DE E EM LAN DER".
13d* Jaargang.
Donderdag 30 Juli 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ËLLY's BEPROEVING.
N° 26
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Oorlogsgerucht.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
a
AMERSFOORTSCH DAG
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
JPejr 8 maanden voor Amersfoort f l.OO*
Idem franco per post- 1.50*
Por week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10»
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant ver&ohjjni dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertentie» en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.50.
Elko regel meer- 0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
De chauvinistisch© pers viert thans hare
triomfen. Het zaad deer haar zoo lan^e ja
ren uitgestrooid, brengt au rijke vrucht voort.
Uit schier alle landen van Europa komen
berichten over wat men noemt geestdriftige
hetoogingent, welke steeds gepaard gaan met
vijandige kreten tegen naburige staten.
De afstraffing, welke het groote Oostenrijk
aan het klcane Servië wil gaan toedienen,
is het sem voor de Duitsehers om lucht te
geven aan hun weinig vriendschappelijke ge
voelens jegens Rusland; en in Frankrijk
zveepen de Matin, i'Echo de Paris en andere
zich op hun patnoüsme verhooigvaardiigende
bladen hun lezers feller nog dan gewoonlijk
tegen Duitachland op; on in Rutland wordt
de publieke opinie met zwaatr gesühu-t te
gen Oostenrijk opgehitst.
Men zou zoo waar getooven, dat overal
het lieve vaderland in gevaar was en de
booze huurman minstens den ondergang van
land en volk begeerde.
E»n zoo hebben in alle hoofdsteden valsch-
geestdtriltige relletjes plaats, gelukkig meest
al door brooddronken jongelieden, die niet
begrijpen wat zij doen en dus wel bitter wei
nig indruk zullen maken op de iegoeringen,
■welke tot heden de uiterste bezadigdheid
betrachten
Toch zijn hot nu voor de vrienden van. den
vrede dagen van spanning. Spijtig zien zij
toe, hoe het onwijze geschrijf van cle chau
vinistische pers en hot opgewonden geloei
van het straatpubliek, aldoor meer brand
hout opstapelt, zij het ook nat brandhout,
dat niet licht ontvlammen zal.
Lag het aan deze vaderlandsliefde-ver
krachters. Europa stond reeds in vuur en
vlam.
Dankbaar moet echter geconstateerd wor
den, dat van een anderen kant, waarvan
men zulks niet .gewend is, onophoudelijk olie
op de golven gegoten wordt. De sooiaai'-de-
mocratie, die een niet meer te onderschat
ten macht geworden is en in Dsuartschland
stellig j der bevolking achter zadh heeft,
wendt al haar invloed aan om de opgezweep
te gemoederen tot bedaren te biengcn en
dc krijgszuchtige manifestaties te neutrali-
seeren.
"Wij hopen en gelooven, dat die vredelie
vende bezadigdheid der gouvernementen,
dank zij misscliien de ontzettende wederzijd-
sche bewapeningen, de invloed der sociaal
democratie en der pacifistische beweging, en
onze huidige civilisatie, welke den oorlog
veroordeelt als barbaarscli en onmenschelijk,
den kans op 'n wereldkrijjg vrijwel tot nfiü
herleiden.
Dat neemt intusschen niet wog, dat 'n oor
log lussdien Oostenrijk en Servië al erg go
noeg is. Nameloos wee brengt deze over het
jonge BaJkanrijk, dat kort geledeal nog zoo
veel krijgslauwercn plukte en op het hoogte
punt van z'n roem misschien, wel wat over
moedig werd. Nu zal het dë diepste vernede
ring ondergaan en opnieuw de bloem zijner
jongemannen meedoogenloos neergeveld zien.
Moge Oostenrijk beseffen, dat het als reus
tegen 'n dwerg ten strijde trekt. (Beschaafd
Europa zal bedroefd, maar zonder partij te
kiezen toezien zoo. de reus slechts 'n af
straffing van den .1 buucman bedoelt.
Maai' zoodra hij z'n numerieke meerderheid
misbruikt 0111 'n kkdn volk te knauwen, zal
hij dc sympathie verspelen van de geheele
beschaafde wereld.
Het gordijn is gehaald, de nionschenslach-
trog gaat beginnen.
Politiek Overzicht.
Oe pogingen tot localiseering
van den oorlog.
Wederom is de oorlogstoestand ingetre
den. Voor de derde maal in drie jaren tijds
waart de oorlogsïokhel rond aan den Balkan.
Reeds hebben de eerste oorlogshandelingen
plaats gehad.. De spoorwegbrug, die de lion-
gaarsche grensstad Scmlin verbindt met Bel
grado, is door de Serven vernield en aan de
Drina, de Bosnisch-Servische grensrivier, is
het eerste bloed gevloeid in eeno ontmoe
ting tusschen Servische vrijwilligeis en Oos-
tenrijksche soldaten.
Daarmee is aan de pogingen om tusschen
Ooslenrijik en Seme te bemiddelen, voors
hands een einde gemaakt. Men zal daar de
gebeurtenissen, hun gang moeten laten gaan;
de door Ooste nrij k-Hongarije verlangde afre
kening met Servië moet hebben plaats gehad
en daarin moet eene aekere beslissing zijn be
reikt, voordat er sprake kan zijn van keL on
dernemen met kans van slagen van eene nieu
we poging tot bemiddeling tusschen de strij
dende partijen.
Op de localiseering van den strijd tusschen
Oostenrijk en Servië is nu de volle aandacht
gevestigd. Daarop wijst eene verklaring van
de Westminster Gazette, welker nauwe be
trekking met het Foreign Office bekend is,
die de onmogelijkheid constateert om den
oorlog tusschen Oostenrijk-Hongarije en Ser
vië te verhinderen, maar daarop laat volgen:
„Het kan echter geenszins onmogelijk zijn,
Rusland te overtuigen, dat zijne belangen
door het streven van Oostenrijk-Hongarije
om zich voldoening van Servië te vei-schaf-
fen, noch ter zijde gjesteld noch in gevaar ge
bracht worden. Wanneer b.v. Oostenrijk-
Hongarije de verzekering gal, dat het even
min Servisch gebied zich wil Loc éigenen als
de souvcreiüiteit van Servië wil vernietigen,
en wanneer deze verzekering dcor de overi
ge mogendheden bevestigd werd, dan moest
dal voldoende zijn om Rusland's ongerustheid
te doen bedaren en den indruk uit den weg
te ruimen, dat het op Rusland's invloed is
gemunt of dat door hel optreden van Oosten
rijk-Hongarije Rusland's aanzien misscliien
kan worden bedreigd. Het begin der vijan
delijkheden tusschen Oostenrijk-Hongarije en
een Balkanstaat is natuurlijk eene zeer ern
stige zaak, want niemand vermag be zeggen
welke terugwerking onder de naburige sta
ten ea* uit zal kunnen voortkomen. Maar op de
aangeduide grondslagen moet een behoorlijk
uitzicht aanwezig zijn, om de uitbreiding van
den strijd tot de groot» mogendheden te ver
hinderen."
Dat is het doel van de actie, die op initia
tief van Sir Edward Grey is begonnen. Dit
initiatief is overal roet sympathie begroet, al
sluit dit niet uit kritiek op den vorm, waar
in deze actie zich zal doen gelden. Die kritiek
Is voornamelijk uit Berlijn gekomen. liet
Duitsche standpunt wordt door den Berlijn-
echen correspondent van de Frankf. Ztg. al
dus gekenschetst, dat de Duitsche regecring
het voorstel van Sir Edward Grey met ge
paste aandacht heeft onderzocht, maar met
het oog op den toestand niet onvoorwaarde
lijk er in kan toestemmen. Het ingewikkelde
apparaat van eene gezantenconferentie zal
op het tegenwoordige tijdstip, nu de poli
tieke gebeurtenissen tot snel handelen dwin
gen, te langzaam werken om de moeielijk-
heden uit den weg te ruimen. Zoozeer dus
het initiatief van Sir Edward Grey dank ver
dient, zoo meent toch de Duitsche regeering,
dat de zaak des vredes door de reeds van
kabinet tot kabinet met goeden uitslag be
gonnen bomiddelingsactie beter zal worden
gediend, te meer omdat ook dc diplomatieke
onderhandelingen tusschen "Weenen en Pe
tersburg nog voortduren. Men zou zeker het
snelst tot het doel komen, als de mogendhe
den te zamen of ieder voor zich hunne be
moeiingen in Petersburg zouden aanvatten.
De Duitsche regeering zal mot alle kabinet
ten in verbinding blijven om dit dool te be
reiken, dat niet is prijs gegeven en niet be
hoeft te worden prijs gegeven, zoolang niet
elke bemiddehngsarbeid voor good is mis
lukt.
Zoo ver zijn wij gelukkig nog niet. Men
mag, op grond van deze modOdeelingen, aan
nemen, dat de Duitsche regeering ijverig
meedoet met de andere kabinetten om te zoe
ken naar een vorm voor de door allen ge
wen schte actie, die de .beste kans oplevert
om in Petersburg eene goede uitwerking te
hebben. Men zal nu wel spoedig vernemen
welk succes die pogingen zullen hebben. Men
behoeft den toestand niet als hopeloos te be
schouwen, a:l is deze ernstig. De hoofdzaak
is, dat er gezocht worcfit naar een weg om zich
te verstaan en dat die weg zoo spoedig mo
gelijk gevonden wordit. En waar een wil is,
daar moet ook hier een weg zijn.
Oe oorlog.
De Oostenrijksohe [regeering heeft de Ser
vische antwoordnnota bekend gemaakt, voor
zien van kantteekeningen, die moeten dienen
om daarop het licht te doen vallen, waarin
Oostenrijk wensolit dat het süuk zal worden
bezien. Als haar eindoordeel wordt te ken
nen gegeven, dial het antwoord van Servië
een kunstig opgesteld document is, dat onder
den schijn van de grootste tegemoetkoming
de voornaamsle eischen van Oostenrijk-Hon
garije geheel buiten beschouwing laat en
waaraan oprechte bedoelingen ontbreken. Er
wordt bijgevoegd, dat de regeering van Oos
tenrijk-Hongarije onder geene voorwaarden
meer terug kaai „en dat hel onmogelijk is, dat
de Haibsburgsclic monarchie thans nog tegen
betaling van de inchihsatie'koslen door Servië
en aönneminig zonder voorbehoud van hare
eischen de actie zal 9laken. Ooste nrijk-Hon-
garije zal nu nog geheel andere eisohen moe
ten stéllen."
De te Weenen verschijnende Südslarischc
Korrespondenz bericht uit Belgrado, dat de
Servische openbare meening tot het laatst
aan eene vreedzame oplossing heeft geloofd.
Ook int de conferentie van de leiders van alle
partijen overwoog dc vreedzame opvatting.
Toen de minister-president Pasics deze door
hem bijeengeroepen conferentie, die Vrijdag
avond plaats had, verbet, hicLd men den
vrede voor gered. Op dat oogcnblik deed zich
eene beweging gelden van Servische officie
ren, <fie eene oorlogszuchtige wending wilden
afdwingen om eene vervolging van de mili
taire leden van de Niarodna Odhrana, wier
schuld aan den moord van Serajowo bewe
zen was, te verhinderen. Van die zijde werd
in de stad het gerucht verspreid, dat Rusland
reeds tegen de monarchie had (gemobiliseerd
en dus een gewapend optreden van Oosten
rijk-Hongarije uitgesloten was. Tegelijk ver
spreidde het officieele persbureau een bericht
uit Petersburg over een krachtigen stap van
Rusland en Frankrijk in Weenen, terwijl de
met de Narodna Odhrana in betrekking
staande bladen berichtten, dat de Russische
regeering van Servië de mobilisatie verlang
de als antwoord op de eischen van Oosten-
rijkHongarije. Terwijl men door bulletins
deze geruchten in de stad het verspreiden, be
gaf zich een groot aantal officieren op straat
om de menigte toe le spreken. Het gelukte
ook op die wijze de stemming van de bevol
king kunstmatig op te winden, en er hadden
betoogingen ten gunste van den Oorlog voor
den konaik plaats, waaraan officieren en op
ruiers deel namen.
Budapest, 29 Juli. Miiiistei-presièent
Tisza bracht aan het huis van afgevaardig
den van den rijksdag het bericht van het in
werking treden van. de uitzonderingswet. Hij
wees op de geestdrift van alle volken zon
der onderscheid. De geheele natie voert de
opgedrongen strijd om de eer der natie en de
vrede in de toekomst te verzekeren.
Apponyi verklaarde namens die oppositie,
dot de geheele natie volkomen eensgezind is
in den strijd. Hij legde nadruk op liet ver
trouwen van de natie in hare eigen kracht
en op de hondstrouw.
Daarna werd door een keizerlijken brief
de zitting van het parlement verdaagd.
Weenen, 29 Juli. Op grond van in
lichtingen van welingelichte zijde berichten
de bladen, dat .graaf Berchiold aan den En-
gelschen ambassadeur verklaarde, dat Oos
tenrijk-Hongarije voor de voorgestelde
bemiddeling zeer dankbaar is en de goede
bedoeling van Engeland ten volle weet te
waardeereiL De voortzetting van de pogin
gen tot vreedzame bijlegging van het conflict
met Servië is echter niet meer mogelijk, om
dat dc oorlogsverklaring reeds onderteekend
was.
Weenen, 29 Juli. Dc Serven hebben he
den morgen om half twee de spoorwegbrug
tusschen Semlin en Belgrado in de lucht laten
vliegen. De artillerie besloot daarna in ver
een iging met Doaiau-monilors dc Servisdhe
stellingen aan gene zijde van de brug dn le ne
men. De Serven trokken zich na een korten
strijd terug. De verliezen van de Oostenrij
kers zijn onbeduidend.
Gasteren heeft eene kleine aidcoling pio
niers, in vereeniging meff grenswachters, twee
Servische stoomschepen met munitie en mij
nen. bemachtigd. Na oen korten, hevigen
strijd vermeesterden zij de scheepsbemanning,
ofschoon zij grooler in gelul was, en stelde
zich in het bezit van de schepon met lading,
die zij door Donaustoomschcpcn liet weg-
sleepen.
Berlijn, 29 Juli. Het bevestigt zich,
dat de czaar een telegram heeft gezonden
aan den keizer. Dit telegram heeft een tele
gram gekruist, dat de keizer zond aan dcu
czaar.
Weenen,28 Juli. De Wiener Allguraeine
Zeitung schrijft op grond van inlichtingen y^ü
bijzondcro zijde: Over de houding van Rus
land is lol op dit oogcnblik niets bekend, liet!
bericht, dat dc Russnsche regcering een mu-
bilisatiebevel heeft uitgevaardigd, heeft tol dus
ver geene bevestiging ontvangen. Wij en de
overige mogendheden zijn door onze verte
genwoordigers aan het Pelersbnrgsche hof
volkomen ingelicht over dc gebeurtenissen in
Rusland, voor zoover zij zich niet aan onze
kennis onttrekken. Hel is echter onmogelijk
eenige prognose le stellen. De politieke toe
stand is heden van dien aard, dat het beeld
zich in korten tijd kon verschuiven. Daarom
gaat het niet aan, ook maar voor de eerst
volgende dagen eenige bepaalde voorspelling
te doen. oorloopig 'beweegt zich het verkeer
tusschen Rusland en Oostenrijk op de gewone
vriendschappelijke basis.
Weenen, 29 Juli. Tot dusver is er noch
eene interventie noch een bepaalde diploma-
tieken stap door Rusland geschied.
De geruchten, dat Rusland eene onzijdig-
verklaring in den oorlog tusschen Oostenrijk
en Servië zal afleggen, wanneer Oostenrijk-
Hongarije zich verbindt niet naar gebiedsuit
breiding te streven, missen volgens het Neue
Wiener Tageblall eiken grond, omdat Oosten
rijk-Hongarije bij herhaling heeft verklaard,
dat het volstrekt niet streeft naar gebiedsuit
breiding.
Parijs, 29 Juli. De Temps'bericht ui!
Petersburg, dat om half een de Russische re-*
geering de officieele kennisgeving heeft ont
vangen, dat Oostenrijk de onschendbaarheid
van het Servische gebied zal eerbiedigen eu
zelfs zich wenscht te onthouden van de bea
ting van Belgrado.
Weenen, 2 9 Juli. Het Fremdenblatt
constateert tegenover de veelvuldige beschouw
wingen in de internationale pers, die lol the
ma hebben, dat aan do zaak des vredes een
groote diienst zou zijn bewezen wanneet Oosn
tenrijk aaii Servië een langeren termijü; had
gegund voor de beantwoording van zijné nota,
dat Servië drie termijnen heeft lalcj v. rslrij-r
ken zonder ze te gebruiken: 1. van der \oord
van Serajewo tot aan dc overhandig ng van
de nota; 2. den tormijn van 48 uren 1 .teant-
woording van de nota; 3. van het afbreken
dor betrekkingen tot de oorlogsverklaring.
Oostenrijk-Hongarije heeft dus aan Servië bij
herhaling gelegenheid gegeven den vrede to
redden.
Saloniki29 Juli. De algemeene mobi
lisatie in Oud-Servië is geëindigd, in l'ieuw-
Servië bcgiut de mobilisatie. Geheel Servië
verkeert in staal van beleg, Dc divisie van
Monastir is naar Istip vertrokken, em de
Geen harte wond is zoo diep, dat zij niet
genezen kan, maar geen ook zoo gering of
zij laat een litleeken na.
Roman uit het Zweedsch door
A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
14
Daar gaat de bell
Als tante Ida maar niet wakker wordt!
Maar het was een zwakke schel alsof een
bedelaar haar in beweging bracht En de
deur naar haar kamer en naar de zaal zijn
beide dicht.
Het was goed dat ik mijn nieuw costuum uit
trok; weg er mee, in de garderobe. Gaat de
bel weer? ik zal spoedig open doen.
„Wat, ben jij het, Sven? Heb je vacantie
dat je op dezen tijd van den dag koait?"
Wal ziet hij er vreeimd uit, alsof hij van
nacht niet' geslapen heeft. Heeift hij te veel
gedronken, misschien gespeld? Ik word
angstig.
„Wil je niet 'binnen komen?"
Hij ziet zoo angstig en wonderlijk om zich
heen en blijft pal op dezelfde plaats staan.
„Is Edla in de keuken?"
„Neen, zij is uitgegaan."
„En juffrouw Arend'?"
•Zij H
liet is of hij zich verruimd gevoelt Maar
waarom wil hij niemand zien?
„Sven, Sven, is er iets gebeurd? Kom bin
nen en zeg het."
„Neen, het is beter dat ik hier blijf. Ja,
Elly, er is iets gebeurd. Het is.... Ik weet
niet hoe ik het je zeggen zal!"
Hij steekt zijn vingers tusschen zijn boord
alsof hij atikken zal.
ik ben zoo angstig...i.. ofschoon ik zijn
arm grijp, zwijgt hij nog.
Hij rilt en beeft.
„Is papa ziekdood?"
Hij schudt het hoofd.
„Wat is er dan? wat is er dan? wat is
er dan?"
Iiij staart mij aan. Nooit heb ik zulk een
vreeseüjken blik meer gezien. Vertwijfeling,
wanhoop.
„Heb je geld, Eliy?*-
„Vijf kronen."
„Niet genoeg. Heb je niet lets van waarde,
mama's broche
„O Sven, ik heb haar verkocht, ik had..!"
„Och, het doet er niet toe, het zou toch niet
genoeg zijn. Ik moet twee honderd kranen
hebben en wel dadelijk, binnen een uur."
Ik voel iets verschrikkelijks over mij ko
men. Ik durf geen vragen meer doen, maar de
angst laat zich het zwijgen niet opleggen.
„Svenl Sven...J
„Ik heb zaken metnu, dat doet er niet
toe met wien. En hij zou mij vandaag geld
zenden. Hij weet dat zijn eigen eer er even
goed mee gemoeid is als de raijne. Maar er
is zeker oponthoud geweest, misschien de
post, want ik heb niets ontvangen. Het zal
natuurlijk later op den dag wel komen, maar
11 an is het te laat. Ik heb alles bij elkaar ge
scharreld wat ik bezat Ik lieb geleend van
een vriend, maar er ontbreken nog twee
honderd kronen, en de wissel moet vóór twee
uur betaald worden, anders is het uit met
mij."
„Vraag hun te w achten. Slechts tot morgen.
Smeek hen, smeek hen!"
„.Vlies is reeds beproefd."
Do zakdoek, waarmee hij zich het gelaat
afdroogt, is nat van zweet. Hij steunt zich
legen den muur alsof hij nauwelijks staan kan.
Maar wat zullen zij dan doen?
Kan hij niet antwoorden? Kan hij niet op
houden om met zijn zakdoek langs zijn ge
zicht te strijken? Ik houd het niet Janger uit,
ik moet het weten.
„Zeg dan toch, wat zullen ze je doen?
„Het ergste. De wissel is valsch."
Ik weet dat ik hem goed versta, ik weet
dat het waar is. Ik behoef hem niet meer te
vragen. Maar verder begrijp ik niets. Ik be
grijp den armzaligen stumper niet, die daar
slaat met trillende lippen en dwalende, ver
schrikte oogen. Hoe kan hij mijn broer zijn?
Het is of er nooit een band tusschen ons
bestaan heeft. Hij is mij vreemd, hij boezemt
mij afschuw in.
„Elly, help mij! Bedenk iels!"
Hem helpen? Ik weet niet of lk het zou
willen, al kon ik. Ik ben volkomen hard en
gevoelloos. Het treft mij- niet in het minst
dat hij mij smeekt met betraande oogen. Een
man, di© huilt en wil dat een meisje hem hel
pen zal!
„Kan je Juffrouw Arendt niet vragen het
mij te leenen?"
„Tante Ida is ziek. Zij moet kalm gehou
den worden en bovendien heeft zij zooveel
geld met in huis. Het zou meer dan een uur
duren om alles 1e verklaren, haar te bewe
gen om liet geld te laten halen."
Ik spreek koel ©n hij vindt mij hard. Hij
smeekt mij niet meer.
Hij heft zijn gelaat op.
„Nu, dan staat het morgen in alle kranten
te lezen dat Sven Nerbeck een wissel \cr-
valscht heeft."
„De vervalscher Sven Nerbeck!" Neen, nu
ben ik niet gevoelloost Wat hij zegt heeft een
uitwerking als een brandmerk. Alle menschen
zullen lezen over Sven Nerbeck, die een wis
sel vervalscht heeft, de dief. Sven Nerbeck
hij zal het ook lezen, die mij zei dat ik wel
kom zou zijn, hij, die zich verheugde op den
zomer. lederen keer als hij mij ziet, zal hij er
aan denken dat ik de zuster ben van den
dief, Sven Nerbeck, dan zal hij zich herinne
ren vvaA tante Ida hem van mij verteld heeft,
want natuurlijk heeft zij het hem verteld
van het bal en de lichtzinnige vriendinnen;
dat ik gezegd heb dat ik graag met heeren
praat. En hij denkt aan mijn familie, dat wij
allen van één soort zijn, Sven en ik, dat wij
het allebei zoo nauw niet nemen.
Ik ben de zuster van den dief Nerbeck. Ik
ben gebrandmerkt, gebrandmerkt!
„Elly
Hu, hij sluipt naar mij toe als een wild
dier.
„Elly, kan je hier niets vinden, dat lk voor
één dag kam leenen?"
„Leenen?"
^Ja, iets dat niemand zou missen als het
slechts één dag weg was."
„Je bent gek, ga heen!"
Maar hij gaat niet. Hij komt nog dichteT
naar mij toe. Raakt hij mij aan, dan sla ik.
„Kan je niet aan zoo iets komen? Hier is
zilver en goud. Morgen staat het weer op zijn
plaats. Zeker, je kunt er op aan, zoo zekér als
ik hier voor je sla. En dan is er geen Sven
Nerbeck die een wissel vervalscht heeft."
Ja, dat spreekt. In dat geval zou er geen
Sven Nerbeck zijn die een wissel vervalscht
heeft. Dan zou al dat afschuwelijke, dat mij
doet stikken, op eens weg zijn. Het zou wor
den als een spook, dat niets met dc werkelijk
heid te maken heeft. Ik zou dezen zomer kun
nen genieten. Niemand dio mij zag, zou dan.
van mij zeggen: „de zuster van een dief, van
een vervalscher." lk heb volstrekt geen mede
lijden met hem, zooals hij daar staat. Het is het
spel en zijn vroolijk leventje, dat hem er toe
gebracht heelt. Maar ik, die onschuldig ben, ik
zou mijn licelc leven bederven door zijn schuld,
leder zou mij met wantrouwen aanzien, hoe
wel ik geen kwaad had gedaan, lk heb slechts
medelijden met mijzelve.
„Elly....!"
Tante Ida's sleutels zijn in mijn zak. Zij is
le ziek om ergens voor le zorgen, en Edla
heeft ze niet noodig. Ik zou misschien
niemand kan het ontdekken. Hel zilver wordt
nooit gebruikt.
„Edla is er niet, en juffrouw Arendt slaapt."
Hij trekt mij mee, hij wil mij lot een die
vegge maken.
„Het wordt te iaat! Haast je, Elly, haast je!"
„Sven
Neen, ik kan niet. Ik wil niet cn toch
moet ik.
„Sven,*als het morgen niet terug is, dan....
dan ik bezweer het je dan zulltn wij
elkarr nooit meer ontmoeten."
Wordt vervolgd