13 versgang.
DE EEMLAN DER'
Woensdag 22 Juli 1914.
BUITENLAND.
„BINNENLAND.
FEUILLETON.
ELLY's BEPROEVING.
N° IS
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF
Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
iter 8 maanden voor Amersfoort f 1*00*
Idem franco per post1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
I.Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
y. Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vódr 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT L
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vnn 1—5 regels.. f 0.50.
Elke regel meer «0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.'
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Duitschland.
l>e kwestie van Zabern herleeft in een an
deren. vorm door het ibesluit van den stad
houder van Elzas-Lotharingen, om den bur
gemeester van Zabern Knöpfer, wiens man-
daal verstreken was, niet weder te benoemen,
ofschoon de gemeenteraad met 17 van de 23
stemmen hem tol herbenoeming had voorge
dragen. Bij de bespreking van de Zabernzaak
in cie Tweede Kamer van den landdag van
Elzus-Lotharingen was Knöpfler woordvoer-
t van liet centrum en richtte daarbij scherpe
aanvallen tegen de autoriteiten. Met de wei
ghing van den stadhouder om Knöpfler weder
Lc benoemen, is een nieuw conüicL ontstaan.
België.
Brussel, 21 Juli. De lord-mayor en
eenige gedelegeerden van het Londensciie ge
meentebestuur zijn hier om 5 uur 6 minuten
-a..,, -komen om een bezoek aan Brussel te
Lrc..g n.
Frankrijk.
Li tegenstelling tot de meeste Fransche
regccringspersonen, heeft de minister-presi
dent Viviani in Petersburg laten weten, dat
hij naar aanleiding van zijne deelneming aan
het bezoek van den president der republiek
geen Russische ridderorde wenscht te ont-
yangen, omdat de aanneming van eene der
gelijke onderscheiding strijdig zou zijn met
zijne democratische beginselen. De czaar
[heeft hem deze houding niet kwalijk genomen
en is voornemens, Viviani, als aandenken aan
zijne Russische reis, een kunstvoorwerp te
yerceren.
Mevrouw Caillaux heelt in haar verhoor'
voor het hof van assises inzonderheid er naar
gestreeld op tc komen iegen de beschuldiging,
dat zij den moord op Calmette met voorbe
dachten rade heeft gepleegd. Zij verklaarde,
dat zij de daad niet heeft gepremedileerd; al
thans is zij lot het laatste oögenblik in haar
oesluit weifelend geweest
Toen de president haar vroeg wat er ge-
oeurd was, toen zij hij Calmette was toegela
ten, anlwoOiiVie zij vyeciiende: „Ik weet
het niet. Ik heb geschoten. Ik meende, dat ik
hem niet getroffen had. Alles heeft zich in
eene seconde afgespeeld." In antwooixl op eene
nadere vraag zeide de beklaagde: „Ik heb
liep berouw over mijne daad." Zij handhaafde
nare bewering, dat zij geen oogenblik plan
u.i-u gehad Calmette te dooden; zij zeide: „Ik
Wiide een schandaal verwekken; ik schoot
naar onderen, naai* de voeten. Ik heb nooit
zegd, aal de straf van Galmei le de dood
moest zijn. Ik heb niets gepremedileerd. Ter
wijl ik eene ramp wilde vermijden, heb ik een
ongeluk gebracht over mijne dochter en over
mij zelf, dat niet weer goed is te maken. Ik
had beter gedaan maar te laten publiceeren
wat men wilde."
Ditzelfde herhaalde zij nog eens in haar
slotwoord: „Lk heb berouw over mijne daad
uit den grond van mijn hart. Ik had liever de
publicatie van alle stukken moeten toestaan,
dan eene misdaad te begaan."
Indruk maakte de verklaring van den pre
sident der redübank Mo nier over het be
zoek, dat mevrouw-Caillaux hem eenige uren
voor den aanslag had gebracht om zijn raad
te vragen over een civiel proces, dat zij de
Figaro wilde aandoen. Hij had haar gezegd,
dat het beste was van pcrsaanvallen geene
notitie te nemen. Voor eenige jaren was hij
zelf door een blad maandenlang in het slijk
gesleurd. Hij had geen spier vertrokken en
ten slotte had het blad zijne aanvallen ge
staakt. Hij had mevrouw Caillaux geraden de
zelfde houding in acht te nemen. De verdedi
ger mr. Labori merkte hierbij op: „Maar gij
moet niet vergeten, dat eene vrouw niet even
sterke zenuwen heeft als gij." Op eene vraa;
van Labori verklaarde president Monier, dat
hij inderdaad aan mevrouw Caillaux had ge
zegd, dal door een proces niets anders zou
worden bereikt, dan dat de aanvallen nog
heviger werden. Dat is ellendig en men moet
zich inet zijne eigen middelen trachten te
verdedigen. Natuurlijk had hij niet gezegd,
dat men in zulk een geval iemand den sche
del moet stukslaan. Mr. Labori liet hierop
volgen: „Zeer zeker geloof ik, dat president
Monier zulk eene uitdrukking niet heeft ge
bruikt; maar mevrouw Caillaux heeft de op
merking over de „eigen middelen" zoo uit
gelegd."
In de dagen, die aan de behandeling van
hel proces gewijd zijn, houdt mevrouw Cail
laux verblijf in eene cel in de Conciergerie, de
gevangenis die niet het paleis van justitie zich
onder één dak bevindt, dicht bij de historische
cel, waar Marie Antoinette heeft vertoefd. Een
onderaardsche gang leidt van de gevangenis
naar een trap, die uitkomt in de gerechts
zaal dicht bij de bank der beschuldigden. Me
vrouw Caillaux komt dus nooit in aanraking
met het publiek.
Onder de door de verdediging gedagvaarde
getuigen zijn eenige chirurgen van naam. De
verdediger schijnt het bewijs te willen leve
ren, dat cone oordeelkundige behandeling Cal
mette in het leven had kunnen houden
Engeland*
Londen, 21 Juli. De voorzitter van het
lagerhuis, vo:iiex<?nlie cot prc-sideoren,
kwam een uur voordat de conferentie geopend
werd in Buckingham Palace. De menigte was
zoo groot, dat lnj door eene zijdeur naar bin
nen moest gaan. Later kwamen Dillon, Bonor
Law, Craif en Carson te zaïnen, die werden
toegejuicht Redmon kwam, door lord Lans-
downe gevolgd, te voet. De ministers Asquith
en Lloyd George kwamen het laatst
De gedelegeerden werden door den koning
ontvangen, die allen de hand drukte. De zit
tingen zullen even vertrouwelijk zijn als die
van het kabinet.
Bij de opening van de Ulster-conferentie
zeide die koning: Mijnie tusschonkomst kan
worden beschouwd als een nieuwe slapmaar
de buitengewone omstandigheden rechtvaar
digen mijne handelwijze. Gedurende maan
den is d"e neiging yan de gebeurtenissen in
Ierland gestajdüg geweest naar een beroep
op het geweld. Thans is de kreet om een
burgeraonlog op aller lippen. Het is ondenk
baar, dat wij aan den rand ivan eeta broe
dermoordenden strijd worden gebracht over
aaiken, die blijkbaar zoozeer geschikt zijn
om te worden geregeld, wanneer zij in den
geiesit vaai een ed/elmaedig compromis ter
hand worden genomen. Uwe verantwoor
delijkheid is inderdaad groot. JDe Lijd is kort.
Ik weet, idtart gij hem zult besteden ten meeste
nutte on dial: gij geduldig, ernstig en
verzoeningsgezind zult zijn met het oog op
de grootheid van idie op het spel staand© be
langen. lk bad God uwe beiuadslajgingon te
ledden zoodanig, dalt zij zulien uitloopen op
vrede en op eene eervolle schikking.
Londen, 21 Juli. Er is reden om te ge-
looven, dat de bijeenkomst van de conferentie
volkomen minzaam was. De kwestiën, die moe
ten worden opgelost, werden besproken, maar
men kan niet zeggen, dat tot heden men defi
nitief tot de overeenstemming genaderd is.
Oostenrijk-Hongarije.
I s c h 121 Juli. Graaf Berchlold i j heden
hier aangekomen en werd door den keizer
ontvangen in eene audiëntie, die een uur
duurde, om over de loopende zaken van zijn
ressort rapport uit te brengen. Hij vertrekt
morgen vroeg naar Salzburg. Daar zal hij een
dag doorbrengen voor particuliere zaken, om
dan naar Wecnen terug te kecren.
Ischl,21Juni. De gemeenschappelijke
minister van financiën heeft aan eene depu
tatie van de Servische nationale partijen in
den Bosnischen landdag zijn dank uitgedrukt,
dal deze partijen besloten zijn ook verder vast
te houden aan de oude richtingslijnen van de
politiek. De deputatie verzekerde, dat de partij
vasthoudt aan het programma om trouw te
blijven aan de dynastie en de monarchie in
haren politiekcn arbeid voor het welzijn van
Bosnië.
De minister verklaarde, dat als de Servische
bevolking van Bosnië hare gehechtheid aan de
monarchie bewijst door eene bezonnen en
vaderlandslievende houding, nooit de ge
dachte kan opkomen om tegen de Serven te re-
geeren.
Rusland.
Petersburg, 21 Juli. Op het rapport
over do muitzieke redevoeringen van den af
gevaardigde Tsjkheidze in de doema, die daar
om voor het hoogste gerechtshof zou worden
gedaagd, schreef de keizer den volgenden vol
zin „Ik hoop, dat van du af de voorzitter van
de doema geene met wet en eed strijdende uit-
druklriixgcn. JTieer aai -dulden. Devervolging
moet worden gestaakt."
Petersburg, 21 Juli. Heden namiddag
kwam president Poincairé hier aan met het
jacht Alexandria. Op de landingsplaats werd
hij door den minister van marine en den chef
van den gencrolen staf der marine begroet,
De eerste burgemeester heette hem welkom en
bood hom brood en zout aan. De president in
specteerde de eerewaebt. Toen hij de lain-
dingskade betrad werd hij door hel publiek
mot levandi-g hoerageroep begroet.
De president begaf zich naar de Petrus- en
Paulus-kafchedraal en legde op het graf van
czaar Alexander III een zilveren zwaard neer.
Ilij ontving later in hot winterpaleis hel corps
diploma li que en verschillende deputation.
Om zes uur des avonds bezocht de presi
dent het Fransche ziekenhuis. Om zeven uur
werd in het paleis der Fransche ambassade
een diner gegeven, waaraan de ministers, met
den minister-president Goremykin aan het
hoofd, deelnamen, en ook de Russische ambas
sadeur te Parijs Iswolsky. IIol stedelijk bestuur
bood terzelfder lijd de officieren yan het Fran
sche eskader een feestmaal aan, waarop in
het raadhuis een raout volgde, waaraan om
streeks 500 personen deelnamen. Omstreeks
10 uur verscheen ook president Poincaré eene
korte poos op de raout mei zijn Russisch en
Fransch gevolg on met den Russischen minis
ter vaai binnenlandsche zaken. Hij werd met
de Fransche en Russische volksliederen en
mot hoerageroep ontvangen.
Daarop keerde de president op het jacht
Alexandria naar Petea-hof terug. Ilij word
overal door eene talrijke menigte met geest
drift begroet.
Bulgarijë.
De minister van oorlog heeft bij de Sobranjc
een wetsontwerp ingediend lot machtiging
van het legerbestuur om van tijd tot tijd alle
van den militairen dienst vrijgestelden iot aan
den leeftijd van 46 jaren, die door genees
kundig onderzoek voor den militairen dienst
geschikt zijn bevonden, onder de wapenen te
roepen. Het aantal van deze van den militai
ren dienst vrijgestelden bedraagt 20.000.
In de toelichting van dit wetsontwerp wordt
verklaard, dat deze maatregel noodzakelijk
is gebleken, omdat men in den laatsten oorlog
heeft kunnen conslateeren, dat een groot aan
tal voor den dienst gescliikten voor onderge
schikte diensten gebruikt werden, terwijl tal
rijke zieken zich bij den troep bevonden en
voor den effectieven dienst zonder waarde
waren.
Servië.
Belgrado, 21 Juli. De koning begeeft
zich den 24en naar Rübarskabauja tot voort
zetting van zijne kuur.
Albanië.
Durazzo, 21 Juli. liet gisterenavond
uit het rebellenkamp ontvangen antwoord
weigert op eene andere plaats dan Schink on
derhandelingen met vertegenwoordigers van
de groote mogendheden te voeiren. Men zegt
dat de gevolmachtigden van de opstandelin
gen verplicht zijn er op te blijven staan, dat
de onderhandelingen te midden van het volle
gevoerd worden. De vertegenwoordigers van
de mogendheden nemen heden een besluit of
zij naar Schiak zullen gaaa.
Er is vastgesteld, dat de militaire leidsman
van de opstandelingen een gewezen officier
is, die onder Torgoet Pucaa kolonel bij den
generalen staf is geweest
Durazzo, 21 Juli. Heden zijn 240 Ru-
meensche vrijwilligers met yersdheidéne offi
cieren hier aangekomen.
Gisteren kwam het bericht, dot echter nog
niet bevestigd is, dat de regeeringstrouwe be
volking yan Berat de rebellen uit de stad heeft
verdreven.
Turkije.
Konslanlinopel, 21 Juli. De vierde
afdcelimg van de Kamer, die belast is met het
voorbereidend onderzoek legen de leden van
de bedde vorige kabinetten, heelt heden voor
zich laten verschijnen de in Konstan bi nope 1
aanwezige leden van die kabinetten. Zij ver
hoorde den gewezen grootvizier Ghazi Moekh-
tar, den oud-minister van buitenlandsche za
ken Noradungliian, en de oud-ministers ria,
Abdurrahmo en Fevzi, die respectievelijk ge
weest zijn ministers van arbeid, van financiën
en van de vakoefs.
Marokko.
Tctuan, 21 Juli. Tengevolge van dief
stallen van muildieren, door inlaaidors ge
pleegd, anüdlektcn de troepen de vijanden in
een hinderlaag. De vijand opende een vuur.
De Spanjaarden hadden 7 dooden en 4 ern
stig gewonden. De vijand werd verstrooid.
Perzië*
Teheran, 21 Juli. De sjah begaf zich
heden in plecktigcn optocht van hel paleis
naar het medsjliss, waar hij den eed aflegde
op de grondwet. Daarna ging hij naar de be
lendende moskee, om daar te bidden.
Allerlei.
Moskou, 21 Juli. Het' tramverkeer is
wegens eene proteststaking van de werklieden
van het clectrische coutroleslatiou gestaakt.
Petersburg, 21 Juli. Volgens officieeie
opgaven bedroeg keL aantal stakers lieden
morgen 60.000. Een politic-officier en 11 poli
tieagenten, die door de stakers cloor steen
worpen waren gekwetst, openden op lien een
vuur, zonder iemand te verwonden. Toen in
de wijk Wiiborg een. kozalc door een steenworp
licht gewond werd, losten andere kozakken
zeven revolverschoten, waardoor een werk
man zwaar en zijne dochter debt gewond
werden.
In den loop van den dag werden 52 perso
nen in hechtenis genomen.
Volgens den „Lokal-Anzciger" heeft Ie
Gaidar, op de Ganarischc Eilanden, een ver
schrikkelijk automobiel-ongeluk plaats gehad.
De wagen stortte in een afgrond, waardoor
zeven personen gedood werden, twaalf le\cns-
gevaarlijk gewond en twintig zwaar gewond.
Reuter seint ons uil Brussel, d.d. 21
Juni: Mevrouw CayatCastclla, is bij proef
nemingen met een valscherm uit een hoogte
van 600 meter doodgevallen, omdat het toe
stel niet openging.
De Staatscourant van Woensdag 22 Juli
bevat o.a. de volgende Koninklijke Beslui
ten:
benoemd tot landmeter bij het kadasle?
W. R. Smits; J. J. A. Ilezenians; W. Suur^
mond; P. Verhage; J. "W. Loving; J. 11. v
Marie; 11. Vermeulen en F. D. Kiers, aller
Lkans adspirant;
op verzoek eervol ontslagen C. J. D. van
Eyek, rentmeester bij het kadaster te Amers
foort
benoemd tot kantonrechter te Haarlemmer
meer J. H. ten Bokkel Huynink thans kanton
rechter te Lemmer;
benoemd lot adjunct-commies bij de lopj&A
grafische inrichting G. J. C. van Zeyl de Jong,'
gepensionneerd le luitenant met den rang van
ritmeester;
op nou-activitcit gesteld wegens lijdelijke
ongesteldheid de lc luitenant II. C. J. C. van
Slockum van het 4e regiment huzaren;
benoemd tot reserve 2c luitenant bij het 18e
bataljon landweer-infanterie de reserve ser-
cant II. Wcynholz van het 20e regiment in*
fanterie.
H. M. de Koningin nceft gisteren op Het
Loo den Japanschen gezant bij ons Hof, Ai-',
moro Sato ontvangen, ter overhandiging zij
ner terugroepingsbrieven.
Daarna heeft de gezant deelgenomen aan
het diner ten Paleize en is heden ochtend naar
s Gravenhagc teruggekeerd. 1
Aan het diner namen ook deel de Gnoat-
mecsteresse, de grootmeester en de opperce-
remoniemeester van H. M. de Koningin.
Neem elks berisping aan maar behoud uzelf
het oordeel voor.
Roman uit het Zweedscli door
A. 'M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
1
„Zjj is waarlijk heel aardig, de oude vrouw.
Praat met haar zooals ik deed, dan blijft ze
in een goed humeur en neemt ze je zeker aan
en dan kan je het goed hebben. Adieu!"
„Adieu!"
Hij is buiten, en de deur is dicht Het is een
iv"are opluchting. Wat is het vervelend om erbij
te zitten wanneer je ziet dat twee menscheu
niet bij elkaar passen.
En dan nog wel je eigen broert
Tante Ida staaf bij de tafel in de voorka
mer en legt de boeken terecht, die Sven inge
keken heeft. Zij glimlacht tegen mij.
„Wat aardig van u, tante Ida, om Svo» te
eten te vragen."
Een knikje tot antwoord» Zij glimlacht stog,
en wat ziet zij mij opmerkzaam aan.
„Jwüie lijkt eigenlijk niet veel op elkaatüT
(Dat klinkt als oen compliment voor mij.
'Arme S^u! V <r ik kan niet helpen daft het
mij
Een brief voor tante Ida.
Ik 'behoef niet langzaam te loopen om het
adres te lezen. Groote onregelmatige ietters.
Die dit geschreven heeft, is niet bijzonder
handig met de pen. Maar er is toch iets eigen
aardigs in het schrift. En straat en nummer
nauwkeurig aangeduid, zoodat de brief wel
tereaht moest komen.
Zou het va/n haar oude dienstbode, Edla,
zijn, die twintig jaar bij haar gewoond heeft?
Zou die sahrijven dat zij terugkomt?
Wat zal er dan van mij worden? Hoe zij
ook zoekt, tante Ida heeft nog geen betrek
king voor mij kunnen vinden.
„Als 't u blieft, tante Ida."
Haar geziaht heldert op als zij het schrift
ziet Zij schijnt (het eens te zijn .net alles wat
zij leest. Ik heb zeker goed geraden. Nu het
laatste blaadje. Het slot. De brief wordt met
een uitdrukking van tevredenheid in haar
zak gestoken.
„De brief is van Edla."
„Schrijft zij wanneer zij thuis komt?"
„In de volgende week. Haar moeder is nu
weer zooveel beter dat die baar huln niet
meer noodig heeft"
Wij zien elkaar aan. Denken wij aan het
zelfde?
Haar gelaat verandert, zij kijkt bekommerd,
maar er ligt een zekere teederheid in haar
blik.
„Ja, kleine Elly, je blijft in ieder geval totdat
wij iets goeds voor je gevonden hebben. Het
zal mij erg leeg rijn wanneer je niet meer
oon mij heen bent Ik hoop dat het nog duurt
tof den zomer, dan ga ik naar buiten en zul
len wij moeten scheiden."
Meent zij het dat xij mij missen zal? Het is
haar gewoonte niet om iemand om denjmn
le leiden door voorgewende vriendelijkheid.
Wij zijn nu midden April. Dus nog ander
halve maand zal ik haar gast zijn, tenzij er
een geschikte plaats voor mij openvalt. Mag
ik haai* gastvrijheid zoo lang aannemen?
Wat geeft zij mij een vriendelijk tikje op
mijn hand. Zij bemerkt zeker dat de thuiskomst
van Edla mij niet vroolijk stemt.
„En hoe langer je blijft, Elly, hoe beteer de
aanbevelingen kunnen zijn."
Het klinkt als scherts. Maar tochvoor
mij is het dat niet geheel, lk voel een kleine
steek. Het schijnt dat zij nog niet zeker van
mijn karakter is. Ik moet nog nader onderzocht
worden.
Stemmen in de keuken. Edla is zeker ge
komen terwijl ik uit was. Tante Ida zond mij
misschien wel weg om haar alleen le ont
vangen. Nu, dat is natuurlijk. Zij zijn zeker
heel goede vriendinnen. Zij is liier zoo lang
geweest en vroeger tien jaar bij tante Ida's
zuster, buiten.
Een familiestuk dus.
Haar stem is luid, boewei zij niet zooveel
zegt. Ik zou denken dat ze wel veel over baar
reis te vertellen zou hebben. Maar het is juist
andersom. Tante Ida spreekt het meest. Waar
over kan zij het zoo druk hebben? Ach, ik
weet het! Eon uiterst 'belangrijk onderwerp,
namelijk mijn persoon. Het is beter dat ik
naar binnen ga, voordat ik wat boor. Het
pluchen tafelkleed afgenomen en ongevou-
wen, nu (het tafellaken in de plaats. Ik maak
alles hier zooveel mogelijk in orde en wacht
zoo lang ik kaïn met de glazen en de borden
uit de keiïkon te halen. Het brood mandje, de
messen en vorken.
Hoe laat is het? Reeds acht uur, dan zal
ik wat voortmaken.
Zij zal toch dezen avond hare werkzaam
heden niet hervatten?
Daar wordt de deurknop omgedraaid, daar
is zij.
Een kleine vrouw "van vijftig jaar, uitge
droogd en mager, met een hesjeskin en een
paai* kleine scherpe oogen waarmet zij ge
durig vóór zich uit ziet. En het blad met
kopjes en glazen heeft zij in de handen.
Tante Ida heeft de deur voor haar geopend
cn sluit die ook weer.
„Hier hebben wij nu Edla. En hier, Edla,
heb je mijn kleine hulp."
Edla buigt zoo diep alsof zij groolen eer
bied voor mij heeft. Maar meteen kijkt zij
naar mij, als woog zij mij op een weegschaal.
Zij zot het blad op het buffet en koint mij
met uitgestoken handen tegemoet. Dat is lief.
Zij wil dus vertrouwelijk zijn en mij de hand
geven.
„Ik zal wel verder dekken, kleine dame!"
Zij is volstrekt niet van plan om mij een
hand te geven. Zij wil mij slechts de messen
en vorken afnemen, die ik in de hand heb.
En nu gaat zij de tafel rond en dekt verder,
ik word aan kant gezet. Zij heeft haar recht
matige plaats in bezit genomen, en ik heb hier
in huis niets meer le doen.
Tante Ida en ik zetten ons aan tafel. Ik be
hoef niet moer op te staan om een schaal te
verwisselen- Edla is mij steeds vóór cn on
derwijl praat zij druk. Nu komt zij met de
visch, bruin gebakken en gloeiend heet. En
tante Ida eet en lacht en prijst de visch als
voortreffelijk. Evenzoo de thee. Zij proeft
ervan en geniet. Het is alsof zij in langen tijd
geen smakelijk eten of drinken heeft geproafd.
En dat is dan mijn schuld geweest.
Ik ben tot niets nul. Hoezeer tante Ida
beproeft mij iels lc loeren, ik zal toch alüjd
wel een stumper blijven cn mij onmogelijk
maken. Misschien kan ik nog geen betrek
king krijgen omdat zij mij nog niet durft
aanbevclcnl
Ik heb geen trek. Ik kan zelfs de visch niet
eten al is ze nog zoo voortreffelijk, en ik kan
de 'heerlijke ühcc niet drinken. Alles blijf]
mij in de keel steken.
Weer dc stoep af met het zelfde resultaa»
als vroeger.
Zij willen mij niet hebben. Twee maanden
als hulp bij een oude dame te zijn geweest,
is geen aanbeveling genoeg. Dan weten zij in
'l geheel niet wat ik kan of dat ik geschikt
ben voor hunne omstandigheden.
Dit is zeker de negende keer dat ik op een
advertentie een betrekking zoek. Ik begin
bijna le gclooven dat er mcnschcn zijn, die
legen tante Ida zeggen dat ik geen betrekking
zal krijgen, voordal zij mij toevallig aan een
kennis kan aanbevelen. Maar ik moet toch
blijven zoeken om de ander uit den weg te
loopen. Ik kan niet thuisblijven cn niets doen,
of zoo goed als niets, cn altijd Etlla's kleine
grijze oogen ontmoeten, die steeds zeggen:
„Wat doe je hier?"
Hilda! Is dat Hilda niet in haar bruin wan
delpak en met haar groolen hoed? Jawel, zij
is het.
Hé, het zou wel aardig zijn even met haar
le praten. Ik heb mij wel voorgenomen om
haar te ontwijken na ddc dwaasheid van het
bal, maar ik moet eens een niensch spre
ken, ÖJ iets vroolijks le vertellen heeft.
Wordt vervolgd.