DE E EM LAN DER".
Zaterdag 28 Maart 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Op den Terpenberg.
N°. 231 Tweede BSad.
12da Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgeve.rs: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden roor Amersfoort f
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O.
Afzonderlijke nummers O.«5.
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Adrertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureaus UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels
Elke regel meor
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
f 0.50r
- O.IO,
op
Kroniek
F. SMIT KLEINE.
Ernst Haeckel. Sarah Bernhardt.
Mevrouw Lailiaux en de „Kgato.'
Van een ooggetuige ühs hein in Oost-indié
Cen paar weken huisvestte, heb ik over liet
hum ear vain Ernst tiacckel, eend-ge bij-
zonucmeüen genoord.
Die ooggetuige was toenmaals ingenieur
aan de iuuisoiie Spoorwegen en is tüaus een
hoog administratief amine naar ir een onzer
hooldsieu-en.
HaecKei was op een zijner wetenschappe
lijke stuuiercizen; ianddue bi) den ingenieur
aan; gung spoedig zijn bioiugtsuue onueazoe-
kiiigen voorizetien en bron op een der eerste
tocnien zijn been. hen heenoreuk op gevor
derden leeftijd. Ilawckel was bij de zesug
geneest 111 het gunsagsio geval zoor langzaam.
Zoo ook iner. bijna 6 iiiaanaon was liaecKei
hulpbehoevend; gerukt uit zijn voorgenomen
werk en aigezon-uerd vele uren yam u-en dag.
Na de oerste geneeskundige behandeling, be
gonnen de kwellingen van liouaniehjute pijn;
ver van huis; in een tropisch klimaat; onder
wel gastvrije, maar tocu vreemde menscnen
allemaal voorwaarden, om het normale
humeur van den normalen mensch. abnor
maal te maken.
Bijt prol. liaeckel niet alzoo: bij verplegers
en doctoren, bij ingenieurs cn gaslheeren, bij
inlanders en Europeanen, was er maar één
roep over het heldhaftig geduld van den
Germaanschen hoogleeraar en het vriendelijk,
gelijkmatig, ja. vrooLijk humeur van den ge
leerde.
Naar de heerschende zede ten onzent
eertijds door bakers en minnemoèrs levendig
gehouden stelt de goê gemeente zich als
weerwolf en isegrim d 1 e personen van belee-
kenis voor, welke een belangrijk aandeel heb
ben genomen in het bestrijden ecner sinds
eeuwen gangbare wetenschappelijke of. onwe-
tenscnappehjKe denkwijze, En als dan die
methode gelijk dit bij Giordano Bruno,
Gcuhak, Spinoza, Lomiarck, Strauss, Feu er-
baoii, Schopenhauer, Iiarlmann cn Haeckel
het geval is de oyer geleverde mystische
denikuegnppen in godsdienstleer, kerk
leer, zedeieer en zielsleer d-oor verstaindelij'ke
vervangt; als de geest des tijds samenvalt met
den geest dier denkers, zoodat zij slechts uit
spreken, wat honderdciuizeiuLen hebben vóór-
gevoeld, dan formeert zich bij de aanhangers
van het starre behoud, die alle leekenen der
tijden uit den Booze achten, onwillekeurig
een beeld van dergelijke omwentcLaars, dat
met de spoken van zielsverwoesting, gods
loochening en duivelskunst gelijk slaat.
Dat op zich zelf zou zoo erg niet zijn, reeds
Vader van Alphen leerde ons niet voor den
klepper noch voor spoken te vreezen, docli
wat wel erg is: dat het meercndeel, uit slechte
of onvolleuige gegevens omtrent de denkers
zelKren. het recht put hen in de oogen van de
goè gemeente te belasteren.
Met tailooze anderen heeft ook de schrijver
van „Die Wellrathsel", de populairste verte
genwoordiger van bet wijsgecrig monisme, in
eigen land en daar buiten aan die onwaardige
bejegening blctgestaan. Het „Kruist hem!
Kruist hem!" is vian alle volkeren en van alle
eeuwen en wie verlossen wil uit de donkerte
der spelonken vindt een heirleger van fakkel-
biusschers dat hem terugstoot en ten. mutserd
doemt.
In het land van Frcdcrik den Groote, den
vrijdenker, die de heerlijke woorden sprak
(let wel in 1760, sprak in Pruisen) ,,In
meincm Reichc hat Jedermann
das Recht nacli seiner F a o n
Se lig 7. u werden, is Ernst Haeckel, de
eerlijke denker, die beminlijkc mensch, de po
pulaire wijsgeer niét van regeeringswege ge-
nuMigd; daarentegen heeft het land van Goe
the en Schiller, van Hertog Karei August, van
Prinses Sophie der Nederlanden (sti-chteres
van het Goethc-und Schiller-archief tg Wei-
mar) heeft datzelfde Saksen, waar de grond
gedrenkt is met klassieke souvenie-rs, hem,
dan Jenaschen professor, wél gehuldigd. Daar
is tegenwoordig altijd compensatie, zelfs voor
sommige levende denkers. Voor de tot het stof
hu-mier vaderen gekeerd en echter méér dan
voor de levenden.
Aan het hem een paar weken geleden dooi
de Hertogen van Saxen-Meiningen, Altenburg
en Gotha, bij gelegenheid van zijn SOsten ge
boortedag (liaeckel ontving 1600 telegram
men en brieven uit alle deelen der aarde) ge
schonken Groolkruis van de Hertooglijk Saxi-
sche Erneslinische Huisorde, is het voorrecht
van erfelijk adeldom verbonden „als de ge
deco-reerue een daartoe betrekkelijk verzoek
schrift indient." Haeokel heeft nu in het „Ber
liner Tage blaft" d.d. 26 Februari j.l. daar
omtrent bericht: „Ik zal natuurlijk dat ver
zoek niet indienen, indachtig aan mijn groot
vader Sethe, die bij de ontvangst van de Orde
van den Zwarten Adelaar door Frederik Wil-
hein IV, 70 jaar geleden, evenzeer van den
erfelijken adel afzag."
Sethe, Haeckel's grootvader, was Rhyiv
Pruisisch ambtenaar; ging, toen Rhyn-Pruisen
in Fransche handen was gevallen, in Fran-
schen dienst over en werd in 1812 naar Pa
rijs, bij den Minister van Binnenlandsohe Za
ken opontboden.
Er was in Setlic's regeeringsdislrict een op
stand onder de arbeiders ontslaan wegens de
gedwongen recruteering voor Napoleon s veld
tocht naar Rusland. De minister beschouw
de de handelingen van den Regeerings-Com-
missaris de aanleiding tol dat verzet en Sethe
de les lezend zei hij:
U moet niet vergeten dat mijn verheven
moester, de Keizer, volkomen in zijn recht zou
zijn, indien Z. M. dergelijke gevaarlijke per
sonen als u liet fusilleeren.
Dan moet de Keizer eerst de wet laten
doodschieten, klonk het fiere door de historie
overgeleverde woord. („II Ia ut aiuparavanl
fusilier la loi.")
In den kerkhemelbestormer Prof. Ernst
Haeckel is veel van den geest van zijn groot
vader gevaren. Ook hij heeft dingen gezegd en
dingen gedaan, die hem eon plaats in dc his
torie verzekeren: tusschen de allergrootste
denkers en weldoeners vhn het menschel ijk
geslacht.
Sanaih Bernhardt is gehuldigd na hare dé
coratie in het hotel des Annales Politiques ct
Littéralres, waai- dc dochter van Francisque
Sarcey, -Mevrouw Adolphe Brisson en haar
echtgenoot allcrbcminlijkst den soepter zwaai
en.
Mevrouw Poincaré was aanwezig en onder
de tailooze andere autoriteiten trok het meest
dc aandacht de Minister van Onderwijs en
Schoone Kunsten, op wiens voordracht de
President van de Republiek Madame Bern
hardt hot Legioen van Eer had verleend.
Een paar volzinnen uit de iredo van dcai
Minister zijn zoo kenschetsend voor de be
valligheid van de Fransche tournure de
phraso", (dat ik er even bij wil stilstaan. Maar
eerst iets over welsprekendheid in 't alge
meen, en de iFransche in 't [bijzonder.
Men kan zeggen, dat Fransche redenaars
clc kunst verstaan, de meest alledaagsche
dingen in bocienden en bevalligen vorm te
Llceden. Het is de deugd der Fransche natio
nale- welsprekendheid, dat zij kort, levendig,
mccsleepcnd en volstrekt niet zoo oppervlak
kig is alls sommigo logge Germaansche, solide
koppen wel willen beweren. Het fortiter
i n r e naast 'het suavitcr in modo wcyrdt
in Fransche gehoorzalen veelmalen iin Ger
maansche 'bij 'uitzondering gehoord. Wij, Ne
derlanders, eerzame stamgenooten van de
Germanen, hebben natuurlijk een maximum
deugden van hen geërfd en slechts een mi
nimum ondeugden. Tot dat minimum behoort
onze meer dan verfoeilijke langdradigheid in
gehoorzaal, rechtszaal, vergaderzaal en weet
ik wat al zalen meer. Onze vergaderingen,
van welke Coliegies ook (en ik heb te meer
eerbied voor vergaderingen, omdat ik sinds
de laatste 40 jaar haast altijd, schitter door
mijne afwezigheid) zijn, mag ik officicele ver
slagen en loffioieele verslaggevers gelooven.
te -beginnen met de Handelingen der
Staten-Gen'öraal, toonbeelden van langge
rekte 'toespraken, geleerde vertoogen of fijnge-
sponnen webben, waaraan vooral de troebele
leesbaarheid onzer wetten een afspoegeling is
En als er in een onzer steden gemeenteraad
wordt gehouden, tlan is het zeker, dat er een
wakkere voorzitter noodig is, om de eene
helft van de vroede vaderen niet de andere
helft in den dut te doen praten. Alles strekt
tot nut van 't algemeen; alleen het zwijgen
niet.
Om 'te doen zien dc verdiensten van een
kunstenares als Sarah Bernhardt, heeft de
Minister woorden gesproken, die do Fran
sche letteren, de Fransche taal cn de Fran
sche voordrachtkunst in het licht stellen,
waarin zij door 'bemiddeling van eminente
talenten hunne reis door de beschaafde we
reld maken.
Een van de aanspraken, die Sarah op een
Legioen van Eer kon doen gelden, was, vol
gens den Minister, de verspreiding die zij
een: halve eeuw, aafii de Fransche taal en de
Fransche letteren heeft gegeven door 'twee
bcloovcrcnde wapenen: hare voordracht en
hare stem. (Sa voix d'or.)
„U hoorende, heb ik de zwakheid begrepen
van dc bewering, dat waar de taal hare dien
sten niet meer kan bewijzen, dat op dio hoog
te van geestelijke inspanning de muziek bare
macht begint le toonen.
„Nietwaar, hooren wij niet het geklikklak
van een wapenrusting in sommige replieken
van Gorncille? En, indien wij kort daarna
Racine hooren spreken, is liet dan niet of wij
een zachte, igloënde muziek vernemen, die
rhythmisch -alle schakoeringe'n vertolkt, opdei-
nend in het menschelijk hart? Later weêr
komt het schrijnend lachen, het smartlijk of
opjubelend lachen van een Voltaire. En met
Rousseau schitterend -proza-dichler
zien wij alle overmeesterende natuur-sympho-
niên in de Fransche toonweelde verklankt.
,jDe woeste of tcêrc zangen van wind of
golven stemmen met Chateaubriand aan;
klaagtonen langs de droeve oevers van een
bergmeer zwervend, herinneren den droomen
den iLamartine, gelijk de taal bij Musset tot
een zacht getjilp van vogels bij een lentezucht
saamsmelt, om dan bij Victor 'Hugo te rom
melen als de donder cn le flitsen als het weer
licht."
En d'ezc bewonderenswaardige epibode
uit do rede van- minister Viviani, ein
digt met een- juiste lofspraak op de Fran
sche taal. „Een bewondere'nswaardo taal, de
taal van do poëzie en van het recht, van we
ienschappen en letteren, van diplomatie en
philosophic! ©ewondcrenswaard, omdat zij
dc gouden sprookjeswereld evenzeer weet te
dienen als het werkelijke in zijn harde nauw
gezetheid."
Het is gewoonte in Frankrijk, dat aangrij
pende politieke redevoeringen in Kamer of
Senaat gehouden, in alle gemeenten van het
land worden aangeplakt. Met feestredenen is
dit minder het geval. IDeze feestrede zou ze
ker algeraeene bekendheid verdienen, dodh
door hoe weinigen, buiten kunst en letteren
staande voortreffelijke staatsburgers en bur
geressen zou zij begrepen worden?!
De moord van Mevrouw Caillaux op den
directeur van L e F i g a r oe den heer Gaston
Calnietle, is in hel land binnen Europa „van
de onbegrensde mogelijkheden", is i n Frank
rijk on buiten le doux pays de France aan
de orde van den dag. Ik spreek er hier over
uit een oogpunt van verbroken evenwicht tus
schen rechtsmiddelen en smaadschriften. In
haast alle cultuurlanden waar gelijk in
Nederland de onaantastbaarheid van het
Recht wordt gehuldigd en waar bij een maxi
mum van deugdelijke rechtsuitspraken een
minimum van ondeugdelijke geschieden in
al dergelijke landen bestaat in de heerschen
de wetboeken een laakbare leemte tusscheD
rechtsmiddel cn smaadschrift.
Hoe slechter persmanieren, des le lager
het zedelijk gehalte van den penvoerder.
Gaston Calmette nu had als directeur van
het wereldblad Le Figaro een wereldge
bied, waarin zijne vonnissen bekend werden.
Zijne campagnes tegen wie ook, stonden
voor zijne slachtoffers met moreelen dood en
moreelc vernietiging gelijk; zijn smaad of
hoon was een brandmerk; «de degen- of pon-
jaardsloot van zijn pen was giftig, hoe ook
door bloemen omkranst.
Mevrouw Caillaux nu, zien wij voor ons
als de dag aan dag, week aan week, maand
aan maand in hare fijnste gevoelens geprik
kelde, gesarde, opgehetste, hartstochtelijke
vrouw.
Zij, allereerst, zou het recht willen doen
spreken; zij zou willen weten, nu zij enkel
nog geloofde. Maar het verschil tusschen
recht en onrocht, tusschen waarheid en logen,
tusschen eer en smaad, heeft zij misdadig-
roekeloos door haar revolver opgeheven.
Foor wife!
Aan de Staatscourant van heden ontlcenen
wij nog de volgende Koninklijke besluiten
verlof verleend tot het aannemen van de ore
derschcidingsteekenen achter hunne namen ver*
meld, aan de na te noemen personen
meyrouw Luisa Capece Minutolo di Bugnono,
echtgcnoote van ihr. C. G. W. F. van Vredeiv
burch Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevoN
machtigd minister te Bucarest, het kruis lsla
klasse der orde „Mérite Sanitaire" van Rxrmenic
rnr. W. B. R. van Weideren baron Rervgers,
Hr. Ms. kamerheer in buitengewonen dienst,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis*
ter le Rome, ridder-grootkruis der orde van d<
Poolster van Zweden
jhr. F. Michiels van Verduynen, Hr. Ms. ka
merjonker, gezantschapssecretaris te Londen*
commandeur der Kroonorde van Italië
jhr. mr. H. M. van Haersma de With, Hr. Ms,
kamerjonker, gezantschapssecretaris tc Wcenen,
commandeur der Kroonorde van Rumcnië
den heer Jorge Soto Maldonado, consul-gene
raal der Nederlanden te Madrid, officier def
orde van den Verlosser van Griekenland
den heer A. Waldorp te Constantinopel, rid*
der van de 2de klasse der orde van OsmanW
van Turkije
mr. J. E. H. baron van Nagell, gezantschaps*
attaché in algemeenen dienst, tijdelijk (e Was
hington, ridder 4de klasse der orde van den
Gulden Rijsthalm van China
den heer C. E. Stutterheim, tweede-kanselier
bij Hr. Ms. gezantschap te Berlijn, „Officier
d'Acacémie" van Frankrijk
den heer W. Verbrugge van 's Gravendeel,
ridder 4de klasse der Kroonorde van Pruisse»
en ridder '1de klasse der orde van Albrccht vou
Saksen.
eervol uit 's lands dienst ontslagen, op zijn
verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, met
ingang van 1 Juli 1914, de Oost-Indische omb»
tenaar met verlof P. A. More, laatstelijk opzicht-
ter 3de klasse bij den waterstaat en 's lands bur<
gerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië.
De Staatscourant van Zaterdag 28 Maart
bevat o.a. de volgende besluiten;
benoemd tot schoolopziener in het arron
dissement Hoorn mr. P. A. Offers, advocaat-
procitreur le Alkmaar;
tot ingenieur van den Rijkswaterstaat 3o
klasse L. J. A. Bergansius^ te Delft; L. M. do
Nerée tot Babberich, te Maastricht; G. G.
Kraijenihoff van de Leur, le Tilburg, cn H.
Smalhout, te Hansweert;
op verzoek eervol ontslagen als hypotheek
bewaarder te Amersfoort P. v. d. Mark; als
commies bij de Rekenkamer II. Hilbers;
bevorderd bij het departement van finan
ciën tot hoofdcommies f. J. J. M. Bosboom,
thans oommies; lot adjunct-commies G. J.
van Harlesveld, A. W. Sauer, F. P. J. Stam,
thans klerk;
benoemd tot regeeringsvertegenwoordigcr
op het internationaal congres voor thalasso-
therapic in April te Cannes te houden, dr. Ch»
E. A. Vermeulen, arts te Den Haag;
op verzoek eervol ontslagen onder dankbe
tuiging de kolonel B. C. Koopman, militie-
commissaris in het 2e mililiedislrict van
Friesland.
bevorderd aan de rijkspostspaarbank lot
adjunct-commies K. A. Hollmann, klerk, en
Slecht humeur is een ziekteverschijnsel
waaronder men andere menschcn niet mag
laten lijden.
oorspronkelijke roman
73 door
H. W i T T E.
Vergiste hij zich zoo natuurlijk in het eer
ste, wat het laatste betreft zou zijn veronder
stelling op nog verrassender Wijze uukoinen
dan hij dacht. De eigenlijke ti ouwpleclilig-
heid zou, naar hij int-viiac, reeus aigeloopeh
zijn, waarop de huiselijke feestviering diui nu
volgde. Hij kon kwanjK vermoeuen dat wel
de burgerlijke, tormeele huwelijksvoltrek
king was atgeloopcn, maar dat do kerkelijke
plechtige inzegening nog moest nlaats liebDer.
en wel in dezen huize. Zeker voor hem iets
geheel nieuws.
Hij zou dat nu echter weldra vernemen,
want kort na de aankomst dier rijtuigen ver
soheen dokter Mendel, om hen uit tc komen
noodigen met hem naar Let salon te gaan,
.waar de heer "Wermann bezig was met nog
andere nakomende gasten te ontvangen. Om
hem nidt al te zeer te verrassen, vertelde hij
hen kortelijk dat er een huwelijks-inzegening
stond plaats te hebben, bii welke enkele
'.Vrienden van den huize genoodigd waren.
Na hun toilet in orde gemaakt te hebben,
Wat zij begrepen dat noodig was, volgden zij
Mendel naar den salon, waar, behalve de heer
Wermann, benevens Dubbelman cn Margo,
nog ongeveer een twaalftal heeren en dames
gezellig met elkaar zaten of stonden
ie pralen. Wermann, die hen verwachtte,
kwam hen dadelijk tegemoet, en het jonge
echtpaar een wenk gevende, zei hij: Vergun
mij u wederkecrig als oude kennissen aan
elkaar voor le stellen: mijn vriend de heei
Dubbelman en zijn jonge vrouw; dokier Kaï-
winski, uit Pcsth, en echtgenoote.
Wermann en Mendel hadden voldoening
van wat zij hun samenzwering noemden, vvaul
beiden, Karwinski en Dubbelman waren niet
weinig verrast elkaar hier, en iuist bij dezs-
gelegenheid, weer te zien; ook met jVIargo
hoewel zij den Hongaar vroeger slechts vluch
tig had gezien, maar die wist welke belang
stelling hij getoond had en hoe hij zich had
beijverd om die zaak met den Zigeuner tot
een gcwenscht einde te brengen, was dit het
geval.
De wederzijdsche introducties hadden maar
juist plaats gehad, toen de heer des huizes, op
een ontvangen teeken allen uitnoodigde hem
naar de zaal te volgen. Hij cn dokter Mendel
gingen vooraf, daarop volgde het bruidspaar
en onmiddellijk daarop, op Wermans aanwij
zing, dokter Karwinski en zijn vrouw, die,
twee aan twee, g$\olgd werden door de
overige genoodigden.
Do groote zaal was oorspronkelijk alleen
bestemd voor eetzaal en daartoe vroeger,
toen groote partijen daar niet zeldzaam wa
ren, veel gebruikt. De tegenwoordige eige
naar, hoewel lang geen vijand van gezellig
heid en gaarne ga9ten ontva^ende, hiela
echter niet van zulke partijen, zoodat deze
feestzaal sedert een aantal jaren stil en ver
laten was geweest-
Aan het éénc einde bevond zich de hoof 1-
ingang cn daar tegenover, dus aan het andeie
einde der zaal, een groot buffet, dat echter
nu door groote groene planten onzichtbaar
was. Voor die in een halven cirkel geplaatste
gewassen stond een munoniehouten lessenaar,
met een groolcn statenbijbel en aan den voel
uaarvan lagen op een bmJxje Iwee groenflu-
weelen kussens. Op rijen, zes aan zes, vulden
een aantal stoelen het middengedeelte dei-
zaal, waaruit bleek dat men meer getuigen
dei* pleclitigbeid verwachtte, dan zich in den
salon verzameld hadden.
Door drie groote uubbcle glazen deuren
had de zaal gemeenschap met den bloemen
tuin; deze deuren stonden wijd ooen, zoodat
de zaal d-oor dc balsamieke lentelucht, als ge
vuld was. Bij elk penant stond een groote pi
ramidale laurierboom. Aan den anderen zijde
der zaal bevonden zich twee, door zware
gordijnen gemaskeerde deuren, waarvan de
eéne, nabij den ingang, toegang gaf tol een
kamer of salon, waarin vroeger dc heeren
zich na hel diner verzamelden, om op hun
gemak koffie te drinken en le rooken, terwijl
de andere, die naar de keuken leidde, nu door
t groen aan 't oog onttrokken was. In aan
sluiting met T groen op den achtergrond, was
deze zijwand geheel met groene en bloeiend^
planten bezet.
Het geheel had een recht feestelijk, maar
toch een deftig aanzien en maakte op de bin
nenkomenden een plechtigen indruk, welke
niet weinig verhoogd werd door den bejaar
den predikant, die, in zijn wijde toga gehuld,
achter den lessenaar den stoet verbeidde.
Deze had dat zoo verlangd, daar hij zich niet
Yooraf onder de gasten wilde 'bevinden.
Toen allen gezeten waren, waarbij de voor
ste stoelenrii. behalve door het bruidspaar.
ingenomen werd door den heer Wermann,
de beide doktoren en mevrouw Karwinski,
gaf Jan aan de buitcuslaandcn een. wenk, en
nu waren ook de overige zitplaatsen spoedig
bezet door een aantal mannen cn vrouwen in
/ondagsgewaad, die tot het landgoed be
hoorden, daar hel vooraf ter hunner kennis
gebracht was, dat allen, dc minsten niet uit
gezonderd, welkom zouden zijn.
De plechtigheid had het ewone verloop.
Na het uitspreken van een kort gebed volgde
de voorlezing van het formulier cn daarop
een niet te lange, maar gemoedelijk hartelijke
toespraak.
Bij zulk een gelegenheid, veel meer nog dan
wanneer volgens gewoonte, dc plechtigheid
in de kerk plaats heeft, hangt dc indruk
goeddeels af van de persoonlijkheid van den
geestelijke. Is deze meer streng rechtzinnig
tian hartelijk, dan stoot hij hen, die ruimer
begrippen huldigen, af; is hij het tegenover
gestelde daar\an en wordt hij theatraal, dan
ergeren zich de anders denkenden en mist
hel geheel den diep ernstigen indruk, welke
zulk een uur onvergetelijk moet maken.
Geen van beiden was het geval met dominé
Veenman, die reeds circa dertig jaren het
geestelijk ambt in de hoofdstad der provincie
vervulde en daar, zoowel om zijn karakter
als om zijn redenaarstalent in liooge eer
stond. Hij was een man wien harlelijkheid
van het vriendelijke, grijs omlijste gelaai
straalde en wiens woorden steeds weerklank
vonden bij zijn toehoorders. Een oud, en zeer
intiem vriend van den heer Wermann. Op den
..Terpenberg" volkomen thuis en dus van
zeer nabij ook met Dubbelman en Margo- be
kend, kon niets hem aangenamer zijn dan
Wermanns verzoek om de trouwplechtigheid
ten ziinen huize te leiden: ook hield bii van
zulk een particuliere behandeling, die hij in
tiemer en hartelijker vond dan in dc ledige
ruimte van een groot kerkgebouw, al was
het kan ook waar dat daar door de statige
orgeltonen veel lot de plechtigheid werd bij
gedragen.
En nu, mijn geliefden, aldus eindigde
hij zijn toespraak, wat zal ik u ten slotte toe»
wcnschen? Een huwelijksleven van louter
geluk; vrij van kommer en zorgen? Dit im«
uiers is vrij wel de gewoonte. Ik zal dien
wcnsch echt^- niet uitspreken, wijl ik ze niet
kan deelen. liet zou toch een ijdelc wensdi
zijn, die, gelijk wij allen welen, niet in vers
vulling kan komen. En al ware dit ook zoo,
dan nog zou ik u dit niet kunnen toe wcnschen.
Louter warme zonneschijn maakt ook de»
vruohlbaar9ten grond onvruchtbaar en werkt
vermoeiend, afmattend, ja verdoovend op al
wat leeft, 'terwijl bij afwisseling doniccre
luchten, zich in regenbuien ontlastende, dc
aarde vruchtbaar maken, mensch en dier ver
kwikken cn de heldere dagen des te hoogej
doen waardeeren.
Een schoone toekomst lacht u tegen en gij
gaat een schijnbaar zorgeloos leven tegemoet;
toch zullen de zorgen des levens niet uitblij
ven, voor u zoo min als voor ieder onzer;
maar gelijk de regen de aarde drenkt en het
onweer de lucht zuivert, mogen ook de zor
gen, zoo de Voorzienigheid u die in haar on
doorgrondelijke wijsheid beschikt, niet allee»
strekken om uw levensmoed te versterken,
maar ook met een oprecht dankbaar hart
baar zegeningen te genieten. Zoo zij het!
En nu, kniel neder voor het aanschijn dei
Allerhoogsten, en, bloedverwanten of vrien
den, die van deze plechtigheid getuigen zijt,
vcreenigen wij ons in gebed om s Hemels
zenen on deze echlverbintem's af le sn^el/erv