„DE E EM LAN DER".
Dinsdag 30 Juni 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
TANTE LUTTE.
N° 307
12da Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden roor Amersfoort f 1*00*
Idem franco per post 1*50*
Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers t 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureaut UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels.* f 0.50*
Elke regel meer-0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnoment.
Eene' circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
t-v,ut.oli Overzicht.
De krisis in Albanië.
De laatste dagen hebben weer nieuwe be-
jwijzen bijgebracht, dat met alles wat uit Al
banië wordt bericht, te vertrouwen is. Zoo is
het bericht der gevangenneming van Prenk
Bib Doda naar het rijlk.der fabelen verwezen.
Ook in Zuid-ALbanie schijnt de toestand niet
zdó ernstig te zijn als men vreesde op grond
,van de 'berichten, dat Berat en Fieri gevallen
•waren. Ook dal is niet juistwel bestaal er
gevaar, dol die beide plaartsen zullen vallen,
maar dal is no«g niet geschied. Dat neemt
^chter niet weg, dat alle berichten overeen
stemmend luiden, dat d£ zaken voor den vorst
Slecht staan. De rebellen zijn gaarne bereid
tot onderhandelingen op alile punten op één
punt na. Maar dat is juist het hoofdpunt. Daar
op zijn zij onverzettelijk; zij verlangen, dat
de vorst die hun is toegewezen, zal heengaan,
en dal een mohammedaan in zijne plaats het
hoofd van den staat zal worden. Men begrijpt
dus, dat die Albaneesche gezant te VVeenen
een dringend beroep doet op de mogendheden
oin in te grijpen en het dreigende onheil af te
wenden. De Polrtisohe Korrespomlcnz heeft
vernomen, dat bij alle groote mogendheden
de wensch bestaal om Albanië als onafhan
kelijk, zelfstandig staatsorganisme m stand
te houden en de orde daar zoo spoedig mo
gelijk hersteld en duurzaam gevestigd te zien,
Maar het is niet voldoende dien wenscih te
koesteren; er zijn daden noodiig om dien
wensoh tot verwezenlijking te brengen. Daar
aan heeft het tot dusver te zeer ontbroken.
Wat de redenen zijn, waardoor tot dusver,
ondanks veel arbeid en goeden wil in Albanië
naast niets tot stand is gebracht, wordt door
den correspondent van de Frankf. Ztg. in Du-
razzo nagegaan; hij zegt daarvan:
Vorst Wilheku is zonder twijfel door den
besten wil bezield. Hij bezit ook voldoende in
telligentie en volharding, voor. zijn verantwoor
delijk ambt en beschikt daarbij over eene in
drukwekkende gestalte en een minzamen, na
tuurlijken omgang, twee eigenschappen, die
jhier veel gewicht in de schaal leggenhij heeft
éindelijk in de laatste geveohtsdagen door zijn
vertoeven in de vuurlijn bewezen, dat het
hem giet aan persoonlijken moed ontbreekt.
Dat het hier niet vooruit gaat, is dus niet of
aöthans niet direct zijne sohuld. Indirect ech
ter heeft hij in zoover tot den stilstand bijv
gedragen, doordat hij zonderondervinding en
«onder kennis van land en menschcn, zich
omringde met eenige heeren, die precies de
zelfde eigenschappen hebben als hij en zeker
aan een klein Duitsch vorstelijk hof uitmun
tende diensten zouden bewijzen, maar die ook
niet de minste kennis van het oosten bezitten
en wier particuliere mecningcn en raadgevin
gen dus wel niet aikijd het juiste vinden. De
wrst zou misschien boter gedaan hebben,
voordat luj zijn ambt aanvaardde, als raadslie
den eenigc heeren uit te zoeken, die een zeke
ren tijd in diplomatieken of consulairen dienst
in het oosten hebben doorgebracht. Die had
den den nieuwen heerscher veel ergernis en
meniigen misstap kunnen besparen en wat
hel gewichtigste is zij zouden wrijving en
misverstand zooveel mogelijk uitgeschakeld
liebben.
Hier is zulke wrijving en misverstand des
te eerder te vreezen, onwlat men hier te doen
heeft met vier verschillende, gedeeltelijk op
elkaar naijverige of zelfs vijandig tegenover
elkaar staande factoren: regeering, gezant
schappen, oontrolc-commissie en militaire
missie.
De regeering bestaat uit mannen uil het land
zelf, dde, afgezien van den minister-president
Turklian Pacha, vroeger gecne diplomatieke
of administratieve talenten hebben verzameld
en die gedeeltelijk ook bij hunne eigen lands
lieden geen onbetwistbaren invlood bezitten
of de hoofsche en diplomatieke gewoonten
kennen. In zijne onmiddellijke omgeving heeft
de vorst heeren geplaatst, die volstrekt niet
beantwoorden aan de eischcn, welke een civiel
kabinet of eene particuliere kanselarij hier zou
moeten vervullen.
De gezanten zijn factoren, met welke de
omgang zeer moei olijk en onbevredigend kan
zijn en menigmaal zeer wel lakt en nog meer
standvastigheid eisobt. Dat heeft men gezien
op dien ongeluksdag, toen de Italiaansckc ge
zant zich aanmatigde den souvoreinen vorst
van het autonome Albanië onder een verzon
nen voorwendsel op zijn oorlogsschip te lok
ken. Men is hier overtuigd, dat dit geschiedde
om hem door de vernedering onmogelijk te
maken cn voor den hertog der Abruzzen den
weg naar den 'troon te effenen. Br was toen
niemand, die hel gezag en de flinkheid bezat,
den vorst voor dezen huiohelaohtigen raad te
waarschuwen.
De eigenlijke regeering van Albanië ligt
niet in handen van het kabinet, maar berust
bij den areopagus, dien de Europeesche
schikgodinnen, groote inogctndhedeii of 011-
mogendheden genaamd, hebben bedacht om
het land op den weg te brengen, dien het
moet gaan, de ..internationale controle-com
missie", eene in beginsel zeker zeer prijzens
waardige inrichting, welker leden allen zeer
minzame en natuurlijk zeer verstandige hee
ren zijn, wier versland en leeftijd een waar
borg opleveren, dat het jonge vorstendom
vooral niet te spoedig zich voorwaarts be
weegt en onbezonnen stappen onderneemt,
die moeder Europo niet kan goedkeuren. De
ze controle-commissie kan noodig zijn, maar
zij ds dan een noodzakelijk kwaad, waarvan
het bestaan door vorst, regetering, hof en
militaire missie met een zuurzoet gezicht
moet worden verdragen.
Vooral door de laatste. Wat aan het land
en vooral den vorst ontbreekt, is geld in het
algemeen en geld in 't bijzonder voor mili
taire doeleinden. Het is een van de onbegrij
pelijkheden van het Europeesche voogdijge-
rochtshof, dat het een „souvereinen vorst"
en een „autonoom Albanië" m het leven heeft
geroepen, zonder er voor zorg to dragen, dat
beiden de middelen hebben ol vinden om te
Leven of althans te strijden. En deze beper
king van de middelen door den controleur
voelt de Nederlandsclie militaire missie bij
zonder zwaar; daarop stuit de oprichting af
van een mililieleger ,dezc eerste behoefte van
het land.
Toen indertijd de tegenwoordige koning
van Bulgarije zich naar Sofia begaf, had hij
het groote voordeel, dat prinses Clementine,
zijne moeder, miert, spaarzaam was met haren
mammon, maar mild milhoen op inillioen uit
gaf in het vorstendom en zoo voor haren
zoon de wegen effende. Vorst Wilhelm ba-
zit deze millioeneii niet en kan daarom. den
tegenwoordigen netehgen toestand niet te
boven komen door oprichting van vliegende
colonnes, aanschaffing van artillerie, aan
koop van vliegtuigen enz. Zoo ziet men nu
liet merkwaardige schouwspel, dat vreem
delingen, Europeesche vrijwilligers, uit eigen
beweging, onbetaald, geheel op zich zelf aan
gewezen cn slechts door het gevoel der nood
zakelijkheid bezield, de artilleristische ver
dediging van de stad op zicli genomen heb
ben. Zij hebben dus de taak overgenomen,
welker vervulling de groote mogendheden
door hunne contiole-conimissie den vorst
onmogelijk maken en aan hunne matrozen
verbieden. De militaire missie voelt, dat hier
niet alles in orde is, en wanneer de lieeren
aan hunne ergernis over de burgers, al zijn
zij ook geweaeai officieren of oudgedienden,
die hun het werk uit de hand nemen, geen
lucht geven, dan kooit ddt omdat zij militai
ren zijn. Wrijvingen zijn dus tot dusver ver
meden; maar het is toch niet te ontkennen,
dat er tusschen de militaire missie en de
controle-commissie meeningsverschillen aan
wezig zijn.
Het gezegde samenvattende, zijn aan den
kritieken toestand in de hoofdstad en dn' ge
heel Albanië schuld: onbekendheid met land
cn menschen, geldgebrek of beknibbeling van
de middelen voor de noodzakelijkste uitga
ven, overvloed van de voor de leiding van
de zakcii in aanmerking komende factoren
cn de haast onvermijdelijk tusschen hen be
staande wrijvingen.
Duitschland.
Kiel, 29 Juni. Het keizeipaar is heden
mor#2ii om 9 uur met een extra-trein naar
Wildpark vertrokken.
Frankrijk.
Par ij s, 29 Junk De Senaat heeft de
krediobwöt voor de maand Juli aangenomen.
De statistiek van den loo" der bevolking in
liet jaar 1913, die in het Journal olficiel is op
genomen, is nog onguuriiger dan in de vorige
jaren. Er werden 745.539 vende kinderen ge
boren, d. i. weer 5112 minder dan 1912, toen
750.651 levend geborenen werden ingeschre
ven in de registers. Het fetal sterfgevallen
bedroeg 703,633 tegon C92.740 in 1912, dus
10.898 meer. De toeneming der bevolking, die
in 1912 nog 57.911 zielen droeg, is tot 41.901
gedaald.
Engeland.
Londen, 29 Juni. Sir Edward Grey
heeft bij de behandeling van de begrooting
van zijn departement in eene rede, die meer
dan een uur duurde, achtereenvolgens gespro
ken over Pcrzic, den Bagdadspoorvcg, Arme
nië cn Albanië. Hij verklaarde, dal met de
Russische regeering eene discussie was aan
geknoopt over verschillende incidenten van
tien laalsten lijd in Pcrzië. De Engelsclic re
geering was niet voornemens eene wijziging
van tie Engelsch-Russische overeenkomst uit
te lokken; zij wilde slechts van gedachten wis
selen over den toestand, die in sommige op
zichten in het nadeel van Engeland was ge
weest.
Wa/t Albanië betreft, zcide hij, dat, ofschoon
de toestand onbevredigend was, luj tegen het
zenden van Engcische vsoldalcn gestemd bleef.
Maar al was Grooi-Brittannië niet bereid zeLf
handelend op te treden, het zou geenc tegen
werkende houding aannemen tegenover an
deren, die handelend wenschlon op te treden.
De Iersche leider John Redmond heeft van
Michael J. Ryan, don voorzittef van de Uni
ted Irish League van Amerika, een telegram
ontvangen, berichtende dal het nationale co
mité den 16en Juli zal bijeenkomen en dat al
het be-noodigde geld beschikbaar zal worden
gesteld. Dit telegram is bet antwoord op het
beroep, dat door hem, met het ooop de op
lichting van het korps Ulster-vrijwilligers, is
gedaan „op de landslieden en vrienden in de
Veroenigde Staten, om hulp le verleenen in het
verschaffen van voldoende gelden tot* verster
king Yan de Iersclie vrijwilligers."
Oostenrijk-Hongarije»
Se ra je wo, 2 9 Juni. De m aen konak
opgebaarde lijken van aartshertog Frans Fer
dinand en zijne gemalin werden door een
professor uit Wcönen gebalsemd. Do over
brenging naai' Wecncn zul niet voor Zondag
geschieden. Voor de begrafenisplechtigheid in
Woenen zijn nog geene bepalingen gemaakt.
Naar verluidt, zal zij niet vóór den lOea Juli
geschieden.
Weonen, 29 Juni. De keizer is lieden
voormiddag oni 11.10 in goeden toestand mei
gevolg in het station Penzing aangekomen.
Hij werd idool* aurthertog Karei Frans Jozef
ontvangen. De keizer reed in een open rijtuig
naar Schönbruïin, hij werd door hel talrijke
publiek levendig begroet.
Weenen, 29 Juni. Toen de Keizer door
dc met rouw gelooide straten naar Schón-
hrunn reed, kon liet in massa's opgekomen
publiek zich ondanks het ernstige oogenblik
niet weerhouden, door cAdriftig ,Jioch" ge
roep, door zwaaien met hoeden en zakdoeken
den Keizer een treffende ulde te brengen,
waarvoor de monarch, wien men kon aan
zien dat hij sterk was aangegrepen door het
gebeurde, ontroerd dankte.
Serajewo, 29Juni. Over de stad en het
district Serajewo is de staat van beleg afge
kondigd.
Wecncn, 29 Juni. Ondanks den feest
dag, zijn heden de morgcnbladen allen ver
schonen. Zij geven uitdrukking aan de diepe
deelneming van do bevolking en conslateereu,
dal de volken der monarchie zioh eensgezind
scharen om den grijzen souivcrein, die op
nieuw een voorbeeld van zijn heldenmoed en
onbuigzaam plichtsbesef gaf door de wijze
waarop hij het 'bericht van den aanslag in
ontmn'gst nam en terstond de beschikkingen
nam, die daardoor noodig waren geworden.
Belgrado, 29Juni. liet bericht van den
aanslag verwekte eene algeineene ontsteltenis.
Ondanks liet nationale feest, waarvoor o tel
bare gasten uit het buitenhuid waren -inge
komen, werden op last van de regeering alJe
openbare plaatsen cn koffiehuizen om tien uur
's avonds gesloten.
liet persbureau maakt een communiqué be
kend, dal de verzekering bevat aan keizer en
volk van de naburige monarchie van leedwe
zen en deelneming, liet regeeringsorgaan
Sanio Uprava brengt een artikel in dezelfde
sLrekking.
Dc kroonprins en de regeering hebben tele
grammen van rouwbeklag gezonden.
Serajewo, 29 Juni. De anti-Servische
betoogingen herbaalden zich heden in grootc-
ren omvang. De Kroatische cn Muhammcdaan-
sclie jeugd trok door de r'.raten, het portret
des Keizers voor zich uitdragende, het
volkslied zingende en „hoch"-roepon uitbren
gende op de monarchie en <!e dynastie. De be-
toogors vernielden dc vensterruiten van door
Servcn bewoonde uizen cn van Servische
scholen en handelsgebouwen, '.eden der bur
gerwacht en militaire vatrouillcs herstelden d<>
orde.
Weenen, 29 Juni. Volgons betrouwbare
mcdedcelilngen zullen dc beide lijken den 2en
Juli om 1U uur 's avonds hier aankomen
Zij zuilen daidblijk naar den hofiburg overge
bracht en m de hofburgkerk opgcbauixl wor
den, waar den 4en om 4 uur 's namiddags dc
plechtige inzegening zal plaats liebben. Dcu
lüi»i worden de lijken naai* hot slot Artsteltcn
overgebracht, waai' zij dadelijk na aankomst
in de grafstede van dc aartshertogen wor
den bijgezet. Zaterdag wordt in Weenen een
zielsmis voor de doodeu gehouden.
Rome, 29 Juni. De minister van builen-
laiidsclie zaken San Giuliamo verklaarde in
de Kamer, dat het Italiaansche volk met het
gevoel van eetn vriend en bondgenoot deelt
in dc smart van het vollk vam O os', en r ijk-
liongaiijic.
De l'aus heeft persoonlijk aan keizer Fraoii
Jozef geschreven en inzonderheid den god-
dolijkon zegen voor do weezen ingeroepen.
Parijs, 29 Juni. Minister-president Vi-
viajii \drklaarde, .dat hel gehcele Fraoische
volk tol keizer Frajns J-ozei mol ontroering
zijne betuigingen van deelneming richt.
Belgrado, 29 Juni, Het dieparlemcnt
vam ibuiloniandsclic zaken maakt een commu
niqué bekend, waarin wordt gezegd: Onder
den indruk van de tragische geoourtonis heb
ben wij geene woorden genoeg om dezen
vreeslijken aanslag te brandmerken,. Wij
betreuren ddep, dat de hoog -eccrdc, grijze
monarch van tden naburigen staat en dc vol
ken. vam de monarchie iu het hart getroffen
zijn. Wij kunnen constateer en, dat dc gebeur
tenis ook in ons land do grootste verontwaar
diging en die strengste veroordeeling vindt.
B c r 1 ij n, 2 9 J u n i. De keizer zal zich voor
dc begrafenis van den aarlshcrlog-lrooiisap-
volgor naar Weenen begeven.
De Nordd. Allg. Zeitung schrijft naar aan
leiding van de vermoording van het Oosten-
rijksolie rti-oofisopvolgerspaarGeiheel Duitsch
land deesll mol het innigste medegevoel, iu
den rouw en de smart van liet ilabshui gsche
buts en de Oostenrijksuli-llongaarsche lan-"
den. De persoon van aartshertog Frans Ferdi
nand hecflt zich van jaar tot jaar duidelijker
ontplooid voor de oogen van de volken. Een
vaste wil om al zijne krachten in dieust van
het land te stellen, een onvermoeide arbeid
voor de mikitaiire geduchtheid van het rijk
gaven aan zijn leven kracht en inhoud. Hij
had een strenge opvatting van al zijne be
roepsplichten.
De overleden aartshertog is met keizer Wil
helm in eene hartelijke, wcdcrzijdsclic ge
negenheid verbonden geweest, stevig gegrond
vest in onvoorwaardelijke hondstrouw. De
hertogin genoot de levendige sympathie van
het Berlijnsche hof. Zoo is ons keizerlijk liuis
door hun heengaan allersmartelijkst getrof
fen. Het schenkt zijne deelneming aan 02 drie
Wie liefde eisobt zonder liefde te geven ia
een dwaas, die maaien wil waar liij niet
gezaaid hoeft
44
door MARIE DIERS
Schrijfster van
Dokter Joost en zijne /.even zorgen", enz
vertaald door Cato W. .Westenberg.
Ja, ja, ja, zoo was het geweest, zoo en niet
anders. Sla de deur maar dicht; 't is mij on
verschillig, wie daar buiten slaatl
En nu?
Plotseling liep ze niet meer gewoon, ze ren
de, ze holde. Het was haai' eenvoudig, alsof
ae dadelijk, oogenblikkelijk een verzuim goed
moest maken.
De maan scheen, de kale twijgen bewogen
eachlkems in den nachled ijken wind. Vam be
neden uit de zwijgende, donkere stad Idonk
het langgerekte, klagende toeten vain den.
'nachtwacht, die hier nog volgens een oud
gebruik riep, hoe laat het was. En ze rende
den wal en de helling ai naar de donkere
Btraat; en de maan scheen verwomldeid op
haar, die daar heen rende om eonen grootan,
bdjma verzuimden plicht, hare levenstaak to
Verrichten.
Den volgenden morgen hielden twee ver
baasde manschen ieder een briefje in, de
liamd, dat hun reeds voor dag en dauw door
de werkvrouw, vrouw Mumm, gebracht was.
De eene was de fabrikant Hoppe, wien ver
scheiden huizen in SOlcnsand behoorden, ook
het kleine aan de stadsweide, ctn die nu te
lezen kroeg, dal de woning van vier verlrek-
ken, die hij mejuffrouw Thomasius aange
hold en had, haar niet groot ge neeg was on
dat hij er dadelijk een met een kamertje meer
of mei grootore vertrekken zou verschaffen
ï>e andere was Eginliard Rust, van wien zon-
(der verdere plichtplegingen verlangd werd,
dien dag, oanen Zaterdag, als zijn vader den
wagon zond,, haar, Ghrista Thoniasi us,, af te
halen en mee te nemen.
•Gedurende den gans then tocht, waarop ze
bijmoi voortdurend in een droomerig gepeins
verzonken was dn dus zweeg, had ze Walter
die op den stroozak zat, steeds voor hare
oogen. Hij was inderdaad veranderd, zag er
afgemat en slaperig uit, terwijl zijne bewe-
giiigön loom waren. Eginhard was nog ern
stiger dan indertijd on sprak op harden toon
tot zijnen broeder. Het kwam ook aan het
licht, dat Walter met Paschen in de derde
klas zou blijven zitten.
Lütte begaf zich onmiddellijk naar bunco
ouders cn zei zander omwegen, wat ze op het
hart had. Ze beschuldigde zich ook tegenover
hen, dojt z>e dit niet eer gedaan had. „Waar
heb ik mijne zinnen gehad!" klaagde zc.
De vreugde der moedor was overw^ldigond
groot. Ze omarmde Chrisla en schreide tra
nen vam geluk. 0, ze had het nooit gewaagd,
Chris/ta dat te verzoeken, doch niet wehk een
lieot verlangen ze dat gevvenischt had, dat
konden geenen woorden schilderen. Of dë
juffrouw de geringe prijs, dien zij betalen
konden, wel voldoende was?
Meer nog trof haar de ernstige, van aan
doening bevende stem van den dominee, toen
hij haar bedankte. Verwachten deze bedde
menschcn ook soms te veel van haar? Welke
zekerheid kon zij geven, daft de verkeerd
geleide knaap bij haar op eonen anderen
weg zou komen? Stelde ze zich dan zoo on
eindig veel voor van hare opvoedkundige
flinkheid? Wal had ze tot nu toe gedaan ge
kregen? Eigenlijk had ze toch alles slechts
laten gaan. zooals hel ging.
Hoe kreeg ze looh dc vermetele gedachte
rn het hoofd, dait zij zij eene mensohenziel
zou kunnen redden?
Het was haar plotseling, of ze verlamde
over Itaar geheele liohaaan. Ze moest gaan
zitten, ze was heelemaal bleek gewrordon.
„0, U voelt zich niet lekkerI'' riep dc do
mineesvrouw zeer bezorgd uit. „Het grijpt
U al te veel aan!"
Ze (glimlachte reeds wear tegen haair. Haar
moed keerde langzaam terug. Wat voor groote
gaven en krachten haar ook ontbraken, zij
had gezien aan de armste en zwakste aller
moeders, wat ons de zwaarste lasten leert
dragenwat rotsen doet springen en bergen
verzet: do eenvoudigste, gewone, sterke nien-
sohonliefde.
•Midden in did stad, in eene nauwe straat,
doch toch niet ver verwijderd van de weiden
on bossohen, die men van de ach terkamers uit
zi'en kori, nam tante Lütte met hare vier
pleegzoons haren intrek.
Toen ze het oude huisje verliet, kon ze hare
hia/nteii niet bedwingen. Hiet was tooli oen
stuk van haar leven wat daar achterbleef
H|aar hart deed er pijin vam, zooals de s em
des 'levens nu als het ware in beeldspraak
tot haar sprak. Je moet uil hel kleine krin
getje de groote wereld ingaan, uil de je zoo
dierbare, vertrouwd geworden .afzondering
weg, om je intrede te doem in het wijde,
groote menschen levenHet is je ontzegd,
moedei* te zijn zoo versla dan die taal vam
je Goidi: Iia/ng je hart niet aan eoue^ eiikelcn
monsch, niet aam een onkel ding. Dat mag
je niet, je bent nii'et moeder, wees dus tante.
Wees de tainte van al dat verlaten, verloopen,
verdbvaaide jongen leven, dat zoon behoefte
heeft aan beschermende liefde. Trek in eene
groote woning, in eone nog grootere, als lieJ
noodig is. Verlaat SOlensund, ais het moet!
Laat liet hart ook maar eons bloeden daarbij
'Het is oon 9lechit leven, waarin het lrart
nooit pdjin doel.
Alleen maar de waarheid trouw blijven
moei men, .dat is liet hoogste, dtaüi weet men
wel, waardoor men leeft. En ook hol tante-,
schap is eon godsdienst, on niiel de slechtstel
Als tante Lütte met hare vier groote zoons,
die haar alle reeds boven liet hoofd gegroeid
varen, door de straten .ging, keken de men
schen haar na. Zc was geene aanwinst voor
dc ufiltgaande kringen geworden, aooals men
zich dut eerst liad voorgesteld, doch ze was
misschien moer. Er varen toch mcnschem,
die daar iots van voelden en begrepen.
Menfigmaail groetten liaar lieden, die ze
hcedeinaal niet kende. Ze meende dan, dfat hot
eene vergissing was. Maar dat was niet zoo.
(Het was slechts de stille, o zoo stille uiting
Ivjau eem .gevoel, dat ze hier veroverd had,
wart dat heerlijke gevoel, dojt ieder zich
iwen&cht, bij den dood in die harten zijner
medeinonschen nia te laten.
Men sprak nu overal van haar als ran
,,ta.ntc Lütte". Doch deze naam wasanicl meer
het grappige bijiuiampje vam vroeger; lang-
•zantorhand begon incn deze naam ook in
loiTisjt te zeggeiit, het was iets, dolt van zelf
uprajk, dat men haar dezen gaf, en de men
schen konden het mot nalaten, juffrouw Tho-
masius in gedachten steeds ,.ta/nte Lütte te
noemen.
,,Hot wordt hier werkelijk spoedig oen ge
slicht voor vondelingen", had Hans woedend
gebromd, toen de be^de nieuwen, kwamen.
Maar hij had weer geen succes met zijn ge
mopper. Eigenlijk was tante Lütte heelemaal
niet aardig, de wil en het idee barer jongens
legden hoegenaamd geen gewicht in de
schaal. Daar zat ze nu met haar kalm ge
zicht, was niet van haar stuk te brengen, en
deed toch, wat zc Wilide.
Je moest je eigenlijk afvragen, wat voor
(belangrijks ze deed, of he'L noodig en be
grijpelijk was, dat je haar zoo naar de oogen
fcjfek. In den grond deed ze toch niets baj-
tzoniders.
Zoo dacht Hans Ulfers. Maar toen Walter
Rust eens, toen hem dc strengere lucht hier
niet aanstond, op dezelfde wijze over haar.
praatte, werd Ilans van woede rood tot onder
het haar on gaf mdt zijne brcede hand den
ornder eonen oorveeg, dal deze drie dagen
lang er eene dikke wang van had.
Wordt vervolgd.