N°. 263 12"' Jaaraang.
DE E EM LAN DER".
Donderdag 7 Mei 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LÜTTE.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Politiek Overzicht.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. 99
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f G*
Idem franco per postl»5fl>*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
5eze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- ea
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te renden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf 0.50.
Elke regel meer 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrit bestaan zoor voordoelige bepalingen
tot het horhaald advortooren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Na de verkiezingen in Zweden.
De nieuwe rijksdag van Zweden zal, wan
neer hij den 18en dezer bijeenkomt, dadelijk
kpwlg kunnen nemen van de plannen oer
regeeraiïg om de landsverdediging beter in. te
xfrmten. Nu de verkiezingen, voor de Tweede
Kamer gunstig zijn uitgevallen voor de rech
terzijde (en voor de met haar verbonden
vrienden der landsverdediging van den rech
tervleugel der linkerzijde), blijft het ministe
rie-Hammarsikjóld natuurlijk aan het roer en
ral bet alies doen tol uitvoering van hetoofd-
punt van het programma van regeeringsbe-
kid, waarmee het is opgetreden, de oplossing
van het vraagstuk der landsverdediging. Ook
de liberalen toonen zich gezind om daartoe
mede *e werken. Over de oonstiitutioneele
strijdvragen, die in de verkiezingscampagne
om redenen van taktiak naar Yoren waren
gebracht, wordt tlhans gezwegen; zij zijn stil-
rwijgend achter de landsYerdedigingskwcstie
gesteld, die in de allereerste plaats de aan
dacht vraagt.
De liberalen vormen nu de kleinste partij in
dc Tweede Kamer; zij brengen 71 stemmen uit
tegen 73 van de sociaal-democraten en 86 van
de conservatieven. Zij zijn echter de partij,
die den doorslag geeft; zonder hen is eene
positieve oplossing van de kwestie der lands
verdediging niet mogelijk. Men rekent vrij
stellig met een compromis tusschen het mi-
nisterie-Hiammarskjöid en de liberalen juist
op dk gebied. Deze mogelijkheid ligt reeds
hierom voor de hand, omdat het landsverde-
l'igingsprograninfa van het tegenwoordige mi
ni- terie op verschillende gewichtige punten
p:'ralled loopt met de lijnen, die de vorige mi
nister-president Slaaft in zijne bekende rede
van Karlskrona, dn December 1913, als richt
snoer voor zijne parlij aanwees. Alleen om-
treni den oefeningstijd van de infanterie en
den aard van de nieuw aan te schaffen pant
serschepen heerschcnde belangrijke meenings-
verschiilen tusschen de conservatieven en de
liberalen.
Yoor da houding, die de liberalen in den
nieuwen rijksdag zullen aannemen, is het van
gewicht, diat de heer Staaff zich beslist af
wijzend gedraagt tegenover de wenschen en
aansporingen van de uiterste linkerzijde om
aan het kahinet-Hammarskjöld dadelijk bij het
bijeenkomen van den nieuwen rijksdag par
lementaire moaielijkheden in den weg te leg
gen, ten eande zelf aan het hoofd van een ra
dio aal-sociaal-democratisch ministerie te kun
nen optreden. De leider van de sociaal-demo-
oraten Braiding heeft er op gewezen, dat in
den nieuwen rijksdag in werkelijkheid eene
ual liberalen en sociaal-democraten beslaan'
den meerderheid de macht bezit en da het
natuurlijk zou zijn wanneer naar het voor
beeld van Denemarken, waar liet radicale mi-
misterie-Zahlc reeds sedert een jaar op eene
radicaal-socialistische meerderheid steunt
in Zweden een nieuw ministerie-Staaif de re-
geeringsmaeht op zich nam. Daartegenover
heeft echter Staaff's orgaan, Dagens Nyheter,
verklaard, dat, al bestaat overigens in de poli
tieke on parlementaire meeningen van de li
beralen en de sociaal-democraten in Zweden
veel overeenstemming, het standpunt van de
beide partijen in de kwestie van de landsver
dediging zoozeer verschik, dat eene samen
werking op dit punt is uitgesloten. De lands-
verdediigirLgskwesftie echter moet in de aller
eerste plaats worden opgelost. Hieruit blijkt
duidelijk, dat de liberalen na den uitslag van
deze verkiezingen tot het inzicht zijn geko
men, dal alle elementen, die voor eene betere
inrichting van de landsverdediging gunslig
gestemd zijn, dus ook zij zelf, moeten samen
werken om eene oplossing van deze kwestie
te krijgen. Het iministerie-Hammerskjöld is
hierin de aangewezen leidsman.
Eene opmerkelijke rede werd bij de viering
van den 1 Mei-dag in Christiania gehouden
door den Zweedschen sociaal-democratischen
leider Branding. Die rede verdient de aan
dacht, omdat zij het bewijs levert, dat ook de
sociaal-democraten in Zweden principieel
voorstanders zijn van eene goede regeling der
landsverdediging. De heer Branting verklaar
de, dat de Zweedsche arbeiderspartij bij den
bestaanden internationalen toestand 't als .ar
plicht beschouwt met de burgerlijke linker
zijde eene verstandige landsverdedigingspoli-
tiek te voeren^ die ten doel heelt Zwdea's
zelfstandigheid en grenzen en de vrijheid
van het volk tegen eventueele veroverings
zucht van den buurman te verdedigen. Want
de Zweedsche werkman is vaderlander ge
noeg om in te zien, dat eene ontbinding van
het staande leger, eene verwaarloozing van
de toerustingen niet anders zou beteekenen
dan de uitlevering van het volk en van zijne
zelfstandigheid aan een oppermachtige. Hij
besloot met eene vermaning aan de Noorweeg-
sche socialisten om ook voor een krachtig,
verstandig toegerust Noorwegen zorg te dra
gen.
Duitschland*
Genua, 6 Mei. De Duitsche souvereinen
zijn heden avond iom 7.55 met de Ilohenzol-
lern hier aangekomen. Om 10.45 vertrokken
zij naar Duitschland.
Berlijn, 6 Mei. In het voortgezette debat
bij de tweede lezing van de begrooting van
oorlog, zegt von Bieterstein (conservatief):
Het leger is de trots van het Duitsche volk.
Onder zijne bescherming is het cultuurleven
zeer -gestegen. De vlugge uilvoering van tJ
legerwel-ten vervulde ons ook met trots; rij
wekte de verbazing van de gansche wereld.
Wij waardeeren de werkzaamheid van den
minister van oorlog. Wanneer de oude tra
ditie: „Trouw aan den keizer tot in den dood"
gehandhaaft blijft, dan behoudt Duitschland
de plaats, die het toekomt in de wereld.
Müller-Meimnigen (Fortscbrilt) verheugt
zi-ch eveneens er over, dal de reuzenarbeid
van de legervoordrachten zoo vlug is verricht.
Groote dank komt aan het volk toe, dat met
eene door de gehecle wereld bewonderende
offervaardigheid zware lasten draagt.
Frankrijk*
De Duitsche nuiusier \ua oorlog heeft in
den rijksdag verklaard, dat dit jaar nog 38.000
manschappen, dia aan alle eisclien voldeden,
niet ingelijfd behoefden te worden, omdat men
hen niet noodig had om aan de behoeften van
den dienst ten volle te kunnen voldoen; hij
deelde daarbij nog mede, dat de eischen bij de
keuring volstrekt met waren verlicht. Bij hel
Fransche leger is dat auders. Men heeft daar
groote moeite om te komen aan het getal der
voor den dienst bcnoodigde manschappen, en
de militaire commission, die de wegens
lichaamszwakte of zwakke gezondheid terug-
gestelde manschappen moesten keuren, lieten
zich daarbij veelal leiden door de overweging,
dat het er op aan kwam zooveel mogelijk man
schappen in le lijven, ook al voldeden zij niet
ten volle aan strenge eischen voor lichamelijke
geschiktheid.
De minister van oorlog Noulens heelt thans
maatregelen genomen om hierin verandering
Le brengen. In eene aanschrijving aan de be
trokken militaire autoriteiten heeft liij hen
op het hart gedrukt, dat zij slechts volkomen
gezonde en krachtige mannen bij het leger
moeten inlijven, die in staat zijn de zware in
spanning van het militaire leven te verdra
gen. De lichtingen moeten gcene zwakke en
ziekelijko manschappen meer in zich opne
men, want die zijn slechts eene belemmering
voor de opleiding van bunne gezonde kame
raden en bevorderen de -ontwikkeling van
ziekten. De minister verklaart ten slotte, dat
hij bijzonder prijs stelt op de nauwkeurige na-
lering van zijne voorschriften.
Engeland*
L o n d e n, 6 M e i. In het debat over een
voorstel ten gunste der onschendbaarheid van
den bijzonderen eigendom op zee duidde Sir
Edward Grey eene wijziging aan in de hou
ding der regeering. Hij gaf le kennen, dat on
der zekere voorwaarden, die hij uitvoerig
omschreef, de regeering bereid zou zijn voor
stellen, als zij werden gedaan, in overweging
te nemen.
Tweede telegram. De minister druk
te twijfel uit, of onschendbaarheid
van den bijzonderen eigendom op zee
eenige rcchtstreekschc uitwerking zou heb
ben op de oorlogskansen of de beperking van
de toerustingen. Zijne persoonlijke meening
was, dat geene verandering in de wetten of
regelingen eene dergelijke uitwerking zou
hebben. Het eenige wat zou helpen, was een
stijgend vertrouwen tusschen de groote natiën,
dat zij eene goede gezindheid hebben jegens
elkaar. Wanneer wij slechts dien gelukkigen
toestand kunnen bereiken onder eenig bond
genootschap of dwingende verbintenis, zullen
wij spoedig verbetering zien -men in de uit
gaven voor toerustingen.
Sir Edward Grey deed het belang uitkomen
van handhaving van het recht van blokkade
en de noodzakelijkheid om rwaarden te
stelden betreffende de contrabande, ten einde
te verhoeden, dat daarvan gebruik gemaakt
wordt als een excuus om de r nschendbaar
heid van hijzonderen eigendom in den oorlog
op zijde te zetten. Ook betoogde hij de nood
zakelijkheid, dat men 't er over eens zou wor
den, dat koopvaardijschepen niet in gewa
pende sohepen moeien worden veranderd. Dit
alles elsoht zorgvuldig onderzoek. Hij wenschte
duidelijk le doen uitkomen, dat wij voor
waarden moeten hebben. Hij zou ten volle be
reid zijn de houding aan te nemen, dat wij
niet behoeven te .weigeren te —derhandclen,
wanneer bij eene volgende gelegenheid het
onderwerp te berde wordt gebracht, zooals
met zekerheid zal geschieden o-j de volgende
conferenLie te 's Gravenhage.
Oostenrijk-Hongarije.
Weeneu, Mei. Er is voltrekt geen
merkbare verandering in den toestand van
den keizer.
B u d a p o s t, 6 M e i. De commissie van bui-
tenlandsche zaken van de Oostenrijksche de
legatie begon heden mot het onderzoek van
de hegrooling van bulienlandsche zaken.
De rapporteur, markies Bacqueliem, legde
nadruk op de nauwere aaneensluiting onder
de leden van den driebond, die op nieuw den
toets heeft doorgestaan in de bescherming van
den vrede en van de belangen van Oostenrijk.
Het vooroordeel van Engeland is verdwenen
en de traditioneele vriendschap voor de
monarchie begint weer zich baan te breken.
Barnreither begroet de toenadering van
Duitschland tot Engeland als het aanbrekende
morgenrood van een nieuwen politiekcn tijd.
Hij wenschte, dat de verhouding tot Rusland
zoo was, als zij in het exposé van graaf Bercb-
told werd geschilderd.
Rumenië.
B u k a r e 8 t6 M e i. De dagbladen berich
ten, dat prinses Elisabeth binnenkort naar
Spanje zal reizen, om te voldoen aan eene uit-
noodiging van prins en prinses Alfonso van
Orleans.
Bukarest, 5 Mei. Het parlement heeft
in derde lezing de wet betreffende de grond
wetsherziening aangenomen en heeft zicb
daarna ontbonden. De verkiezingen voor de
ronstitueerende vergadering zullen den 3Ien
Mei beginnen; die vergadering zal den lÖen
Juni bijeenkomen.
Rusland.
Petersburg, 5 Mei. Volgens de opga
ven van den rapporteur dei* begrootingscom-
-missie van de rijksdoema bedragen in de
ontwerp-bcgrooling van 1914 de gewone In
komsten 3,571,159,258 roebel, zijnde
33,060,000 meer dan in 1913. De buitengewo
ne inkomsten zijn gebleven op 13,400,000. De
gewone uiig. zijn geraamd op 3,299.119,168
roebel, d. i. 287 millioen meer dan in 1913.
de buitengewone uitgaven op 253,209.000.
De gewone inkomsten overtreffen de gewone
uilgaven met 272 millioen.
De ontwerp-begrooling balanceert met een
totaal-bedrag van 3.612.559.183 roebel; de
inkomsten bedragen 32 millioen meer dan de
uitgaven.
Onder voorzitterschap van minisler-presi
dent Goremikin is in tegenwoordigheid van
den gouverneur-generaal van ."inland eene
vergadering van den raad .'oor de zaken van
Finland gehouden tot bespreking van de plan
nen tot afscheiding van het "ouvernement
Wiborg van het groolvorstendoni en tot inlij
ving van dat gouvernement oij het rijk. Oor
spronkelijk was de bedoeling 1 *chU een be
trekkelijk klein deel in té lijven. Maar ook
hier is onder het eten de eetlust gekomen,
zoodat nu de inlijving van liet geheele gou
vernement in overweging is genomen. De
eischen der landsverdeel!ging oieuen daarvoor
als motief, liet resultaat der beraadslaging
was, dat de inlijving van 'et landwaarts-in
niet aan den zeeoever gelegen gedeelte nie>
noodig werd geacht, maar dit hel oorspron
kelijke wetsontwerp zal worden gewijzigd in
dezen zin, dat de geheele kuststrook, mei
inbegrip van de stad Wiborg, wordt ingelijfd.
Het gerucht loopt, dat niet alleen tegen
den 6ociaal-democralischen afgevaardigde
Tschcidse, die in een zitting van de rijksdoo»
ma verklaard heeft voor eene democratische
republiek, eene strafvervolging wegens aan«
sporing tot gewelddadige omverwerping van
de bestaande staatsorde zal worden ingesteld/
maar ook tegen den ondervoorzitter Van de
doema Konowalow, die de vergadering pre
sideerde en verzuimd heeft den spreker voor
zijne woorden eene berisping toe te dienen.
Turkije.
De vier Turkscne pnm>en, die voor hunin
opleiding zullen worden opgenomen, zijn prins
Djemal Eddin, die bij een regiment zal wor
den ingedeeld, en de prinsen Abdul Rahil,
Abdul Djelil en Fuad, die de Pruisische krijg»
academie zullen bezoeken.
Als gouverneur van de vier prinsen zal kolo
nel von Strernpel optreden, die vroeger mili
tair attaché in Konstantinopel is geweest, en
laatstelijk deel uitmaakte van de onder lei
ding van generaal Liman von Sanders uit
gezonden militaire missie.
De inspecteurs-generaal Westencnk
Hoff zullen naar hiein-Aztc vertrekken, na
dat de wel op de vilajets door dc Kamer is
bekrachtigd.
Konstantinopel, 5 Mei. Dc Kamci
van afgevaardigden is den l lcn bijeengeroe
pen.
Blijkens ccuc verklaring an den ondervoor
zitter van het Turksche vloolcomite. is hef
comité thans in het bezit van 15.C00 l urksehf
ponden. De jaarlijkschc inkomsten, die ~>,UGÜ
pond bedroegen, zuilen cker verdubbeld
worden. De ontvangsten in iie beide laatste
maanden wijzen uit, dal adeen in dc beidtj
vilajets Kaslamoeni en Trcbizondc voor 250,000
pond is ingeschreven. Hij >egde daaraan
toe; ,,Gij ziet dus, dat wij zonder vrees da
regeering kunnen uitnoodigen, de verbintenis
op zich te nemen tol betaling der kosten van
den dreadnought Fetyli, want dc firma, die dit
schip bouwt, slaat zes jaren tóe voor clc al-
geheele afbetaling. lederen dag ontvangt hc-fc
comité talrijke brieven en telegrammen, die de
geestdrift van de bevolking van het rijk bewij
zen voor de oprichting van eene machtige
vloot. Ik bon zeker, dat er eene algemoeao
ontevredenheid zou zijn, als de regeering deze
oprichting verwaarloosde, niet in eene ge
dachte van revanche, maar eenvoudig om da
veiligheid van onze kusten te waarborgen c«
te waken voor de ontwikkeling van dc han
delsvloot.
In Albanië»
Durazzo, 6 Mei. len noordwesten va»
Dibra zijn Servische trocpcnafdeelingen dé
Albaneeschc grens overgegaan. Zij hebben op
Albaneesch gebied een heuvelrug met geschut
versterkt.
\Y o e n e n5 Mei. De Albaniscke Korre s-
pondenz bericht uit Durazzo: Grieksche bcn«
den hebben een groot deel van het district
liolonia bezet. Dc Albaneesche regeering be
richt uit Durazzo: Griekschc benden hebben
een groot deel van het district Kolonia bezet.
De Albaneesche regeering besloot er eene
sterke colonne heen le zenden.
Men schijnt in Wecnen loc le stemmen, dat
Zografos en de andere leden van dc voor-
ioopigc regcering meer en meer dc leiding van
de Epirotisclic beweging verliezen en dat de
Zoo gij wraak neemt, stelt gij u op één lijn
met uw vijand, doch zoo gij hem vergeeft,
zijt gij zijn meerdere.
door MARIE DIERS
Schrijfster van
^Dobter Joost en zijne zeven zorgen", enz.
vertaald door Cato W. Westenberg.
„Och ja, beste vrouw Meinke," antwoordde
de domineesvrouw. „Maar God heeft ons toch
Ook het versland gegeven, dat ons in het le
ven tot richtsnoer moet dienen. Thoiuasius
bekommert zich heelemaal niet om de werke
lijke wereld. Wat stond hij daar met dat La-
tijnsche schrift! En jullie meisjes, denkt rui
maar niet, dat ik iets tegen hem zeg! Hij is
lóó edel en zoó goed, als jullie heelemaal
niet kunt beseffen, ALs jullie eens moogt luis
teren naar 't een of ander gesprek, dan mo
gen jullie daar toch niets verkeerds uit den
ken. Laat dat niet in jullie opkomen, dat raad
ik je. En nu, Mariek, loop maar gauw naar
huis, anuers bromt je moeder. Ja, 't is eer
zegen, zulle een varken te hebben, maar als
itnijne dochter nu daarbij kon helpen, dan zoj
«A toch nog heel iets anders zijn!"
In het studeervertrek, waarin de tabaks
rook in lange, blauw-grijze wolken in de lucht
hing en door welks vensier de vroolijke Fe
bruarizon scheen, die de sneeuw deed dooier
en van het dak druipen, zat de jonge doch
ter des huizes tegenover haren vader bij d*
tafel, die voor de sofa stond. Het roode, wol
len tafelkleed was er afgenomen; het was
tamelijk nonchalant opgevouwen en op de
leuning van de sofa geworpen. De oude do
minee was de geringe vertoorndheid, welke
hij tegen zijne vrouw had gevoeld, reeds larg
weer vergelen, hij zat daar met een gezicht,
waarop de ijver en de volle toewijding aai
de verstandelijke opvoeding zijner dochter te
lezen stonden en teekende met bevende en
door zijn ongeduld met heftigheid getrokken
lijnen eene wiskundige figuur, met behulp
waarvan hij zijne leerlinge eene stelling wou
bewijzen.
Deze, eene zeventienjarige brunette met on-
regematige, doch levendige trekken, staarde
met gefronst voorhoofd, donker kijkend van
inspanning naar de teekenende vingers en
voelde zich ongelukkig, trots haar schilierenü
ongeprepareerd Latijnsch werk van een
o'ogemblik geleden, omdat het niet gaan wou,
zooals het behoorde, en omdat haar yader
zich daarover opwond. Het bruine haar hing
haar in 't gezicht en zat tegen haar achter
hoofd in eene scheeve wrong.
Nu kwam er eene vraag, waarop ze een
verkeerd antwoord gaf. De oude dominee
snauwde zoo vreeselijk tegen haar, dat men
verondersteld zou hebben, dat het na deze
uitbarsting tot eene breuk zou moeten komen
tusschen vader en dochter, maar zij trok het
zich niet aan, fronste het >rhoofd slechts
nog wat weer en spande zich zóó in tot den
ken, dat men een gevoel moest krijgen, dat
ze hare hersens uit haar hoofd wilde peinzen.
Toen kwam eindelijk, nog aarzelend en onze
ker, een half goed anltwoord.
Dit bevredigde Thomasius niet. „Precies
als Martin," zei hij woedend en ging toen
verder.
Precies als Martin dat was de allergroot
ste berisping, die hij zijne dochter LQtfe toe
dienen kon, en toch was ilarlin zijn eenige
zoon. Hij was acht jaar ouder dan zijne zus
ter, en het zou nu weidra twintig jaar geleden
zijn, dat hij als kleine, dikwangige beginne
ling in 't Latijin bij dezelfde tafel voor de
zelfde sofa in dezelfde kamer op eenen vaar
dezelfde rechtlijnige gele doelen voor zijnen
vader gezeten had, zooals Chxista nu sedert
tien jaar zat.
Dat was een vreeselijike tij,d geweestMartin
was een echte leeperd, maar zijn hoofd stond
niet naar het gebogen-zitten over boeken. Hij
was rteen studiekop, ook lui en dikwijls niet
heelemaal eerlijk. Toenmaals was het haar
en de scliippershaard van dominee Thoma
sius nog bruin geweest en zijne hand krach
tiger. lederen dag was er ~ehuil en gebrom
in de studeerkamer. Bij de nog jonge domi
neesvrouw zaten reeds toen de tranen erg los,
en er waren tijden, dat er geen dag voorbij
ging of ze had doorweekte zakdoeken.
Tegenover de buitenwereld trad ze kordaat
od maar in het ouderlijk huis had ze terdege
geleerd, wat onderdanigheid aan boven ons
gestelden beteekent. Haren man, die twintig
jaar ouder was dan zij, was zij gehoorzaam
heid verschuldigd dat wist ze, maar ze koD
niet nalaten, daarnaast voortdurend, zachtjes
brommend critiek uit te oefenen; en dat was
zoo gegaan van haar eerste huwelijksjaar tol
het huidige tijdstip toe.
Het deed haar ook zelf veel verdriet, dat
Martin zoo hardleersah was n zijn vader zicb
zoo dikwijls over hem ergeren moest. Toer
hij ouder werd, trok zij zioh dezen stand van
zaken niet erg meer aan. Hij was een echte
zoon zijner moeder, practisch, nuchter en
energiek ja, ook energiek om dat van zich
af le schuiven, wat niet bij hem past.de ge
leerdheid.
Toen hij negen jaar was, juist in den Lijd,
dat zijn zusje begon te loopen, was het niet
dit soort van huiselijk verdriet gedaan; zijn
vader zond hem naar het gymnasium in de
dichtsLbijgelegen stad, Sólensand, een oud,
donker gat niet ruines van muren en halfver
vallen poorten, waardoor in den dertig-jarigen
oorlog de Zweden en de Waüenstcin&che sol
daten waren getrokken. Van Builkorp was
liet met de werkpaarden van den pachter twee
en een hailf uur rijden, en men kwam langs
gcene andere menschenwoning dan den zoo
genaamd en teeroven, het hutje van eenen
boschwachter aan den ingang van hot aan de
stad Sötonsand belioorende bosch, dat zicb
mijlen ver uitstrekte.
Vervolgens bet toenmalige gebruik koos men
voor den jongen het pension, dat er juist was
Aan eene oude, volmaakt doove dame, die
hiervan moest leven en een dozijn jongen#
bij zioh had, werd de ontwikkeling van Mar
tins ziel en lichaam toevertrouwd.
Men kon niet zeggen, dat er prachtige re
sultaten werden verkregen. De jongens, die
reeds langer daar in pension waren, hadden
als heerlijk spelletje uitgevonden, aan tafe*
de dolste vragen tot hunne doove pleegmoe
der, de weduwe van eenen boekhouder le
richten; b. v.: „Mevrouw, zou U niet nog
graag eens-trouwen?" of: ..Mevrouw, zet tocb
eens uwe pruik af," of haar brutale opmer
kingen omtrent het eten vlak in bet geziolit
te zeggen, terwijl zij op alles met een vrien
delijk ,,Ja, mijn jongen" antwoordde. Er wa
ren eenige goedhartige jongens bij, die dat
voortdurende voor-den-gek-houden en g
giebel aan tafel, dat de oude dame toch reeds
lang moest opgevallen zijn en dat haar lodi
pijn moest doen, afschuwelijk vonden, maar
ze waren zoer in de minderheid, en Martin
Thomasius behoorde niet tol hen.
Allerlei andere uitspattingen, die in dit en
ook in andere pensions van Sotensand aan de
orde van den dag waren, als nachtelijk uit-
het-raam-klimmcn, rondgeslenler op de stra
len, le vroeg plaals vindende liefdesgeschie
denissen, dedon in verband met hoi slechte
overgaan op school, dat alleen door allerlei
bedriegerijen voor hem mogelijk was, aan het
karakter van den jongen Marlin geen goed.
Hij was buitendien noch nauwgezet noch
plichtgetrouw en onderscheidde zich daarin
van zijne moeder, zonder dat zij het wist.
Toen Chrisla, van hare prilste jeugd af aan
Lültc genoemd, oud genoeg was, om met het
echte leeren te beginnen, eiioor de vader
zijnen zoon bijna uil het oog. Hij herinnerd©
zioh hem eigenlijk slechts aan, als hij f loe
ren van Ghrisla met liet leeren van Martin or»
denzelfden leeftijd vergeleek. De begaafdheid
van zijn dochtertje bracht hem in verrukking.
Nu was het, alsof hij, die eeds lot eenzelvig
heid en teruggetrokkenheid igdc, opnieuw
opleefde. Hij zou het allerliefst van den vroe
gen morgen tot den la len i met hel kind
bezig zijn geweest, haar de eene wetenschap
na de andere h bben ingepompt, en zou
daarbij de juisle maat hébben overschreden,
als niet zijne vrouw door allerlei lislen en la
gen hem het khr.e cir.g i .deus en telkens
weer afhandig had gemaakt.
Wordt vervolgd*