„DE E EM LAN DER".
Donderdag 11 Juni 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LUTTË.
N°. 291
12d* Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Kennisgeving.
I
RSFOORTSCH
Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden roor Amersfoort f l.OO*
J. Idem franco per post 1.50»
-i Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
[Afzonderlijke nummers 0.05«
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst v<S<5r 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENT1ËN:
Tan 1—5 regelsf 0.50.
Elke regel meer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordoeligo bepalingen
tot hot herhaald adverteoron in dit Blad, bij Abonnement.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De Burgemeester van Amersfoort
Gezien de aanschrijving van den Commissaris
.der Koningin in de provincie Utrecht, van 30
Mei 1914, 4e ofdeeling, no. 1439;
Brengt ter kennis van de verlofgangers der
Landweer, lichting 1907,
dat de wapenen, de kleeding- en uitrusting
stukken en het Jedergoed, zoomede de regie
menten of dienstvoorschriften, aan hen bij ver
trek met verlof medegegeven of later uitge
reikt, ingevolge het bepaalde bij het derde lid
van art. 31 der Londweerwet, zooals deze wet
is gewijzigd bij de Wet van 28 April 1913, St!bl.
148, door hen zullen moeten worden ingele
verd
dat die inlevering zal moeten geschieden op
Dinsdag, 7 Juli e. k., des voormiddags te 9 uur,
in het Scherm- en Gymnastieklokaal der Ve
Infanterie-Brigade te Amersfoort, door de ver
lofgangers der Infanterie, en op Woensdag 8
Juli d. a. y., des voormiddags 9 uur, te Amers
foort in het Scherm- en Gymnastieklokaal van
de Ve Infanterie-Brigade, door de verlofgan
gers uit deze Gemeente (met uitzondering van
hen, die behooren tot de Infanterie);
dat zij hij de inlevering in burgerkleeding
moeten verschijnen en hun zakboekje moeten
medebrengen.
Wordende voorts de aandacht van belang
hebbenden op de volgende bepalingen geves
tigd
a. indien een verlofganger der Landweer
wegens ziekte, verblijf buitenslands of andere
geldige redenen, verhinderd is, persoonlijk de
wapenen, de kleeding- en uitrustingstukken, het
ledergoed en de reglementen of dienstvoor
schriften in te leveren, dan is, volgens het be
paalde bij het eerste lid van 3 der regeling,
hieromtrent, hij of zijn, bij verhindering zijner
zijds, zijne nabestaanden gehouden, er voor te
zorgen, dat de inlevering door een ander ge
schiedt. Van de geldigheid der redenen van
verhindering moet blijken uit een bewijs, aan
gegeven, c. q. gelegaliseerd, door den Burge
meester en bij de inlevering over te leggen door
den persoon, die namens den verlofganger tot
de inlevering verschenen is
b. dat, volgens art. 32 der aangevulde en ge
wijzigde Landweerwet, strafbaar is, de verlof
ganger der Landweer, die zonder geldige rede
nen niet bij het onderzoek verschijnt, die zonder
geldige reden de hierboven sub a genoemde
voorwerpen, hetzij in hun geheel, hetzij gedeel
telijk, niet inlevert, wiens wapenen, leder
goed, ldeeding- en uitrustingstukken, reglemen
ten of dienstvoorschriften, na inlevering, niet in
voldoenden st3at worden bevonden of die wape
nen, ledergoed, kleeding- en uitrustingstukken,
reglementen of dienstvoorschriften, aan een an
der behoorende, als de zijne inlevert.
Amersfoort, 10 Juni 1914.
De Burgemeester voornoemd,
v. RAND WIJ CK.
Politiek Overzicht.
Het Marokko-vraagstuk
an Spanje.
Ruim drie weken heeft de Spaansche Ka
mer besteed om het brandende Marokko-
vra-agstuk le behandelen en te trachten een
uitweg te vinden uit dit labirinth. Men heeft
hier inderdaad te doen met een brandend
vraagstuk, want het is nu reeds gedurende
vijf jaren, dat Spanje in Marokko groote of
fers brengt aan bloed en aan geld. In Juli 1909
werd de groote expeditie in de omstreken van
Melilla uitgevoerd, die de oproeping -\an de
reservisten van Madrid en Barcelona, de
nederlaag in de kloof van de Gurugu en in
het eigen land den bloedigen opstand van
Barcelona ten gevolge had. In 1911—1912 werd
van de in 1909 bezette stellingen uiit een op-
marsoh tegen de rivier Kert ondernomen,
die in eene reeks van gevechten en van bezet
ting en weder-onlruiming van stellingen aan
Spanje gevoelige verliezen berokkende, waar
aan ten slotte een einde werd gemaakt
door eene als vredesverdrag betitelde over
eenkomst. Den 27en November 1912 werd
het Fransch-Spaansohe verdrag gesloten;
in Februari 1913 geschiedde de bezet
ting van Tetuan, en sedert Juni 1913 en de
bezetting van de stelling van Laurien vordert
de onveiligheid in den omtrek van de hoofd
stad van den benoemden kalif steedis nieuwe
offers. Sedert October jl., nadat het kabinet-
Dato aan het roer gekomen is, zijn de verlies
cijfers wel is waar minder groot omdat het
actieve optreden is gestaakt; maar doordal zij
zich telkens herhalen, ontstemmen zij tocth da
openbare meening. Daar komt nog bij, dat
deze koloniale oorlog, ofschoon hij gedeelte
lijk uit de stijgende ontvangsten is gedekt,
toch nog 300 miliioen pesetas uitgaven heeft
gevorderd, die uil buitengewone middelen
moeten worden gedekt, dat voor 1915 een te
kort op de staalsbcgrooting van 100 miliioen
is aangekondigd en dat men thans weet, dat
de 80,000 man, die in de verschillende stellin
gen van Marokko staan en die twee derden
van de totale legersterkte van Spanje uitma
ken, boven het gewone budget van 160 miliioen
van het departement van oorlog nog minstens
125 miliioen per jaar kosten.
Geen wonder (Jus, dat de nieuwe Kamer de
behoefte heeft gevoeld om oyer de zaken van
Marokko lang en breed van gedachten te wis
selen. Over de uitkomst van deze lange de
batten schrijft een dagbladcorrespondent, dat
als tastbaar resultaat alleen de verklaring van
minister-president Dato is aan te merken, dal
de regeering in Marokko geen veroverings
oorlog beoogt, de vermindering van het daar
bijeengebrachte leger wenschl en zal trachten
de macht van den kalif te versterken. „Dut
schijnt weinig en onbepaald, maar men moet
erkennen, dat ook de tegenpartijen in ver
legenheid zouden zijn op veel meer uitzichl
te geven, wanneer hun onder de bestaande
omstandigheden de regeering -werd aangebo
den. Graaf Romanones, die Marokko in den
legenwoordigen toestand achterliet en ook de
meeste kans heeft het in een gelijken toestand
weder over te nemen, was handig genoeg zich
in deze kwestie aan de zijde van de regeering
te plaatsen,, die om deze reden het volstrekt
niet op eene stemming behoefde te laten aan
komen. Ook de overige minderheden beproef
den geenszins het eens te worden over een ge
zamenlijk aan de regeering te stellen eisch.
Zij stelden zich tevreden met het oelenen van
eene meer of minder scherpe kritiek op de
tot dusver genomen maatregelen, eene hou
ding welker zwakheid bij de aanhangers van
Maura zelfs tot uiting kwam door dc intrek
king van het door hen ingediende amende
ment.
Alles bijeen genomen is echter bij alle op
den grondslag der werkelijkheid staande par
tijen naast het besef, dat Spaansoh Marokko
niet kan worden prijsgegeven, de overtuiging
doorgedrongen, dat daar eene taak is te ver
vullen, tot welker aanvaarding aan Spanje
voorloopig de gepaste middelen ontbreken.
Het werk in Noord-Afrika wordt in breede
kringen geenszins met blijde instemming be
groet, omdat het in tegenstelling tot Frank-
rijk„ bij welks Afrikaansche troepen nage
noeg uitsluitend inboorlingen, -zoeaven en
Senegaleezen, staan, bijna geheel met het
volksleger moet worden verricht. Dc aange
gane verbintenis, om voor de rust van het
Marokkaansche protectoraat te zorgen, die
door den onvermijdelijken aanleg van den
spoorweg Tan ge r—Fez een zeer dringend ka
rakter heeft gekregen, stelt echter niet alleen
•aan de militaire slagvaardigheid hooge
eisdhen» m£iar vordert ook deskundige be
stuurskrachten, met de noodige ifiiddclen uil-
gerust, die voorloopig nog geheel ontbreken.
Men is nu voor hel eerst in den toestand, dat
men bij eiken slap en bij iederen maatregel
de vergelijking moet doorslaan met een rijker
en heler geregeld land. Dal moet wel leiden
tol menige biltere ervaring, maar zal mis
schien op den duur op dc zaken in Spanje
zelf een beilzamen invloed uitoefenen, omdat
er mee gepaard gaat een ontwaken uit den
ouden sleur en het prijs geven Yan plat ge
treden banen."
Duitschland.
N e u-S trclitz, 10 Juni. Over den toe
stand van den grooBhertog van. Mecklenburg-
Strelitz meldt een om li des avonds door de
Landeszeitung uitgegeven bulletin, dat de
zwakte toeneemt en dat binnenkort het ergste
is te vreezen.
Berlijn, 10 Juni. Professor Fj-enkel is
op 87-jarigen leeftijd aan longontsteking ge
storven.
Frankrijk.
P a r ij s, 10 Juni. Ribot heeft zich heden
voormiddag om elf vuur naar het Elysée bege
ven met de leden van het 'kabinet, die hij aan
president Poincaré heeft voorgesteld. De mi
nistens zullen morgen om half zes in een ka
binetsraad hijoen komen. In die vergadering
zal de regeeriugsverklaring worden vastge
steld. Vrijdagmorgen zal een ministerraad
gehouden worden in het Elysée. In den na
middag van dien dag zal <le regeering zich
aan de Kamers voorstellen.
Over de regeeringsverklaring, waarmee het
kabinet-Ribot voor de Kamers zal optreden,
bericht de Temps, dat het daarin zijne inzich
ten zal mededeelen over de voornaamste po
litieke vraagstukken, die hel parlement onder
de oogen zal hebben te zien. Wat den duur
van den militairen dienst betreft, is het kabi
net van oordeel, dat de wet, welke den drie
jarigen diensttijd bepaalt, die nog slechts kort
geleden is vastgesteld en aan het begin van
hare uitvoering is, op dit oogenblik niet in
discussie kan worden gebracht, terwijl er
niets is veranderd in de omstandigheden,
waardoor het parlement tot de vaststelling
van de wet werd gebracht.
Ten aanzien van de financieele kwestie zal
het kabinet-Ribot zich tot taaie stellen het
evenwicht in de financiën te herstellen. Hel
zal de onmiddellijke indiening aankondigen
van een leeningsontwerp, dat bestemd is de
hulpmiddelen te verschaffen, die de toeslan^J
eisciht Het zal verder verklaren, dat het zijn
best zal doen de beide Kamers tot overeen
stemming te brengen omtrent hel plan vau
eene inkomstenbelasting, dat door de Kamer
aan het einde van de vorige zitting is aan
genomen en dal door haar is opgenomen in
de wet op de middelen voor 1914.
De door de vereenigde radico-soeialislisehe
groep aangenomen motie tot kenschetsing vau
haai' standpunt tegenover het nieuwe kabine'
luidt aldus: „De radicale en radico-socialisli-
schc groep van de rcpublikeinsche partij be
krachtigt op nieuw hel op 1 Juni genomen
besluit, waardoor zij verklaart, dat zij haar
vertrouwen slechts zal schenken aan een ka
binet, dal uitsluitend steunt op de meerder
heid links en vast besloten is dc verwezenlij
king na te streven van het programma van
Pau, en rekent op dc discipline van alle leden
der partij."
De groep der rcpublikeinsche socialisten
heeft haar vroeger besluit bekrachtigd on»
slechts een kabinet te steunen, dat uilsluitend
steun zou zoeken bij eene meerderheid links.
De gematigde republikcinsche cn nationalis
tische bladen begroeten liet nieuwe ministerie
met levendige voldoening. Zij verhelen niel,
dat Ribot aan de radicalen menige concessie
zal moeten doen, maar verklaren, dat de ze
kerheid, die nu bestaat omtrent de handha
ving van de driejarenwet, hunne bedenkin
gen van anderen aard tot zwijgen moet bren
gen. De Temps schrijft: „Het is mogelijk, dat
wij genoodzaakt zullen zijn, sommige bijzon
derheden van het programma der nieuwe re
geering te kritiseeren, maar onze vreugde als
republikeinen en vaderlanders helpt ons daar
over heen. Want wij willen, dat Frankrijk
bovenal en tot eiken prijs voortbestaat In dit
opzicht biedt de samenstelling van het nieuwe
kabinet ons alle noodige waarborgen. Van
deze mannen is niet te vreezen, dat zij onze
grenzen zullen openen en ten aanzien van de
kracht en het crediet van ons land eenigeu
twijfel zullen laten bestaan."
Het Journal des Débats schrijft: Ribot was
van meening, dat de omstandigheden hem
dwongen tot oprichting van een ministerie
der linkerzijde cn dat de oplossing van de be-
lastingkwesliëii met steun van de radicalen
moet worden ondernomen. Wij verwonderen
ons over deze dingen te minder, omdat zij
schijnen af to hangen van eene historische
wet. liet ministerie-Ribot zal hel ministerie
van de fiscale hervorming zijn, omdat die her
vorming niet meer kan worden uitgesteld en
omdat het een der weinigen is, die in staat
zijn haar le verwezenlijken.
De vereenigde radicalen en radico-socialis-
ten zijn besloten lot een oorlog tot hel uiterste.
Dat blijkt uit het hierboven medegedeelde be
sluit van de Kamergroep en ook uil den toon,
dien hunne organen aanslaan. De Radical
schrijft met grimuiigen humor: Hel moge para
doxaal klinken, maar wij kunnen toch zeg
gen, dat de pogingen van den heer Ribot om
een kabinet te vormen, ons volstrekt niet mis
hagen. Niel dat wij hopen in hem een voor-
echter van onze denkbeelden te vinden, maar
de politiek, welker banierdrager tie uiliu men
de senator van Pas de Calais is, heeft liet
voordeel zeer duidelijk tc zijn, en van dc dui
delijkheid hebben wij slechts voordeel te ver
wachten. Daarom stelt de heer Ribot ons ge
rust in plaats van ons le verontrusten. Nie
mand kan ons beter dan hij er toe brengen,
partijlucht le oefenen cn ons te tellen, ii te
triomfeeren, want wij hebben toch de meer
derheid. Jaurès, de woordvoerder van dc
vereenigde socialisten, verbindt in de 11 u-
raanité niet de kritiek, die bij voert -gen
Ribot, eene bedreiging legen hul Elysée. 1 lij
schrijft: „Wie weel oi de heer Ribot van c.l be
wijs van stoutmoedige jeugdigheid niet eene,
men zou bijna zeggen bovennatuurlijke vergel
ding \un liet noodlot verwacht voor het geval,
dat cenc ouwcersbui mocht razen o.er den
hoogslen top van den Olymjïus." Na deze vrij
duidelijke zinspeling op eene bij Ribot onder
stelde eerzucht om dc opvolger van Poiilcaré
te worden, als deze door dc krisis mocht
worden weggevaagd, gaal llij voorl: Ecu mi
nisterie le vormen, hangt vau den heer Ribot
alleen af. Wanneer men dat wil, dan vindt mep
altijd wel twaalf mannen van „goeden wik'
Maar leven kan dc heer Ribot alleen vau JieJ
verraad van radicalen. Ik hoop in bel b lang
van de radicale partij in Frankrijk en van
Ribot zelf, dal dit verraad niet zal voorko
men. L>e republiek zou dat zwaar h.bben tc
boeten.
Italië.
T u r ij n9 Ju n i. De betoogingen zijn
voortgezet op verschillende punten vau de
stad. 25 soldaten cn agenten zijn gewond; van
de betoogers zijn een gedood en acht gewon
den.
A n c o n a p 9 J u n i. Bij dc begrafenis van
de slachtoffers in de straatgevechten van Zon
dag zijn verscheidene incidenten voorgeval
len. Er werd gescholen cn talrijke personen
deden kneuzingen op.
Rome, 10 Juni. Dc beridhten van ver»
schillende punten van Italië houden in, dat
ondanks dc afkondiging Tan dc spoorwegsta
king, dc dienst normaal is, behalve lussdicn
Aucona en Bologna, waar dc weg is bescha
digd bij Tabriano, Imola en Faenra.
J>e berichten uit dc voornaamste sleden
meidten, dat de avond gisteren is voorbij ge<
gaan zonder bijzondere incidenten. lieden
morgen duurt de sftaking voorl in Turijn, maar
een aantal winkels zijn epen. In Genua duurt
de slaking ook voorl, maar alle winkels zijn
open; auto's en rijtuigen rijden. De slaken
trachtten dc bij een tunnelbouw werkzame
arbeiders te bewegen oin mee te doen, maar
zij werden door dc politie uiteengejaagd.
Eenige arrestatie u werden verricht. In Napel»
duurde dc staking heden morgen voort, maat.
dc tramwagens rijden en de winkels zijn groo»
lendecis open.
Rome, 10 Juni. Minister-president Sa-
landra heeft aan dc prefecten eene circulaire
gezonden, waarin gezegd wordt, dal hel de
plicht van de regeering is de openbare or da
le bowarenj. Maar de nuaioht moot met wijzd
voorzichtigheid gebruikt worden.
De slaking in Venetië is geëindigd.
Bari, 10 Juni. Daar de stakers goe
deren uit de winkels eischlen, joeg de politie
de betoogers uiteen, die met steenen wierpen.
Twaalf agenten en kambiniers werden ge-»
In de galerij des lervens hebben de onbe
duidendste scliilJderijen vaak de prachtigste
lijsten.
28
door MARIE DIERS
Schrijfster van
Dokter Joost en zijne zeven zorgen", enz
vertaald door Cato W. Westenberg,
Ja, ze knoopte aan deze bovenmatig onge
blazen idee zelfs nog eene philosopliisch -
psychologische rédeneering vast. Ze bewees
voor zich zelf met tic geneele, slagvaardige
dialectiek van hare eigen, eenzijdige ervaring,
dal de werkelijke moeders eenvoudig doordat
ze zoo oneindig veel moesten geven, alge-
stompt weiden, dat hel kind, dat ze van dei:
eersten ademtocht af gekend hadden en welks
verzorging ze misschien vaak meer dan ver
moeid iiad, haar Lij het ontwaken van zijn
geestelijk leven, in den ontwikkeliiigslijd van
al zijne krachten niet meer zoo open voor
nieuwe ideeën cn frisch vond, als het haar
noodig had. Hoe was het anders te verkla
ren, dat zoo vele overigens trouwe en liefheb
bende moeders hare kinderen zoo a^cht be
grepen, er zoo verkeerd tegenover ^tonden?
Iloe was het te verklaren, dat dikv-ijls haar
cijgcii kind een totaal vreemd lard voor ze
was/
O. het was zeker waar, dat het moederschap
heerlijk en groot was, maar nog grooter en
heerlijker was het, tante te zijn, en de gezc-
gendste op Gods aarde was zij, tante Lütle.
Dezen zomer hield Christa het met haren
jongen nog juist zoo eventjes in Berlijn uil.
Ze gebruikte evenals het vorige jaar de uit
stapjes als hulpmiddel, doch in haar hart was
ze daarmee reeds erg ontevreden. Voordat
ze een klein plekje groen te zien kregen,
moesten ze toch altijd eerst zich een verve
lend aankleeden getroosten* handschoenen
aantrekken, Lütle moest de parasol opzoeken,
ze moesten de trappen af en door lange,
lange, warme straten wandelen. Och, en dit
plekje groen kon Lütte mettertijd ook niet
meer uitslaan, juist omdat daarachter steeds
in hare verbeelding de Bunthorper weiden,
liet zacht nuischendc boukenwoud opdoemden
en haai' hart oproerig deden worden over den
ciseh, dat liet zich zou verheugen over het
treurig kleine stukje natuur.
IleL verlangen, haren jongen in de vrije
natuur te laten opgroeien, had reuzenafwe-
tingen aangenomen, en in plaats dat de vol
gende winter dit verlangen deed sterven, deed
li ij het uitgroeien tot een plan, dat eindelijk
ook onder de oogen van verstandige men
schen mocht komen.
Lütte deed geheimzinnig tegenover Kurt.
Ilij mocht vooral niets welen, voordat alles
in orde was, en ze deed zoo ontzettend ge
heimzinnig tegenover hem, dat men voeK-.i
en tasten kon, dat ze een geheim liad, terwijl
toch de razend nieuwsgierig gemaakte jon
gen niet in staat was, een lipje van den sluier,
die over al 'l gebeuren lag, machtig te wor
den en zoo den sluier op te lichten.
Op zekeren Zondagmorgen draafde Lütte
in plaats van uit te slapen naar den dokier,
uie Kurt behandeld liad ,en kwam half waan
zinnig van vrougde terug.
Later kwam hel er eensklaps uit, dat ze
bij den rector geweest was. Verder schreef ze
brieven, maar Kurt mocht vooral niet de
adressen lezen en ze ook niet op de pus doen.
Ook ontving ze brieven, maar zc schreeuwde
als eene bezetene, als Kurt, niets kwaads ver
moedend, toevallig in de kamer trad, als ze
ze las.
Deze locstand duurde weken zoo voort. Kurt
werd reeds woedend en in zijne ergernis be
gon hij te smalen. In werkelijkheid leed hij er
zelfs een beetje onder. Hij kon het zich reeds
hoegenaamd niet meer voorstellen, wanneer
tante Lutle weer uil hare duistere wolk zou
neerdalen op dc aarde, en weer de oude zou
worden.
Op cenen zekeren namiddag in -Februari,
loen er uit eenen donkeren hemel sneeuw
neerviel, vond zc hem bij haren terugkeer
voor het raam staan. Ilij keerde zich niet om,
toen zij binnentrad. Ze zag zijne smalle schou
ders, hel slanke, jonge lichaam, het gehelde,
kleine, blonde hoofd, en zc kreeg plotseliag
het gevoel, dat ze hem gedurende al dien tijd
lieel veel leed had berokkend.
Ilaar hart .kromp ineen. Ze wierp boeken,
paraplu, mof nonchalant neer op ecnen stoel,
op den grond, dat kwam er niet op aan, liep
om zoo te zeggen jagend op hem toe, alsol
dat, wat ze hem moest zeggen, zelfs gecne
seconde uitgesteld kon worden, ofschoon ze,
toen ze de kamer binnentrad, er nog heele-
ïiiaal niel aan gedacht had, hem haar geheim
mede te deelen, knielde naast hem neer, sloec
hare armen om hein hoen, drukte haar hoofd
tegen zijnen jongen, eenigszins gemelijk afge
wenden schouder en riep: „Kurt, luister toch.
nu kan ik je alles zeggen: Met Paschen gaar*
we naar Sötensand, in een huisje heel dicht
bij de stadsweide. Daar is ook een gymna
sium, Kurt. Da ai* kun je den hcelen middag
buiten loopen. Jongen, jongenl Als je de deur
uit gaat, hen je buileu. Je moeder vindt hei
ook goed, en ik heb aan den rector, dr. Mey
sing, geschreven, en privaatleerlingen, krijg:
ik daar ook wei, heeft hij geantwoord. En aan
onzen toekomsligcn huisheer, den heer Poppe,
eenen fabrikant, heb ik geschreven. Van dezen
moet ik nog een beslissend antwoord hebben,
daarom wou ik het je nog niet zeggen. Mis
schien krijgen we ook wel een ander 'tuis.
Kurt, hen je hoos op mij geweest? Kijk me
toch eens aan, Kurt, kijk me toch eens aan!
Toen sloeg hij mei de gehecie stormachtige
onstuimigheid van zijn jong hart zijne arme.i
om haren hals, tusschen lachen en huilen
„Lieve tante Lütle
Op den leeftijd van dertig jaar, vergezeld
van ecnen tenger gebouwden kleinen, blonden
jongen, die in de rierde klasse van l gymna
sium zat, vestigde Christa Thomasius zich
metterwoon als tante Lütle in hcL oude, wel
bekende Sötensand. Zc had werkelijk in liet
huisje aan de stadsweide de eerste Verdieping
met drie kamers gekregen. Beneden haar
woonde een voormalig koetsier van den fa
brikant Hoppe, die nu vogels opzetlc en katle-
vellèn looide.
Het was Lütle, of zc droomde, toen ze aan
het vrij liggende stationnetje aankwam, dal
midden tusschen reeds groenende struiken
stond, het was haar, of ze droomde, t^cn ze
haren jongen bij de liand pakte en met hem
over het hobbelige plaveisel der kleine stad
liepA terwijl de eenige omnibus, die nog niet
aan wegrijden dacht, haren koffer met zon
brengen.
liet was een zonnige, warme dag. Dl lieldei
blauwe hemel, de groenende boomeu, de
lichtgroene widen begroetten haar in hare
oude geboortestreek. Hoe dikwijls, h#c dik
wijls was zc ais kind door deze straten ge-
ioopen, hier naar juffrouw Nothwang, die
den garen-cnrbiuidwinkcl had, en bij wie ver
geleken ze zich altijd zoo ontzettend dom en
onwetend was voorgekomen daar naar
Michclsen, die haar iederen keer de klc-mc
vuistjes vol snoeperijen gestopt had daar
naar dc apotheek „De gouden bol" en
daar wandelde waarlijk nog de oude lieer
Bunker, precies als voor tien en twintig jaar
voor zijn huisje in den zonneschijn op en neerl
Zc was zoo ontroerd, dat zc bijna geen ge
luid meer kon geven, om den jongen aan hare
zijde, wiens oogen schitterden van geluk, al
deze dingen tc vertellen, liet was ook niet
alleen vreugde, wat zc voelde bijna meer
nog eene brandende, stekende pijn. Hier liep
ze nu, en niemand kwam haar tegemoet, om
haar te begroeten. Niemand was blij over
haar komen cn riep haar een welkom toe, en
zij, aan wier hand ze eens d-oor deze -.traten
geloopen had, hadden afscheid genomen voor
eeuwig
De oude naaister, juffrouw Klaus, die nog
hare rouwjapon gemaakt had, toen haar va
der gestorven was en twee keer in 'l jaar een
paar dagen in Bunthorp genaaid had, gleed
haar voorbij. Ze was nog meer vervallen cn
zag er uit, alsof ze gekrompen wes; met hare
suffe oogen staarde ze Christa verwonderd
aan, alsof ze eene vreemde verschijning was
cn herkende haar niet.
Wordt vervolgd.