N°i S39 Maandag 8 December 1913. EEMLAN FEUILLETON. DOKTER JOOST BUITENLAND. 12" Jaargang ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franoo per post 1.50» Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10, Afzonderlijke nummers .T- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst róót 11 uur, familie advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regel. f 0.G1K Elke regel meerO.IO Dienstaanbiedingen 25 crnls bjj vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeor voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdt op aanvraag toegezonden. Uitgevers: VALKHOFF ft Cc Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Kroniek van «1e Week. De begrootingsdebatten in de Tweede Kamer zijn nu in vollen gang. Eigenlijk is „begrootingsdebatten" 'n on juiste er wordt to»t dusver over alles ge sproken behalve over de „begrooting" en te vens 'n te weidsche benaming .althans voor ie rammelende redevoeringen van enkele rechtsche sprekers ,dic in ons Parlement re devoeringen houden welke als hoofdartikelen in de Maasbode, Slichlsohe Courant e. d„ de reputatie van die bladen, zoo mogelijk, nog iels verlagen zouden. Van die genoemde or ganen lean men het desnoods nog begrijpen, dat zij hun lezers toespreken o.p 'n wijze, velke de redactie zelve ongetwijfeld legen de borst zal stuiten; het moet er wel wat dik opgelegd worden omdat fijnere betoogen het begrip van 90 der lezers zouden tc boven gaan. Maar dat de rechtsche politicasters zelfs ln de Kamer in dien zelfden trant spreken, zou bijna het vermoeden wekken, dat zij in bun politieke marsch niet anders meedragen dan vat verkiezings materiaal voor ihet platte and. Maar waarvoor dat iiu in de Kamer uit- stald. Voor de tribune behoeven ze niet te u-eken, \Vant onder de ware belangstellcn- n zijn gewoonlijk slechts weinigen van hol halle-Maasbodc- of St. Crt.-lezers. Voor de indelingen dan? Neen, ook dat niet, want n rechtgeaard clericaal zal de Handelin gen in z'n buis dulden, zoolang daarin ook de redevoeringen van liberalen en socialisten opgenomen worden. Maar dat bereiken dan de van Wijnber gens en de hoe heelen ze alweer, met hun gebazel? Wij gelooven: precies het tegenover gestelde van wat ze beoogen. De kiezers wor den het beu altijd dat politieke geharrewar te hooren; zij willen nu daden zien. Het is wel eens aardig om 'n oogenblik tc n naar 'n marktschreeuwer, die z'n ...rent» die meer geluk gehad heeft, den -i vof scheldt en hem allerlei gemeene prak tijken verwijt, of naar 'n kijvende vrouw uit 'n achterbuurt, die niet uitgepraat raakt ovei de baldadigheid van haar buurvrouw s kin deren; maar wie !n poosje geluisterd heeft, krijgt er al spoedig genoeg van en verhaast z'n schreden om het onaangename geluid niet langer te hooren. Zoo moeten ook wel vele rechtsche kezers het zeer pijnlijk vinden na de degelijke, kloe ke taal van de vrijzinnige sprekers, en de schitterende rede van Troelstra, van wiens lippen waarlijk niet louter honig stroomde, de holle rimram van hun eigen afgevaardig den te hooren. Voor de liberalen is het veeleer vermake lijk iemand als den heer van. Wijnbergen, in Elkedaad, gedachte, aandoening werkt mede tot de vorming van ons (karakter, onze gewoonten, ons verstand. EN ZIJN ZEVEN ZORGEN. SS dook MARIE DIERS. „Voor den duivel nog toe, slel je niet zoo bekrompen aan. Jullie maagdekens doet, alsof dat sierlijk en vrouwelijk is, als je je aan stelt, alsof er zooiets niet bestond op de we reld. Van liefde (kunnen jullie pralen, dat het iemand groen en geel voor de oogen wordt; is er sprake van de kroon, en de vervulling der liefde, van de kroon en de vervulling van jullie leven, dat doe je ipreutsch en huichel je onwetendheid, zoodat men jullie graag eens door elkaar zou schudden. Jij, nest, durft mij je liefde bekennen, zegt, dat je trouwen wilt, en je wordt een steen gelijk, als dk het eerste ernstige, beteekenisvolle woord tot je richt, het eerste woord, dat niet meer spreekt van üirt en spel, maar van de macht en de waar digheid van de liefde zelf, als ik je zeg, dat jij jij jij, die hier zit en liefde-onzin in je kopje hebt, verantwoordelijk bent voor hel komende geslacht" Ammey schepte moed. „Ja, Vader, we zul len daaraan denken. Ik zal ales met Adolf be de verkiezingsdagen meer bekend als „baron Vuilbek", den vrijzinnigen oneerlijke verkie zingspropaganda te hooren verwijten. Voor politie zedeaneesler toch zou de heer van Wijnbergen stellig in de allerlaatste plaats in aanmerking komen. Welk eerlijk menscli zal ontkennen, dat er in verkiezingsdagen door alle propagandis ten vinniger gesproken wordt dan goed is? Van liberale zijde is meer dan eens de wensch geuit, dal, 'n half jaar na dato, de kostbare nationale tijd toch niet vermorst zou worden door het opdiepen van allerlei heel- en half- ware politieke stoutigheden der tegenpartij. De vrijzinnige Kamerleden hebben er dan ook niet naar getaald om zelfs maar verkie zings-hors d'oeuvre k la Westbroek op te dis- schen, maar de rechtsche de betere ele menten uitgezonderd hebben er den hoofd schotel van gemaakt en van het voorstel van de liberalen juist 'n nieuw wapen gesmeed: „Zie je wel, zoo riepen ze juichend, zie je nu wel, dat de liberalen zich dezen zomer schandelijk gedragen hebben, ze durven er niél eens meer over te spreken". Wie sprak daar van politieke oneerlijkheid? Het ergste wat den liberalen verweten wordt, is, dat zij de kerkelijke hartstochten ontketend hadden. Maar dit verwijt zou men toch wel allerminst verwachten van 'n partij, welke zelf bestaat dank zij de afschuwelijk ste exploitatie van den godsdienstzin der eenvoudigen. Dat de liberalen de hypnoti sche droomen van vele rechtsche kiezers ver stoord hebben en de valschheid van de anti these „voor of tegen den godsdienst" demon streerden, moge zeer onpleizierig zijn voor hen, die met zooveel inspanning en toewij ding, 'n betere zaak waardig, het nu ver scheurde net knoopten den liberalen cr 'n verwijt van te maken, dat zij de hun toege dachte hatelijke rol niet wenschten te spe-, len, is toch wel wat erg mal. 'n Eerlijk politicus weet ook den neder laag waardig te dragen. Zoo de roomsohe af gevaardigde van Waalwijk, zoo de afgevaar digde van Schiedam, de heer de Geer. Dit Chr.-IIist. Kamerlid hield 'n rede, gelijk men van 'n loyaal tegenstander verwachten kan; geen benepen verkiezings-<propagandist m-:ar 'n vertegenwoordiger van de oppositie was hier aan '1 woord. Ook de r.-k. heer Loeff sprak waardig, hij was vaak scherp, gaf geen malsche critiek, maar hij bleef hoffelijk en daalde niet af beneden het parlementaire peil. Maar juist daarom zijn deze afgevaardig den voor de vrijzinnigen veel meer te duch ten tegenstanders dan de van Wijnbergens, die het prestige en de belangen van hun eigen partij meer schaden dan baten. Bestond de geheele rechterzijde uit van Wijnbergens, de coalitie zou weldra tot de geschiedenis be spreken. We zuilen altijd verstandig leven, op dat de kinderen alleen goede dingen te zieü krijgen." De dokter begon van ergernis le lachen. „Hemelsche Vader, mijn arm, klein eendje, wat ben je toch nog dom. Nu, dan is er niets meer aan te doen, dan moet je maar luisteren en gehoorzamen, als je eigen hersens je in den steek laten. Zoo, kom eens hier, en geef rae je hand, juffertje, het doet een beetje pijn, doch ga maar ferm en dapper mee, en geloof een beetje Lu je ouden vader. Alles komt weer terecht, en het beste is, gezon van hart te zijn. Dagen vol moedigen strijd en bittere waarhe den zijn noodig in ieder flink menschenleven. Zie je, dezen Motte kan ik je nooit ofte nimmer geven. Zit stil, mijn dom, klein dochtertje, bruis niet zoo op. Zijn vade^ is een dronk aard en Iheeft hem, zooals het schijnt, de nei ging tot drinken en zwakheid van wil op den levensweg meegegeven -Hij is een lichtzinnige losbol. Vandaag klimt hij over onzen muur, morgen gaat hij naar een andere. Wat kan mij zijn schitterende carrière schelen! Tegen een flinken schoenmaker zou ik niets hebben, maar veel héb ik tegen éen onvast karakter, al ware hij minister." „O, Vader, Vader, dat alles is immers niet eens waar! Hij klimt niet over andere muren! Hij heeft ook geen zwakken wil. Hij zegt, dat hij heel degelijk wordt, als ik hem neem en dat hij anders verloren gaat. Och, Vader, Va der, heb 'toch medelijden!" De dokter stond op, hij gaf geen antwoord meer. Hij daclil: „Ja, zoo zal het natuurlijk gaan. Ze zal tot het einde toe roepen: Het is niet waar. Dat is de logica van het hart. En al zou ik een stapel (bewijzen voor haar op tafel leggen, dan zou ze oogen en ooren slui- hooren; waren de de Geers, Loeffen en van Idsinga's wat talrijker geweest ter rechter zijde, wij vreezen, dat de Juni-verkiezingen geen vrijzinnig kabinet gebaard zouden heb ben. De rechterzijde feliclteerch wij met hare de Geer, de Iinksche partijen kunnen wij ge- lukwensclien, dat er ook nog van Wijnber gens zijn. De afgevaardigde voor Goes, die z'n beste jaren reeds lang achter den rug heeft, üc heer de Savornin Lobman, heeft gezocht naar de oorzaak van de clcricale nederlaag bij de laatste verkiezingen en hij is tot de ontdek king gekomen, dat de verklaring te vinden is in de Franscfie RevolutieI Wij zouden nog 'n stapje verder terug kun nen gaan. Volgens hel oordeel van de roomsche coa- litie-genootcn is dé oorsprong van de Fran- sche Revolutie le zoeken in deHervor ming. Welnu, dan is het zoo klaar als de dag, dat de Hervorming de oorzaak is van de overwinning der linkerzijde, dat Luth^r en Calvijn het echec van de coalitie op hun ge weten hebbenI En nu de proef op de som! De Bronsveldi- anen en de Bond van Proitestantsche kiezers hebben in menig district den doorslag gege ven ten gunste van de concentratie. De room sche en anti-rev. woordvoerders in de Ka mer, klaagden om het luidst, dat het anti papisme, het oproepen van den geest van Luther en Calvij'n, de linkerzijde de overwin ning bezorgd heeft. Waarlijk, Lohman sloeg de plank niet mis; alleen had hij de oorzaak van de clericale nederlaag nog ieU dieper moeten zoeken. Misschien zou hij dan ten slotte nog tot de conclusie gekomen zijn, dat, aannemende dat dc geest van den groolen meester gevaren is in Calvijn's jongeren, op wie dus de aanspra kelijkheid rust voor wat het werk van den meester is aan hem zelfs, als een dier „jon geren" de nederlaag te wijten is- Wat weer door niemand betwijfeld .zal "Worden, die weet, hoe juist Lohman's door dik en dun volgen van den eminenlen leider vele cbr.- Ihist. kiezers aan de coalitie ontrouw heeft doen worden. Politie^ Overzicht. De troon van Albanië. Hel tijdstip nadert, waarop de vorstentroon zal worden opgericht van Albanië, oen slaat dien men bezig is le vormen uil een deel der pudnhoopen van het Turksche rijk in Europa. De candidatuur van prins Frieorich zu Wied voor dezen troon is door alle groote mogendheden goedgekeurd. Het voorberei- len, en zien, noch hooren, noch gelooven willen. Dat was dus verloren moeite, haar te willen bekeeren en haar zoo aan mijn wil te doen gehoorzamen. Van haar geziond ver stand heb ik geen hulp te verwachten. Zoo blijf ik dan alleen slaan in anijn zoogenaamde wreedheid. Och ja dat is dan weer eens vergeefs geweest". Hij stond op. Vooral geen onnoodige zitting houden en niet in een kring ronddraaien 1 Niets kon hij slechter verdragen dan dat. Wal gezegd was, bleef gezegd, het speet hem toch niet. Misschien dacht Ammey veel, veel later, in een tijd, die voor zijn gevoel in dit be nauwde oogenblik zeker heel ver verwijderd en bijna ondenkbaar was, er nog eens in zachtheid aan en gaf haar dat kracht voor hart en wil. Voordat deze ure zou aanbreken, waren er nog veel moeilijke dagen te door leven, die hem donker en zwaar toeschenen. Hij zuchtte diep, om de beklemde borst te verruimen. „Ga nu mee naar huis, het is al laat," zei hij. Ammey volgde met kloppend hart. Wat dacht hij? Was hij boos op haar? Of begon hij toe te geven? O, kon ze toch maar een enkelen blik in zijn hart slaan! Als ze toch maar de middelen wist, die wat bij hem konden uit werken, hoe zou ze ze aanwenden zonder op houden! Geen moeite, geen deemoedig ver zoeken en smeeken, geen dienen of lijden, geen moedig, geduldig wachten zou liaar te veel zijn, als hij slechls wilde toegeven! Maar hij moest immers, hij moest! Morgen kwam Adolf, die zou hem wel voor zich in nemen. Vader bleef meestal op zijn stuk staan, dat was zeker, maar hij kon toch ook goed zijn. Wat kon hij op den duur tegen het geluk zijner dochter hebben? Hij moest immers clenue werk oui aan den mouwen staat oen hoofd te verschaffen, is dus verricht, en wat verder nog daarvoor valt te doen, zal niet lang op zich laten wachten. Prins Frièdrich zu Wied is in 1876 geboren. Hij is de tweede zoon van den overleden vorst Hermann van Vied, die gehuwd is ge weest met prinses Maria der Nederlanden, de dochter van prins Frederik. De koningin van Rumenië, geboren prinses Pauhne Elisa beth zu Wied, is zijne tante. Hij belijdt den protestantsdien goasoienst. in de politiek is nij een onbeschreven blad; maar men heelt vertrouwen in zijne talenten en in z ,.i goeden wil. Hij is in 1906 getrouwd met prinses Sofia van Schönburg-Waidenburg, van wie hij eene uochter van vier jaren en een zoontje van eenige maanden heelt. Eenige maanaeu gele den, toen or voor het eerst van zijne candi datuur sprake was, werd uit Berlijn aan de Neue Freie Presse geschreven: „Toen de vrienden van het jonge paar van zijaie kansen op dezen veelbesproken troon van Albanië hoorden, zullen dc ailermeesten van hen waarschijnlijk ^czegd hebben: '„Dat zou voortreffelijk zijn; die twee* passen daar uitmuntend." Prinses Solia schijnt bijna voor beschikt te zijn voor eene Raikan-heersche- res, en ook hij kan met zijn kalmcn, dege- lijken ernst, zijn voorkomen, zijne verwant schapsbetrekkingen aanspraken doen gelden, die vertrouwen wekken en ten zijn** gunste spreken. De prins heeft eene meer dan gewone grootte, hij heeft eene prachtige gestalte, een Hinken, goed gemodelleerden kop. Hij herin nert mij altijd aan zijne overleden moeder, vorstin Maria, prinses der Nederlanden, eene kleindochter van koningin Louise van Prui sen. Zij was een van de uilncmendste vrou wen, die ik ooit mocht ontmoeten. Betrouw baar, recht door zee, zeer gereserveerd, niet zonder zelfbewustzijn, misschien ietwat ILol- landsch stijf, maar op hare stille manier bij zonder minzaam en goed. Prins Wilhelm heeft het grootste gedeelte van zijne kindsheid en jeugd doorgebracht op het kasteel Mom-epos boven Neuwied aan den ingang van het Wes- torwaid. Het leven in deze schoone woud streek bekoorde hem en zijne broeders en zusiers. Hij is een hartstochtelijk jager; in zijne rookkamer hangen geheele rijen ge weien. De beide ouders waren geheel thuis ui vreemde talen; hunne kinderen spreken vloeiend Engelsch en Fransch, hetgeen bij prinsen niet zoo van zelf sprekend is als men eigenlijk moest aannemen. Evenals zijne broe ders, werd hij garde-kavallerist; de drie rij zige, elegante jonge mannen gingen door voor de soliedste luitenants in geheel Potsdam- Berlijn en waren overal gezien. Prins Wil helm is er door nauwgezet ten ijver in ge slaagd, in don groolen generalcn staf te komen; cone degelijke opleiding, waarop een der andere ca-ndidalen voor den troon van Albanië bezwaarlijk zou kunnen wijzen. Met vijf koninklijke huizen, die van Pruisen, Ne derland, Zweden, Rumenië en Wurtemberg, is hij verwant. Zeer van hem verschillend, eene bekoor lijke aanvulling, is prinses Sophia zu Wied, eene geboren prinses van Schónburg-Walden- burg. Hare grootmoeder was eene Rumeen- sche prinses Cantacuzene; in Rumenië behoo- ren aanzienlijke bezittingen aan hare fami lie, thans aan haren broeder, en daar heeft zij bare jeugd doorgebracht. Vandaar hare zien, hoe ze wegkwijnde, als hij niet toegaf! Reeds bloeide de hoop weer in haar hart, loen ze het huis bereikten en de tuinkamer binnengingen, waar juist Hans Usedom zijn muziek inpakte en goedennacht wenschte. Den volgenden dag kwam Adolf Motte. Het was Zondag, en hij was, zooals vaak, van Gossen naar Geneucken gekomen. Vroeger had hij het vervelende Geneucken zooveel mo gelijk links laten liggen, maar sedert hij mei de aardige, kleine Ammey Joost deze liefdes geschiedenis was begonnen, kwam hij meer dan goed was. Dat hij het met Ammey ernstig meende, dat leed geen twijfel. Nog tot voor korten tijd had hij weliswaar in niets minder lust gehad dan in zich-verloven en trouwen, maar de laatste maanden hadden hem bekeerd. De sterke bekoring, die er van dit levendige meisje uitging, maakle, dat hij deze liefdes verhouding beter geschikt vond om in trou wen over te gaan, dan een van de vorige. Toch was Ammey's liefde hierbij niet de eenige drijfveer. De verwende jonge man met de groote talenten en de mooie toekomst had den vorigen winter verscheiden vlagen van het vreeselijkste pessimisme gekend. Hij had eigenlijk alles, wat de dokter hem nog zou zeggen, voor zich gezien. Hij had uren doorleefd, waarin hij van zich zelf en hel leven gegruwd had. De daarop volgende uren was hij dan weer allerellendigst gebla seerd geweest en frivool en gewetenloos. Nu was Ammey's liefde als een krachtige wijn voor hem. Hij geloofde weer aan zich zelf. Het warCji niet slechts haar kussen, die groote voorliefde voor het oostcrsche volks leven. Hare veelvuldige bezoeken op het slot Pelesch in Sinaia bij de koningin, hebben haai psychisch sterk beïnvloed en haar lot bepaald Carmen Sylvia stelde levendig belang in d« jonge prinses, verheugde zich in hare ont vankelijkheid voor kunst en hare talenten cm» heeft de hand gehad in hare verloving mei haren neef, prins Friedricli zu Wied. Op den dag, waarop de candidatuur van don prins zu Wied publiek werd gemaakt, A do eerste zoon van dit jonge paar geboren Beteekcnt het eene belofte voor de toekomst of eene vergoeding voor niot verwezenlijkte vooruitzichten?" liet apt woord op deze vraag kan thans ge geven worden. De jonge stamhouder is be stemd dc erfgenaam te zijn van den nieuwen troon van Albanië, dien zijne ouders wldra zullen bezetten. Duitschland. Zabern, 6 Dcc. De afmarsdh van he* infanterieregiimcnt no. 99 naar de oefening» Itcrreinen van Hagen au en Bitscli gesohieddo heden namiddag. Het regiment trok compag. niesgewijs r.aar het station, de vaandel-om pagnie met de muziek aan liet hoofd. Kolc nel von Reutter was niet aan hot hoofd val het regiment, maar begaf zich van zijne wo> ning rechtstreeks naar het station. Luitcnanlt von Forstner ,dic ziek moet zijn, is eveneens vertrokken. Over de beteekenis van de verleden Vrijdag! in Donaueschingen genomen besluiten wordt in de Frankf. Ztg. opgemerkt, dat eene ver plaatsing van het garnizoen naar het ocfe« ningsterrein in de maand December, zonde! dat daarvoor eene met den militairen diens verband houdende aanleiding bestond, geen aangename zaak is. Van de leden van ht regiment worden daardoor juist zij het hard- getroffen, die niet alleen bij het gebeurde niel betrokken waren, maar het zelfs inin of meer afkeurden. Alle aanvallen op de bevolking zijn door den kolonel met eenigen van de jongste luitenants uitgevoerd; de oudere officieren» die nu hunne gezinnen in Zabern moeten ach terlaten, zag men in de laatste dagen haast' niet meer op straat. Erger nog zijn dc oudere onderofficieren er aan toe, van wie velen door familiebetrekkingen met de bewoners verbon den zijn. Het garnizoen voor goed aan de slad te ontnemen, ligt niet in de bedoeling; hc? is een tijdelijke maatregel die is genomen^ die 5 6 weken zal duren. Of het regiment no. 99, naar Zabern zal terugkeeren, of eene andere troepenafdeeling in zijne plaats zal ko^ men, moet nog afgewacht worden. In den tusschentijd zuilen de voor den krijgsraad aanhangige processen, d. w. z. in. de eerste plaats de op nieuw geopende zaak legen luitenant von Forstner en dc zaak we gens wederrechtelijke vrij heidsberoo ving, waarin de officieren betrokken zijn, die den 28en November bij de ontruiming van het; slotplein het bevel tot gevangenneming van de burgers gegeven hebben, vermoedelijk ook de kolonel teneinde gebracht worden. Dit zijn uitsluitend zaken, die tot dc competentie van den militairen rechter behooren; de door ko- lonel von Reutter, luitenant von Forstner eu sergeant Höfiich bij den burgerlijken rcchtei ingediende klachten tegen eenige dagbladen zijn ingetrokken. hij zocht, als hij 's avonds over den muur van des dokters tuin klom. Het was iets veel die- pers, veel machtigen, en dit verlangen be vatte oneindig veel meer sterk uitgaan naar het betere, dan het meisje vermoedde. Het was de strijd van iemand, die reeds een ge heel leven achter den rug heeft en nu worstelt om een nieuw. Ja, hij ging naar dokter Joost, maar niet als de trotsche, overmoedig© minnaar, die hij volgens de meening van alle menschen en van zijn moeder in hel bijzonder, gerust had mogen zijn. Zijn hart dreigde hem in dei schoenen te zinken, en toch ging hij. Niet om dat hij hoopte, begaf hij zich naar dokter Joost, zelfs niet, omdat hij het voor zijn fat soen niet kon laten. Hij had een béter, ster ker motief voor zijn gaan, een motief, dat hein doortintelde en hem de kracht gaf, 't aller ergste het hoofd te bieden: Hoor, wat er te hooren is, draag, wat je te dragen krijgt. Slechts de waarheid maakt vrij. -Eberhard Joost had de jongens Motte heg laatst behandeld, toen ze nog korte broekjes droegen. Maar hij kende dit soort voldoendej hij kende dat zwetsen en opsnijden en door-: slaan, dat de menschen over de afgronden' des levens doet heenkijken, en hen eindelijk, doet belanden in den laatóten, grooten, dich-; ten neveL Ja, ja, mijn arme nevelkerel, het lijkt er niet meer naar, dat de toekomst ons een goede reis toe zou schijnenI Hij noemde hem „Jij" zooals ln zijn kinder* jaren. En hij sprak op angstwekkend zachten toon tot hem. „Trek geen onschuldig, niet* kwaads vermoedend jong leven mee in dea maalstroom!zei hij. l Wordt vervolgd*.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1