DE E EM LAN DER". Donderdag 2 Apri! 1914. BUITEN LAN DT^ FEUILLETON. HEILIG MOeTHN, N°. 235 Ï2d' Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.JO* Idem franco per post- 1-50. Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) - ».1«. Afzonderlijke nummers O.05» Vezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intei'comm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—regelsf 0.50. Elke regel meer0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bopalingon tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter algemeene kennis dat de staat no. 75 der Grond belasting van 2 April 1914 tot en met 6 Mei 1914 ter inzage is nedergelegd op het bureau der gemeente-belastingen aan den Westsingel naast het Stadhuis. Amersfoort, den 1. April 1914. De Burgemeester voornoemd, v. RANDWDCK. SCHOUW. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 22 van het Reglement op het onderhoud en gebruik der wegen in de provincie Utrecht d.d. 8 November 1853 (Provinciaalblad No. 102), alsmede art 1 der Verordening op de wegen en waterleidingen Doen te weten, dat de bij voormeld artikel be doelde voorjaars-schouw over wegen, slooten en waterleidingen, aan hun toezicht of beheer onderworpen, zal gehouden worden op Dinsdag, den 5. Mei aanstaande en volgende dagen. Wordende bij deze de bepalingen van boven gemelde reglementen aan de belanghebbenden in herinnering gebracht. Amersfoort, den 1. April 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Snelrewaard een geval van milt vuur is voorgekomen. Amersfoort, den 1. April 1914. Dc Burgemeester voornoemd, v. RANDWDCK. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat de blanco verzoekschriften tot het bekomen van jachtac- ten, vischacten en kostelooze vergunningen om te visschen, benevens voor de registratie van eendenkooien en duiventillen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddugs, ter secretarie verkrijgbaar zijn, en maakt hen opmerkzaam op het belang dat er voor hen in gelegen is de bedoelde verzoekschriften, behoor lijk ingevuld, vóór den 10. Mei aanstaande ter voormelde plaatse in te leveren, opdat men tij dig voorzien zij van eene acte of vergunning vóór het seizoen 1914-1915. Amersfoort, den 1. April 1914. De Burgemeester voornoemd, v. RANDWDCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door de Wed. B. DerksVan Leijenhorst inge diend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene zeeppoederfabriek, waar in te plaatsen een verticale stoommachine van 6 P. K. op een terrein alhier gelegen aan de Kleine Gasthuislaan bij het Kadaster bekend on der sectie B, no. 3144 op de Secretarie der ge meente ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 14. April aanstaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt ge geven, om ten overstaan van het Gemeentebe stuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te bren gen. l ot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente bestuur of één of meer zijher leden zijn versche nen, teneinde hunne bezwaren mondeling- toe te lichten. Amersfoort, den 31. Maart 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK. Nabetrachting; over den Gemeenteraad. Ofschoon niet minder dan 38 puinlten op de agenda van de Dinsdag gehouden raadsver gadering prijkten, valt er toch niet veel na te betrachten. Er waren ongetwijfeld zeer be langrijke punten onder, maar ma dc meeste menk je niets anders, dan dat ze worden aan genomen. De raadsleden, die alles doorwerkt hebben, weten aiailuurlijk wel waarom liet gaat, maar voor het publiek blijft bijna alles onbegrijpelijk, totdat er discussie komt, want dan hoort men, wat er eigenlijk wordt voor gesteld. Discussie van eenige beteekenis lokte eigen lijk alleen de bioscoopverordening. Leek het eerst of de heeren Jorissen en Kroes voor zich het vaderschap dezer verordening moch ten opeisohen, al spoedig bleek, dat wethou der Rijkcns de eer er van toekomt. "Wij wil len ons geen rechlstreeksch oordeel over deze verordening aanmatigen, daarvoor schijnt men eigenlijk paedagoog te moeten zijn, maai* dat de verdediging er van overtuigend was, kunnen we niet zeggen. De heer Jorissen was er voor, omdat hij er niets tegen vond; de heer Gerritsen was er voor, omdat jongens wel eens om geld bedelen om naar de bioscoop te gaan; de heer Kroes was er voor, omdat hij in den trein een vader had ontmoet, die in het bijzijn van anderen door zijn 11-jajrig zoontje werd gebrutaliseerd, omdat het jong- oicnsch niet naar de bioscoop mocht. Gelukkig kwam wethouder Rijkens, na deze zwaarwichtige argumenten met wat degelijker kost. Ten minste naar het uiterlijk. Het geldt hier de bescherming van het kind, de paedar gogen zijn het er vrij wel over eens, dat dc bioscoop verkeerd is, enandere gemeen ten zijn ons reeds voorgegaan. Dat leek naar argumentatie, maar helaas verder kwam het niet. Want deze beweringen werden gegeven als axioma's, bewijzen er voor kregen we niet. Zelfs werd geen poging gewaagd om bij be nadering te doen uitkomen, waarin eigenlijk het verkeerde schuilt. De heer Jorissen tracht te nog wel den bewijslast om le keeren, maai de heer Van Achteribea-gh bedankte voor de eer. Zoor'terecht wees hij er op, dat de voor standers der verordening met steekhoudende argumenten moesten komen, en dat hebben ze niet gedaan. Wij. begrijpen heel goed, dat roomsch-katho- lieken zoo'n verordening toejuichen, zelfs al staan de Amersfoortsche bioscopen reeds ©enigszins onder roomsche censuur. En in den Raad verried hun tol juichen gestemd ge moed dan ook reeds andere klanken voor de toekomst. Wanneer het zoover kon komen dia* zulk een verbod ook voor tooneelvoor- stcllingen kwam, zult ge bij ons steun vinden," riep de heer Kroes. Of hij hierbij alleen aan kinderen dacht? Of mogelijk aan Allerzielen? Wethouder Rijkens wees dit niet geheel af. Als het noodzakelijk blijkt (wie maakt dat unit?) zuililen B. en W. ook dat overwegen. Waar gaan we heen, mogen we met eenige bezorgdheid vragen. Maar is het niet eigenlijk droevig, dat een zoo teer punt, als de vrijheid der ouders om te oordeek-n over het al of niet goede voor hun kinderen, door een gemeentelijke verordening wordt aan banden gelegd? An dere gemeenten zijn ons reeds voorgegaan! Ja wel, het liangt in de lucht en dan moei Amers foort er ook aan meedoen. Dat slaat well Maar wij vinden, afgezien van onze appreciatie van de bioscoop, het in het leven roepen van al dergelijke verbodsbepalingen toch wel een beetje reaolionnair, het riekt ons te veel naar het clericalisme. Waarlijk, de lieer Jorissen had gelijk, Voor hem zat er niets in, om er tegen te zijn. Maar voor de vrijzinnigen? Een poging van den heer Van Achterborgh om de vrijheid der ouders nog eenigszins te redden, mocht niet halen. Het geldt de be scherming van het kind", decreteerde wet houder Rijkens en daar hebben de ouders niet over te oordeelen, dat zullen paedago gen doen. De heer Rijkens verijsde zich nog, dat de lieer Van Duinen, die als wethouder niets te gen deze verordening had, er thans als raads lid tegen was. De heer Rijkens verbaze zich niet te veel, het komt meer voor dat men, wet houder zijnde, de zaken anders inziet dan als raadslid. De overige punten gaven weinig of geen aanleiding tot discussie. De worstellen inzake de gasfabriek gingen er zoo door, alsook het voorstel inzake de grenswijziging tusscken de gemeenten Amersfoort en Leusdeu. H. v. W Politiek Overzicht. De strijd om Homerule. Nu men van de verrassing bekomen is, die de eerste minister aan hel land heeft bereid door zijn besluit om zelf als minister van oor log op te treden, komt steeds duidelijker aan den dag, dat de heer Asquilh hiermee een coup de maitre heeft verricht. Dien indruk vindt men uitgedrukt in organen van zeer uiteenloopendc politieke richting. De Daily Chronicle schrijft: „Wij kunnen ons geen uit weg denken, die beter in staat was de open bare meening gerust te stellen en in he» ge heele land de bezorgdheid te doen verdwij nen, die onder alle standen, en men mag wel zeggen bij alle partijen, was opgewekt door den unionislischen aanslag om olficieron van het leger te gebruiken ter vervanging van hel verloren veto van het hoogerhuis." Me» dil oor deel van het ministerieeie orgaan lclopt vol komen dat van de unionistische Times, die on omwonden verklaart, dat de eerste minister het juiste heeft getroffen, en daarop laa» vol gen: „Het optreden van den heer Asquith in het departement van oorlog zal eene onschat bare uitkomst hebben. Wij zijn er zeker Yan, dat het de bezorgdheid in het leger zal doen bedaren en in alle rangen het vertrouwen zaJ herstellen." Een coup de maitre is deze stap in de eerste plaats geweest met het oog op het kabinet zelf. Er behoeft nu niet gezocht te worden naar een nieuwen man om in het kabinet te worden opgenomen, hetgeen, zooals een nog recent geval bewijst, altijd bezwaren mee brengt. Het kabinet blijft zooals het is; in de vacature, die door het heengaan van kolonel Seely is ontstaan, is voorzien doordat de eerste minister tijdelijk Seely's werk naast zijn eigen werk op zich heeft genomen, en men heeft een middel gevonden om het aftreden van lord Morley te verhoeden, zoodat de leiding van do ministerieeie parlij in het hoogerhuis niet in andere handen behoeft over te gaan. Zoo is het kabinet uit eene moeielijke positie- gered op eene wijze, die maakt, dat het weer den toestand in zijne macht heeft. De aanwe zigheid van den eersten minister aan het hoofd van het departement van oorlog schenkt eiken waarborg, dien men maar kan wenschen, dat van eene directe bemoeiing van het leger met de politiek voorlaan geen sprake meer zal zijn. Enkele dagen geleden nog heelt Asquith in het lagerhuis zoo duide lijk mogelijk te kennen gegeven, dat de regee ring zich door het leger geene voorschriften kan laten geven of voorwaarden stellen voor de diensten, dit -Let heeft te bewijzen in be paalde gevallen. Hij zal natuurlijk als minis ter van oorlog naar deze verklaring handelen, en daarmee wordt het gezag van den staal tegenover de officieren van het leger gehand haafd. Een goede scüiaakzet is deze slap van den Engelsohen premier nog in een ander op zicht. Hij heeft, toen hij zidh tot minister van oorlog liet benoemen, zijn mandaat als lid van het parlement neergelegd me* de bedoeling om een nieuw mandaat te vragen. Strikt genomen had hij dnt misschien niet beh-oeven te doen; maar hij komt daarmee tegemoet aan het verlangen van do opposi tie naar nieuwe verkiezingen, opdat de kie zers zich kunnen uitspreken. Als hoofd der regeering onderwerpt hij ziah aan eene nieuwe uitspraak van zijne kiezers over zijn beleid. Hij kan deze proef zonder gevaar nemen, want de kiezers in East Fife, die hem sedert 1886 zeven malen hebben her kozen, zullen hem ook de achtste maal weer kiezen en de uitslag van deze nieuwe stem ming zal niet zoo zijn, dat men daaruit een votum van wantrouwen zou kunnen constru- ceren. Door zijne herkiezing op Paasch- Maandag zal zijn aanzien versterkt worden. Het zal hem een goeden ruggesteun geven om de Homo rule bill voor de derde en laalste maal door lie* lagerhuis te doen aan nemen en dan de Beslissende stappen to doen om deze bill wet te doen wqrdcn.®Ei( dat is in den strijd; die nu gevoerd wordt, het alles beheerschende punt. Dat de oplossing, die dc kabinotskrisis heeft gevonden, ook daarvoor den weg ge makkelijker heeft gemaakt, bewijst hel debat over de tweede lezing van de Homerule bilk dat eergisteren in ihet lagerhuis is be gonnen. De plaats van den eersten minis* ter werd daarbij waargenomen door Sir Ed ward Grey. Hij deed in zijne repliek het vooretel, nieuwe onderiiandelingen te voe ren op den grondslag, dat binnen den door de regeering aan de Ulster-mannen voorgc* stelden overgangstijd van zes jaren een fe deratief stelsel voor hot geheele Vere enig- de Koninkrijk zou worden ingevoerd. Dal wil zeggen, dal Schotland en Engeland even eens anet Homerule bedacht worden. De be trekkingen van een autonoom Ulster lot hel parlement In Dublin zouden dan overeen komen met de betrekkingen van Wales tot het parlement in Londen. De weg naar nieu we onderhandelingen over een compromis is dus nog «open. Die weg zal openblijven totdat het wetsontwerp, na voor de derde maal in het lagerhuis te zijn aongenomen, naai4 het hoogerhuis word't gezonden. Die vergadering zal dan niet meer de macht hebben -om het tot stand komen van de wet to beletten, want dat kan ook zonder hare medewerking geschieden. Maar wel heelt zij gelegenheid om alsnog over eene wijziging van de wet overleg met het lagerhuis to zoeken en daartoe zal een officieel compro mis-voorstel van de regeering haar de hand bicden.,, Duitschland. Kastal, 1 ApriL De keizerin is heden namiddag om 2 uur hier aangekomen, /.ij werd aan het station ontvangen door prins Joachim, die op zijn rit naar het station een klein ongeval had gehad. Het paard van de dogcart, waarin de prins gezeten was, gleed op het stationsplein uil; hel viel, maar stond dadelijk weer op. Door den schok, die hit gevolg was van het vallen van hel paard, vloog de adjudant uit den wagen op straat. De prins greep den teugel, maar viel daarbij naar voren uit het rijtuig; hij bleel met du voeten hangen in de voorste bank en slcepto zoo tussohen het paard en hel rijtuig. Voorbij gangers kwamen te hulp en bevrijdden den prins uit zijn ongemakkelijken toestand. Da prins en zijn adjudant deden geene kwetsuren op. Stuttgart, 1 ApriL De minister vau binnenlandsche zaken heeft in de Tweede Kamer eene verklaring afgelegd naar aanlei ding van de vraag of hij bereid is op den grondslag van de wet op de schecpvaai tollen en zonder rekening te houden met den stand van de onderhandelingen met Nederland cn Oostenrijk over de opheffing van de tolvrij heid op den Rijn en de Elbe, onderbande* lingen te voeren met do regeeringen van Baden en Hessen over het dadelijk ter hand nemen van do kanalisatie van den Neckar Lusschen Mannheim en Heilbron. Hij verklaart de, dat als uitgesloten moet worden beschouwd het maken van eene betrouwbare berekening over het geheele nut van deze zaak. Op den grondslag van de wet op de scheepvaart lollen zou de Wurtembergsche regeering het waag* Wie eenmaal op onwaarheid betrapt is, wordt nooit meer vertrouwd. Duur Mrs. LITTLE (Zuster Snöflinga 3 Vertaald door M. MIDDELKOOP. Gisterenavond, had ik een avontuur, ten minste het leek erop. Ik zat op het dek toen „Pa" naar me toekwam en me vroeg mei heiu heen en weer te wandelen. Toen we een paar maal ronageloopen hackten zeilen we ons op de treden van de brug. De maan was ongeveer zoo groot als een wagenrad en de geheele zee leek vloeibaar zilver, terwijl de vliegende visschen in de schaduw verstop pertje speelden. Ik was „Pa" geheel en al vergeten en liet m'n gedachten gaan waarheen ze wilden toen hij zich opeens tot mij overboog en zei: „Ik hoop dat het niet onaangenaam vinclt een poosje met me te praten. Ik voel me zoo een zaam P Ik meende gevaarlijke symptomen te her kennen en toen hij over z'n „dierbare afge storvene" begon te spreken wist ik, dat hei tijd was om te gaan. „U hebt het ook doorgemaakt", ging hij voort, „U kunt me begrijpen." (Ik kneep in 't donker m'n handen samen. —Wc zoeken beiden een arbeidsveld in vrecm de landenbegon hij weer, maar juist ging de betaalmeester voorbij. Door de duisternis struikelde hij bijna over ons en toen hij mij met m'n ouclachligen vriend herkende glimlachte hij werkelijk. Je waagt het niet hoor, deze geschiedenis aan Jack te vertellen; ik zóu er tot in 't on eindige mee geplaagd -worden. Kun je je indenken dal ik al drie volle we ken van huis ben? Ik heel goed, iedere seconde Als ik een oogenblik met m'n gedachten stilsta om na te denken, wat ik eigenlijk ga doen., voel ik m'n hart ineen krimpen. Maar ik ben zoo gewend geraakt aan hartepijn, dal ik me misschien eenzaam zou voelen zonder dat, wie weet! Als ik slechts kan volbrengen wat er van me verwacht wordt; als. ik de stukken van m'n verbrokkeld leven maar bijeen kan voe gen cn er een fatsoenlijk geheel van maken, zoodat jij je niet over me behoeft te schamen, ben ik tevreden. Het eerste vreemde woord dat ik geleerd heb is „Alohaoe", 't beteekenft „mijn innigste groeten." Ik zend ze jou in de beste beteekenis. God zegene en beware jullie allen en brenge mij terug als een wijzer en blijmoediger raenscli. Kobe 18 Augustus 1901. Werkelijk in Japan! Ik kan het bijna niet gelooven, ondanks al het vreemde om me heen. Hedenmorgen kwam er een boot naar het schip, met miss Lessing en miss Dixon; de beide dames-Zendelingen in wier school ik onderwijs moet geven. Ik beken je eerlijk, dat m'n hart in m'n schoenen zonk toen ik ze zag. Het zal met hen we) ongeveer het zelfde geweest zijn, want we stonden elkaar zoo verbaasd aan te kijken, of we wezens van verschillende planelen waren, ilet onder scheid begon bij onze schoenen en ze Lie zich voort tot de toppen van onze hoeden. Zelfs de laai die we spraken scheen ine verschil lend en toen ik me het vooruitzicht, om voort durend met menseden te moeten leven die me absoluut vreemd zijn, goed voor oogen stelde, gevoelde ik grooten lust weg le vluch ten. M'n medepassagiers kwamen me allen op eens zeer beminnelijk voor en ik voelde me aan alles op het oude schip gehecht, als hel laatste dat me nog aan Amerika bond. Toen we de loopplank, afgingen werd ik voorgesteld aan „broeder Mason" en „broeder Coleman", tezamen stapten we aan waL Ik gevoelde-me tegenover de geheele wereld als een misdadiger die tot vier jaar verbanning is veroordeeld. Toen we ons hotel bereikten vloog ik naar m'n kamer en wierp me op m'n bed. Ik voelde dat er een uitbarsting zou komen. Ik huilde twee uur, vijf en veertig minuten, stond op, waschte m'n gezicht en keek het raam eens uit. Wat ik zag was alles zoo vreemd en schil derachtig, dat het me tegen wil en dank in teresseerde. Na een poosje kwam miss Les sing binnen. Nu ze zonder hoed was zag ik dat ze een heel lief gezicht had, mooi donker haar en een vroolijke flikkering in de hoekjes van haar oogen, wat me dadelijk aan jou her innerde. Zij vertelde me hoe ze als jong meisje naar Japan was, gekomen en de school had opgericht en wat ze er allemaal zoo graag voor zou willen doen. „Uw komst is een ver hooring van m'n gebed sprak ze Tot nu toe ls het altijd m'n- liefste droom geweest een Bewaarschool voor de kleinsten te heb ben; het is haast te mooi om waar le zijn." Daarbij zag ze me met haar mooie, glanzende oogen zoo dankbaar en vol geestdrift aan, dat ik me schaamde over m'n voorbarige ge voelens. Later kwam miss Dixon ook boven en beiden bicven ze bij me, terwijl ik m'n koffer uit pakte. Binnen twee minuten had ik uitgevon den, dat ze, net als alle andere vrouwen, dol waren op mooie kleeren en nieuwtjes uit, de buitenwereld. Ze inspecteerden nauwkeurig al de sierlijke onderldeeren die m'n zuster voor me gemaakt had; verbaasden zich over m'n hooggehakte schoentjes cn lachten om m'n wijde mouwen. „Wanneer wilt U al die mooie dingen dra gen?" vroeg miss Dixon. En weer zonk m'n hart in de schoenen, want zelfs m'n een voudige garderobe voor het schoolleven be rekend, scheen zeer buitensporig en hier niet te hooren. Maar ik verzeker je nog eens, beste, al blijf ik hier duizend jaar, nooit zal ik komen tot acht-jaar-oudc hoeden en jersey-jakjes. Ik ben van plan me op een goed modeblad te abonneeren om tenminste op dc hoogte van de modes te blijven. Het is nu nog te warm om school te hou den; daarom blijven we nog een weekje m de bergen, voor we opbreken om het herfsl- kwartaal te beginnen. „Lieve Pa" en „Klein Duitschland" zijn hier ln drie uur tweemaal daags geweest, maar ik zag hen aankomen en zorgde weg te zijn. Brieven van huis kunnen niet voor de vol gende week hier zijn; 't ls me haast onmoge lijk zoolang te wachten. Ik verbeeld me voort durend hier op bezoek te zijn en weer gauw naar luns te mogen. Soms leg ik «I dingen bijeen om je te kunnen laten zien. Ik heb zelfs ol een paar cadeautjes gekocht, om yoor thuis mee te nemen. Ik moet nog heel wat lecren, vindt je niet?, Hleisan 28 Augustus 1901. Het sprookjesland! Het echte sprookjesland^ waarvan we elkaar vroeger vertelden; weet je nog wel, in den kersenboom bij Grootmoe der. Lieveling, zoo is het hier, alleen nog veel mooier dan wij ooit droomden. Ik ben in dorpjes geweest, die er uiUugoa of ze uit een prentenboek geknipt waren. De straten waren vol grappige, kleine mei> schen die glimlachend en buigend rondliepen en allerlei prettige dingen tot elkaar zeiden. Het is een land waar iedereen gelukkig schijnt en waar beleefdheid het eerste gebod is. Gisteren reisden wij door hel gebergte in Jinrikishas. De weg was smal maar effen en meer dan drie uur marcheerden de mannen voort zonder op te houden of hun gang te ver anderen, tot we halt hielden voor de lunch, Een Japansch huis is eigenlijk niet veel meer dan een dak en eenige bamboe-palen, maar alles is verwonderlijk zindelijk. Nog vóór we afgestegen waren kwamen mannen en vrouwen naar buiten buigend en roepend: „Ohayo, Ohayo" dat „roeden mor gen" beteckent. Ze vlogen heen en weer om kussens en wij waren meer dan blij ons op de lage banken te kunnen neervlijen. Daarna brachten ze ons verrukkelijke thee en hieven oni-ons heen staan toekijken. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1