DE EEMLANDER". Maandag 2 Februari 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. r:°. !84 I2de Jaargang. Op den Terpenberg. HERSFOORTSCH DAGBLAD Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortl.fiO* Idem franco per post - 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkenj - O. I O. j Afzonderlijke nummers - 0.05. [Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentión gelieve men liefst vóór 11 uur, familie advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: U T RE C H T SC H EST R A AT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.30. Elke regel moor0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteoron in dit Blad, bij abonnement. Eone circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer [jemeente, dat het door den Directeur van 5 Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht Executoir verklaard kohier van de Grondbelas ting over het dienstjaar 1914, aan den Ontvan ger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen feanslag op den bij de wet bepaalden voet te Voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 30. Januari |914. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWDCK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat in de raads vergadering van 27 Januari j.l. is benoemd a. tot lid der Commissie van bijstand in het beheer van de Gasfabriek en de Waterleiding, de heer P. van Achterbergh b. tot lid der Commissie van bijstand voor de financiën de heer A. M. Tromp van Holst zulks wegens benoeming van den heer N. ^els Heijn tot wethouder. Amersfoort, 31 Januari 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, R. VEENSTRA. v. RANDWIJCK. Kroniek van de Week. De opening van het Crematorium te fWcstervcld bij Haarlem heeft het vraagstuk ]van de lijkverbranding weder aan de orde gesteld. Een verouderde wetgeving, 'n begra feniswet, datcerende uit den tijd, toen lijk verbranding indien men er al van gehoord had als iets goddeloos, als 'n hcidcnsch ge bruik beschouwd werd, schijnt de crematie in ons land te verbieden. Zoo zien wij' gelbeu- ren, dat hel stoffelijk.toversdhot van hen, die de crematie verkozen, over de grenzen ver voerd moet worden, over de grenzen naar.... P'ruisen. f Wij zeiden, dat de begrafeniswet dc crema tie schijnt te verbieden. De juristen zijn het nog niet met elkaar eens. De wet spredkt wel uitdrukkelijk van begraving maar de mo derne rechtsgeleerden, zij meenen, dat zoo lang de letter van 'n verouderde wet niet ge wijzigd is, de uitlegging zooveel mogelijk aan gepast moet worden aan de behoeften des lijds, zijn van oordeel, dat ook onder de oude Begrafeniswet de crematie toelaatbaar is; indien immers maar de urn met de asoh onder den grond bewaard wordt, is aan de voorwaarde van begraving voldaan. Maar de meer conscienticuse inlerprclcerders werpen daar tegen op, dat begraving van dc asoh nooit beschouwd kan worden als de begraving van een lijk, zooals de wet bedoelt. Het was niet anders te verwachten, dan dat Minister Cort van der Linden zich op het standpunt zou stellen, dat er vrijheid .dient te bestaan om het stoffelijk overschot te doen begraven of verbranden ,al naar den wensch van den overledene of ide nabestaanden Ech ter helt hij over naar de opvatting van hen, die meenen dat onze wet de crematie niet toestaat. Iloe het zij, hierover zullen allen het wel eens zijn, dat het tijd wondt om onze begrafe niswet zelve te hegraven of liever nog te ver branden. De minister heeft een onderzoek, of wijziging noodig was, toegezegd, maar de Kamer zal er voorloopig wel geen tijd voor hebben. Zij weet 'het nog niet eens met de begrooting klaar tc spelen. Zooals de behandeling van dc Begrooling nu traineert, is nog nooit vertoond. Gebeurde het de laatste jaren meer, dat dc Kamer ?n December niet gcrcod kwam ,nu is zelfs de geheele maand Januari er mee gemoeid ge weest en- nog is het eind niet te zien. En dat nog wel ondanks het nieuwe reglement, waar door men dc praatzucht meende te kunnen breidelen en dat 45 minuten als termijn voor eiken spreker stelde; maar het heeft niet geholpen, des te meer sprekers bobben ziöh nu laten inschrijven; en daarvan is weer het gevolg, dat het gehalte der redevoeringen daalde en naast de ontstemming over den tra gen gang ook gebrek aan belangstelling zich ging openbaren. Wie heeft in de afgeloopen weck dc Kamerverslagen van a tot z met aan dacht kunnen lezen? Het «enige interessante parlementaire nieuws was wel het bericht, dat er onder de Kamerloden een beweging gaande is om voldoende (65) handteekenm gen te verzamelen, teneinde vrijkaarten van dé directies der spoorwegen te kunnen vei krijgen. Dat het. prestige der Kamer door zulk 'n bedelpartij, gediend wordt-, kunnen wij niet beamen. Dat er nu'door de Kamer zelve zoo getreu zeld wordt, is dubbel jammer, omdat het werk aan den parlementairen winkel zich op stapelt en de regeering popelt om de hervor ming te brengen, om welke het kiezersvolk zoo luide roept. Waarlijk het Kabinet is sympathieker dan de Kamer. 'n Curieus speechje is uitgesproken door den goeden ouden heer Brummelkamp, die er stellig veel succes mee gehad zou -hebben in Bunschoten. Ds. Brummelkamp is niet fe ministisch aangelegd, hij moet van de vrou wenemancipatie heelemaal niets hebben en hij kan wel 10 bijbelteksten uit z.'n mouw schudden om z'n standpunt te rechtvaardigen De ver-doorgedreven gelijkstelling van man en vrouw acht hij verfoeielijk. We hebben nu al vrouwelijke predikanten, doktoren en advocaten, moeten wc nu nog krijgen vrou- wclijke burgemeesters, rechters en ministers? zoo vroeg hij mei schrik. Meisjes-studenten jagen hem 'n rilling over hel lijf, liefst zou hij aan vrouwen hel studeeren v|?rjbieden; maar de geest des tijds is zelfs ds. Brummel kamp te machtig om zoo iets aan te durven. NTu heeft hij gehoord of gelezen, dat er er gens in Amerika afzonderlijke colleges zijn voor vrouwen. Dat leek hem wel. Als men dan toch voor de vrouw een universitaire opleiding wenscht, dan moest dit geschieden in afzonderlijke inrichtingen, „waar met de natuur der vrouw rekening gehouden wordt" „zoodoende wordt de vrouwelijke atmosfeer geëerbiedigd. Hier te lande wordt het meisje getrokken in de spheer der mannen. Kan dit geschieden zonder scihade voor de innerlijke harmonie?" liet is wel jammer, dat wij nog niet zoo .bij1" zijn, dal de redevoeringen van onze afgevaardigden in de grammofoon opgeno men worden. liet zou over 25 jaar stellig 'n succes-nummer zijn, als deze speeoh van ds. Brummelkamp dan nog eens afgedraaid kon worden. Wie weet of dc een of andere .geleer de dan niet zou meenen 'n prae-historiscli geluid uit den I.lstijd ontdekt tc hebben. Politiek Overzicht De regeerings-verwisseling in Elzas-Lo. haringen. De jonge luitenant, die in de instructieles in de kazerne tc Zabern zijne recrulcn den scheldnaam „Wackcs naar het hoofd wier ij. heeft daarmee een steen aan het rollen ge Dracht, die in zijne vaart veel meesleept. De ontslagaanvrage, die het geheele burgerlijke uesluur van Elzas-Lolharingen heeft ingediend slaat daarmee in oorzakelijk verband. Aan de redenen, die tol deze ontslagaanvrage heb- nen geleid, wijdt de Süassburger Post cene uitvoerige beschouwing, waarin wordt ge- /.e«d: „In dc eerste plaats moet in aanmerking genomen worden de medeclecling %an dc Nortldi. Allg. Zeilung, dat de keizerlijke stad houder reeds in December zijn" ontslag heeft aangeboden en dal men bij den staatssecre taris en de onderstaatssecretarissen te doen heeft met herhaalde aanvragen. Daarmee wordt officieus bevestigd, dal graaf WedeJ den keizer in Donaucschingen als 't ware de Kabinetskwestie heelt gesteld, hetgeen destijds is tegengesproken. De zaak van Zabern, zoo heette hel, is door den keizer bijgelegd op eene wijze, die den stadhouder een verdei aanblijven niet alleen mogelijk, maar zelfs tol plicht maakte. In de olficieele Strassburgcr ivorrespondenz werd verklaard, dat de stad houder door eene keizerlijke wilsuiting er den heiligen waarborg voor had gekregen, dat de constilutionecle bevoegdheden in de toe komst algemeen slipt zouden worden in ach! genomen. En ook de staatssecretaris Zorn von tfulach verklaarde aan een dagbladschrijver, dat hij geen reden meer had om af te treden Er scheen dus overeenstemming tc zijn ver kregen lusschen de betrokken bestuursorga nen en het incident van Zabern door hen als bijgelegd te worden beschouwd. Toen werd in hel proces legen kolonel nou Reuter de kabinetsorder van 1820 te voorschijn gehaald en op haren grondslag het vrijsprekende von nis geveld. Wanneer echter deze kabinetsor der niet alleen subjectief den officier onllasl, maar objectief rechtsgeldig moet zijn, dan is op dit punt cene verwarring van de consti lutionccle bevoegdheden gegeven, die liunn> algcmeene stipte inachtneming voorlaan al .hans in de Uieoric niet waarborgt. liet von .lis van den krijgsraad is den lOcn Januai geveld. Den 14en Januari werd ;n ene rcgec- i ingsverklaring gezegd: „Inmiddels heeft dc krijgsraad gesproken, en deze zijne beslissing .1 heeft zij nog geen kracht van gewijsde, moei •ncn, evenals ieder vonnis, eerbiedigen." Aan act slot van de verklaring werd odder reeds gezegd: „Overigens zou de regeering geen daj. tarzefen om hare plaats te onliuimen, vanneei iet de volledige waarborg voor dc stipte in achtneming van hare const itütioneele be oegdheid gegeven was."' In den avond van den 15en Januari begaf dc stadhouder zich naar Berlijn, en bijna gelijktijdig is bekenu geworden, dat het vonnis van den krijgsraad rechtskracht had gekregen, doordat de Ge idilshcrr van beroep had afgezien. Men moei aannemen, dal de stadhouder terstond daar op in Berlijn de regeling van de zaken heefl ingeleid, die nu zal geschieden. Men zal moe ien zeggen dal hij niet goed anders kon han delen. maar toch hem en dc geheele recee ing gecnc waardecring voor deze houding weigeren. Den 23en Januari heeft daarop dc ijkskanselier in den rijksdag o. a. gezegd: Dat cr in den rijksdag veel moet gebeuren ai lol normale toestanden voor het land en voor hel rijk te komen, is onbetwistbaar en zal geschieden." Deze opmerking wordt door dc openbare inc.ning als eene zinspeling op loeslanden in dc regeering beschouwd, cn ook orn deze reden is het onlslag van de regec- riiiig begrijpelijk." De mannen, die tol heden met dc regcering in het rijksland waren bekleed, gaan dus heen. Zij hebben begrepen, dat de ontwikkeling, die de zaak van Zabern heeft genomen, hun ver der aanblijven onmogelijk maakte. Na dc vonnissen van de militaire rechtscolleges die de aangeklaagde officieren vrijspraken cn alle schuld laadden op de bevolking en op de burgerlijke overheid, konden zij niet de verantwoordelijkheid voor dc regcering blij ven dragen. Of de stadhouder graaf Wedel misschien nog enkele maanden zal blijven, doel hieraan niets af; dat is eene persoon lijke daad van hoffelijkheid tegenover de nieuwe mannen, die nu het bewind op zich zullen nemen. Op cene vraag of dc mededee- ling van staatssecretaris Zorn von Bulacli over liet aanslaand aftreden van de regeering var Elzas-Lolharingen ook op hem persoonlijk betrekking had, heeft graaf Wedel geant woord: „Ingevolge art. 2 van dc grondwel staat de stadhouder aan het hoofd van di landsregeering.' Het is dus duidelijk, dat de stadhouder zich solidair voelt met de leden zijner regeering. Wie de nieuwe mannen zullen zijn, vindl men onder de telegrammen vermeld. Zij zijn gekozen uil de Pruisische ambtenaarswereld; de rechtsche organen die dit als waarschijn lijk aankondigden, blijken over de voorne mens van dc l ijksregeering juist ingelicht te zijn geweest. De benoeming van den nieu wen stadhouder zal nog eenigen lijd op zicli laten wachten. Met groote stelligheid wordt echter reeds nu verzekerd, dat de nieuwe stadhouder geen generaal zal zijn Dal schijn! eenigszins zonderling, want het aftreden van de tegenwoordige bewindsmannen is de er kenning van het feit, dat het militaire gezag over de geheele linie de overwinning heeft behaald op de burgerlijke overheid. De con sequentie zou meebrengen, dat generaal von Deimling de opvolger werd van graaf Wedel ïls stadhouder cn dat kolonel von Reuter staatssecretaris werd van Elzas-Lotharingen. Maar al wordt die consequentie niet in acht genomen, men mag het toch wel als zeker beschouwen, dat de nieuwe* mannen, na de door hunne voorgangers opgedane onder vinding, niet zullen wagen tegen het gezag van de commandecrende generaals in het rijksland op te komen. Met onverholen voldoening begroeten de organen der rechtsche partijen de verwisse ling, die in dc regeering te Straatsburg is te verwachten. „De koersverandering is ge komen", juicht dc Neueste Nachrichten, en de Krcuz. Zeilung drukt het verlangen uit naar de sterke hand" en naar de „rechte man nen". Maar de Germania vraagt met bezorgd heid welke uilwerking de regeeringsverwis- seling zal hebben op de bevolking van Elzas- Lotharingen, en zegt: „Er zullen maar wei nige staatslieden zijn, die daarvan eene gun stige uitwerking venvachten. Moge echter niet het woord van den afgevaardigde van Calkcr „Alles js kapot!" tot waarheid worden 1" Duitschtand. In dc bcgrooiiiigscuiiiiuissie van het Prui sische huis van algevaardiguen werd van vrij zinnige zijde den minister van binnenlandsche zaken de vraag gedaan, of hij bereid was eene ueschikking uit te vaardigen, om eene her- iiaiing te voorkomen van inmengingen in een hangend rechtsgeding waarvan dc bekende in-ief van den Bcrlijnschen politic-president von Jogow in de Kreuz-Zeilung een voorbeeld liad opgeleverd. De minister liet zich hierover niet uit. Ilij verklaarde, dat hij niet had in gestemd met het optreden van den heer von Jagow, maar aan het parlement geene mede- deeling zou doen over zijn onderhoud met von Jagow. Een andere vrijzinnige wees er op, dat tegenover liet recht van controle der volks vertegenwoordiging een plicht van den minis ter om ophelderingen tc geven moest staan, en dal zulke ophelderingen in andere geval len ook zonder bezwaar waren gegeven. Berlijn, 31 Jan. Aan staatssecretaris Zorn von Bulach is, op verzoek, ontslag ver leend. Hij is daarbij begiftigd met de kroon Yan de orde van den Rooden adelaar le klasse en in de Eerste Kamer van den land dag van Elzas-Lotharingen geroepen. Bij de inwilliging van de ontslagaanvragen van de onderstaatssecretaris Petri en Mandel is aan de eerste de Kroonorde le klasse, aan den tweeden de ster van de orde van den Rooden adelaar 2e klasse verleend. De onderstaats secretaris van financiën Koehler bnjft in functie. Graaf Roedern, „Oberpraesdddalrat" te Potsdam, is tot staatssecretaris benoemd en zal aan het hoofd komen van de afdeeung Binnenlandsche Zaken in het ministerie. De „vortragende Rat" (referendaris) in het rijksdepartement van binnenlandsche zaken baron von Slein is be&iemd tot hoofd van de afdeéling Landbouw en openbare werken met benoeming tot staatssecretaris. De benoe ming van den opvolger van Petri als hoofd van het departement van Justitie moet nog geschieden. Eerbied waard zijn alleen die menschen, die eerbied toonen. oorspronkelijke roman 27 door H. WITTE. 1 Dit bevallige personage was geen vreemde in deze slredk; immers men zag hem elk« week op denzelfden dag, ja tennaastebij op hetzelfde uur, terug, en dit wel in dc verschil lende dorpen een paar uren in den omtrek van de hoofdstad, waar hij zijn domicilie had Iedereen kende hem dan ook en de kinderen, die het fortuintje hadden dat hij door hun dorp kwam tusschen de schooluren, liepen juichend te hoop en hem tegemoet, wanneer er maar een hem in de verte zag of hoorde blazen. „Jan Toet, daar komt Jan Toet!dooi tién uitgebazuind, was voldoende om geheel de jeugd in beweging te brengen, cn hij, die ze allen van aanzien kende, had daar schik in, en gaf dan gaarne vóór hij verder ging nog een vroolijk deuntje ten beste. Maar niet alleen de jongeren, ook de oude ren hadden schik in hem; ja zelfs zij, die van straatmuziek, aikeerig waren, hoorden hem gaarnwant. instede van valseli. hard er onwelluidend, getuigde zijn muziek van een zekere, ook voor kenners, niet twijfelachtige «ir'uos. ri Ei was rog iets wat er me bijdroeg dal de mceston hem welgezind weren Ondanks zijn havcloozc plunje en zijn stoppelig gezicht, wat hem als ccn vagebond stempelde, bleek bil toch. voor wie hem meermalen zagen, geen vagebond in den min-gunstigen zin van t woord le zijn. In zijn blauwe oogen lag iets innemends cn zijn ongedwongen beleefdhe'd sprak van meer beschaving dan men bij lie den van zijn slag pleegt te zoeken. Dit een en ander, en terwijl hij een zeer oude kennis was, had den lieer Wcrmann. in overeenstemming met Dubbelman, er ook in loen toestemmen, dal hij, na bij 't hegrenliuis an zijn muzikale gave blijk gegeven te heb ben. door dc plaats naar dezen laatste ging in daar op den anderen weg te komen; dit oeh haalde hem van hel ééne dorp naar hol indere meer dan een half uur uit, terwijl onderweg toch niets te verdienen was. Ook op den Terpenberg was zijn geregeld wekelijksche verschijning welkom, en zoodra le schetterende tonen van zijn trompet ge hoord werden, kwamen de dienstboden naar buiten, terwijl de in de nabijheid zijndi werklieden voor een korte poos hun arbeid slaakten om op een kleinen afstand van het huis naar de prettige muziek te luisteren waarmede Jan Toet dan niet karig was, bij ondervinding wetende dat elk zijner toe hoorders hem met een of ccn paar centen beloonde. En de heer Wermann, die. als hij '•huis was. niet verzuimde naar het raam t< gaan, wijl hij schik in dit landelijke concert had. 't welk aan het afgezonderd leven dier lieden een naar zijn meening nuttige afwis seling gaf, en bij het zuivere spel van den landloopcr vaak goedkeurend knikte, wik kelde dan gewoonlijk een dubbeltje in een stukje papier en wierp hem dal toe, waar- voor dc muzikant lachend met een gracieuse omging bedankte Vandaar ging hij dan steeds, gelijk reeds gezegd is, binnendoor naar het huis van den administrateur, waar hij niet minder welkom was. Margo was dol op muziek, en de oude \lina, die in haar jongen lijd menig walsje had gemaakt, kon, als zij in een goede bui was, geen weerstand bieden aan den drang om .Margo te omvatten en even met haar in •Ie rondte te springen, tot niet geringe vol doening van den trompetter, die zeker wist aal een glas bier en een paar boterhammen icm binnen wachtten; ook gebeurde het nie. zelden, hier zoowel als bij het heerenhuis, dal -r nog iels halfsleets in zijn knapzak terechi kwam. Niet allen, die overigens tot de calagorie der vagebonden behooren, mogen over één kam geschoren worden. Jan Toet dan alleen onder dezen bijnaam was hij algemeen bekend kwam in de richting van den Terpenberg den grooten weg af Dat hij het warm had bleek uit zijn slee penden gang en zijn nog verhoogde gelaats kleur. Dat was trouwens geen wonder, wanl een groot gedeelte van den door hem afge- legden weg was wel niet boomloos, maar toch op dal uur onbeschaduwd, daar dc zon er vlak >p stond. Bij een kromming werd dit echter inders, en noopte dc frissche schaduw hem zijn hoed af te zetten, en met een bonte lap 'lie voor een zakdoek moest doorgaan, zijn half kalen schedel en rijn gelaat af te drogen. Weldra kwam hij nu aan een plek, waar terzijde van den weg een bonk stond, van achteren door een paar dichte sparren ge dekt. lil plaats echter van dezen bank to rustplaats uil le kiezen, om cr wat uit li «dazen, wat zeker ieder ander onder gelijkt omstandigheden zou doen, ging hij achter d« sparren om. Daar liep de grasgrond wat schuin af, de. plek was goed beschaduwd en nood een uitstekende ligplaats aan. Dit bleek hem goed bekend le zijn; geen wonder trou wens, want hij maakte er bij weer als dit dik wijls gebruik van. Hier, volkomen onzichbaai voor voorbijgangers, was een gelcgenheio \oor een middagdutje, alsof zc er voor ge maakt was. Ilij legde zijn knapzak en trompci naast zich, maar, alvorens te gaan liggen wilde hij ééns nazien hoe het stond met zijr. r.as. Centen en nog eens cenLen. Dit was trou wens gewoonlijk zoo en veel kleintjes maken een groote. IIcl scheen hem echter niet meê le vallen, gelijk blijkt uit zijn alleenspraak. Zes en dertig. Hm! 't moest op zijn minst vijftig wezen. De muziek schijnt het hem toch tCj moeten doen, en zonder mijn trom pet was ik een verloren man. Speel je niei zei die heer, en 't was een heer, dan krijg je ook niks. Pak je biezen maar; en zoo ginc liet overal navenant. In plaats van twee cen ten kreeg ik cr een, en daar moet ik dan noc mijn hoc-d voor afnemen! En ik kon vandaag liet spelen, neen waarachtig niet. Ik heb hel één keer, toen zij er mij toe dwongen, ge probeerd, maar ik had geen adem genoeg en ik speelde zoo valsch, dat het mijzelvcn pijn in mijn ooren deed. Een paar keeren ge beurde het dat een vrouw meêlijdcn met mij had en mij een cent gaf. Affijn! Ik kan er niet aan doen; morgen of misschien over morgen zal 'l wel beter gaanDaar komen .r een paar aan; mogelijk gaan ze wel op ie bank zitten om uil te rusten en dan geeft «iet misschien nog wat. Het waren, uil den klank hunner stem oleck dit, twee mannen, die, gelijk hij ver wachtte. daar even schenen te willen uitbla zen. Ook in dc hoop dat het wat zou geven oedroog hij zich niet, maar hel was anders Jan hij gedacht liad. Vlak achter de bank zittende, slechts door •en paar dichte sparren daarvan gescheiden, ,on hij, zonder de minste inspanning, woord .oor woord van hun gesprek hooren, cn hij jegreep reeds bij de eerste woorden dat het aak was zich stil tc houden en rustig le gaan iggen, om, voor het niet onwaarschijnlijk „t-\al dal ze achter de sparren om zouden loopen, om le zien of ze ook beluisterd wer den, den schijn tc kunnen aannemen, dat hij i uslig sliep. Je weet wel, zei de één vrij zacht, zoo dat dc luisteraar het maar juist kon verstaan, lat ik anders tegen geen kleintje opzie, en dat ik het niet zal laten als ik zoo ongemerkt wat kan inpalmen dat ik kan gebruiken; maar dit is nu toch al te gewaagd; 't is eigenlijk inbreken en dus heel gevaarlijk- Kom kerel, klets nu niet over inbreken. Praat toch wat zachter, je schreeuwt zoo. Dat kan ik niet laten, het ligt aan mijn stem. Maar het hindert niet. want er is hier nergens iemand die ons kan hooren; daarom ging ik met je hier naar toe. Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1