Vrijdag 12 December 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. DOKTER JOOST N% 14a 12" Jaargang ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO» Idem franoo per post1.50. Per week (met graÜ9 verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant vereohynt dagelyka, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór II uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regels.. f ©.8<K Elke regel meer0.1© Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar phuitaruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wjrdk of aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. DE EEMLAN U i t g e v Kennisgevingen. KOSTELOOZE INENTING. Burgeme sster en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der Wet van 4 December 18'5,2 (Staatsblad no. 134) Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting wordt gegeven op den eersten Maan dag in de maand Januari 1914, des namiddags te drie ure, in de daartoe bestemde localiteit van het voormalig schoolgebouw Wijk A, Koe straat no. 9 vestigen er voorts de aandacht op, dqj bij de aanmelding het vertoonen van een geboortebe wijs of trouwboekje gewenscht is. Gedaan te Amersfoort, den 9. December 1913. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK. Politiek Overzicht De Duitsche militair, mis&ie voor TurKge. De leden van de Duiisclie militaire missie voor Turkije zijn naar hunne bestemming vertrokken. Men mag dus aannemen, dat de oppositie, die tegen de uitzending van deze missie is gevoerd,* niet is geslaagd. Het be sluit, dat de regeeringen van de triple-en tente hebben genomen om in Konstantino- pel nadere inlichtingen te vragen, zal daarin wel geene verandering brengen. Over hel doel, dat met <jeze missie wordt beoogd, heeft de Turksche minister Talaat Bey zich tegenover een dagbladcorrespon dent aldus uitgelaten: „Het is belachelijk aan te nemen, dat de Duitsche generaal eene po litieke rol zou kunnen spelen oi' eene af doende controle over Konstantinopel uit oefenen. Dat is evenmin hel geval, als tot in Athene het geval zal zijn geweest, waar Franscthe officieren in een dergelijke missie werkzaam zijn. De reden, waarom de zetel van het commando in Konstantinopel en niet in eene andere Turksche stad is gelegd, is een dubbeleVooreerst bevinden alle mili taire scholen en het hoofdkwartier voor de kavallerie, de artillerie enz., die voor hervor mingen in aanmerking komen, zich in Kon stantinopel, en bovendien is de leider van de Duitsche militaire missie juist hierom met het commando over het legerkorps te Kon stantinopel belast, omdat hij de taak heeft clit korps tot een modeltroep te maken en deze taak moet volbrengen onder de oogen van de Turksche regeering en in 't bijzonder van den Turkschen minister van oorlog." Men ziet hieruit, dat de Turksche regee ring tegenover alle bezwaren en pretesten, kalm is blijven staan op het standpunt, dat zij alleen er over heeft te beslissen hoe en door wien haar leger geoefend en gereorga niseerd moet worden. De Frankf. Ztg. schrijft naar aanleiding hiervan: „Van Rusland uit trachtte men bovenal te bereiken, dat de Duitsche officieren hunnen arbeid niet juist op het eerste, het in Kon stantinopel slaande korps concentreerden. Maar juist dat is voor de Turksche behoefte hoofdzaak. Konstantinopel en Armenië zijn heden de bedde plaatsen in het Turksche rijk, die het meest aan gevaar zijn blootgesteld. Wanneer vooreerst slechts een enkel korps van het leger bijzonder goed zal worden uit gerust, dan spreekt het uit het oogpunt van het Turksche belang van zelf, dat dit korps moet slaan op een van de beide punten, die 't meest zijn bedreigd. Natuurlijk is dit aan den anderen kant in strijd met de Russische belangen, want Rusland is immers juist de slaat, waardoor in de eerste plaats juist op de vermelde plek het Turksche rijk met ge vaar wordt bedreigd. Eene verzoening van de Russische en de Turksche belangen is hier onmogelijk, en de Porie is daarom zoo ver standig geweest het formeele protest van Rusland door een fait accompli te voorko men. Nu blijft den Russen niets anders over, dan compensatie te eischen. "Wat zij echter daarvoor uitgezocht hebben, is zoo grotesk, dat het cp het eerste gezicht slechts als een grap kan werken: het commando van de forten aan den Bosporus zal aan een Rus- sischen officier toevertrouwd worden, van de Bosporus-forten, die bestemd zijn Rusland tegen de Zwarte zee, dus prakLisch tegen memand andeis dan Rusland, te bescher men 1 Dat dit voor Turkije een onmogelijke toestand zou zijn, spreekt van zelf; maar ook Engeland zou niet kunnen instemmen met zulk eene praktische opheffing van de slui ting der zeeëngten. Wat nu echter de Duitsche militaire missie betreft, is hare uitzending reeds hierom ver blijdend, omdaL daardoor ook aan de wan gunstigste oogen gedemonstreerd wordt, dat de beweerde nederlaag van de Duitsche mili taire instructie in den Balkanoorlog volgens het oordeel van de overwonnenen zelve eene illusie is. De nu naar Konstantinopel gaande Duitsche officieren zullen eene werkkring krijgen, zooals aan huime kameraden, die vroeger daar werkzaam waren, nooit be schoren is geweest, en wij hopen, dat hun arbeid het Turksche leger tot zegen moge strékken en moge bijdragen tot handharing van de onschendbaarheid en onafhankelijk heid van het Osmanen rijk." Duitschland. Straatsburg in Elzas, 11 Dec. In liet voor den krijgsraad van de 30e divisie behandelde proces zijn veroordeeld: een re- cruut van hot regiment no. 99 tot zes weken, en twee andere recruton tot 3 weken „Mittel- airrest". De vertegenwoordiger van het le M. had VK>r den eerste zeven maanden, voor de bei de anderen drie maanden gevangenisstraf voorgesteld. De beklaagden hadden de woor den van luitenant von Fortner onder het pu bliek gebracht. Uit Hagenau in Elzas wordt bericht, dat sedert het eerste bataillon van het infanlerie- regiment no. 99 naar het oefeningstcrrcin al daar is overgeplaatst, de luitenant von Forst- ner zich in hel barakkenlazaret bevindt. Volgens een (bericht uit Zabern, zijn kolonel von Reuter en luitenant von Forstner wegens de instructie, die tegen hen wordt gevoerd, \an den dienst geschorst. Aan den correspon dent van de Frankf. Ztg. te Straatsburg is uit Zabern medegeleeld, dat von Forstner zelf heeft verleid, dat 'hij zoo goed als ontslagen is uit het leger en zich wil toeleggen op het doen van examen voor den burgerlijken dienst. liet regiment no. 99 zal, volgens een be richt uit Straatsburg, niet meer naar Zabern terugkeeren; het zal in Kassei of in St.-Avoid in garnizoen komen. Alle klachten, die door generaal von Deim- ling, kolonel von Reuter en luitenant von Forstner waren ingediend tegen Elzassisckc bladen, zijn ingetrokken. In Straatsburg wordt met bijzondere vol doening gewezen op de goede verstandhou ding, die in Zabern heeft bestaan tusschen de 'beide hoogsie vertegenwoordigers van het burgerlijke en bet militaire gezag, den Kreis- director Mahl en den op last van den keizer gezonden generaal-majoor Kühne. Beiden heb ben steeds in de grootste harmonie samen gewerkt B er 1 ijn, 11 D e c. De Siameesohe consul- generaal baron von Merling, die met ziijne familie hier is aangekomen, heeft zich in een ziekenhuis laten opnemen*, omdat hij is aangetast door zwarte pokken. Zijn familie bevindt zich eveneens in het ziekenhuis, maar geen vain de leden van ihet gezini lijdt aan pokken. Of hij de besmetting heeft opgedaan ui Egypte oi tijdens de zeereis, is nog niet opgehelderd. Frankrijk. Parjjs, 11 Dec. De regeeringsverklaring van het kabinet-Doumergue houdt in, dat de regeering het vaste voornemen heeft de groo te belangen van de republiek te dienen dooi de republikeinen lot eene duurzame eenheid te brengen. De regecring kan niet van duur zijn en niet handelen zonder de medewerking en den steun van eene beslist en uitsluitenu republikeinscihe meerderheid. Zij zou niet aan het bewind blijven, wanneer die meerderheid haar in den steek liet. De tegenwoordige omstandigheden eischen de waakzame aandacht van allen, die zich er mee bezig houden tegelijk den voorspoed en de grootheid van het vaderland te verzeke ren en de verdediging en ontwikkeling van de republikeinsche instellingen, die openlijk of van ter zijde sinds eenigen tijd worden aangevallen door onverzoenlijke tegenstan ders. Wij zijn besloten ze niet ongestraft te la ten aanvallen. De verklaring wijst op le noodzakelijkheid om, met het oog op den spoedigen afloop van het mandaat der tegenwoordieg Kamer, het programma stipt tot het noodige te bepalen. De eerste zorg van de regeering zal zijn de aanneming in den kortst mogelijken lijd te verzekeren van de begrooting voor 1914. De regeering zal aan het parlement de wetgeven de maatregelen voorleggen, die haar nultig zullen voorkomen. De financieele toestand zal het voorwerp van de bijzondere zorg der regecring zijn. Zij zal haar best doen om het ontwerp van eene algemeene inkomstenbelas ting, dat nu weer bij de Senaat aanhangig is gemaakt, te doen slagen; zij zal al hare po gingen aanwenden om dit ontwerp definitief wet te doen worden. De regeering zal haar uiterste best doen, opdat de inkomstenbelasting in slaat van wij zen zal zijn op het tijdstip der aanneming van de begrooling voor 1914. Zij is~ voornemens voort te gaan met de instelling van eene be lasting op den verkregen rijkdom, ten doel hebbende de kosten van de militaire wetten le dekken. De vaststelling van deze groote democratische belastingen komt ons onver mijdelijk noodig voor, zoowel om de reusach tige kosten van de landsverdediging te be strijden, als tot verzekering van de ontwik- kelir der nationale uitrusting. Het is even eens noodig voor den voorspoed van nijver heid, handel en landbouw en een werk van billijke en omzichtige ontlasting te verrich ten en om aan ons fiscaal stelsel de rekbaar heid te geven, die nozdig is voor een wereld rijk. Het ernstige vraagstuk der nationale ver dediging is nauw verbonden aan dat van de fiscale gerechtigheid, want de bloedbelasting drukt des te zwaarder op de arme klassen, wanneer de fiscale belasting onbillijk ver deeld is, meer van hen vergt dan wat zij ver schuldigd zijn en hunne macht om bij te dra gen tot de lasten versterkt. Een dergelijk fis caal stelsel instellende en daarbij met zorg vermijdende door verspillingen de noodige, maar geduchte uitgaven te doen toenemen, die de veiligheid van het vaderland cischl, zullen wij de offers minder zwaar maken, die de wet op den driejarigen diensttijd op hel land heeft gelegd. g Gij weet onder welke omstandigheden en tengevolge van welke gebeurtenissen de nood zakelijkheid ontstond om onze militaire macht te versterken, niet met het doel om aan te vallen, maar met hel doel den vrede te waar borgen. Niemand verwacht, dat wij u zullen voorstellen de c'ebatten over de onlangs aan genomen militaire wetten te heropenen. Maar wij stellen ons voor de wel loyaal toe le pas sen. Wij zijn tegelijk \oorneincns onze krach ten te wijden aan een samenstel van maat regelen, die onafhankelijk van den duur van den diensttijd onder de wapenen, de defen sieve kracht van de natie tot het maximum zullen brengen. P a r ij s, 11 Dec. In het gedeelte van de verklaring betreffende den financieelen toe stand wordt nog gezegd: De stemmilmg, waar uit wij zijn voortgekomen, deed de instem ming vajn de Kamer kennen met het ontwerp van eeno algemeene inkomstenbelasting, die alle burgers en alle inkomsten treft. Helt slot van de regeeringsverklaring luidt: De regeering zal zich gelegen laten zijn aan de militaire voorbereiding van de jeugd, *:ene betere aanwending van de reserves en de vorthooging van de soldijen. Wij zullen den Senaat vragen, zich zoo spoedig mogelijk uit te spreken over de kieswetherziening. Wanneer er geene over eenstemming mocht kunnen verkregen wor den tusschen de Kamer en den Senaat, zou den de aantstaande verkiezingen aan het land gelegenheid geven zich uit te spreken. Gij zult het wetsontwerp tot verdediging van de leeke>nschool moeten aannemen. De republiek ondervond in de laatste kri- sis de deugdelijkheid van hare bondsverdrar- gen en vjiendsohapsbetrekkingen. Wfij zul len voortgaan met de innige samenwerking met Rusland, de vertrouwelijke innigheid met Engeland en de hoffelijke betrekkingen met de andere stalen. De verklaring werd in de Kamer begroet niet toejuichingen dioor de 'linkerzijdie en de uiterste linkerzijde. De zinsnede be treffende de fiscale maatregelen lokte ver schillende interruption uit va^i helt centrum en de rechterzijde. In liet debat, dat op de voorlezing van de regeeringsverklaring volgde, wenscht Violeé te (radicaal-socialist) zich geluk met d« komst vam de radicalen aam het bewind. mi zegt over de wet op den driejarigen dienst tijd: Wij zullen niet eischen, dat men za4 llérugkcea^en tot een beter stelsel met even veel overhaasting als is betracht ora terug te kecren tot dcm driejarigen dienst. Wij zul len de grootero sterkte van -de troepen aan de oostelijke gr ons handhaven. Terwijl VU ode Ue de politiek van bevrediging in haar geheel bespreekt, valt Briand hem in de rede met een krachtig protest Briamd eischt voor zich de aansprakelijkheid op voor zijne politiek van bevrediging. Hij brengt in herinnering, dat hij de scheidimgswet en an der o wetten tot bescherming van den lceken- staat hoeft doen aannemen. Briand spreekt een krachtig rekwisiloir uit tegen bent, dia trachtten voor reactionair tc doen doorgaan, eene politiek, enkel steunende op eene meerderheid van linikcr republikeinen. Daairuja gewagende van de tot eenheid go- braohte radicale partij, zegt hij, dat de re giering in hare verklaring de nationale ver dediging ajndiere beziet dan in de openbare vergaderingen. De man, die de vei'aait woor delijkheid op zich hoeft genomen auai het ambt van minlis ter-president verbonden, heeft Iets anders gezegd dan wat mem té Pau heeft gediiuleurdi ITet zou ontoelaat baar en zelfs misdadig zijn te onderstellen, dat hel d'e bijgedachte van de regeering zou zijjn terug Le komen op de wet op den driejarigen diensttijd, die de regeering eert evenzeer als de Kamer, die haar voteert. Wanneer de regecring die bijgedachte heeft, dam moot zij 'het zeggen, maar zij zegt hel nfiet l>e spreker zet verder zijne verzoe- ningspolildok uiteen, steunende op dc lin kerzijde. Waanneer de rogoering die politiek wil voeren, dan zullen spreker en zijne vrea- den zich er toe leenen haar te steunen. Violette zegt met betrekking tot de we* op -den driejarigen diensttijd, dat Banthou had aaingoduid, dat zij een Lijdelijk karakter had, waartegen Barthou protesteert. Spre kende over dc verklaring van Briand, zegt Violette, dat hij overtuigd is, dat Briaud's bedoelingen ropublikeinsch waren, maar dat, als daarover misverstand is geweest, do Linkerzijde daarvoor niet aansprakelijk is. Spr. eindigt met te verklaren, dat hij en zijne vrienden eene politiek van republikcimscho eendracht vragen. Reinach betoogt, dat de wet op den drie jarigen diensttijd moet worden gehand haafd. Minister-president Doumcrgue verklaart dat hij zijtni plicht zal doen, zonder zich ech ter eenige cLubbclzdmnigihcid te verschuilen. De 'regeering i* voornemens eene puliliok to voeren van vereeeiiging der linker-ropu* bUkeineiL. De regeering zal voor hare denk beelden strijden, majar zal slechts een ge zonden cn goeden strijd aanvaarden. Wat de wet op don driejarigen diensttijd betreft heeft de rogeoring verkondigd, dal de duur van den militairen diénst tniot oen dogma is. De wét is de wet; wij zullen haar loyaal toepassen. Wat voor ons een dogma is, dat is de verdediging van bet vaderland. De militaire dienlst moet gelijk en verplich* tend voor aJlan zijn. De finojncieelc gevoK gerii moeten betaald woaxlen door don ver* wojfven rijkdom. Wij moeten aam het land eeno politiek «vam liorvotnmi'ngen 'brengepk De regeering is besloten aan hot land deza Hij, die zichzelf niet weet te beheerschen. kan niets groots tot stand brengen. EN ZIJN ZEVEN ZORGEN. 87 DOOK MARIE DIERS. Aan den avond van den tweeden dag werd hij nog bij een zieke gehaald. Het werd laai en tillen begaven zich ter ruste. Buiten re gende het. Maria stak een lamp aan en ging in zijn kamer zitten, om op hem te wachten. Het sloeg elf en half twaalf, de regen klet terde tegen de ruiten, en zj had allen tijd, er over na te denken, wat ze eigenlijk van hem verlangde, en wie de man was, van wien ze wat verlangde. Maar ze meende, dat ze er niet meer over na behoefde te denken, alles was haar zoo duidelijk als een mathemati sche stelling. Zij las half verstrooid in een boek over ge neeskunde, dat voor haar lag. Vermoeidheid welde ze niet, want ze was gewend, lang op te blijven. Eindelijk kwam hij. Hij was verbaasd, haar nog op te vinden en bovendien met zulk een Strijdlustige uitdrukking in de oogen. Eigen lijk had hij reeds een punt achter dezen dag gezet, want hij had op het laatst nog zwaar werk verricht, maar als dokter was hij er aan gewoon, dat zijn eigen besluiten dikwijls nietig verklaard werden. b „Het hindert je zeker 'niet, als ik rook?'" vroeg hij. „Neen." Nu bracht ze hem alle fouten onder het oog, die hij begaan had, al de verkeerdhe den in zijn opvoedingssysteem. Dat Ammey iets geleerd had, was goed; dat het zoo ver had kunnen komen met liefdesgeschiedenis sen, was ongelooflijk en alleen zijn schuld. Dat Regna het hoeden- en japonnenmakeu geleerd had, was slechts tijdverspillen ge weest. Alsof men altijd weer lot deze ver ouderde vrouwenberoepen moest terugkee ren I Waarom hij haar echter aan Emil Runge uit Fitzhagen, den onbeduidendsten van alle stervelingen, tot vrouw wilde geven, dal moest hij haar toch eens ophelderen. Of hij niet geloofde, dat het voor een vrouw even verderfelijk was, als haar man dom was, als dat hij een fat en een lichtmis was? Verder, hoe hij voor dezen roodharigen windbuil, dezen dokier Usedona, zijn huis zoo open kon zetten? Terwijl zo hem dit alles voorhield, voelde ze niet, hoe hoog ze eigenlijk wel dacht van zijtn karakter, dat hem er toe bracht, dit alles kalm aan te hooren, en ze stelde zich geen oogenblik voor, hoeveel vaders er wel zou den zijn, die met dezelfde gelatenheid en goed heid, welke eigenschappen voortvloeien uit een zich-verheven-voelen boven-dergelijke- dwaasheden, bij zulke uitingen van hun eigen dochter een sigaar zouden rooken. Dokter Joost had tegenover haar niet het zelfde gevoel als tegenover Inge: Onrijpe ap pels suggeneeren zooveel toekomstigs. Dit hier was zwaardere kost cn oneindig veel prihcipiëeler. Hij zag een stilstand in het begrijpen en den vooruitgang, die zoo dik wijls daar voorkomt, waar een jonge, krach tige beweging, oude dammen verwoest en de „nieuwen", die haar aanhangers zijn, zich nog als de „bijzonderen" mogen voelen. Wat gaf Matz het recht, hier de vierschaar over hein te spannen en hem te veroordoelen? Hij dacht daarbij niet aan hel schenden van zijn gezag, zooiets was hem onverschillig, dal was eenvoudig belachelijk. Hij verlangde geen gehoorzaamheid van zijn menschen, maar een heldor inzicht. Hij wilde ze zien, zooais ze waren; hij wilde niet weten, welken indruk ze maakten, als ze deemoedig gebo gen met kromme ruggen voor hem stonden. Over vaders, die zich aan hun waardigheid vastklampten, dacht hij niet zeer vleiend. Dat een volwassen Matz zich aanbood als helper en raadgever, dat zou hem niets dan vreugde hebben bereid. Maar dan moest ze ook hulp en raad geven. „Voor den duivel nog toe!" dacht hij. „Voor welk gerecht wer ken zulke dwaasheden wat uit?" Haar bewe ringen waren zoo onzinnig kinderachtig, ze hielden hcelemaal geen rekening met de werkelijkheid, ze zaten zoo gedwongen in el kaar! Dat hij, Joost, wat betreft zijn zeven meisjes, zeven maal zeventig keer verkeerd had gehandeld, dat wist hij al lang. Het le ven is er eenvoudig niet naar ingericht, dat men geen fouten zal maken. Och, en zulk een vader is welbeschouwd ook slechts een blind, doof, alles verkeerd ziend en verkeerd hoo- rend, lichtgeioovig, ongeLoovig, steenhard, al te weekhartig, vreeselijk wijs en trooste loos onwetend schepsel. Dat alles was waar. Dat alles hadden hem de twee maial zeven jaren van zijn weduwnaarschap, had hem dc tijd, waarin hij als vader alleen verantwoor delijk geweest was, getoond. Het was ook nu nog niet te laat, daarvan hinder te heb ben en uit alle macht naar verbetering te streven, en met een goeden, helderen kop, onverschillig, of die op het lichaam van een dochter, een vriend, of een vreemde zat, daarover te praten. Maar dit hoofd hier kwam niet in aanmerking. Joost dacht tij dens Maria's terechtwijzigingen niet: „Wat moet ik haar antwoorden?" maar: „Iloe is het gekomen, dat dit kind zoo opgegroeid is en is er nog iels aan te veranderen?" Hoe het kwam? Het kwam eenvoudig door het leven zelf. Blijf me met jullie praatjes van een opleiding, die meisjes onvrouwelijk maakt, van het lijf. Is het soms onvrouwelijk, zooaLs dit kind zich gedraagt? Het is zoo vrouwe lijk, zoo bekrompen vrouwelijk, zoo hulpe loos en wanhopig vrouwelijk, als het maar zijn kanl Het is het vrouwelijke nog-geen- raad-weten met groote taken en eischen. Al de vrouwelijke zwakheden, bekrompenhe den, verkeerde begrippen ,die ik, de wereld, de tijd haar nog niet afgeleerd hebben, zitten er nog in. Laten we maar eens eerst wat verder zijn en laten de werkelijke eischen maar eerst rustig stijgen, opdat er ernst in dit kakelende kippenvolkje kome en de be grippen ordelijk gerangschikt worden dan zullen we nog eens weer praten over mannelijk en vrouwelijk. „"Waarom geeft U me geen antwoord, Vader?" Hemel, alsof dat niet vrouwelijk was! Deze bitse, gekrenkte toon! Hij legde de sigaar w°g. „Matz," zei hij ernstig, „je praat over jc zusters. Op het oogenblik vind ik jou echter interessanter dan haar allemaal samen. Ik dacht er juist over na, hoe mannelijk je wel geworden zou zijn, als ik je het koken had laten leeren." „Mannelijk „Ja, dan zou je van een jongen niet te on derscheiden geweest zijn, zoo slecht zou je het gedaan hebben, en zulk een sterk, groot verlangen zou je hebben gehad naar de boe ken. Nu dat is mij indertijd niet duidelijk geweest. Ik kan ook niet zeggen, wat ik dan gedaan zou hebben. Het leven laat zich nu eenmaal niet in bepaalde vormen gieten." „Ik begrijp U niet, Vader," zei Maria, dis het spoor bijster werd. „Dikwijls komt het mii voor, dat Uw denken heelemaal niet zoo ver staat van dat van de strijders voor du rechten der vrouw „Ik strijd meer voor de rechten der vrouw dan jullie allemaal," hernam hij met diepe stem, „Ik zou voor jullie graag het recht verkrijgen, dat je ook je mooie vrouwelijke hoedanigheden meeneemt en niet alleen de leelijke, als jullie je eens op een ander ter rein begeeft dan je zusters en nichtjes. Een beetje meer mooie vrouwelijke goedheid, mijn kind, en een goeden kijk op het werko- lijÜce leven wilde ik, dat je bezat, in plaat# van -deze wijsneuzige schoolmeisjesmanieren." „Vadert U is zeker beleedigd?" qprak geraakt Wordt vervolgd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1