Vader, dat alles is immers niet
eens waar! Hij klimt niet over andere muren!
Hij heeft ook geen zwakken wil. Hij zegt, dat
hij heel degelijk wordt, als ik hem neem en
dat hij anders verloren gaat. Och, Vader, Va
der, heb 'toch medelijden!"
De dokter stond op, hij gaf geen antwoord
meer. Hij daclil: „Ja, zoo zal het natuurlijk
gaan. Ze zal tot het einde toe roepen: Het is
niet waar. Dat is de logica van het hart. En
al zou ik een stapel (bewijzen voor haar op
tafel leggen, dan zou ze oogen en ooren slui-
hooren; waren de de Geers, Loeffen en van
Idsinga's wat talrijker geweest ter rechter
zijde, wij vreezen, dat de Juni-verkiezingen
geen vrijzinnig kabinet gebaard zouden heb
ben.
De rechterzijde feliclteerch wij met hare
de Geer, de Iinksche partijen kunnen wij ge-
lukwensclien, dat er ook nog van Wijnber
gens zijn.
De afgevaardigde voor Goes, die z'n beste
jaren reeds lang achter den rug heeft, üc
heer de Savornin Lobman, heeft gezocht naar
de oorzaak van de clcricale nederlaag bij de
laatste verkiezingen en hij is tot de ontdek
king gekomen, dat de verklaring te vinden is
in de Franscfie RevolutieI
Wij zouden nog 'n stapje verder terug kun
nen gaan.
Volgens hel oordeel van de roomsche coa-
litie-genootcn is dé oorsprong van de Fran-
sche Revolutie le zoeken in deHervor
ming.
Welnu, dan is het zoo klaar als de dag,
dat de Hervorming de oorzaak is van de
overwinning der linkerzijde, dat Luth^r en
Calvijn het echec van de coalitie op hun ge
weten hebbenI
En nu de proef op de som! De Bronsveldi-
anen en de Bond van Proitestantsche kiezers
hebben in menig district den doorslag gege
ven ten gunste van de concentratie. De room
sche en anti-rev. woordvoerders in de Ka
mer, klaagden om het luidst, dat het anti
papisme, het oproepen van den geest van
Luther en Calvij'n, de linkerzijde de overwin
ning bezorgd heeft.
Waarlijk, Lohman sloeg de plank niet mis;
alleen had hij de oorzaak van de clericale
nederlaag nog ieU dieper moeten zoeken.
Misschien zou hij dan ten slotte nog tot de
conclusie gekomen zijn, dat, aannemende dat
dc geest van den groolen meester gevaren is
in Calvijn's jongeren, op wie dus de aanspra
kelijkheid rust voor wat het werk van den
meester is aan hem zelfs, als een dier „jon
geren" de nederlaag te wijten is- Wat weer
door niemand betwijfeld .zal "Worden, die
weet, hoe juist Lohman's door dik en dun
volgen van den eminenlen leider vele cbr.-
Ihist. kiezers aan de coalitie ontrouw heeft
doen worden.
Politie^ Overzicht.
De troon van Albanië.
Hel tijdstip nadert, waarop de vorstentroon
zal worden opgericht van Albanië, oen slaat
dien men bezig is le vormen uil een deel
der pudnhoopen van het Turksche rijk in
Europa. De candidatuur van prins Frieorich
zu Wied voor dezen troon is door alle groote
mogendheden goedgekeurd. Het voorberei-
len, en zien, noch hooren, noch gelooven
willen. Dat was dus verloren moeite, haar te
willen bekeeren en haar zoo aan mijn wil te
doen gehoorzamen. Van haar geziond ver
stand heb ik geen hulp te verwachten. Zoo
blijf ik dan alleen slaan in anijn zoogenaamde
wreedheid. Och ja dat is dan weer eens
vergeefs geweest".
Hij stond op. Vooral geen onnoodige zitting
houden en niet in een kring ronddraaien 1
Niets kon hij slechter verdragen dan dat. Wal
gezegd was, bleef gezegd, het speet hem toch
niet. Misschien dacht Ammey veel, veel later,
in een tijd, die voor zijn gevoel in dit be
nauwde oogenblik zeker heel ver verwijderd
en bijna ondenkbaar was, er nog eens in
zachtheid aan en gaf haar dat kracht voor
hart en wil. Voordat deze ure zou aanbreken,
waren er nog veel moeilijke dagen te door
leven, die hem donker en zwaar toeschenen.
Hij zuchtte diep, om de beklemde borst te
verruimen. „Ga nu mee naar huis, het is al
laat," zei hij.
Ammey volgde met kloppend hart. Wat
dacht hij? Was hij boos op haar? Of begon hij
toe te geven? O, kon ze toch maar een enkelen
blik in zijn hart slaan! Als ze toch maar de
middelen wist, die wat bij hem konden uit
werken, hoe zou ze ze aanwenden zonder op
houden! Geen moeite, geen deemoedig ver
zoeken en smeeken, geen dienen of lijden, geen
moedig, geduldig wachten zou liaar te veel
zijn, als hij slechls wilde toegeven!
Maar hij moest immers, hij moest! Morgen
kwam Adolf, die zou hem wel voor zich in
nemen. Vader bleef meestal op zijn stuk staan,
dat was zeker, maar hij kon toch ook goed
zijn. Wat kon hij op den duur tegen het geluk
zijner dochter hebben? Hij moest immers
clenue werk oui aan den mouwen staat oen
hoofd te verschaffen, is dus verricht, en wat
verder nog daarvoor valt te doen, zal niet
lang op zich laten wachten.
Prins Frièdrich zu Wied is in 1876 geboren.
Hij is de tweede zoon van den overleden
vorst Hermann van Vied, die gehuwd is ge
weest met prinses Maria der Nederlanden,
de dochter van prins Frederik. De koningin
van Rumenië, geboren prinses Pauhne Elisa
beth zu Wied, is zijne tante. Hij belijdt den
protestantsdien goasoienst. in de politiek is
nij een onbeschreven blad; maar men heelt
vertrouwen in zijne talenten en in z ,.i goeden
wil. Hij is in 1906 getrouwd met prinses Sofia
van Schönburg-Waidenburg, van wie hij eene
uochter van vier jaren en een zoontje van
eenige maanden heelt. Eenige maanaeu gele
den, toen or voor het eerst van zijne candi
datuur sprake was, werd uit Berlijn aan de
Neue Freie Presse geschreven:
„Toen de vrienden van het jonge paar van
zijaie kansen op dezen veelbesproken troon
van Albanië hoorden, zullen dc ailermeesten
van hen waarschijnlijk ^czegd hebben: '„Dat
zou voortreffelijk zijn; die twee* passen daar
uitmuntend." Prinses Solia schijnt bijna voor
beschikt te zijn voor eene Raikan-heersche-
res, en ook hij kan met zijn kalmcn, dege-
lijken ernst, zijn voorkomen, zijne verwant
schapsbetrekkingen aanspraken doen gelden,
die vertrouwen wekken en ten zijn** gunste
spreken.
De prins heeft eene meer dan gewone
grootte, hij heeft eene prachtige gestalte, een
Hinken, goed gemodelleerden kop. Hij herin
nert mij altijd aan zijne overleden moeder,
vorstin Maria, prinses der Nederlanden, eene
kleindochter van koningin Louise van Prui
sen. Zij was een van de uilncmendste vrou
wen, die ik ooit mocht ontmoeten. Betrouw
baar, recht door zee, zeer gereserveerd, niet
zonder zelfbewustzijn, misschien ietwat ILol-
landsch stijf, maar op hare stille manier bij
zonder minzaam en goed. Prins Wilhelm heeft
het grootste gedeelte van zijne kindsheid en
jeugd doorgebracht op het kasteel Mom-epos
boven Neuwied aan den ingang van het Wes-
torwaid. Het leven in deze schoone woud
streek bekoorde hem en zijne broeders en
zusiers. Hij is een hartstochtelijk jager; in
zijne rookkamer hangen geheele rijen ge
weien. De beide ouders waren geheel thuis
ui vreemde talen; hunne kinderen spreken
vloeiend Engelsch en Fransch, hetgeen bij
prinsen niet zoo van zelf sprekend is als men
eigenlijk moest aannemen. Evenals zijne broe
ders, werd hij garde-kavallerist; de drie rij
zige, elegante jonge mannen gingen door voor
de soliedste luitenants in geheel Potsdam-
Berlijn en waren overal gezien. Prins Wil
helm is er door nauwgezet ten ijver in ge
slaagd, in don groolen generalcn staf te
komen; cone degelijke opleiding, waarop een
der andere ca-ndidalen voor den troon van
Albanië bezwaarlijk zou kunnen wijzen. Met
vijf koninklijke huizen, die van Pruisen, Ne
derland, Zweden, Rumenië en Wurtemberg,
is hij verwant.
Zeer van hem verschillend, eene bekoor
lijke aanvulling, is prinses Sophia zu Wied,
eene geboren prinses van Schónburg-Walden-
burg. Hare grootmoeder was eene Rumeen-
sche prinses Cantacuzene; in Rumenië behoo-
ren aanzienlijke bezittingen aan hare fami
lie, thans aan haren broeder, en daar heeft
zij bare jeugd doorgebracht. Vandaar hare
zien, hoe ze wegkwijnde, als hij niet toegaf!
Reeds bloeide de hoop weer in haar hart,
loen ze het huis bereikten en de tuinkamer
binnengingen, waar juist Hans Usedom zijn
muziek inpakte en goedennacht wenschte.
Den volgenden dag kwam Adolf Motte. Het
was Zondag, en hij was, zooals vaak, van
Gossen naar Geneucken gekomen. Vroeger
had hij het vervelende Geneucken zooveel mo
gelijk links laten liggen, maar sedert hij mei
de aardige, kleine Ammey Joost deze liefdes
geschiedenis was begonnen, kwam hij meer
dan goed was.
Dat hij het met Ammey ernstig meende,
dat leed geen twijfel. Nog tot voor korten
tijd had hij weliswaar in niets minder lust
gehad dan in zich-verloven en trouwen, maar
de laatste maanden hadden hem bekeerd. De
sterke bekoring, die er van dit levendige
meisje uitging, maakle, dat hij deze liefdes
verhouding beter geschikt vond om in trou
wen over te gaan, dan een van de vorige.
Toch was Ammey's liefde hierbij niet de
eenige drijfveer. De verwende jonge man
met de groote talenten en de mooie toekomst
had den vorigen winter verscheiden vlagen
van het vreeselijkste pessimisme gekend. Hij
had eigenlijk alles, wat de dokter hem nog
zou zeggen, voor zich gezien. Hij had uren
doorleefd, waarin hij van zich zelf en hel
leven gegruwd had. De daarop volgende
uren was hij dan weer allerellendigst gebla
seerd geweest en frivool en gewetenloos.
Nu was Ammey's liefde als een krachtige
wijn voor hem. Hij geloofde weer aan zich
zelf. Het warCji niet slechts haar kussen, die
groote voorliefde voor het oostcrsche volks
leven. Hare veelvuldige bezoeken op het slot
Pelesch in Sinaia bij de koningin, hebben haai
psychisch sterk beïnvloed en haar lot bepaald
Carmen Sylvia stelde levendig belang in d«
jonge prinses, verheugde zich in hare ont
vankelijkheid voor kunst en hare talenten cm»
heeft de hand gehad in hare verloving mei
haren neef, prins Friedricli zu Wied.
Op den dag, waarop de candidatuur van
don prins zu Wied publiek werd gemaakt, A
do eerste zoon van dit jonge paar geboren
Beteekcnt het eene belofte voor de toekomst
of eene vergoeding voor niot verwezenlijkte
vooruitzichten?"
liet apt woord op deze vraag kan thans ge
geven worden. De jonge stamhouder is be
stemd dc erfgenaam te zijn van den nieuwen
troon van Albanië, dien zijne ouders wldra
zullen bezetten.
Duitschland.
Zabern, 6 Dcc. De afmarsdh van he*
infanterieregiimcnt no. 99 naar de oefening»
Itcrreinen van Hagen au en Bitscli gesohieddo
heden namiddag. Het regiment trok compag.
niesgewijs r.aar het station, de vaandel-om
pagnie met de muziek aan liet hoofd. Kolc
nel von Reutter was niet aan hot hoofd val
het regiment, maar begaf zich van zijne wo>
ning rechtstreeks naar het station. Luitcnanlt
von Forstner ,dic ziek moet zijn, is eveneens
vertrokken.
Over de beteekenis van de verleden Vrijdag!
in Donaueschingen genomen besluiten wordt
in de Frankf. Ztg. opgemerkt, dat eene ver
plaatsing van het garnizoen naar het ocfe«
ningsterrein in de maand December, zonde!
dat daarvoor eene met den militairen diens
verband houdende aanleiding bestond, geen
aangename zaak is. Van de leden van ht
regiment worden daardoor juist zij het hard-
getroffen, die niet alleen bij het gebeurde niel
betrokken waren, maar het zelfs inin of meer
afkeurden. Alle aanvallen op de bevolking zijn
door den kolonel met eenigen van de jongste
luitenants uitgevoerd; de oudere officieren»
die nu hunne gezinnen in Zabern moeten ach
terlaten, zag men in de laatste dagen haast'
niet meer op straat. Erger nog zijn dc oudere
onderofficieren er aan toe, van wie velen door
familiebetrekkingen met de bewoners verbon
den zijn. Het garnizoen voor goed aan de
slad te ontnemen, ligt niet in de bedoeling; hc?
is een tijdelijke maatregel die is genomen^
die 5 6 weken zal duren. Of het regiment
no. 99, naar Zabern zal terugkeeren, of eene
andere troepenafdeeling in zijne plaats zal ko^
men, moet nog afgewacht worden.
In den tusschentijd zuilen de voor den
krijgsraad aanhangige processen, d. w. z. in.
de eerste plaats de op nieuw geopende zaak
legen luitenant von Forstner en dc zaak we
gens wederrechtelijke vrij heidsberoo ving,
waarin de officieren betrokken zijn, die den
28en November bij de ontruiming van het;
slotplein het bevel tot gevangenneming van
de burgers gegeven hebben, vermoedelijk ook
de kolonel teneinde gebracht worden. Dit zijn
uitsluitend zaken, die tot dc competentie van
den militairen rechter behooren; de door ko-
lonel von Reutter, luitenant von Forstner eu
sergeant Höfiich bij den burgerlijken rcchtei
ingediende klachten tegen eenige dagbladen
zijn ingetrokken.
hij zocht, als hij 's avonds over den muur van
des dokters tuin klom. Het was iets veel die-
pers, veel machtigen, en dit verlangen be
vatte oneindig veel meer sterk uitgaan naar
het betere, dan het meisje vermoedde. Het
was de strijd van iemand, die reeds een ge
heel leven achter den rug heeft en nu worstelt
om een nieuw.
Ja, hij ging naar dokter Joost, maar niet als
de trotsche, overmoedig© minnaar, die hij
volgens de meening van alle menschen en
van zijn moeder in hel bijzonder, gerust had
mogen zijn. Zijn hart dreigde hem in dei
schoenen te zinken, en toch ging hij. Niet om
dat hij hoopte, begaf hij zich naar dokter
Joost, zelfs niet, omdat hij het voor zijn fat
soen niet kon laten. Hij had een béter, ster
ker motief voor zijn gaan, een motief, dat hein
doortintelde en hem de kracht gaf, 't aller
ergste het hoofd te bieden: Hoor, wat er te
hooren is, draag, wat je te dragen krijgt.
Slechts de waarheid maakt vrij.
-Eberhard Joost had de jongens Motte heg
laatst behandeld, toen ze nog korte broekjes
droegen. Maar hij kende dit soort voldoendej
hij kende dat zwetsen en opsnijden en door-:
slaan, dat de menschen over de afgronden'
des levens doet heenkijken, en hen eindelijk,
doet belanden in den laatóten, grooten, dich-;
ten neveL Ja, ja, mijn arme nevelkerel, het
lijkt er niet meer naar, dat de toekomst ons
een goede reis toe zou schijnenI
Hij noemde hem „Jij" zooals ln zijn kinder*
jaren. En hij sprak op angstwekkend zachten
toon tot hem. „Trek geen onschuldig, niet*
kwaads vermoedend jong leven mee in dea
maalstroom!zei hij. l
Wordt vervolgd*.