DE E EM LAN DER".
Donderdag 2 Apri! 1914.
BUITEN LAN DT^
FEUILLETON.
HEILIG MOeTHN,
N°. 235 Ï2d' Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.JO*
Idem franco per post- 1-50.
Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) - ».1«.
Afzonderlijke nummers O.05»
Vezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intei'comm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—regelsf 0.50.
Elke regel meer0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bopalingon
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
algemeene kennis dat de staat no. 75 der Grond
belasting van 2 April 1914 tot en met 6 Mei
1914 ter inzage is nedergelegd op het bureau
der gemeente-belastingen aan den Westsingel
naast het Stadhuis.
Amersfoort, den 1. April 1914.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWDCK.
SCHOUW.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien art. 22 van het Reglement op het
onderhoud en gebruik der wegen in de provincie
Utrecht d.d. 8 November 1853 (Provinciaalblad
No. 102), alsmede art 1 der Verordening op de
wegen en waterleidingen
Doen te weten, dat de bij voormeld artikel be
doelde voorjaars-schouw over wegen, slooten
en waterleidingen, aan hun toezicht of beheer
onderworpen, zal gehouden worden op Dinsdag,
den 5. Mei aanstaande en volgende dagen.
Wordende bij deze de bepalingen van boven
gemelde reglementen aan de belanghebbenden
in herinnering gebracht.
Amersfoort, den 1. April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
in de gemeente Snelrewaard een geval van milt
vuur is voorgekomen.
Amersfoort, den 1. April 1914.
Dc Burgemeester voornoemd,
v. RANDWDCK.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van de belanghebbenden, dat de blanco
verzoekschriften tot het bekomen van jachtac-
ten, vischacten en kostelooze vergunningen om
te visschen, benevens voor de registratie van
eendenkooien en duiventillen, alle werkdagen
van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddugs,
ter secretarie verkrijgbaar zijn, en maakt hen
opmerkzaam op het belang dat er voor hen in
gelegen is de bedoelde verzoekschriften, behoor
lijk ingevuld, vóór den 10. Mei aanstaande ter
voormelde plaatse in te leveren, opdat men tij
dig voorzien zij van eene acte of vergunning
vóór het seizoen 1914-1915.
Amersfoort, den 1. April 1914.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWDCK.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door de Wed. B. DerksVan Leijenhorst inge
diend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot
het oprichten van eene zeeppoederfabriek, waar
in te plaatsen een verticale stoommachine van
6 P. K. op een terrein alhier gelegen aan de
Kleine Gasthuislaan bij het Kadaster bekend on
der sectie B, no. 3144 op de Secretarie der ge
meente ter visie ligt, en dat op Dinsdag den
14. April aanstaande, des voormiddags te half
elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt ge
geven, om ten overstaan van het Gemeentebe
stuur of van één of meer zijner leden, bezwaren
tegen het oprichten van de inrichting in te bren
gen.
l ot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente
bestuur of één of meer zijher leden zijn versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling- toe te
lichten.
Amersfoort, den 31. Maart 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK.
Nabetrachting; over den
Gemeenteraad.
Ofschoon niet minder dan 38 puinlten op de
agenda van de Dinsdag gehouden raadsver
gadering prijkten, valt er toch niet veel na te
betrachten. Er waren ongetwijfeld zeer be
langrijke punten onder, maar ma dc meeste
menk je niets anders, dan dat ze worden aan
genomen. De raadsleden, die alles doorwerkt
hebben, weten aiailuurlijk wel waarom liet
gaat, maar voor het publiek blijft bijna alles
onbegrijpelijk, totdat er discussie komt, want
dan hoort men, wat er eigenlijk wordt voor
gesteld.
Discussie van eenige beteekenis lokte eigen
lijk alleen de bioscoopverordening. Leek het
eerst of de heeren Jorissen en Kroes voor
zich het vaderschap dezer verordening moch
ten opeisohen, al spoedig bleek, dat wethou
der Rijkcns de eer er van toekomt. "Wij wil
len ons geen rechlstreeksch oordeel over deze
verordening aanmatigen, daarvoor schijnt
men eigenlijk paedagoog te moeten zijn, maai*
dat de verdediging er van overtuigend was,
kunnen we niet zeggen. De heer Jorissen was
er voor, omdat hij er niets tegen vond; de
heer Gerritsen was er voor, omdat jongens
wel eens om geld bedelen om naar de bioscoop
te gaan; de heer Kroes was er voor, omdat
hij in den trein een vader had ontmoet, die
in het bijzijn van anderen door zijn 11-jajrig
zoontje werd gebrutaliseerd, omdat het jong-
oicnsch niet naar de bioscoop mocht.
Gelukkig kwam wethouder Rijkens, na deze
zwaarwichtige argumenten met wat degelijker
kost. Ten minste naar het uiterlijk. Het geldt
hier de bescherming van het kind, de paedar
gogen zijn het er vrij wel over eens, dat dc
bioscoop verkeerd is, enandere gemeen
ten zijn ons reeds voorgegaan. Dat leek naar
argumentatie, maar helaas verder kwam het
niet.
Want deze beweringen werden gegeven als
axioma's, bewijzen er voor kregen we niet.
Zelfs werd geen poging gewaagd om bij be
nadering te doen uitkomen, waarin eigenlijk
het verkeerde schuilt. De heer Jorissen tracht
te nog wel den bewijslast om le keeren, maai
de heer Van Achteribea-gh bedankte voor de
eer. Zoor'terecht wees hij er op, dat de voor
standers der verordening met steekhoudende
argumenten moesten komen, en dat hebben
ze niet gedaan.
Wij. begrijpen heel goed, dat roomsch-katho-
lieken zoo'n verordening toejuichen, zelfs al
staan de Amersfoortsche bioscopen reeds
©enigszins onder roomsche censuur. En in den
Raad verried hun tol juichen gestemd ge
moed dan ook reeds andere klanken voor de
toekomst. Wanneer het zoover kon komen
dia* zulk een verbod ook voor tooneelvoor-
stcllingen kwam, zult ge bij ons steun vinden,"
riep de heer Kroes. Of hij hierbij alleen aan
kinderen dacht? Of mogelijk aan Allerzielen?
Wethouder Rijkens wees dit niet geheel af.
Als het noodzakelijk blijkt (wie maakt dat
unit?) zuililen B. en W. ook dat overwegen.
Waar gaan we heen, mogen we met eenige
bezorgdheid vragen.
Maar is het niet eigenlijk droevig, dat een
zoo teer punt, als de vrijheid der ouders om
te oordeek-n over het al of niet goede voor
hun kinderen, door een gemeentelijke
verordening wordt aan banden gelegd? An
dere gemeenten zijn ons reeds voorgegaan! Ja
wel, het liangt in de lucht en dan moei Amers
foort er ook aan meedoen. Dat slaat well Maar
wij vinden, afgezien van onze appreciatie van
de bioscoop, het in het leven roepen van al
dergelijke verbodsbepalingen toch wel een
beetje reaolionnair, het riekt ons te veel naar
het clericalisme. Waarlijk, de lieer Jorissen
had gelijk, Voor hem zat er niets in, om
er tegen te zijn.
Maar voor de vrijzinnigen?
Een poging van den heer Van Achterborgh
om de vrijheid der ouders nog eenigszins te
redden, mocht niet halen. Het geldt de be
scherming van het kind", decreteerde wet
houder Rijkens en daar hebben de ouders
niet over te oordeelen, dat zullen paedago
gen doen.
De heer Rijkens verijsde zich nog, dat de
lieer Van Duinen, die als wethouder niets te
gen deze verordening had, er thans als raads
lid tegen was. De heer Rijkens verbaze zich
niet te veel, het komt meer voor dat men, wet
houder zijnde, de zaken anders inziet dan als
raadslid.
De overige punten gaven weinig of geen
aanleiding tot discussie. De worstellen inzake
de gasfabriek gingen er zoo door, alsook het
voorstel inzake de grenswijziging tusscken de
gemeenten Amersfoort en Leusdeu.
H. v. W
Politiek Overzicht.
De strijd om Homerule.
Nu men van de verrassing bekomen is, die
de eerste minister aan hel land heeft bereid
door zijn besluit om zelf als minister van oor
log op te treden, komt steeds duidelijker aan
den dag, dat de heer Asquilh hiermee een
coup de maitre heeft verricht. Dien indruk
vindt men uitgedrukt in organen van zeer
uiteenloopendc politieke richting. De Daily
Chronicle schrijft: „Wij kunnen ons geen uit
weg denken, die beter in staat was de open
bare meening gerust te stellen en in he» ge
heele land de bezorgdheid te doen verdwij
nen, die onder alle standen, en men mag wel
zeggen bij alle partijen, was opgewekt door
den unionislischen aanslag om olficieron van
het leger te gebruiken ter vervanging van hel
verloren veto van het hoogerhuis." Me» dil oor
deel van het ministerieeie orgaan lclopt vol
komen dat van de unionistische Times, die on
omwonden verklaart, dat de eerste minister
het juiste heeft getroffen, en daarop laa» vol
gen: „Het optreden van den heer Asquith in
het departement van oorlog zal eene onschat
bare uitkomst hebben. Wij zijn er zeker Yan,
dat het de bezorgdheid in het leger zal doen
bedaren en in alle rangen het vertrouwen zaJ
herstellen."
Een coup de maitre is deze stap in de eerste
plaats geweest met het oog op het kabinet
zelf. Er behoeft nu niet gezocht te worden
naar een nieuwen man om in het kabinet te
worden opgenomen, hetgeen, zooals een nog
recent geval bewijst, altijd bezwaren mee
brengt. Het kabinet blijft zooals het is; in de
vacature, die door het heengaan van kolonel
Seely is ontstaan, is voorzien doordat de eerste
minister tijdelijk Seely's werk naast zijn eigen
werk op zich heeft genomen, en men heeft een
middel gevonden om het aftreden van lord
Morley te verhoeden, zoodat de leiding van
do ministerieeie parlij in het hoogerhuis niet
in andere handen behoeft over te gaan.
Zoo is het kabinet uit eene moeielijke positie-
gered op eene wijze, die maakt, dat het weer
den toestand in zijne macht heeft. De aanwe
zigheid van den eersten minister aan het
hoofd van het departement van oorlog
schenkt eiken waarborg, dien men maar kan
wenschen, dat van eene directe bemoeiing
van het leger met de politiek voorlaan geen
sprake meer zal zijn. Enkele dagen geleden
nog heelt Asquith in het lagerhuis zoo duide
lijk mogelijk te kennen gegeven, dat de regee
ring zich door het leger geene voorschriften
kan laten geven of voorwaarden stellen voor
de diensten, dit -Let heeft te bewijzen in be
paalde gevallen. Hij zal natuurlijk als minis
ter van oorlog naar deze verklaring handelen,
en daarmee wordt het gezag van den staal
tegenover de officieren van het leger gehand
haafd.
Een goede scüiaakzet is deze slap van den
Engelsohen premier nog in een ander op
zicht. Hij heeft, toen hij zidh tot minister
van oorlog liet benoemen, zijn mandaat als
lid van het parlement neergelegd me* de
bedoeling om een nieuw mandaat te vragen.
Strikt genomen had hij dnt misschien niet
beh-oeven te doen; maar hij komt daarmee
tegemoet aan het verlangen van do opposi
tie naar nieuwe verkiezingen, opdat de kie
zers zich kunnen uitspreken. Als hoofd der
regeering onderwerpt hij ziah aan eene
nieuwe uitspraak van zijne kiezers over zijn
beleid. Hij kan deze proef zonder gevaar
nemen, want de kiezers in East Fife, die
hem sedert 1886 zeven malen hebben her
kozen, zullen hem ook de achtste maal weer
kiezen en de uitslag van deze nieuwe stem
ming zal niet zoo zijn, dat men daaruit een
votum van wantrouwen zou kunnen constru-
ceren. Door zijne herkiezing op Paasch-
Maandag zal zijn aanzien versterkt worden.
Het zal hem een goeden ruggesteun geven
om de Homo rule bill voor de derde en
laalste maal door lie* lagerhuis te doen aan
nemen en dan de Beslissende stappen to
doen om deze bill wet te doen wqrdcn.®Ei(
dat is in den strijd; die nu gevoerd wordt,
het alles beheerschende punt.
Dat de oplossing, die dc kabinotskrisis
heeft gevonden, ook daarvoor den weg ge
makkelijker heeft gemaakt, bewijst hel debat
over de tweede lezing van de Homerule
bilk dat eergisteren in ihet lagerhuis is be
gonnen. De plaats van den eersten minis*
ter werd daarbij waargenomen door Sir Ed
ward Grey. Hij deed in zijne repliek het
vooretel, nieuwe onderiiandelingen te voe
ren op den grondslag, dat binnen den door
de regeering aan de Ulster-mannen voorgc*
stelden overgangstijd van zes jaren een fe
deratief stelsel voor hot geheele Vere enig-
de Koninkrijk zou worden ingevoerd. Dal
wil zeggen, dal Schotland en Engeland even
eens anet Homerule bedacht worden. De be
trekkingen van een autonoom Ulster lot hel
parlement In Dublin zouden dan overeen
komen met de betrekkingen van Wales tot
het parlement in Londen. De weg naar nieu
we onderhandelingen over een compromis
is dus nog «open. Die weg zal openblijven
totdat het wetsontwerp, na voor de derde
maal in het lagerhuis te zijn aongenomen,
naai4 het hoogerhuis word't gezonden. Die
vergadering zal dan niet meer de macht
hebben -om het tot stand komen van de wet
to beletten, want dat kan ook zonder hare
medewerking geschieden. Maar wel heelt zij
gelegenheid om alsnog over eene wijziging
van de wet overleg met het lagerhuis to
zoeken en daartoe zal een officieel compro
mis-voorstel van de regeering haar de hand
bicden.,,
Duitschland.
Kastal, 1 ApriL De keizerin is heden
namiddag om 2 uur hier aangekomen, /.ij
werd aan het station ontvangen door prins
Joachim, die op zijn rit naar het station een
klein ongeval had gehad. Het paard van de
dogcart, waarin de prins gezeten was, gleed
op het stationsplein uil; hel viel, maar stond
dadelijk weer op. Door den schok, die hit
gevolg was van het vallen van hel paard,
vloog de adjudant uit den wagen op straat.
De prins greep den teugel, maar viel daarbij
naar voren uit het rijtuig; hij bleel met du
voeten hangen in de voorste bank en slcepto
zoo tussohen het paard en hel rijtuig. Voorbij
gangers kwamen te hulp en bevrijdden den
prins uit zijn ongemakkelijken toestand. Da
prins en zijn adjudant deden geene kwetsuren
op.
Stuttgart, 1 ApriL De minister vau
binnenlandsche zaken heeft in de Tweede
Kamer eene verklaring afgelegd naar aanlei
ding van de vraag of hij bereid is op den
grondslag van de wet op de schecpvaai tollen
en zonder rekening te houden met den stand
van de onderhandelingen met Nederland cn
Oostenrijk over de opheffing van de tolvrij
heid op den Rijn en de Elbe, onderbande*
lingen te voeren met do regeeringen van
Baden en Hessen over het dadelijk ter hand
nemen van do kanalisatie van den Neckar
Lusschen Mannheim en Heilbron. Hij verklaart
de, dat als uitgesloten moet worden beschouwd
het maken van eene betrouwbare berekening
over het geheele nut van deze zaak. Op den
grondslag van de wet op de scheepvaart lollen
zou de Wurtembergsche regeering het waag*
Wie eenmaal op onwaarheid betrapt is,
wordt nooit meer vertrouwd.
Duur
Mrs. LITTLE (Zuster Snöflinga
3 Vertaald door
M. MIDDELKOOP.
Gisterenavond, had ik een avontuur, ten
minste het leek erop. Ik zat op het dek toen
„Pa" naar me toekwam en me vroeg mei
heiu heen en weer te wandelen. Toen we een
paar maal ronageloopen hackten zeilen we
ons op de treden van de brug. De maan was
ongeveer zoo groot als een wagenrad en de
geheele zee leek vloeibaar zilver, terwijl de
vliegende visschen in de schaduw verstop
pertje speelden.
Ik was „Pa" geheel en al vergeten en liet
m'n gedachten gaan waarheen ze wilden toen
hij zich opeens tot mij overboog en zei: „Ik
hoop dat het niet onaangenaam vinclt een
poosje met me te praten. Ik voel me zoo een
zaam P
Ik meende gevaarlijke symptomen te her
kennen en toen hij over z'n „dierbare afge
storvene" begon te spreken wist ik, dat hei
tijd was om te gaan.
„U hebt het ook doorgemaakt", ging hij
voort, „U kunt me begrijpen."
(Ik kneep in 't donker m'n handen samen.
—Wc zoeken beiden een arbeidsveld in vrecm
de landenbegon hij weer, maar juist
ging de betaalmeester voorbij.
Door de duisternis struikelde hij bijna over
ons en toen hij mij met m'n ouclachligen
vriend herkende glimlachte hij werkelijk.
Je waagt het niet hoor, deze geschiedenis
aan Jack te vertellen; ik zóu er tot in 't on
eindige mee geplaagd -worden.
Kun je je indenken dal ik al drie volle we
ken van huis ben? Ik heel goed, iedere seconde
Als ik een oogenblik met m'n gedachten
stilsta om na te denken, wat ik eigenlijk ga
doen., voel ik m'n hart ineen krimpen. Maar
ik ben zoo gewend geraakt aan hartepijn, dal
ik me misschien eenzaam zou voelen zonder
dat, wie weet!
Als ik slechts kan volbrengen wat er van
me verwacht wordt; als. ik de stukken van
m'n verbrokkeld leven maar bijeen kan voe
gen cn er een fatsoenlijk geheel van maken,
zoodat jij je niet over me behoeft te schamen,
ben ik tevreden. Het eerste vreemde woord
dat ik geleerd heb is „Alohaoe", 't beteekenft
„mijn innigste groeten." Ik zend ze jou in de
beste beteekenis.
God zegene en beware jullie allen en brenge
mij terug als een wijzer en blijmoediger
raenscli.
Kobe 18 Augustus 1901.
Werkelijk in Japan! Ik kan het bijna niet
gelooven, ondanks al het vreemde om me
heen. Hedenmorgen kwam er een boot naar
het schip, met miss Lessing en miss Dixon;
de beide dames-Zendelingen in wier school
ik onderwijs moet geven. Ik beken je eerlijk,
dat m'n hart in m'n schoenen zonk toen ik
ze zag. Het zal met hen we) ongeveer het
zelfde geweest zijn, want we stonden elkaar
zoo verbaasd aan te kijken, of we wezens van
verschillende planelen waren, ilet onder
scheid begon bij onze schoenen en ze Lie zich
voort tot de toppen van onze hoeden. Zelfs
de laai die we spraken scheen ine verschil
lend en toen ik me het vooruitzicht, om voort
durend met menseden te moeten leven die
me absoluut vreemd zijn, goed voor oogen
stelde, gevoelde ik grooten lust weg le vluch
ten.
M'n medepassagiers kwamen me allen op
eens zeer beminnelijk voor en ik voelde me
aan alles op het oude schip gehecht, als hel
laatste dat me nog aan Amerika bond.
Toen we de loopplank, afgingen werd ik
voorgesteld aan „broeder Mason" en „broeder
Coleman", tezamen stapten we aan waL Ik
gevoelde-me tegenover de geheele wereld als
een misdadiger die tot vier jaar verbanning
is veroordeeld.
Toen we ons hotel bereikten vloog ik naar
m'n kamer en wierp me op m'n bed. Ik
voelde dat er een uitbarsting zou komen. Ik
huilde twee uur, vijf en veertig minuten,
stond op, waschte m'n gezicht en keek het
raam eens uit.
Wat ik zag was alles zoo vreemd en schil
derachtig, dat het me tegen wil en dank in
teresseerde. Na een poosje kwam miss Les
sing binnen. Nu ze zonder hoed was zag ik
dat ze een heel lief gezicht had, mooi donker
haar en een vroolijke flikkering in de hoekjes
van haar oogen, wat me dadelijk aan jou her
innerde. Zij vertelde me hoe ze als jong meisje
naar Japan was, gekomen en de school had
opgericht en wat ze er allemaal zoo graag
voor zou willen doen. „Uw komst is een ver
hooring van m'n gebed sprak ze Tot
nu toe ls het altijd m'n- liefste droom geweest
een Bewaarschool voor de kleinsten te heb
ben; het is haast te mooi om waar le zijn."
Daarbij zag ze me met haar mooie, glanzende
oogen zoo dankbaar en vol geestdrift aan, dat
ik me schaamde over m'n voorbarige ge
voelens.
Later kwam miss Dixon ook boven en beiden
bicven ze bij me, terwijl ik m'n koffer uit
pakte. Binnen twee minuten had ik uitgevon
den, dat ze, net als alle andere vrouwen, dol
waren op mooie kleeren en nieuwtjes uit, de
buitenwereld.
Ze inspecteerden nauwkeurig al de sierlijke
onderldeeren die m'n zuster voor me gemaakt
had; verbaasden zich over m'n hooggehakte
schoentjes cn lachten om m'n wijde mouwen.
„Wanneer wilt U al die mooie dingen dra
gen?" vroeg miss Dixon. En weer zonk m'n
hart in de schoenen, want zelfs m'n een
voudige garderobe voor het schoolleven be
rekend, scheen zeer buitensporig en hier niet
te hooren.
Maar ik verzeker je nog eens, beste, al blijf
ik hier duizend jaar, nooit zal ik komen tot
acht-jaar-oudc hoeden en jersey-jakjes.
Ik ben van plan me op een goed modeblad
te abonneeren om tenminste op dc hoogte van
de modes te blijven.
Het is nu nog te warm om school te hou
den; daarom blijven we nog een weekje m de
bergen, voor we opbreken om het herfsl-
kwartaal te beginnen.
„Lieve Pa" en „Klein Duitschland" zijn hier
ln drie uur tweemaal daags geweest, maar
ik zag hen aankomen en zorgde weg te zijn.
Brieven van huis kunnen niet voor de vol
gende week hier zijn; 't ls me haast onmoge
lijk zoolang te wachten. Ik verbeeld me voort
durend hier op bezoek te zijn en weer gauw
naar luns te mogen. Soms leg ik «I dingen
bijeen om je te kunnen laten zien. Ik heb
zelfs ol een paar cadeautjes gekocht, om yoor
thuis mee te nemen.
Ik moet nog heel wat lecren, vindt je niet?,
Hleisan 28 Augustus 1901.
Het sprookjesland! Het echte sprookjesland^
waarvan we elkaar vroeger vertelden; weet
je nog wel, in den kersenboom bij Grootmoe
der. Lieveling, zoo is het hier, alleen nog veel
mooier dan wij ooit droomden.
Ik ben in dorpjes geweest, die er uiUugoa
of ze uit een prentenboek geknipt waren.
De straten waren vol grappige, kleine mei>
schen die glimlachend en buigend rondliepen
en allerlei prettige dingen tot elkaar zeiden.
Het is een land waar iedereen gelukkig schijnt
en waar beleefdheid het eerste gebod is.
Gisteren reisden wij door hel gebergte in
Jinrikishas. De weg was smal maar effen en
meer dan drie uur marcheerden de mannen
voort zonder op te houden of hun gang te ver
anderen, tot we halt hielden voor de lunch,
Een Japansch huis is eigenlijk niet veel
meer dan een dak en eenige bamboe-palen,
maar alles is verwonderlijk zindelijk.
Nog vóór we afgestegen waren kwamen
mannen en vrouwen naar buiten buigend en
roepend: „Ohayo, Ohayo" dat „roeden mor
gen" beteckent. Ze vlogen heen en weer om
kussens en wij waren meer dan blij ons op de
lage banken te kunnen neervlijen.
Daarna brachten ze ons verrukkelijke thee
en hieven oni-ons heen staan toekijken.
Wordt vervolgd.