n I iyï Éëi i 1 1 i 1 DE EEMLANDER". Donderdag 8 Januari 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. Op den Terpenberg. I2da Jaargang U\ 16* Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG. 59 Uitgevers: VALKHOFF Co ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.^0. Idem franco per post- Per weck (nut prat ia verzekering tegen ongelukken) - «J. Atzonderlijko numiners De/e oiirant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Ad vei tent iën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.150. Elke rogol meer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lel tere naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgc meester en Wethouders van Amers foort doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergaderingen van 22 Augus tus en 30 September 1913 is vastgesteld de vol gends verordening De Raad der gemeente Amersfoort, Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wethouders van den 31. Juli 1913 ofd. I no. 818 Gelet op de Gemeentewet Be s 1 u i t de verordening tot heffing van legesgelden in de gemeente Amersfoort, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 29 April 1913, aan te vuileri met de- voigende bepaling Artikel 3, b lo. voor het wekelijks verstrekken van opgaven betreffende vestiging, vertrek en verhuizing binnen de gemeente aan personen of instell h'gen, niet in het openbaar belang, per jaar f 10. Dit besluit treedt in werking op den eersten dag der maand volgende op die, waarin het bij Koninklijk Besluit is goedgekeurd. Aldus vastgesteld door den Raad der Ge meente Amersfoort in zijne openbare vergade ringen van den 22. Augustus 1913 en 30 Sep tember 1913. De Secretaris, De Voorzitter, A. R. VELNSI RA, H. W. VAN ESV ELD, 1.-S. Weth., l.-Burg. Z:jnde deze verordening goedgekeurd bij Kon. Besl. van 10 December 1913, no. 39. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 7. Januari 1914. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. De Secreturis, De Burgemeester, A. R. VLENSTRA. v. RANDWUCK. Politiek Overzicht. Lfov^ U-Orye over da kr ijg&toeru 3 tingen. De kanselier der schaLkist Lloyd George, die krachlens zijn ambt in het Britsche ka- -ir.et de Iwecue plaats inneemt, brengt de ,.aar eerste weken Yan het nieuwe jaar door •el een onlspanningsreisje in den omtrek an Algiers. Maar zijn naam staat in het mid delpunt -van de politieke gedachlenwissclin- gen. De aanleiding daartoe levert een ge sprek, dat een medewerker van de Daily Lhroniclc kort voor zijn vertrek met hem heeft gehad. 1 Jij* verklaart daarin, dat het be slist noodig is een einde te maken aan den wedloop in krijgstoerustingen c-n dat hij zich /.al verzeilen legen elke nieuwe verhooging au de Britsche marinebegrooting. Drieërlei edenen voert hij daarvoor aan. In de eerste plaats de verbetering der be dekkingen lusschcn Engeland en Dudschland, ie thans veel vriendelijker zijn dan sedert ene reeks van jaren. Dat wordt niet opge- vogen door eene vermindering der intimiteit an de Fransch-Engelsche betrekkingen. De -•er Lloyd George verklaart: „Ik kan geene ukcle omstandigheid zien, die een schaduw ;an werpen op de vriendschapsbetrekkingen, dike sedert tien jaren beslaan tusschen de •ide groote democratieën van West-Europa n die zoo krachtig hebben bijgedragen tot te handhavnig van dne vrede.' Tn de tweede plaats het feit, dat Duilsch- land, althans tijdelijk, verplicht is zijne vloot oenigszins te verwaarloozen en zich in de eerste plaats bezig te houden met het leger. De heer Lloyd George heeft bij dit punt vrij uitvoerig stilgestaan. Hij zegt daarvan: Het Duitsche leger is niet alleen onmisbaar voor het beslaan van het rijk, maar ook om het loen en de onafhankelijkheid van de Duit sche natie le behoeden. Men mag niet ver geten, dat Duitschland omringd is door na tiën, welker legers haast even machtig zijn als het zijne. Overigens is dit land zoo dik wijls oveistroomd en verwoest door vreem de vijanden, dat dit een gevaar is, dat het niet weer mag loopen. Verontrust door de gebeur tenissen van het laatste jaar, geeft Duitsch land thans reusachtige sommen uit voor zijn leger. Al wilde het ons het overwicht op zee betwisten, dan zouden de eischen van den mi litairen toestand het dit beletten. Wanneer een land zijne krachten samentrekt op één punt van zijne militaire verdediging, dan ge schiedt dit bijna altijd ten kosten van het ande re. „Daarom ben ik overtuigd, dat zelfs al wil de Duitschland ons maritiem overwicht be twisten, het zich die gedachte thans uit het hoofd zou moeten zetten. Daarom is het te genwoordige overwicht van onze vloot vol doende. Eene verdere koortsachtige inspan ning is niet noodig De derde reden is de stijgende beweging van verzet tegen den drukkenden last der toe rustingen. „De inuuslrieele klassen, zoowel de kapitalisten als de werklieden, komen met hun gezond verstand in verzet tegen dezen geor- ganiseerden waanzin. Dat geldt voor Frank rijk en Duitschland even goed als voor Enge land. Wij liberalen zouden ons schuldig ma ken aan verraad aan onze beginselen, als wij niet van dit gunstige oogenblik partij trok ken De heer Lloyd George heeft in herinnering gebracht, dat een van zijne voorgangers in hot ambt van kanselier <ler schatkist in 1887 de toenmalige eischen van het n^aiine-depar- temëui als zoo overdreven beschouwden, dat hij bever zijne portefeuille wilde neerleggen dan er aan toe te geven. Die ambtsvoorganger waslord Randolph Churchill, de vader Van Lloyd George's ambtgenoot, den minister van marine Winst or Churchill, die als een voorstander van steeds hoogere eischen ten behoeve van de vloot wrorcU aangeduid. Uil London wordt aan de Köln. Ztg. geschreven: „Niemand is in slaat te zeggen wat deze plotselinge aanval tegen de door minister Churcliiil aangekondigde en althans door een deel van het kabinet, zooals men tot dusver meende, ook door den eersten minister goed gekeurde voorstellen beteckent, of hij in ernst alleen tegen deze voorstellen of tegen den hëer Churchill zelf is gemunt. Er zijn zelfs lieden in bet onoositiekainp, die zich verbeelden, dat het kabinet zich in de zaak Yan de Homerule in zulk eene groote verlegenheid bevindt, dat het zoekt naar een uitweg en bever over de kwestie van de vloolcredieten dan over de Iersdie polilick zou willen vallen. Wat intus- schen de reden moge zijn, die Lloyd George bewogen heeft lot zijn nieuwsten zet, zooveel slaat vast, dat liet den ministerieelen linker- vleugel ernst is met zijn streven om een ver der aangroeien vnn de militaire uitgaven te verhinderen. Het aantal leden van het parle ment, die zich tot dien strijd hebben ver bonden, moet reeds ll>0 bedragen en men hoopt de groep op 150 te brengen. Het on middellijke doel der beweging is de voorstel len, die yan Churchill zijn te verwachten, te besnoeien voordat zij definitief worden vast gesteld." Duitschland. B e r 1 ij n, 7 J a n. \an be\oegde zijde zijn wij tot de verklaring gemachtigd, dat de mede- deelingen van de Figaro over een telegram van de kroonprins aan nuver Bey geheel verzon nen zijn. De kroonprins heeft geen telegiam aan Enver Bey gezonden, veel minder een telegram Yan den vermelden inhoud. De -tegenspraak, die van het hofambt van den kroonprins is uitgegaan, betreft alleen het bericht, dat de kroonprins aan generaal von Deinibng telegrammen gezonden heeft, inhoudende de woerdenAltijd maar flink er op los" en „bravo". Daarentegen is geweigerd eene tegenspraak te geven van de mededeeling, dat de kroonprins aan kolo nel vom Reuter por telegraaf zijne instem ming of waardeering heeft uitgesproken. Daaruit mag worden afgeleid, dat die mede- deebng juist is. Over heit nieuwjaarsdiner van de in Ber lijn vergaderde commandeerende generaals, waaraan de Berlijnsche pobtie-president vou Jagow als gasit heeft deelgenomen, wordit na der bericht, dat dit een particuber feestmaal is, waartoe ieder van (Le deelnemers gasten kan meebrengen. De heer von Jagovv zou als gast, niet van de gezamenlijke commandee- rende generaals, maar van een hunner aan dezen maaltijd hebben deelgenomen. Wanneer de Pommersche Tagespost, het conservatieve orgaan in Pommeren, juist is ingebcht, dan zal den heer vom Jagow niets wedervaren wegens zijn veelbesproken brief aam de Kreuz-Zeitung over het Forslner-pro- ccs. Het staalsminisiterie heeft zich met de zaak ndet bezig gehouden. De minister van binnenlandsohc zaken heeft met von Jagow een dienstgesprek geLad, maar geene aan leiding gevonden om in dienst tegen hem op te tredern, omdat hij als particuber zijne mee ning heeft verkondigd. Intussolien moet hem de raad gegeven zijn, voorlaan niet meer zijne particuliere meening over openbare zaken te pubbceeren. Aan de Köln. Zttg. wordt uit Berlijn be richt, dat over deze zaak opheldering zal worden verkregen, wanneer de landdag vam het koninkrijk Pruisen bijeen is. Daar zal de zaak ter sprake worden gebracht. Het alles beheerschende verschijnsel in Jiet pcroces, dat voor don krijgsraad 'te Zabern te gen (kolonel von Reuter en luitenant Schad gevoerd wordt wegens die gebeurtenissen in Zahorn, is de volstrekte tegen strijdigheid, die its op te merken in de verklaringen. van de burgerlijke en de militaire getuigen, Dat was reeds op den eersten dag te constateeren en werd op de volgende dagen nader bevestigd. Eene ooggetuige geeft zijn indruk van deze te rechtzittingen aldus weer: Het maakte een haast aikeligen indruk, zeer geziene, tot oord/eelem bevoegde en zeker zich van hunne verantwoordelijkheid bewuste burgerlijke personen eenstemmig „das Mili tair" fce zien beschuldigen van een onrecht matiger! en doelloozen aanval, en aan den anderen (kant even eenstemmig de officieren van het regiment de bevolking van Zabern te zien aanklagen van tumult en oproer, terwijl zij aan het burgerlijke gezag verwijten geheel te zijn te kort geschoten. Een „Regicrungs- amtmann", een burgemeester, een Slaa-tsan- walt, eon rechter, een assessor van het ge recht verklaarden overeenstemmend, dat de vofksophoopingen niets om het lijf hadden en tie atrrestatiën onnoodig geweest en blinde lings geschieM wanen, dat de officieren zich uitdagend hadden gedragen. Daarentegen verklaarden de officieren -man voor man, dat zij aanhoudend aan hoorn en spot hadden blootgestaan, dat de menigte des avonds ge joeld, gefloten, scheld woorden tegen hen ge bruikt Sieeft en -met slecncn naar hen heeft gegooid, maar dat politie en gendarmerie of in 't gphecsl niet aanwezig waren, of slechts eene onvoldoende bescherming hadden, ver leend. Op de officieren en de burgierTjke over- heidspeiisci'ien volgden de manschappen en de gearresteerden. Octk zij mLmdem de grooto Legcnstiiijdigludd in het drama van Zahem niéA uit dooi wetg; zij teeltenden haar slechts seherper en Uaardoor nadrukkelijker. De musketiers, de Ikoirporaals, de onderofficieren hebben de arrestatiën verricht, natuurlijk om dat de luit en aait er bevel toe gaf, maar zij verzekerden allen ondar eedie, dat zij stonden tegenover honende en joelende benden, dal scheldwoorden uit de menigte hun naar liet hoofd weiklen geworpen en dat ook de gear- resA'ecrdion tot de lawaaimakers hadden be hoord. En daarna marcheerde do tegenpartij op, het koor van de gearresteerden. Er is misschien wat lawaai gemaakt, maar zij heb ben 't niet gedaan. Ei* kan een scheldwoord gevaillen zijn, maar zij hebben 't niet gehoord, voél nründlar zelf gebruikt. Doodonschuldig van hun werk komende, zijn zij met ritw ge weld gevangen gemomen en in den donkeren kelder gestopt, alsof zij zware en gevaarlijke misdadigers waren. Ook deze getuigen be zweren hunne verklaringen, *>p ee/nige wei nigen na, die van de eedsaflegging uitgesloten Werden, omdat zij to zwaar belast schijnen, en de toeschouwer grijpt zich naar het hoofd en vraagt, zooals wijlen Pilalus: Wat is waarheid? Hebben misschien niet bedden ge lijk? Voor kolonel von Reuter is het volkomen verklaarbaar, dat do getuigenverklaringen zoo uiteen loopen; misschien staat hij daar in alleen» want door andaren werd meerma len geklaagd over de ongelooflijke tegenstrij digheid. Hij zeidc tijdens het verhoor van den Staatsanwalt Krause: liet ging alles altijd bij zonder vlug. De menschen stonden bij elkaar te schdldan en «ads er legen hén werd opgetre den, dan liepen zij weg. Uit dit gedrag van do mendglb is ook de uitdrukking te verkla ren, die door anderen is gebruikt: „Met deze laffe bende uit Zabern is heclemaal niets te doen." Ik 'heb den 28en November, toen het voorgevallene is gebeurd, midden in de me nigte gestaan en moot zeggen, dat ik van mij ne pLa-ats het schélden, waarvan de officieren gewagen, ook niet kon hooa-en. Dinsdagavond beoft luitenarnt von Forstner, toen hij uit het gerechsigebouw kwam, een oploop verwekt. Hij werd op straat door eeni- ge personen herkend, en ean steeds grooter wordende menschontlroep volgdie hem ei eenigen van zijne kameraden. Zij onttrokken zich aan de belooging, door een 'tramwagen te bestijgen, die hen naar het station bracht Kreisdirector Mahl heeft de verklaringen, die hij voor den krijgsraad heeft afgelegd over de subordinatieveiiiouding tusschen ko lonel von Reuter en hem aldus gerectifi ceerd: Ik heb den llen November op het station den stadhouder gerapporteerd, dat kolonel von Reuter mij zoo juist op zeer lui den toon verwijten had gedaan, omdat ik op zijne uibnoodigimg niet bij hem was gekomen. Nadat alle redenen waren vermeld en de ge- heede toestand was uitgelegd, heeft de stad houder verklaard, dat cr niets was aan te merken op mijn antwoord, dat ik niet naar den kolonel ging. Hij heeft niet gezegd, dat ik niet naar kolonel von Reuter moest gaan. De stadhouder was veeleer van meening, dat ik als jongere naar den kolonel had moeten gaan, als hij mij dat had verzocht in een vorm, die dit voor mij mogelijk had gemaald zonder bezwaar Yoor mijne ambtelijke po sitie. Maar na de wijze, waarop dat was ge daan, kon ik niet gaan. Dat hebben de stad houder en de oommandeerende generaal loc- gestemd. P a r ij s, 8 J a n. De Ma-tin bericht uit Straats burg, dat een werkman rechtsbijstand beeft gevraagd om een proces lot schadevergoeding te voeren tegen luitenant von Forstner, die zijfne nog niet 16-jarige dochter heeft vcrleicL Frankrijk. De onder leiuiing van Briand opgerichte nieuwe politieke vereoniging zal, volgens d6 in de parlementaire wereld ïoopende geruch ten, den naam aannemen Fédération démo- cratique et sociale dc gauche. In hel manifest, die do vereeniging zal laten uitgaan nadat zij definitief is samengesteld, zullen de scheidangswet en de wetten to-l bescherming van de leekenschool onaantastbaar verklaard worden. De belastinghervorming zal ten spoedigste in uitzicht gesteld worden, eene volledige en eerlijke toepassing van de wet ten op de landsverdediging zal worden be loofd en met nadruk zal worden opgekomen voor het stelsel van scrulin de lisle met ver Ibgenwoordiging van de minderheden. Engeland. Londen, 7 Jan. In een brief van Jozel Chamberlain aan zijne kiezers in Birmin gham kondigt deze staatsman zijn voorne men aan om hij de volgende algomeene ver kiezing zich terug te trekken uit het parle ment. Hij betreurt, dat zijne betrekking met het district, na 37 jaren te hebben bestaan, zal worden afgebroken. Maar hij voelt, dat Birmingham de diensten noodig hecfl van een jongeren man, die een actiever deel kan nemen in don parlementairen strijd. Zoowel Austen als Neville Chamberlain worden genoemd als opvolgers van hun vader. Italië. Bij Koninklijk besiuit is de prijs van siga ren, sigaretten en tabak, van welken ver koop de regeering het monopolie heeft, met vijf lire per Kilogram verhoogd. Men ver wacht van dezen maatregel, die feitelijk, eene belastiingverhooginig is, eene vermeerdering van inkomsten gelijkstaande met een millioe? p. st. Argwaan is een zware wapenrusting, die teer verlamt dan beschermt. Oorspronkelijke roman door H WITTE. „Daar komt nog bij dat ü-it jonge mensch u goed bekend, en zelfs een intiem vriend on u is. Ge raadt zeker reeds wien ik bedoel; J t is de heer André Doublet, die op zeer i 'j•- dilige wijze bij mij in huis gekomen is. jtei die zaak zoo spoedig beklonken is, ver wondert óns ïhiet, nadat zij ons in vertrou- wen mededeelde dat hij reeds bij de eerste ontmoeting na haar terugkomst uit het pen- Hiaat een diepen indruk op haar had ge- i.usakt, wat ook wcderkeerïg het geval schijnt geweest te zijn. Ook «bleef hem niet veel tijd oor weifeling over, daar bij spoedig naar ïndiié moet vertrekken. Ze zijn dus sedert een paar dagen, met Y komen instemming zijner oudere, verloofd, vol wij gisteren en familie met een gezellige fii-r ten mijnent hebben gevierd. Jammer dat i: daar tniet bij kondt wezen, maar de toebe- renselen voor zijn spoedig vertrek zijn oor zaak dat dit niet kon uitgesteld worden. ,.llij beloofde mij het u. met de nadere bij zonderheden, onmiddellijk to zullen schrijven. Eigenlijk had hij dit wel vooraf mógen doen, maar hij wilde het eerst volkomen met haar eens zijn. Nu, daar kon ik hem geen ongelijk in geven, te minder, daar gij zoo min haar voogd als haar broeder zijt, en haar dus al leen zoudt kunnen raden, wat toch stellig met haar wenschen zou stroken. „Wat ons betreft, wij hadden liever gehad dat zij dit nog niiet had begonnen, daar wij haar nu in afzienbaren tijd zullen moeten missen, want al is van trouwen vooreerst nog geen kwestie, het zal er toch wel toe ko men; wat voor ons een groot Yerlies zal zijn. Maar onze belangen komen in dit geval niet ter sprake, en zoo zult gij er zeker ook over denken. „Bericht ons s. v. p. spoedig of ge goed en wel van uw reds zijt teruggekomen, en hoe dit bericht u heeft verrast. Met de vriendelijkste groeten, ook namens mijn vrouw, Uw oude vriend, A. SUYKERBOOM. Het was nog wel geen lente, maar toch wat men gewoon is voorjaar te noemen, een van die eereto Maartdagen, die lentegewaarwor- dingien wekten, als had de Natuur reods aan enkele lieve voorboden, uit het nog dorre gii'as en tusschen de nog bladerlooze hees- tere te vooi-schijn te roepen, de taak opge dragen om lm ar spoedig te verwachten komst aan te kondigen. 't Was een van die bedriegelijk warme da gen, welke hem, die niet door ondervinding wijzer geworden is, in den waan brengen dat alle wdoilerleed voorbij, en de tijd van natuur genot reeds gekomen is. De stadbewoner kent het ware genot niet van zulke heerlijke voorjaarsdagen, die trou wens meer uitzondering dan regel zijn. Hij vindt het bijzonder mooi weêr; maar heel amders is het met hem, die geheel buiten leeft, wiens denken en handelen door de Na tuur belieersclit worden; hij jubelt in stilte, nu de voorjaarszon zich weêr krachtig doet gelden en de nog in de knoppen verscholen jonge spruiten tot nieuw LeN en prikkelt. Zoo ging het dan ook steeds Wilhelm, wiens leven als 't ware met de Natuur vereenzel vigd was, e» die, in de hoogste mate vatbaar voor natuurindrukken, op zulke dagen een stil dankgebed ten hemel opzond, voor het groote voorrecht hem boven zooveel duizen den geschonken, om het voorjaarsgenot in zulk een heerhjke omgeving schoon ook bij be* nog sluimerend plantenleven te mogen geni eten- Geheel anders echter was hij géstemd, toen hij den op zijn tehuiskomst volgenden morgen, door het schoone weêr uitgelokt, langzaam zijn schreden naar dezelfde, bank richtte, vanwaar men in den vorigen zomer het nu nog in den schijnbaar diepen winiterslap fraaie uitzicht, gezamenlijk met Louise en zijn vriend André, had bewonderd Zijn vriend André... zijn oude, vertrouwde vriendI Hm. Een pijnlijke glimlach plooide zijn lippen, zoo vaak hij dat woord im zijn gedachten her haalde, en telkens telkens weer drong het zich aan hem op. Het zat hem als in de keel; het benauwde hem, en alleen een diepe ademhaling gaf hem een. oogenblikkelijke verademing. Nadat hij den vorigen dag den brief van den heer Suykenboom, onder onbeschrijfelijk pijnlijke gewaarwordingen had gelezen en herlezen, ontbrak hem de moed om ook dien van André te openen. Hij wist wat dde zrou bevatten en walgde bii de gedachte aan diens pogingen om voor dit schandelijk vergrijp aan de vriendschap verschoonende motieven aan te voeren. Morgen zou hij dien brief le zen nadat zijn gemoed door kalm nadenkeü wat tot rust gekomen was. Alsof dat, na zuilk een teleurstelling, in een slapeloozen nacht mogelijk was! De eerste aandoening was lang de smarte lijkste niet geweest. Verwondering had er een deel van uitgemaakt, maar die was in verontwaardiging overgegaan, naarmate hij zich den vertrouwelijken omgang gedurende verscheidene jaren weer levendig voor den geest stelde, een verontwaardiging die met zijn groote teleurstelling gelijken tred hield. Eerst welde den volgenden morgen de ge dachte bij hem op, om 't schrijven van dien trouwelooze vriend ongeopend te verscheu ren. Wat kon hem eigenlijk hetgeen deze hem nader had mede te doelen schelen? Aan de zaak was natuurlijk niets te veranderen, en verschoonbaar was deze handelwijze niet, wat de valsche vriend ook mocht aanvoeren, om er een verschoonbaren glans aan te geven. Hij deed dit echter niet, maar slok beide brieven in zijn zak. Hij moest naar biüten, want binnen was het om te slikken. Lucht en zon moest hij hebben en in het genot daarvan wilde hij den bitteren kelk tot op den bodem ledigen. Denkelijk zou Gods schoone natuur hem wat milder, wat zachter stemmen. Ja, zoo zou 't wel zijn. Maar zoo was het niet De stem der Na tuur was te zwak om tot zijn diep gekrenkt en droevig gestemd gemoed te kunnen door dringen. Hij zag haar in haar liefelijken tooi, maar merkte die niet op; haar zachte stem be reikte wel zijn ooren, maar vond geen weer klank. Welke moeite hij zich ook gaf om zich met het denkbeeld van dit onherstelbare ver lies en die snoodc ontrouw le vereenzelvigen, hij kon het niet. Het was hem schier onmoge lijk om er aan te gelooven, en toch, wal hem een onmogelijkheid had geschenen, het was maar al te waar. Geruimen tijd zat hij, ongevoelig voor zijn omgeving, in dit droevig gepeins verzonken, eer hij er toe kon komen van André's schrij ven kennis te nemen. Eindelijk vermande hij zich, en las, zonder dat er een spier van zijn gelaat vertrok, wat zijn oude kameraad heip mededeelde. Amsterdam, 10 Maart 1825. Amice, „Dat ge dezen uit Nëerland's Metropolis ont vangt zal u misschien verwonderen, gelijk uit denkelijk ook met den geheelen inhoud het geval zal wezen. „ik heb u namelijk twee nieuwtjes mede te deek-n, waarvan \iet ééne alleen mij persoon lijk betreft, terwijl ik geloof dat ge bij het andere ook min of meer, al is het ook maar zijdelings geïnteresseerd zijt „lk begin met het eerste, wijl het tweede daarmede in direct verband, staat, ja er eigen lijk het gevolg van is. „Dat ik in de rechten ben gaan studeeren, was, gelijk gij weet, lang mijn verkiezing niet; lk deed het op aandrang van den ouden heer, maar he* trok mij m 't geheel niet aan; geen aangenaam vooruitzicht dus. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1