i£°. 192
i2da Jaargang.
DE E EM LAN DER".
Woensdag 11 Februari 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Ca
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 mftftnden roor Amersfoort f l.AO.
Idem franco per poet
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
1.50.
O.IO.
- 0.05.
dagelijks, behalve op Zon- en
éfzonderlijke nummers
e/.e Courant verschijnt
Feestdagen.
JLdvertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10*
Dienstaanbiedingen 25 cents bg vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordoelige bopalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnomont.
Eene oirculairo, bovattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
Politiek Overzicht
De landsverdediging in
Zweden.
Terwijl overal elders wordt geklaagd ovei
den zworen <£ruk, dien de gewapende vrede
en de tot eene ongekende hoogte opgevoerde
krijgstoerustingen de bevohang opleggen,
maakt Zweden eene uitzondering. Men heeft
verleden Vrijdag in Stockholm* liet merkwaar
dige schouwspel gezien, dat 3Ü.U0U Zweedsehc
boereh, uit alle provinciën samengestroomd,
een optocht hebben gehouden om op deze
indrukwekkende wijze hun verlangen kenbaar
le maken naar eene krachtiger militaire be
scherming van het land en naar eene vluggi
uitvoering van de daartoe vereischte maatre
gelen. Het doel van hun tocht was het konink
lijke paleis, waar zij aan den koning hunne
weiischeii voordroegen. De koning heelt hen
beantwoord in eene rede, waarin bij zich uit
drukkelijk met hunne wenschcn homogeen
verklaarde. Deze boerenoptocht is eene episode
in den veldtocht, dien mannen als Sven Hedin,
Pontus Fahlbcck en anderen sedert eenigc
jaren reeds voeren om het Zweedsche. volk
tot het bewustzijn tc brengen van het gevaar,
waarmee machtige buren, met name Rusland,
zijne zelfstandigheid bedreigen. Nu heeft dc
koning van Zweden in deze zaak stelling ge
nomen en door de wijze, waarop hij dit heelt
gedaan, is een tweede gevaar ontstaan: dal
van een constitutioneel conflict. De stand van
dc zaak wordt in. de Vossische Zlg. aldus uit
een gezet:
Over ue noodzakelijjcheid van aanzienlijke
nationale oilers voor de versterking van dc
landsverdediging op zich zelf is men 't onder
alle partijen eens. Alleen over de wijze van
uitvoering loopt sedert lang de strijd. Het
liberale ministerie-Staal! liêelt voor tw ee jaren
eene parlementaire commissie ingesteld, die
zich, legen de verwachting van cien op hel
programma van de liberale concentratie-partij
gekozen minister-president, niet lang f l.den
met 14 tegèu stemmen voor maatregelen van
tamelijk verre strekking heeft verklaard. Zij
komt vooral op voor eene verlenging van den
diensttijd tc w ater en te land. Daarmee nhi?rl
zij een goed einde tot de nog verder gaande
eischen van de conservatieve partij, die dan
ook in de commissie hare vier stemmen ge
voegd neeft bij de meerderheid, welke verder
beslaat uit 9 leden van d£ regceringsnnrtij
cn 1 sociaal-democraat; de minderheid bestaat
uit 3 liberale en 3 sociaal-democratische
stemmen.
De toestand, die daardoor is ontstaan, is
deze: Het kabinet, zelf niet geheel homogeen
in de kwestie, ziet zich geplaatst lussehen de
Svylla van het partijprogramma der laatste
verkiezingen, waaraan heygjjn ontstaan heeft
te danken, en de Charybdi^van de omkeering
in de stemming, die ook in het liberale kamp
is ingetreden. Het beeft, omdat bel niet in staal
was eene beslissing uit te lokken zonder af tc
lieden, een verlegenheidsmiddel aangegre
pen en door den minister-president voor
Kerstmis laten verklaren, dat de eerste en in
grijpendsle van alle hier in aanmerking ko
mende kwestiën, die van den verlengden
diensttijd voor de infanterie, niet meer door
dezen rijksdag mag worden beslist, maar
voor de kiezers moet worden gebracht Hel
logische gevolg zou nu zijn, dat de rijksdag,
wiens mandaat nog het geheele jaar 1914
uuuft, dadelijk wera ontbonden. Dit is echter
niet geschied en zal naar den wil van den
ïjiinis ter-president ook niet geschieden.
liet is nauwelijks aan le nemen, dat de ge
prikkelde openbare meening bij deze poging
lot-uitstel tol kalmte zal komen. Men is in
Zweden zich er van bewust geworden, dat i-
danks alle oificieele démentis het Russische
gevaar sterk toenemende is. De laatste spio-
nage-processen hebben een inzicht verschuil
in den stelselmatigen arbeid van Rusland in
bet land zelf, en uit de uitvoering van ut-
versterkingen in Finland blijkt boe Rusland
in de weer is aan zijne oostelijke, Zweedsche
grens. Aan oorlogsgevaar zal daarom nog geen
kalin denkende moeten gciooven. Maar toch
schijnt dc deur geopend te zijn voor zekere
mogelijkheden bij de betrekkelijke zwakheid
van de Zweedsche verdediging van het oosten
uit. Langs de geheele uitgestrekte lijn van zijn
westelijk front rust de Russische kolos zich
toe tot een cventueelen strijd met gebruik
making van de tijdelijke rust in oostelijk Azië
Dat de door het latente gevaar van deze op-
eenhooping van krachten bedreigden ook
hunne aandacht schenken aan de beveiliging
an den eigen baard, is van zelf sprekend.
Hetzij met of zonder het kabinet-Staaff, dc
kwestie van de landsverdediging zal over kor-
teren of langeren tijd eene bevredigende oplos
sing vinden. Daaraan is niet te twijfelen. Le
wijze, waarop deze zaak wordt behandeld,
heeft echter eene andere, uit een oogpunt van
binnenlandsche politiek-zeer gewichtige kwes
tie doen ontstaan: die van de bedreigde rech
ten van het souvereine parlement. Het kabinet
is in Zweden het uitvloeisel van de meerder
heid der Kamers. Zoolang het kabinet aan 'iet
roer is, vertegenwoordigt het hoofd van bet
kabinet den wil van het land. Tegenover dezen
wil heeft de koning zoo beslist mogelijk posi
lie gekozen. „Ik zal u niet in den steek laten
waren zijne woorden tot de boeren; „van dc
eischen ten behoeve der slagvaardigheid van
het veldleger laat ik niets vallen." En aan
het slot klonk het :„Ik zal beproeven u den
weg te wijzen."
De gevolgen van deze woorden kwamen
dadelijk aan den dag. Bij de behandeling van
het begrootingshoofdstuk over het koninklijke
huis verklaarde de woordvoerder van de libe
rale concentratie-partij, dat de rede van den
koning inconstitutioneel was. Het ministëfai
verzocht gehoor bij den koning; het bracht g'
wichtige bezwaren bij hem in en wees op dc
ernstige bezorgdheid", die door de rede was
opgewekt^ Het heeft in die rede aanleiding
gevonden om af te treden.
Er is dus een conflict ontstaan tusschcn
den koning en het parlement, en in de
proteslvcrgadei ingen, die de sociaal-democra
ten bijeenroepen als tegenwicht tegen de be
tooging van de boeren, doet men de leus klin
ken: Niemand boven en niemand naast de
volksvertegenwoordiging.
Frankrijk.
Parijs, 10 Febr. De Senaat behandelde
lieden het ontwerp van de inkomstenbelas
ting. Het tarief moet progressief zijn, naar
den aard van de inkomsten. Het door de Ka
mer gevoteerde ontwerp moet in zijne hoofd
beginselen gehandhaafd blijven. De minister
ziet geene mogelijkheid om de inkomsten,
voortvloeiende uit de Fransche rente, vrij
te stellen. Hij betoogt de noodzakelijkheid
om de patentbelasting te vervangen door
een© belasting op de winsten van handel en
nijverheid.
Tijdens eene schorsing van de Ziutang word
een persoon, die in de tribune den minister
scheldwoorden toewierp, verwijderd. Nadat
de zitting was hervat kritiseerde de minis
ter het ontwerp van de commersie, waarvan
hij ernstige ongerechtigheden verwachtte.
Engeland*
Londen, 10 Febr De koning heeft he
den de zitting van het parlement geopend met
eene rede, waarin hij zeide:
Mijne betrekkingen met de vreemde staten
blijven, vriendschappelijk. Het is voor iitij een
reden Aan groot genoegen, dat ik in staat
zal zijn in eene dichtbijzijnde toekomst met
de koningin den president der Fransche re
publiek te bezoeken, en dat mij zoo de gele
genheid zal worden verschaft om getuigenis
af te leggen van de hartelijke betrekkingen,
die tussciien de beide landen bestaan.
De rede drukt de hoop uit, dat de raad
plegingen tusschen de mogendheden met be
trekking tot Albanië en de Egeïsche eilanden
zullen bijdragen tot de handhaving van den
vrede in zuidoostelijk Europa, en het vertrou
wen, dat met de komst van den nieuwen heer-
sclier in Albanië een stap zal zijn gedaan tot
de instelling van een stevig en deugdelijk be
stuur in dat land.
De rede drukt de blijdschap van Z. M. uit.
dat de onderhandelingen met de Duitsche en
Turksche regeeringen over zaken van gewicht
voor de belangen van handel en nijverheid
van Groot-Birllanië, inzonderheid in Meso-
potamië, naderen tot een bevredigenden uit
slag, terwijl de sints lang hangende kwestiën
met Turkije Betreffende streken, grenzende
aan de Perzische golf, op. den goeden weg zijn
naar eene vriendschappelijke regeling.
De koning vertrouwt, dat de onlangs in
Londen onderteekende overeenkomst als uii
komst van de internationale conferentie over
de veiligheid van het leven op zee veel zal uit
werken voor de bescherming van het leven,
inzonderheid op de passagiersschepen, die deD
oceaan bevaren. Een wetsontwerp zal worden
aangeboden om den koning in staat te stelleD
de verplichtingen, die deze overeenkomst op
hem legt, te vervullen.
Z. M. drukt zijn leedwezen uit, dat de po
gingen, om door onderlinge overeenstemming
te komen tot eene oplossing van de vraag
stukken, verband houdende met het jjestuur
van Ierland, tot dusver niet zijn (geslaagd. Hij
laat daarop volgen: In eene zaak, waarbij de
hoop en vrees van zoo velen van mijne on
derdanen teir zeerste zijn betrokken en die,
tenzij zij wordt behandeld met omzichtigheid
en oordeel ei\ in een geest van wederkcerige
concessie, met bedenkelijke toekomstige ge
schillen dreigt, is het mijn ernstige wcnsch.
dat de goede wil en de samenwerking van
mannen van alle partijen en richtingen de
verschillen van inzicht mogen uit den weg
ruimen en de grondslagen leggen van eene
duurzame regeling.
Voorstellen zullen u worden gedaan om
de Tweede Kamer nieuw samen te stellen.
Eindelijk kondigt de troonrede wetsontwer
pen aan voor de huisvesting van de industri-
ecle en landbouwende bevolking, voor dé ont
wikkeling van een nationaal stelsel van on
derwijs en nopens d« behandeling en be
straffing van jeugdige overtreders.
De gedenkwaardige zitting werd geopend
met een dicht bezet hub en te midden van
groote spanning. Dadelijk na dc twee mi-
nisterieele leden, die het voorstel tot het zen
den van een adres in antwoord op de troon
rede deden en ondersteunden, stond Walter
Long op, namens de oppositie, om een amen
dement toe te lichten, betrekking hebbende
op homerule. Dit geschiedde in volkomen
afwijking van de precedenten, want gewoon
lijk leidt de leider van de oppositie de alge
meene discussie over het adres in, voordat
amendementen worden voorgesteld.
Long rechtvaardigde deze afwijking van de
precedenten door te verklaren, dat het land
voor het eerst sedert eeuwen bedreigd werd
met een burgeroorlog. Het was daarom plicht
van de oppositie het huis te verzoeken den
toestand onmiddellijk onder de oogen te
zien. Er waren 100,000 man, die zich voor
handelen gereed maakten in Ulster, en de
regeering zou geweld tegen geweld moeten
stellen en den eersten grooten maatregel on
der de Parliament Act er door moeten halen,
door Britsche bajonetten en kogels te ge
bruiken.
Spr. verzocht den eersten minister Asquith,
als hij voorstellen had te doen tot oplossing
van dit verschrikkelijke vraagstuk, ze zonder
verwijl te doen. Hij stelde daarop een amen
dement Yoor, verklarende, dat het eene ramp
zou zijn voort te gaan met de behandeling
van het homerule-onlwerp, totdat dit aan het
oordeel van het land onderworpen zou zijn.
Asquith nam het woord om te antwoorden.
Hij betoogde, dat de aauvullingsverkiezin
gen eene krachtige instemming met de poli
tiek der regeering aanduidden. Wanneer de
homerule-kwestie moest worden geregeld
en niemand verlangde dit vuriger dan hij
op eene wijze, die eene algemeene toestem
ming in zich bevatte, dan zou zij beter bier
en thans geregeld kunnen worden, dan door
middel van algemeene verkiezingen. Hij wan
hoopte niet aan do mogelijkheid van eene
schikking. De regeering was zich ten volle
bewust, dat zooals de toestand nu was, zij
zich niet kon onttrekken aan de verantwoor
delijkheid voor het nemen van het initiatief
tot het doen van een voorstel om de regeling
te verkrijgen.
Het was ter wille van de handhaving van
den vrede en als prijs voor den vrede, dat
elk voorstel, dat de regeering «leed, zou wor
den te berde gebracht. Onder den vrede ver
stond lnj niet alleen het vermijden 'van den
burgeroorlog, maar hij was van meening, dat
«elk nieuw stelsel van Iersch bestuur onder
gunstige voorwaarden in 't leven moet treden
De regeering zou zonder verwijl voorstellen
indienen, die door alle rechtschapen men-
sclien zouden worden beschouwd als eene
ernstige poging om tot overeenstemming te
'komen. Het debat moet zonder verbittering of
incident worden gevoerd.
In het hooge'rhuis werd een soortgelijk
amendement op het adres voorgesteld door
lord Middleton. Lord Morley antwoordde
in denzelfden geest als Asquith. Het amende
ment zal hier worden aangenomen tegen den
zin van de regeering'aan bet einde van de
discussie; maar aan de aanneming door het
hoogerhuis zijn geene politieke gevolgen ver
bonden.
Cherbourg, 10 Febr. Een Engelsch
eskader ging heden voormiddag om 10.30
op de reede voor anker. Saluutschoten wer
den gewisseld met het pantserschip Amira}
Aubé. De commandant van het eskader begai
zich aan wal, om de gebruikelijke bezoeken
af te leggen.
Zweden*
Stockholm, 10 Febr. Op den dag m
den boerenoptocht overhandigde het minist6
rie aan den koning eene memorie, waarin ge
wezen wordt op de tegenstrijdigheid tusschct
de eischen van December 1911 betreffende dt
landsverdediging en de verklaring van den
koning in zijne toespraak tot den boercuop-
tocht. Daarin wordt gezegd: Het is Uwe Ma
jesteit bekend, dat het voorstel, dat nu op den
grondslag van het werk van de landsverdedi
gingscommissie wordt voorbereid, ver gaat
buiten do handhaving van het tegenwoordige
effectief en op vele punten eene belangrijke
verbetering van de weerbare macht bevat.
Maar wanneer men de zeer ver strekkende
eischen van de militaire autoriteiten in ver
schillend opzicht kent, dan is met zekerheid
te voorzien, dat het voorstel, dat het ministe
rie aan Uwe Majesteit zal voorleggen ter in
diening bij den rijksdag, bezwaarlijk al deze
eischen zal kunnen vervullen. Er kan nog
worden bijgevoegd, dat dit voorstel met zeker
heid geen kans op aanneming zou hebben,
wanneer dat het geval was. Onder deze om
standigheden is het aan het ministerie recht
matig voorgekomen, aan Uwe Majesteit onder
danig in overweging to geven de volgende vra
gen tc beantwoorden:
1. Of de koning in eenig opzicht bij voorbaat
een standpunt betreffende het aanslaande
voorstel over de landsverdediging heeft geko
zen voordat de conslitutionecle raadsleden
hunne voorstellen bij den koning hebben kun
nen indienen;
2. of de koning het in bewerking zijnde voor
stel niet wil goedkeuren, als het niet op alle
punten de door de militaire deskundigen ge-f
stelde eisahen vervult, zelfs indien het voor«
stel eene verdhre verbooging van.de cffecüvi»
teit der landsverdediging met zich zou bren«
gen.
Op de eerste vraag antwoordde de koning,
dat hij haar niet kon beantwoorden, omdat
bij het voorstel van dc regeering en de ver
klaringen van dc deskundigen nog niet had
gezien. Daaruit bleek, dat hij niet van te vo
ren een besluit had genomen. Op de tweede
vraag antwoordde bij, dat hij een beslissend
besluit nog niet genomen had of zou kunnen
nemen, zonder eerst de verklaringen van zijne
conslitutionecle raadslieden of de voorstellen
van den raad van state le hooren.
Het ministerie verklaarde zich niet tevre
den met bet antwoord van den koning. Den
9en werd aan den koning een op nieuw gefor
muleerd ontwerp voorgelegd, volgens hetwelk
de koning zou verklaren, dat hij nooit had be
doeld op eenigerlei wijze vooruit te loopen
op zijn onderzoek van in het bewerking zijnde
regeeringsYOorstel tot verbetering van de
landsverdediging, dat dit onderzoek in ieder
opzicht constitutioneel zou zijn cn natuurlijk
niet aan een van le voren ingenomen stand
punt gebonden zou zijn.
De koniug gaf als definitief antwoord, dat
het ingevolge de grondwet duidelijk was, dat
bij niet van te voren een beslissend besluit
over eenige kwestie genomen had of had kun
nen nemen, zonder eerst de verklaringen van
Een kwade luim is de grootste vijand van
onzen levenslust.
oorspronkelijke roman
35 door
H. WITTE.
Dubbelman had met klimmende attentie
dit verhaal aangehoord; er bestond niet de
allerminste reden om aan de waarheid er
van te twijfelen, en ook bij hem rees omniil-
dellijk het vermoeden, dat het door den zi
geuner gevonden en opgenomen kind heLzelfd?
kon zijn als het meisje dat eenige jaren later
aan zuik een troep ontvlucht was.
Ik ben het volkomen met je eens dat
deze bijzonderheden van belang kunnen zijn.
•Wel brengen ze mij nog niet op het spoor
om achter haar herkomst te komen, maar in
zulke gevallen moet men elk middel aangrij
pen, dat daartoe mogelijk zou kunnen leiden.
Fioe dit ook zij, ik dank je jeer voor je mee-
dedeelingen, die mogelijk later goed tc'pas
kunnen komen. Zou je dien zigeuner, als je
hem zag, nog kunnen herkennen?
—Uit duizend meneer. Ik heb meer dan
een jaar dagelijksch met hem omgegaan, cn
zoo lang is het nog niet geleden. Ook is hij
«en man, dien men, als men hem maar een
maal goed gezien heeft, later altijd weer her
kent 't Zal echter de vraag zijn of hij oóil
weer dezen kant uitkomt.
Hij kan ook wel dood zijn. Enfin, dat
moeten wij afwachten. Hoe heette hij
Ik hoorde hem nooit anders noemen
dan Maurus.
Hm! Dit geef niet veeL Zonder zijn ge
slachtsnaam is alle onderzoek vruchteloos.
Afwachten dus.
Hiermede eindigde dit gesprek, 't welk
Dubbelman als van wezenlijke beteekenis
achtte. Zou nu die voormalige landlooper
hem ten tweedemale een grooten dienst be-
wyzen? Onmogelijk was dit zeker met
Tiende Hoofdstuk.
Hetgeen Jan hem had medegedeeld vond
bij Dubbelman levendige belangstelling. We
liswaar kon het geen uitgangspunt zijn voor
verdere nasporingen, maar hij meende nu
althans te mogen gissen, hoe indertijd het
kind in de handen der zigeuners was gekomen,
en dat dit op Margo betrekking had, liet bijna
geen twijfel over; ook haar naam bevestigde
dit, daar Jan zich zeer goed herinnerde dal
de kleine ook door hen aldus werd genoemd
Zeker was het zeer twijfelachtig of hij die
zwervende troep ooit op het spoor zou kun
nen komen; maar de zekerheid dat Margo
een vondelinge was, 't geen door Jan, des
gevorderd, onder eede bevestigd kon wor
den, was toch in elk geval iets van beteekenis,
en kon. wanneer het toeval een middel aan
de hand gaf, om *op het rechte spoor te ko
men, zelfs van groote beteekenis worden. Dat
hij in de stad aan de politie en links en rechts
aan de veldwachters verzocht het hem te doen
weten, in geval zich een dergelijke troep in
de nabuurschap mocht vertoonen, was in elk
geval een middel- om die niet onopgemerkt
te laten doortrekken.
lnlusschen volgde de tijd zijn slakkengang,
volgens den één, zijn ijlvaart volgens den
anaer, zonder dat zi5n iets voordeeu dat ook
maar een Hauwen lichtschijn over deze dui
stere zaak gaf. Op den Terpenberg ging het
leven kalm voort, zonder vertraging, ook
zonder overijling. De heer Wermann, die in
de zomermaanden veel op reis was, kwam
ook vaak ten huize van zijn administrateur,
dien hij meer als vriend dan als onderge
schikte beschouwde, en deze was met zijn
positie aldaar zeer tevreden. Hoe kon dit ook
anders? Dank zij zijn eigen matig fortuintje
en de zeer ruime toelage van den landheer,
had hij geenerlei materiëele zorg, terwijl zijn
niet te drukke dagelijksche bezigheden vol
komen strookten met zijn neigingen en wen-
schen. Ook Vas hij niet zóó ver van de stad
verwijderd, of hij kon van het leven aldaar
zoo veel genieten als hij wilde; waarvan echter
door hem slechts een zeer matig gebruik ge
maakt werd, daar het rustige leven buiten,
in plaats van hem te gaan vervelen, hem ge
stadig meer aantrok.
Margo had zich inmiddels Van kind tot op
geschoten meisje en vervolgens als ongemerkt
tot een jonge dame ontwikkeld. Zij was, naar
Duhbclmans wensch, langzamerhand uit dc
keuken naar de huiskamer verplaatst, waar
mede uit den aard der zaak ook de besturing
van het huishouden gepaard ging, eerst ge
zamenlijk met Mina," terwijl deze nü in dit,
dan weder in een ander opzicht het opper
bestuur aan haar overliet, zonder zich daar
in het minst gekrenkt over te toonen of zelfs
te gevoelen; ja hwas haar trots die kleine
zoo ver gebracht te hebben, en zij wist boven
dien zeer goed, dat, al was deze nu ook een
dame geworden, die zij nu en dan moest be
dienen, zij in het wezen der zaak toch eigen
lijk de bazin bleef.
Daarbij kwam dat zij haar innig liefhad;
dat zij met klimmend welgevallen haar ont
wikkeling volgde en haar toenemende schoon
heid 'bewonderde, terwijl haar lief, zachtaar
dig karakter elk gevoel van wrevel, ook al
mocht daar al eens reden voor zijn, buiten
sloot Veel droeg daartoe zeker haar ver
trouwelijke omgang met de oude huishoud
ster bij. Naarmate zij ouder en meer tot na
den gestemd werd, helde zij nu en dan tot
een eenigszins melancholieke stemming over.
Wat en wie was zij eigenlijk? Deze vraag
kwam telkens bij haar op, als niet de een of
andere bezigheid al haar gedachten in beslag
nam. Ze had, als ze met Dubbelman alleen
was, dit onderwerp wel eens ter sprake ge
bracht maar deze wilde daar niet van hoo
ren, omdat Jiij op die vraag toch geen bevre
digend antwoord kon geven, en bij had haar
geraden die muizenissen maar uit het hoofd
te stellen. Beter echter kwam zij in zulke ge
vallen bij de praatgrage Mina terecht, die er
dan altijd ^op uit was. om zich in aRe moge
lijke veronderstellingen te verdiepen, wat er
zeker niet toe bijdroeg om Margo op te vtoo-
lijken, maar dat veeleer een tegenoverge
stelde uitwerking had.
Anders ging dit met Jan, de eenvoudige,
vTOolijke, maar zeer bescheiden en bereid
willige knecht, die, ofschoon zij er natuür-
lijk tegen hem niet over repte, toch zeer goed
zag dat nu en dan een wolk van droefgees
tigheid dit lieve gelaat overschaduwde, en.
toen hij daar Mina eens over sprak de oor
zaak ervan was te weten gekomen. Hij wist
dan wel een voorwendsel te vinden om tegen
den ayond een concert aan te kondigen mc(
klarinet of trompet, naar de keuze zijner
toehoorders.
Dit eigenaardige personaadje was en bleef
een soort huisknecht voor allerlei bezigheden,
maar hij stond bij allen, lioog en laag, zeer
goed aangeschreven, cn, als hij met zijn werk
klaar was, zag men hem gaarne rr t een
zijner beide muziekinstrumenten verschijnen,
't geen daar buiten dubbel welkom was.
Hij was toch thans ook in bet bezit van
een klarinet, die hem, beter dan de schet
terende trompet in de gelegenheid stelde
blijk te geven van zijn virtuositeit. Dit mooie
instrument had hij indirect aan Mina te dan
ken. Reeds kort na zijn komst had zij die
oude trompet eens goed onder handen geno
men. Zij kon dat beschimmelde ding, zooals
zij die noemde, niet langer zoo zien, en had
toen wanhopige pogingen gedaan om er
glans op te krijgen. Maar de trompet was vol
deuken en bobbels, zoodat er in dit omzicht
geen eer meê te behalen was. Dat was haar te
sterk en zij mopperde er over zoo dikwijls
Jan er vroolijke tonen uit haalde. Bij herhaling
had zij daarvoor ook aan Dubbelman haar
nood geklaagd, die dan wel antwoordde dat
het er weinig op aankomt hoe een muziek
instrument er uitziet, als het maar goed be
speeld wordt, ofschoon hij zelf ook te veel op
netheid tvsteld was om het niet met haar
eens te zijn.
Wordt pervotffd.