N° 32
DE E EM LAN DER".
Por 8 maanden voor Amersfoort i» f l.OO*
Donderdag 6 Augustus 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
tLLÏs BEPROEVING.
IS1- Jaargang.
He ofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.l O,
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën geilere men liefst vóór 11 uur, familie'
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden»
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingon
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnemont.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
yr aanvraag toegezonden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
De komende wet-eldsfrijd.
De parlementen zijn naar liuis. Zij hebben
gedaan wat van hen werd verwacht met ecne
ev;nstcmmigheid, die niets te wenschen over
liet. Het part ij verschil is op den achtergrond
gedrongen, nu het de ecnige, alles overheer-
schcnde vraag geldt voor het bedreigde va
derland op te komen. Daarvoor moet alles
zwichten, en zoowel in den Duitschon rijks
dag als in het Fransche parlement is aan de
regeering, zonder verzet van cenige zij
de, alles toegestaan wat zij verklaar
de noodïg te hebben om aan de eischen, die
de toestand vordert, te kunnen voklocn. Dc
diplomatie hoeft vacantie. Met het vragen van
hun paspoort is de taak van de diplomalen
afgedaan. Zij hebben het veld geruimd en
plaats gemaakt voor de mannen van het
zwaard, die nu de leiding \an de zaken in
handen hebben genomen.
Terwijl de mobilisatie in vollen gang is en
qe legermassa's zich vormen, worden achter
cic schermen de plannen uitgewerkt, die de
legers zullen brengen naar de plaats, waar
zij hunne krachten zullen meten. Die plan
nen zijn natuurlijk een met zeven zegelen ge
sloten boek; slechts aan de ingewijden is het
vergund een oog daarin te slaan. Maar toch
is het ni/ci mooie lijk dc hoofdrichting aan te
wijzen, waarin Duitsahland, dat als aanval
ler de leidende rol heeft op zich genomen,
de zaken wil sturen, liet brutale optreden
Aan Duitschland legen België cn Luxemburg
geelt die richting aan.
De grenslijn tusschen Duitschland en Frank
rijk is aan beide zijden geducht versterkt.
Eene reeks versterkingen, die de natuurlijke
verdedigingsmiddelen van het bergachtige
landschap ondersteunen, versperren een bin-
ucndringeinden vijand den weg, cn men be
hoeft slechts dc namen Metz en Belfort te
noemen om de gedachte te doeai rijzen aan
de verschrikkelijke bezwaren; die in de streek,
waar Duitschland ton Frankrijk onmiddel
lijk aan elkaar grenzen, aan het vloeren van
een aan\allenden oorlog is don weg staan.
Nu ligt het voor de haiad, dal Duitscliland
van zijne positie ah» aanvaller een gebruik
wil maken, dat voor zijn belang het meest
dienstig Ls. liet heelt in 1870 daarvan groot
voordeel gehad; het wil «ch op nieuw van
dat voordeel verzekeren en daarmee den
strijd dwingen in de richting, die voor hem
het gunstigst is. Maar de omstandigheden zijn
nu aindqrs dan in 1870. Wel heeft Duitsch
land toon Metz aan Frankrijk ontnomen en
dat gemaakt tot een bolwerk aan zijne grens;
maar dc nieuwe verdedigingslinie, die de
Franschen aan hunne oostelijke grens heb
ben opgelicht, slaat als een grool struikel
blok aan hun voorwaaitschen ma-rsch in
den weg.
Vandaar dat Duitschland is teruggekeerd
ftot ue oude gedachte, dat de weg naar de
invalspoort in Frankrijk leidt over Belgic
of Luxemburg. Men heeft ge>Lracht daarte
gen een dam op te werpen, door deze beide
stalen onzijdig le verklaren onder garantie
vaji Europa. Maar om die verdragen, of
schoon daaronder de handteekening van zijne
eigen gevolmachtigden voorkomt, bekom
mert Duitschland ziah niet. Den stelregel:
„Nood breekt wet"' legt Duitschland uit in
dden zin, dat het die papieren waarborgen
op zijde kan zetten, wanneer zijn belang als
oorlogvoerende partij dit eisólit. En zoo zien
wij, dart DuitschLa/nd eerst aan Belgié voor
stelt zelf zijne onzijdigheid prijs te geven,
en. dat hot, als België dit weigert, handelt
alsof er geen onzijdig België bestond. Bij
Luxemburg is men dadelijk met de deur in
't huis komen vallen; sedert op grond van
het traktaat van 1867 de vesting Luxemburg
werd geslecht, is er geen soldaat meer in
het groothertogdom aanwezig. Cher Luxem
burg is dus beschikt zonder vorm van pro
ces.
Nu zien wij het Duilsche leger Belgic bin-
ncnsU oomen om zich den koristen en le
vens het minst met bezwaren bezette>n weg
naai' Frankrijk te openen, liet zal daarin
natuurlijk slagen, waint hoe moedig België
£ich ook, aan vankelijk niet zonder succes,
zooals uit de hierachter opgenomen te-
le gramme li blijkt, le wejetr stelt, te
gen Duitschland's overmacht kan het
op den duur niet aan. En als dan
het Duilsche leger over België aan de Frun-
sche grens is gekomen, zal het daar wel be
zwaren, zelfs groote bezwasKm hobbcn te
overwinnen om den oorlog op het Fransche
gebied over te brengen, maar die kunnen
toch niot in vergelijking komen niet den ge-
duchten krans van vestingwerken, die aan
de Duitsck-Fransche grens den inval in
Frankrijk tegenhoudt.
Zoo is het ilje verklaren, dal Duitschland
den weg naar Frankrijk zoekt via België en
ook aan de Zwitsersche zijido tracht een
inval in Frankrijk te doen, om zoodoende de
veslinggroepdie de trouée de Belfort af
sluit, te mijden. Maar het doet dlit niet on
gestraft. Moreel berokkent Duitschland zich
groot nadoel, door geheel Europa tegen zich
in het harnas te jagen door het brutale feit,
dat het Europeesohe verdragen mot voelen
treedt. En materieel heeft het zich in den
oorlog, die op zee moet worden gevoerd, een
nieuwen cn geduchten vijand op den hals ge
haald. Wij hebben gezien hoe Duitscliland
heeft getracht Engeland te bewegen in dezen
oorlog onzijdig te blijven. Dat moest misluk
ken na. de schending, die Duitschland tegen
België's onzijdigheid hoeft gepleegd. Nu is
Engeland openlijk aan Franikrijks zijde ge
treden «n liet staat te voorzien, dat het de
volle macht, die het op zee kan ontwikkelen,
in Duitschland's nadeel zal doen gelden.
De oorlog.
Londen, 5 Ang. rit Brussel worilt
bericht, dnt «le Dnitscliers zijn be
gonnen, Luik en i\ainen te bouibar-
deeren.
Brussel, 5 Aug. l>e aanval van de
Duitscliers was hedenmorgen gericht
op Barchon (oostelijk van de Maas,
ongeveer halverwege tusschen de
^(eilerlandsche grens en Luik).
JDe Duitsclie kavallerie beweegt zich
ten noorden van Luik, terwijl de
Duitsebe infanterie dc ülaas tracht
over te gaan, maar belemmerd wordt
door het vnur van <le forten.
Brussel, 5 A u g. (Officieel.) De inval van
de Duitschers in België gaat methodisch
voort. Tot heden hadden de Belgische troe
pen met den vijand slechts kleine gevechten
cn schermutselingen. De Belgische soldaten
toonden de schoonste voorbeelden ran krijgs-
nioed en tucht. De Belgische verliezen zijn
gering, die van den vijand betrekkelijk aan
zienlijk.
Brussel, 5 Aug. Duitsclie vliegers vlie
gers vliegen over Luik. Een Belgische vlie
ger stortte zich op het Duilsche toestel en
sneod het in tweeën; daarna zotte hij zijn
weg voort. De Duilsche vlieger werd gedood.
De Duitschers hebben een brug gebouwd bij
Fortune voor Lexte ton noorden van Visé. De
forten bij Battice vernielden de brug. Een de
tachement Duitsche aavalterie moest, om op
eerne doorwaadbare plok over de Maas te
komen, de Nederlandsch* grens snijden.
Brussel, 5 Aug. Officieel wordt het
volgende gemeld: JDe Belgen hebben
alle aanvallen der Duitschers in de
omgeving van Luik, teruggeslagen
door een hevlgen tegenaanval.
l*e Duitscliers die de wegen tusschen
de forten ove -schreden werden alle
gedood. De pantserkoepels bleken
bewonderenswaardig bestand tegen
de Duitsche projectielen.
Met lort JEvegnee dat den gelicelen
dag in actie was is absoluut onbescha
digd. De Belgische vliegers doen in
niets onder voor de Duitsche vliegers.
De Duitschers hebben verschillende
burgers vau isé gefusilleerd en de
plaats verbrand.
Brussel, 5 Augustus. Generaal Leman
behaalde een volkomen succes. Geen enkele
Duitsche aanval slaagde. De Belgische troe
pen voerden geen fortenoorlog, doch manoeu
vreer d en en voerden dientengevolge een ech
ten veldoorlog. Zij vochten met buitengewone
volharding, gegeven het feit dat zij on ei- een
zeer uitgestrekt front streden en dut ze overal
met kl acht werden aangevalion. Het 7e corps
Duitschers d<eud een aanval op het interval
van Vesdrcs (eon interval is een linie waar
de hindernissen door toegankelijke uitge
strektheden gronds gescheiden zijn). 4001)0
Duitsehers kwamen in gevecht met 25000 Bel
gen. De aanval werd afgeslagen; de tegen
aanval der Belgen had eon volkomen succes,
liet 7e corps heeft den terugtocht aanvaard
en moet daarbij eon'deei van hel Ilollandsche
gebied overschreden hebben. De Belgen moe
ten zioh aan de grens bevinden. De Belgen
namen 600 gewonden op in de Duitsche ünics.
Men gelooft dal hel 10e Duitsche corps heden
nacht een aanval zal doen.
Brussel, 5 Aug. Vóór het vertrek der
troepen richtte de koning een proclamatie
tot het leger, waarin het volgende gezegd
wordt: Zonder dc minste uitdaging van onzen
kant heelt onze nabuur, trotsdh op zijn
kracht, de verdragen verscheurd, welke door
hem zijn onderteekend en schond hij het ge
bied onzer vaderen, omdat wij geweigerd
hebben onze eer le laten schenden en heeft
hij ons aangevallen. De gcheelc wereld ver
baast zich over onze loyale houding. Dal
haar achting en eerbied u mogen verster
ken, nu gij ziel dat uwe onafhankelijkheid
bedreigd wordt. De geheel e natie siddert,
hare kinderen snelden naar de gnaiucu als
moedige soldaten voor een heilige zaak. Ik
heb vertrouwen in uw taaien moed en groet
u uit naam van België. Triomfeert, want gij
hebt uwe krachten in dienst gestold van de
zaak des rechts. Glorie aan u, gij leger vüd
hot Belgische volk en herinnert u, wanneer
gij voor den vtijpnd staat, dat gij strijdt voor
uwe vrijheid en voor uwe bedreigde haard-
sleden.
Louden, 5 Aug. In het lagerhuis las
eerst» minister Asquith een telegram voor van
de Belgische regccring, die een beroep doet
op Engeland, Frankrijk en Rusland, om samen
te werken als garanten van d'e Belgische on
zijdigheid, ten einde Duitschland's :eweid-
maatregelen te weerstaan en in de toekomst
de handhaving van de onafhankelijkheid en
onschendbaarheid van België te verzekeren,
liet telegram laat daarop volgen: „B lgié ver
heugt zich te kunnen verklaren, dat het de
verdediging van zijne versterkte plaatsen op
zich heeft genomen." (Toejuichingen).
Verder las Asquith een telegram voor, dat
het Belgische ministerie van oorlog dc Fran-
schen militairen attaché had verzocht dat toe
bereidselen zouden worden gemaakt voor de
samenwerking van de Fransche met de Bel
gische troepen, hangende de uitkomst van het
beroep op de garandeerende mogendheden.
Aan de Belgisehe provinciale besturen is bevel
gegeven, de bewegingen vain de Fransche troe
pen niet te besöhouwen als schendingen van
de grens. (Luide toejuichingen).
Brussel, 5 Aug. Men bericht, dat anti-
Duitsche beloogingen zijn voorgekomen in
Antwerpen en Gent.
Londen, 5 Aug. Er is eene proclamatie
verschenen betreff nde de ooi logscontraban-
de. Aan de schepen van tegenstanders is tot
14 Augustus tijd gegeven om de Britsche ha
vens te verlaten.
Kopenli age n, 4 Aug., des avonds. Drie
Duilsche onderzeeërs werden heden namid
dag gezien in dein zuidelijken uitgang van de
Sonid. Zij schijnen daar een positie van voor
post te hebben ingenomen.
Londen, 5 Aug. De Daily Chronicle be
richt in hare bijzondere Parijsche uitgave,
dat na een bombardement van Bone en Phi-
kippevtlle door eemgc Duitsche kruisers een
Fransch detachement de kruisers verraste,
zich meester maakte va» de Gocben en de
Breslau en de Panther tot zinken bracht.
Algiers, 5 A u g. Hel bericht der vernie
ling van den kruiser Panther en inbeslagne
ming van (wee Duitsche handelsschepen wordt
niet bevestigd.
B e r 1 ij n, 5 A u g. Dc in de Midkiellandsche
zee aanwezige Duitsche oorlogsschepen ver
schenen gisteren aan de kust van Algiers. Zij
vernielden cenige verslchkle plaatsen en in-
sohcpingsplaaksen voor Fransche troepen
transporten. liet vuur werd beantwoord.
Londen, 5 A u g. Lloyds seint uit Odes-
sa, dat alle Russische vuurtorens in do Zwarte
zee zijïi gedoofd. De uitvoer van graan is ver
bodem
Konstantinopel, 5 Aug. Officieel
wordt bevestigd, dat de 'Da rd an ellen en de
Bosporus gesloten zijn. Intusschen kunnen
handelsschepen met de hulp van loodsen de
zeestraten passccren.
Londen, 5 Aug. Lloyds seint uit Alexan
dria, dat bij besluit van den khedive de uit
voer van graan is verboden. De katoonbeurs
is gesloten, Egypte is onzijdig verklaard.
Londen, 5 A u g. De politie deed heden
morgen huiszoekingen in talrijke huizen, die
door Duitschers worden bewoond. In Earls-
field, eene voorstad van Londen, namen de
agenten bommen en geweren in beslag. Ver
scheidene Duitschers werden gevangen ge
nomen.
London, 5 Aug. Een telegram van Sir,
Edward Grey van 1 Augustus om half vier
in den morgen droeg aan Buchanan, den En-
gelschen ambassadeur in Petersburg, op on
middellijk eene audiëntie bij den czaar le vra
gen tot overhandiging van eene boodschap,
waarin koning George een beroep deed op
den Czaar oin dc deur open te laten voor on-1
derhandelingen met liet oog op een mogelij
ken vrede.
De Czaar antwoordde: Ik zou gaarne uw
voorstel hebben aangenomen, als heden na
middag niet de Duitsclie ambassadeur ccne
nota had aangeboden, waarbij do oorlog wordt
verklaard. Deze oorlogsverklaring rechtvaar
digt mijne mobilisatie. Deze verklaring was
inderdaad geheel onverwacht, omdat ik aan/
keizer Wilhelm de uitdrukkelijke verzekering
had gegeven, dat mijne troepen niet voort
waarts zouden gaan, zoolang dc onderhande
lingen over eene bemiddeling voortduurden.1
Op dit plechtige oogenblik wensch ik nogmaals
M te verzekeren, dut ik alles gedaan heb wal
in mijne macht was om den oorlog te verhin<
deren. Thans, nu deze oorlog mij is opgelegd,'
bob ik het vertrouwen, dat uw land niet iü
gebreke zal blijven Frankrijk cn Rusland t(
steunen.
Londen, 5 A u g. Dc koning heelt aan ad
miraal Sir John Jellicon de volgende bood
schap gezondenOp dit ernstige oogenblik
van dc nationale geschiedenis zend ik aan u
en door uwe tussahenkomst aan dc officieren
en bemanningen van de vloot, waarover gij)
het bevel op u hebt genomen, de verzekering,
dat zij onder uwe leiding zullen doen her
leven cn vernieuwen den ouden roem van do
koninklijke marine en wederom zullen loo-
ncn, dat zij het ware schild van Groot-Bril*
tannic en zijn rijk vormen in hert. uur van be
proeving.
George, koning cn keizer.
Londen, 5 Aug. De London Gazette be
vat verscheidene besluiten, en wel:
1. lol oproeping van de legerrcservcn mei
inlijving bij de landweer; ->
2. tol kennisgeving aan de burgers, dal zl
zich moeten gedragen Daar de beschikking^
die de autoriteiten van leger en Yloot kunnen
voorschrijven;
3. tot handhaving In het actieve leger van
de manschappen, die op het punt slaan in dc
reserve over te gaan;
4. tot bevestiging van dc volmachten van de
agenten of vertegenwoordigers der Kroon, die
in buitengewone omstandigheden geroepen zijn'
de maatregelen le nemen, die de openbare vei-'
ligheid en de verdediging van het koninkrijk
eischen; j
5. tot plaatsing van de spoorwegen van
Groot-Britlannië onder het directe bestuur van
de regeering. Het publiek wordt verwittigd,
dat dc behoeften van leger en vloot soms nooJ
dig kunnen maken, dat de gewone gerieven,
die het vindt op de spoorwegen, worden be
perkt.
F a rij s, 4 Aug. In het antwoord, dal den*
23en November 1912 door den Fransehen am
bassadeur aan Sir Edward Grey gezonden
werd, wordt gezegd: Ik ben gemachtigd u te
verklaren, dat in geval een van onze beide res.
Met liegen bereikt men niet anders dan dat
jnen niet geloofd wordt, als men waarheid
Spreekt.
Roman uit het ZweecLsch door
A. M. .VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
„Hel kan niet. Wal voor waarborg zouden
wij hebben dat er geen ander zou komen om
iiet zilver op le eischen?"
Is hel een duivel, die mij den nocL ra den
nek zet? Ja, dat was zoo goed als „adieu,
'scheer je weg!" Nu gaat hij naar een klant,
ilie pas binnenkomt. En ik sla bier maar. Hij
kijkt niet meer naar mij om. Hij is niet te ver
bidden.
Wat zal ik doen? God in den hemel, wal
.«al ik (Loen?
Naar huis om le zoeken ofschoon ik weet
dat er geen kwitantie kan zijn.... Maar
fuisschien toch! Heb ik haar missclzien in dc
jade liggen? Kunnen er twee kwituntie-s zijn
jjeweest, die verwisseld zijn? Heb ilr misschien
dc lade omgewoeld, zoodat de twee ran elkaar
geraakt zijn en ik het ééne slecht» in mijn
borlemonnaie heb gelegd?
Naar huis, naar huis.
Ik vind niets.
ik heb in de lade gezocht, waar ik het ge
borgen had. En ik heb in de andere gezocht
lk heb gezocht in alle doosjes, ik heb ieder
kleederstuk uitgeschud. Ik heb onder dc meu
bels gekeken, onder de matten, achter de gor
dijnen, ofschoon het onmogelijk is dat ze daar
kan zijn. Lk ben telkens weer beginnen te
zoeken, tien, twintig keer. ik vind bet niet.
Ik moet het zoeken opgeven. Wat zal ik doen?
Natuurlijk schrijven aan Sven. Hij heeft zich
vergist met de kwitantie. Maar ik heb zijn
adres niet, en het duurt minstens een maand
eer ik een brief van hem kam krijgen, en als
hij dan zijn vergissing niet ontdekt heeft, duurt
het twee maanden voordait ik de kwitantie
hebben kan.
Twee maanden! Hoeveel kan er gebeuren
in twee maanden!
Maar Goddank, tante Ida heeft de sleutels
niet terug gevraagd, en over drie dagen gaan
wij naar Angcby. Vóór dien lijd kan zij zich
nog niet sterk genoeg gevoelen om naar haar
schallen om te zien, en wij blijven minstens
twee maanden buiten. "Wanneer wij thuis
komen, moet ik het papier hebben, en dan kan
ik de sleuiels wel krijgen, al heeft zij ze zelve
weer in bewaring genomen. Niet vertwijfelen!
Kalm zijn en wachten. Maar twee maanden
lang bang te zijn, iedcren keer als men een
deur hoort gaan, en wanneer iemand den blik
op mij vestigtl Wachten duurt zoo lang! Ik
duizel als ik er aan denk
De familie heeft afscheid* genomen. De
deur van de coupé is dicht. En hier zitten wij
nu alle drie op de zachte kussens. Eerste
klasse, omdat tante Ida nog zoo zwak Is. Da-
VIijk zal de trein zich in beweging zetten.
O. dat oogenblik, waar ik de laatste dagen
,oo ontzaglijk naar heb verlangd!
Waarom wachten wij? Waarom staande
menschen nog vóór het open venster en
praten met hunne vrienden, die op het per
ron staan? Eu daar komen nog een paar
passagiers aan! Is het nog geen lijd?
Ja, nu beweeg hij zich, nu rolt liij vooruit,
nu voert hij ons weg van deze stad en stra
ten, deze huizen, waarvan ik weg vil komen,
zoover ah dc trein mij brengen kan.
liet heerlijke oogenblik is daar. Wij kun
nen niet terug. Er is geen mogelijkheid meer
dat tante Ida die vreeselijke woorden kan
zeggen, die ik in zoo'n grooten augst cn vrees
verwachtte. „Elly, mijn sleutels, ik wil zelve
alles nog even nazien."
Wij snellen voort en de sleutelring gaat met
mee: Lk heb haar in een kastje gelegd van de
garderobe, en op het laatste oogenblik, zoodal
Edla zc niet in handen kon krijgen. De deu
ren van iliet buffet kunnen niet geopend wor
den en niemand kan iets missen gedurende
twee beele maanden. Veilig dus voor een
langen tijd.
Tante Ida ziet ei' zoo tevreden uit, zooals
zij naast Edla in het hoekje bij het raam zit,
en ik tegenover haar. Er is zoo iets heel liefs
en zachts over haar gekomen na haar ziekte
rra, wanneer zij mij aanziet, is het alsof zij mij
liefkoost met haar blikken.
„Nu is alle drukte aan kant, Elly. Nu krij
gen wij een heerlijke zomerrust."
„Heerlijk, tante Ida!"
Wat heeft Edla toch zonderlinge oogen. Er
zoo iets scherps en stekends in. Gunt zij
mij den schoonen zomertijd niet, of wat meent
zij? Weet zij Lets ran het zilver? Somtijds
denk ik het, wanneer ik hare vreemde oogen
zie. Maar meestal ontwijkt ze mijn blik. Dik-
wiils doet zil dat. en vooral als wij met el
kaar spreken. Vroeger kon zij mij nu en dan
nog wel verdragen. Nu schijnt zc mij niet
meer te kunnen uitslaan. Maar misschien
vergis ik mij. Zij heeft het druk gehad en is
daardoor vermoeid. Iloe zou ze iels kunnen
weten? Had zij wantrouwen gekoesterd, dan
zou zij onder een of anocr voorwendsel de
sleutels gevraagd hebben.
Maar als cr eens een andere sleutel op hel
buffel paste? Als zij er in was geweest en
gekeken bad?
Onmogelijk. Het is zulk een kunstig oud sloL
Maar de kwitantie? Als Sven die in de
vestibule had verloren en zij haar eevonden
had?
Als dat zoo was?
Neen, dat is ondenkbaar. Ik stond er im
mers een heelc poos na zijn vertrek.
Ik zou het zeker gezien hebben, en zoo
onvoorzichtig gaat men toch niet met derge
lijke papieren om, dat men zc verliezen kan.
liij heeft de kwitanties verwisseld. Het kan
niet anders zijn. En buitendien, als zij baar
gevonden had, hoe zou zij dan kunnen zwij
gen? Terwille van tante Ida? Omdat niets
haar zenuwachtig mag maken, zoo zwak als
zij is?
MisschienI Neen, zij is als een oude hof
hond, die het eigendom van zijn meester be
waakt. Ais zij tante Ida lets had gezegd, zou
zij het mij wel hebben laten blijken. Zij zou
de gedachte niet kunnen dulden dal iemand
iets uit het huis wegnam, zonder dat zij het
verdedigde met hand en tand. Maar hoe het
ook zij, ik kan niet nalaten aan haar te den
ken. Ik ben bang voor haar.
Welk een vrede
Geen koeltie knmt tot ons. zoohuv? v." -**
zitten op het gazon voor het groote wille huis'
Maar drukkend warm is het ook nieL Alleen,
zacht, stil, vredig zomerweer I
Tante Ida, dc kapitein cn zijn vrouw en de
kandidaat zijn met elkaar in ecu levendig
gesprek gewikkeld en hebben mij zeker ver
geten.
Heerlijk! Het is het allermooiste om vredig,
achterover geleund in mijn stoel te zitten en'
over dc velden en weilanden heen te
ziei^
naar de zee, die door de berkenstammen
zichtbaar is. Het was geen verre reis, maar
het is toch heerlijk te rusten. Ik ben vermoeid
zonder dat ik iels heb gedaan. Hel zijn de'
gedachten, de vreeselijkeMaar nu moet
ik vergelen. Ik zal mljzclvo beloven le veW
gelen. Ik ben veilig voor een langen tijd.
Tante Ida's zuster lijkt veel op liaar, of
schoon zij beweeglijker en gebiedender is. En
dat verwachtte ik ook dat zij wezen zou, om-f
dat zij zelve het licclc landgoed bestuurt)
Waarom zou de kapitein cr zich niet mcé\
bemoeien? Tante Ida zei dat hij niet het/
rechte versland van landbouw heeft. MaaA
waarom heeft hij dan zijn regiment verlaten?
Hij is toch een flinke, gezonde man En het
Is onverklaarbaar dat hij geen versland vau
den akkerbouw zou hebben. Hij spreekt er
eel meer over dan zijn vrouw. En altijd praa(^
hij over „mijn dit" en „mijn dat". Hij voegt
jaariijks twintig kalveren aan zijn veestapel
toe. Hij verkoopt zijn hooi, hij bemest zijn
vrurhlboomen.
Wordt Vervolgd.