Woensdag 10 December 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. DOKTER JOOST I2Q" Jaargang» ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO* Idem franoo per post1.50. Per week (met gratis verzokering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. H\ 141 Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. „D E EEMLAN DER PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.. f 0.5®, Elke regel meer0.1<fc Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wjrtit op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Het nieuwe Fransche ministerie. Niet zoiuler moeite is het nieuwe Fransche ministerie Lot stand gexomen. Tot twee maion heelt president Poincaré moeten ondervin den, dat de staatsman, tot wien liij zich ge wend had met de opdracht het kamnet samen te steileu, het hem verleende mandaat onuitge voerd het en terug gal. De bemoeiingen van deze twee staatsboden hebben slechts nega tieve uiUkomsitm gehad: zij hebben tot de op lossing van de mimslerieele kris is slechts in zoover bijigediragen, dat men er uit heelt kun nen zien, in weike richting de oplossing van de krisis n i e L te verxiijgen was. Zoowel de senator Riool, die het eerst door den pre sident oer "republiek aan het werk werd ge zet, ais zij«n opvolger Jean Dupuy, hebben het hooid gosiooten mj de leiders van de op haar laatste jaarcongres te Pau nieuw georgani seerde radicale partij, die zich ongezind toon den nun steun te verieenen aan ïeuer kabinet, waarin met aan hen de overwegende invloed verzekerd was. De derde man, de senator Douinergue, heel't met deze ondervinding zijn voordeei geuaan. Hij is begonnen met zich den steun te verzekeren van de twee hoofd mannen uo?r raoicale partij, Caillaux en Cle- menceau. Aan Caillaux is de porleieuiLLe aan geboden, die mj voor zien wenschte, namelijk die van iinancicn. Clemenceau i langde voor zijn persoon geen zetel in het n.cavve kabi net; maar hij heelt een groolcn invloed uit- geoelund op de keuze van de mannen, die in heL nieuwe ministerie zijn opgenomen. Zoo is een ministerie tot stami gekomen, dai gencel uit nieuwe mannen beslaat. Geen •'unci lid van het vorige kabinet is in het M.'iiwe overgegaan. De Kabinetsformateur had ...«iscnt, Picnon te behouden aan hel hoofd j; .i uepanement van buitenlandsche za- n^geii heelt echter Clemenceau zijn .Munwuuru doen gelden, die wel indertijd i'icnon aan het bewind heelt gebracht, maar hem reeds sints lang de vriendschap heelt opgezegd. Doumergue heeft nu zelf de por tefeuille van buitemandsche zaken op zich ge nomen. Het nieuwe ministerie is overwegend radicaal; slechts twee leden, de minister van koloniën Lebrun en de minister van land bouw Raynaud, behooren tot de democrati sche linkerzijde en minister van onderwijs is de onalhankelijke socialist Viviani. Aan het hoofd van de beide militaire departementen ijn leden van het parlement opgetreden; het vamerlid Noulens, die in de discussie over het leeningsonlwerp als rapporteur van de commissie heeft medegewerkt tot den val van het kabinet-Barlhou, is minister van oorlog geworden, de senator Monis minister van marine. Het programma van het nieuwe kabinet zal bekend worden uil de verklaring, waarmee het voor het parlement zal optreden. Men kan inlusschen met vrij groote zekerheid bij voor baat bepalen, wat deze verklaring zal inhou den. De minister van financiën Caillaux zal zich een onderzoek van den algemeenen toe stand voorbehouden, en het leeningsonlwerp van zijn voorganger eerst weder opvatten, wanneer hij *t onvermijdelijk noodig acht daartoe over te gaan lot het verkrijgen van Lr wordt kracht en moed toe vereischt om legen den stroom op te zwemmen; maar zelfs een doode visch kan meedrijven met den s'Lroom. EN ZIJN ZEVEN ZORSEN. 35 DOOB MARIE DIERS. iMarret legde het er altijd eenigszins op toe, dal Mijnheer Runge zich telkens een beetje belachelijk maakte. Het was niet erg, maar toch heel potsierlijk. Regna ergerde er zich meer over, dan zijn niets kwaads vermoe dende ziel zelf. Dokter Hans en Peterchen wa ren het uitgelaten publiek bij deze dwaashe den, en allen wisten heel precies, wat er zou gebeuren Toch verkeerden allen in een groote span ning in deze aangelegenheid. Ammey's ver woest geluk waarde als een spook door 't huis. Hoe zou het met deze tweede liefdesge schiedenis gaan? Zou ook nu Vader weer niet aan alle verwachtingen den bodem inslaan? Wie kon iets van zijn meening van te voren weten? In 't huis van dokter Joost waren de gemoe deren erg opgewonden, vol wisselende stem-l evenwicht in den algemeenen financieelen dienst. Ten behoeve van de dekking der met eens afloopende en der blijvende militaire uitgaven zal de regeering niet kraakt opko men voor het ontwerp der nlgemeene inkom stenbelasting, dat reeds in 1908 door de Ka mer is aangenomen, maar dat door de finan- cieele commissie van den Senaat in haar pas eene week gel-eden ingediend rapport op ge wichtige punten is omgewerkt. De regcering zal in den Senaat inzonderheid opkomen voor de eigen aangifte van de belastingplichtigen en voor het betrekken van de houders van Fransche staatsrente in de inkomstenbelas ting. Voor de herziening van de kieswet zal de regeering zich niet warm maken; er zit ten in het kabinet eenige besliste tegenstan ders van de evenredige vertegenwoordiging. In de kwestie van den driejarigen diensttijd zal de regeering zich op het standpunt plaat sen, dat de bestaande wet moet worden uit gevoerd en dat inzonderheid in het grensge bied het leger moet worden gehouden op de sterkte, diie de nieuwe legerwet lieeft voorge schreven. 2dj, zal echter nagaan ol' niet, re kening houdende met deze noodzakelijkheid, er verzachtingen mogelijk zijn bij de ton uit voerlegging van don driejarigen diensttijd; zij zal inzonderheid er hare aandacht aan wijden, dat naast de versterking van hot le ger ook aan de verbetering van de huisvesting der troepen en de versterking van het oor- logsmaterieel de hand wordt gehouden. Ver der zal de regeering 't voor een van hare gewichtigste zorgen verklaren, de wetgeven de maatregelen tot bescherming van de lee- kenschool met gewenschten nadruk tot stand te brengen. In de wandelgangen van liet parlement is het nieuwe kabinet, zooals niet anders was te verwachten, door de partijen links met in genomenheid, door de^ gematigden en de rech terzijde met teleurstelling ontvangen. Maar vrij algemeen heeft de vlugheid, waarmee de kabinetsformateur zich heeft gekweten van zijne taak en de pogingen heeft verijdeld om het tot stand komen van liet kabinet te ver hinderen, een goeden indruk gemaakt. DuitschlancL B e r 1 ij n. 9 D e c. Nadat eenige korte vra gen waren beantwoord, zette de rijksdag -ie- den de algemeene begrootingsdebalten voort. De rijkskanselier besprak de nieuwe regeling van de „Balkanzaken en van de Turksche staatsschuld. Er kwamen geene manifestaliën voor. De rijkskanselier betoogde, dat de gebeur tenissen, nadat de tweede Balkankrisis was afgedaan, hierop zijn uitgekomen, dat de toestand van acuut conflict geëindigd is, hoe wel de gevolgen van de andere omwentelin gen nog niet afgesloten zijn. De vaststelling van de Albaneesche grenzen in het noorden en het zuiden schijnt tijdig te zullen afloo- pen. De kwestie der nieuwe regeling van de Turksche sLaalsschuld eischt onze bijzondere belangstelling. De rijkskanselier drukte de hoop uit, dat de oplossing van deze kwestie kan worden voor bereid tegen den tijd waarop de inmiddels verdaagde conferentie weder zal bijeenko men. Over het lot van de Egeische eilanden is nog altijd niet beslist, maar ook daar zal, naar wij hopen, eene gunstige regeling in mingen en aandoeningen. Ten eerste was er Ammey met haar leed en verdriet, verder was er Regna met de mooie koffiekopjes en he» sierlijke handwerkje, waardoor iedere plaag geest, die hier of daar verscholen zat, uit hel donkerste schuilhoekje te voorschijn werd gelokt. Alles, wat nu al zoo dwaas en erg leek, werd nog dwazer en erger, toen de groote vacantie aanbrak, die de kinderen uit de verte weer thuis bracht: Inge, en Mejuffrouw Dr. Joost, zuster Matz. Inge was door de klaagbrieven barer twee lingzuster reeds genoeg voorbereid. Ze werd om zoo te zeggen op de vleugelen van den stormwind naar huis gedragen. Doordat haar leven zoo zelfstandig en vrij was, koesterde ze voorloopig nog een volslagen verachting voor alles, wat naar vrijheidsbeperking zweemde. Ze was buiten zich zelf van ver ontwaardiging over haar vader en over de macht, die hij zich aanmatigde. Nog geen half uur was ze thuis, of ze had met Ammey, op den rand van het bed der laatste zittend, de heele geschiedenis, die ze uit de brieven reeds haarfijn kende, nog eens behandeld, en stormde met fonkelende oogen in haar stoffige reisjapon, terwijl het haar verward om haar hoofd hing, de kamer van haar vader binnen, die juist zijn hoed in de hand nam en zijn zieken wilde gaan bezoeken. „Gaat U als 't U belieft nog niet, Vader. Dit is even noodig. Het behoeft, als U wilt, niet langer dan lien minuten te duren." De dokter zette groote oogen op. „Pas van de reis gekomen cn dan al zoo energiek?'" Maar nauwelijks had hij dit gezegd, of het lachen bestierf hem op de lippen. „O ja het zal om Ammey zijn." overleg met de groote mogendheden, bereikt worden. De algemeene toestand van de Etuopee- sche mogendheden is door de nieuwe rege ling van den toestand niet geschokt. Aan de samenwerking van de groote mogendheden zullen wij, evenals tot dusver, blijven deelne men. Onze bondsverhouding tot Oostenrijk is, op de levensomstandigheden van de beide landen onwrikbaar gegrondvest. Het samen gaan van de driebondstaten is zoo krachtig als misschien nooit te voren, zonder het sa menwerken van alle mogendheden in gevaar te brengen. Uit de redevoeringen van Asquith, Saso- now en Kokowzow kreeg ik de overtuiging, dat Rusland de gedachten van g'biedsver- krijging in Klein-Azië ver van zich afwijst. Wij zijn bezig, voor eene nieuwe regeling van de Turksche staatsschuld den grondslag voor te bereiden in overleg met de andere groote mogendheden, inzonderheid Frank rijk, tegen het tijdstip waarop de conferentie te Parijs weder bijeen zal komen. Vermoe dens over de wijze waarop de beslissing over het lot van de eilanden zal uitvallen, kan ik niet uitspreken, omdat van die zaak door alle mogendheden moet worden kennis geno men. Ik geloof echter de verwachting te mo gen uitspreken, dal in die zaak een bevredi genden uitweg za) worden gevonden door het overleg tusschen de mogendheden. De opvatting, dat de rustige algemeene toestand van de groote mogendheden door de nieuwe regeling van den toestand op den Balkan niet mag worden geschokt, is door den maandenlangen mocitevollen arbeid niet verzacht maar versterkt. De verdienste daar van komt aan alle groote mogendheden ge meenschappelijk toe. In la teren tijd zal men de aanvankelijk veelal scherp gekriliseerde conferentie van de Londensehe ambassadeurs er misschien nog eens voor danken, dat zij de tot dusver in acht genomen solidariteit in het belang van Europa in stand noeft weten te houden. Wij zullen ook verder aan de ge meenschappelijke werkzaamheden van de groote mogendheden in denzelfden geest deelnemen. Wij hebben het bijzondere belang van onze bondgenooten Oostenrijk en Italië krachtig en afdoende te steunen en tegelijk door vertrouwelijke samenwerking met En geland en steunenden op onze vriendschap pelijke gezindheid jegens Rusland in het concert van de Europecsche mogendheden onze diensten te bewijzen, eene taak die door onze tot onze blijdschap volkomen cor recte betrekkingen met Frankrijk gemakke lijker wordt gemaakt. Waartoe wij zouden zijn gekomen, als de Europeeschc mogendheden tegen het ver drag van Bukarest telrslond eene actie tot vernietiging hadden ingesteld, wil ik niet nader betoogen. De omstandigheid, dat Oos tenrijk aanvankelijk de vraag in overweging nam. of eene herziening van het verdrag doelmatig zou zijn, deed een tijdlang bij een deel van de openbare meening de opvatting ontstaan, dat dit verschil van meening een ongunstigen invloed uitoefende op onze bondsbetrekking. Ik kan deze opvatting met "beslistheid afwijzen. (Toejuichingen). Berlijn, 9 Dec. In het vervolg van zijne rede zeide de rijkskanselier nog: Het stevig samengaan van de driebond-mogendheden s— „Ja, om Ammey!" riep Inge. Ze zag er vrij en moedig uit. Ze was wild en ongeduldig, als een vastgebonden veulen van edel ras. Ze wist in vrijmoedige bewoor dingen haar vader te vertellen, wat een bijna twintigjarig menschenkind zoo al is en kan en moet. „Het is heeWnaal onverschillig, of men gelukkig of ongelukkig wordt, maar ol* men zich kan uitleven, en zijn persoonlijk karakter ongeschonden bewaren, dat is de groote hoofdzaak in 't leven!" „Ik dank je wel!" zei dokter Joost. Hij legde werkelijk hoed en stok weer weg en nam in den hoek van de bruine sofa plaats. „Ga daar eens bij mij zitten. Ik begin je interessant te vinden. Domme, onnoozele eenden kan ik niet uitstaan. Wat jij me daar van den boom der kennis schudt, zijn weliswaar nog onrijpe vruchten, maar ik heb mijn leven lang het liefst groene appels gegeten, ze suggerceren zooveel toekomstigs. Maar wij kunnen daar helaas niet bij blijven stilstaan. Kom hier, mijn jonge boom, opdat ik eens aan je schors kan kloppen." Inge keek hem toornig aan, en toch dreef hij in den grond geenszins den spot met haar. Er bloeide integendeel een stille vreugde in hem op en hij dacht, dat ze misschien al veel zou begrijpen. Hij begon haar alles te vertellen van Adolf Motte en hoe hij om Ammey en om den grondslag van het leven zelf deze verbintenis niet wenschte. Hij sprak in korte, krachtige woorden, waarin hij ziyh geheel gaf, zooals hij was, hij, de man uit één stuk, die veel van het leven reeds had begrepen, dien het leven hard gemaakt had, hij, de man met het hel dere hoofd, de apostel der werkelijkheid, die zich niet door phantnsieën op een dwaal- duurde lijdeus het gansche verloop van de Balkankrisis tot dusver, krachtiger dan nog ooit te voren. De driebond heeft, nadat de Bosnische en de Tripoli-kwestie ten einde zijn gebracht, groot belang bij de handhaving van de innerlijke versterking van het Turksche rijk. Wij ontmoeten in deze zorg voor de ver dere ontwikkeling van Turkije tegelijk En geland en de drieDond-mogcndheden. Wij mo gen aannemen, dat politieke geschillen we gens de toekomst van Turkije tusschen de Luropeesche mogendheden voor geruimen tij niet te verwachten zijn. Onze op zoo verblijdende wijze verbeterende verhouding tot Engeland maakt het ons mo gelijk in vrijmoedige gedachlenwisscling over te gaan tot de oplossing van de kwestie van den Bagdadspoorweg. Wij streven de groote gedachte na om, door ons te verstaan over velschillende vragen van wereldverkeer en van de koloniaal-politieke mededinging tus schen Engeland en ons, de betrekkingen tus schen de beide landen blijvend weder terug te leiden in de rustige banen, die zij dreigden te verlaten. Er zijn onderhandelingen met de Engelsche regeering ingeleid om mogelijk ontstaande verschillen van economisclien aard in hel Afrikaanschc gebied te voorkomen, zonder be nadeeling van de rechten van derden. Wij streven naar eene billijke verzoening van de belangen van beide partijen. Van compensa tion is daarbij geen sprake. (Bravo!) Ik moei mij heden tot deze aanwijzingen bepalen, wai.t de onderhandelingen zijn nog ioopende. lx wil hieraan nog slechts toevoegen, dat ik re den heb om aan te nemen, dat de uitkomsten, wanneer de door de beide regeeringen nage streefde regeling wordt gesloten, in Duitseh- land cn in Engeland begroet zullen worden als eene oplossing van mogelijke verschillen Laat ons het verleden laten rusten en wer ken. (Bravo!) Onze ligging in het hart van het vasteland van Europa zat ons altijd er toe leiden, voor de onverzeerde handhaving van de stelling van Duilschland als continentale mogendheid alle physiekc en moreele krach ten van de natie veil te hebben. (Instemming rechts.) Na den rijkskanselier neemt Scheide- mann (sociaal-democraat) het woord. Hij vraagt den rijkskanselier of hij meent voldoende gezag te bezitten om het Duitsche volk naar buiten te vertegenwoordi gen, nadat vijf zesden van de vertegenwoor digers hun wantrouwen in het beleii van den rijkskanselier hebben uitgesproken. Het be treft hier niet het ten val brengen van minis ters, maar de beperking van de absolute macht van den monarch. Spr. hoopt, dat de rijksdag de voorstellen tot schrappijg van de traktementen vdh den rijkskanselier en van den minister van oorlog zal aannamen. (Ge lach). De rijkskanselier zegt: De heer Scheide- mann kan 't aan mij overlaten, voor mijne waardigheid op te komen cn ook antwoord te geven of ik al of niet zal aftreden. Duitsch- land denkt hierin anders dan hij. Maar ik moet er tegen opkomen, dat de vorige spreker de in de groi dwet gfCrcgelde toestanden begiut te verschuiven en te verduisteren. Hij meent dat een votum van afkeuring aan de meer derheid van de partijen den plicht oplegt geene zaken meer met mij te doen of midde- spoor liet brengen en achter dat alles klopte" zaclit, in de verte, maar ophoudelijk, het krachtige, groote, voelende menschenhart. Uit Inge's gezicht verdween de boosheid; haar blik getuigde van mooi, diep voelen. Een zachte aandoening doortintelde haar. Dat was het begin van de zegepraal, die de eeuwige, groote macht behaalt op de kleine, onrustige machten, welke de eerste onzekere schreden der jeugd begeleiden en leiden. Hij zag aan de uitdrukking van haar ge laal, hoe het in haar groeide en tintelde van warm en diep voelen, en dit zich voor zijn oogen ontplooiende menschzijn van zijn jonge dochter greep hem zoo sterk aan, dat hij plot seling met spreken ophield, ofschoon hij toch van plan was geweest nog het een en ander te zeggen. Toen zeide zij, terwijl de woorden haar uit het hart welden: „Dus u meent, Vader, dal het lot van hel individu beoordeeld moet wor den naar de waarde, die het voor het alge meen heeft en dat wij daarnaar ons leven moeten richten?" „Ja, dat bedoel ik," zei hijj. Hij had het niet gezegd, doch nu merkte hij, dat zij lot de kern van de zaak was doorgedrongen. Zij zeide niets meer, ze keek langs hem heen. alsof ze oneindige verten voor zich zag. „Dat is vadergeluk dacht hij. Den volgenden dag werd Maria verwacht. Het is niet doenlijk, te beschrijven, hoe opge wonden dat Regna maakte. Ze kwam inwendig toch al geen enkel uur tot rust, want al was de verliefdheid van den goeden Emil ook bo ven allen twijfel verheven, toch kon men zich over een officieel aanzoek eerst verheugen, als het werkelijk gedaan was. Wat kon een mi*i- ien aan te grijpen, opdat ik zal altreden. Dat onderstelt een toestand van constitutioneel recht, diem wij niet hebben. Ook de afge vaardigde David heeft bevestigd, dat het ge- hecle huis toen van meening was, dat dit een* interne aangelegenheid Yan den rijksdag was, en heden zal op eens door het voorstel, naar aanleiding van de interpellatiën gedaan, een druk worden uitgeoefend op dc beslis sing van den keizer cn van den rijkskanselier. Dat is eene omkeering van den in de grond wet bepaalden toestand, het is de oj.richting van het parlementaire stelsel. De conslilutio- neele toestanden in Frankrijk en Engeland zijn geheel anders dan in Duilschland. Inge volge de grondwet komt aan den keizer de benoeming en het ontslag van den rijkskanse lier toe. Hel is in strijd niet de grondwet daan- op een druk uit te oefenen wegens een be sluit van den rijksdag. Ik zal geen verzoek om ontslag indienen. (Bravo rechts). Scheidcinami heeft uitgedrukt, dat men door verwerping van de begroeting het besluit van r.en rijks dag lean doen eerbiedigen. Ik wacht de ver dere o ml wikkeling af, maar zal mij legen iedere poging om de in de grondwet gewaar borgde rechten van den keizer beperken, ten stelligste verzetten. (Geroep bij de sociaal democraten: Heel aardig van u). Gij zult op een onbuigzaam verzet stooien. De meerder heid van het Duitsche wik zal niet willen, dat de keizerlijke macht onuer sociaal-üemocra- Lischen dwang wordt gesteld. (Levendige inr stemming rechts, rumoer links). Spahn (centrum) zegt: Ingevolge de grond- wotsoorkonde, komt aan den keizer het reent toe, den rijkskanselier te benoemen rn te ont slaan. Wij kunnen daaraan niets veranderen en ook niet de begrooting verwerp .n, oindal het daarbij gaat om de belangen van hel rijk, niet om die van den rijkskanselier of van den minister van oorlog. (Instemming in hef centrum). De rijksdag heeft gisteren het algemee* begroolingsdebat, dat in de vorige week was afgebroken tot behandeling van de interpel latiën, voortgezet. Het ligt niet in de beuoo ling van den rijkskanselier bij de begroo tingsdebalten op het geval van Zabern en zijne behandeling in üen rijksuag te- g to kamen. Wal over deze zaak nog door de re- geering is te zeggen, zal geschieden wanneer dc nu voor den militairen rechter aanhan gige processen zijn afgedaan. Gisteren zor de zaak voorkomen van de rekruten, die do woorden van luitenant von Forstner in hel iuslructieuur onder het publiek gebracht heb. ben. Intusschen is het wel waarscliijni :k, dat sprekers uit het huis in hunne redevoe ringen naar aanleiding van de begrooting zullen terugkomen op de debatten over Za bern; vooral van de woordvoerders der so ciaal-democraten wordt dat verwacht. In dat geval zou de rijkskanselier gedwongen kun nen zijn daarop te antwooraen. Naar aanleiding van een bericht, da» luite nant von Forstner naar Gleiwitz overge plaatst zou zijn, wordt door het generaal- commando medegedeeld, dat daar van eene overplaatsing van luitenant von Forstner niets bekend is. Volgens een dagbladberichl doet von Forstner dienst bij de vierde com pagnie. B e r 1 ij n, 9 Dec. De beide huizen van den landdag van hel koninkrijk ruisen zul- naar als den hare niet al van zijn stuk brem gen! Slechts hel een of andere praatje, ver teld op een kofficvisite, was noodig om hem verlegen te maken, cn uit was alles. Neen, neen, het geluk van menigeen is pas goed be vestigd, als het vastgespijkerd is. Het ging wanhopig langzaam met dit mea- schenkind. lederen dag scheen het, alsof hij het groote woord zou uitspreken, want er waj locu werkelijk gelegenheid genoeg. Regna kende reeds deze oogenblikken, die om zoo te zeggen geschapen waren voor een liefdes verklaring, waarin ze minuten lang met hem alleen was, als cr een pijnlijk<vstilte ontstond, en haar hart bijna niet meer klopte. Ellendig was het, dat hij steeds en steeds weer zulk een oogenblik ongebruikt bad laten voorbij gaan. Dat was op zich zelf al akelig genoeg, en lot overmaat van ramp kwam nu Maria nog. Regna wist precies, hoe die dacht over lief hebben, verloving en huwelijk, och, over het bestaan van de mannen in 'l algemeen. Al wa ren toch al de aarzelende houding van haar minnaar en haar onbekendheid met ha ars va ders wil, met de beginselen, die aan dien wil ten grondslag lagen, en dien ze na de ervaring, welke Ammey had opgedaan, in 'l geheel niet berekenen kon, niet bepaald bemoedigend, haar bezorgdheid groeide nog door de aan staande komst van Maria. Regna wist zoo ont zettend weinig van het karakter en den aard van haar vader, dat ze het voor zeer waar schijnlijk hield, dat de oudste zuster, die als bezitster van den doctorstitel toch zeker wal in de melk te brokken had, een beslist nadoe- ligen invloed zou hebben. Wordt vervol ff d

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1