n I
iyï
Éëi i
1 1
i 1
DE EEMLANDER".
Donderdag 8 Januari 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
I2da Jaargang
U\ 16*
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG.
59
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.^0.
Idem franco per post-
Per weck (nut prat ia verzekering tegen ongelukken) - «J.
Atzonderlijko numiners
De/e oiirant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Ad vei tent iën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.150.
Elke rogol meer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lel tere naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgc meester en Wethouders van Amers
foort doen te weten, dat door den Raad dier
gemeente in zijne vergaderingen van 22 Augus
tus en 30 September 1913 is vastgesteld de vol
gends verordening
De Raad der gemeente Amersfoort,
Gelezen de voordracht van Burgemeester en
Wethouders van den 31. Juli 1913 ofd. I no. 818
Gelet op de Gemeentewet
Be s 1 u i t
de verordening tot heffing van legesgelden in
de gemeente Amersfoort, laatstelijk gewijzigd
bij besluit van 29 April 1913, aan te vuileri met
de- voigende bepaling
Artikel 3, b lo. voor het wekelijks verstrekken
van opgaven betreffende vestiging, vertrek en
verhuizing binnen de gemeente aan personen
of instell h'gen, niet in het openbaar belang, per
jaar f 10.
Dit besluit treedt in werking op den eersten
dag der maand volgende op die, waarin het bij
Koninklijk Besluit is goedgekeurd.
Aldus vastgesteld door den Raad der Ge
meente Amersfoort in zijne openbare vergade
ringen van den 22. Augustus 1913 en 30 Sep
tember 1913.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. R. VELNSI RA, H. W. VAN ESV ELD,
1.-S. Weth., l.-Burg.
Z:jnde deze verordening goedgekeurd bij
Kon. Besl. van 10 December 1913, no. 39.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 7. Januari 1914.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort.
De Secreturis, De Burgemeester,
A. R. VLENSTRA. v. RANDWUCK.
Politiek Overzicht.
Lfov^ U-Orye over da
kr ijg&toeru 3 tingen.
De kanselier der schaLkist Lloyd George,
die krachlens zijn ambt in het Britsche ka-
-ir.et de Iwecue plaats inneemt, brengt de
,.aar eerste weken Yan het nieuwe jaar door
•el een onlspanningsreisje in den omtrek
an Algiers. Maar zijn naam staat in het mid
delpunt -van de politieke gedachlenwissclin-
gen. De aanleiding daartoe levert een ge
sprek, dat een medewerker van de Daily
Lhroniclc kort voor zijn vertrek met hem
heeft gehad. 1 Jij* verklaart daarin, dat het be
slist noodig is een einde te maken aan den
wedloop in krijgstoerustingen c-n dat hij zich
/.al verzeilen legen elke nieuwe verhooging
au de Britsche marinebegrooting. Drieërlei
edenen voert hij daarvoor aan.
In de eerste plaats de verbetering der be
dekkingen lusschcn Engeland en Dudschland,
ie thans veel vriendelijker zijn dan sedert
ene reeks van jaren. Dat wordt niet opge-
vogen door eene vermindering der intimiteit
an de Fransch-Engelsche betrekkingen. De
-•er Lloyd George verklaart: „Ik kan geene
ukcle omstandigheid zien, die een schaduw
;an werpen op de vriendschapsbetrekkingen,
dike sedert tien jaren beslaan tusschen de
•ide groote democratieën van West-Europa
n die zoo krachtig hebben bijgedragen tot
te handhavnig van dne vrede.'
Tn de tweede plaats het feit, dat Duilsch-
land, althans tijdelijk, verplicht is zijne vloot
oenigszins te verwaarloozen en zich in de
eerste plaats bezig te houden met het leger.
De heer Lloyd George heeft bij dit punt vrij
uitvoerig stilgestaan. Hij zegt daarvan: Het
Duitsche leger is niet alleen onmisbaar voor
het beslaan van het rijk, maar ook om het
loen en de onafhankelijkheid van de Duit
sche natie le behoeden. Men mag niet ver
geten, dat Duitschland omringd is door na
tiën, welker legers haast even machtig zijn
als het zijne. Overigens is dit land zoo dik
wijls oveistroomd en verwoest door vreem
de vijanden, dat dit een gevaar is, dat het niet
weer mag loopen. Verontrust door de gebeur
tenissen van het laatste jaar, geeft Duitsch
land thans reusachtige sommen uit voor zijn
leger. Al wilde het ons het overwicht op zee
betwisten, dan zouden de eischen van den mi
litairen toestand het dit beletten. Wanneer
een land zijne krachten samentrekt op één
punt van zijne militaire verdediging, dan ge
schiedt dit bijna altijd ten kosten van het ande
re. „Daarom ben ik overtuigd, dat zelfs al wil
de Duitschland ons maritiem overwicht be
twisten, het zich die gedachte thans uit het
hoofd zou moeten zetten. Daarom is het te
genwoordige overwicht van onze vloot vol
doende. Eene verdere koortsachtige inspan
ning is niet noodig
De derde reden is de stijgende beweging
van verzet tegen den drukkenden last der toe
rustingen. „De inuuslrieele klassen, zoowel de
kapitalisten als de werklieden, komen met hun
gezond verstand in verzet tegen dezen geor-
ganiseerden waanzin. Dat geldt voor Frank
rijk en Duitschland even goed als voor Enge
land. Wij liberalen zouden ons schuldig ma
ken aan verraad aan onze beginselen, als wij
niet van dit gunstige oogenblik partij trok
ken
De heer Lloyd George heeft in herinnering
gebracht, dat een van zijne voorgangers in
hot ambt van kanselier <ler schatkist in 1887
de toenmalige eischen van het n^aiine-depar-
temëui als zoo overdreven beschouwden, dat
hij bever zijne portefeuille wilde neerleggen
dan er aan toe te geven. Die ambtsvoorganger
waslord Randolph Churchill, de vader
Van Lloyd George's ambtgenoot, den minister
van marine Winst or Churchill, die als een
voorstander van steeds hoogere eischen ten
behoeve van de vloot wrorcU aangeduid. Uil
London wordt aan de Köln. Ztg. geschreven:
„Niemand is in slaat te zeggen wat deze
plotselinge aanval tegen de door minister
Churcliiil aangekondigde en althans door een
deel van het kabinet, zooals men tot dusver
meende, ook door den eersten minister goed
gekeurde voorstellen beteckent, of hij in ernst
alleen tegen deze voorstellen of tegen den hëer
Churchill zelf is gemunt. Er zijn zelfs lieden
in bet onoositiekainp, die zich verbeelden, dat
het kabinet zich in de zaak Yan de Homerule
in zulk eene groote verlegenheid bevindt, dat
het zoekt naar een uitweg en bever over de
kwestie van de vloolcredieten dan over de
Iersdie polilick zou willen vallen. Wat intus-
schen de reden moge zijn, die Lloyd George
bewogen heeft lot zijn nieuwsten zet, zooveel
slaat vast, dat liet den ministerieelen linker-
vleugel ernst is met zijn streven om een ver
der aangroeien vnn de militaire uitgaven te
verhinderen. Het aantal leden van het parle
ment, die zich tot dien strijd hebben ver
bonden, moet reeds ll>0 bedragen en men
hoopt de groep op 150 te brengen. Het on
middellijke doel der beweging is de voorstel
len, die yan Churchill zijn te verwachten, te
besnoeien voordat zij definitief worden vast
gesteld."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 7 J a n. \an be\oegde zijde zijn
wij tot de verklaring gemachtigd, dat de mede-
deelingen van de Figaro over een telegram van
de kroonprins aan nuver Bey geheel verzon
nen zijn. De kroonprins heeft geen telegiam
aan Enver Bey gezonden, veel minder een
telegram Yan den vermelden inhoud.
De -tegenspraak, die van het hofambt van
den kroonprins is uitgegaan, betreft alleen
het bericht, dat de kroonprins aan generaal
von Deinibng telegrammen gezonden heeft,
inhoudende de woerdenAltijd maar
flink er op los" en „bravo". Daarentegen is
geweigerd eene tegenspraak te geven van de
mededeeling, dat de kroonprins aan kolo
nel vom Reuter por telegraaf zijne instem
ming of waardeering heeft uitgesproken.
Daaruit mag worden afgeleid, dat die mede-
deebng juist is.
Over heit nieuwjaarsdiner van de in Ber
lijn vergaderde commandeerende generaals,
waaraan de Berlijnsche pobtie-president vou
Jagow als gasit heeft deelgenomen, wordit na
der bericht, dat dit een particuber feestmaal
is, waartoe ieder van (Le deelnemers gasten
kan meebrengen. De heer von Jagovv zou als
gast, niet van de gezamenlijke commandee-
rende generaals, maar van een hunner aan
dezen maaltijd hebben deelgenomen.
Wanneer de Pommersche Tagespost, het
conservatieve orgaan in Pommeren, juist is
ingebcht, dan zal den heer vom Jagow niets
wedervaren wegens zijn veelbesproken brief
aam de Kreuz-Zeitung over het Forslner-pro-
ccs. Het staalsminisiterie heeft zich met de
zaak ndet bezig gehouden. De minister van
binnenlandsohc zaken heeft met von Jagow
een dienstgesprek geLad, maar geene aan
leiding gevonden om in dienst tegen hem op
te tredern, omdat hij als particuber zijne mee
ning heeft verkondigd. Intussolien moet hem
de raad gegeven zijn, voorlaan niet meer zijne
particuliere meening over openbare zaken te
pubbceeren.
Aan de Köln. Zttg. wordt uit Berlijn be
richt, dat over deze zaak opheldering zal
worden verkregen, wanneer de landdag vam
het koninkrijk Pruisen bijeen is. Daar zal de
zaak ter sprake worden gebracht.
Het alles beheerschende verschijnsel in Jiet
pcroces, dat voor don krijgsraad 'te Zabern te
gen (kolonel von Reuter en luitenant Schad
gevoerd wordt wegens die gebeurtenissen in
Zahorn, is de volstrekte tegen strijdigheid, die
its op te merken in de verklaringen. van de
burgerlijke en de militaire getuigen, Dat was
reeds op den eersten dag te constateeren en
werd op de volgende dagen nader bevestigd.
Eene ooggetuige geeft zijn indruk van deze te
rechtzittingen aldus weer:
Het maakte een haast aikeligen indruk, zeer
geziene, tot oord/eelem bevoegde en zeker zich
van hunne verantwoordelijkheid bewuste
burgerlijke personen eenstemmig „das Mili
tair" fce zien beschuldigen van een onrecht
matiger! en doelloozen aanval, en aan den
anderen (kant even eenstemmig de officieren
van het regiment de bevolking van Zabern te
zien aanklagen van tumult en oproer, terwijl
zij aan het burgerlijke gezag verwijten geheel
te zijn te kort geschoten. Een „Regicrungs-
amtmann", een burgemeester, een Slaa-tsan-
walt, eon rechter, een assessor van het ge
recht verklaarden overeenstemmend, dat de
vofksophoopingen niets om het lijf hadden en
tie atrrestatiën onnoodig geweest en blinde
lings geschieM wanen, dat de officieren zich
uitdagend hadden gedragen. Daarentegen
verklaarden de officieren -man voor man, dat
zij aanhoudend aan hoorn en spot hadden
blootgestaan, dat de menigte des avonds ge
joeld, gefloten, scheld woorden tegen hen ge
bruikt Sieeft en -met slecncn naar hen heeft
gegooid, maar dat politie en gendarmerie of
in 't gphecsl niet aanwezig waren, of slechts
eene onvoldoende bescherming hadden, ver
leend.
Op de officieren en de burgierTjke over-
heidspeiisci'ien volgden de manschappen en
de gearresteerden. Octk zij mLmdem de grooto
Legcnstiiijdigludd in het drama van Zahem
niéA uit dooi wetg; zij teeltenden haar slechts
seherper en Uaardoor nadrukkelijker. De
musketiers, de Ikoirporaals, de onderofficieren
hebben de arrestatiën verricht, natuurlijk om
dat de luit en aait er bevel toe gaf, maar zij
verzekerden allen ondar eedie, dat zij stonden
tegenover honende en joelende benden, dal
scheldwoorden uit de menigte hun naar liet
hoofd weiklen geworpen en dat ook de gear-
resA'ecrdion tot de lawaaimakers hadden be
hoord. En daarna marcheerde do tegenpartij
op, het koor van de gearresteerden. Er is
misschien wat lawaai gemaakt, maar zij heb
ben 't niet gedaan. Ei* kan een scheldwoord
gevaillen zijn, maar zij hebben 't niet gehoord,
voél nründlar zelf gebruikt. Doodonschuldig
van hun werk komende, zijn zij met ritw ge
weld gevangen gemomen en in den donkeren
kelder gestopt, alsof zij zware en gevaarlijke
misdadigers waren. Ook deze getuigen be
zweren hunne verklaringen, *>p ee/nige wei
nigen na, die van de eedsaflegging uitgesloten
Werden, omdat zij to zwaar belast schijnen,
en de toeschouwer grijpt zich naar het hoofd
en vraagt, zooals wijlen Pilalus: Wat is
waarheid? Hebben misschien niet bedden ge
lijk?
Voor kolonel von Reuter is het volkomen
verklaarbaar, dat do getuigenverklaringen
zoo uiteen loopen; misschien staat hij daar
in alleen» want door andaren werd meerma
len geklaagd over de ongelooflijke tegenstrij
digheid. Hij zeidc tijdens het verhoor van den
Staatsanwalt Krause: liet ging alles altijd bij
zonder vlug. De menschen stonden bij elkaar
te schdldan en «ads er legen hén werd opgetre
den, dan liepen zij weg. Uit dit gedrag van
do mendglb is ook de uitdrukking te verkla
ren, die door anderen is gebruikt: „Met deze
laffe bende uit Zabern is heclemaal niets te
doen." Ik 'heb den 28en November, toen het
voorgevallene is gebeurd, midden in de me
nigte gestaan en moot zeggen, dat ik van mij
ne pLa-ats het schélden, waarvan de officieren
gewagen, ook niet kon hooa-en.
Dinsdagavond beoft luitenarnt von Forstner,
toen hij uit het gerechsigebouw kwam, een
oploop verwekt. Hij werd op straat door eeni-
ge personen herkend, en ean steeds grooter
wordende menschontlroep volgdie hem ei
eenigen van zijne kameraden. Zij onttrokken
zich aan de belooging, door een 'tramwagen
te bestijgen, die hen naar het station bracht
Kreisdirector Mahl heeft de verklaringen,
die hij voor den krijgsraad heeft afgelegd
over de subordinatieveiiiouding tusschen ko
lonel von Reuter en hem aldus gerectifi
ceerd: Ik heb den llen November op het
station den stadhouder gerapporteerd, dat
kolonel von Reuter mij zoo juist op zeer lui
den toon verwijten had gedaan, omdat ik op
zijne uibnoodigimg niet bij hem was gekomen.
Nadat alle redenen waren vermeld en de ge-
heede toestand was uitgelegd, heeft de stad
houder verklaard, dat cr niets was aan te
merken op mijn antwoord, dat ik niet naar
den kolonel ging. Hij heeft niet gezegd, dat ik
niet naar kolonel von Reuter moest gaan.
De stadhouder was veeleer van meening, dat
ik als jongere naar den kolonel had moeten
gaan, als hij mij dat had verzocht in een
vorm, die dit voor mij mogelijk had gemaald
zonder bezwaar Yoor mijne ambtelijke po
sitie. Maar na de wijze, waarop dat was ge
daan, kon ik niet gaan. Dat hebben de stad
houder en de oommandeerende generaal loc-
gestemd.
P a r ij s, 8 J a n. De Ma-tin bericht uit Straats
burg, dat een werkman rechtsbijstand beeft
gevraagd om een proces lot schadevergoeding
te voeren tegen luitenant von Forstner, die
zijfne nog niet 16-jarige dochter heeft vcrleicL
Frankrijk.
De onder leiuiing van Briand opgerichte
nieuwe politieke vereoniging zal, volgens d6
in de parlementaire wereld ïoopende geruch
ten, den naam aannemen Fédération démo-
cratique et sociale dc gauche. In hel manifest,
die do vereeniging zal laten uitgaan nadat
zij definitief is samengesteld, zullen de
scheidangswet en de wetten to-l bescherming
van de leekenschool onaantastbaar verklaard
worden. De belastinghervorming zal ten
spoedigste in uitzicht gesteld worden, eene
volledige en eerlijke toepassing van de wet
ten op de landsverdediging zal worden be
loofd en met nadruk zal worden opgekomen
voor het stelsel van scrulin de lisle met ver
Ibgenwoordiging van de minderheden.
Engeland.
Londen, 7 Jan. In een brief van Jozel
Chamberlain aan zijne kiezers in Birmin
gham kondigt deze staatsman zijn voorne
men aan om hij de volgende algomeene ver
kiezing zich terug te trekken uit het parle
ment. Hij betreurt, dat zijne betrekking met
het district, na 37 jaren te hebben bestaan,
zal worden afgebroken. Maar hij voelt, dat
Birmingham de diensten noodig hecfl van
een jongeren man, die een actiever deel kan
nemen in don parlementairen strijd.
Zoowel Austen als Neville Chamberlain
worden genoemd als opvolgers van hun
vader.
Italië.
Bij Koninklijk besiuit is de prijs van siga
ren, sigaretten en tabak, van welken ver
koop de regeering het monopolie heeft, met
vijf lire per Kilogram verhoogd. Men ver
wacht van dezen maatregel, die feitelijk, eene
belastiingverhooginig is, eene vermeerdering
van inkomsten gelijkstaande met een millioe?
p. st.
Argwaan is een zware wapenrusting, die
teer verlamt dan beschermt.
Oorspronkelijke roman
door
H WITTE.
„Daar komt nog bij dat ü-it jonge mensch
u goed bekend, en zelfs een intiem vriend
on u is. Ge raadt zeker reeds wien ik bedoel;
J t is de heer André Doublet, die op zeer
i 'j•- dilige wijze bij mij in huis gekomen is.
jtei die zaak zoo spoedig beklonken is, ver
wondert óns ïhiet, nadat zij ons in vertrou-
wen mededeelde dat hij reeds bij de eerste
ontmoeting na haar terugkomst uit het pen-
Hiaat een diepen indruk op haar had ge-
i.usakt, wat ook wcderkeerïg het geval schijnt
geweest te zijn. Ook «bleef hem niet veel tijd
oor weifeling over, daar bij spoedig naar
ïndiié moet vertrekken.
Ze zijn dus sedert een paar dagen, met
Y komen instemming zijner oudere, verloofd,
vol wij gisteren en familie met een gezellige
fii-r ten mijnent hebben gevierd. Jammer dat
i: daar tniet bij kondt wezen, maar de toebe-
renselen voor zijn spoedig vertrek zijn oor
zaak dat dit niet kon uitgesteld worden.
,.llij beloofde mij het u. met de nadere bij
zonderheden, onmiddellijk to zullen schrijven.
Eigenlijk had hij dit wel vooraf mógen doen,
maar hij wilde het eerst volkomen met haar
eens zijn. Nu, daar kon ik hem geen ongelijk
in geven, te minder, daar gij zoo min haar
voogd als haar broeder zijt, en haar dus al
leen zoudt kunnen raden, wat toch stellig
met haar wenschen zou stroken.
„Wat ons betreft, wij hadden liever gehad
dat zij dit nog niiet had begonnen, daar wij
haar nu in afzienbaren tijd zullen moeten
missen, want al is van trouwen vooreerst
nog geen kwestie, het zal er toch wel toe ko
men; wat voor ons een groot Yerlies zal zijn.
Maar onze belangen komen in dit geval niet
ter sprake, en zoo zult gij er zeker ook over
denken.
„Bericht ons s. v. p. spoedig of ge goed en
wel van uw reds zijt teruggekomen, en hoe
dit bericht u heeft verrast.
Met de vriendelijkste groeten, ook namens
mijn vrouw,
Uw oude vriend,
A. SUYKERBOOM.
Het was nog wel geen lente, maar toch wat
men gewoon is voorjaar te noemen, een van
die eereto Maartdagen, die lentegewaarwor-
dingien wekten, als had de Natuur reods aan
enkele lieve voorboden, uit het nog dorre
gii'as en tusschen de nog bladerlooze hees-
tere te vooi-schijn te roepen, de taak opge
dragen om lm ar spoedig te verwachten komst
aan te kondigen.
't Was een van die bedriegelijk warme da
gen, welke hem, die niet door ondervinding
wijzer geworden is, in den waan brengen dat
alle wdoilerleed voorbij, en de tijd van natuur
genot reeds gekomen is.
De stadbewoner kent het ware genot niet
van zulke heerlijke voorjaarsdagen, die trou
wens meer uitzondering dan regel zijn. Hij
vindt het bijzonder mooi weêr; maar heel
amders is het met hem, die geheel buiten
leeft, wiens denken en handelen door de Na
tuur belieersclit worden; hij jubelt in stilte,
nu de voorjaarszon zich weêr krachtig doet
gelden en de nog in de knoppen verscholen
jonge spruiten tot nieuw LeN en prikkelt.
Zoo ging het dan ook steeds Wilhelm, wiens
leven als 't ware met de Natuur vereenzel
vigd was, e» die, in de hoogste mate vatbaar
voor natuurindrukken, op zulke dagen een
stil dankgebed ten hemel opzond, voor het
groote voorrecht hem boven zooveel duizen
den geschonken, om het voorjaarsgenot in
zulk een heerhjke omgeving schoon ook bij
be* nog sluimerend plantenleven te mogen
geni eten-
Geheel anders echter was hij géstemd, toen
hij den op zijn tehuiskomst volgenden morgen,
door het schoone weêr uitgelokt, langzaam
zijn schreden naar dezelfde, bank richtte,
vanwaar men in den vorigen zomer het nu
nog in den schijnbaar diepen winiterslap
fraaie uitzicht, gezamenlijk met Louise en
zijn vriend André, had bewonderd Zijn
vriend André... zijn oude, vertrouwde
vriendI Hm.
Een pijnlijke glimlach plooide zijn lippen,
zoo vaak hij dat woord im zijn gedachten her
haalde, en telkens telkens weer drong het
zich aan hem op. Het zat hem als in de keel;
het benauwde hem, en alleen een diepe
ademhaling gaf hem een. oogenblikkelijke
verademing.
Nadat hij den vorigen dag den brief van
den heer Suykenboom, onder onbeschrijfelijk
pijnlijke gewaarwordingen had gelezen en
herlezen, ontbrak hem de moed om ook dien
van André te openen. Hij wist wat dde zrou
bevatten en walgde bii de gedachte aan diens
pogingen om voor dit schandelijk vergrijp
aan de vriendschap verschoonende motieven
aan te voeren. Morgen zou hij dien brief le
zen nadat zijn gemoed door kalm nadenkeü
wat tot rust gekomen was.
Alsof dat, na zuilk een teleurstelling, in een
slapeloozen nacht mogelijk was!
De eerste aandoening was lang de smarte
lijkste niet geweest. Verwondering had er
een deel van uitgemaakt, maar die was in
verontwaardiging overgegaan, naarmate hij
zich den vertrouwelijken omgang gedurende
verscheidene jaren weer levendig voor den
geest stelde, een verontwaardiging die met
zijn groote teleurstelling gelijken tred hield.
Eerst welde den volgenden morgen de ge
dachte bij hem op, om 't schrijven van dien
trouwelooze vriend ongeopend te verscheu
ren. Wat kon hem eigenlijk hetgeen deze hem
nader had mede te doelen schelen? Aan de
zaak was natuurlijk niets te veranderen, en
verschoonbaar was deze handelwijze niet,
wat de valsche vriend ook mocht aanvoeren,
om er een verschoonbaren glans aan te geven.
Hij deed dit echter niet, maar slok beide
brieven in zijn zak. Hij moest naar biüten,
want binnen was het om te slikken. Lucht
en zon moest hij hebben en in het genot
daarvan wilde hij den bitteren kelk tot op
den bodem ledigen. Denkelijk zou Gods
schoone natuur hem wat milder, wat zachter
stemmen. Ja, zoo zou 't wel zijn.
Maar zoo was het niet De stem der Na
tuur was te zwak om tot zijn diep gekrenkt
en droevig gestemd gemoed te kunnen door
dringen. Hij zag haar in haar liefelijken tooi,
maar merkte die niet op; haar zachte stem be
reikte wel zijn ooren, maar vond geen weer
klank. Welke moeite hij zich ook gaf om zich
met het denkbeeld van dit onherstelbare ver
lies en die snoodc ontrouw le vereenzelvigen,
hij kon het niet. Het was hem schier onmoge
lijk om er aan te gelooven, en toch, wal hem
een onmogelijkheid had geschenen, het was
maar al te waar.
Geruimen tijd zat hij, ongevoelig voor zijn
omgeving, in dit droevig gepeins verzonken,
eer hij er toe kon komen van André's schrij
ven kennis te nemen. Eindelijk vermande hij
zich, en las, zonder dat er een spier van zijn
gelaat vertrok, wat zijn oude kameraad heip
mededeelde.
Amsterdam, 10 Maart 1825.
Amice,
„Dat ge dezen uit Nëerland's Metropolis ont
vangt zal u misschien verwonderen, gelijk
uit denkelijk ook met den geheelen inhoud het
geval zal wezen.
„ik heb u namelijk twee nieuwtjes mede te
deek-n, waarvan \iet ééne alleen mij persoon
lijk betreft, terwijl ik geloof dat ge bij het
andere ook min of meer, al is het ook maar
zijdelings geïnteresseerd zijt
„lk begin met het eerste, wijl het tweede
daarmede in direct verband, staat, ja er eigen
lijk het gevolg van is.
„Dat ik in de rechten ben gaan studeeren,
was, gelijk gij weet, lang mijn verkiezing niet;
lk deed het op aandrang van den ouden heer,
maar he* trok mij m 't geheel niet aan; geen
aangenaam vooruitzicht dus.
Wordt vervolgd*