„DE E EM LAN DER". Donderdag 11 Juni 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. TANTE LUTTË. N°. 291 12d* Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Kennisgeving. I RSFOORTSCH Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: maanden roor Amersfoort f l.OO* J. Idem franco per post 1.50» -i Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. [Afzonderlijke nummers 0.05« Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst v<S<5r 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENT1ËN: Tan 1—5 regelsf 0.50. Elke regel meer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoeligo bepalingen tot hot herhaald adverteoron in dit Blad, bij Abonnement. Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De Burgemeester van Amersfoort Gezien de aanschrijving van den Commissaris .der Koningin in de provincie Utrecht, van 30 Mei 1914, 4e ofdeeling, no. 1439; Brengt ter kennis van de verlofgangers der Landweer, lichting 1907, dat de wapenen, de kleeding- en uitrusting stukken en het Jedergoed, zoomede de regie menten of dienstvoorschriften, aan hen bij ver trek met verlof medegegeven of later uitge reikt, ingevolge het bepaalde bij het derde lid van art. 31 der Londweerwet, zooals deze wet is gewijzigd bij de Wet van 28 April 1913, St!bl. 148, door hen zullen moeten worden ingele verd dat die inlevering zal moeten geschieden op Dinsdag, 7 Juli e. k., des voormiddags te 9 uur, in het Scherm- en Gymnastieklokaal der Ve Infanterie-Brigade te Amersfoort, door de ver lofgangers der Infanterie, en op Woensdag 8 Juli d. a. y., des voormiddags 9 uur, te Amers foort in het Scherm- en Gymnastieklokaal van de Ve Infanterie-Brigade, door de verlofgan gers uit deze Gemeente (met uitzondering van hen, die behooren tot de Infanterie); dat zij hij de inlevering in burgerkleeding moeten verschijnen en hun zakboekje moeten medebrengen. Wordende voorts de aandacht van belang hebbenden op de volgende bepalingen geves tigd a. indien een verlofganger der Landweer wegens ziekte, verblijf buitenslands of andere geldige redenen, verhinderd is, persoonlijk de wapenen, de kleeding- en uitrustingstukken, het ledergoed en de reglementen of dienstvoor schriften in te leveren, dan is, volgens het be paalde bij het eerste lid van 3 der regeling, hieromtrent, hij of zijn, bij verhindering zijner zijds, zijne nabestaanden gehouden, er voor te zorgen, dat de inlevering door een ander ge schiedt. Van de geldigheid der redenen van verhindering moet blijken uit een bewijs, aan gegeven, c. q. gelegaliseerd, door den Burge meester en bij de inlevering over te leggen door den persoon, die namens den verlofganger tot de inlevering verschenen is b. dat, volgens art. 32 der aangevulde en ge wijzigde Landweerwet, strafbaar is, de verlof ganger der Landweer, die zonder geldige rede nen niet bij het onderzoek verschijnt, die zonder geldige reden de hierboven sub a genoemde voorwerpen, hetzij in hun geheel, hetzij gedeel telijk, niet inlevert, wiens wapenen, leder goed, ldeeding- en uitrustingstukken, reglemen ten of dienstvoorschriften, na inlevering, niet in voldoenden st3at worden bevonden of die wape nen, ledergoed, kleeding- en uitrustingstukken, reglementen of dienstvoorschriften, aan een an der behoorende, als de zijne inlevert. Amersfoort, 10 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, v. RAND WIJ CK. Politiek Overzicht. Het Marokko-vraagstuk an Spanje. Ruim drie weken heeft de Spaansche Ka mer besteed om het brandende Marokko- vra-agstuk le behandelen en te trachten een uitweg te vinden uit dit labirinth. Men heeft hier inderdaad te doen met een brandend vraagstuk, want het is nu reeds gedurende vijf jaren, dat Spanje in Marokko groote of fers brengt aan bloed en aan geld. In Juli 1909 werd de groote expeditie in de omstreken van Melilla uitgevoerd, die de oproeping -\an de reservisten van Madrid en Barcelona, de nederlaag in de kloof van de Gurugu en in het eigen land den bloedigen opstand van Barcelona ten gevolge had. In 1911—1912 werd van de in 1909 bezette stellingen uiit een op- marsoh tegen de rivier Kert ondernomen, die in eene reeks van gevechten en van bezet ting en weder-onlruiming van stellingen aan Spanje gevoelige verliezen berokkende, waar aan ten slotte een einde werd gemaakt door eene als vredesverdrag betitelde over eenkomst. Den 27en November 1912 werd het Fransch-Spaansohe verdrag gesloten; in Februari 1913 geschiedde de bezet ting van Tetuan, en sedert Juni 1913 en de bezetting van de stelling van Laurien vordert de onveiligheid in den omtrek van de hoofd stad van den benoemden kalif steedis nieuwe offers. Sedert October jl., nadat het kabinet- Dato aan het roer gekomen is, zijn de verlies cijfers wel is waar minder groot omdat het actieve optreden is gestaakt; maar doordal zij zich telkens herhalen, ontstemmen zij tocth da openbare meening. Daar komt nog bij, dat deze koloniale oorlog, ofschoon hij gedeelte lijk uit de stijgende ontvangsten is gedekt, toch nog 300 miliioen pesetas uitgaven heeft gevorderd, die uil buitengewone middelen moeten worden gedekt, dat voor 1915 een te kort op de staalsbcgrooting van 100 miliioen is aangekondigd en dat men thans weet, dat de 80,000 man, die in de verschillende stellin gen van Marokko staan en die twee derden van de totale legersterkte van Spanje uitma ken, boven het gewone budget van 160 miliioen van het departement van oorlog nog minstens 125 miliioen per jaar kosten. Geen wonder (Jus, dat de nieuwe Kamer de behoefte heeft gevoeld om oyer de zaken van Marokko lang en breed van gedachten te wis selen. Over de uitkomst van deze lange de batten schrijft een dagbladcorrespondent, dat als tastbaar resultaat alleen de verklaring van minister-president Dato is aan te merken, dal de regeering in Marokko geen veroverings oorlog beoogt, de vermindering van het daar bijeengebrachte leger wenschl en zal trachten de macht van den kalif te versterken. „Dut schijnt weinig en onbepaald, maar men moet erkennen, dat ook de tegenpartijen in ver legenheid zouden zijn op veel meer uitzichl te geven, wanneer hun onder de bestaande omstandigheden de regeering -werd aangebo den. Graaf Romanones, die Marokko in den legenwoordigen toestand achterliet en ook de meeste kans heeft het in een gelijken toestand weder over te nemen, was handig genoeg zich in deze kwestie aan de zijde van de regeering te plaatsen,, die om deze reden het volstrekt niet op eene stemming behoefde te laten aan komen. Ook de overige minderheden beproef den geenszins het eens te worden over een ge zamenlijk aan de regeering te stellen eisch. Zij stelden zich tevreden met het oelenen van eene meer of minder scherpe kritiek op de tot dusver genomen maatregelen, eene hou ding welker zwakheid bij de aanhangers van Maura zelfs tot uiting kwam door dc intrek king van het door hen ingediende amende ment. Alles bijeen genomen is echter bij alle op den grondslag der werkelijkheid staande par tijen naast het besef, dat Spaansoh Marokko niet kan worden prijsgegeven, de overtuiging doorgedrongen, dat daar eene taak is te ver vullen, tot welker aanvaarding aan Spanje voorloopig de gepaste middelen ontbreken. Het werk in Noord-Afrika wordt in breede kringen geenszins met blijde instemming be groet, omdat het in tegenstelling tot Frank- rijk„ bij welks Afrikaansche troepen nage noeg uitsluitend inboorlingen, -zoeaven en Senegaleezen, staan, bijna geheel met het volksleger moet worden verricht. Dc aange gane verbintenis, om voor de rust van het Marokkaansche protectoraat te zorgen, die door den onvermijdelijken aanleg van den spoorweg Tan ge r—Fez een zeer dringend ka rakter heeft gekregen, stelt echter niet alleen •aan de militaire slagvaardigheid hooge eisdhen» m£iar vordert ook deskundige be stuurskrachten, met de noodige ifiiddclen uil- gerust, die voorloopig nog geheel ontbreken. Men is nu voor hel eerst in den toestand, dat men bij eiken slap en bij iederen maatregel de vergelijking moet doorslaan met een rijker en heler geregeld land. Dal moet wel leiden tol menige biltere ervaring, maar zal mis schien op den duur op dc zaken in Spanje zelf een beilzamen invloed uitoefenen, omdat er mee gepaard gaat een ontwaken uit den ouden sleur en het prijs geven Yan plat ge treden banen." Duitschland. N e u-S trclitz, 10 Juni. Over den toe stand van den grooBhertog van. Mecklenburg- Strelitz meldt een om li des avonds door de Landeszeitung uitgegeven bulletin, dat de zwakte toeneemt en dat binnenkort het ergste is te vreezen. Berlijn, 10 Juni. Professor Fj-enkel is op 87-jarigen leeftijd aan longontsteking ge storven. Frankrijk. P a r ij s, 10 Juni. Ribot heeft zich heden voormiddag om elf vuur naar het Elysée bege ven met de leden van het 'kabinet, die hij aan president Poincaré heeft voorgesteld. De mi nistens zullen morgen om half zes in een ka binetsraad hijoen komen. In die vergadering zal de regeeriugsverklaring worden vastge steld. Vrijdagmorgen zal een ministerraad gehouden worden in het Elysée. In den na middag van dien dag zal <le regeering zich aan de Kamers voorstellen. Over de regeeringsverklaring, waarmee het kabinet-Ribot voor de Kamers zal optreden, bericht de Temps, dat het daarin zijne inzich ten zal mededeelen over de voornaamste po litieke vraagstukken, die hel parlement onder de oogen zal hebben te zien. Wat den duur van den militairen dienst betreft, is het kabi net van oordeel, dat de wet, welke den drie jarigen diensttijd bepaalt, die nog slechts kort geleden is vastgesteld en aan het begin van hare uitvoering is, op dit oogenblik niet in discussie kan worden gebracht, terwijl er niets is veranderd in de omstandigheden, waardoor het parlement tot de vaststelling van de wet werd gebracht. Ten aanzien van de financieele kwestie zal het kabinet-Ribot zich tot taaie stellen het evenwicht in de financiën te herstellen. Hel zal de onmiddellijke indiening aankondigen van een leeningsontwerp, dat bestemd is de hulpmiddelen te verschaffen, die de toeslan^J eisciht Het zal verder verklaren, dat het zijn best zal doen de beide Kamers tot overeen stemming te brengen omtrent hel plan vau eene inkomstenbelasting, dat door de Kamer aan het einde van de vorige zitting is aan genomen en dal door haar is opgenomen in de wet op de middelen voor 1914. De door de vereenigde radico-soeialislisehe groep aangenomen motie tot kenschetsing vau haai' standpunt tegenover het nieuwe kabine' luidt aldus: „De radicale en radico-socialisli- schc groep van de rcpublikeinsche partij be krachtigt op nieuw hel op 1 Juni genomen besluit, waardoor zij verklaart, dat zij haar vertrouwen slechts zal schenken aan een ka binet, dal uitsluitend steunt op de meerder heid links en vast besloten is dc verwezenlij king na te streven van het programma van Pau, en rekent op dc discipline van alle leden der partij." De groep der rcpublikeinsche socialisten heeft haar vroeger besluit bekrachtigd on» slechts een kabinet te steunen, dat uilsluitend steun zou zoeken bij eene meerderheid links. De gematigde republikcinsche cn nationalis tische bladen begroeten liet nieuwe ministerie met levendige voldoening. Zij verhelen niel, dat Ribot aan de radicalen menige concessie zal moeten doen, maar verklaren, dat de ze kerheid, die nu bestaat omtrent de handha ving van de driejarenwet, hunne bedenkin gen van anderen aard tot zwijgen moet bren gen. De Temps schrijft: „Het is mogelijk, dat wij genoodzaakt zullen zijn, sommige bijzon derheden van het programma der nieuwe re geering te kritiseeren, maar onze vreugde als republikeinen en vaderlanders helpt ons daar over heen. Want wij willen, dat Frankrijk bovenal en tot eiken prijs voortbestaat In dit opzicht biedt de samenstelling van het nieuwe kabinet ons alle noodige waarborgen. Van deze mannen is niet te vreezen, dat zij onze grenzen zullen openen en ten aanzien van de kracht en het crediet van ons land eenigeu twijfel zullen laten bestaan." Het Journal des Débats schrijft: Ribot was van meening, dat de omstandigheden hem dwongen tot oprichting van een ministerie der linkerzijde cn dat de oplossing van de be- lastingkwesliëii met steun van de radicalen moet worden ondernomen. Wij verwonderen ons over deze dingen te minder, omdat zij schijnen af to hangen van eene historische wet. liet ministerie-Ribot zal hel ministerie van de fiscale hervorming zijn, omdat die her vorming niet meer kan worden uitgesteld en omdat het een der weinigen is, die in staat zijn haar le verwezenlijken. De vereenigde radicalen en radico-socialis- ten zijn besloten lot een oorlog tot hel uiterste. Dat blijkt uit het hierboven medegedeelde be sluit van de Kamergroep en ook uil den toon, dien hunne organen aanslaan. De Radical schrijft met grimuiigen humor: Hel moge para doxaal klinken, maar wij kunnen toch zeg gen, dat de pogingen van den heer Ribot om een kabinet te vormen, ons volstrekt niet mis hagen. Niel dat wij hopen in hem een voor- echter van onze denkbeelden te vinden, maar de politiek, welker banierdrager tie uiliu men de senator van Pas de Calais is, heeft liet voordeel zeer duidelijk tc zijn, en van dc dui delijkheid hebben wij slechts voordeel te ver wachten. Daarom stelt de heer Ribot ons ge rust in plaats van ons le verontrusten. Nie mand kan ons beter dan hij er toe brengen, partijlucht le oefenen cn ons te tellen, ii te triomfeeren, want wij hebben toch de meer derheid. Jaurès, de woordvoerder van dc vereenigde socialisten, verbindt in de 11 u- raanité niet de kritiek, die bij voert -gen Ribot, eene bedreiging legen hul Elysée. 1 lij schrijft: „Wie weel oi de heer Ribot van c.l be wijs van stoutmoedige jeugdigheid niet eene, men zou bijna zeggen bovennatuurlijke vergel ding \un liet noodlot verwacht voor het geval, dat cenc ouwcersbui mocht razen o.er den hoogslen top van den Olymjïus." Na deze vrij duidelijke zinspeling op eene bij Ribot onder stelde eerzucht om dc opvolger van Poiilcaré te worden, als deze door dc krisis mocht worden weggevaagd, gaal llij voorl: Ecu mi nisterie le vormen, hangt vau den heer Ribot alleen af. Wanneer men dat wil, dan vindt mep altijd wel twaalf mannen van „goeden wik' Maar leven kan dc heer Ribot alleen vau JieJ verraad van radicalen. Ik hoop in bel b lang van de radicale partij in Frankrijk en van Ribot zelf, dal dit verraad niet zal voorko men. L>e republiek zou dat zwaar h.bben tc boeten. Italië. T u r ij n9 Ju n i. De betoogingen zijn voortgezet op verschillende punten vau de stad. 25 soldaten cn agenten zijn gewond; van de betoogers zijn een gedood en acht gewon den. A n c o n a p 9 J u n i. Bij dc begrafenis van de slachtoffers in de straatgevechten van Zon dag zijn verscheidene incidenten voorgeval len. Er werd gescholen cn talrijke personen deden kneuzingen op. Rome, 10 Juni. Dc beridhten van ver» schillende punten van Italië houden in, dat ondanks dc afkondiging Tan dc spoorwegsta king, dc dienst normaal is, behalve lussdicn Aucona en Bologna, waar dc weg is bescha digd bij Tabriano, Imola en Faenra. J>e berichten uit dc voornaamste sleden meidten, dat de avond gisteren is voorbij ge< gaan zonder bijzondere incidenten. lieden morgen duurt de sftaking voorl in Turijn, maar een aantal winkels zijn epen. In Genua duurt de slaking ook voorl, maar alle winkels zijn open; auto's en rijtuigen rijden. De slaken trachtten dc bij een tunnelbouw werkzame arbeiders te bewegen oin mee te doen, maar zij werden door dc politie uiteengejaagd. Eenige arrestatie u werden verricht. In Napel» duurde dc staking heden morgen voort, maat. dc tramwagens rijden en de winkels zijn groo» lendecis open. Rome, 10 Juni. Minister-president Sa- landra heeft aan dc prefecten eene circulaire gezonden, waarin gezegd wordt, dal hel de plicht van de regeering is de openbare or da le bowarenj. Maar de nuaioht moot met wijzd voorzichtigheid gebruikt worden. De slaking in Venetië is geëindigd. Bari, 10 Juni. Daar de stakers goe deren uit de winkels eischlen, joeg de politie de betoogers uiteen, die met steenen wierpen. Twaalf agenten en kambiniers werden ge-» In de galerij des lervens hebben de onbe duidendste scliilJderijen vaak de prachtigste lijsten. 28 door MARIE DIERS Schrijfster van Dokter Joost en zijne zeven zorgen", enz vertaald door Cato W. Westenberg, Ja, ze knoopte aan deze bovenmatig onge blazen idee zelfs nog eene philosopliisch - psychologische rédeneering vast. Ze bewees voor zich zelf met tic geneele, slagvaardige dialectiek van hare eigen, eenzijdige ervaring, dal de werkelijke moeders eenvoudig doordat ze zoo oneindig veel moesten geven, alge- stompt weiden, dat hel kind, dat ze van dei: eersten ademtocht af gekend hadden en welks verzorging ze misschien vaak meer dan ver moeid iiad, haar Lij het ontwaken van zijn geestelijk leven, in den ontwikkeliiigslijd van al zijne krachten niet meer zoo open voor nieuwe ideeën cn frisch vond, als het haar noodig had. Hoe was het anders te verkla ren, dat zoo vele overigens trouwe en liefheb bende moeders hare kinderen zoo a^cht be grepen, er zoo verkeerd tegenover ^tonden? Iloe was het te verklaren, dat dikv-ijls haar cijgcii kind een totaal vreemd lard voor ze was/ O. het was zeker waar, dat het moederschap heerlijk en groot was, maar nog grooter en heerlijker was het, tante te zijn, en de gezc- gendste op Gods aarde was zij, tante Lütle. Dezen zomer hield Christa het met haren jongen nog juist zoo eventjes in Berlijn uil. Ze gebruikte evenals het vorige jaar de uit stapjes als hulpmiddel, doch in haar hart was ze daarmee reeds erg ontevreden. Voordat ze een klein plekje groen te zien kregen, moesten ze toch altijd eerst zich een verve lend aankleeden getroosten* handschoenen aantrekken, Lütle moest de parasol opzoeken, ze moesten de trappen af en door lange, lange, warme straten wandelen. Och, en dit plekje groen kon Lütte mettertijd ook niet meer uitslaan, juist omdat daarachter steeds in hare verbeelding de Bunthorper weiden, liet zacht nuischendc boukenwoud opdoemden en haai' hart oproerig deden worden over den ciseh, dat liet zich zou verheugen over het treurig kleine stukje natuur. IleL verlangen, haren jongen in de vrije natuur te laten opgroeien, had reuzenafwe- tingen aangenomen, en in plaats dat de vol gende winter dit verlangen deed sterven, deed li ij het uitgroeien tot een plan, dat eindelijk ook onder de oogen van verstandige men schen mocht komen. Lütte deed geheimzinnig tegenover Kurt. Ilij mocht vooral niets welen, voordat alles in orde was, en ze deed zoo ontzettend ge heimzinnig tegenover hem, dat men voeK-.i en tasten kon, dat ze een geheim liad, terwijl toch de razend nieuwsgierig gemaakte jon gen niet in staat was, een lipje van den sluier, die over al 'l gebeuren lag, machtig te wor den en zoo den sluier op te lichten. Op zekeren Zondagmorgen draafde Lütte in plaats van uit te slapen naar den dokier, uie Kurt behandeld liad ,en kwam half waan zinnig van vrougde terug. Later kwam hel er eensklaps uit, dat ze bij den rector geweest was. Verder schreef ze brieven, maar Kurt mocht vooral niet de adressen lezen en ze ook niet op de pus doen. Ook ontving ze brieven, maar zc schreeuwde als eene bezetene, als Kurt, niets kwaads ver moedend, toevallig in de kamer trad, als ze ze las. Deze locstand duurde weken zoo voort. Kurt werd reeds woedend en in zijne ergernis be gon hij te smalen. In werkelijkheid leed hij er zelfs een beetje onder. Hij kon het zich reeds hoegenaamd niet meer voorstellen, wanneer tante Lutle weer uil hare duistere wolk zou neerdalen op dc aarde, en weer de oude zou worden. Op cenen zekeren namiddag in -Februari, loen er uit eenen donkeren hemel sneeuw neerviel, vond zc hem bij haren terugkeer voor het raam staan. Ilij keerde zich niet om, toen zij binnentrad. Ze zag zijne smalle schou ders, hel slanke, jonge lichaam, het gehelde, kleine, blonde hoofd, en zc kreeg plotseliag het gevoel, dat ze hem gedurende al dien tijd lieel veel leed had berokkend. Ilaar hart .kromp ineen. Ze wierp boeken, paraplu, mof nonchalant neer op ecnen stoel, op den grond, dat kwam er niet op aan, liep om zoo te zeggen jagend op hem toe, alsol dat, wat ze hem moest zeggen, zelfs gecne seconde uitgesteld kon worden, ofschoon ze, toen ze de kamer binnentrad, er nog heele- ïiiaal niel aan gedacht had, hem haar geheim mede te deelen, knielde naast hem neer, sloec hare armen om hein hoen, drukte haar hoofd tegen zijnen jongen, eenigszins gemelijk afge wenden schouder en riep: „Kurt, luister toch. nu kan ik je alles zeggen: Met Paschen gaar* we naar Sötensand, in een huisje heel dicht bij de stadsweide. Daar is ook een gymna sium, Kurt. Da ai* kun je den hcelen middag buiten loopen. Jongen, jongenl Als je de deur uit gaat, hen je buileu. Je moeder vindt hei ook goed, en ik heb aan den rector, dr. Mey sing, geschreven, en privaatleerlingen, krijg: ik daar ook wei, heeft hij geantwoord. En aan onzen toekomsligcn huisheer, den heer Poppe, eenen fabrikant, heb ik geschreven. Van dezen moet ik nog een beslissend antwoord hebben, daarom wou ik het je nog niet zeggen. Mis schien krijgen we ook wel een ander 'tuis. Kurt, hen je hoos op mij geweest? Kijk me toch eens aan, Kurt, kijk me toch eens aan! Toen sloeg hij mei de gehecie stormachtige onstuimigheid van zijn jong hart zijne arme.i om haren hals, tusschen lachen en huilen „Lieve tante Lütle Op den leeftijd van dertig jaar, vergezeld van ecnen tenger gebouwden kleinen, blonden jongen, die in de rierde klasse van l gymna sium zat, vestigde Christa Thomasius zich metterwoon als tante Lütle in hcL oude, wel bekende Sötensand. Zc had werkelijk in liet huisje aan de stadsweide de eerste Verdieping met drie kamers gekregen. Beneden haar woonde een voormalig koetsier van den fa brikant Hoppe, die nu vogels opzetlc en katle- vellèn looide. Het was Lütle, of zc droomde, toen ze aan het vrij liggende stationnetje aankwam, dal midden tusschen reeds groenende struiken stond, het was haar, of ze droomde, t^cn ze haren jongen bij de liand pakte en met hem over het hobbelige plaveisel der kleine stad liepA terwijl de eenige omnibus, die nog niet aan wegrijden dacht, haren koffer met zon brengen. liet was een zonnige, warme dag. Dl lieldei blauwe hemel, de groenende boomeu, de lichtgroene widen begroetten haar in hare oude geboortestreek. Hoe dikwijls, h#c dik wijls was zc ais kind door deze straten ge- ioopen, hier naar juffrouw Nothwang, die den garen-cnrbiuidwinkcl had, en bij wie ver geleken ze zich altijd zoo ontzettend dom en onwetend was voorgekomen daar naar Michclsen, die haar iederen keer de klc-mc vuistjes vol snoeperijen gestopt had daar naar dc apotheek „De gouden bol" en daar wandelde waarlijk nog de oude lieer Bunker, precies als voor tien en twintig jaar voor zijn huisje in den zonneschijn op en neerl Zc was zoo ontroerd, dat zc bijna geen ge luid meer kon geven, om den jongen aan hare zijde, wiens oogen schitterden van geluk, al deze dingen tc vertellen, liet was ook niet alleen vreugde, wat zc voelde bijna meer nog eene brandende, stekende pijn. Hier liep ze nu, en niemand kwam haar tegemoet, om haar te begroeten. Niemand was blij over haar komen cn riep haar een welkom toe, en zij, aan wier hand ze eens d-oor deze -.traten geloopen had, hadden afscheid genomen voor eeuwig De oude naaister, juffrouw Klaus, die nog hare rouwjapon gemaakt had, toen haar va der gestorven was en twee keer in 'l jaar een paar dagen in Bunthorp genaaid had, gleed haar voorbij. Ze was nog meer vervallen cn zag er uit, alsof ze gekrompen wes; met hare suffe oogen staarde ze Christa verwonderd aan, alsof ze eene vreemde verschijning was cn herkende haar niet. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1