DE E EM LAN DER' Woensdag 18 Februari 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. Op den Terpenberg. fa*, f98 12"* Jaarcangi Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co, ABONNEMENTSPRIJSi Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO* Idem franco per post1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO* Afzonderlijke nummers - 0.05* X)«ze Courant verschijnt dagelyka, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT U Intercomm. Telefoonnummer 6ö. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf O.ftO» Elke regel meerO.lflf Dienstaanbiedingen 85 cents by vooruitbetaling Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaling®» tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonneraen^ Eene circulaire, bevattend® de voorwaarden, wordt o§ aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te welen; dat het 8e aanvullingskohier der Inkomstenbelasting over het dienstjaar 1913, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, den 17. Februari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWLJCK. Politiek Overzicht De likutiJatie van den BciKt.anoorlog. hlul de overhandiging van de nieuwe col lectieve nota van de groote mogendheden, gelijktijdig in Alihene eu in Konstanlinopel, zijn de stappen ingeleid, die ten doel hebben eindelijk aan het tijdperk van de Balkan- krocbeicn een einde le maken en op den grondslag van de gesloten vredesverdragen stlo-biliteii te verschaiien aan den toestand in hel oosten. Twee vragen moeien nog tot op lossing gebracht wordener moet beslist worden over de toekomstige bestemming van de Egeïoche eilanden en de grens moet wor den uepaald lusschen den door de mogend heden m 't leven geroepen nieuwen staat Albanië en Griekenland. In beide gevallen komen de moeielijkheden om lot eene rege ling te komen, hoofdzakelijk van Grieken land, dal de Egeïsche eilanden allen heeft bezet, voor zoover dit niet verhinderd werd door de bezeLing, die Italië daar had gcleg 1 tijdens den onmiddellijk aan den Balkan oorlog voorafgeganen llaliaansch-Turksckcn oorlog, en- op de grensregeling met Albanië is vooruiugeloopen, d-oor de feitelijke inbezit neming van een zoo groot mogelijk gedeelte van de grensstreek, die door de mogendhe den voor Albanië is bestemd. Do vraag, waarvoor eene oplossing moet worden gezocht, komt dus feitelijk hierop neer, dat men moet trachten Griekenland te bewegen, zich in zijne eischen te maligen. Vlet middel daartoe is aan de mogendheden verschaft door art. 5 van het in Londen op 17/30 Mei 1913 lusschen Turkije en de ver bonden Balkanslaten gesloten verdrag, in ver band mot art. iö van het in Athene op 1 No vember 1913 lusschen Turkije en Griekenland gvisioten vredesverdrag, waarbij de Porie zich heeft verbonden aan de zes mogendheden de beslissing over het lot van de eilanden in de Egeïsche zee over le lalen. Gebruik makende van die bevoegdheid, hebben de mogendhe den nu alle door Griekenland bezette eilan den, met uitzondering van de drie onmid dellijk voor den ingang van de Dardanellen gelegen eilanden Imbros, Tenedos en Kastel- lorizo, aan Griekenland toegekend. AU pleis ter op de wonde krijgt Turkije de verzeke ring, dat de afgestane eilanden niet als sta tions voor leger en vloot van Griekenland zullen worden gebrifikt en dat de moliamme- daansche minderheid van de bevolking dezer e ilanden eene behoorlijke bescherming zal ge nieten. Verder is aan den overgang van de eilanden in Grieksch bezit de voorwaarde verbonden, dat Griekenland niet alleen de voor Albanië bestemde streken in Epirus moet onbruimen, maar zich ook moet ver binden de Grieksche elementen van de be volking dié* streken niet te steunen,, hetzij direct of indirect, als zij zich tegen hunne in lijving bij Albanië mochten willen voortzetten. Daarmee is er voor gezorgd, dat ook dat punt op vreedzame wijze zal kunnen gere geld worden. Met de diplomatieke handeling der over handiging van deze collectieve nota in Kon- stantinopel en Athene hebben de mogendhe den hunne eensgezindheid kenbaar gemaakt over de wijze waarop de kwestie van de Egeïsche eilanden tot oplossing moot worden gebracht. De gezaalénoonferenlie had in den afgeloopen zomer reeds de meening uitge drukt, dat alle Egeïsche eilanden, met uit zondering van die, welke de invaart van de Dardanellen beheerschen, aan Griekenland moesten komen. Dat besluit werd boen echter niet definitief genomen. Eerst omstreeks half December werd door Sir Edward Grey de zaak opnieuw aan de orde gesteld in ver band met de vraag der ontruiming van Epi rus. In het midden van Januari was in hoofdpunten overeenstemming verkregen. Het was toen nog slechts te doen om de be paling van den termijn voor den aftocht van de Grieksche troepen uil Epirus. Ook daar over bestaat nu klaarheidmet hot einde van Maart zal de ontruiming voltooid moeten zijn. Het eenige, waarover Europa zich nu nog niet heeft uitgesproken, is de vraag welke dwangmaatregelen zullen worden aange wend, wanneer niet vrijwillig aan de in de collectieve nola uibgedruklc wenschen wordt voldaan. Dat is eene voorwaardelijke vraag, want of de aanwending van maatregelen van dwang al of niet noodig zal zijn, is nu nog niet met zekerheid te zeggen. De Porte zegt in haar antwoord op de collec tieve nota, dak zij zal trachten hare wenschen te doen gelden. Maar zij laat daaraan vooraf gaan, dat zij de weldaden van den vrede naar hunne hooge waarde schat. Zij schijnt dus van geweldmaatregelen afkeerig te zijn, en als zij daarbij volhardt, dan zou aan de mo gendheden de moeielijke beslissing bespaard kunnen Wijven, hoe zij eventueel door dwang hunnen wil moeten doorzetten. Duitschland. Berlijn, 17 Febr. De rijksdag heeft den door de begrootingscommissie geschraptcn post A-oor eene rijksbijdrage ten behoeve van de in 1916 in Berlijn te houden Olympische spelen aangenomen. Tegen stemden de soci aal-democraten, de Polen, de Elzassers, de Denen en de helft der leden van liet centrum. Rio de Janeiro, 17 Febr. Een kier verschijnend dagblad bracht een interview van den admiraal von Reben Paschwilsch, den commandant van het Duilsche eskader, vol gens welke de admiraal verklaarde, dat met ue divisie in het uiterste oosten en de Mid- dellandsclie zee-divisie, de Atlantische divisie eene miduen-divisic zou zijn, die Duitschland duurzaam in de vreemde wateren in stand zou houden. In regeeringskriugen wordt te gengesproken, dat ue admiraal zulk eene ver klaring heeft afgeiegd en dal Duitschland plan zou hebben de Atlantische divisie in stand te houden. *Berlijn,17Febr. Wolff's bureau bericht, op grond van information van bevoegde zijde, dat de Atlantische divisie van de Duilsche vloot na de terugkomst van de schepen in het moederland niet verder zal blijven bestaan. Zabern, 17 Febr. Op verzoek van den vertegenwoordiger van luitenant von Forst- ner is de behandeling yen het bij den burger lijken rechter tegen hen aanhangige rechts geding verdaagd tot 28 April, opdat von Forsl- ner, die tegen Paschen den leeftijd van 21 jaren bereikt, zijne zaak persoonlijk zal kuu- nen behartigen. De Bund der Landwirte heeft eergisteren zijne jaarvergadering gehouden te Berlijn in het circus Buscli en, omdat hier niet voor al len plaats was, eene daarmee parallel loopen- de vergadering in het circus-Schumann. De volgende motie werd, op voorstel van het hoofdbestuur, aangenomen: ,,De nieuwe ontwikkeling van Duitschland op het gebied der binnenlandsche politiek moet den Bund der Land var te als groote ver- eeniging van monarchaal gezinde, nationale mannen met ernstige bezorgdheid vervullen. Op eik gebied van de wetgeving des rijks be speuren wij een steeds verder gaand ontzien van de stemmingen, wenschen en belangen der monarchie, die in militaire, belasting en sociaal-politieke vragen het duidelijkst is waar te nemen. De gebeurtenissen in Zabern en hunne behandeling, de pogingen om het commandogezag van <len keizer en de bonds- vorsten te beperken en het parlementarisme te versterken, het ingrijpen van het rijk in de belastingpolilick van de staten, zijn de kenteekenen van de laatstelijk ingetreden de mocratische ontwikkeling. De Bund der Land wirte spreekt daartegenover zijn vast besluit uil, om voor zijn deel met alle kracht en be slistheid deze voor het rijk en voor het geheelc volk noodlottige ontwikkeling tegen te wer ken." In tegenstelling tot vroeger, werd ditmaal geen telegram van liulde aan den keizer ge zonden, maar kolonel von Reuter werd als een nationale held gevierd en de kroonprins uitbundig geprezen voor het door hem aan den kolonel gezonden telegram. België» Brussel, 17 Febr. Een officieele nota bericht, dat de koning heden morgen -op een wandelrit in het bosch van Soignies, bij Boilsfort, gevallen is. De met spoed ontbo den geneesheeren constateerden, dat de lin kerarm gebroken was. Het ongeluk is aldus geschied: Het paard van den koning strui kelde tegen een boven het straalvlak .uitste kende steen, waardoor het Yiel en zijn berij der meesleepte. Tweede telegram. De koning reed met den majoor graaf Duroy-Debhcquy in draf door het boscli, toen plotseling zijn paaaxl begon le siteigeren. De koning verloor de stijgbeugels en viel op den grond. De ma joor bracht terstond zijn paard lot staan en kwam den koning te hulphij hielp hem op de been. De koning klaagde over hevige pijn in den arm. De majoor nond het paard vast en bracht den koning, hem bij het loopen steunende, naar het kasteel van zijne moe der, mevrouw Duroy-Boitsfort. De dokier van Boitsfort, die per telefoon ontboden werd, verleende den koning de eerste hulp en con- stateerde, dat het bovenarmbeen gebroken was. Uit het paleis te Brussel/waar heen dadelijk eene boodschap gezonden was, werd een automobiel naar Boitsfort gezonden. Om half twaalf verliet de koning het kasteel Boitsfort; de majoor, de dokter van Boits- fort en een kamerdienaar van he<t paleis ver gezelden hem naar Brussel. In dat paleis ver leende de igeneeslheeren den koning de hulp, die zijn toestand vorderdede gebroken arm werd gezet. De koning heeft geene koorts; zijn toestand is nu bevredigend. Brussel, 17 Febr. Volgens de lezing van majoor Deblicqny, is het paard van den den koning niet gaan steigeren, maar is het ge- slooten tegen een steen. Het viel op de knieën en sloeg naar de linkerzijde om, waarbij de berijder werd meegesleept, wiens been onder den borstriem bekneld werd. Een bulletin, dat heden avond om vijf uur werd uitgegeven, zegt, dat de koning getrof fen is door een schuine breuk van het bene deneind van het linker bovenarmbeen en eene spierkneuzing van het rechterbeen. Het ge broken armbeen is om elf uur voormiddags gezet. De toestand van den koning is zeer be vredigend. Antwerpen. i 7 Febr. De Kamer van koophandel beeft de aandacht van den minis ter van openbare werken gevestigd op scheuren, die in de kaden langs de Schelde zijn gevallen; zij geeft in overweging den gang van de versterkingswerken, die zijn on dernomen, te verhaasten. Frankrijk* P a r ij s, 17 Febr. De Kamer beeft de be grooting van marine aangenomen. In de voormiddagzilLing werd ook de be- grooting van oorlog nog behandeld. De mi nister Noodens verklaarde, in antwoord op eene vraag, dat men over bet Cebel-geweer ten volle voldaan is. Hij zeide: „Wij denken er niet aan het te vervangen. Maar als an dere staten hun geweer verbeteren en een automatisch geweer aannemen, dan zouden wij er op een goeden dag toe gebracht kun nen worden, ons op het maken van een der gelijk geweer toe te leggen. (Teekenen van instemming). De afdeeling van de begrooting van oorlog, betrekking hebbende op de oorlogsinrichtin gen, werd daarop aangenomen. Het rapport, dat de afgevaardigde Bénard namens de legercommissie, aan de Kamer heeft uitgebracht, bevat de mededceling, dat de regeering, in plaats van de oorspronkelijk aangekondigde militaire uitgaven van 860 millioen francs, 1410 millioen in ronde cijfers zal verlangen, en wel 635.311.000 ,in plaats van 440 millioen voor de vermeerdering van de effectiefs op vredesvoet en 7545 (in plaats van 420) millioen voor de verbetering van het oorlogsmateriaal. De verbooging van de uitgaven voor de vermeerdering van het vre- desefl'ectief wordt inzonderheid veroorzaakt door de aanneming van een voorstel, waar door de volkomen gelijkheid in den duur van den diensttijd bepaald en elk vervroegd ontslag afgeschaft wordt. Wat bet oorlogs- materieel betreft, wordt uitvoerig uiteenge zet, dat Frankrijk zich tegenwoordig beden kelijk in. bet nadeel, bevindt. Verder wordt gewezen op de noodzakelijke heid, bet leger van groote oelcningslerrernen te voorzien, hetgeen 130 millioen zal moetef kosten, over vijf jaren te verdeelcn. Het rapport besluit met de verklaring dat alle punten van bet programma aan dringciv de behoeften beantwoorden; de spoedige ver* wezenlijking is yoor de veiligheid van het land onmisbaar. De commissie noodigt. da regeering uit, het door baar vastgestelde pro* gramma uil te voeren, en zij verlangt van cl» Kamer, dat zij de middelen daarvoor toestaat Parijs, 17 Febr. Generaal Lyautey. d» resident-generaal van Marokko, is heden hief aangekomen. Engeland» De Economist wijst ex op, dat de Ulslezv kwestie eene opmerkelijke stijging van dl iersche geldswaardige papieren nioi heeft verhinderd. De koers van de Iersche landleeg ning is ih de laatste week merkbaar ges le gen; de markt voor uil Belfast afkomstige waarden is vast. liet blad merkt daarbij op: Wij voor ons kunnen niet begrijpen, waar om het beleggend publiek van Belfast de oude waarden behield, wanneer het land werkelijk door bloedvergieten en burgeroor log bedreigd was. Men kan moeielijk uaa een burgeroorlog op de basis van 4 Oct. ge- looven. Zweden. Stockholm, 17 Febr..Het verzoek oi\ ontslag van het kabinet-Staalt is toegcuiaa, Er is een nieuw ministerie benoemd, dat al dus is samengesteld: minister-president cu minister van oorlog Hanunarskjóld; builen- landsche zaken Knul Wallenberg, lid van da Eerste Kamer; justitie Hasselrot, president van het Zuid-Zweedsche gerechtshol; binnen landsche zaken gouverneur von Sydow; mariu® Broslröm, sclicepsi eeder; financiën Yeunere- len, fabrikant en afgevaardigde; onderwijj Westman, hoogleeraar aan eene universiteit! landbouw baron Johan Beck Friis, lid van de Eerste Kamer. Drie minislerien zonder porte* feuilles zijn bezet door kolonel Mörcke, expe» ditieohef Stenbcrg en Linnen. De nieuwe miDistcr-president Hai» marskjöld is bekend als lid van het Haagscho bof van arbitrage 'en president van hef scheidsgerecht in de zaak van Casablanca. Petersburg, 18 Febr. De Russisch® afdeeling van de interparlementaire unie heef! den secretaris-generaal van de unie Lang» uitgenoodigd deel te nemen aan eene confe rentie in Stockholm -naar aanleiding van hei feit, dal er honderd jaren zijn voorbijgegaan zonder dat de Skandinavische stalen aanlei ding hebben gegeven tot sólhentiing van de» internationalen vrede. De leden van de Rus« sische afdeeling drukten hel voornemen uit, Stockholm te bezoeken. Zij bevestigden, da< Rusland volstrekt gceno vijandige bedoelingen heeft tegenover al zijne buren, maar voora# niet tegenover de Skandinavische landen. Rusland* Over den inhouu van het wetsontwerp tot regeling van den drankverkoop, dat nu hs| den rijxsraad aanhangig is, schrijft de Nord<4 Allg. Zeitung: Dat het den rijksraad werkelijk ernst is met de. bestrijding van den alkohol, heeft hij in zonderheid door de aanneming van het recht om den verkoop van alkohol te verbieden voor liet is vseiuigen gegeven om gelukkig te ziju, maar hel is allen gegeven om anderen gelukkig te maken. oorspronkelijke roman 41 door H. WITTE. Nadat dit meisje verscheidene jaren lief en leed met ons gedeeld had, is zij op een onbegrijpelijke wijze, nu juist zes jaren gele den, in deze slrecK verloren geraaid. Zij was alleen uitgegaan en kwam 's avonds niet terug Urenlang zochten wij nagr haar, maar nie mand kon ons op haar spoor brengen. En zoo ging het verscheidene dagen achtereen, totdat wij ons verblijf in dezen omtrek niet langer konden rekken, en dus wel zonder baar moes ten vertrekken. Wij zijn sedert dien tijd nog eens in dit land geweest, maar kwamen toen niet in deze buurt Daar ik later niets van haar hoorde, had Ik elke hoop ora haar terug te vinden opge geven, tot ik, toen we nu dicht bij Heiwijk kampeerden, toevallig vernam dat in dien Ö>d een verdwaald meisje door u is opgeno men en sedert dien tijd ook bij u is gebleven. Dit zou dus denkelijk onze Margo wel zijn. Om dit te weten te komen heb ik gisteren dit huif bespied, teneinde haar in hef oog te krijgen. Dit gelukte mii spoedig, en toen ik haar Margo hoorde noemen, twijfelde ik niet langer. Wel is zij natuurlijk in aie zes jaren zeer veranderd, zoodat ik haar denkelijk op liet eerste gezicht niet zou herkend hebben, maar nu viel het mij niets moeilijk in haar gelaatstrekken het lieve gezichtje te herken nen. Wat zullen de anderen blij wezen als zij haar terugzien! Ais zij haar terugzien, zegt ge. Hoe moet ik dit opvatten? Wel, zij gaat naturlijk met mij meê, of, als dit niet kan, kom ik haar morgen aiha- len, en u dan meteen bedanken voor alles wat u voor haar gedaan hebt. Mijn goede vriend, eer gij verder gaat moet ik u zeggen dat ge u vergist. Het kind dat ik indertijd heb opgenomen is niet, gelijk het door u vermiste, van Iiollandschen oor sprong, maar uit het Noorden van het land, uit Groningen afkomstig; dan is het, wal ik zeker weet, een vondeling, die aan hen, die haar hadden opgenomen eenige jaren later ontvlucht was, en er niet van wilde hooren naar dezen teruggebracht te worden, omdat zij de liefdelooze behandeling, of zeggen wij liever de mishandeling, waaraan zij bij de bende, die ze was onlloopen, blootgesteld was, niet langer kon verdragen en rilde als men daarvan sprak. Ook zij behoorde bij een rondreizenden troep, en wij hebben alle moge lijke moeiten gedaan om dien op te sporen, wat we echter moesten opgeven, toen we hoor den dat die reeds den volgenden dag de rivier over en de Betuwe door getrokken was. Gij ziet dus dat er wel eenige overeenkomst in de geschiedenis dezer beide meisjes is, maar dat het kind waaraan ik mijn zorgen wijdde, een ander is dan dat, 't welk gij zoekt. Wij kunnen dus het gesprek hierover wel afbre ken, wijl die zaak, jjelijk gii wel hegrfjnt, mii in het minst niet aangaat en ik u ook geen nadere inlichting kan geven. Dit lag echter niet in de bedoeling van den Zigeuner, die er vreemd van opzag dat de andere bekend scheen le zijn met bijzonder heden, die hem toch, naar hij meende, onmo gelijk 'bekend konden wezen. Ilij begreep met zijn verzinsels, waaruit zijn recht op het meis je moest blijken, van den weg, dien hij meen de dat gemakkelijk tot zijn doel moest leiden, te zijn afgeweken; ook dat hij best zou doen met van houding te veranderen en brutaal af te dwingen, wat hij op een gemoedelijk vertrouwelijke wijze niet kon verkrijgen. En toch, u mag zeggen wat u wilt, is het meisje dat hier woont dezelfde Margo die ik zoek. Wat u mij daar vertelt van Gronin gen, van een vondeling en van mishandeling waaraan zij zou blootgesteld geweest zijn, zijn maar praatjes, die het ondeugende nest u op den mouw heeft gespeld. Zij werd zoo min mishandeld als onze andere tenderen, maar ze was wat lui en onwillig, en daarom zal zij weg hebben gewild. Ik verzoek u dus haar aan mij terug te geven; anders Anders? Anders zal ik haar natuurlijk gerechte lijk moeten opeischen, dat ons beiden veel last zou veroorzaken en voor haar zeker zeer onaangenaam zou zijn. Maar dan zult gij toch moeten bewijzen dat gij in uw recht zijt. Met leugens, zooals die, welke ge aan mij wilt verkoopen, zult ge daarmede zeker niet ver komen, en dit te minder daar de Zigeuners hier over het alge meen niet veel.vertrouwd worden, terwijl ik in staat ben bewijzen van het tegendeel te leveren. Daar komt dan verder nog bij, dat ik haar letterlijk het leven heb gered, daar zij. den toestand waarin zij toen verkeerde in aanmerking genomen, zoo wij ons met over haar ontfermd hadden, zoo goed als zeker in dien kouden, slormacktigen nacht mei zwaren regen, zou bezweken zijn. Nemen wij nu eens aan dat hetgeen je mij hebt verteld niet waaT en dat het door mij verzorgde meisje werkelijk de Margo is, die gij beaoelt, <lan geloof ik toch dat ik voor hetgeen ik voor haar deed op deze vondelinge meer recht heb dan gij, die haar eenige jaren ais kind bij u hieldt. Alles goed en wel, mijnheer, maar ze behoort aan mij. Wat u van een vondeling vertelt zijn maar praatjes die men u wellicht voorgelogen heeft. ILaar moeder heeft haar op haar sterfbed aan mij toevertrouwd, daar kan ik een eed op doen. Zoo kan je dat? Wij zullen zien; maar wacht even want ik moet den knecht iets belasten. Dubbelman scheidde en zei daarna aan Mina dat ze Jan even bij hem moest sturen. Jan, die op kleinen afstand bij de keuken stond, toen de Zigeuner aanbelde, had den man wel gezien, maar niet op hem gelet. Toen Dubbelman hem toeriep dat hij in de nabij heid moest blijven, had luj hem een oogen- blik slechts van terzijde in het gezicht gezien, niet lang en goed genoeg om hem te kunnen herkennen, maar wel om een vermoeden bij hem te doen opkomen, "dat deze gast een oud bekende van hem was, en, daar het ge sprek nogal Lang duurde en hij bij de hand moest -blijven, leek hem dat niet onwaar schijnlijk. Hij verbeidde dan ook met onge duld het oogenblik dat hij, gelijk hij ver wachtte dat gebeuren zou, geroepen werd. zoodat hij niet lang op zich liet wachten. Toen hij binnenkwam kon hij den Zigeuner die met zijn rug naar de deur gekeerd zat niet in het gelaat zien, en bleef hij beleefcl vóór in de kamer staan, in afwachting va» wat zou volgen. Jan, zie eens of je dezen man ook ken* Nu keerde de bezoeker zich om, teneinde den knecht te zien, maar hij scheen deze» niet te herkennen, wat ook zeer goed mogelijk was, daar de oude trompetter een volkome» metamorphose had ondergaan. Anders echter was het met dezen. Zoodra hij hem vlak in het gelaat zag, zei hij lachend: Wel zeker, herken ik hem, en hem do hand toestekende, vervolgde hij: Hé, Mau- rus, oude kameraad, hoe kom jij hier zoo ver zeild? Dat zal mijnheer pleizier doen, want wij hebben indertijd heel wat moeite gedaan om je op te sporen; maar je was weg en dan zijn zulke trekvogels niet gemakkelijk te vinden. De Zigeuner wist niet recht hoe hij het had. Wat praat die man van herkennen en van oude kameraad? Hij ziet mij zeker voor een ander aan, want zulke kameraden houden wij er niet op na. Maar kerel, herken je me dan hcusch niet? En ik heb nogal een goed jaar lang de halve wereld met je omgcreisd, waarbij ik met mijn trompet de menschen lokte, en jelui hen knollen voor citroenen verkocht. Wij zijn toch immers in goed harmonie gescheiden. Herinner 't je maar eens. Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1