Vrijdag 8 Mei 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. TANTE LUTTn. 12u* Jaargang. Bureau» UTREC HTSCH EST RAAT 1. Kennisgeving. Politiek Overzicht ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- eo Feestdagen. Advertentiön geneva men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Elke rogel moer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bostaan zeor voordoolige bepalingen tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnement Eeno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Intercomm. Telefoonnummer 66. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort, Brengen ter algemeene kennis, dat de gewone Jaurlijksche collecte ten behoeve van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van oen gewapenden dienst in de Nederlanden, langs de huizen der ingezetenen zal plaats hebben op 14, 15 en 16 Mei 1914, telkens des voormiddags ten 9£ ure. Zij wenschen deze ten dringendste in de be langstelling der ingezetenen van allen rang en sitnd aan te bevelen. Men vergete niet, dat tengevolge der Expe- d tien in onze Oost-Indische Bezittingen, het g -ial van hen, die op onderscheidene wijze aan spraak hebben op ondersteuning, steeds weder toeneemt en vermoedelijk zal blijven toenemen. Bij het op zich zelf verblijdend verschijnsel, in de laatste jaren alom in den lande waarge nomen, eener toenemende belangstelling in alles wat de verdediging des Vaderlands betreft, ver trouwen Burgemeester en Wethouders, dat de opbrengst dezer Collecte zal bewijzen, dat men ook meer dan tot dusverre belang stelt in het lot van den verminkten en hulpbehoevenden oud soldaat Moge toch hun, die hun leven veil heb ben voor het Vaderland, de overtuiging worden geschonken, dat het Vaderland niet ondankbaar is, en alzoo de in te zamelen giften er toe bij dragen, om aan meerdere Oud-strijders, die daarop aanspraak hebben, eene tegemoetkoming te verstrekken ter verlichting der zorgen van den ouden dag. Amersfoort, den 6den Mei 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWDCK. De ioonen der gemeente* werklieden. 'n Belangrijk stuk werk is weder van het Stadhuis afgekomen. Gisteren bobben wij het in het Dagblad gepubliceerd en .uilen al niet alle lezers don moed gehad hehben het lange stuk door te zien, de (belangstellen den en vooral de belanghebbenden zullen stel lig met des te grooter nauwgezetheid van het Rapport der Raadscommissie in zake de Ioonen der gemeentewerklieden en het naar aanleiding daarvan verschenen voorstel van B. en W. kennis genomen hebben. Het rapport der oommissie is vrij lang uit gebleven den 28en October reeds was tot de benoeming besloten waar de raadsle den door ons nimmer rustend gemeentebe stuur voortdurend met werkzaamheden over stelpt worden, zullen wij ons vol wachten der commissie het verwijt van traagheid voor dc voeten te werpen. Wat bij de lezing van het rapport wel het meest treft, ds de eenstemmigheid, welke op schier alle hoofdpunten bestond èn tusschen de commissieleden zelve èn de afgevaardig den der werkliedenorganisalies en de be- drijfshoofden en last not least zij het ook weinig enthousiast het Dagelijksch Be stuur. Waar al deze heterogene elementen het zoo roerend eens waren over de noodzakelijkheid der loonsverhooging, geiooven wij niet, dat er nog iemand zal gevonden worden, die de wenscihelijkheiid daarvan betwisten wil. Het is voor de gemeente met en zonder hoofdletter van groot belang, dat de werk lieden in haar dienst 'n keurkorps vormen. Om zoo'n keurkorps te vormen en in stand te houden is het niet voldoende, dat dc ge meente als werkgeefster zich richt naar de goede, particuliere werkgevers, maar moet zij het voorbeeld zijn voor het particu liere bedrijf. En wil zulks bereikt worden, dan is wel een der allereerste cischen, dat dc Toonrege ling algemeen bevredigend wordt geacht. Want slechts zoo wordt dc weg afgesneden voor wrrijvingen en botsingen, wordt onte vredenheid bezworen en de goede geest on der de werklieden gewaarborgd, en ook voor komt men aldus onaangenaamheden zooals wij 'n paar jaar geleden gehad hebben, toen bij de steeds toenemende duurte der levens middelen aangedrongen werd op 'n toeslag voor de gemeente-arbeiders en de gemeente niet goed wist, wat zij doen moest. Uit be ginsel hebben wij ons destijds ten stelligste daartegen verklaard, omdat, indien de nood zoo hoog gestegen is, dat de overheid te hulp moet komen, zij in de eerste plaats de hand moet toesteken aan hen, die het meest be nard zijn, maar niet ten koste vandezen slechts verlichting brengen aan hen, die toe vallig het geluk hadden in overheidsdienst te zijn. In vele gemeenten niet in Amers foort, waar men na lang delibereeren maar liever besloot om heelemaal niets te doen heeft men in dien duren winter de allerarm sten aan hun lot overgelaten, doch de ge meentewerklieden, die er toch in het alge meen niet het slechtst aan toe waren, 'n toe slag op hun loon gegeven. Als werkgeefster dèed *n gemeente daar natuurlijk zeer goed aan maar in dergelijke bijzondere omstan digheden moet de gemeente niet bijspringen als werkgeefster als hoedanig zij slechts enkelen helpt maar als overheid en haar hulp dus tot allen, en vooral tot de meest bcnarden uitstrekken. Blijkt dat 'ook zij. die in gemeentedienst zijn, het benauwd krijgen, dan bewijst zulks dat de loonregeling niet goed ds en dan moet deze herzien worden zonder toeslag-lapmiddeltje. Want de Ioonen van de gemeentewerklieden moeten zóó hoog zijn, dat dezen dc prijsschommelingen dei levensmiddelen rustig kunnen aanzien. Zulks is wenschelijk èn voor den levensstandaard der arbeiders èn voor de stabiliteit der ge- meentefinanciên. Met de loonregeling, welke nu voorgesteld wordt, geiooven wij, nat de gemeentewerklie den zeer buitengewone omstandigheden daargelaten het lioofd boven water zullen weten te horden. Dat dc voorgestelde verhoo ging reeds den len Juli zal kunnen ingaan valt nog mee. Na het somber finanticel tafe reel, dat B. en W. even te voren ophingen en dat wel iedereen overtuigd zal hebben, dat terugwerking van de verhooging lot 1 Janu ari j.L gloeiend onmogelijk is. Eén categorie van medeburgers zal er mis schien zijnz die de voorgestelde loonsverhoo ging voor dc gemeentewerklieden mei min der instemming begroeten zullen, niet om dat zij haar niet noodig vinden, maar omdat zij zelve reeds zoolang hetzelfde vragen doch steeds bot vangen wegens den finan- cieelen toestand der gemeente. Wij bedoe len de onderwijzers, die nu zeker ook wel spoedig aan de beurt zullen komen. Oe Engelscne begrooting. De staatsbegroting voor hel dienstjaar 1914/'15, die de kanselier der schatkist Lioyd George deze week bij hel lagerhuis heeft in gediend, wijst een hoogcr bedrag aan dan in een vorig jaar ooit is bereikt, liet eindcij fer van de inkomsten is ditmaal 209.455,000 p. st., dat van de uitgaven 209.203.000 p. st. Dat zijn cijfers, die nooit te voren zijn be reikt. Gelijk alle landen, heeft Engeland zijne uit gaven van jaar tot jaar zien uitzetten. Dat is niet te vermijden; maar het blijft toch opmer kelijk, dat in de laatste jaren die uitzetting met zulk eene groote snelheid is gegaan; se dert twintig jaren is de begrooting van het Vereenigde Koninkrijk verdubbeld en zelf iets meer dan dat. In 1700 was de Engclsche staatslbegrooling omstreeks 4,250,000 p. st. Eene eeuw later, voor de vereeniging van Ierland met Enge land, was zij 38 millioen. Omstreeks 1820 werd het bedrag van 05 millioen bereikt. La ter bleef zij, gedurende een vijftiental jaren, schommelen tusschen 50 en 55 millioen. In 1850 was zij weer gekomen op 65 millioen; maar vijf jaren later deed dc Krimoorlog dc begrooling stijgen tot 88 millioen. Van 1860 tot 1880 steeg de begrooting van 73 tot 93 millioen. In 1895 bereikte do Engelsche begrooting het bedrag van 100 millioen. Nu het eerste honderdtal is overschreden, gaat de stijging van de uitgaven niet verdubbelde snelheid verder. In 1901, 1902 en 1903 zette de oor log in Zuid-Afrika dc uitgaven uit, die respec tievelijk bedroegen 183, 195 en 184 millioen. In 1904 dalen de uilgaven weer tot 147 mil lioen, heigeen het normale cijfer wordt tot hel tijdstip, waarop de minister Lloyd George in 1909, de begrooling waarin de ouderdoms pensioenen zijn opgenomen, kwam met een budget van 162} miliiocn. Sedert is van jaar lot jaar eene aanmerkelijke stijging ingetre den. In 1910 was de begrooting 172 millioen, in 1911 181 millioen, in 1912 166 millioen, in 1913 195 millioen. En dit jaar worden de 200 millioen overschreden, niet met een ge ring Ibedrag; het eindcijfer der uitgaven be draagt in de nu ingediende begrooting 209,203,000 p. st. Waar komt deze nieuwe stijging vandaan? De oorzaak is in de eerste plaats te zoeken in de normale uitzetting van alle diensten, waarvan dc kleine helft te zoeken is bij oorlog en marine. Verder is het noodig de gemeenten te hulp te komen. In den loop van de laatste jaren heeft hel parlement oen aantal sociale hervormingen gevoteerd, die de op de ge- mcente-hegrootingen drukkende lasten zeer hebben verzwaard. Daarbij hebben de plaat selijke overheden scholen moeten bouwen, wegen aanleggen eu verdere werken van openbaar nut ter hand nemen. Hunne budget ten zijn daardoor zeer belast cn die lasten drukken des te zwaarder, omdat de plaatse lijke lasten zeer ongelijk drukken en voor een goed deel neerkomen op kringen, die het minst in staat zijn ze te dragen. Het stelsel van de plaatselijke lasten zal moeten worden herzien en daarnaast znl de staat door sub- sidiên moeten tegemoet komen aan den nood der gemeenten. In het vorige jaar heeft men in de vermeer' dering der uitgaven kunnen voorzien, zonder dat het noodig was de belastingen te verhoo- gen. De kanselier der schatkist verklaarde bij de toelichting van zijne begrooting, dat de normale stijging van de verschillende bron nen van inkomst voldoende zou zijn om de hoogere uilgaven te dekken. De uitkomst heeft aan zijne verwachting ten volle beant woord; er is zelfs nog genoeg ingekomen om in suppletoirc credieten te voorzien. Ditmaal is hij minder gelukkig; op den grondslag van de begaande belasting-heffingen zal er een tekort zijn van 5.330,000 p. st. op de begroo ling van de rijksuitgaven, en dit tekort zal nog klimmen met nagenoeg 4} miliiocn en stijgen tot 9.800000 p. st. tengevoge van de tot ont lasting van de gemeenten uit de rijksschat kist te verleenen bijdragen. Dc belastingen zullen dus moeien worden verzwaard. Minister Lloyd George steil voor het bedrag te vinden uit eene verhooging van de directe belastingen. De inkomstenbelasting zal onveranderd blijven voor de inkomsten be neden 1000 p. st., wanneer deze uit arbeid voortkomen. Van de inkomsten tusschen 1000 en 3000 p. st. zal betaald worden van 10} tot 16 pence. De extra-heffing van de inkom sten boven 3000 p. st. zal geschieden volgens eene progressieve schaal, die zal klimmen tot 16 pence, zoodat de hoogste inkomens door eene belasting van 52 pence per p. st. zullen worden getroffen. Van de nieuwe regeling der inkomstenbe lasting wordt eene hoogere opbrengst ver wacht van 8 millioen p. st. De successierech ten zullen 800,000 p. st. meer opbrengen. Dan blijft er nog een tekort over van T millioen. Om dat te dekken, zal het aiuorlisatiefonds worden aangesproken. Dit is het financieele programma, dat voor dit jaar aan het lagerhuis ter goedkeuring is voorgelegd. Duitschland. Karlsruhe, 7 Md. Hel keizerpaar is om 4.30 namiddags hier aangekomen. In het versierde station ontvingen het grom hertog- paar van Baden, het prinsenpaar Max Yau Baden enz. de thoogc gasten cn brachten hen naar het slot Kiel, 7 Mei. Prins Hcinnch van Pruisen is gisterenavond naar Londen vertrokken. Berlijn, 7 Mei. De rijksdag heeft een stemmig bij tweede lezmg de novelle van de regeling der bezoldiging van dc ambtenaren^ in dienst van het rijk, aangenomen overeen komstig de besluiten van de begrootmgscom- missie, waardoor de hoogere categorieën van de subalterne ambtenaren bij do rijkspost eo dc spoorwegen, alsmede de hoogere postamb tenaren in de voordracht worden opgeno men. Staatssecretaris Kühu kenschetste bij her haling de op deze wijze uitgebreide voor» dracht als onaannemelijk. Berlijn, 7 Mei. Tegenover het beriohf uit Berlijn van de Parijschc Matin, dat dt Fransche burgers in Elzas-Lotharingen be richt hebben gekregen, dat dc certificate^ die hun recht geven daar verblijf te houden, niet zuilen worden vernieuwd en dal zij na drie maanden het land moeten verlaten, merkt de officieuse Lokulanzeiger op: Wanneer do overheid in het rijkslanu aan sommige I-Taa- schen het verblijf op Duitschen grond ver biedt, dan zal zij daarvoor hare goede rede nen hebben. Van algemeene maatregelen is. voor zoover men hier is ingelicht, voor bet oogenblik geen sprake; zij zulle» eerst dan iu overweging genomen worden, wanneer na vreemde rustverstoorders bet laiul niet mei rust laten. Dit geval zal, wanneer dc bekenua Parijsche stokersküekeu met bun arbeid voortgaan, misschien spoedig zich in de prak tijk kunnen voordoen. Bij deze raededeeling van den Lokalanzci- ger is op te merken, dat men in clc Elzas- Lotharingsche kringen gelooft, dal bij dc re» gccriug het voornemen om de Franschen ge leidelijk uit dc rijkslanden te verdrijven, wer kelijk bestaat. Elzassers, die goed kuuucn ziju ingelicht, verklaren, dat zij sints eenigen tijd reeds weten, dat het plan beslaat lot derge lijke maatregelen. De Eerste Kamer van den Beierschcn land dag, de Kamer der rijksraden, heeft met groo te meerderheid een voorstel van de regceriug tot invoering van eene gemeentelijke werk- Ioozenverzekcring met financieele hulp van den staal verworpen. liet voorstel strekte om een bedrag van 75,000 mark op de begroo ting te brengen, bestemd tol het verleenen van rijkssubsidie aan gemeenten, die eene ge meentelijke werkloozcn-verzekcring zullen in voeren op door de regeering goedgekeurde grondslagen. Slechts tien leden van den rijks raad verklaarden zich voor dit door dc Twee de Kamer aangenomen wetsontwerp. Graaf Tövring, een zwager van kroonprins Rup- precht, deed eene poging om het wetsontwerp te redden door een amendement, dat dc be zwaren tegen het woord werkloozcn-verzekc ring wilde ondervangen door tc spreken van ..voorziening tegen werkloosheid"; maar dit amendement werd eveneens verworpen. België. Dc Kamer li cft uw ^^aiidcliiig ten einde gebracht van een werklieden-vc: zekeringsw eL Volgens het door dc Kamer aangewezen onl- Wanneer gij een groot en goed werk wilt doen, bekommer u dan niet om succes. 3 door MARIE DIERS Schrijfster van „•Dokter Joost en zijne zeven zorgen", enz. vertaald door Cato W. Westenberg. Het was als men de zaken flood bekeek, eene voortdurende, wederkeenge plagerij in de Bunthorper pastorie. De oude dominee voelde zich dikwijls eoht ongelukkig, dat Lütte ondanks hare begaafdheid nog niet verder was dan hoogstens de voorlaatste klasse van het gym nasi om. Dan voelde hij vaak in zich op- nomen eene groote bitterheid tegen zijne vrouw, aan wie hij toah zoo zeer gewend was en die hem voor zijn dagelijksuh leven onont beerlijk was geworden. Voor hare bezorgd heid en hare tegenkantingen v.as hij even doof, alsof ze de wind waren, die bij zijne v.-nsters in "de dennen huilde, en die hem ver der niets aanging. Voor Lütte s toekomst was hij niet bezorgd. Als men over dat onderwerp met hem sprak, tteide hij, dat ze aan hare geleerde opvoeding meer had, als het er op aan zou komen, dat ze haar brood moest verdienen, dan ze er aan jgehad zou hebben, als ze de kunst van worst- inaken eu 't plukken van gevogelte verstaan had. Deze meening deelde niemand in de ge- beele streek van Buuliiorp, Solensand en de andere plaatsen; ja, van zijne geleerde colle ga's was 't in dit opzicht niemand met liem eens. Dat hij Martin na eenige jaren van 't gym nasium had moeten nemen en op de hoogere burgerschool doen, hok hij zich niet erg meer aau. Hij bleef er ook tamelijk kalm onder, dat de jongen de loopbaan van ingenieur koos. Voor dezen oiiden heer bestond nel be grip „kind van mijn vleesch en bloed" hoe genaamd niet; daarentegen verafgoodde nij zijn geesteskind. De domineesvrouw echter wrong zich in wanhoop de handen, omdat zij zag, hoe van jaar lot jaar hare macht \eniiinacrde, daar Lütte zelt eene ongelooflijke Ongeschiktheid voor het huishouden aan den dag legde, dom mer was aan Ge kleine Marien, en zich niet eens aardig en netjes wist te kleeden. In de laatste jaren was hare manier van spreken tot hare dochter hard gewonden, zoodat deze reeds voortdurend met een gezicht, waarop schuldbewustzijn geschreven stond, in woon kamer of keuken verscheen, ofschoon ze zelf niet vermoedde, wat ze nu weer voor doms had bedreven. Op zekeren dag verwachtte men bezoek iu Bunlhorp. De domineesvrouw kon bet niet laten iu spijt van alle ervaringen op dat punt, weer eens een aanloopje te beproeven, om Christa los te krijgen. Er was zooveel in de keuken te doen, er moest gebak gemaakt worden \oor 's middags, de voorbereidende werk zaamheden voor het vteescligerecht en voor eene zoete toespijs voor den avond moesten verricht worden. La dat was liet niet alleen. Met het werk zouden zij en Sophie nog wel klaar zijn gekomen, maai* er was nog eene geheime beweegreden, in dc diepte barer ziel, waarover zij niet sprak, en cue tocu al hare gedachten en krachten in w cikin bracht. Ze verloor Christa s toekomst geenen ciag uil het oog. Al dien „rommel", waarmee haar vader haar opsierde, vond zij erger dan over bodig, ze hield dien zelfs voor een afschrik wekkend middel bij üe kwestie van eene eventucele verloving en dat was het erge. Welke jonge man zou wel een meisje nemen, dat in plaats van voor hem tc koken en zijne wasck en het huis in orde te houden, hem vroeg te luisteren naar het vervoegen van Lalijnsclie werkwoorden? Ach, cn uat zoo iets juist haar moest treffen, haar, wie al het oupraclische bij bet vrouwelijk geslacht zulk een gruwel was. Heden zouden er drie jongelui komen, die haar alleen als schoonzoon wei zouden aange staan hebben. Ten eerste was er de zwager van dominee Rust, een jougc proponent, die uitstekende connecties liad, en wien ieder eene schitterende toekomst voorspelde. Domi nee Rust zelf, die getrouwd was, toen bij nog aan het hoofd een er school stond, woonde nu met zijne vrouw en zijne twee jonge kin deren in de pastorie van Klein-Kötheu, ter wijl aan zijn ambt een treurig klein trakte ment verbonden was; hij hoopte echter op eene spoedige verplaatsing. Ten tweede kwam in aanmerking de zoon van de weduwe Ulfers op Kestendorf, <lie nu op zes-en-twinlig leef tijd reeds bezitter van het groote landgoed geworden was, doordat zijn vader in zijne beste jaren aan eene ontsteking van den blin den darm was gestorven. Ten derde had men den no 2 on get rouwden rector Jhlcfeld uit Sötensand. Verder werden nog twee andere predikanten met liunne vrouwen verwacht en de oude graanhandelaar Thiel uit Söten sand, met wicn Thomasius in zaken kennis nad gemaakt, diens vrouw, een vroeg oud, vlijtig en geheel onontwikkeld mei.scnjc, en ue jongste dochter Mora, van Christa s leeftijd. Dc houtvester N on Beversüorf uit de een zame, diep in het bosch gelegen houtvesters- woning bad met zijne vrouw bedankt tot groote blijdschap van dc domineesvrouw, .tien kon nooit met juistheid berekenen, of cie oude Thiel wel binnen de grenzen van be leefdheid en welvoeglijkheid zou blijven, en als een huisvrouw, die toch al zooveel zorg en werk heeft, ook nog voortdurend bang moet zijn voor ongepaste uitingen, dan is zoo n visitedag immers ook bijna niet uit te houden. De oude 'ihoniasius was weer hoogelijk verschrikt en ontdaan, dat Lütte „juist van daag weer. vrij moest li ebben. Juisi vandaag, nu alles weer zoo goed ging! Louise zou toen eens hare hersenen gebruikenl En hij naaide snel een paar schiiileu te voorschijn. Maar dezen keer verzette zij zich. „Wat denk je, Thomasius! Denk je, dat ik den tijd heb, schriften in te kijken? Je hebt er geen flauw begrip van, wat we uog alle maal moeten doen! Dus al mijne moeite was heden weer eens vergcefschl Als de gas ten wisten Met eenen ontzettend bestraf- fenden blik op Christa verliet ze bet vertrek. Hel arme kind zat werkelijk op heele kolen. Ze was hu ars vaders kind, zeker, dat was ze, ze hield zielsveel van hem en als bet er op aan kwam, leerde ze ook duizend maal lie ver, dan dat ze kookte of verstelde. Vaar ze wist, dat ze op die manier iels bijzonders deed, en ze verlangde er zoo innig naar als slechts een jong hart verlangen kan, niet bii zonder tc zijn, maar juist „zoo s ls dc anderen" Toen ze nog heel klein geweest was, was deze wonderlijke tweedracht reeds begonnen. Altijd had ze siechts Ge keuze genad, oi baren vader of hare moeder te ontstemmen. En toch hielden Vader en Moeder veel van el kaar eu ook van haar, hunne dochter. Haar vader was de geleerdste van alle geestelijken, net was een genot, te zien, welk eenen eer bied allen voor hem hadden. Als hij predikte, kwamen er dikwijls rijtuigen uit Sötensand, omdat dc mensdiieii daar van hem vernomen hadden en hem graag eens wilden hooren. Noor zijne boeren was zijne preek dikwijls een beetje tc hoog, maar ze namen hem dat niel kwalijk en stelden hem op prijs, omuat iiij altijd hulpvaaruig cn zacht, en zijne vrouw, die tegen hunne zonden veel strenger optrad, voor hen in iederen nood, in iedere radeloos heid eene onontbeerlijke heipsler was. Maar dat alles hielp ue arme, kleine Christa niets. Ze was, zoo ia..g ze vermocht na te gaan, het eenige kind in iiuis, cn onophoude lijk liielden oe beiue ouders zich met haar uezig. Ze werd noOit mei lu^l gelalen. Ze zou zich iets hebneu kunnen vei beelden, omual haar klein pcisoonlje zoo gewichtig was in buis, maar ze kon slechts liet urukkende daar van gevoelen, menigmaal liep ze zoo haastig alsof ze wegvluchtte, achter naar den tuin, verstopte zien daar in ae boschjes en speelde er hare kinucrhjke pbanlasiespclletjes, voort durend in ang .t, elk ooge;iblik van het huis uil haren naam te hooien roepen. Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1