DE E EM LAN D ER". Vrijdag 30 Januari 1914 BUITENLAND. FEUILLETON^ 12** Jaargang. K°. f82 Op den Terpenberg, Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf Ï.OO. Idem franco per post1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en beriohten véór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT L Intercomm. Telefoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regolsf n.50. Elke regel meer0.10< Dienstaanbiedingen 25 cents btf vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgi bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 23 dezer aan de N. V. Amersfoortsche Stoomschoenfabriek „De Eenhoorn" en hare rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van eene zuiggasinstallatie voor het drijven van een Thomasmotor van 25 P. K. tot het in beweging brengen van verschillende machines ter bewerking en vervaardiging van schoeisel in het perceel, alhier gelegen aan de Lavendelstraat no. 7, bij het kadaster bekend onder sectie E, no. 5159. Amersfoort, 23 Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RAND WIJCK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort biengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 23 dezer aan J. Kamsteeg en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van eene smederij in het perceel alhier gelegen aan den Leusderweg no. IS, bij het kadaster bekend onder sectie B, no. 2241. Amersfoort, 23 Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RAND WD CK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 23 dezer aan J. Nefkens en zijne recht verkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van eene zuiggasinstallatie voor een motor van 40 P. K. tot het drijven van eene maalderij en zagerij in het perceel alhier gelegen aan den Leusderweg no. 120, bij het kadaster bekend onder sectie B, no. 3344. Amersfoort, 28 Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWDCK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 23 dezer aan J. F- Haarsma en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van een gasmotor van 5 P. K. tot het drijven van een draaibank enz. in het per ceel alhier gelegen aan den Hoogeweg no. 14, bij het kadaster bekend onder sectie A, no. 1669. Amersfoort, 28 Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door H. Meester ingediend verzoek, met bijla gen, om vergunning tot het oprichten van een gasmotor van 4 P. K. tot het drijven van een cir- l.elzaag en draaibank voor machinale bewerking van vaatwerk, in het perceel alhier gelegen aan de Hellestraat bij het Kadaster bekend onder sec tie E, no. 5036 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 10 Februari aanstaande, des voormiddogs te half elf uren ge legenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het op richten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden zijn versche nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 27 Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWDCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 0 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door H. Lensing en A. van de Vijzel ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het op richten van eene zuiggasinstallatie voor het drij ven van een motor van 30 P. K. tot het in be weging brengen van verschillende machines voor houtbewerking in het perceel alhier gelegen aan de Eemstraat, bij het Kadaster bekend onder seo tie D, No. 2970 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 10. Fe bruari aanstaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich ten. Amersfoort, den 27. Januari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. V£ENSTRA. VAN RANDWDCK. Politiek Overzicht De nieuwe nota wan Sip Edward Grey. De nieuwe nota, die de Britsohe staats secretaris Sar Edward Grey aan de groole mogendheden heeft doen toekomen, is tege lijk eene aanvulling van zijne no4a van 13 De cember en een anüwoord op de beide nota's van den driehond van 31 December en van 14 Januari. De Brd'tsche voorstellen en de antwoorden van de driebond-mogendheden loopen, zooals bekend is, over twee kwes- liën: de ontruiming van het aan Albanië toe kende deel van Epirus door de Griekschc troepen en de toewijzing van de eilanden in de Egeïsche zee. Wat Albanië betreft, waren alle mogend heden het eens over de verlenging van den op 31 December 1913 bepaalden termijn van ontruiming. Intussehen blijft de toestand in dit opzicht eenigsziins diuister. Jn hunne nota's van 14 Januari hebben dc kabinetten van Rome, Weenen en Berlijn verklaard eene verlenging slechts aan te nemen tot de 18en van die maand en van het verrichten der ontruiming op dien datum hunne toestem ming te doen afhangen tod de toekenning-aan Griekenland van de eilanden, die het nu bezit, met uitzondering van Imbros en Tene- dos. Daar de Grieksche troepen Albanië nog niet hebben verlaten, zou men daaruit kun nen afleiden, dat de toestemming van den driebond tot de door Sir Edward Grey voor gestelde toewijzing van do eilanden eene floode letter is. Intussehen schijnt het, dat die toestemming in beginsel is gegeven en dat men stilzwijgend is overeengekomen aan Griekenland eene redelijke ruimte te laten om de teere operatie, die het heeft te verrich ten, uit te voeren op eene iedereen bevredi gende wijze. Op één punt scheen eeu meeningsverschil de kabinetten te scheiden. De driebond-kabi netten wensehen de toewijzing van de eilan den aan Griekenland te laten afhangen van de belofte van dezen staat om onlusten te verhinderen in de ontruimde Albaneesche ge westen; zij verlangden van de Grieksche re geering, dat zdj niet alleen hare troepen uit het Albaneesche gedeelte van Epirus zou te rugtrekken, maar ook de bevolking van de baj Albanië ingelijfde landstreek zou dwin gen daarin te berusten. Zoover willen de ka binettien van de triple-entente uitgaan. Sir Edward Grey drukt daarom in zijne laatste nota de meening uit, dat men aan Grieken land geene aansprakelijkheid kan opleggen voor gebeurtenissen onafhankelijk van zijn wil, en hij stelt raor eenvoudig van het ka binet te Athéne de belofte te vragen dat het geen verzet tegen de uit/voering van den wil dör mogendheden zal bieden of zal aanmoe digen. Daarentegen heeft Sir Edward Grey ge meend niet voor de mogendheden te moeten brengen de door Griekenland opgeworpen vraag van het bepalen van waarborgen op bet gebied van school, kerk en financiën ten gunste van de bevolking van Zuid-ALbanic in het door de troepen van koning Konstantijn te ontruimen gebied. Men is in het Foreign Office van meening, dat de regeling van die bijzondere kweslién behoort aan de Alba neesche regeering, aan welker hoofd de prins zu Wied zal optreden. Daar zal men in vloed moeten aanwenden om aan de bevol king de waarborgen, die in dit opzicht noodig worden geacht, te verzekeren, en de midde len daartoe ontbreken niet aan Europa. Wat de door Italië .bezette eilanden in dc Egeïs betreft, betwist Sir Edward Grey niet uitdrukkelijk de Italiaansche verklaring, dal de voorwaarden van hunne ontruiming zul len worden bepaald door de beide staten, die het verdrag van Lausanne hebben ondertee kend. Maar hij herhaalt de verzekering, dat de toewijzing ran deze eilanden eene Euro- peesche kwestie is en dat hun toestand eerst normaal zal zijn, wanneer geen enkele van de elanden meer door een Europeeschen staat bezet zal zijn. Eindelijk ziet de nota de vraag onder de oogen, hoe een sanctie zal worden gegeven aan de besluiten van Europa, die nu weldra Ier kennis van de betrokken staten zullen worden gebracht. De ondervinding van het afgeloopen jaar toont voldoende aan, dat ver dragsbepalingen slechts gelden, wanneer de wil en de macht aanwezig zijn om hunne uilvoering tc verzekeren. De nota geeft daar om in overweging overleg te plegen over de middelen, die eventueel zullen worden aan gewend om de besluiten ran Europa betref fende Albanië en de eilanden te doen eer biedigen. Zij geeft daarvoor aan het zenden van eenige oorlogsschepen in de wateren van de betrokken streken, ten einde te beletten, dat zich pogingen van verzet zullen voor doen. Duitschland» BIJ de delileercour, die op Keizers verjaar dag gehouden werd, werden de voorzitter en de ondervoorzitters van den rijksdag door den keizer met eene lichte hoofdbuiging begroet. De voorzitters van het heerenhuis en het huis van afgevaardigden van den Pruisischen land dag, die op hen volgden, kregen een krachti- gen handdruk. De leden van het rijksdag-pre sidium hebben hierin aanleiding gevonden om geen gebruik te maken, van de voor hen be schikbaar gestelde plaatsen voor de feestvoor- stelling in het operagebouw. Tot troost van angstige gemoederen, merkt een correspondent van de Franlcf. Ztg. op, dat stemming en ontstemming bij keizer Wilhelm II spoedig ontstaan, maar ook spoedig wis selen. Het is niet de eerste maal, dat de voor zitter van den rijksdag dit heeft ondervonden. De nu fuugeerende voorzitter kreeg op 1 Jan. 1913 slechts een genadigen hoofdknik en den 27en Januari werd zijne hand met opvallende warmte gedrukt. Straatsburg, 28 Jan. De begrotings commissie van de Tweedo Kamer van den landdag heeft de houding van de regeering naar aanleiding van de gebeurtenissen van Zabern goedgekeurd. Straatsburg, 29 Jan. Staatssecretaris Zorn von Bulach bevestigde in de zitting van de begrotingscommissie, dat de regeering van Elzas-Lotharmgen ontslag heeft gevraagd. De regeering zal aan het bewind blijven en zich met de loopende zaken bezig houden, tot dat de begroting is gevoteerd. De commissie heeft de behandeling van de begrooting ten einde gebracht Een Lotharing- sche afgevaardigde stelde voor het traktement \an een kapitein der gendarmerie te schrap pen als protest tegen de benoeming voor den post te Zabern van den kapitein Schotte, die getuigenis heeft afgelegd ten gunste van kolo- uel von Reuter. Naar aanleiding van de mcdedeeling van staatssecretaris Zorn von Bulach in de begro tingscommissie van de Tweede Kamer van den landdag van Elzas-Lotharingen, dat het ge beurde in Zabern de regeering in een moeie- lijken toestand heeft gebracht, waaruit de stad houder en alle ministers de noodige conse quenties hebben gelrokken, wordt uit Straats burg aan de Frankf. Ztg. bericht, dat dit De- richt niet als eene verrassing komt Men ver wacht, dat het gekeele ministerie zal altreden, hetgeen niet is op te vatten in dien zin, dat het aftreden uitgaat van de regeering van het rijkstand. Over het tijdstip van de verande ring schijnt vast te staan, dat zij niet zal ge schieden voordat de begrooting in den land dag is afgedaan. Men verwacht, dal de land dag eene uitgebreide discussie over de begroo- ling zal voeren, maar nadat de begrooting is aangenomen, tot 1 November zal worden ver daagd. Wat over de nieuwe mannen wordt gezegd, die aan de regeering zullen worden geroepen, steunt meestal op vermoedens. Vast schijnt te staan, dat de heer Molitor, voorzitter van het Oberlandesgcricht te Colmar, zal optreden als hoofd van het departement van justitie. Deze heeft als lid van de Eerste Kamer zich onthouden van deelneming aan de stemming, waarin die vergadering haar oordeel heelt uitgesproken. Blijkens een artikel, dat is vei> schenen in de Berlijnsche Tag, is de heer Molk tor van meening, dat de kabinetsorder van 182| in Elzas Lotharingen niet geldig is en da( de officier, die zich naar deze order gedraag^ het recht schendt Maar hij heeft als lid van de Eerste Kamer het vrijsprekende vonnis van den krijgsraad in de zaak van kolonel von Reuter niet willen kritiseeren, omdat de wet gevende macht zich niet mag bemoeien met wat tot het gebied van de rechterlijke macht behoort. Het parket te Zabern heeft de vervolgingen, die door de militaire autoriteiten werden ver* langd tegen verschillende burgers naar aan leiding van het gebeurde in November, op geschort. Het is uog niet bekend, of kolonel von Reuter in persoon zal verschijnen voor do rechtbank te Zabern in het burgerlijke proces, dat hem is aangedaan door de personen, dio hij in den nacht van 28 op 29 November in den pandoerenkelder opgesloten heeft gehouden Hij houdt thans verblijf in Zwitserland. Frankrijk. De voorzitters van 71 Fransche Kamers van Koophandel hebben eene buitengewone ver* gadering gehouden om te protestceren tegen de door den minister van financiën Caillaux ontworpen inkomsten- en vermogensbelasting. De vergadering nam een besluit, waarin werd verklaard, dat de Fransche kooplieden bereid zijn de offers te brengen, die noodig zijn ge worden door den tegenwoordigen financiee- len toestand, maar slechts op den grondslag \an de bestaande belastingen. Nice, 30 Jan. Paul Déroulède, dc voort zitter van de Ligue der patriotes, is over leden. Engeland. Het arbitrageverdrag tusschen Engeland ea Spanje, dat eergisteren afliep, is voor vyï jaren verlengd. Oostenrijk. Weenen, 29 Jan. De zitting van he* huis van afgevaardigden werd heden in be< slag genomen door obslruchonistische redo* voeringen van agrarische en radicale Czo* chen, die bij wijze van protest tegen de niet. bijeenroeping van den landdag van Bohe* men, besloten de behandeling van de ze#" maandsohe crediotwet te verhinderen. Hongarije. De oppositie-partijen in het huis van afge* vaardigden van den rijksdag hebben besloten, een protest uit te brengen tegen het wetsonfV werp tot vaststelling van een verhoogde re* cruten-contingeut, maar geen deel te nemen aan de zitting, die voor de behandeling van! dit wetsontwerp bestemd is, omdat vier der meest geziene leden van de oppositie, da gra ven Andrassy, Karolyi en Zichy en de heer Julius JusLh, van de zittingfen uitgesloten 7ijj% Rusland. Petersburg, 29 Jan. De minister», president verklaarde in eene commissieziU ting van de rijksdoema, dat binnen kort een wetsontwerp zal worden ingediend betref fende de noodige credicten voor de landsver dediging, die aanzienlijke stommen zullen eischen. Petersburg, 30 Jan. Tegenover ee< artikel van de Temps verklaart het Peters- Wacht u voor al wat naar aigunst zweemi, die verderfelijke macht, die vrede en levens vreugd doodt in het hart oorspronkelijke roman 25 door H. WITTE. Onbegrijpelijk, zoowel voor hemzelf als voor de anueren, was de moreele invloed welke dit kind, eigenlijk zonder er zeil goed van bewust te zijn, up dien vijltigjangen, baMvërgrijsden man uitoefende; een mvioeo waaraan Inj zich niet zou hebben kunnen ontrekken, ook al liaoUhij dit gewild. Maar hij wilde liet met; integendeel, tuen hij er goeu erg in kreeg, begon nij er een wezenlijk plei- zier in te vinden om aan haar vleien-opmer- kingen of wensehen toe te geven. Nü waren het zijn schoenen, die le beslijkt of te besto ven waren voor een nette kamer, dan weer moest zijn valen hoed het misleiden, en toen zij dit had klaargespeeld, kwam zijn verscho len en versleten jas aan de beurt, cn vroeg zij of hij dan zoo'n arme tobber was, dat hij mei zulk een gore jas bleef loopen. Dit laatste was misschien wel de grootste opoffering, maar toch werd de afgedragen jas voor goed afgedankt. Zoo volgde het ééne op het andere, met het *wolg, dat hiL toen de winter om was, reeds zoo goed als een volkomen gedaanteverwisse ling had ondergaan. Dat de kraakzindelijke huishoudster, die den jovialen dokter wel modit lijden, maar gruwelijk het land aan zijn slordigheid iiato. indirect hierin mede de hand had gehad uaar zij op haar beurt Margo, die haar met bijna kinueriijke heide aaninng en in alles haar wenken volgde, opstookte, was wel ze ker, en Dubbelman, die dit spelletje zeer goed doorzag, lachte er in zijn vuist om, te meer daar hij er schik in had, dat vrouwe lijke slimheid en kinderlijke aanhuiiglieid met het grootste geraak gedaan kregen, wat hij op verschillende wijzen te vergeefs beproefd had. Die metamorphose was volkomen, toen de dokter in Mei, op Dubbelman's verjaardag, dezen in een nieuw, fraai zomerpak, dat aein uitmuntend kleedde, kwam feliciteeren; zijn das en boordje zaten onberispelijk en zelfs de laatste nieuwigheid manchetten ontbra ken niet. Dit was voor Dubbelman toch te sterk, om er hem niet over in 't ootje te nemen, en ook de heer Werinann, die den jarige kwam gelukwenschen, wendde zich daarna tot den dokter, wijze waarop* hij den fatsoenlijken mensch ook lot een fatsoenlijk man had ge promoveerd. Deze liet zich dit compliment gaarne wel gevallen, er bij opmerkende dat het waarlijk niet uit eigen initiatief was geschied. Het is hier ook alweer: „cherchez la femme", al is het dan ook nog maar een klein exemplaar van het vrouwelijk geslacht dat mij gekneed en vervormd heeft, 't Is toch vreemd, dat zulk een klein creatuur met haar hef snoetje en haar vleierijtjes over een soiled man zoo den baas kan spelen. Het lijkt mij een zielkundig probleem, dat ik tevergeefs tracht op te lossen, en ik twijfel er zeer aan of zelfs een zieleherder dit wel zou kunnen. Ik geef mij eenvoudig gewonnen en onder werp mij lijdelijk; eigenlijk heb ik er zelf schik in. Dit bleek dan ook duidelijk genoeg, want hij was mooi op weg om van het ééne in het andere uiterste te vervallen, en aan zijn vroe gere zucht tot netheid en orde weer den teu gel te gaan vieren. Het verlies van zijn fortui had hem onverschillig gemaakt. Nu de indruk daarvan was afgesleten, bleek er maar een op liem inwerkende aanleiding noodig te zijn. pakkender dan de schertsende opmerkingen van Dubbelman en ook van anderen, om hem weer te doen inzien, dat het toch eigenlijk de plicht van een beschaafd mensch is, zich naar zijn stand voegzaam te kleedcn, en deze aan leiding vond hij in een tot voor korten tijd geheel verwaarloosd meisje. Toen zij, ruim een jaar, nadat ze door Dubbelman als beschermelinge werd opge nomen, en zoo ver was dat zij grif kon lezeu cn voor een meisje tamelijk goed kon schrij ven, was het voor de beide mentors een punt van overweging geworden, wat nu verder met haar aan te vangen. Het stond bij Dub belman allang vast, dat zij niet bestemd moest worden om als een dienstbare liaar leven in de keuken te slijten. Voor haar oefeningen bad hij in een gezellig hoekje van zijn werk kamer een tafel beschikbaar gesteld. Den overigen tijd bracht zij tot nu toe bij de huis houdster door; dit was, meende hij, nuttig en noodig, zoolang tot zij in de huishoudelijke en keukenbedrijven goed thuis zou zijn. Haar aanleg en geheel haar voorkomen stempelden haar veeleer tot huisgenoote, zooals dit met een opgenomen familielid het geval zou zijn. Daartoe was het echter noodig dat ze genoeg algemeene kennis verkreeg van zaken, die in slechts eenigszins beschaafde kringen r nis- baar zijn. 'legen een huisonderwijzer bestond echter op die afgelegen plaats een overwe gend bezwaar, zoodat zij tot de conclusie kwamen, wat trouwens bij beiden reeds vast stond lang voordat zij er over begonnen te redeneeren, dat zij ook die taak zeer goed sa men konden deelen. Allereerst moest zij zich zuiver leeren uit drukken en ook zooveel kennis van de tagl hebben, dat ze die zonder fouten zou kunnen schrijven, en dan ook werd eenig begrip van aardrijkskunde, inzonderheid met betrekking lot ons eigen land, hoog noodig geacht. Nu kon de dokter zich als geleerde doen gelden door het taalonderwijs op zich te nemen, het geen Dubbelman te gereeder aan hem overliet wijl zijn grammaticale kennis daarbij zeker le kort zou schieten, terwijl de aardrijks kunde, voorzoover die kier noodig was, voor hem geenerlei bezwaar opleverde. Zoo namen dan deze beide vrienden voor den ophanden zijnden tweeden winter elk een taak op zich. die ze voor zichzelf als een recreatie be schouwden en voor hun beider lieveling nut tig zou zijn. Er was echter nog iets, waarin echter naar zij meenden gemakkelijk was te voorzien. Van geen van beiden kon gezegd worden dat ze streng godsdienstig waren, van den dokter, die een volbloed materialist was. zeker allerminst, terwijl Dubbelman, hoe liberaal hij overigens ook mocht zijn, toch vasthield aan zijn overtuiging, dat een eenagszihs godsdien stige opleiding noodig was; hg voor zich. of schoon wars van alle dogmatiek, was tod( inderdaad wel godsdienstig, maar liet iede# Ln zijn overtuiging en eerbiedigde die, maar opdringen liet hij ze zich niet. Hij was er dus op gesteld dat zij ook eenig begrip van godsdienst zou krijgen, ketwelif zc dan later naar eigen goedvinden kon uil< breiden, waartegen de dokter niets bad in te brengen, en beiden waren het hieromtrent eens, dat daar voorloopig geen dominé bij t« pas behoefde te komen. Dit kon men zeer goed aan de huishoudster overlaten. Mina; toch was van huis uit eenvoudig r.;dsdien- stig; zij vond het wel jammer dat ze niet ge« regeld naar de kerk kon gaan, omdat de aft stand, vooral hij ongunstig wéér, te groot was, maar zij nam dit toch niet zwaar op, et achtte het voor haar stichting voldoende eiken avond een paar hoofdstukken van den Bijbel le lezen, geregeld een uit het oude en een uit liet nieuwe testament; en daar Margo het grootste gedeelte der lange winteravonden nog in de keuken doorbracht, zou die geeste lijke opvoeding wel als vanzelf terechtkomen; vooral als men er de oude maagd op attent maakte. Dit laatste bleek echter onnoodig,, want toen Dubbelman er haar over sprak, zeide zij, met blijkbare zelfvoldoening, dat de kleino er reeds veel meer van wist, dan meneer dacht, want dat zij haar in 't begin had voor gelezen, en later, toen zij het in de kunst van lezen ver genoeg had gebracht, die taak aan haar had opgedragen, terwijl zij er naar zat te luisteren en onder de hand nog wat kos uitvoeren. Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1