Woensdag 10 December 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DOKTER JOOST
I2Q" Jaargang»
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO*
Idem franoo per post1.50.
Per week (met gratis verzokering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
H\ 141
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. „D E EEMLAN DER
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.. f 0.5®,
Elke regel meer0.1<fc
Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wjrtit op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht.
Het nieuwe Fransche
ministerie.
Niet zoiuler moeite is het nieuwe Fransche
ministerie Lot stand gexomen. Tot twee maion
heelt president Poincaré moeten ondervin
den, dat de staatsman, tot wien liij zich ge
wend had met de opdracht het kamnet samen
te steileu, het hem verleende mandaat onuitge
voerd het en terug gal. De bemoeiingen van
deze twee staatsboden hebben slechts nega
tieve uiUkomsitm gehad: zij hebben tot de op
lossing van de mimslerieele kris is slechts in
zoover bijigediragen, dat men er uit heelt kun
nen zien, in weike richting de oplossing van
de krisis n i e L te verxiijgen was. Zoowel
de senator Riool, die het eerst door den pre
sident oer "republiek aan het werk werd ge
zet, ais zij«n opvolger Jean Dupuy, hebben het
hooid gosiooten mj de leiders van de op haar
laatste jaarcongres te Pau nieuw georgani
seerde radicale partij, die zich ongezind toon
den nun steun te verieenen aan ïeuer kabinet,
waarin met aan hen de overwegende invloed
verzekerd was. De derde man, de senator
Douinergue, heel't met deze ondervinding zijn
voordeei geuaan. Hij is begonnen met zich
den steun te verzekeren van de twee hoofd
mannen uo?r raoicale partij, Caillaux en Cle-
menceau. Aan Caillaux is de porleieuiLLe aan
geboden, die mj voor zien wenschte, namelijk
die van iinancicn. Clemenceau i langde voor
zijn persoon geen zetel in het n.cavve kabi
net; maar hij heelt een groolcn invloed uit-
geoelund op de keuze van de mannen, die
in heL nieuwe ministerie zijn opgenomen.
Zoo is een ministerie tot stami gekomen,
dai gencel uit nieuwe mannen beslaat. Geen
•'unci lid van het vorige kabinet is in het
M.'iiwe overgegaan. De Kabinetsformateur had
...«iscnt, Picnon te behouden aan hel hoofd
j; .i uepanement van buitenlandsche za-
n^geii heelt echter Clemenceau zijn
.Munwuuru doen gelden, die wel indertijd
i'icnon aan het bewind heelt gebracht, maar
hem reeds sints lang de vriendschap heelt
opgezegd. Doumergue heeft nu zelf de por
tefeuille van buitemandsche zaken op zich ge
nomen. Het nieuwe ministerie is overwegend
radicaal; slechts twee leden, de minister van
koloniën Lebrun en de minister van land
bouw Raynaud, behooren tot de democrati
sche linkerzijde en minister van onderwijs
is de onalhankelijke socialist Viviani. Aan het
hoofd van de beide militaire departementen
ijn leden van het parlement opgetreden; het
vamerlid Noulens, die in de discussie over
het leeningsonlwerp als rapporteur van de
commissie heeft medegewerkt tot den val van
het kabinet-Barlhou, is minister van oorlog
geworden, de senator Monis minister van
marine.
Het programma van het nieuwe kabinet zal
bekend worden uil de verklaring, waarmee
het voor het parlement zal optreden. Men kan
inlusschen met vrij groote zekerheid bij voor
baat bepalen, wat deze verklaring zal inhou
den. De minister van financiën Caillaux zal
zich een onderzoek van den algemeenen toe
stand voorbehouden, en het leeningsonlwerp
van zijn voorganger eerst weder opvatten,
wanneer hij *t onvermijdelijk noodig acht
daartoe over te gaan lot het verkrijgen van
Lr wordt kracht en moed toe vereischt om
legen den stroom op te zwemmen; maar zelfs
een doode visch kan meedrijven met den
s'Lroom.
EN ZIJN ZEVEN ZORSEN.
35 DOOB
MARIE DIERS.
iMarret legde het er altijd eenigszins op toe,
dal Mijnheer Runge zich telkens een beetje
belachelijk maakte. Het was niet erg, maar
toch heel potsierlijk. Regna ergerde er zich
meer over, dan zijn niets kwaads vermoe
dende ziel zelf. Dokter Hans en Peterchen wa
ren het uitgelaten publiek bij deze dwaashe
den, en allen wisten heel precies, wat er zou
gebeuren
Toch verkeerden allen in een groote span
ning in deze aangelegenheid. Ammey's ver
woest geluk waarde als een spook door 't
huis. Hoe zou het met deze tweede liefdesge
schiedenis gaan? Zou ook nu Vader weer niet
aan alle verwachtingen den bodem inslaan?
Wie kon iets van zijn meening van te voren
weten?
In 't huis van dokter Joost waren de gemoe
deren erg opgewonden, vol wisselende stem-l
evenwicht in den algemeenen financieelen
dienst. Ten behoeve van de dekking der met
eens afloopende en der blijvende militaire
uitgaven zal de regeering niet kraakt opko
men voor het ontwerp der nlgemeene inkom
stenbelasting, dat reeds in 1908 door de Ka
mer is aangenomen, maar dat door de finan-
cieele commissie van den Senaat in haar pas
eene week gel-eden ingediend rapport op ge
wichtige punten is omgewerkt. De regcering
zal in den Senaat inzonderheid opkomen voor
de eigen aangifte van de belastingplichtigen
en voor het betrekken van de houders van
Fransche staatsrente in de inkomstenbelas
ting. Voor de herziening van de kieswet zal
de regeering zich niet warm maken; er zit
ten in het kabinet eenige besliste tegenstan
ders van de evenredige vertegenwoordiging.
In de kwestie van den driejarigen diensttijd
zal de regeering zich op het standpunt plaat
sen, dat de bestaande wet moet worden uit
gevoerd en dat inzonderheid in het grensge
bied het leger moet worden gehouden op de
sterkte, diie de nieuwe legerwet lieeft voorge
schreven. 2dj, zal echter nagaan ol' niet, re
kening houdende met deze noodzakelijkheid,
er verzachtingen mogelijk zijn bij de ton uit
voerlegging van don driejarigen diensttijd;
zij zal inzonderheid er hare aandacht aan
wijden, dat naast de versterking van hot le
ger ook aan de verbetering van de huisvesting
der troepen en de versterking van het oor-
logsmaterieel de hand wordt gehouden. Ver
der zal de regeering 't voor een van hare
gewichtigste zorgen verklaren, de wetgeven
de maatregelen tot bescherming van de lee-
kenschool met gewenschten nadruk tot stand
te brengen.
In de wandelgangen van liet parlement is
het nieuwe kabinet, zooals niet anders was te
verwachten, door de partijen links met in
genomenheid, door de^ gematigden en de rech
terzijde met teleurstelling ontvangen. Maar
vrij algemeen heeft de vlugheid, waarmee de
kabinetsformateur zich heeft gekweten van
zijne taak en de pogingen heeft verijdeld om
het tot stand komen van liet kabinet te ver
hinderen, een goeden indruk gemaakt.
DuitschlancL
B e r 1 ij n. 9 D e c. Nadat eenige korte vra
gen waren beantwoord, zette de rijksdag -ie-
den de algemeene begrootingsdebalten voort.
De rijkskanselier besprak de nieuwe regeling
van de „Balkanzaken en van de Turksche
staatsschuld. Er kwamen geene manifestaliën
voor.
De rijkskanselier betoogde, dat de gebeur
tenissen, nadat de tweede Balkankrisis was
afgedaan, hierop zijn uitgekomen, dat de
toestand van acuut conflict geëindigd is, hoe
wel de gevolgen van de andere omwentelin
gen nog niet afgesloten zijn. De vaststelling
van de Albaneesche grenzen in het noorden
en het zuiden schijnt tijdig te zullen afloo-
pen. De kwestie der nieuwe regeling van de
Turksche sLaalsschuld eischt onze bijzondere
belangstelling.
De rijkskanselier drukte de hoop uit, dat de
oplossing van deze kwestie kan worden voor
bereid tegen den tijd waarop de inmiddels
verdaagde conferentie weder zal bijeenko
men.
Over het lot van de Egeische eilanden is
nog altijd niet beslist, maar ook daar zal,
naar wij hopen, eene gunstige regeling in
mingen en aandoeningen. Ten eerste was er
Ammey met haar leed en verdriet, verder was
er Regna met de mooie koffiekopjes en he»
sierlijke handwerkje, waardoor iedere plaag
geest, die hier of daar verscholen zat, uit hel
donkerste schuilhoekje te voorschijn werd
gelokt.
Alles, wat nu al zoo dwaas en erg leek,
werd nog dwazer en erger, toen de groote
vacantie aanbrak, die de kinderen uit de
verte weer thuis bracht: Inge, en Mejuffrouw
Dr. Joost, zuster Matz.
Inge was door de klaagbrieven barer twee
lingzuster reeds genoeg voorbereid. Ze werd
om zoo te zeggen op de vleugelen van den
stormwind naar huis gedragen. Doordat haar
leven zoo zelfstandig en vrij was, koesterde
ze voorloopig nog een volslagen verachting
voor alles, wat naar vrijheidsbeperking
zweemde. Ze was buiten zich zelf van ver
ontwaardiging over haar vader en over de
macht, die hij zich aanmatigde. Nog geen half
uur was ze thuis, of ze had met Ammey, op
den rand van het bed der laatste zittend, de
heele geschiedenis, die ze uit de brieven reeds
haarfijn kende, nog eens behandeld, en
stormde met fonkelende oogen in haar stoffige
reisjapon, terwijl het haar verward om haar
hoofd hing, de kamer van haar vader binnen,
die juist zijn hoed in de hand nam en zijn
zieken wilde gaan bezoeken.
„Gaat U als 't U belieft nog niet, Vader.
Dit is even noodig. Het behoeft, als U wilt,
niet langer dan lien minuten te duren."
De dokter zette groote oogen op. „Pas van
de reis gekomen cn dan al zoo energiek?'"
Maar nauwelijks had hij dit gezegd, of het
lachen bestierf hem op de lippen. „O ja
het zal om Ammey zijn."
overleg met de groote mogendheden, bereikt
worden.
De algemeene toestand van de Etuopee-
sche mogendheden is door de nieuwe rege
ling van den toestand niet geschokt. Aan de
samenwerking van de groote mogendheden
zullen wij, evenals tot dusver, blijven deelne
men.
Onze bondsverhouding tot Oostenrijk is,
op de levensomstandigheden van de beide
landen onwrikbaar gegrondvest. Het samen
gaan van de driebondstaten is zoo krachtig
als misschien nooit te voren, zonder het sa
menwerken van alle mogendheden in gevaar
te brengen.
Uit de redevoeringen van Asquith, Saso-
now en Kokowzow kreeg ik de overtuiging,
dat Rusland de gedachten van g'biedsver-
krijging in Klein-Azië ver van zich afwijst.
Wij zijn bezig, voor eene nieuwe regeling
van de Turksche staatsschuld den grondslag
voor te bereiden in overleg met de andere
groote mogendheden, inzonderheid Frank
rijk, tegen het tijdstip waarop de conferentie
te Parijs weder bijeen zal komen. Vermoe
dens over de wijze waarop de beslissing over
het lot van de eilanden zal uitvallen, kan ik
niet uitspreken, omdat van die zaak door
alle mogendheden moet worden kennis geno
men. Ik geloof echter de verwachting te mo
gen uitspreken, dal in die zaak een bevredi
genden uitweg za) worden gevonden door
het overleg tusschen de mogendheden.
De opvatting, dat de rustige algemeene
toestand van de groote mogendheden door
de nieuwe regeling van den toestand op den
Balkan niet mag worden geschokt, is door
den maandenlangen mocitevollen arbeid niet
verzacht maar versterkt. De verdienste daar
van komt aan alle groote mogendheden ge
meenschappelijk toe. In la teren tijd zal men
de aanvankelijk veelal scherp gekriliseerde
conferentie van de Londensehe ambassadeurs
er misschien nog eens voor danken, dat zij de
tot dusver in acht genomen solidariteit in
het belang van Europa in stand noeft weten
te houden. Wij zullen ook verder aan de ge
meenschappelijke werkzaamheden van de
groote mogendheden in denzelfden geest
deelnemen. Wij hebben het bijzondere belang
van onze bondgenooten Oostenrijk en Italië
krachtig en afdoende te steunen en tegelijk
door vertrouwelijke samenwerking met En
geland en steunenden op onze vriendschap
pelijke gezindheid jegens Rusland in het
concert van de Europecsche mogendheden
onze diensten te bewijzen, eene taak die
door onze tot onze blijdschap volkomen cor
recte betrekkingen met Frankrijk gemakke
lijker wordt gemaakt.
Waartoe wij zouden zijn gekomen, als de
Europeeschc mogendheden tegen het ver
drag van Bukarest telrslond eene actie tot
vernietiging hadden ingesteld, wil ik niet
nader betoogen. De omstandigheid, dat Oos
tenrijk aanvankelijk de vraag in overweging
nam. of eene herziening van het verdrag
doelmatig zou zijn, deed een tijdlang bij een
deel van de openbare meening de opvatting
ontstaan, dat dit verschil van meening een
ongunstigen invloed uitoefende op onze
bondsbetrekking. Ik kan deze opvatting met
"beslistheid afwijzen. (Toejuichingen).
Berlijn, 9 Dec. In het vervolg van zijne
rede zeide de rijkskanselier nog: Het stevig
samengaan van de driebond-mogendheden
s—
„Ja, om Ammey!" riep Inge.
Ze zag er vrij en moedig uit. Ze was wild
en ongeduldig, als een vastgebonden veulen
van edel ras. Ze wist in vrijmoedige bewoor
dingen haar vader te vertellen, wat een bijna
twintigjarig menschenkind zoo al is en kan
en moet. „Het is heeWnaal onverschillig, of
men gelukkig of ongelukkig wordt, maar ol*
men zich kan uitleven, en zijn persoonlijk
karakter ongeschonden bewaren, dat is de
groote hoofdzaak in 't leven!"
„Ik dank je wel!" zei dokter Joost. Hij legde
werkelijk hoed en stok weer weg en nam in
den hoek van de bruine sofa plaats. „Ga daar
eens bij mij zitten. Ik begin je interessant te
vinden. Domme, onnoozele eenden kan ik niet
uitstaan. Wat jij me daar van den boom der
kennis schudt, zijn weliswaar nog onrijpe
vruchten, maar ik heb mijn leven lang het
liefst groene appels gegeten, ze suggerceren
zooveel toekomstigs. Maar wij kunnen daar
helaas niet bij blijven stilstaan. Kom hier,
mijn jonge boom, opdat ik eens aan je schors
kan kloppen."
Inge keek hem toornig aan, en toch dreef
hij in den grond geenszins den spot met haar.
Er bloeide integendeel een stille vreugde in
hem op en hij dacht, dat ze misschien al veel
zou begrijpen.
Hij begon haar alles te vertellen van Adolf
Motte en hoe hij om Ammey en om den
grondslag van het leven zelf deze verbintenis
niet wenschte. Hij sprak in korte, krachtige
woorden, waarin hij ziyh geheel gaf, zooals
hij was, hij, de man uit één stuk, die veel van
het leven reeds had begrepen, dien het leven
hard gemaakt had, hij, de man met het hel
dere hoofd, de apostel der werkelijkheid, die
zich niet door phantnsieën op een dwaal-
duurde lijdeus het gansche verloop van de
Balkankrisis tot dusver, krachtiger dan nog
ooit te voren. De driebond heeft, nadat de
Bosnische en de Tripoli-kwestie ten einde zijn
gebracht, groot belang bij de handhaving van
de innerlijke versterking van het Turksche
rijk. Wij ontmoeten in deze zorg voor de ver
dere ontwikkeling van Turkije tegelijk En
geland en de drieDond-mogcndheden. Wij mo
gen aannemen, dat politieke geschillen we
gens de toekomst van Turkije tusschen de
Luropeesche mogendheden voor geruimen tij
niet te verwachten zijn.
Onze op zoo verblijdende wijze verbeterende
verhouding tot Engeland maakt het ons mo
gelijk in vrijmoedige gedachlenwisscling over
te gaan tot de oplossing van de kwestie van
den Bagdadspoorweg. Wij streven de groote
gedachte na om, door ons te verstaan over
velschillende vragen van wereldverkeer en
van de koloniaal-politieke mededinging tus
schen Engeland en ons, de betrekkingen tus
schen de beide landen blijvend weder terug
te leiden in de rustige banen, die zij dreigden
te verlaten.
Er zijn onderhandelingen met de Engelsche
regeering ingeleid om mogelijk ontstaande
verschillen van economisclien aard in hel
Afrikaanschc gebied te voorkomen, zonder be
nadeeling van de rechten van derden. Wij
streven naar eene billijke verzoening van de
belangen van beide partijen. Van compensa
tion is daarbij geen sprake. (Bravo!) Ik moei
mij heden tot deze aanwijzingen bepalen, wai.t
de onderhandelingen zijn nog ioopende. lx
wil hieraan nog slechts toevoegen, dat ik re
den heb om aan te nemen, dat de uitkomsten,
wanneer de door de beide regeeringen nage
streefde regeling wordt gesloten, in Duitseh-
land cn in Engeland begroet zullen worden
als eene oplossing van mogelijke verschillen
Laat ons het verleden laten rusten en wer
ken. (Bravo!) Onze ligging in het hart van het
vasteland van Europa zat ons altijd er toe
leiden, voor de onverzeerde handhaving van
de stelling van Duilschland als continentale
mogendheid alle physiekc en moreele krach
ten van de natie veil te hebben. (Instemming
rechts.)
Na den rijkskanselier neemt Scheide-
mann (sociaal-democraat) het woord. Hij
vraagt den rijkskanselier of hij meent
voldoende gezag te bezitten om het
Duitsche volk naar buiten te vertegenwoordi
gen, nadat vijf zesden van de vertegenwoor
digers hun wantrouwen in het beleii van den
rijkskanselier hebben uitgesproken. Het be
treft hier niet het ten val brengen van minis
ters, maar de beperking van de absolute
macht van den monarch. Spr. hoopt, dat de
rijksdag de voorstellen tot schrappijg van de
traktementen vdh den rijkskanselier en van
den minister van oorlog zal aannamen. (Ge
lach).
De rijkskanselier zegt: De heer Scheide-
mann kan 't aan mij overlaten, voor mijne
waardigheid op te komen cn ook antwoord
te geven of ik al of niet zal aftreden. Duitsch-
land denkt hierin anders dan hij. Maar ik moet
er tegen opkomen, dat de vorige spreker de
in de groi dwet gfCrcgelde toestanden begiut
te verschuiven en te verduisteren. Hij meent
dat een votum van afkeuring aan de meer
derheid van de partijen den plicht oplegt
geene zaken meer met mij te doen of midde-
spoor liet brengen en achter dat alles
klopte" zaclit, in de verte, maar ophoudelijk,
het krachtige, groote, voelende menschenhart.
Uit Inge's gezicht verdween de boosheid;
haar blik getuigde van mooi, diep voelen. Een
zachte aandoening doortintelde haar. Dat was
het begin van de zegepraal, die de eeuwige,
groote macht behaalt op de kleine, onrustige
machten, welke de eerste onzekere schreden
der jeugd begeleiden en leiden.
Hij zag aan de uitdrukking van haar ge
laal, hoe het in haar groeide en tintelde van
warm en diep voelen, en dit zich voor zijn
oogen ontplooiende menschzijn van zijn jonge
dochter greep hem zoo sterk aan, dat hij plot
seling met spreken ophield, ofschoon hij toch
van plan was geweest nog het een en ander
te zeggen.
Toen zeide zij, terwijl de woorden haar uit
het hart welden: „Dus u meent, Vader, dal
het lot van hel individu beoordeeld moet wor
den naar de waarde, die het voor het alge
meen heeft en dat wij daarnaar ons leven
moeten richten?"
„Ja, dat bedoel ik," zei hijj. Hij had het niet
gezegd, doch nu merkte hij, dat zij lot de kern
van de zaak was doorgedrongen.
Zij zeide niets meer, ze keek langs hem heen.
alsof ze oneindige verten voor zich zag.
„Dat is vadergeluk dacht hij.
Den volgenden dag werd Maria verwacht.
Het is niet doenlijk, te beschrijven, hoe opge
wonden dat Regna maakte. Ze kwam inwendig
toch al geen enkel uur tot rust, want al was
de verliefdheid van den goeden Emil ook bo
ven allen twijfel verheven, toch kon men zich
over een officieel aanzoek eerst verheugen, als
het werkelijk gedaan was. Wat kon een mi*i-
ien aan te grijpen, opdat ik zal altreden. Dat
onderstelt een toestand van constitutioneel
recht, diem wij niet hebben. Ook de afge
vaardigde David heeft bevestigd, dat het ge-
hecle huis toen van meening was, dat dit een*
interne aangelegenheid Yan den rijksdag
was, en heden zal op eens door het voorstel,
naar aanleiding van de interpellatiën gedaan,
een druk worden uitgeoefend op dc beslis
sing van den keizer cn van den rijkskanselier.
Dat is eene omkeering van den in de grond
wet bepaalden toestand, het is de oj.richting
van het parlementaire stelsel. De conslilutio-
neele toestanden in Frankrijk en Engeland
zijn geheel anders dan in Duilschland. Inge
volge de grondwet komt aan den keizer de
benoeming en het ontslag van den rijkskanse
lier toe. Hel is in strijd niet de grondwet daan-
op een druk uit te oefenen wegens een be
sluit van den rijksdag. Ik zal geen verzoek om
ontslag indienen. (Bravo rechts). Scheidcinami
heeft uitgedrukt, dat men door verwerping
van de begroeting het besluit van r.en rijks
dag lean doen eerbiedigen. Ik wacht de ver
dere o ml wikkeling af, maar zal mij legen
iedere poging om de in de grondwet gewaar
borgde rechten van den keizer beperken,
ten stelligste verzetten. (Geroep bij de sociaal
democraten: Heel aardig van u). Gij zult op
een onbuigzaam verzet stooien. De meerder
heid van het Duitsche wik zal niet willen, dat
de keizerlijke macht onuer sociaal-üemocra-
Lischen dwang wordt gesteld. (Levendige inr
stemming rechts, rumoer links).
Spahn (centrum) zegt: Ingevolge de grond-
wotsoorkonde, komt aan den keizer het reent
toe, den rijkskanselier te benoemen rn te ont
slaan. Wij kunnen daaraan niets veranderen
en ook niet de begrooting verwerp .n, oindal
het daarbij gaat om de belangen van hel rijk,
niet om die van den rijkskanselier of van
den minister van oorlog. (Instemming in hef
centrum).
De rijksdag heeft gisteren het algemee*
begroolingsdebat, dat in de vorige week was
afgebroken tot behandeling van de interpel
latiën, voortgezet. Het ligt niet in de beuoo
ling van den rijkskanselier bij de begroo
tingsdebalten op het geval van Zabern en
zijne behandeling in üen rijksuag te- g to
kamen. Wal over deze zaak nog door de re-
geering is te zeggen, zal geschieden wanneer
dc nu voor den militairen rechter aanhan
gige processen zijn afgedaan. Gisteren zor de
zaak voorkomen van de rekruten, die do
woorden van luitenant von Forstner in hel
iuslructieuur onder het publiek gebracht heb.
ben. Intusschen is het wel waarscliijni :k,
dat sprekers uit het huis in hunne redevoe
ringen naar aanleiding van de begrooting
zullen terugkomen op de debatten over Za
bern; vooral van de woordvoerders der so
ciaal-democraten wordt dat verwacht. In dat
geval zou de rijkskanselier gedwongen kun
nen zijn daarop te antwooraen.
Naar aanleiding van een bericht, da» luite
nant von Forstner naar Gleiwitz overge
plaatst zou zijn, wordt door het generaal-
commando medegedeeld, dat daar van eene
overplaatsing van luitenant von Forstner
niets bekend is. Volgens een dagbladberichl
doet von Forstner dienst bij de vierde com
pagnie.
B e r 1 ij n, 9 Dec. De beide huizen van
den landdag van hel koninkrijk ruisen zul-
naar als den hare niet al van zijn stuk brem
gen! Slechts hel een of andere praatje, ver
teld op een kofficvisite, was noodig om hem
verlegen te maken, cn uit was alles. Neen,
neen, het geluk van menigeen is pas goed be
vestigd, als het vastgespijkerd is.
Het ging wanhopig langzaam met dit mea-
schenkind. lederen dag scheen het, alsof hij
het groote woord zou uitspreken, want er waj
locu werkelijk gelegenheid genoeg. Regna
kende reeds deze oogenblikken, die om zoo
te zeggen geschapen waren voor een liefdes
verklaring, waarin ze minuten lang met hem
alleen was, als cr een pijnlijk<vstilte ontstond,
en haar hart bijna niet meer klopte. Ellendig
was het, dat hij steeds en steeds weer zulk
een oogenblik ongebruikt bad laten voorbij
gaan.
Dat was op zich zelf al akelig genoeg, en
lot overmaat van ramp kwam nu Maria nog.
Regna wist precies, hoe die dacht over lief
hebben, verloving en huwelijk, och, over het
bestaan van de mannen in 'l algemeen. Al wa
ren toch al de aarzelende houding van haar
minnaar en haar onbekendheid met ha ars va
ders wil, met de beginselen, die aan dien wil
ten grondslag lagen, en dien ze na de ervaring,
welke Ammey had opgedaan, in 'l geheel niet
berekenen kon, niet bepaald bemoedigend,
haar bezorgdheid groeide nog door de aan
staande komst van Maria. Regna wist zoo ont
zettend weinig van het karakter en den aard
van haar vader, dat ze het voor zeer waar
schijnlijk hield, dat de oudste zuster, die als
bezitster van den doctorstitel toch zeker wal
in de melk te brokken had, een beslist nadoe-
ligen invloed zou hebben.
Wordt vervol ff d