Vrijdag 24 Juli 1914. N° 21 BUITENLAND. FEUILLETON. ELLY's BEPROEVING. ABONNEMENTSPRIJS* Per 8 maanden voor Amersfoort M t 1.^0» Idem franco per post1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05* Deze Courant versohünt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 trar, familie- advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaataruimto. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoeligo bopalingon tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bjj abonnemont. Eone oiroulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. I3"8 %iarac;ang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa Tram ZeistAmersfoort. De da# van morgein is 'n belangrijke in de geschiedenis van onze stad. Met de opening van de eerste tramlijn naar Amersfoort, breekt 'n nieuwe periode aan voor de ontwikkeling van onze gemeente» "Wij zien in de toekomst deze tramlijn de eerste van 'n geheel nest, dat Amersfoort naast 'n spoorwegknooppunt ook tot 'n tramweg- knooppunt zal maken. Ia het voor de inwoners van 'n piaats van veel belang goede spoorwegverbindingen te hebben en in dit opzicht is Amersfoort beter bedeeld dan eenige andere provincie stad. van misschien nog grooter gewicht' is v oor de gemeente zelve, dat zij 'n middelpunt wordt van tramlijnen, welke haar verbinden met de omliggende dorpen. Want door zoo'n tramnet wordt 'n stad bij uitstek het cen trum voor 'n geheele streek; daar komt de bevolking ter markt en gaat zij hare inkoopen doen. Tramlijnen zijn vangarmen, welke de plat telanders stadwaarts trekken. Met den trein rijdt men langs de stad, met de tram gaat men er naar toe. De nieuwe tramlijn Zeist—Amersfoort heeft echter nog 'n andere, speciale beleekenis, welke andere tramverbindingen meestal niet hebben. Gewoonlijk toch is het hoofddoel het cnomepde verkeer tusschen twee plaatsen ergemakkelijhen of een van beiden uit haar «dement op te heffen. Wij gelooven niet, dat dit het hoofddoel van deze nieuwe tram is. Zij zou nooit aangelegd zijn, indien het slechts was om Amersfoort en Zeist 'n gemakkelijkere verbinding met elkaar te bezorgen of een van beiden uit isolement te verlossen. Het laatste behoeft nht, om dat zoowel Zeist als Amersfoort voortreffe lijke commuaiicatie-nLiddelea hebben; en wat het eerste betreft, het verkeer tusschen beide gemeenten is niet zoo groot of de bestaande Verbinding via de Bilt zou nog wel geruim en tijd hebben kunnen voldoen. Neen, de groote beteekenis van de nieuwe lijn lijkt ons deze te zijn, dat zv 'n nieuwe woon streek schept in het schoonste deel der provincie Utrecht. De trekbaar-builen deed zwermen stede lingen neerstrijken op ieder plekje dat hun 'n aangename woonplaats beloofde; maar als eerste voorwaarde werd altijd gesteld, dat het spoor- of tramverbinding lia-cL De streek tusschen Amersfoort en Zeist is een der schoonste van Nederland, de natuur is er ongerept en men is er in het centrum van het land. Maar eilacie, zij was onbewoonbaar, omdat de communicatie-middelen ontbraken. In dit gemis voorziet nu de nieuwe tram, en het zal voornamelijk Amersfoort zijn, dat er het grootste profijt van trekt Want de ter reinen, welke het eerst bevolkt zullen worden, zijn natuurlijk die, welke het dichtst bij Amersfoort gelegen zijn en juist van die ter reinen heeft de gemeente zich tijdig den eigen dom weten te verschaffen. Al zien wij dus hierin de grootste beteeke nis van deze nieuwe tram, wij willen toch ook niet geheel en al wegcijferen het belang, dat zij heeft als verbinding tusschen de wel varende gemeenten Amersfoort en Zeist. Zeist, op velerlei wijzen met Utrecht verbon den, heeft zich lot heden natuurlijk meer tot die stad aangetrokken gevoeld, dan lot Amers foort. Nu Amersfoort echter even spoedig te bereiken is als Utrecht, zal dit stellig ook economische gevolgen hebben. Amersfoort met al z'n markten en veilingen zal nu ook voor de Zeistenaars gaan meetellen en onze voortreffelijke onderwijsinrichtingen, waarvan er thans reeds enkele door leerlingen uit Zeist bezocht worden, zullen ongetwijfeld in den loop der jaren het contingent uit die gemeente misschien vooral uit Huis ter Heide zien vermeerderen. Omgekeerd zal Zeist profiteeren door 'n toe nemend vreemdelingenbczoek uit Amersfoort en omgeving; want hetzij middag of avond, 'n tramritje naar Zeist of Soesterberg moet 'n heerlijke ontspanning zijn; het wil ons dan ook voorkomen, dat de nieuwe traan het in deze eerste zomermaanden voornamelijk zal moeten hebben van pleizierreizigers uit Amersfoort, Zeist en Utrecht. Want ook uit Utrecht zal het 'n mooi uitstapje zijn; Utrecht—Amersfoort—Zeist—Utrecht. 'n Driewerf Hoezee voor de tram Zeist— Amersfoort I Politiek Overzicht De strijd om Homerule in Ierland. Wat zot de uitkorasl zijn van de conferen tie in Buckingham Palace, die de koning heeft bijeengeroepen op raad van zijn eersten mi- nister Asquith? Het is onmogelijk 'Jat nu reeds te zeggen. Wel kan gezegd worden, dal de verwachting niet groot is, dal zij iets zal uit werken. Toon gisteren de conferentie uiteen ging aan het einde van hare derde zitting, die twee uren had geduurd, was de algemeene indruk, dat deze bijeenkomst van de conferen tie de laatste was geweest. Dat werd na het onderhoud, dat Asquith had met den koning, oificieel tegengesproken. Heden komt de con ferentie voor de vierde maal bijeen. Maar of dat kan worden opgeval als een tetken, dat de kans van slagen is verbeterd, daarop moet men het antwoord schuldig blijven. Het is helaas waar, dat, al is de gedachte, die bij het bijeengeroepen van de conferentie heefl voorigezeten, door het publiek gunstig ontvangen, zij in de politieke en parlemen taire wereld slechts een succès d'estime heeft gehad. Het Is een onbetwistbaar feit, dat de hoofden van de unionisten, de nationalisten cn de orangisten weinig geestdrift hebben ge loond en dat zij de uitnoodiging of hot bevel van den koning slechts hebben aan genomen, omdat zij niet andera konden. De heer Redmond heeft zelfs elke verantwoorde lijkheid voor de bijeenroeping van de confe rentie afgewezen; hij woont haar bij, maar doet dit gedwongen. Reeds dat is weinig bemoedigend. Evenmin kan men eene aanmoediging putten uit de laatstelijk aan deze samenkomst voorafgegane conferentie, die van 1910, welke liep over de constitutioneele kwestie. Die conferentie, die gevolgd is op het ontbieden naar het paleis van lord Lansdownc en den heer Balfour door koning Eduard en die bijeengekomen is onder de regeeiihg van koning George, heeft vol strekt geen resultaat opgeleverd. Onder de acht deelnemers van de huidige conferentie zijn er drie, de ministers Asquith en LLoyd George en lord JLansdowne, die de conferen tie van 1910 hebben bijgewoond. Dio confe rentie hield hare eerste samenKomst den 17en Juni en hare laatste den lOen November; zij is 21 malen bijeengekomen. Na de laatste zitting verscheen eene nota, waarin wevu ge zegd, dat de conferentie zonder resultaat was uiteengegaan en dat, naai' de meening van alle deelnemers, de omstandigheden, waar onder de conferentie had plaats gehad, niet loelieten, dat „de loop van de besprekingen of de redenen die tot de sluiting hadden ge leid", werden bekend gemaakt. Er zijn geene notulen verschenen van de vergaderingen, die geheim waren, en er zijne geene indiscretiën gepleegd. Maar toch heeft men in de politieke wereld altijd den indruk gehad, dat orver de Horaerule-kweslie de on- eenigheid is blijven heerschen en dat men op die kwestie de onderhandelingen heeft moe ten afbreken en de conferentie laten uiteen gaan. Thans staat de zaak niet geheel gelijk met toen. Er is geen sprake meer van de Home rule zelf, want de Homerulewet zal in het Statute book worden opgenomen, wat er ook moge gebeuren. De conferentie heeft zich slechts bezig tc houden met het wetsontwerp tot amendeering van de Homerulewet en met de middelen om de nationalisten cn de Ulster- mannen tot overeensteming te brengen over de voorwaarden waaronder Ulster of sommige doelen van die provincie zullen worden uit gesloten. De omvang van de kwestie is aan merkelijk verkleind; de eenige vraag, die nog overblijft, is wat men zal doen met de beide graafschappen Tyrone en Fermanagh, twee graafschappen van de tien, waaruit Ulster be staat. Erkend is, althans stilwijgend, dat de duur van de uitsluiting niet meer in debat is; die zal zijn voor onbepaalden tijd. Een punt, dat vrij ongunstig schijnt, is dat de unionistische organen grooten nadruk leg gen op de termen van den eed der Ulsterman nen van September 1912. Daarin komt de zin snede voor, dat de Homerule noodlottig zou zijn voor het stoffelijk welzijn Yan Ulster, zoo wel ais van geheel Ierland, en de cedgenooten verbinden zich „alle middelen aan te wenden om den toeleg af le wenden tot instelling van een Homerule-parlement in Ierland." Wan neer dat de geest is waarin de unionisten naar de conferentie opgaan, dan kan men de hoop, dat de partijen tot overeenstemming zullen komen, wel op zijde zetten. De tijd dringt en in de volgende week zal de „amending bill" in het lagerhuis behan deld moeten worden. Lang zal dus deze con ferentie niet meer kunnen duren. Misschien reeds heden, maar uiterlijk Zaterdag, zal men weten wat de conferentie heeft opgeleverd. Al zijn de verwachtingen niet groot, men moet toch hopen, dat de onderhandelaars er in zullen slagen een goeden grondslag te vin den voor een compromis, want de toestand is kritiek. De conferentie zelve levert daarvan het bewijs, want zij is een noodniiddel, dat is aangegrepen om de zaak alsnog tot een goed einde te brengen. Prankrijk. Het incident, dat mr. Labori aanleiding had .gegeven tot de verklaring, dat hij niet zou pleiten als niet opheldering gegeven werd over zekere stukken, die in het bezat van Qal- motte waren en na zijn dood aan den presi dent der republiek ter hand zijn gesteld, is in de volgende zitting van het gerechtshof beëin digd door de volgende verklaring, die door den procureur-generaal, daartoe gemachtigd door de regeering, werd afgelegd: „De stuk ken, die aan den president der republiek zijn overgegeven, zijn slechts beweerde afschriften van stukken, die niet bestaan en nooit hebben bestaan. Men kan dus in geen enkel opzicht zich daarop beroepen met het doel afbreuk te doen aan de eer cn aan de vaderlandsliefde van den heer Caillaux." Mr. Labori zeide, dat hij na deze verklaring het incident als gesloten beschouwde. Mr. Ohenu, de vertegenwoordiger vtm de civiele partij, zeide, dat liet incident gesloten was tot voldoening van den heer Caillaux maar niet tot de zijne. Engeland. Londen, 23J uli. Sir Edward Grey deel de in het Lagerhuis mede, dat tot nu toe geen stappen gedaan waren voor de erkenning van eenige nieuwe regeering in Mexico. Londen, 23 Juli. Met het oog op te genstrijdige uitleggingen, gegeven aan de zinsnede in de rede van den koning welke zinspeelt op een burgeroorlog, vroeg Dalziel in het Lagerhuis welke uitlegging ed eer ste minister zelf aan deze zinsnede gegeven had, toen de redevoering hem voorgelegd was. Asquith antwoordde: „Volgens mijne op valing was de zinsnede niet bedoeld eene andere gedachte te wekken en moet ze ook niet uitgelegd worden als een andere gedachte wekkende dan die welke klaarblij kelijk de juiste is, n.l. dat de vrets voor een burgeroorlog gekoesterd en uitgedrukt is door verantwoordelijke en gematigd gezinde personen tot wie ik wellicht ook mij zelf mag rekenen". (Gejuich en gelach bij de oppo sitie.) Londen, 23 Juli. De conferentie heeft om 11,30 hare zitting hervat. Eerste minister Asquith kwam om 11,15 aan, de overige ge delegeerden volgden hem kort daarna. Tweede telegram. De conferentie ver daagde zich om 1,25. Derde telegram. De conferentie duur de twee uren. Daarna 'had Asquith eene audiëntie bij den koning. Vierde telegram. Er is volstrekt geene aanwijzing, dat de conferenties morgen wedei zal bijeenkomen. Asquith werd toegejuicht toen hij het paleis verliet. Vijfde telegram. Officieel wordt be richt, dat do conferentie morgen vroeg in het paleis zal bijeenkomen. De politieke partijen zijn zeer voorzichtig in do wijze, waarop zij positie neihen tegen over de op initiatief van den koning bijeen geroepen conferentie, behalve de arbeiders partij, die boos is omdat zij niet is opgeroepen vertegenwoordigers naar de conferentie tc zenden. Zij heeft aan hare gevoelens lucht go- geven in eene resolutie, die een scherp pro test inhoudt tegen de conferentie, die wordt gekenschetst als eene inmenging van de Krooni met de bedoeling tc niet ie doen wat in eene wet van het parlement is bepaald. Yerde" \yordt leedwezen uitgedrukt, dat aan dc com ferentie twee lden deelnomen, die fciiclijl rebellen zijn, omdat dit bewijst, dat de org.i' nisati© van ccne strijdmacht van regecriiigs- wege als heft krachtigste strijdmiddel in in- dustrieele en in politieke geschillen wordt be schouwd. Een honderdtal liberale leden van het la gerhuis hebben in eene vergadering hel be sluit genomen, de regeering le verzoeken, geene concessiën te doen, dio voor de Iersche nationalisten onaannemelijk zouden zijn, en niet toe te stemmen in eene ontbinding van het lagerhuis, voordat bet wetsontwerp over de afschaffing van de meervoudige stemmen definitief is aangenomen. De Daily Telegraph vat den tegenwoordigen toestand kort cn bondig aldus samen: De na tie wensclit dringend, dat aan den bitteren strijd, die de geest van ons politiek leven be derft, een einde wordt gemaakt. Wat bclec- kent echter een succes Yan de conferentie? liet beteekent de ihlueeding in mooie woor den van eene schikking, die buiten de muren van het parlementsgebouw tot stand kwam en die dus zonder uitwerking is, zoolang zij niet dc toestemming van liet lagerhuis heeft gevonden. Maar zelfs dan is de overeenkomst rijp voor do papiermand, als zij niet den bij val vindt van de vijandige strijdkrachten, die tegenwoordig in Ierland tegenover elkaar staan. Oostenrijk-Hongarije. Weenen, 23 Juli. Het Fremdenblatt be richt, dal de keizer den aartshertog-troonop volger Ka/rel Frans Jozef benoemd heefl tot kolonel en commandant van een huzarenre- giraent. Belgrado, 23 Juli. De gezant van Oostenrijk-Hongarije overhandigde heden avond om zes uur aan de Servische regee ring eene verbaalnota met de eischcn van de regeering van Oostenrijk-Hongarije. In de nota wordt antwoord verlangd uiterlijk op 25 Juli des avonds om zes uur. Ween en, 2 3 Juli. De gezant van Oos tenrijk-Hongarije in Belgrado heeft heden na middag om zes uur aan de Servische regeering de volgende nota overhandigd; Den 21en Maart 1909 legde de koninklijk Servische gezant aan het hof le Weenen in op< dracht van zijne regeering aan de keizerlijk-., koninklijke regeering dc volgende verklaring af: Servië erkent, dat het door het in Bosnië Roman uit het Zweedscli door A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. „Neen, ik geloof niet van huis." Er is toch geen reden om boos te kijken. Zij is gewend dat ik wat vertel van wat er in papa's brieven staat, en nooit tevoren heb ik een ongeopenden brief voor haar verborgen. Zij gist wei dat hij van Hilda komt Wat is het akelig stil. Wij, die anders zoo veel pralen als wij samen zitten te werken. Nu zeggen wij slechts nu en dan een woord. Ziezoo, het lijf is geknipt en gepast en ik ga yoor de macltine zitten. Tante Ida gaat naar Edia. Vooruit nu met den brief I „Lieve Elly!" Ongelukkig trof ik je Dinsdag niet thuis, toen ik je opzocht. Daarom schrijf ik je nu in plaats van het je tc zeggen. Ga je Zondagmid dag met ons mee naar Ilasselbacken? Je kunt er zeker wel iets op vinden om te komen. Je moet bijv. naai' een naaister om over een zohiertoilet te spreken, en die is alleen 's Zon dags thuis. Om half vijf komen wij bij inij aan huis bijeen. Sven, Lindegrcn, jij cn ik. Je behoeft niet te antwoorden want ik reken or op dolt je komt. En, mocht eo- onverhJoeiB ic-ls zijn dat jc terughoudt, wij wachten in elk gerval niet langer dan tot 5 uur. Je H i 1 d P. S. Het kan zijn dat Lindegren ,.je be wonderaar" van het bal meeneemt" Naar Ilasselbackenl ln dezen heerlijken lentetijd naar buiten! Zitten ouder de half uitgeloopen hoornen en uitzien over het water naar de stad in den rossen avondschemer. Luisteren en praten en misschien vriendelijk heden en aardigheden en lieve woordjes hoo- ren. U, waarom hangt men een appel boven mijn hoofd, dien ik toch niet plukken mag! Spreken met een naaister? Neen, tante Ida zou dadelijk aan mij zien dat het niet wraar was. En ik heb beloofd Hilda te ontwijken, zij denkt tenminste dat ik het beloofd heb. Neen, het zal niet gaan. Ik ben benieuwd of hij werkelijk burge meester Randolf ince zou brengen. Heefl deze misschien het heele plan beraamd? Neen, ik zal den brief verbranden, dan word ik er niet aan herinnerd. Ik moet trachten te doen alsof ik er nooit een ontvangen heb. Met wen spreekt tante Ida in de zaal? Een maimeslera. Jong, krachtig, maar eenigszins gedempt en haastig. Wat een mooi timbre, warm en diep. Deze stem zou ik wat van naderbij willen hooren. Edla is ook binnen en mengt zich in het gesprek. Waarom komen zij niet in de voorkamer? Wil tarite Ida hem niet aan mij voorstellen? Of is het slechts 'een werkman, die een bood schap komt doen? Neen, dat kan geen werkman rijn met zulk een buigzame stem! Zal ik er heengaan orn hen; te zien? Ik kan wel wat naaiwerk in mijn handen nemen en zeggen dat ik naar de i-niken ga om het uil te strijken. Ja, dal zal ik doen. „Mijn neef, kandidaat Wan ge juffrouw Nerbeck." Hij ziel ei* niet zoo knap uit als ik dacht, naar zijn stem te oordeelen. Een hoekig, glad geschoren, langwerpig gezicht. Heel karak teristiek in ieder geval. Blond haar en een blanke huid, oogen helder en scherp en wenk brauwen met een sterke bocht. Gereserveerd in zijn manieren. Ben ik hem dc moeite niet waard, of is hij altijd zoo tegen vreemden? Hij sprak daar straks veel levendiger, toen ik hem door de deur hoorde. Zal ik weer naarbinnen gaan? Jk ben mei het strijken ldaar en het zou aardig zijn hem nogeens te zien. Maar dan denken zij mis schien dat ik uil nieuwsgierigheid binnen kom. Neen, ik blijf hier. Daar gaat hij weg. Tante Ida en Edla volgen hem m de vestibule. Wat doet Edla «mee te gaan? Och, het is waar, zij beeft vroeger tien jaar gediend als kinder meisje bij een zuster van tante Ida. Dc jonge heer is natuurlijk een van de kinderen, ie onder hare hoede zijn geweest. De deur van d© vestibule valt dicht. Hij is weg. Tante Ida en Edla praten om het hardst. Zij zijn geheel in extase over hem. Daar zijn ze. Tante Ida is zeker dol op hein, zij ziet er overgelukkig uit. „Hij had haast, want hij is op zijn door reis en blijft niet langer dan twee dqgen. Van daag had hij allerlei boodschappen te doen, en had nauwelijks lijd om even te komen; maar morgen is hij." vrij omdat het Zondag is. cn dan zal ik hem ontmoeten. Wii zijn ten eten gevraagd bij de familie Wenner- strand!" Zij gaat uit, juist morgen, Zondag gaat zij uit! „Je mag gerust meegaan, Elly, als je er lust in hebt. Ik zal er wel iets op vinden." vNeen, dank u, tante Ida, uk wil daar liever niet naar toe." Zij trekt haar wenkbrauwen op en kijkt ernstig. „liet is veel beter dat je meegaat cn doet of 'er niets gebeurd is, dan komt er meteen een eind aan de gespannen verhouding." „Neen, ik kan niet, ik kan niell" En ik kan werkelijk niet. Het zou onuit staanbaar voor mij zijn om daar in «een hoek le zitten met al die wantrouwende, onvrien delijke menschen om mij heen. Ik zou zeker in tranen uitbarsten. Ik zou een schandaal maken en wegloopen. Zij keek mij bedroefd aan en gaat heen. Zij houdt er niets van dat men haar legenspreekt Maar in dit geval kan ik haar zin niet doen- Ja, niet omdat ik naar Hasselhacken zal gaan; daar ga ik toch nier heen. Dat te doen zou een soort woordbreuk en bedrog zijn. Maar in ieder geval Tante Ida is weg, en straks komt Edia met mijn middagmaal en daarna ben ik vrii den heelen, langen Zondagmiddag en kan ik doeD wat ik wil! Hasselhacken. O, dat dit nare woord mij steeds door het hoofd speelt! Ik wil er niet heengaan. Kom, ik «kan het mij immers hier ook wel gezellig maken I Hoe lang is het geleden dat ik eens een pretjei had behalve dat bal? In het saalf iaar dat ik hij Mevrouw Wennerstrand was. ben ik driemaal in den schouwburg geweest en drie of viermaal met dc kinderen op een kindervisite. Dat is alles. En het jaar toen papa buiten was, had ik nooit een pretje, maar zooveel te meer zorgen. 't Was gedaan met alle bals en al het uitgaan. Wij gingen nergens meer heen en niemand kwam bij ons. O, mijn lieve, kleine ponnyl Zal ik ooit weer rijdeg? En mijn mooie kamer en mijn mooie costuums! En onze feesten, de heer lijkste van de heele staid! En wat danste ik, allen wilden met mij dansen. Waarom nam ik Erik Wanner niet? Hij was wel erg magez. en een beetje komiek. Maar daar zou ik mis schien wel aan gewend zijn geworden. En clan was ik apothekers-vrouw cn kon ik schitterende diners geven. Het is eigenlijk toch dom om op de groote liefde te wachten. Dat overkomt er maar één op dc duizend. Meer dan twee jaar geleden sedert ik op 'n bal was. Meer dan twee jaar dat ik geviera en bewonderd werd, behalve dat gemaskerde bal, waar ik liever niet aan denken wil en dat heel onaangenaam was. Ja, ik wil er aan denken, want in ieder geval is dit de eenige keer geweest, dat ik werkelijk vroolijk was-, werkelijk opgewekt, werkelijk vrij! O, dat gruwelijke, afschuwelijke cu toch zalige gemaskerd bal! Ik wil aan jc denken, want jc bent het eenige lichtpunt in mijn levenI Ik wil weer naar een bal, ik wil niet levend begraven zijn in dit sombere huis, vel psalmgezang cn achterdochtige blikken. Ik wil niet opgevoed on verbeterd worden. O, hoe lang is het geleden dat ik woolijk en was! Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1