Woensdag 6 Mei 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LÜTTE.
12da Jaargang
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
Albaneesche zorgen.
l ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post 1.50»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO,
Afzonderlijke nummers 0.05.
Pe,:o Courant veraohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.3Ö.
Elke regel moer -0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling,
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij aboimemoat.
Eene circulaire, bovattondo de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegozonden.
Ontwijding.
Het is niet belangrijk, maar bet is teekenend
yoor de godsdienstige verwording, welke op
het platteland maar al te vaak zich openbaart
Het zou vermakelijk zijn. indien het niet be-
drü avond was te zien, hoe er vaak met het
heilige gesold wordt.
In 'n dorp, waarvan vele onzer lezers mis
schien inlet eens den naam kennen, ai is het
gelegen in de provincie Utrecht, bijna onder
den rook van 'n academiestad, in de gemeen
te Benschop, zijn de vorige eek in den ge
meenteraad breedvoerige discussies gehouden
over bet voorstel van een der raadsleden om
in bet vervolg de raadsvergaderingen mei
gebed bo openen.
De meeste raadsled cm -chenen zulks ge
wei ischt te vinden en noodig te hebben om
hun plichten goed te kunnen waarnemen; de
burgemeester echter meendei, dat het voldoen
de was, zoo bij de raadsleden het oprechte
voornemen voorzat om de der ge
meente naar hun beste weten in volkomen
belangloosheid te behartigen.
Het is echter niet over de discussies tus-
s< lv.n de Benschopsahe boeren en hum burge
meester, dat wij onze lezers onderhouden wil
den. al zou het ons stellig enige vroolijke
oogenbiikken bezorgen.
Wij. willen alleen bet resultaat der bespre
kingen meedeelen.
Toen ten slotte mei aflgemeene stemmen op
één na besloten was, dat de raadszittingen
voortaan met gebed geopend zouden worden,
wenschle de voorzitter, dat het raadslid, die
het voorstel gedaan en verdedigd had, dan
ook heit gebed uitspreken zooi. Maar neen,
daar wilde deze niet van weten. Ook de an
dere raadsleden achtten het de taak van den
burgemeester, wien zij, djus opdroegen 'n ge
bedsformulier op te stellen en dat in de vol
gende vergadering den raadsleden ter goed
keuring voor te le^uan.
En ziehier nu wait wij gruwelijk vinden:
ld. dat 'n burgemeester tegen zijn wil opge
dragen wordt... 'n gebed te maken, gelijk 'n
kleermaker 'n jas!
2o..Da! dit gebed ter goedkeuring voorge
legd moet worden aan den geineenteraadl
3o. Dat 'n gemeenteraad, bestaande uit man
nen rwan zeer uiteenlotopende godsdienstige
overtuiging (sit venia verbo), <ver de woor
den van het gebed in openbare vergadering
gaan dascussiecrenl
•lo. Dat het aldus vastgesteld formulier vóór
Iedere vergadering door den yoorzatter
Voorgebeden zal worden!
Welk 'n kracht zal er van zulk 'n gebod uit
gaan?.
In het exposé, dat de minister van buiten-
landsche zaken van Oostenrijk-Hongarije,
graaf Berchtold, in de vorige week in de dele
gation gegeven heeft van den toestand, wor
den de zaken in Albanië in rozenroode kleu
ren geschilderd. Hij zeide, dat de oprichting
van den zelfstandigen staat Albanië door cic
aanvaarding der regeering van vorst W ilhelm
is voltooid, dat de nieuwe souverein door de
bevolking met geesidriit is begroet en de sym
pathie bezit van dc groote mogendheden, en
dat dit alles een gunstig voorteeken vormt
voor het slagen van zijne zending.
Er werden reeds dadelijk stemmen verno
men, die deze voorstelling te optimistisch von
den, en die indruk is sedert nog versterkt
door de berichten, die zijn ontvangen over
een inval van Epii;otische benden in het dis
trict Kolonia. Kolonia ligt ten zuiden van
Koritza, waar in het begin van April hevig
is gevochten. Daar de Albaneesche gendar
merie tot dusver nergens over de noordwes
telijke grens van de voormalige Grieksche oe-
zettingszóne heengegaan is, maar zich bin-
ncn die grens heelt gehouden, heeft de bezet
ting van Kolonia niet de beleekenis van eene
gevoelige nederlaag. Het garnizoen van Kolo
nia was door detacheeringen naar Koritza
verzwakt, hetgeen het succes van de Epiro-
ten verklaart.
De overval op Kolonia levert echter aan den
anderen kant het bewijs, dat er in het kamp
der opstandelingen steeds eene groote leven
digheid heerscht en dat de bezetting van het
aan Albanië toegekende gedeelte van Noord-
Epirus wel niet zonder bloedvergieten zal kun
nen geschieden. Het schijnt, dat de Albanee
sche regeering ten slotte toch genoodzaakt zal
zijn, sterkere militaire middelen van druk aan
te wenden. Het is niet bekend, hoe ver de
mililaiFe maatregelen van Albanië, die na den
overval op Koritza zijn bevolen, nu gevorderd
zijn. Er wordt gezegd, dat de vorst van Alba
nië heden reeds over omstreeks ÏO.UOO man
kan beschikken. Of deze lichting in staat z .1
zijn de taak, die haar is toegedacht, te vol
brengen, moet nog blijken. In den laatsten tijd
zijn in Albanië een aantal machinegeweren
met munitie en ook eene batterij snelvuur-
geschut aangekomen.
Het staat vast, dat de opgestane Epiroten
aanzienlijke versterkingen hebben gekregen
door den overgang van officieren van hel
Grieksche leger, die met de aan hen onderge
schikte manschappen, machinegeweren en ka
nonnen uit het front deserteerden. Misschien
komt er aan deze deserliën een einde, nu de
ontruiming is voltooid van Epirus door de
Grieksche troepen, die thans i ^ar een groo
teren afstand van dc Albaneesche grens zijn
verlegd. Griekenland slaat thans voor vraag
stukken, die de aanwending van zijne mili
taire machtiniddelcn op andere plaatsen noo
dig kunnen maiken. Inlusschen werpen deze
desertiën een eigenaardig licht op de tucht
in het Grieksche leger.
Albanië kan, wanneer de vreedzame mid
delen te kort schielcn, voor vrij groaLe mili
taire bezwaren komen te staan. Dit zijn niet
de eenige bezwaren, waarvoor het jonge vor
stendom zich gesteld ziet Op een eigenaardig
bezwaar wijst de Neue Freie r'resse, namelijk
op den inner lijken naijver tussohen Oosten
rijk-Hongarije en Italië de twee mogendhe
den, die de eigenlijke beschermers van Albanië
zijn; hel blad zegt daarvan: ,,In Londen werd
voor eenige dagen eene Geschiedenis verhaald,
waarvan wij niet weten of zij op waarheid
berust, maar die lot dusver van Oostennjksch-
Hongaarsche zijde niet is weerlegd. Van de bi
den vorst van Albanië geaccrediteerde gezan
ten zijn de Oostenrijksch-Hongaarsche en de
Italiaanschc gezant hel eerst aangekomen.
Daar echter geen aan den an dor den voor
lang b;: <le overhandiging van den geloofsbrief
wilde laten en niet wilde hebben, dait de an
dere op deze wijze als oudste gezant doken
van het corps diplomatique zou worden, beslo
ten zij, om dezen naijver niet naar buiten te
loonen, de ontvangst-audiëntie bij den vorst
zoo lang uit te stellen, totdat de gezant vüd
een dorden staat zijn geloofsbrief zou hebben
overhandigd. Dat heeft de Humeensche gezant
gedaan, en deze werd, daar de Oostenrijk'
saho en de Italiaanschc gezant elkaar weder-
keerig niet het kleinste voordeel wilden gun
nen, deken van het corps diplomatique. Het
is misschien aan twijfel onderhevig of deze
geschiedenis precies zoo is op te vatten als zij
naar Engelsche beriohten in Ween en wordt
verteld. Zeker is echter, dat graaf Berchtold,
die de ernstige moeielijkheden van het Alba
neesche vraagstuk kent, niet zal betwisten,
dat het succes van deze schepping nog geens
zins verzekerd is en dat op de r let-officieele
stroomingen in Bome eveneens moet worden
gelet."-
Duitschland.
Bij den bondsraad is een wetsontwerp aan
hangig» da* ten doel heelt de belasting van
vreemde wijnen toe te laten daar, waar het
belasten van inlandsche wijnen geoorloofd is.
Het bericht, dat verléaen Donderdag besloten
was tot indiening van dit wetsontwerp bij
den rijksdag, blijkt voorbarig te zijn. Er zijü
bezwaarschriften tegen dit wetsontwerp in
gekomen uit het binnenland en ook uit het
buitenland, die tot een nader onderzoek aan
leiding hebben gegeven. Het is daardoor on
waarschijnlijk geworden, dat dit wetsontwerp
nog voor de zomervacanlie van den rijksdag
zal worden afgedaan.
In het buitenland heeft dit plan zeer de
aandacht getrokken van de bedreigde belang
hebbenden. In Madrid heeft eene vergadering
van afgevaardigden en senatoren van de wijn-
bouwende streken plaats gehad, waarin be
sloten werd bij de regeering aan te dringen op
stappen bij Duitschland tegen de vooi geno
men verhooging van rechten op Spaansche
wijnen. In dc Tcmps wordt er op gezinspeeld,
dat als dit plan doorgaat, men in Frankrijk
represailles zou kunnen nemen op gelijke
wijze als Rusland, dat een invoerrecht op
graan zal invoeren, om het effect van de in
Duitschland uitgekeerd wordende uitvoerpre-
rniën te niet te doen.
B e r ij n5M e i. Bij de tweede lezing van
de begrooting van oorlog deelde de minister
van oorlog over de uitvoering van de nieuwe
legcrwet mede, dat de inlijving van de benoo-
digde meerdere manschappen is gelukt, zon
der dat moeielijkheden worden ondervonuen
38.000 volkomen geschikte mannen konden
uiet meer ingelijfd worden. De cischen van
geschiktheid zijn dezelfden gebleven. Van de
ingelijfde manschtppen werden 4 pet. wegens
lichaamsgebreken weer ontslagen tegen IJ
pet. in het vorige jaar.
Bij het 30.000 man sterke korps officieren
zijn thans slechts 3000 vacante plaatsen. De
bezetting van deze plaatsen is in hoogstens
drie jaren bepaald te verwachten.
Bij de onderofficieren zijn 4000 vacante
plaatsen.
De vrees, die aan de legerwet is vastge
knoopt, is geheel ongegrond. De huisvesting,
de voeding en de sanitaire verzorging van 'lc
manschappen waren voldoende. Wat de ge
zondheid van het leger betreft, was 1913 een
recordjaar, waardoor de voortreffelijkheid
van het korps officieren van gezondheid be
wezen wordt. Veel moeite leverde de kwes
tie van de kleeding op, maar toch is reeds
aan den i&izer bericht kunnen worden, dat
alle troepen-eenheden gereed zijn om voor
den oorlog uit te rukken. (Levendige toe
juichingen).
In de begrootingscommissie verklaarde de
minister van oorlog, tegenover bezwaren van
een vrijzinnige, dat het stijve stelsel van lucnt-
schepen het allerbeste is, dat bestaat. Het zou
dus onverantwoordelijk zijn, als het leger
bestuur dit stelsel niet verder aanmoedigde.
B er 1 ij n, 5 M e i. In den verderen loop van
het debat over dc begrooting van oorlog zei-
de Schuiz (sociaal-democraat): Wij bestrijden
het staande leger, omdat het een maehlmiddel
is tot instandhouding van de klaoscnheer-
schappij.
Erzberger (centrum) zeide: Het staande le
ger is veeleer een machtmiddel tot instand
houding van de welvaart van Duitschland en
van den wereldvrede. De laatste legerver-
meerdering was volstrekt noodig. Wij zijn
er trotsck op, dat de legerorganisalie zoo
schitterend haren goeden naam handhaafde.
(Luide instemming.) Het economische leven
bleef daarbij ongeschokt Daartegenover had
den andere natiën groote moeielijkheden bij
de iegervoordracht; zij konden tot heden nog
niet tot stand brengen wat reeds door ons
is toegestaan. Dat is voor ons eene verdere
reden van voldoening en trots. (Luide in
stemming.)
Bassennann (nationaal liberaal) zegt: Ook
wij zijn van de noodzakelijkheid van de laat
ste 'leger verst er king overtuigd. De wereld
vrede werd daardoor gediend. De internati
onale spanning begint eene zekere splitsing
van de wegen te verloonen. Daarom nemen
de wrijvingsvlakken toe. Dit wordt bevestigd
door de spanning, die het ingrijpen van
Duitsckland's koloniale politiek, vooral tegen
over Engeland na zich sleepte. Om onze stel-
lings als groote mogendheid in stand tc hou
den, is het best geoefende leger juist goed
genoeg. (Toejuichingen). De ambtsbezigheid
van den minister van oorlog bewijst, dal hij
zijn arbeidsveld goed tbeh-ierscht. (Instem
ming.) Het Duitsclic volk geeft blijk volledig
begrip te hebben van den. weg, die in de Ie
gervoordracht is aangewezen; de ruimste krin-
en van het volle zijn overtuigd, dat wij met
de aanneming van de voordracht het juiste
hebben gelroifen, ook in den zin der hand
having van den wereldvrede. (Toejuichingen
bij de nationaal liberalen.)
Morgen voortzetting van deze debatten.
Hamburg, 5 Mei. Daar dc werkgevers
in het expeditie- en transportbedrijf weiger
den het tariefsverdrag, dat den 30en April ab
liep, op den door de koetsiers voorgesteldca
grondslag tc vernieuwen, hebben de koetsiers
besloten te staken. Voorloopig staken 800 man.
Engeland.
Londen, 5 Mei Bij de ontvangst van
eene deputatie, die kwam aandringen op of-»
ficieele deelneming aan dc Panama-tentoon^
stelling in San Francisco, betuigde eerste mi
nister Asquith instemming met het denk-i
beeld, dal de regeering een bijzonder pavil
joen zou bouwen. Hij beloofde dit in liet ka
binet ter sprake te zullen brengen. Wanneer
hiertoe wordt overgegaan, dan zou dal bc-
teekencn, dat de rcgcering de uitnoudiging
tot deelneming aan dc tentoonstelling zon
aannemen, zonder dat dit groote kosten zou
vorderen.
De pas overleden hertog van Argyll laat uit
zijn huwelijk met prinses Louise van Enge
land geen zoon na. Zijn titel en dc daaraan
verbonden waardigheden cn bezittingen gaan
over op zijn een jaar jongeren broeder, die
als deelhebber in het belkcnde bankiershuis
Coulls, eene aanzienlijke plaats inneemt in do
wereld, waarvan de Londensche beurs liet
middelpunt is.
Do schilderij van Sargent in de Royal Aca
demy, die heeft blootgestaan aan een aanval
van eene suffragette, is door drie cncdcn be
schadigd. IIel is ceu portret van den schrijver
James eu is een van Sargent's beste werken.
Een man, die de dadcres trachtte tc bescher
men, werd daarvoor door eenige bezoeken
aangevallen en mishandeld.
De daad geschiedde op den openingsdag var
de tentoonstelling, waarop het stuk was in«
gezonden. Een deskundige, die de schilderij
na de daad onderzocht, verklaarde, dat dG
schade betrekkelijk grooler was dan bij dc on
langs op gelijke wijze beschadigde Venus van
Velasquez, waar zich met dc jaren een sooit
vernis had gevormd, die aan de schilderij ccn
grooler weerstandsvermogen verleende. Hier
ging de bijl door de nog versclic verf cn sneed
liet doek geheel door. De waardeverminde
ring van het stuk wordt opgegeven als 500
p. st. De daderes, eene vrouw van 55 jaren,
die zich mrs. Wand noemt, is naar hel hof van
assises verwezen.
Oostenrijk-Hongarije.
Bij alle ieweucnuciü over ueu .ugemeenea
toestand van keizer Frans Jozef blijft toch de
kalarrh hardnekkig eu maakt de beterschap
in dat opzicht slechts geringe vorderingen.
Men bericht, dat prof. Ortncr, die met den
lijfarts dr. Kerzl den keizer behandelt, aan
dringt op eene krachtiger geneesmethode, in
zonderheid door 'het opzoeken van een gelijk
matiger, zachter klimaat, om te beletten da/
de ongesteldheid chronisch wordt.
Rusland.
Petersburg, 5 Mei. i'oen in de zitting
van heden de minister-president Gorcniykin
op de tribune kwam, maakten de afgevaardig
den van de uiterste linkerzijde lawaai; zij
trommelden en klopten op bunne lessenaars.
De vermaning tot rust van den voorzitter
van do docma bleef zonder vervolg, waarna
hij voorstelde aan dc acht schuldigen de hoog
ste straf op te leggen, namelijk hunne uitslui
ting uit vijltien zittingen. Een van dezen, de ai-
Wie u de fouten van anderen ivertelt, zal
.Weer aan anderen uw fouten vertellen.
door MARIE DIERS
Schrijfster van
•^Dokter Joost en zijne zeven zotrgen", enz
vertaald door Cato W. Westenberg.
„Louisel Kon toch eens even hier!" riep de
oude dominee ihomasius en stak zijn gezicht
met den grijzen schippersbaard voorzichti0
door de spleet van de deur in de groote ach
terkamer, waarin veel drukte heerschtc. De
slachllucht, die twee malen in het jaar de
pastorie vervulde, drong hem tegemoet. Aan
de groote tafel in 't midden der kamer was
de domineesvrouw bezig met 't mes in dc
hand en eene witte, met bloed bevlekte schort
Voor, terwijl zc hare orders naar alle zijden
zond, aan eene lange tafel bij den muur draai
de de dikke meid Sophie langzaam en voor-
zichl ig de worstmachine, terwijl eene boeren
vrouw uit het dorp de darmen vasthield en
t vollen daarvan met groote toewijding eo
't geven van. korte bevelen aan de meid 'be
geleidde. In den hoek bij hel - ster was nog
/eer opgeschoten meisje, flat slechts in de pas
torie bic'" als er ovcrinnlig v 1 te doen
was, bezig met hot breken en doorsteken dei
worstpinnetjes.
Dominee Tliomasius hield met de rechter
hand, waarmee hij de deur heel voorzichtig
slechts op een kiertje geopend had, de lange
pijp vast, met de andere een onen scliriïr,
waarin hij met rooden inkt correcties had aan
gebracht
„Kun je je niet een oogenblikje vrij maken,
Louise?" drong hij aan, reeds een weinig on
geduldig geworden.
„Och! Juist nu weerl *t Zal wat wezenl"
mopperde de domineesvrouw met halfluide
stem. Toch legde zij het mes neer, streek hare
handen vlug wat af, en terwijl zij ze een
eindje van zich verwijderd in de lucht hield,
kwam ze op hem toe.
Zo was iets grooler, veel gezetter en veel
jonger dan haar oude, kleine, magere echt
genoot, die er bijna armoedig uitzag, zooais
hij daar in slechte houding vóór haar stond
in zijnen kaal geworden cliambre-cloak, ter
wijl liet slordig geborstelde haar, vallende,
zooals het gelieide te vallen, hem op voor
hoofd en slapen lag. Zij had een zacht ge
kleurd, energiek, verstandig gezicht niet
mooie, donkere oogen en eenen lijn gebogen
neus. Naar haren mond te oordeelen, ver
stond zij de kunst van bevelen goed.
„Bekijk dit eens, Louise!" zei de oude do
minee triomfantelijk eu liet, meegesleept dooi
de gelorie van het oogenbiik, den deurknop
los, zoodat de deur knarsend verder op» u
ging en hij nu toch op het gebied van de
huishoudelijke luchtjes kwam, dié hij zoozeer
verafschuwde. Met zijne zacht bevende han
den hield hij haar het schrift voor en klopte
nog ter versterking met den knokkel van den
icchlermiddelvinger op de bladen. „Zie je, cn
dat is nu gecne gewone oefening, maar eene
onvoorbereide, die ik Lütte zooeven gedic
teerd heb: twee heeie, lan/je bladzijden cn
geene euke'.e fout, slechts Lier in het midden
eene fout door onnadenk ;nheia, die ze ooi»
nog wel achterwege bad kunnen laten, zeker.
Dat hel ik haar ook gezegd, 'l Zou een pracht
stuk ijn zonder dat. Maa:- ook zuo is l goed,
zeer goed, heel mooi. St:l je eens voor, nier
o ja, dat is waar ook jc kunt Let helaas
niet begrijpen. Jam-icr. Maar ik wil hel be
waren, tot er eens een collega komt. Van
Martin heb ik niet veel pleizier beleefd, nu
stelt Lütte me toch weer schadeloos!"
De domineesvrouw keek met een zuurzoet
gezicht naar het uitstekende Latijnsche werk
Zij werd zoo rood als vuur, maar ze bedwong
zich en zeide: „Ja, ik vind het immers om
prettig, als je er pleizier van hebt, Thonia-
sius. Ik gun het je ook wel van harte. Ma ar
zijn jullie niet gauw klaar met de les? Wij
hebben hier zooveel te doen. De kleine Mariek
moet weg en ze moet haar eten hebben, kim
je mij Lu tie niet spoedig sturen? Zie een>.
beste mau, ik weet lieelemaal niet, hoe we
klaar zullen komen. Het varken woog zes
honderd pond. Het is een groote zegen, ua'
geef ik toe, zelfs op Kestendorf hebben ze h
/.en winter zoo'n varken niet gehad maar
al dat werk! Kun jc niet éénen enkelen keer
om mijnentwille de les bekorten?"
„Maar...! Maar...! Lie\e vrouw! Louiscl'
zeide de oude dominee verschrikt. Hij had
haar reeds eenige malen in de rede willen
vallen, doch door de opwinding had hij de
passende bewoordingen niet kunnen vindoi.
Hij sloot het schriiL cn keok haar pijnlijk ge
troffen en bestralfend tegelijk aan.
„Je weet toch, dat wij op 't oogenbiik wis
kunde hebben, vrouw 1 Eu daariu is Lüite nog
erg achier. Daarin is ze nog lieelemaal niet
gelijk met de leerlingen van op één na de
hoogste klasse. Dal zou toch vreeselijk zijn,
eenvoudig eene heele les te missen. Sluui
Sophie toch even uit en laat haar eenige'van
de aannemeliugen voor je halen, lloe is 't
toch mogelijk, uat er zulk eene gedachte bij
je opkomt? Ik verbaas me ontzettend over je,
üesle vrouw 1"
Hoofdschuddend, met gebogen rug en bijna
haastig, alsof liij eene kostbaarheid in veilig
heid moest brengen, ging hij, sloffend over
den sleciien vloer der gang, naar de studeer
kamer terug. .Zijne vrouw zag hem' met sa
mengeknepen lippen na. Toen keerde ze zien
oiu, trok de deur dicht en ging weer aan de
slachttafel staan. Maar het kookte 111 haar.
men zag liet aan het jagen van hel bloed
tn liaar gezicht.
„Dc julfrouw mag zeker niet?" zei de
boerin" vroeg eene oude vrouw «met ingeval
len borst, in wier trouwhartige oogen nu eem
guitige schittering kwam, welke toonde, da?
ze 't een en ander begreep.
„Och, vrouw Meinkel" was alles, wat dr
domineesvrouw ietwat i^rzelcnd, moedeloo>
anlwoordde. Maar na een poosje moest zc
locli verder spreken. „Daarvoor heeft men au
eene eenige dochter!" riep ze bitter. „Zeg nu
zelf eens,, vrouw Meinke. wat et daar nu
van terecht komen? Kun jij je een meisje
voorstellen, dat Latijn en Grieksch en wis
kunde leert en niets van de keuken weet, e>
geen flauw begrip van heeft, hoe ze een bord
soep moet koken? En dat zoo iets juist mij
moet overkomen! Wat voor profijt ter wereld
zal het kind toch later van hare dolzinnige
oefeningen en al dien onzin hebben, als wij
beiden er eens niet meer zijn? Mijn b rtc man
is al midden in de zestig, vrouw .Meinke, en
ie weet. hoe ik moet oppassen, dril liij he*
eten krijgt, dat goed voor zijn gestel is en hov
ik in andere opzichten voor hem moet zor
gen, vooral in den winter, opdril liij toch
vooral niet ziek zal worden. Zijn hart is noo>t
heclemacl in orde. Als hij aiicen maar hier
in Bunlhorp behoefde te precken, dan zou ik
niets zeggen. Aiaar nu moet hij minstens allo
veertien dagen naar Kestendorf, terwijl da
wegen zoo slecht zijn en deze ellendige oosten
wind voort durend waait. En dan die winde
rige kerkhoven!"
„Zoo is liet overal met onze dominees, me*
vrouw", troostte de boerin. „En 11c zeg altijd
mar: Wie zoon klein barstje ia zich hecR,
als onze dominee met zijne hartekiep, cue.
houdt het nog 't langst uil. Dat zal mevrouw
zien!"
„Ja, ja, ik klaag immers ook niet, vrouw
Meinke. En als de nood aan oen man konr,
hebben wc toch ook nog wel eenen enkelen
cent, geërfd van mijne brave ouders. Ik ben
streng opgevoed. Ja, Sophie en Mariek, lui
steren juhe maar, t zal jullie niet schaden,
ik licb als jong meisje meer moeten werken
dan jullie beioen sómen, uiaar bet heeft mij
goed gedaan. En als t van mij afhing, dan
noest Clirisla ook ja, God weet het.
Maar
Zc kon niet voortgaan. Di'.kc Iraneq kwamen
haar in de oogen cn rok.en haar over hel.
gezicht. Ze veegde ze snel met de mouw al,
opdat zc niet op het vlccscil zouden vallen.
„Ja, dat zal \velr" zei mouw Meinke be
droefd. „Mij zal uw heer ijn! M nigmaal zi<"
wij immers ook r.iel, waar dingen op utt
zullen loopen, rraar als 1 God vertrouwen,
wordt alles toch nog g
ITurclt vervijlodr