DE EEMLAN DER".
Zaterdag 27 Juni 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LUTTE.
N°. 305 Tweede Blad.
12d' Jaargang*
FOORTSCH
Hoofdredacteur) Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
J»
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 mRanden voor Amersfoort f l.OO»
Idem franco per post 1«50«
Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - 0.10,
Afzonderlijke nummers - 0.05.
l)eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau» UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene ciroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kroniek
F. SMIT KLEINE.
Eere-saluut aan Overste Thom
son. Kort en snel recht. De
Tucht-Unie. Een Times- en een
Standaard-artikeL Domheids
macht en een ontwikkeld heer.
Binnen- en buitenlandsche kern
spreuken. Gedrukte Wijsheid.
„Gesneuveld op «het veld van eer is «een
tam ihet antieke ikrij«gamainsl'even ontleende
uitdrulklking. «Zij is in «omloop gebleven. "Wij
zullen haariXius «bezigen nu wij een eere-sa'luuJt
brengen aan de nagedachtenis van .Overste
Thomson, den loyale^, vurigea, «krachtigen
Nederlander in Durazz-o «gevallen. Onzte Eer
ste en Tweede iKamer dor iSla'len-Ge'neraal
'hebbeai dtn h'ooMofficier gehuldigd; onze
Koningin heeft «aan zijne weduwe 'den on-
vergelelijiken dantk vtin -den M'bret van Alba
nië overgebracht en de organen der inheem-
sdhe en «uitheemsche openbare meening hebben
gewedijverd in liet omlauwafen zijner per
soonlijkheid.
Ook wij salueeren zijn manhaftig gedrag in
binnen- en (buitenland. Allo verbitlerd*
idhimpers, aille 'beste stuurlui, allé nationale
Jan Sadie's ten spijl, omkransen. wij zijlne her
innering en plaatsen zijn beeld in de hal der
internationale ro,emrudhligheid,
Dat de openbare veiligheid dn onze elf «pro
vinciën voor binnen- en buitenlander nu en
dan ernstig gevaar loopt honderde onver
dachte (getuigenissen zouden het kunnen be
wijzen en allerlaatst de werkzaamheid der
„Tucht-Unie*.
Een welgeaard en .welgezeten (Nederlander
is oinversdhillig op (hel pount van openbare
gehoorzaamheid. Het wordlt meer dan «tijd dat
hem die, nu Huis, 6chool en Kerlc zJijn gevoel
van ©ipenbaax «fatsoen niet genoegzaam ont
wikkelden, .wordie ingeprent op anderte meer
«afdoende meinier. i
De Tucht-Unie heeft iplaja 'zich tot onze
Landsrégeeriiig te richten, ten einde zij de
Instelling van «kort ten snel recht, rvan politie
rechtbanken met parate executie bespocdigc.
Moge de Tudhlt-Unie haiar plan izien bekroond
en haar verzoek ingewilligd.
Reeds 20 jaar 'geleden liet ik mij over «ons
straat-fatsoen ten opzichte van vreemdeling
eh inwoner aldus .uit:
„Nergens tzal een gemoene, wreede sltraat-
Jongen o«p (heesterdaad getrapt, door een pu
bliek zoo worden (beschermd en togen hedh-
«teindis gevrij waard, ja, or lil rokken worden
aan dten arm der politie als (bij ons; nergens
ook is een lijdelijk of feitelijk verzet tegen de
pVerheid zoo ingeworteld als bij ons; ner
gens anders ziet men de wanordelijkheid van
de massa zulke proporliën aannemen. Wij
zijn in doojsla.g, misschien ontwikkelder dan
,vele andere "Europeesche 'natiën; daartegen
slaat, dat wij zeker ,niet half zoo w'elopgc-
«voed zijin, «ook omdat bij ons de onhebbelijke
dingcm, die ges-lraft moestn wcirdon, blauw
blauw worden gelaten. Naar poli'lie-rechtban-
ken met parate executie zoeken .wij al eeD
kwart «eeuw en naar «en goed georganiseerd
politiecorps, d-aft geleidelijk stad. ien lande
zou beschermen, zullen wij waarschijnlijk ten
eeuwigen daigie zoeken".
Deze woorden .uit hel Zondagsblad van hel
Nieuws van den /Dag van 1 September
1895 sluiten zidh aate bij hetgeen de T u c h t-
Unite in hare statuten en in haj*e roepstem
sinds «den idag harer oprichting, 31 October
1908, beoogt.
Eigenlijk moesten onze dagelijksrihe pers
organen eenmaal per tmaand zoowel het doel
dier heilzame vereeniging als haar werk
zaamheid o'nder de a-andaChft harer lezers
brengen. Er is geen Vere.eniging dia zoozeer
den steun aller welde nkende'n
verdient dan deze.
Artikel 1 der statuten vermeldt .als doel:
^Bes'Lrijding vaat (tuchteloosheid o'nder hel
Nederlandsche volk,, .ten einde zijne zedelij
ke en lidhaanélijko kfach't te verhoo«genM.
Men kan voor -eene jaarlijksdhe bijdrage
van één gui'den, zegge /"l lid zijn en daar
voor ontvangt men dan nog het (maandblad
De Gong, roepstem van de Tucht-Unie.
Mag ik «mijnen [lezers verzoeken nu eens
najar mijne roepstem te luisterten en Een
Gulden voor dit .weldadig doel te 'of
feren? 1
Een tros practische, welbekende Neder
landers vormt het Algem'een Bestuur, waar
van dr. Kieviet de Jonge, de Voorzitter van
het schitterend beheerd Algemeen Neder
lands oh Verbond, Eere-Voo.rzitter en Edo
Berg&ma, do Voorzitter van den bijzonder lof-
waardigeh A'lg. Nederl. Wielrijdersbond, pre
sident is.
Eon kleine 50 Vereenigingen waren bij de
Tuoht-U:nie, een halfjaar geleden;, aangeslo
ten. Honderdmaal zooveel bijzondere leden
moge ,zij weldra 'tellen 1 Immers a«l zijn vele
onzer eerzaime Nederlandsche gemeenten be
schut door den, invloed van Staat, School en
Kerk, dit is zeker: ons iqpenbaar leven, ons
straat-fateoen eischi nogthans dagelijks het
gebruik van middelen uit de Tuokt-Apolheek
door bijzondere personen gehouden.
Een Timcs-artikel van admiraal Scott heeft
de aandacht getrokken van de welbekende
Driestar uit de Standaard, ons anti-revo-
lutionnair persorgaan. Dc Engelsohe admi
raal zegt niet meer of minder van de mari-
'lieme Dreadnoughts dan d'at hei ooger-
blik nadert, waarqp die monster-slagschepen
voor afbraak verkocht kunnen worden. De ge
weldenaars zouden, volgens Scott, niet be
stand zijn tegen de onderzeeërs.
Terecht zegt nu de Standaard, dat onze Mi
nister van Marine niet met den bouw onzer
Dreadnoughts mag doorgaan, alvorens
naar de waadde varn het Tiines-arldkel een
ernstig onderzoek ingesteld zij.
De .belastingschuldigen hebben wel eenig be
lang hij dien practischcn wenk van Dr. Kuy-
per's Standaard, vooral die aangeslagenen,
welke zich het wetenschappelijk gehaspel.over
onze Amslerdamsche en Utreohlsche vcsting-
linièn herinneren, waar millioenen in den
grond zijn verdwenen sans espoir de
retour.
Nu Marcellus Emants den 16en «Mei is afge
treden als Voorzitter van het Ncderlandsch
1 ooneelverbond en hij in liet Orgaan van dat
verbond Het Tooneel door den Redacteur
Mr. Dr. C. A. Vaillanit word't gehuldigd als
„voornaam letterkundige, geëerd tooneel-
schrijver, ernstig psycholoog, uitmuntend sty
list" trekken onwillekeurig onze gedachten
naar zijn meesterlijk drama „Domheids
macht". Ik weet niet of vele mijner lezers dat
oorspronkelijk tooneolspel van den heer
Emants door de „Kon. Vereeniging" hebben
zien opvoeren, maar mochten er zijn die dat
stuk nog niet kenden, dan raad ik hun het bij
de eerste gelegenheid te gaan zien. Jan C. de
Vos als de Minister en Mevrouw Christine
Poolman als zijne ectotgenoote zijn er magis
traal in. Het doet den belemmerenden invloed,
aanschouwen van het «waanwijs gezag der
domheid, .gesteund door het prestige van het
moederschap. Als „ernstig psycholoog heeft
Maroellus Emants dat gegeven uitgewerkt en
zoo plastisch in zijne personen en de omge
ving waarin zij zich herwegen voorgesteld, dat
het mij niet zou verwonderen dat zelfs een
„Ontwikkeld heer", die bezigheden zoekt, nog
ongehuwd is en de administratie over meer
dan één uaamlooze vennootschap voert en die
(hoe is het Gods ter wereld mogelijk?) over
veel vrijen tijd beschikt"er zijn profijt mcê
kon doen. Het stuk is gelijk alle meester
stukken een zede9childering van ongemeene
betcekenis en meergemelde ontwikkelde heer,
wiens aanbieding ik ergens in een dagblad las,
zou in „Domheidsmacht" allereerst een be
vestiging vinden van zijn alleszins gewettig-
den drang naor bezig/heden. Een zoon van den
«Minister uit het drama mislukt, omdat hij
in zijn dolce far niente te veel ge
steund wordt door zijne domme moeder. Had
zij maar evenals hot „ontwikkeld beer" een
advertentie om bezigheden voor haren zoon
geplaatst? I
Kernspreuken of aphorismen zijn Voor de
meesten onzer dagelijksche spijs. Onze dag
bladen, onze scheurkalenders, onze leeszalen,
onze wandelpaden strooien ze als rozen voor
onzen wet, al is het waarschijnlijk dc bedoe
ling der oorspronkelijke strooiers dat wij
ter onzer stichting de doornen scherp voe
len. Welk een onafzienbaar gebied het zede*
meesfrersgild ten onzent en over de gansche
oude en nieuwe wereld «beslaat! Salomo's
Spreuken der Wijsheid modellen van Oos-
tersbhe dtenikkracht on uniivorseele mcnschen-
kennis (kunnen hot allereerst 'bewijzen, en
wanneer men mij den al te gewaagden sprong
naar beneden wil vergeven onze heden-
daagsche wisselkantoren en biorhallen leve
ren materiaal voor onze aphoristische liefde.
Dat daarom een onzer oudste tijdschriften,
dat méégaat met den tijd De Tijdspie-
g e 1 een kernsprcuken-zegger heeft aange
worven, is volkomen in de orde der heer-
schende denikbeelden. Een brug naar ons
nieuw geloof is de othiek onzer kernspreuken.
De kernige zeggen- van De Tijdspiegel is
de beer J. Petri. Met voorkeur haal ik een
paar zijner spreuken aan. Dal hij zich zijn
geestelijke taak niet als een licht karreweilje
voorstelt, bewijst zijne omschrijving von het
aphorisme zelf. Ilij omschrijft het zóó„Goede
aphorismen zijm als wimpels op het monu
mentale feest dor gedachten."
Daarui'l zou ik enkel hot woord goede
wilton schrappen. Immers als tegenstelling
van slechte aphorismen te spreken is een
„contradictio in terminis''.
De heer Petri zelf heeft dat gevoeld, want
de tegenstelling tusschen geldelijke en gees
telijke verdiensten willende bepalen, zegt hij
zonder adjectief bij aphorisme„Men kan met
alles zijn brood verdienen, behalve met apho
rismen; een juwelier kan rijk worden, maar
een fontein sprenkelt baar parelsmaar
weer in het water."
Het wil mij vootekomen, dat deze wimpel
niet flappend «kronkelt, maar deemoedig slap
neerhangt.
Daarentegen is kernig gedacht en gezegd:
„Vele begrijpen niet, dat een bezoek aan een
bacteriologisch laboratorium evenzeer ont
roert als het zijn op een slerrewadhtzoo is
de mystiek van een «godslamp niet minder dan
die der zee of der Alpen." (De aphoristische
stijl brengt meè hier le zeggen: van Al
pen of zeeof van Oceaan of Alpen). En nu
nog deze kernspreuk„Woorden zijn voor de
menschen als ratels, voo-r minnenden als brie
ven, voor dichters als bloesems, voor denkers
als «telescopen naar den hemel."
Ik durf deze versie voorslaan: „Woorden
zijn voor de meeste menschen «ratels, voor ver
liefden minnezangen, voor dichters bloesems,
voor denkers telescopen."
Uit een Russische apliorislLsche apotheek
kies ik deze twee lapmiddeltjes tot besluit:
„De racnsck houdt er van over zijn gezond
heid te redenoeren en dlat onderwerp is toch
'wezenlijk niet zoo belangrijk in zijn leven.
Niet «het «aantal zenuwziekten en zenuwpa
tiënten is toegenomen, maar wel het getal
artsen, dat in staat is ze lo onderkennen.
Dezelfde Anton Tstiheohoff zegt, dat elke Rus
maar ééne hoop of verwachting heeft. Raad
eens welke? Uit de Staatsloterij een prijs van
200,000 roebel te brakken. Zulke barbaren zijn
wij, die dit lezen, allemaal. En op dot kern
punt is uw Kroniekschrijver zeker Rus. Jam
mer dat hij er nic-t in speelt. Zulke gedrukte
wijsheid, wed ik, is ikoorn op den mo
len van mijn „ontwikkeld heer", die bezig
heden zoekt, aan twee «naamüooize vennoot
schappen is verbonden en nog veel vrijen tijd
over heeft.
De Staatscourant van Zaterdag 27 Juni
bevat o.a. 'de volgende Koninklijke beslui
ten:
benoemd lot ridder in dc Oranje-Nassau
orde W. E. Carp, directeur van het post
kantoor tc Rozendaul;
met ingang van 3. September op verzoek
eervol ontslagen D. F. W. van Rees als vice-
president van den Raad van Indie en is hij
bevorderd tot commandeur in «de Orde van
den Nederlandsclien Leeuw;
benoemd en aangesteld tot officier van ge
zondheid 2e klasse bij hel Indische leger de
arts G. O. EkdaL
K o n i n k 1 ij k bezoek aan Gronin
gen. De Koningin lcomt Dinsdag 30 Juni,
's nam. 6.34, in Groningen i.an voor het twee-
daagsche bezoek aan dc universiteitsstad en
verlaat haar 1 Juli, 's nam. 4.50.
H. M. dineert na aankomst te Groningen bij
den Commissaris der Koningin in die provin
cie.
De Koningin benoemde lot kamerheer
i. b. d. jhr. mr. D. R. dc Marecs van Swinde-
ren, rechter le Groningen.
Shidehara, gezanlschapsraad te Londen,
is benoemd lot Japanscli gezant tc den Haag.
(Bij beschikking van den minister van
marine zijn de volgende «plaatsingen enz. ge
last:
luitenant ter zee 2o klasse bij le Kon. Ma*
rinte-reservo J. J. Moret en J. ten Klooster,
met 4 Juli respoclievelijlk geplaatst aan boord
Ilr. Ms. Vam Speyk en «Neptunus.
adelborsten lsbo «klaaso bij die reserve:
J. 'Haimcrsma, I Juli geplaatst aan boord
III*. Ms. Schorpioen;
W. van Hemort, IL Jonkman, L. den Hoiedl
en J. Schoehuizen I Juli «geplaatst aan boord
Hr. Ms. Atjeh;
W. Cu Schimmel 2 Juli ontheven van zijn
plaatsing aan boord Hr. iMis. Bellona;
buit engte worne adelborsten dor reserve:
Jv J. Yuyk en J. vcui Knik I Juli geplaatst
aan boord Ilr. Ms. Atjeh;
K. iVÜsscr, P. Harder en P. Rdurslag I Juli
ontheven van hunne plaatsing aan boord Ilr'
Ms. A'tjch.
Overste Thomson.
De heer J. II. Specnhoff zendt aan dt!
Prov. Gron. Crt. liet volgend liedje, dat hij
elke-n avond met veel bijval in den Tivoli-
sohouwburg te Rotterdam zingt:
Thomson is als held gevallen.
Fier heeft hij zijn plicht gedaan,
Met hem is con üinilcc kerel
Treurig van ons heen gegaan.
Tusschen lafaards en spionne»
Stierf hij, als een man van eer.
De gesclnedenis van Holland,
Boekt met hem een held tc meer.,
Door zijn grootc plichtsbetrachting.
Door zijn trouw en eerlijkheid,
Wilden hem de intriganten
In Durazzo liever kwijl
Paste hij niet in een midden
«Van. bandieten en gespuis
In zoo'n moordenaars-onigeving.
(Voelt geen eerlijk man zich thuis.
Heel de Ilaliaanschc Natie
«Lachte zich om Thomson rood,
Tot 't misdrijf werd bewezen
iVan hun eigen landgenoot,
Dat 't Ilaliaanschc leger
Wel geen operettc-hcld,
«Wel helaas dan nog geen Thomson
Maar wel 'n verrader telt.
En als straks dc Brabant thuis vaart.
Mot 't overschot aan boord
Van den man, die niet wou buigen.
En lafhartig werd vermoord,
Dragen we een Nederlander
Naar zijn vroeggegraven graf.
Die een voorbeeld aan Europa
En de Italianen gaf.
Allen die d«e kracht bespotten
Onzer kleine legermacht,
Merken nu dat niet de zege
Door 't aantal wordt gebracht.
Komt 't er in tijd van oorlog.
Ook bij ons misschien op aan,
Dan zal Thomsons heldengeste,
Allen ons voor oogen staan.
Naar wij vernemen, werd'do .T H. M. dc
Koningin aan den heer Mr. H. P. G. Quack cp
Ni'ets is belachelijker dan «anderen na te
p.r.atesn.
42
door MARIE DIERS
Schrijfster van
i,Dokter Joost en zijne ..even zorgen", en.-/
yertaaid door Calo W. Westenberg.
Ze antwoordde niet dadelijk. Ze staarde
voor zich neer, en een oogeuDiik scheen het,
dat ze, zonder de op elkaar geperste lippen
te openen, wou opspringen en heengaan. z.ulk
eene geconcentreerde smart meende Christa
r.og nooit in een mcnschengelaat gezien te
hebben.
Plotseling stiet ze, zonder den starenden
blik al te wenden van den grond, waar hij
zich om zoo te zeggen in boorde, ae woorden
uit: „Lk verzoek U, mijnen zoon bij U in huis
te nemen."
De schok was zoo hevig voor Clu ista, dal
ze eerst niet in staat was, iets te antwoorden.
Het scheen haar voorloopig ook heel onver
schillig toe, of ze er ja ol neen op zeide. Dat,
.wat in dit oogenblik de vrouw voor haar door
maakte, was het eenige, dat in deze minuten
van belang was.
Toen zagen de door leed vertrokken oogen
haar aan. „Lk moet het. Het is het is
teoodig voor hem
„Waarom?" vroeg Clirista eenvoudig.
„Het gaal niet meer," rrevckle mevrouw
Von Beversdorf zachtjes voor zich zelf en
schudde het hoofd. „Ik wil het duizend maal
o, God weet, dat dk het wil! Het is immers
dat gene, waarvoor ik nog alleen leef. Maar
liet gaat niet. Hij kan bij zulk eene oude, zieke
vrouw niet langer blijven, het vergalt hem
zijn leven."
„Is dat werkelijk zoo?" rien Clirista op
warmen toon uit. „Hij heeft immers de school
en kan met zijne vrienden toch spelen. Hef is
toch niet nadeelig voor een jong leven, als
het vroeg met den ernst kennis maakt. O.
maakt U zich het hart niet zwaarder, dan
noodig is!"
„Het is zeker noodig," zei ze moeilijk en
zacht, maar heel beslist. „Weèt U, wat dal
zeggen wil, als mijne zenuwtoevallen komen
en het kind het kind staat er bij eD
huilt hard?"
Ze schreeuwde de laatste woorden uit en
bedekte haar gezicht, doch slechts een oogen
blik. Met gebroken slem sprak ze verder. „Dan
zeg ik lol me zelf: Zijn leven bangl er van af,
dat ik me beheersch. Ik wind mij als een
worm, om me te verzetten. Ik schreeuw, ik
schreeuw me toe: Houd je vast ter wille van
Rolt ter wille van Rolf ter wille van Rolï
Daar komt het, daar komt het ik
geloof dikwijls, dat, als ik me krachtig ver
zetten wil, het juist heviger en sneller kom!
opzetten. Dan word ik omgeworpen, dan lig
ik op den grond. Ik schreeuw dan als een
dier ik ben ik ben eene kwelling voor
mijn kind
Ze kon even niet verder gaan, zoo snikte
ze en ze schreide zachtjes, hopeloos.
„Hij komt bij voorbeeld uit school," ging ze
daarna J;oorUig voort. „Hij straalt, hij lacht,
Ilij heeft me allerlei te hertellen. Ik lach ook.
Plotseling blijft hij steken, hij breekt af. Dan
eet hij haastig, het schijnt, alsof de tranen
hem in de keel zitten. Ik dwing dan mijne slem
om zoo onverschillig mogelijk tc zeggen: „Roll
vertel toch, verder". „Och Moeder, hel is
uit" zegt liij. Wat was het? Ik weet het niet.
Heeft hij zenuwtrekkingen in mijn gezicht ge
zien? Klonk mijn lachen akelig? Ik weet hel
niet! Dikwijls denk ik: Misschien ben ik toch
nog krankzinnig, zonder dal ik «hel inerk. Rus
tig leven, zeggen ze, dat is alles, wat U doen
kunt. Ja, als ik maar niet zoo bang was. En
waarvoor? Maar ik ben hel toch. Nu gaat het
niet langer. Rolf heeft een teer gestel, al van
zijne geboorte af. Ilij is veertien da *en na
den dood van mijnen man cn r.: 'nen zoon ge
boren. De zwarte schaduw li t op hem. lk
dacht, dat mijne liefde alles goed zou kunnen
maken, maar ze kan 't niet: Juffrouw Tliorna-
sius, neemt U mijn kind
Christa zei zacht: „Voor eenigen tijd dan;
voor een paar weken. U mooi hem terug kun
nen halen, wanneer U wilt."
Mevrouw Von Beversdorf glimlachte. Ilel
was een glimlach vol groot leed, hel was een
glimlach, clie van een vast besluit en een leven
en denken in eene bepaalde richting sprak.
„Neen," zeide zij, „zoo niet. U is een slechte
psycholoog, juffrouw Thomasius. Bij zulk een
contract was ilc misschien op den tweeden
avond ai hier. Neen, men moet in zijne sterke
uren de zwakke in ijzeren boeien slaan, als
men weet, hoe zwakke men heefL Heden
is mijn sterkste! Ik dank er God voor. Neen,
U moet bevel geven, mevrouw Von Bevers
dorf niet binnen te laten, haar als ccnen hond
weg te jagen, indien ze komt. Ze mag het huis
niet biunentreden. Wat wil zc er toch, de
dwaze! Ilarcn zoon mag ze alle vrer weken
een uur zien! Doch ook dit mag niet gebeuren,
als misschien juist in dit uur de overprik
kelde zenuwen mochten losbreken. Op haar
komt het immers licclcmaal niet meer aan.
Wie hier in aanmerking komt, is dc zoon,
het jonge, hoopvolle leven
Christa was tot in hel diepst van haar hart
getroffen. Welk eene kracht was er met deze
Iroostclooze zwakheid verecnigd! Welk een
leeuwenmoed woonde daar naast zooveel ge
brokenheid Haar hart vloeide over. Onwille
keurig gleed ze van haren stoel, knielde voor
de vcrslagene neer en kuste haar de arme,
smalle handen in de zwarte handschoenen.
„Moederliefde en toch zijl gc de grootste"
fluisterde ze.
JvJu kreeg Hans cenen makker, zonder dat
iemand vroeg, of hij zulks goedkeurde. lu den
beginne toonde hij neiging lot mopperen hier
over. De gedachte, zijn samen-leven met tante
Lüttc te moeten dcclen, was hem een ware
gruwel. Deze soort van samen-leven had hem
in eene bepaalde richting zoo verwend, dat
hij eene verandering eenvoudig als ecnen inval
in zijn gebied beschouwde. Met den kleinen
Kurt kon hij genoegen hebben genomen, dien
stond hij zonder meer de eerste plaats in tante
Lütle's hart af. Doch dat de eerste de beste,
deze Beverdorf uit de derde klasse, van wien
hij niets wist, wiens naam hier nooii genoemd
was, plotseling, 'omdat het zijne moeder zoo
behaagde ,liier binnendrong, dat vond hij een
vergrijp tegen alle orde.
Maar Ilans had niet eens gelegenheid, deze
gedachte te uiten. Tante Lütle scheen aan zijn
recht in haar huis weinig tc denken en ze
toonde er niet bijzonder veel eerbied voor.
Bovendien lag er in al hare woorden, bewe^
gingen, handelingen iets, waaraan men kon
zien, dal het een of ander haar stevig ontroerd
had, waaraan meai zag, dal ze slecüls aan de
oorzaak dezer ontroering daclit, en dit alles
was zoo sterk, dat Jiij zelf onwillekeurig de
gene werd, die eerbied kreeg, dat Ilij stil en
lam werd.
Lütte leefde inderdaad niet het alledaagschc
leven meer mee. Ze had den blik mogen slaan
m de heilige diepte eener moederliefde, wier
macht cn kracht in het zwakste onder de
menscliciLkijideren huisde
Toen had ze wel reden om deemoedig to
worden Toen zond hara tanteliefde, waarop
ze zoo nameloos trotsch geweest was, be
schaamd in het stof. Toen voelde ze boven
zich het heersclicn eener grootore macht, dio
hooger is dan menscliclijk vernuft, dit liccr-
sclien, dat een vrij, echt menschenhart niet
pijnlijk aandoet of drukt, doch dat het dat
trotsche geluk der deemoedigheid verleent, daf
volgt op het vol verwachting van meer open
baringen erkennen van eene hoogere macht
dan we zelf zijn.
Rolf Beversdorf was eene tcere, voorname
jongen. Hij had het lichtbruine haar, dat zijno
moeder eertijds bezeten had, eene aristocra
tische slanke gestalte, een edel besneden ge
laat. Zijn gehcele zijin was van eene geringo
zwaarmoedigheid doortrokken, wat degenen,
die hem liefhadden, het hart wel bezorgd moes
maken- Toch was hij ook buitengewoon ont
vankelijk voor indrukken; op icderen prikkel
reageerde hij. Weinig was er noodig, om het
nacht in hem te maken, eene geringe oorzaak
ook bracht het licht weer terug. De bloed*
golven vlogen hem bij de geringste opwindin/
zichtbaar onder de fijne huid.
Wordt vervolgd.