Vrijdag 24 Juli 1914.
N° 21
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ELLY's BEPROEVING.
ABONNEMENTSPRIJS*
Per 8 maanden voor Amersfoort M t 1.^0»
Idem franco per post1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05*
Deze Courant versohünt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 trar, familie-
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaataruimto.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoeligo bopalingon
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bjj abonnemont.
Eone oiroulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
I3"8 %iarac;ang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa
Tram ZeistAmersfoort.
De da# van morgein is 'n belangrijke in de
geschiedenis van onze stad. Met de opening
van de eerste tramlijn naar Amersfoort, breekt
'n nieuwe periode aan voor de ontwikkeling
van onze gemeente»
"Wij zien in de toekomst deze tramlijn de
eerste van 'n geheel nest, dat Amersfoort naast
'n spoorwegknooppunt ook tot 'n tramweg-
knooppunt zal maken.
Ia het voor de inwoners van 'n piaats van
veel belang goede spoorwegverbindingen te
hebben en in dit opzicht is Amersfoort
beter bedeeld dan eenige andere provincie
stad. van misschien nog grooter gewicht' is
v oor de gemeente zelve, dat zij 'n middelpunt
wordt van tramlijnen, welke haar verbinden
met de omliggende dorpen. Want door zoo'n
tramnet wordt 'n stad bij uitstek het cen
trum voor 'n geheele streek; daar komt de
bevolking ter markt en gaat zij hare inkoopen
doen.
Tramlijnen zijn vangarmen, welke de plat
telanders stadwaarts trekken. Met den trein
rijdt men langs de stad, met de tram gaat
men er naar toe.
De nieuwe tramlijn Zeist—Amersfoort heeft
echter nog 'n andere, speciale beleekenis,
welke andere tramverbindingen meestal niet
hebben. Gewoonlijk toch is het hoofddoel het
cnomepde verkeer tusschen twee plaatsen
ergemakkelijhen of een van beiden uit haar
«dement op te heffen.
Wij gelooven niet, dat dit het hoofddoel van
deze nieuwe tram is. Zij zou nooit aangelegd
zijn, indien het slechts was om Amersfoort en
Zeist 'n gemakkelijkere verbinding met elkaar
te bezorgen of een van beiden uit isolement
te verlossen. Het laatste behoeft nht, om
dat zoowel Zeist als Amersfoort voortreffe
lijke commuaiicatie-nLiddelea hebben; en wat
het eerste betreft, het verkeer tusschen beide
gemeenten is niet zoo groot of de bestaande
Verbinding via de Bilt zou nog wel geruim en
tijd hebben kunnen voldoen.
Neen, de groote beteekenis van de nieuwe
lijn lijkt ons deze te zijn, dat zv 'n nieuwe
woon streek schept in het schoonste deel der
provincie Utrecht.
De trekbaar-builen deed zwermen stede
lingen neerstrijken op ieder plekje dat hun
'n aangename woonplaats beloofde; maar als
eerste voorwaarde werd altijd gesteld, dat het
spoor- of tramverbinding lia-cL
De streek tusschen Amersfoort en Zeist is
een der schoonste van Nederland, de natuur is
er ongerept en men is er in het centrum van
het land. Maar eilacie, zij was onbewoonbaar,
omdat de communicatie-middelen ontbraken.
In dit gemis voorziet nu de nieuwe tram,
en het zal voornamelijk Amersfoort zijn, dat
er het grootste profijt van trekt Want de ter
reinen, welke het eerst bevolkt zullen worden,
zijn natuurlijk die, welke het dichtst bij
Amersfoort gelegen zijn en juist van die ter
reinen heeft de gemeente zich tijdig den eigen
dom weten te verschaffen.
Al zien wij dus hierin de grootste beteeke
nis van deze nieuwe tram, wij willen toch
ook niet geheel en al wegcijferen het belang,
dat zij heeft als verbinding tusschen de wel
varende gemeenten Amersfoort en Zeist.
Zeist, op velerlei wijzen met Utrecht verbon
den, heeft zich lot heden natuurlijk meer tot
die stad aangetrokken gevoeld, dan lot Amers
foort. Nu Amersfoort echter even spoedig te
bereiken is als Utrecht, zal dit stellig ook
economische gevolgen hebben.
Amersfoort met al z'n markten en veilingen
zal nu ook voor de Zeistenaars gaan meetellen
en onze voortreffelijke onderwijsinrichtingen,
waarvan er thans reeds enkele door leerlingen
uit Zeist bezocht worden, zullen ongetwijfeld
in den loop der jaren het contingent uit die
gemeente misschien vooral uit Huis ter
Heide zien vermeerderen.
Omgekeerd zal Zeist profiteeren door 'n toe
nemend vreemdelingenbczoek uit Amersfoort
en omgeving; want hetzij middag of avond,
'n tramritje naar Zeist of Soesterberg moet 'n
heerlijke ontspanning zijn; het wil ons dan
ook voorkomen, dat de nieuwe traan het in
deze eerste zomermaanden voornamelijk zal
moeten hebben van pleizierreizigers uit
Amersfoort, Zeist en Utrecht. Want ook uit
Utrecht zal het 'n mooi uitstapje zijn;
Utrecht—Amersfoort—Zeist—Utrecht.
'n Driewerf Hoezee voor de tram Zeist—
Amersfoort I
Politiek Overzicht
De strijd om Homerule
in Ierland.
Wat zot de uitkorasl zijn van de conferen
tie in Buckingham Palace, die de koning heeft
bijeengeroepen op raad van zijn eersten mi-
nister Asquith? Het is onmogelijk 'Jat nu reeds
te zeggen. Wel kan gezegd worden, dal de
verwachting niet groot is, dal zij iets zal uit
werken. Toon gisteren de conferentie uiteen
ging aan het einde van hare derde zitting,
die twee uren had geduurd, was de algemeene
indruk, dat deze bijeenkomst van de conferen
tie de laatste was geweest. Dat werd na het
onderhoud, dat Asquith had met den koning,
oificieel tegengesproken. Heden komt de con
ferentie voor de vierde maal bijeen. Maar of
dat kan worden opgeval als een tetken, dat
de kans van slagen is verbeterd, daarop moet
men het antwoord schuldig blijven.
Het is helaas waar, dat, al is de gedachte,
die bij het bijeengeroepen van de conferentie
heefl voorigezeten, door het publiek gunstig
ontvangen, zij in de politieke en parlemen
taire wereld slechts een succès d'estime heeft
gehad. Het Is een onbetwistbaar feit, dat de
hoofden van de unionisten, de nationalisten
cn de orangisten weinig geestdrift hebben ge
loond en dat zij de uitnoodiging of hot
bevel van den koning slechts hebben aan
genomen, omdat zij niet andera konden. De
heer Redmond heeft zelfs elke verantwoorde
lijkheid voor de bijeenroeping van de confe
rentie afgewezen; hij woont haar bij, maar
doet dit gedwongen.
Reeds dat is weinig bemoedigend. Evenmin
kan men eene aanmoediging putten uit de
laatstelijk aan deze samenkomst voorafgegane
conferentie, die van 1910, welke liep over de
constitutioneele kwestie. Die conferentie, die
gevolgd is op het ontbieden naar het paleis
van lord Lansdownc en den heer Balfour door
koning Eduard en die bijeengekomen is onder
de regeeiihg van koning George, heeft vol
strekt geen resultaat opgeleverd. Onder de
acht deelnemers van de huidige conferentie
zijn er drie, de ministers Asquith en LLoyd
George en lord JLansdowne, die de conferen
tie van 1910 hebben bijgewoond. Dio confe
rentie hield hare eerste samenKomst den
17en Juni en hare laatste den lOen November;
zij is 21 malen bijeengekomen. Na de laatste
zitting verscheen eene nota, waarin wevu ge
zegd, dat de conferentie zonder resultaat was
uiteengegaan en dat, naai' de meening van
alle deelnemers, de omstandigheden, waar
onder de conferentie had plaats gehad, niet
loelieten, dat „de loop van de besprekingen
of de redenen die tot de sluiting hadden ge
leid", werden bekend gemaakt.
Er zijn geene notulen verschenen van de
vergaderingen, die geheim waren, en er zijne
geene indiscretiën gepleegd. Maar toch heeft
men in de politieke wereld altijd den indruk
gehad, dat orver de Horaerule-kweslie de on-
eenigheid is blijven heerschen en dat men op
die kwestie de onderhandelingen heeft moe
ten afbreken en de conferentie laten uiteen
gaan.
Thans staat de zaak niet geheel gelijk met
toen. Er is geen sprake meer van de Home
rule zelf, want de Homerulewet zal in het
Statute book worden opgenomen, wat er ook
moge gebeuren. De conferentie heeft zich
slechts bezig tc houden met het wetsontwerp
tot amendeering van de Homerulewet en met
de middelen om de nationalisten cn de Ulster-
mannen tot overeensteming te brengen over
de voorwaarden waaronder Ulster of sommige
doelen van die provincie zullen worden uit
gesloten. De omvang van de kwestie is aan
merkelijk verkleind; de eenige vraag, die nog
overblijft, is wat men zal doen met de beide
graafschappen Tyrone en Fermanagh, twee
graafschappen van de tien, waaruit Ulster be
staat. Erkend is, althans stilwijgend, dat de
duur van de uitsluiting niet meer in debat is;
die zal zijn voor onbepaalden tijd.
Een punt, dat vrij ongunstig schijnt, is dat
de unionistische organen grooten nadruk leg
gen op de termen van den eed der Ulsterman
nen van September 1912. Daarin komt de zin
snede voor, dat de Homerule noodlottig zou
zijn voor het stoffelijk welzijn Yan Ulster, zoo
wel ais van geheel Ierland, en de cedgenooten
verbinden zich „alle middelen aan te wenden
om den toeleg af le wenden tot instelling van
een Homerule-parlement in Ierland." Wan
neer dat de geest is waarin de unionisten
naar de conferentie opgaan, dan kan men de
hoop, dat de partijen tot overeenstemming
zullen komen, wel op zijde zetten.
De tijd dringt en in de volgende week zal
de „amending bill" in het lagerhuis behan
deld moeten worden. Lang zal dus deze con
ferentie niet meer kunnen duren. Misschien
reeds heden, maar uiterlijk Zaterdag, zal men
weten wat de conferentie heeft opgeleverd.
Al zijn de verwachtingen niet groot, men
moet toch hopen, dat de onderhandelaars er
in zullen slagen een goeden grondslag te vin
den voor een compromis, want de toestand is
kritiek. De conferentie zelve levert daarvan
het bewijs, want zij is een noodniiddel, dat is
aangegrepen om de zaak alsnog tot een goed
einde te brengen.
Prankrijk.
Het incident, dat mr. Labori aanleiding had
.gegeven tot de verklaring, dat hij niet zou
pleiten als niet opheldering gegeven werd
over zekere stukken, die in het bezat van Qal-
motte waren en na zijn dood aan den presi
dent der republiek ter hand zijn gesteld, is in
de volgende zitting van het gerechtshof beëin
digd door de volgende verklaring, die door
den procureur-generaal, daartoe gemachtigd
door de regeering, werd afgelegd: „De stuk
ken, die aan den president der republiek zijn
overgegeven, zijn slechts beweerde afschriften
van stukken, die niet bestaan en nooit hebben
bestaan. Men kan dus in geen enkel opzicht
zich daarop beroepen met het doel afbreuk
te doen aan de eer cn aan de vaderlandsliefde
van den heer Caillaux."
Mr. Labori zeide, dat hij na deze verklaring
het incident als gesloten beschouwde. Mr.
Ohenu, de vertegenwoordiger vtm de civiele
partij, zeide, dat liet incident gesloten was tot
voldoening van den heer Caillaux maar niet
tot de zijne.
Engeland.
Londen, 23J uli. Sir Edward Grey deel
de in het Lagerhuis mede, dat tot nu toe geen
stappen gedaan waren voor de erkenning van
eenige nieuwe regeering in Mexico.
Londen, 23 Juli. Met het oog op te
genstrijdige uitleggingen, gegeven aan de
zinsnede in de rede van den koning welke
zinspeelt op een burgeroorlog, vroeg Dalziel
in het Lagerhuis welke uitlegging ed eer
ste minister zelf aan deze zinsnede gegeven
had, toen de redevoering hem voorgelegd
was.
Asquith antwoordde: „Volgens mijne op
valing was de zinsnede niet bedoeld eene
andere gedachte te wekken en moet ze
ook niet uitgelegd worden als een andere
gedachte wekkende dan die welke klaarblij
kelijk de juiste is, n.l. dat de vrets voor
een burgeroorlog gekoesterd en uitgedrukt is
door verantwoordelijke en gematigd gezinde
personen tot wie ik wellicht ook mij zelf
mag rekenen". (Gejuich en gelach bij de oppo
sitie.)
Londen, 23 Juli. De conferentie heeft
om 11,30 hare zitting hervat. Eerste minister
Asquith kwam om 11,15 aan, de overige ge
delegeerden volgden hem kort daarna.
Tweede telegram. De conferentie ver
daagde zich om 1,25.
Derde telegram. De conferentie duur
de twee uren. Daarna 'had Asquith eene
audiëntie bij den koning.
Vierde telegram. Er is volstrekt geene
aanwijzing, dat de conferenties morgen wedei
zal bijeenkomen. Asquith werd toegejuicht
toen hij het paleis verliet.
Vijfde telegram. Officieel wordt be
richt, dat do conferentie morgen vroeg in het
paleis zal bijeenkomen.
De politieke partijen zijn zeer voorzichtig
in do wijze, waarop zij positie neihen tegen
over de op initiatief van den koning bijeen
geroepen conferentie, behalve de arbeiders
partij, die boos is omdat zij niet is opgeroepen
vertegenwoordigers naar de conferentie tc
zenden. Zij heeft aan hare gevoelens lucht go-
geven in eene resolutie, die een scherp pro
test inhoudt tegen de conferentie, die wordt
gekenschetst als eene inmenging van de Krooni
met de bedoeling tc niet ie doen wat in eene
wet van het parlement is bepaald. Yerde"
\yordt leedwezen uitgedrukt, dat aan dc com
ferentie twee lden deelnomen, die fciiclijl
rebellen zijn, omdat dit bewijst, dat de org.i'
nisati© van ccne strijdmacht van regecriiigs-
wege als heft krachtigste strijdmiddel in in-
dustrieele en in politieke geschillen wordt be
schouwd.
Een honderdtal liberale leden van het la
gerhuis hebben in eene vergadering hel be
sluit genomen, de regeering le verzoeken,
geene concessiën te doen, dio voor de Iersche
nationalisten onaannemelijk zouden zijn, en
niet toe te stemmen in eene ontbinding van
het lagerhuis, voordat bet wetsontwerp over
de afschaffing van de meervoudige stemmen
definitief is aangenomen.
De Daily Telegraph vat den tegenwoordigen
toestand kort cn bondig aldus samen: De na
tie wensclit dringend, dat aan den bitteren
strijd, die de geest van ons politiek leven be
derft, een einde wordt gemaakt. Wat bclec-
kent echter een succes Yan de conferentie?
liet beteekent de ihlueeding in mooie woor
den van eene schikking, die buiten de muren
van het parlementsgebouw tot stand kwam
en die dus zonder uitwerking is, zoolang zij
niet dc toestemming van liet lagerhuis heeft
gevonden. Maar zelfs dan is de overeenkomst
rijp voor do papiermand, als zij niet den bij
val vindt van de vijandige strijdkrachten, die
tegenwoordig in Ierland tegenover elkaar
staan.
Oostenrijk-Hongarije.
Weenen, 23 Juli. Het Fremdenblatt be
richt, dal de keizer den aartshertog-troonop
volger Ka/rel Frans Jozef benoemd heefl tot
kolonel en commandant van een huzarenre-
giraent.
Belgrado, 23 Juli. De gezant van
Oostenrijk-Hongarije overhandigde heden
avond om zes uur aan de Servische regee
ring eene verbaalnota met de eischcn van
de regeering van Oostenrijk-Hongarije. In de
nota wordt antwoord verlangd uiterlijk op
25 Juli des avonds om zes uur.
Ween en, 2 3 Juli. De gezant van Oos
tenrijk-Hongarije in Belgrado heeft heden na
middag om zes uur aan de Servische regeering
de volgende nota overhandigd;
Den 21en Maart 1909 legde de koninklijk
Servische gezant aan het hof le Weenen in op<
dracht van zijne regeering aan de keizerlijk-.,
koninklijke regeering dc volgende verklaring
af: Servië erkent, dat het door het in Bosnië
Roman uit het Zweedscli door
A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
„Neen, ik geloof niet van huis."
Er is toch geen reden om boos te kijken. Zij
is gewend dat ik wat vertel van wat er in
papa's brieven staat, en nooit tevoren heb ik
een ongeopenden brief voor haar verborgen.
Zij gist wei dat hij van Hilda komt
Wat is het akelig stil. Wij, die anders zoo
veel pralen als wij samen zitten te werken.
Nu zeggen wij slechts nu en dan een woord.
Ziezoo, het lijf is geknipt en gepast en ik ga
yoor de macltine zitten. Tante Ida gaat naar
Edia. Vooruit nu met den brief I
„Lieve Elly!"
Ongelukkig trof ik je Dinsdag niet thuis,
toen ik je opzocht. Daarom schrijf ik je nu in
plaats van het je tc zeggen. Ga je Zondagmid
dag met ons mee naar Ilasselbacken? Je kunt
er zeker wel iets op vinden om te komen.
Je moet bijv. naai' een naaister om over een
zohiertoilet te spreken, en die is alleen 's Zon
dags thuis. Om half vijf komen wij bij inij
aan huis bijeen. Sven, Lindegrcn, jij cn ik. Je
behoeft niet te antwoorden want ik reken
or op dolt je komt. En, mocht eo- onverhJoeiB
ic-ls zijn dat jc terughoudt, wij wachten in
elk gerval niet langer dan tot 5 uur.
Je H i 1 d
P. S. Het kan zijn dat Lindegren ,.je be
wonderaar" van het bal meeneemt"
Naar Ilasselbackenl ln dezen heerlijken
lentetijd naar buiten! Zitten ouder de half
uitgeloopen hoornen en uitzien over het water
naar de stad in den rossen avondschemer.
Luisteren en praten en misschien vriendelijk
heden en aardigheden en lieve woordjes hoo-
ren.
U, waarom hangt men een appel boven
mijn hoofd, dien ik toch niet plukken mag!
Spreken met een naaister?
Neen, tante Ida zou dadelijk aan mij zien
dat het niet wraar was. En ik heb beloofd
Hilda te ontwijken, zij denkt tenminste dat
ik het beloofd heb. Neen, het zal niet gaan.
Ik ben benieuwd of hij werkelijk burge
meester Randolf ince zou brengen. Heefl deze
misschien het heele plan beraamd?
Neen, ik zal den brief verbranden, dan word
ik er niet aan herinnerd. Ik moet trachten
te doen alsof ik er nooit een ontvangen heb.
Met wen spreekt tante Ida in de zaal?
Een maimeslera. Jong, krachtig, maar
eenigszins gedempt en haastig. Wat een mooi
timbre, warm en diep. Deze stem zou ik wat
van naderbij willen hooren.
Edla is ook binnen en mengt zich in het
gesprek.
Waarom komen zij niet in de voorkamer?
Wil tarite Ida hem niet aan mij voorstellen?
Of is het slechts 'een werkman, die een bood
schap komt doen?
Neen, dat kan geen werkman rijn met zulk
een buigzame stem! Zal ik er heengaan orn
hen; te zien? Ik kan wel wat naaiwerk in
mijn handen nemen en zeggen dat ik naar de
i-niken ga om het uil te strijken.
Ja, dal zal ik doen.
„Mijn neef, kandidaat Wan ge juffrouw
Nerbeck."
Hij ziel ei* niet zoo knap uit als ik dacht,
naar zijn stem te oordeelen. Een hoekig, glad
geschoren, langwerpig gezicht. Heel karak
teristiek in ieder geval. Blond haar en een
blanke huid, oogen helder en scherp en wenk
brauwen met een sterke bocht. Gereserveerd
in zijn manieren.
Ben ik hem dc moeite niet waard, of is
hij altijd zoo tegen vreemden? Hij sprak daar
straks veel levendiger, toen ik hem door de
deur hoorde.
Zal ik weer naarbinnen gaan? Jk ben mei
het strijken ldaar en het zou aardig zijn hem
nogeens te zien. Maar dan denken zij mis
schien dat ik uil nieuwsgierigheid binnen
kom.
Neen, ik blijf hier. Daar gaat hij weg.
Tante Ida en Edla volgen hem m de vestibule.
Wat doet Edla «mee te gaan? Och, het is waar,
zij beeft vroeger tien jaar gediend als kinder
meisje bij een zuster van tante Ida. Dc jonge
heer is natuurlijk een van de kinderen, ie
onder hare hoede zijn geweest.
De deur van d© vestibule valt dicht. Hij is
weg. Tante Ida en Edla praten om het hardst.
Zij zijn geheel in extase over hem. Daar zijn
ze. Tante Ida is zeker dol op hein, zij ziet er
overgelukkig uit.
„Hij had haast, want hij is op zijn door
reis en blijft niet langer dan twee dqgen. Van
daag had hij allerlei boodschappen te doen,
en had nauwelijks lijd om even te komen;
maar morgen is hij." vrij omdat het Zondag
is. cn dan zal ik hem ontmoeten. Wii zijn
ten eten gevraagd bij de familie Wenner-
strand!"
Zij gaat uit, juist morgen, Zondag gaat zij
uit!
„Je mag gerust meegaan, Elly, als je er lust
in hebt. Ik zal er wel iets op vinden."
vNeen, dank u, tante Ida, uk wil daar liever
niet naar toe."
Zij trekt haar wenkbrauwen op en kijkt
ernstig.
„liet is veel beter dat je meegaat cn doet
of 'er niets gebeurd is, dan komt er meteen
een eind aan de gespannen verhouding."
„Neen, ik kan niet, ik kan niell"
En ik kan werkelijk niet. Het zou onuit
staanbaar voor mij zijn om daar in «een hoek
le zitten met al die wantrouwende, onvrien
delijke menschen om mij heen. Ik zou zeker
in tranen uitbarsten. Ik zou een schandaal
maken en wegloopen.
Zij keek mij bedroefd aan en gaat heen. Zij
houdt er niets van dat men haar legenspreekt
Maar in dit geval kan ik haar zin niet doen-
Ja, niet omdat ik naar Hasselhacken zal gaan;
daar ga ik toch nier heen. Dat te doen zou
een soort woordbreuk en bedrog zijn. Maar
in ieder geval
Tante Ida is weg, en straks komt Edia met
mijn middagmaal en daarna ben ik vrii den
heelen, langen Zondagmiddag en kan ik doeD
wat ik wil!
Hasselhacken.
O, dat dit nare woord mij steeds door het
hoofd speelt! Ik wil er niet heengaan. Kom,
ik «kan het mij immers hier ook wel gezellig
maken I
Hoe lang is het geleden dat ik eens een
pretjei had behalve dat bal? In het saalf iaar
dat ik hij Mevrouw Wennerstrand was. ben
ik driemaal in den schouwburg geweest en
drie of viermaal met dc kinderen op een
kindervisite. Dat is alles. En het jaar toen
papa buiten was, had ik nooit een pretje,
maar zooveel te meer zorgen. 't Was gedaan
met alle bals en al het uitgaan. Wij gingen
nergens meer heen en niemand kwam bij ons.
O, mijn lieve, kleine ponnyl Zal ik ooit
weer rijdeg? En mijn mooie kamer en mijn
mooie costuums! En onze feesten, de heer
lijkste van de heele staid! En wat danste ik,
allen wilden met mij dansen. Waarom nam
ik Erik Wanner niet? Hij was wel erg magez.
en een beetje komiek. Maar daar zou ik mis
schien wel aan gewend zijn geworden. En
clan was ik apothekers-vrouw cn kon ik
schitterende diners geven. Het is eigenlijk toch
dom om op de groote liefde te wachten. Dat
overkomt er maar één op dc duizend.
Meer dan twee jaar geleden sedert ik op
'n bal was. Meer dan twee jaar dat ik geviera
en bewonderd werd, behalve dat gemaskerde
bal, waar ik liever niet aan denken wil en dat
heel onaangenaam was.
Ja, ik wil er aan denken, want in ieder
geval is dit de eenige keer geweest, dat ik
werkelijk vroolijk was-, werkelijk opgewekt,
werkelijk vrij!
O, dat gruwelijke, afschuwelijke cu toch
zalige gemaskerd bal! Ik wil aan jc denken,
want jc bent het eenige lichtpunt in mijn
levenI Ik wil weer naar een bal, ik wil niet
levend begraven zijn in dit sombere huis, vel
psalmgezang cn achterdochtige blikken. Ik
wil niet opgevoed on verbeterd worden.
O, hoe lang is het geleden dat ik woolijk
en was!
Wordt vervolgd.