i£°. 192 i2da Jaargang. DE E EM LAN DER". Woensdag 11 Februari 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. Op den Terpenberg. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Ca ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 mftftnden roor Amersfoort f l.AO. Idem franco per poet Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 1.50. O.IO. - 0.05. dagelijks, behalve op Zon- en éfzonderlijke nummers e/.e Courant verschijnt Feestdagen. JLdvertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10* Dienstaanbiedingen 25 cents bg vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordoelige bopalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnomont. Eene oirculairo, bovattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondon. Politiek Overzicht De landsverdediging in Zweden. Terwijl overal elders wordt geklaagd ovei den zworen <£ruk, dien de gewapende vrede en de tot eene ongekende hoogte opgevoerde krijgstoerustingen de bevohang opleggen, maakt Zweden eene uitzondering. Men heeft verleden Vrijdag in Stockholm* liet merkwaar dige schouwspel gezien, dat 3Ü.U0U Zweedsehc boereh, uit alle provinciën samengestroomd, een optocht hebben gehouden om op deze indrukwekkende wijze hun verlangen kenbaar le maken naar eene krachtiger militaire be scherming van het land en naar eene vluggi uitvoering van de daartoe vereischte maatre gelen. Het doel van hun tocht was het konink lijke paleis, waar zij aan den koning hunne weiischeii voordroegen. De koning heelt hen beantwoord in eene rede, waarin bij zich uit drukkelijk met hunne wenschcn homogeen verklaarde. Deze boerenoptocht is eene episode in den veldtocht, dien mannen als Sven Hedin, Pontus Fahlbcck en anderen sedert eenigc jaren reeds voeren om het Zweedsche. volk tot het bewustzijn tc brengen van het gevaar, waarmee machtige buren, met name Rusland, zijne zelfstandigheid bedreigen. Nu heeft dc koning van Zweden in deze zaak stelling ge nomen en door de wijze, waarop hij dit heelt gedaan, is een tweede gevaar ontstaan: dal van een constitutioneel conflict. De stand van dc zaak wordt in. de Vossische Zlg. aldus uit een gezet: Over ue noodzakelijjcheid van aanzienlijke nationale oilers voor de versterking van dc landsverdediging op zich zelf is men 't onder alle partijen eens. Alleen over de wijze van uitvoering loopt sedert lang de strijd. Het liberale ministerie-Staal! liêelt voor tw ee jaren eene parlementaire commissie ingesteld, die zich, legen de verwachting van cien op hel programma van de liberale concentratie-partij gekozen minister-president, niet lang f l.den met 14 tegèu stemmen voor maatregelen van tamelijk verre strekking heeft verklaard. Zij komt vooral op voor eene verlenging van den diensttijd tc w ater en te land. Daarmee nhi?rl zij een goed einde tot de nog verder gaande eischen van de conservatieve partij, die dan ook in de commissie hare vier stemmen ge voegd neeft bij de meerderheid, welke verder beslaat uit 9 leden van d£ regceringsnnrtij cn 1 sociaal-democraat; de minderheid bestaat uit 3 liberale en 3 sociaal-democratische stemmen. De toestand, die daardoor is ontstaan, is deze: Het kabinet, zelf niet geheel homogeen in de kwestie, ziet zich geplaatst lussehen de Svylla van het partijprogramma der laatste verkiezingen, waaraan heygjjn ontstaan heeft te danken, en de Charybdi^van de omkeering in de stemming, die ook in het liberale kamp is ingetreden. Het beeft, omdat bel niet in staal was eene beslissing uit te lokken zonder af tc lieden, een verlegenheidsmiddel aangegre pen en door den minister-president voor Kerstmis laten verklaren, dat de eerste en in grijpendsle van alle hier in aanmerking ko mende kwestiën, die van den verlengden diensttijd voor de infanterie, niet meer door dezen rijksdag mag worden beslist, maar voor de kiezers moet worden gebracht Hel logische gevolg zou nu zijn, dat de rijksdag, wiens mandaat nog het geheele jaar 1914 uuuft, dadelijk wera ontbonden. Dit is echter niet geschied en zal naar den wil van den ïjiinis ter-president ook niet geschieden. liet is nauwelijks aan le nemen, dat de ge prikkelde openbare meening bij deze poging lot-uitstel tol kalmte zal komen. Men is in Zweden zich er van bewust geworden, dat i- danks alle oificieele démentis het Russische gevaar sterk toenemende is. De laatste spio- nage-processen hebben een inzicht verschuil in den stelselmatigen arbeid van Rusland in bet land zelf, en uit de uitvoering van ut- versterkingen in Finland blijkt boe Rusland in de weer is aan zijne oostelijke, Zweedsche grens. Aan oorlogsgevaar zal daarom nog geen kalin denkende moeten gciooven. Maar toch schijnt dc deur geopend te zijn voor zekere mogelijkheden bij de betrekkelijke zwakheid van de Zweedsche verdediging van het oosten uit. Langs de geheele uitgestrekte lijn van zijn westelijk front rust de Russische kolos zich toe tot een cventueelen strijd met gebruik making van de tijdelijke rust in oostelijk Azië Dat de door het latente gevaar van deze op- eenhooping van krachten bedreigden ook hunne aandacht schenken aan de beveiliging an den eigen baard, is van zelf sprekend. Hetzij met of zonder het kabinet-Staaff, dc kwestie van de landsverdediging zal over kor- teren of langeren tijd eene bevredigende oplos sing vinden. Daaraan is niet te twijfelen. Le wijze, waarop deze zaak wordt behandeld, heeft echter eene andere, uit een oogpunt van binnenlandsche politiek-zeer gewichtige kwes tie doen ontstaan: die van de bedreigde rech ten van het souvereine parlement. Het kabinet is in Zweden het uitvloeisel van de meerder heid der Kamers. Zoolang het kabinet aan 'iet roer is, vertegenwoordigt het hoofd van bet kabinet den wil van het land. Tegenover dezen wil heeft de koning zoo beslist mogelijk posi lie gekozen. „Ik zal u niet in den steek laten waren zijne woorden tot de boeren; „van dc eischen ten behoeve der slagvaardigheid van het veldleger laat ik niets vallen." En aan het slot klonk het :„Ik zal beproeven u den weg te wijzen." De gevolgen van deze woorden kwamen dadelijk aan den dag. Bij de behandeling van het begrootingshoofdstuk over het koninklijke huis verklaarde de woordvoerder van de libe rale concentratie-partij, dat de rede van den koning inconstitutioneel was. Het ministëfai verzocht gehoor bij den koning; het bracht g' wichtige bezwaren bij hem in en wees op dc ernstige bezorgdheid", die door de rede was opgewekt^ Het heeft in die rede aanleiding gevonden om af te treden. Er is dus een conflict ontstaan tusschcn den koning en het parlement, en in de proteslvcrgadei ingen, die de sociaal-democra ten bijeenroepen als tegenwicht tegen de be tooging van de boeren, doet men de leus klin ken: Niemand boven en niemand naast de volksvertegenwoordiging. Frankrijk. Parijs, 10 Febr. De Senaat behandelde lieden het ontwerp van de inkomstenbelas ting. Het tarief moet progressief zijn, naar den aard van de inkomsten. Het door de Ka mer gevoteerde ontwerp moet in zijne hoofd beginselen gehandhaafd blijven. De minister ziet geene mogelijkheid om de inkomsten, voortvloeiende uit de Fransche rente, vrij te stellen. Hij betoogt de noodzakelijkheid om de patentbelasting te vervangen door een© belasting op de winsten van handel en nijverheid. Tijdens eene schorsing van de Ziutang word een persoon, die in de tribune den minister scheldwoorden toewierp, verwijderd. Nadat de zitting was hervat kritiseerde de minis ter het ontwerp van de commersie, waarvan hij ernstige ongerechtigheden verwachtte. Engeland* Londen, 10 Febr De koning heeft he den de zitting van het parlement geopend met eene rede, waarin hij zeide: Mijne betrekkingen met de vreemde staten blijven, vriendschappelijk. Het is voor iitij een reden Aan groot genoegen, dat ik in staat zal zijn in eene dichtbijzijnde toekomst met de koningin den president der Fransche re publiek te bezoeken, en dat mij zoo de gele genheid zal worden verschaft om getuigenis af te leggen van de hartelijke betrekkingen, die tussciien de beide landen bestaan. De rede drukt de hoop uit, dat de raad plegingen tusschen de mogendheden met be trekking tot Albanië en de Egeïsche eilanden zullen bijdragen tot de handhaving van den vrede in zuidoostelijk Europa, en het vertrou wen, dat met de komst van den nieuwen heer- sclier in Albanië een stap zal zijn gedaan tot de instelling van een stevig en deugdelijk be stuur in dat land. De rede drukt de blijdschap van Z. M. uit. dat de onderhandelingen met de Duitsche en Turksche regeeringen over zaken van gewicht voor de belangen van handel en nijverheid van Groot-Birllanië, inzonderheid in Meso- potamië, naderen tot een bevredigenden uit slag, terwijl de sints lang hangende kwestiën met Turkije Betreffende streken, grenzende aan de Perzische golf, op. den goeden weg zijn naar eene vriendschappelijke regeling. De koning vertrouwt, dat de onlangs in Londen onderteekende overeenkomst als uii komst van de internationale conferentie over de veiligheid van het leven op zee veel zal uit werken voor de bescherming van het leven, inzonderheid op de passagiersschepen, die deD oceaan bevaren. Een wetsontwerp zal worden aangeboden om den koning in staat te stelleD de verplichtingen, die deze overeenkomst op hem legt, te vervullen. Z. M. drukt zijn leedwezen uit, dat de po gingen, om door onderlinge overeenstemming te komen tot eene oplossing van de vraag stukken, verband houdende met het jjestuur van Ierland, tot dusver niet zijn (geslaagd. Hij laat daarop volgen: In eene zaak, waarbij de hoop en vrees van zoo velen van mijne on derdanen teir zeerste zijn betrokken en die, tenzij zij wordt behandeld met omzichtigheid en oordeel ei\ in een geest van wederkcerige concessie, met bedenkelijke toekomstige ge schillen dreigt, is het mijn ernstige wcnsch. dat de goede wil en de samenwerking van mannen van alle partijen en richtingen de verschillen van inzicht mogen uit den weg ruimen en de grondslagen leggen van eene duurzame regeling. Voorstellen zullen u worden gedaan om de Tweede Kamer nieuw samen te stellen. Eindelijk kondigt de troonrede wetsontwer pen aan voor de huisvesting van de industri- ecle en landbouwende bevolking, voor dé ont wikkeling van een nationaal stelsel van on derwijs en nopens d« behandeling en be straffing van jeugdige overtreders. De gedenkwaardige zitting werd geopend met een dicht bezet hub en te midden van groote spanning. Dadelijk na dc twee mi- nisterieele leden, die het voorstel tot het zen den van een adres in antwoord op de troon rede deden en ondersteunden, stond Walter Long op, namens de oppositie, om een amen dement toe te lichten, betrekking hebbende op homerule. Dit geschiedde in volkomen afwijking van de precedenten, want gewoon lijk leidt de leider van de oppositie de alge meene discussie over het adres in, voordat amendementen worden voorgesteld. Long rechtvaardigde deze afwijking van de precedenten door te verklaren, dat het land voor het eerst sedert eeuwen bedreigd werd met een burgeroorlog. Het was daarom plicht van de oppositie het huis te verzoeken den toestand onmiddellijk onder de oogen te zien. Er waren 100,000 man, die zich voor handelen gereed maakten in Ulster, en de regeering zou geweld tegen geweld moeten stellen en den eersten grooten maatregel on der de Parliament Act er door moeten halen, door Britsche bajonetten en kogels te ge bruiken. Spr. verzocht den eersten minister Asquith, als hij voorstellen had te doen tot oplossing van dit verschrikkelijke vraagstuk, ze zonder verwijl te doen. Hij stelde daarop een amen dement Yoor, verklarende, dat het eene ramp zou zijn voort te gaan met de behandeling van het homerule-onlwerp, totdat dit aan het oordeel van het land onderworpen zou zijn. Asquith nam het woord om te antwoorden. Hij betoogde, dat de aauvullingsverkiezin gen eene krachtige instemming met de poli tiek der regeering aanduidden. Wanneer de homerule-kwestie moest worden geregeld en niemand verlangde dit vuriger dan hij op eene wijze, die eene algemeene toestem ming in zich bevatte, dan zou zij beter bier en thans geregeld kunnen worden, dan door middel van algemeene verkiezingen. Hij wan hoopte niet aan do mogelijkheid van eene schikking. De regeering was zich ten volle bewust, dat zooals de toestand nu was, zij zich niet kon onttrekken aan de verantwoor delijkheid voor het nemen van het initiatief tot het doen van een voorstel om de regeling te verkrijgen. Het was ter wille van de handhaving van den vrede en als prijs voor den vrede, dat elk voorstel, dat de regeering «leed, zou wor den te berde gebracht. Onder den vrede ver stond lnj niet alleen het vermijden 'van den burgeroorlog, maar hij was van meening, dat «elk nieuw stelsel van Iersch bestuur onder gunstige voorwaarden in 't leven moet treden De regeering zou zonder verwijl voorstellen indienen, die door alle rechtschapen men- sclien zouden worden beschouwd als eene ernstige poging om tot overeenstemming te 'komen. Het debat moet zonder verbittering of incident worden gevoerd. In het hooge'rhuis werd een soortgelijk amendement op het adres voorgesteld door lord Middleton. Lord Morley antwoordde in denzelfden geest als Asquith. Het amende ment zal hier worden aangenomen tegen den zin van de regeering'aan bet einde van de discussie; maar aan de aanneming door het hoogerhuis zijn geene politieke gevolgen ver bonden. Cherbourg, 10 Febr. Een Engelsch eskader ging heden voormiddag om 10.30 op de reede voor anker. Saluutschoten wer den gewisseld met het pantserschip Amira} Aubé. De commandant van het eskader begai zich aan wal, om de gebruikelijke bezoeken af te leggen. Zweden* Stockholm, 10 Febr. Op den dag m den boerenoptocht overhandigde het minist6 rie aan den koning eene memorie, waarin ge wezen wordt op de tegenstrijdigheid tusschct de eischen van December 1911 betreffende dt landsverdediging en de verklaring van den koning in zijne toespraak tot den boercuop- tocht. Daarin wordt gezegd: Het is Uwe Ma jesteit bekend, dat het voorstel, dat nu op den grondslag van het werk van de landsverdedi gingscommissie wordt voorbereid, ver gaat buiten do handhaving van het tegenwoordige effectief en op vele punten eene belangrijke verbetering van de weerbare macht bevat. Maar wanneer men de zeer ver strekkende eischen van de militaire autoriteiten in ver schillend opzicht kent, dan is met zekerheid te voorzien, dat het voorstel, dat het ministe rie aan Uwe Majesteit zal voorleggen ter in diening bij den rijksdag, bezwaarlijk al deze eischen zal kunnen vervullen. Er kan nog worden bijgevoegd, dat dit voorstel met zeker heid geen kans op aanneming zou hebben, wanneer dat het geval was. Onder deze om standigheden is het aan het ministerie recht matig voorgekomen, aan Uwe Majesteit onder danig in overweging to geven de volgende vra gen tc beantwoorden: 1. Of de koning in eenig opzicht bij voorbaat een standpunt betreffende het aanslaande voorstel over de landsverdediging heeft geko zen voordat de conslitutionecle raadsleden hunne voorstellen bij den koning hebben kun nen indienen; 2. of de koning het in bewerking zijnde voor stel niet wil goedkeuren, als het niet op alle punten de door de militaire deskundigen ge-f stelde eisahen vervult, zelfs indien het voor« stel eene verdhre verbooging van.de cffecüvi» teit der landsverdediging met zich zou bren« gen. Op de eerste vraag antwoordde de koning, dat hij haar niet kon beantwoorden, omdat bij het voorstel van dc regeering en de ver klaringen van dc deskundigen nog niet had gezien. Daaruit bleek, dat hij niet van te vo ren een besluit had genomen. Op de tweede vraag antwoordde bij, dat hij een beslissend besluit nog niet genomen had of zou kunnen nemen, zonder eerst de verklaringen van zijne conslitutionecle raadslieden of de voorstellen van den raad van state le hooren. Het ministerie verklaarde zich niet tevre den met bet antwoord van den koning. Den 9en werd aan den koning een op nieuw gefor muleerd ontwerp voorgelegd, volgens hetwelk de koning zou verklaren, dat hij nooit had be doeld op eenigerlei wijze vooruit te loopen op zijn onderzoek van in het bewerking zijnde regeeringsYOorstel tot verbetering van de landsverdediging, dat dit onderzoek in ieder opzicht constitutioneel zou zijn cn natuurlijk niet aan een van le voren ingenomen stand punt gebonden zou zijn. De koniug gaf als definitief antwoord, dat het ingevolge de grondwet duidelijk was, dat bij niet van te voren een beslissend besluit over eenige kwestie genomen had of had kun nen nemen, zonder eerst de verklaringen van Een kwade luim is de grootste vijand van onzen levenslust. oorspronkelijke roman 35 door H. WITTE. Dubbelman had met klimmende attentie dit verhaal aangehoord; er bestond niet de allerminste reden om aan de waarheid er van te twijfelen, en ook bij hem rees omniil- dellijk het vermoeden, dat het door den zi geuner gevonden en opgenomen kind heLzelfd? kon zijn als het meisje dat eenige jaren later aan zuik een troep ontvlucht was. Ik ben het volkomen met je eens dat deze bijzonderheden van belang kunnen zijn. •Wel brengen ze mij nog niet op het spoor om achter haar herkomst te komen, maar in zulke gevallen moet men elk middel aangrij pen, dat daartoe mogelijk zou kunnen leiden. Fioe dit ook zij, ik dank je jeer voor je mee- dedeelingen, die mogelijk later goed tc'pas kunnen komen. Zou je dien zigeuner, als je hem zag, nog kunnen herkennen? —Uit duizend meneer. Ik heb meer dan een jaar dagelijksch met hem omgegaan, cn zoo lang is het nog niet geleden. Ook is hij «en man, dien men, als men hem maar een maal goed gezien heeft, later altijd weer her kent 't Zal echter de vraag zijn of hij oóil weer dezen kant uitkomt. Hij kan ook wel dood zijn. Enfin, dat moeten wij afwachten. Hoe heette hij Ik hoorde hem nooit anders noemen dan Maurus. Hm! Dit geef niet veeL Zonder zijn ge slachtsnaam is alle onderzoek vruchteloos. Afwachten dus. Hiermede eindigde dit gesprek, 't welk Dubbelman als van wezenlijke beteekenis achtte. Zou nu die voormalige landlooper hem ten tweedemale een grooten dienst be- wyzen? Onmogelijk was dit zeker met Tiende Hoofdstuk. Hetgeen Jan hem had medegedeeld vond bij Dubbelman levendige belangstelling. We liswaar kon het geen uitgangspunt zijn voor verdere nasporingen, maar hij meende nu althans te mogen gissen, hoe indertijd het kind in de handen der zigeuners was gekomen, en dat dit op Margo betrekking had, liet bijna geen twijfel over; ook haar naam bevestigde dit, daar Jan zich zeer goed herinnerde dal de kleine ook door hen aldus werd genoemd Zeker was het zeer twijfelachtig of hij die zwervende troep ooit op het spoor zou kun nen komen; maar de zekerheid dat Margo een vondelinge was, 't geen door Jan, des gevorderd, onder eede bevestigd kon wor den, was toch in elk geval iets van beteekenis, en kon. wanneer het toeval een middel aan de hand gaf, om *op het rechte spoor te ko men, zelfs van groote beteekenis worden. Dat hij in de stad aan de politie en links en rechts aan de veldwachters verzocht het hem te doen weten, in geval zich een dergelijke troep in de nabuurschap mocht vertoonen, was in elk geval een middel- om die niet onopgemerkt te laten doortrekken. lnlusschen volgde de tijd zijn slakkengang, volgens den één, zijn ijlvaart volgens den anaer, zonder dat zi5n iets voordeeu dat ook maar een Hauwen lichtschijn over deze dui stere zaak gaf. Op den Terpenberg ging het leven kalm voort, zonder vertraging, ook zonder overijling. De heer Wermann, die in de zomermaanden veel op reis was, kwam ook vaak ten huize van zijn administrateur, dien hij meer als vriend dan als onderge schikte beschouwde, en deze was met zijn positie aldaar zeer tevreden. Hoe kon dit ook anders? Dank zij zijn eigen matig fortuintje en de zeer ruime toelage van den landheer, had hij geenerlei materiëele zorg, terwijl zijn niet te drukke dagelijksche bezigheden vol komen strookten met zijn neigingen en wen- schen. Ook Vas hij niet zóó ver van de stad verwijderd, of hij kon van het leven aldaar zoo veel genieten als hij wilde; waarvan echter door hem slechts een zeer matig gebruik ge maakt werd, daar het rustige leven buiten, in plaats van hem te gaan vervelen, hem ge stadig meer aantrok. Margo had zich inmiddels Van kind tot op geschoten meisje en vervolgens als ongemerkt tot een jonge dame ontwikkeld. Zij was, naar Duhbclmans wensch, langzamerhand uit dc keuken naar de huiskamer verplaatst, waar mede uit den aard der zaak ook de besturing van het huishouden gepaard ging, eerst ge zamenlijk met Mina," terwijl deze nü in dit, dan weder in een ander opzicht het opper bestuur aan haar overliet, zonder zich daar in het minst gekrenkt over te toonen of zelfs te gevoelen; ja hwas haar trots die kleine zoo ver gebracht te hebben, en zij wist boven dien zeer goed, dat, al was deze nu ook een dame geworden, die zij nu en dan moest be dienen, zij in het wezen der zaak toch eigen lijk de bazin bleef. Daarbij kwam dat zij haar innig liefhad; dat zij met klimmend welgevallen haar ont wikkeling volgde en haar toenemende schoon heid 'bewonderde, terwijl haar lief, zachtaar dig karakter elk gevoel van wrevel, ook al mocht daar al eens reden voor zijn, buiten sloot Veel droeg daartoe zeker haar ver trouwelijke omgang met de oude huishoud ster bij. Naarmate zij ouder en meer tot na den gestemd werd, helde zij nu en dan tot een eenigszins melancholieke stemming over. Wat en wie was zij eigenlijk? Deze vraag kwam telkens bij haar op, als niet de een of andere bezigheid al haar gedachten in beslag nam. Ze had, als ze met Dubbelman alleen was, dit onderwerp wel eens ter sprake ge bracht maar deze wilde daar niet van hoo ren, omdat Jiij op die vraag toch geen bevre digend antwoord kon geven, en bij had haar geraden die muizenissen maar uit het hoofd te stellen. Beter echter kwam zij in zulke ge vallen bij de praatgrage Mina terecht, die er dan altijd ^op uit was. om zich in aRe moge lijke veronderstellingen te verdiepen, wat er zeker niet toe bijdroeg om Margo op te vtoo- lijken, maar dat veeleer een tegenoverge stelde uitwerking had. Anders ging dit met Jan, de eenvoudige, vTOolijke, maar zeer bescheiden en bereid willige knecht, die, ofschoon zij er natuür- lijk tegen hem niet over repte, toch zeer goed zag dat nu en dan een wolk van droefgees tigheid dit lieve gelaat overschaduwde, en. toen hij daar Mina eens over sprak de oor zaak ervan was te weten gekomen. Hij wist dan wel een voorwendsel te vinden om tegen den ayond een concert aan te kondigen mc( klarinet of trompet, naar de keuze zijner toehoorders. Dit eigenaardige personaadje was en bleef een soort huisknecht voor allerlei bezigheden, maar hij stond bij allen, lioog en laag, zeer goed aangeschreven, cn, als hij met zijn werk klaar was, zag men hem gaarne rr t een zijner beide muziekinstrumenten verschijnen, 't geen daar buiten dubbel welkom was. Hij was toch thans ook in bet bezit van een klarinet, die hem, beter dan de schet terende trompet in de gelegenheid stelde blijk te geven van zijn virtuositeit. Dit mooie instrument had hij indirect aan Mina te dan ken. Reeds kort na zijn komst had zij die oude trompet eens goed onder handen geno men. Zij kon dat beschimmelde ding, zooals zij die noemde, niet langer zoo zien, en had toen wanhopige pogingen gedaan om er glans op te krijgen. Maar de trompet was vol deuken en bobbels, zoodat er in dit omzicht geen eer meê te behalen was. Dat was haar te sterk en zij mopperde er over zoo dikwijls Jan er vroolijke tonen uit haalde. Bij herhaling had zij daarvoor ook aan Dubbelman haar nood geklaagd, die dan wel antwoordde dat het er weinig op aankomt hoe een muziek instrument er uitziet, als het maar goed be speeld wordt, ofschoon hij zelf ook te veel op netheid tvsteld was om het niet met haar eens te zijn. Wordt pervotffd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1