DE E EM LAN DER". 13d* Jaargang. Donderdag 30 Juli 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. ËLLY's BEPROEVING. N° 26 Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Oorlogsgerucht. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. a AMERSFOORTSCH DAG Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: JPejr 8 maanden voor Amersfoort f l.OO* Idem franco per post- 1.50* Por week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10» Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant ver&ohjjni dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertentie» en beriohten vóór 2 uur in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elko regel meer- 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De chauvinistisch© pers viert thans hare triomfen. Het zaad deer haar zoo lan^e ja ren uitgestrooid, brengt au rijke vrucht voort. Uit schier alle landen van Europa komen berichten over wat men noemt geestdriftige hetoogingent, welke steeds gepaard gaan met vijandige kreten tegen naburige staten. De afstraffing, welke het groote Oostenrijk aan het klcane Servië wil gaan toedienen, is het sem voor de Duitsehers om lucht te geven aan hun weinig vriendschappelijke ge voelens jegens Rusland; en in Frankrijk zveepen de Matin, i'Echo de Paris en andere zich op hun patnoüsme verhooigvaardiigende bladen hun lezers feller nog dan gewoonlijk tegen Duitachland op; on in Rutland wordt de publieke opinie met zwaatr gesühu-t te gen Oostenrijk opgehitst. Men zou zoo waar getooven, dat overal het lieve vaderland in gevaar was en de booze huurman minstens den ondergang van land en volk begeerde. E»n zoo hebben in alle hoofdsteden valsch- geestdtriltige relletjes plaats, gelukkig meest al door brooddronken jongelieden, die niet begrijpen wat zij doen en dus wel bitter wei nig indruk zullen maken op de iegoeringen, ■welke tot heden de uiterste bezadigdheid betrachten Toch zijn hot nu voor de vrienden van. den vrede dagen van spanning. Spijtig zien zij toe, hoe het onwijze geschrijf van cle chau vinistische pers en hot opgewonden geloei van het straatpubliek, aldoor meer brand hout opstapelt, zij het ook nat brandhout, dat niet licht ontvlammen zal. Lag het aan deze vaderlandsliefde-ver krachters. Europa stond reeds in vuur en vlam. Dankbaar moet echter geconstateerd wor den, dat van een anderen kant, waarvan men zulks niet .gewend is, onophoudelijk olie op de golven gegoten wordt. De sooiaai'-de- mocratie, die een niet meer te onderschat ten macht geworden is en in Dsuartschland stellig j der bevolking achter zadh heeft, wendt al haar invloed aan om de opgezweep te gemoederen tot bedaren te biengcn en dc krijgszuchtige manifestaties te neutrali- seeren. "Wij hopen en gelooven, dat die vredelie vende bezadigdheid der gouvernementen, dank zij misscliien de ontzettende wederzijd- sche bewapeningen, de invloed der sociaal democratie en der pacifistische beweging, en onze huidige civilisatie, welke den oorlog veroordeelt als barbaarscli en onmenschelijk, den kans op 'n wereldkrijjg vrijwel tot nfiü herleiden. Dat neemt intusschen niet wog, dat 'n oor log lussdien Oostenrijk en Servië al erg go noeg is. Nameloos wee brengt deze over het jonge BaJkanrijk, dat kort geledeal nog zoo veel krijgslauwercn plukte en op het hoogte punt van z'n roem misschien, wel wat over moedig werd. Nu zal het dë diepste vernede ring ondergaan en opnieuw de bloem zijner jongemannen meedoogenloos neergeveld zien. Moge Oostenrijk beseffen, dat het als reus tegen 'n dwerg ten strijde trekt. (Beschaafd Europa zal bedroefd, maar zonder partij te kiezen toezien zoo. de reus slechts 'n af straffing van den .1 buucman bedoelt. Maai' zoodra hij z'n numerieke meerderheid misbruikt 0111 'n kkdn volk te knauwen, zal hij dc sympathie verspelen van de geheele beschaafde wereld. Het gordijn is gehaald, de nionschenslach- trog gaat beginnen. Politiek Overzicht. Oe pogingen tot localiseering van den oorlog. Wederom is de oorlogstoestand ingetre den. Voor de derde maal in drie jaren tijds waart de oorlogsïokhel rond aan den Balkan. Reeds hebben de eerste oorlogshandelingen plaats gehad.. De spoorwegbrug, die de lion- gaarsche grensstad Scmlin verbindt met Bel grado, is door de Serven vernield en aan de Drina, de Bosnisch-Servische grensrivier, is het eerste bloed gevloeid in eeno ontmoe ting tusschen Servische vrijwilligeis en Oos- tenrijksche soldaten. Daarmee is aan de pogingen om tusschen Ooslenrijik en Seme te bemiddelen, voors hands een einde gemaakt. Men zal daar de gebeurtenissen, hun gang moeten laten gaan; de door Ooste nrij k-Hongarije verlangde afre kening met Servië moet hebben plaats gehad en daarin moet eene aekere beslissing zijn be reikt, voordat er sprake kan zijn van keL on dernemen met kans van slagen van eene nieu we poging tot bemiddeling tusschen de strij dende partijen. Op de localiseering van den strijd tusschen Oostenrijk en Servië is nu de volle aandacht gevestigd. Daarop wijst eene verklaring van de Westminster Gazette, welker nauwe be trekking met het Foreign Office bekend is, die de onmogelijkheid constateert om den oorlog tusschen Oostenrijk-Hongarije en Ser vië te verhinderen, maar daarop laat volgen: „Het kan echter geenszins onmogelijk zijn, Rusland te overtuigen, dat zijne belangen door het streven van Oostenrijk-Hongarije om zich voldoening van Servië te vei-schaf- fen, noch ter zijde gjesteld noch in gevaar ge bracht worden. Wanneer b.v. Oostenrijk- Hongarije de verzekering gal, dat het even min Servisch gebied zich wil Loc éigenen als de souvcreiüiteit van Servië wil vernietigen, en wanneer deze verzekering dcor de overi ge mogendheden bevestigd werd, dan moest dal voldoende zijn om Rusland's ongerustheid te doen bedaren en den indruk uit den weg te ruimen, dat het op Rusland's invloed is gemunt of dat door hel optreden van Oosten rijk-Hongarije Rusland's aanzien misscliien kan worden bedreigd. Het begin der vijan delijkheden tusschen Oostenrijk-Hongarije en een Balkanstaat is natuurlijk eene zeer ern stige zaak, want niemand vermag be zeggen welke terugwerking onder de naburige sta ten ea* uit zal kunnen voortkomen. Maar op de aangeduide grondslagen moet een behoorlijk uitzicht aanwezig zijn, om de uitbreiding van den strijd tot de groot» mogendheden te ver hinderen." Dat is het doel van de actie, die op initia tief van Sir Edward Grey is begonnen. Dit initiatief is overal roet sympathie begroet, al sluit dit niet uit kritiek op den vorm, waar in deze actie zich zal doen gelden. Die kritiek Is voornamelijk uit Berlijn gekomen. liet Duitsche standpunt wordt door den Berlijn- echen correspondent van de Frankf. Ztg. al dus gekenschetst, dat de Duitsche regecring het voorstel van Sir Edward Grey met ge paste aandacht heeft onderzocht, maar met het oog op den toestand niet onvoorwaarde lijk er in kan toestemmen. Het ingewikkelde apparaat van eene gezantenconferentie zal op het tegenwoordige tijdstip, nu de poli tieke gebeurtenissen tot snel handelen dwin gen, te langzaam werken om de moeielijk- heden uit den weg te ruimen. Zoozeer dus het initiatief van Sir Edward Grey dank ver dient, zoo meent toch de Duitsche regeering, dat de zaak des vredes door de reeds van kabinet tot kabinet met goeden uitslag be gonnen bomiddelingsactie beter zal worden gediend, te meer omdat ook dc diplomatieke onderhandelingen tusschen "Weenen en Pe tersburg nog voortduren. Men zou zeker het snelst tot het doel komen, als de mogendhe den te zamen of ieder voor zich hunne be moeiingen in Petersburg zouden aanvatten. De Duitsche regeering zal mot alle kabinet ten in verbinding blijven om dit dool te be reiken, dat niet is prijs gegeven en niet be hoeft te worden prijs gegeven, zoolang niet elke bemiddehngsarbeid voor good is mis lukt. Zoo ver zijn wij gelukkig nog niet. Men mag, op grond van deze modOdeelingen, aan nemen, dat de Duitsche regeering ijverig meedoet met de andere kabinetten om te zoe ken naar een vorm voor de door allen ge wen schte actie, die de .beste kans oplevert om in Petersburg eene goede uitwerking te hebben. Men zal nu wel spoedig vernemen welk succes die pogingen zullen hebben. Men behoeft den toestand niet als hopeloos te be schouwen, a:l is deze ernstig. De hoofdzaak is, dat er gezocht worcfit naar een weg om zich te verstaan en dat die weg zoo spoedig mo gelijk gevonden wordit. En waar een wil is, daar moet ook hier een weg zijn. Oe oorlog. De Oostenrijksohe [regeering heeft de Ser vische antwoordnnota bekend gemaakt, voor zien van kantteekeningen, die moeten dienen om daarop het licht te doen vallen, waarin Oostenrijk wensolit dat het süuk zal worden bezien. Als haar eindoordeel wordt te ken nen gegeven, dial het antwoord van Servië een kunstig opgesteld document is, dat onder den schijn van de grootste tegemoetkoming de voornaamsle eischen van Oostenrijk-Hon garije geheel buiten beschouwing laat en waaraan oprechte bedoelingen ontbreken. Er wordt bijgevoegd, dat de regeering van Oos tenrijk-Hongarije onder geene voorwaarden meer terug kaai „en dat hel onmogelijk is, dat de Haibsburgsclic monarchie thans nog tegen betaling van de inchihsatie'koslen door Servië en aönneminig zonder voorbehoud van hare eischen de actie zal 9laken. Ooste nrijk-Hon- garije zal nu nog geheel andere eisohen moe ten stéllen." De te Weenen verschijnende Südslarischc Korrespondenz bericht uit Belgrado, dat de Servische openbare meening tot het laatst aan eene vreedzame oplossing heeft geloofd. Ook int de conferentie van de leiders van alle partijen overwoog dc vreedzame opvatting. Toen de minister-president Pasics deze door hem bijeengeroepen conferentie, die Vrijdag avond plaats had, verbet, hicLd men den vrede voor gered. Op dat oogcnblik deed zich eene beweging gelden van Servische officie ren, <fie eene oorlogszuchtige wending wilden afdwingen om eene vervolging van de mili taire leden van de Niarodna Odhrana, wier schuld aan den moord van Serajowo bewe zen was, te verhinderen. Van die zijde werd in de stad het gerucht verspreid, dat Rusland reeds tegen de monarchie had (gemobiliseerd en dus een gewapend optreden van Oosten rijk-Hongarije uitgesloten was. Tegelijk ver spreidde het officieele persbureau een bericht uit Petersburg over een krachtigen stap van Rusland en Frankrijk in Weenen, terwijl de met de Narodna Odhrana in betrekking staande bladen berichtten, dat de Russische regeering van Servië de mobilisatie verlang de als antwoord op de eischen van Oosten- rijkHongarije. Terwijl men door bulletins deze geruchten in de stad het verspreiden, be gaf zich een groot aantal officieren op straat om de menigte toe le spreken. Het gelukte ook op die wijze de stemming van de bevol king kunstmatig op te winden, en er hadden betoogingen ten gunste van den Oorlog voor den konaik plaats, waaraan officieren en op ruiers deel namen. Budapest, 29 Juli. Miiiistei-presièent Tisza bracht aan het huis van afgevaardig den van den rijksdag het bericht van het in werking treden van. de uitzonderingswet. Hij wees op de geestdrift van alle volken zon der onderscheid. De geheele natie voert de opgedrongen strijd om de eer der natie en de vrede in de toekomst te verzekeren. Apponyi verklaarde namens die oppositie, dot de geheele natie volkomen eensgezind is in den strijd. Hij legde nadruk op liet ver trouwen van de natie in hare eigen kracht en op de hondstrouw. Daarna werd door een keizerlijken brief de zitting van het parlement verdaagd. Weenen, 29 Juli. Op grond van in lichtingen van welingelichte zijde berichten de bladen, dat .graaf Berchiold aan den En- gelschen ambassadeur verklaarde, dat Oos tenrijk-Hongarije voor de voorgestelde bemiddeling zeer dankbaar is en de goede bedoeling van Engeland ten volle weet te waardeereiL De voortzetting van de pogin gen tot vreedzame bijlegging van het conflict met Servië is echter niet meer mogelijk, om dat dc oorlogsverklaring reeds onderteekend was. Weenen, 29 Juli. Dc Serven hebben he den morgen om half twee de spoorwegbrug tusschen Semlin en Belgrado in de lucht laten vliegen. De artillerie besloot daarna in ver een iging met Doaiau-monilors dc Servisdhe stellingen aan gene zijde van de brug dn le ne men. De Serven trokken zich na een korten strijd terug. De verliezen van de Oostenrij kers zijn onbeduidend. Gasteren heeft eene kleine aidcoling pio niers, in vereeniging meff grenswachters, twee Servische stoomschepen met munitie en mij nen. bemachtigd. Na oen korten, hevigen strijd vermeesterden zij de scheepsbemanning, ofschoon zij grooler in gelul was, en stelde zich in het bezit van de schepon met lading, die zij door Donaustoomschcpcn liet weg- sleepen. Berlijn, 29 Juli. Het bevestigt zich, dat de czaar een telegram heeft gezonden aan den keizer. Dit telegram heeft een tele gram gekruist, dat de keizer zond aan dcu czaar. Weenen,28 Juli. De Wiener Allguraeine Zeitung schrijft op grond van inlichtingen y^ü bijzondcro zijde: Over de houding van Rus land is lol op dit oogcnblik niets bekend, liet! bericht, dat dc Russnsche regcering een mu- bilisatiebevel heeft uitgevaardigd, heeft tol dus ver geene bevestiging ontvangen. Wij en de overige mogendheden zijn door onze verte genwoordigers aan het Pelersbnrgsche hof volkomen ingelicht over dc gebeurtenissen in Rusland, voor zoover zij zich niet aan onze kennis onttrekken. Hel is echter onmogelijk eenige prognose le stellen. De politieke toe stand is heden van dien aard, dat het beeld zich in korten tijd kon verschuiven. Daarom gaat het niet aan, ook maar voor de eerst volgende dagen eenige bepaalde voorspelling te doen. oorloopig 'beweegt zich het verkeer tusschen Rusland en Oostenrijk op de gewone vriendschappelijke basis. Weenen, 29 Juli. Tot dusver is er noch eene interventie noch een bepaalde diploma- tieken stap door Rusland geschied. De geruchten, dat Rusland eene onzijdig- verklaring in den oorlog tusschen Oostenrijk en Servië zal afleggen, wanneer Oostenrijk- Hongarije zich verbindt niet naar gebiedsuit breiding te streven, missen volgens het Neue Wiener Tageblall eiken grond, omdat Oosten rijk-Hongarije bij herhaling heeft verklaard, dat het volstrekt niet streeft naar gebiedsuit breiding. Parijs, 29 Juli. De Temps'bericht ui! Petersburg, dat om half een de Russische re-* geering de officieele kennisgeving heeft ont vangen, dat Oostenrijk de onschendbaarheid van het Servische gebied zal eerbiedigen eu zelfs zich wenscht te onthouden van de bea ting van Belgrado. Weenen, 2 9 Juli. Het Fremdenblatt constateert tegenover de veelvuldige beschouw wingen in de internationale pers, die lol the ma hebben, dat aan do zaak des vredes een groote diienst zou zijn bewezen wanneet Oosn tenrijk aaii Servië een langeren termijü; had gegund voor de beantwoording van zijné nota, dat Servië drie termijnen heeft lalcj v. rslrij-r ken zonder ze te gebruiken: 1. van der \oord van Serajewo tot aan dc overhandig ng van de nota; 2. den tormijn van 48 uren 1 .teant- woording van de nota; 3. van het afbreken dor betrekkingen tot de oorlogsverklaring. Oostenrijk-Hongarije heeft dus aan Servië bij herhaling gelegenheid gegeven den vrede to redden. Saloniki29 Juli. De algemeene mobi lisatie in Oud-Servië is geëindigd, in l'ieuw- Servië bcgiut de mobilisatie. Geheel Servië verkeert in staal van beleg, Dc divisie van Monastir is naar Istip vertrokken, em de Geen harte wond is zoo diep, dat zij niet genezen kan, maar geen ook zoo gering of zij laat een litleeken na. Roman uit het Zweedsch door A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 14 Daar gaat de bell Als tante Ida maar niet wakker wordt! Maar het was een zwakke schel alsof een bedelaar haar in beweging bracht En de deur naar haar kamer en naar de zaal zijn beide dicht. Het was goed dat ik mijn nieuw costuum uit trok; weg er mee, in de garderobe. Gaat de bel weer? ik zal spoedig open doen. „Wat, ben jij het, Sven? Heb je vacantie dat je op dezen tijd van den dag koait?" Wal ziet hij er vreeimd uit, alsof hij van nacht niet' geslapen heeft. Heeift hij te veel gedronken, misschien gespeld? Ik word angstig. „Wil je niet 'binnen komen?" Hij ziet zoo angstig en wonderlijk om zich heen en blijft pal op dezelfde plaats staan. „Is Edla in de keuken?" „Neen, zij is uitgegaan." „En juffrouw Arend'?" •Zij H liet is of hij zich verruimd gevoelt Maar waarom wil hij niemand zien? „Sven, Sven, is er iets gebeurd? Kom bin nen en zeg het." „Neen, het is beter dat ik hier blijf. Ja, Elly, er is iets gebeurd. Het is.... Ik weet niet hoe ik het je zeggen zal!" Hij steekt zijn vingers tusschen zijn boord alsof hij atikken zal. ik ben zoo angstig...i.. ofschoon ik zijn arm grijp, zwijgt hij nog. Hij rilt en beeft. „Is papa ziekdood?" Hij schudt het hoofd. „Wat is er dan? wat is er dan? wat is er dan?" Iiij staart mij aan. Nooit heb ik zulk een vreeseüjken blik meer gezien. Vertwijfeling, wanhoop. „Heb je geld, Eliy?*- „Vijf kronen." „Niet genoeg. Heb je niet lets van waarde, mama's broche „O Sven, ik heb haar verkocht, ik had..!" „Och, het doet er niet toe, het zou toch niet genoeg zijn. Ik moet twee honderd kranen hebben en wel dadelijk, binnen een uur." Ik voel iets verschrikkelijks over mij ko men. Ik durf geen vragen meer doen, maar de angst laat zich het zwijgen niet opleggen. „Svenl Sven...J „Ik heb zaken metnu, dat doet er niet toe met wien. En hij zou mij vandaag geld zenden. Hij weet dat zijn eigen eer er even goed mee gemoeid is als de raijne. Maar er is zeker oponthoud geweest, misschien de post, want ik heb niets ontvangen. Het zal natuurlijk later op den dag wel komen, maar 11 an is het te laat. Ik heb alles bij elkaar ge scharreld wat ik bezat Ik lieb geleend van een vriend, maar er ontbreken nog twee honderd kronen, en de wissel moet vóór twee uur betaald worden, anders is het uit met mij." „Vraag hun te w achten. Slechts tot morgen. Smeek hen, smeek hen!" „.Vlies is reeds beproefd." Do zakdoek, waarmee hij zich het gelaat afdroogt, is nat van zweet. Hij steunt zich legen den muur alsof hij nauwelijks staan kan. Maar wat zullen zij dan doen? Kan hij niet antwoorden? Kan hij niet op houden om met zijn zakdoek langs zijn ge zicht te strijken? Ik houd het niet Janger uit, ik moet het weten. „Zeg dan toch, wat zullen ze je doen? „Het ergste. De wissel is valsch." Ik weet dat ik hem goed versta, ik weet dat het waar is. Ik behoef hem niet meer te vragen. Maar verder begrijp ik niets. Ik be grijp den armzaligen stumper niet, die daar slaat met trillende lippen en dwalende, ver schrikte oogen. Hoe kan hij mijn broer zijn? Het is of er nooit een band tusschen ons bestaan heeft. Hij is mij vreemd, hij boezemt mij afschuw in. „Elly, help mij! Bedenk iels!" Hem helpen? Ik weet niet of lk het zou willen, al kon ik. Ik ben volkomen hard en gevoelloos. Het treft mij- niet in het minst dat hij mij smeekt met betraande oogen. Een man, di© huilt en wil dat een meisje hem hel pen zal! „Kan je Juffrouw Arendt niet vragen het mij te leenen?" „Tante Ida is ziek. Zij moet kalm gehou den worden en bovendien heeft zij zooveel geld met in huis. Het zou meer dan een uur duren om alles 1e verklaren, haar te bewe gen om liet geld te laten halen." Ik spreek koel ©n hij vindt mij hard. Hij smeekt mij niet meer. Hij heft zijn gelaat op. „Nu, dan staat het morgen in alle kranten te lezen dat Sven Nerbeck een wissel \cr- valscht heeft." „De vervalscher Sven Nerbeck!" Neen, nu ben ik niet gevoelloost Wat hij zegt heeft een uitwerking als een brandmerk. Alle menschen zullen lezen over Sven Nerbeck, die een wis sel vervalscht heeft, de dief. Sven Nerbeck hij zal het ook lezen, die mij zei dat ik wel kom zou zijn, hij, die zich verheugde op den zomer. lederen keer als hij mij ziet, zal hij er aan denken dat ik de zuster ben van den dief, Sven Nerbeck, dan zal hij zich herinne ren vvaA tante Ida hem van mij verteld heeft, want natuurlijk heeft zij het hem verteld van het bal en de lichtzinnige vriendinnen; dat ik gezegd heb dat ik graag met heeren praat. En hij denkt aan mijn familie, dat wij allen van één soort zijn, Sven en ik, dat wij het allebei zoo nauw niet nemen. Ik ben de zuster van den dief Nerbeck. Ik ben gebrandmerkt, gebrandmerkt! „Elly Hu, hij sluipt naar mij toe als een wild dier. „Elly, kan je hier niets vinden, dat lk voor één dag kam leenen?" „Leenen?" ^Ja, iets dat niemand zou missen als het slechts één dag weg was." „Je bent gek, ga heen!" Maar hij gaat niet. Hij komt nog dichteT naar mij toe. Raakt hij mij aan, dan sla ik. „Kan je niet aan zoo iets komen? Hier is zilver en goud. Morgen staat het weer op zijn plaats. Zeker, je kunt er op aan, zoo zekér als ik hier voor je sla. En dan is er geen Sven Nerbeck die een wissel vervalscht heeft." Ja, dat spreekt. In dat geval zou er geen Sven Nerbeck zijn die een wissel vervalscht heeft. Dan zou al dat afschuwelijke, dat mij doet stikken, op eens weg zijn. Het zou wor den als een spook, dat niets met dc werkelijk heid te maken heeft. Ik zou dezen zomer kun nen genieten. Niemand dio mij zag, zou dan. van mij zeggen: „de zuster van een dief, van een vervalscher." lk heb volstrekt geen mede lijden met hem, zooals hij daar staat. Het is het spel en zijn vroolijk leventje, dat hem er toe gebracht heelt. Maar ik, die onschuldig ben, ik zou mijn licelc leven bederven door zijn schuld, leder zou mij met wantrouwen aanzien, hoe wel ik geen kwaad had gedaan, lk heb slechts medelijden met mijzelve. „Elly....!" Tante Ida's sleutels zijn in mijn zak. Zij is le ziek om ergens voor le zorgen, en Edla heeft ze niet noodig. Ik zou misschien niemand kan het ontdekken. Hel zilver wordt nooit gebruikt. „Edla is er niet, en juffrouw Arendt slaapt." Hij trekt mij mee, hij wil mij lot een die vegge maken. „Het wordt te iaat! Haast je, Elly, haast je!" „Sven Neen, ik kan niet. Ik wil niet cn toch moet ik. „Sven,*als het morgen niet terug is, dan.... dan ik bezweer het je dan zulltn wij elkarr nooit meer ontmoeten." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1