BR fllïl DE EEMLAN DER' Donderdag 13 Augustus 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. ÊLLYs BEPROEVING. -p N° 38 13° Jaargang. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. Kennisgeving. '-.y "ri-1 Fr V*/ ri' Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort i. M ca H f l.OO* Idem franco per post1.5 O» Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalvs op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- Advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. L 'fevers: VALKHOFF Co, iJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regols f 0.50. Elko rcgol meer0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijf bestaan zoer voordeolige bepalingen tot het herhaald advorteeron in dit Blad, bij abonnoment. Eone circulaire, bovattonde de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 7 Augustus 1914, No. 10, aan J. Polak en H. Polak, te Amsterdam, en hunne rechtver krijgenden voorwaardelijk vergunning- is ver leend tot het oprichten van eene inrichting tot het vervaardigen, verwerken en bewerken van producten voor de fabricatie van etherische oliën, vruchtenessences en reukstoffen (met uit zondering van muskus) en het in voorraad heb ben van voor dat bedrijf benoodigde producten, op een terrein, alhier gelegen aan den Hooge- weg en den Lageweg, bij het kadaster bekend onder sectie A, nos. 14S0 en 1551. Amersfoort, 10 Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSÏRA. VAN RAND WIJ CK. Poiiiiek Overzicht. Duitschland en de Luxem burgsche spoorwegen. Het Belgische ministerie van 5 or log ver meldde gisteren, dal gecne berichten wa ren ingekomen. Heden morgen hebben wij niets ontvangen. Dc stilte voor den storm houdt nog aan. Het oogeniblik is dus geschikt om even terug te gaan en op een van de fei ten, die oorzaak zijn geweest, dat uit de door Oostenrijk tegen Servië gerichte oorlogs- vci klaring de naar alle kanten uitslaande wereldbrand is voortgekomen, het juiste licht te doen vallen. „Beloften, gegeven door een staat, die op datzelfde oogenbliik verklaarde voornemens te zijn, zijne eigen verdrag-verplichtingen te sokenden'". Deze woorden, die door den Brit- schcn eersten minister Asquith zijn gebruikt lot motiveering van Engelands weigering om n te gaan op de beloüben, waarmee Duitsoh- iand zijne onzijdigheid trachtte te verkrijgen, loeiden op de beide Europeesclie verdiagen tot waarborging van de onzijdigheid van België en van Luxemburg, waaronder ook ge volmachtigden van Pruisen hunne andtee- keningen hebben geplaatst. Maar zij gelden in niet mindere mate van de Luxemburgsolie spoorwegen. Over den rechtstoestand van het gedeelte van het Luxemburgsche spoorwegnet, waar op de Duitschers zich gehaast hebben beslag to leggen nog voordat de oorlog formeel was verklaard, wordt bericht, dat dit gedeelte, dat behoort aan de Wilhelm-Luxemburg maatschappij, krachtens een packtverdrag zich in handen bevond van het bestuur van de rij'ksspoorwegen van Elzas-Lotharingen Deze maatschappij had bij den inleg van hare lijnen in de jaren 1850—18G0 .et de ■Fransohe Ooster spoorwegmaatschappij een pachlverdrag gesloten, dat in 1868 aangevuld werd. De gebeurtenissen van 1870/71 maakten een einde aan de exploitatie van den spoor weg door de Fransche maatschappij in Elzas- bot'haringcn en in verband daarmee in Luxem- OiiiT) Krachtens paragraaf 5 Van het additio nele artikel van het Frankfortscho vredes verdrag moest in 1872 het groothertogdom net het Duitsche rijk een verdrag sluiten, waarin aanvankelijk tot 1912 en later door eene nieuwe cn gedeeltelijk gewijzigde over eenkomst van 11 November 1902 de pachlver- houding tot het einde van 1959 is vastgesteld.^ Van gewicht as hier inzonderheid art. 2 van het verdrag van 1902: „De keizerlijke regee ring verbindt zich de door de generale di rectie van de spoorwegen in Elzas^Lotliarin gen geëxploiteerde Luxemburgsche baanvak ken op geen enkel tijdstip voor het vervoer van troepen, wapenen, oorlogsmaterieel en munitie te gebruiken en gedurende een oorlog, waarin Duitschland betrokken mocht zijn, zich daarvan voor het verschaffen van proviand aan de troepen op geene de onzij digheid van liet groothertogdom schendende wijze te bedienen, en in het algemeen in hun ne exploitatie handelingen, die niet volkomen beantwoordden aan de verplichtingen, welke het groothertogdom als onzijdige staart heeft te vervullen, evenmin te verrichten als toe te laten. Van Duitsche zijde wordt verder de verplichting aanvaard, ten allen tijde voor een aan de geregelde verkeersbehoefte beant woordend exploitatie-materieel zorg te dra gen- Op dit artikel heeft de Luxemburgsolie staatsminister Eyschen zich beroepen in zijn protest tegen de handelingen van de Duit schers, die met ieder woord van het artikel in strijd zijn. Een eigenaardig toeval heeft ge maakt, dat de Luxemburgsche Zeilung van den 2en Augustus de mededeeling bevatte, dat het voor Luxemburg bestemde wagenpark was vastgesteldde verschillende daartoe be- lioorendc lokomolieven en wagens zouden hel opschrift krijgen: „Onzijdig materieel''. De dag, waarop deze mededeeling naar de druk kerij gezonden werd, valt samen met dien, waarop de Duitsche troepen het groothertog dom zijn binnengetrokken en den spoorweg voor hun gebruik in beslag hamen. Het net van de Wilhelm—Luxemburg-spoor wegen heeft eene lengte van 196 KM. Het omvat in hoofdzaak de lijnen Ulflingen— LuxemburgLotharingsche grens en Wasser- billig—Luxemburg—BeLtingen (Belgische grens). Verder zijn in het groothertogdom nog aanwezig het net van de Prins Hendrik- maatschappij, met de hoofdlijn erlsgebied EttelbrüokEchternaoh—Wasserbillig, dat 193 KM. lang is, en 41 KM. lokaalspoorwegen. De overgang van de Luxemburgsche spoor wegen aan een vreemden staat is door eene wet van 1879 verboden. De onzijdigheid van België en Luxemburg. Dc onzijdigheid van België is gewaarborgd door het verdrag, dat den 15en November 1331 in Londen gesloten is tusschen den ko ning der Belgen eenerzijds en den keizer van Oostenrijk, den koning der Franschen, den koning van Groot-Brittannië, den koning van Pruisen en den keizer aller Russen anderzijds. Dit verdrag bepaalt in artikel 7: „België zal binnen de grenzen, aangegeven in de artt. I, 2 en 4, een onafhankelijkcn en tegenover alle andere staten eeuwig onzijdigen staat vor men." Deze onzijdigheid is nader gewaarborgd door de dcfiuitie\e vredesverdragen, die den 19en April 18*39 gesloten zijn: I. tusschen Bel gië en Nederland eenerzijds; 2. tusschen Oos tenrijk, Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland anderzijds. In laatstgenoemd ver- drag is onder art. 7 bepaald: „Belgiè zal, bin nen de grenzen aangegeven in de artt. 1, 2 en 4, een onafhankclijken en eeuwig onzijdigen staat vormen. Het zal gehouden zijn deze zelf- do onzijdigheid in acht te nemen tegenover alle andere staten." Aan het groothertogdom Luxemburg is de onzijdigheid gewaarborgd door hel verdrag van Londen van 11 Mei 1867, waarvan art. 2 luidt: „Het groothertogdom Luxemburg, binnen de grenzen bepaald door de aan het traktaat van 19 April 1839 toegevoegde akte, zal onder den waarborg van de hoven van Oostenrijk, Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rus land voorlaan een eeuwig onzijdigen staat vormen. Het zal gehouden zijn deze zelfde onzijdig heid tegenover alle andere stalen in acht te nemen. De lioogc contracteercndc partijen verbin den zich het beginsel der onzijdigheid te eer biedigen, door het tegenwoordige artikel be paald. Dit beginsel is en blijft geplaatst onder de sanctie van den gemcenschappelijken waarborg van de staten, die onderleekenaars zijn van dit verdrag, met uitzondering van België, dut zelf een onzijdige slaat is." De oorlog. Parijs, 11 Aag. Een Communiqué Tan den minister Tan oorlog %an lieden nacht halt twaalf bericht De Fransche troepen zijn vp bijna het geheele front in voeling met den vijand. In het Vogeezengcbied vielen de Dnltschers in den avond van den loden de Fransche voorposten aan bij Splncourt, die eerst voor den vijand terug gingeu, maar later met steun vau de reserven den aanval hervat ten. De vijand werd met belangrijke verliezen teruggedreven. De Fransche artillerie vernielde eene Duitsche batterij. De Franschen namen drie kanonnen, twee iuaclilue-geweren en twee munitie-caissons. De Duitsche kavallerle-regimcntcn zijn zwaar geteisterd iu den omtrek van Ckafeau-Salins. In de baart van Moncel werden eenDuitscli bataillon en eene Dnitsclie batterij, komende nit VIc, die trachtten de voorposten aan te vallen, terug geslagen met groote verliezen. In dezelfde streek werd het dorp Cagarde, op Lotha- ringsch gebied, met de bajonet ge nomen. Dc Dnitsciiers vertoonden zich voor JLongwy en sommeerden deze vesting zich over te geven. De com mandant heeft dit Her geweigerd. Heden nacht is uit Parijs naar den Haag getelegrafeerd, dat dc forten van Luik zich nog steeds staande houden en dat de Fran sche troepen den kam en de passen in de Vogeezcn bezetten, welke de lijn van Tliann naar Altikirch in Lotharingen beliecrsclien (Volgens onze kaart bestaat er geen Thann in Lotharingen, maar ligt Thann, evenals het in de laatste dagen dikwijls genoemde Alt- kirch, in den Boven-Elzas. Thann ligt in het Vogeezen-gobergte.) B e r 1 ij n, 1 2 A u g. In dc geheel open 6lad Altkirch is de zwakke Duitsche afdeeling lot bescherming van de grens, overeenkomstig hare insLructies voor den in sterkte veel groo teren tegenstander teruggeweken totdat eene sterkere strijdmacht zou zijn samengetrokken. Sedert zijn dc Fransche division, die Elzas waren binnengedrongen, ten westen van Mul- liausen geslagen en naar de Zwitscrsohe grens gedrongen. Met nadruk wordt geprotesteerd tegen de lasterlijke bewering, dat Duitschland aan En geland, als prijs voor zijne onzijdigheid, de verdeeling van Nederland zou hebben aange boden, en dat Duitsche troepen in de loop graven witte vlaggen hebben uitgestoken en, nadat de Belgen het vuur hebben gestaakt, arglistig geschoten hebben. B e r 1 ij n 12 Aug. Bij Mulhausen namen dc Duitsche troepen 10 Frausclie officieren en 513 man gevangen. Zij maakten vier kanon nen, tien voertuigen en een groot aantal ge weren buit. De Duitsche grond is van vijan den gezuiverd. Bij Lagarde zijn meer dan duizend niet ge wonde krijgsgevangenen in handen van dc Duitschers gevallen, zijnde meer dan een zes de van de beide Duitsche regimenten, die in het gevecht stonden. P a r ij s, 12 A u g. Een officieel communi qué spreekt tegen, dat een belangrijk gevecht heelt plaats gehad in de omstreken van Givet. Sedert het begin van de vijandelijkheden zijn talrijke palrouilleeiende ruiters gevangen ge nomen in de buurt van de Fransch-Bclgische grens. P a r ij s, 12 Aug. Een communiqué zegt, dat de tot dusver vermelde gevechten niets dan voorpostengevechten waren. Het spreekt de tendentieuze berichten tegen, die gegeven zijn over het aantal dooden en gewonden in de zaak van Mulhausen. Dit getal werd opge geven als 20.000, terwijl onze effectiefs niet eens dat getal bereikten. Het gebeurde komt hierop neer: Eene in- fanleric-brigade drong door tot Mulhausen, om daar een middelpunt van den inlichtingen dienst te vernielen. Zij had een tegenaanval door te staan van het geheele 14e legerkorps en eene divisie van het 15e korps. Nadat de brigade hare opdracht volbracht had, trok zij zioh terug op bevel van den commandant van het legerkorps. De geheele Duitsche strijd macht volgde haar en stuitte op hare voor naamste linie van tegenstand, die niet gefor ceerd werd. "Wij beschikken in Boven-Elzas over aan zienlijke strijdkrachten, die gesteund worden door de vesting Belfort. De strategische stel ling is onveranderd en is uitmuntend Parijs, 12 Aug. Een communiqué be richt, dat tot dusver de Fransche artillerie zeer beslist in het voordeel was op de Duit schers in alle gevechten. Deze week hebben de Duitschers barbaar- sche handelingen gepleegd. Gijzelaars werden doodgeschoten; verschillende gewelddaden werden gepleegd en branden aangestoken. Dc burgemeester van Igney werd doodgeschoten, onder voorwendsel, dat de bevolking de vlucht van een gevangene had begunstigd. Brussel, 12 Aug. (Officieel.) De te ruggaande beweging .van de Duitschers, die gisteren werd aangekondigd, is duidelijker le zie». Verder zijn geene berichten ingekomen. (Brussel, 12 Aug. Een hedicnmongemi uit Luik ontvangen brief meldt, idat dc Duit sche generale staf in het klooster van heli He&ligie Bart verblijft houdt en, veen a an Vol vroozende, zich daar gebarricadieerd heeft. Een sterke colonne Duitsche cavalerie pas- secrdfe hedenmorgen de Rue dc rUniverelté en ging in de richting van liet fort Rou veria cn liet station Longdoz. De Duiitsellers garen zakken mcol bijeen, vermoedelijk voor het geval dat ze zelf op hun beurt ingesloten zul len worden. Brussel, 12 Aug. Het is vastgesteld, dab de Dui'lsahors Belgische gedoode solda ten gedurende een gevecht vaui hunne unifor men beroofd hebben en een deel hunner man schappen met dioze uniformen hebben aange kleed, welke ze bij den aamlal op de Belgi sche troepen aan het hoofd hunner soldaten dedon murohoaren. Brussel, 12 A u g. Volgens dc Soir is de 'toestand lieden aldus: Do naclil was rustig Over het geliecle front is de Duitsche kajvaJ- leriiC teruggegaan, behalve op één punt, waar zij voeling houdt met -die onze. In liet alige- meen kan gezegd worden, dat de Duilsahers eeno nieuwe phase van den oorlog schijnen te beginnen. l>e onvcriioedschc aanval tegen het midden ran België 'is mislukt. Zij schij nen zich nu te versterken op het front Maas tricht—Luik. Hot ia alsof zij voor 'l oogeu- hlik afzien van den aanval tegen !het midden van het land. Zij stellen talrijke boeren en werklieden aan het werk op de wegen iai liet zuiden van de provinciën Luik en Luxemburg, waar zij wotson dat 'do Franschen in groot'cn getale aankomen. Deze maatregelen schijnen aan te duiden, dat eene aanvalsbeweging zioh een weg zou willen banen ten zuiden van de Our< the lïaar de Boven-Maas en naar Frankrijk. De Ouit9ahers versterken zich in de stra ten van Luik tiegen eon Beligisahen aanval van Ans uit. Zij hebben hot bombardement van de forten hervat en trachten eene stel ling in te nemen om zich te dokken tegen een aanval op do rechterflank. De forten bic den beter dan oodt tegenstand. Het Journal voegt nog hieraan toe, dat men nieuwe waarnemingen dient af te wachten/ om uitdruldccldjik te kunnen verzekeren, dat do Duitsche troepen niet trachten zioh tegen ons te verzamelen. In een nader bericht zegt de Soir nog, dat de strijd rondom de forten van Luik hervat is. De forten worden geboinbai-deerd, maar beantwoorden het vuur van don vijand me» krocht. De Duitsche troepen zijn in b'ewtr' ging om over de Maas te gaan. Er is een bruggehüofd gemaakt in Lixhe voor den over tocht vatn de troepen en het zware materieel. Duitsche konvooien worden gemeld in da richting van Engis; ziij schijnen de Maas te wil&en overgaan boven Luik. De voorwaait- sche marsch van de Dudtsahers wordt zeer vertraagd door de forten van Luik, die den weg naar Frankrijk bestrijken. Brussel, 12 Aug. Volgens de Soir zijn ulanen in Hasselt binnengekomen. Na 17.000 francs uit het postkantoor te hebben geno men, begaven zij zich naar de nationale bank/ waar zij een bedrag van 2.017,000 francs lichtten. De Belgische kavallerie dreef heil op dc vlucht, doodde velen van hen en maakte verscheidene gevangenen. Gisteravond trachtte «en escadron Duitsche dragonders, komende uit de richting van Luik, de Belgen in Aineffo te verrassen. Na een ge vecht van drie uren werden de Duitschers teruggedreven; zij lieten 153 dooden en 102 Roman uit het Zweedsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 28 Neen, nu kan ik hier «iet langer blijven zitten. Als hij mij, van zijn raam uit, ziet, zal dij denken dat ik hier blijf om hem naar bui ten te lokken. iWel tc rusten, sluimerende weiden en slui merend boscii. Ik mag niet langer met je mee droomen. Goeden nachtl Ha, wie staat daar aan dc deur? .Och, niemand anders dan Lala. Wai schrikte ik! Ik geloof dat zij mij bcspionneert, overal waai' ik ga. En nu ziet zij zoo tevreden. Is dat over hetgeen zij gezien heeft? Ik zal niets zeggen, alleen maar aan haar zien te ontko men. Gauw de trap op en in mijn kamer. Waarom w as zij zoo tevreden ove'r hetgeen dj zag? Ach. ik weet het wel. Zij begrijpt natuurlijk .dat ik op Tord zal tc wachten. En toen zag zij, dat hij slechts even blwf «taan om een paar woorden te zeggen. Maar dwat liij zei, hoorde zij niet. Had zij ze ge- rbjoond, dan zo-u zij er zeker niet zoo voldaan 'Uitgezien hebben. Waarom haat zij mij toch met haar hccle ©,01? Wat heb ik haar gedaan; wat wéét zij van mii? Neen, hel is onmogelijk. Zij kan niets we len. En toch gaat er een rilling door mij heen zoodra ik baar zie, zoodra ik maar aan haar derde. Zij is mij een levende, wandelende rruwell Zoo, dit is dan nu 'het meisje dal zoo goed als verloofd is met Tord, volgens Edla's zeggen. Ik begreep het dadelijk toen ik binnen kwam. Maar denk eens aan, gedurende dc veertien dagen dat ik hier ben, is zij er nog niet geweest. En hij ging ook niet naar de pastorie, dat heb ik ze hooren zeggen. Niet veel haast in ieder geval voor een brui degom! Nu heeft zij intusschen niet langer kunnen wachten, en moest hierheen. Als voorwend sel nam zij zeker den langen slungel, haar neef, mee. Hij moet zeker hen eens komen opzoeken in dc pastorie cn de ingenomen heid met Tord staat op haar gezicht te lezen. Mqn kan niet wTelen. Nu praat Tord met haar en ziet er werkelijk vol belangstelling uit. Mooi is ze niet. Dat kan ook niet met zoo'u vollemaansgezicht en zulke krentjes van oogen. Ik zie er beter uit, dat weet ik zeker. Maar wat is zij vroolijk! 't Is of de kleine oogjes verstoppertje spelen. Nu zie je ze en dan zijn ze weer weg. En bij ieder woord dat er gesproken wordt, lacht ze luid op. Tord lacht ook. Hij is bepaald grappig. Misschien heeft Edla toch gelijk. Ilc moet het bijna gelooven. En het zou ook heel natuur lijk zijn. Zij zijn samen opgegroeid en zij ont moetten elkaar telkens. Hij moet haar goede zijde wel kermen, want die zal zij, zooals iedc-reen, ook wel hebben. En dab is dan zeker de eerste schrede tot bewondering en verliefd heid. Ja, zoo zal het wel zijn. Maar waarom roepen zij mij binnen? Waarom moet ik het aanzien? Och, mocht ik maar weggaan! Zoo, nu gaan zij naar den tuin om tennis te spelen. Tord kijkt mij aan. Uit beleefdheid client hij zeker wel be wagen of ik meega. „Elly, speel je tennis? J a. Wat een blik vol verbazing. D^t had (hij niet gedacht. Zulk een genot alleen voor eerste- klasse mensohen had hij bij mij, arme werk- mier, niet gezocht. Hij heeft zeker vergeten dat ik betere dagen heb gekend, als hij er tenminste van gehoord heefL Maar zoo'n kleine verrassing is wel aardig. Wat ben ik blij cialt ik telkens gezwegen heb als wii langs het tennisveld liepen, hoewel ik wel eens lust had indruk op hem te maken met mijn kennis van het spel. Wees dankbaar, EJly, dat je niet gebluft hebt. i Zij houdt in ieder geval veel van hem of anders coquelteert zij met hem. Zij gebruikt de echt vrouwelijke listen. Vroolijk, lief; zij geeft hem te verstaan dat zij onderricht, ge holpen, beschermd wil worden. Van tennissen lieëft zij niet het minste be grip, maar ze trekt het zich niet aan. Wat vliegen haar ballen naar oost en west. En dan schatert zij het iri/t om hare heldendaden! Soms denk ilc dat zij zoo slecht speelt om gekheid met Tord te maken en om door hem onderwezen te worden hoe zij haar racket moet hooiden. Tusschen ieder spel een les. En de lessien zijn zeker wel het prettigste, maar dan kijkt neef zoo zuur als azijn. Nu, af en toe is zij weer vriendelijk voor haar neef. Zou dat zijn om Tord jaloersch te maken? Alles wat zij doet is er op aange legd oui zijn opmerkzaamheid tc trekken. Maar ze moet toch met mij dcelen. Hij volgt mij met zijn blikken als ik spccL En ik zal hem toonen.,.. Nu.... Hij ziet niet alleen naar mijn slagen maar hij let ook op mijne bewegingen. Ik weet het; ik versta zijn bliik zoo goed. Vindt hij dat ik mij vlug en lenig bew eeg? Vindt hij dat „Gamel" Hij glimlacht tegen mij. Ja, hij bewondert mij. En juffrouw Linda let er ook op dat hij dat doet. Haar kleine, bruine oogjes glinste ren wanneer ze de mijne ontmoeten. Zii merkt alles bij mij op even als ik bij haar. Ik weet dat zij het moedervlekje in mijn lials ziet cn het plombeersel in mijn voortand ontdekt. En ik voel dat zij mij mager vindt als een lat en stil en stijf. Wij zullen nooit vriendinnen worden. Maar Tord is in zijn schik. Is liet omdat zij hier is of om iets anders? Hoe ver wan delen wij met hen terug? Het was een goed idee van Tord om hen een eind te begeleiden. De avond is even mooi als gisteren. Even stil en licht, en geurend en warm. Zijn het dJe diroomen der weiden, die tot ons komen In deze geuren, die ons mee doen droomen? Nog spreekt Tord er niet van om om te keeren; reeds zijn wij meer dan halfweg. En ik verbeug mij over iedere schrede, die wij méér doen. Hoe verder wij van huis gaan, hoe langer wij samen zullen zijn. Loopt hij door omdat hij niet scheidien kan van (het gezelschap of denkt 'hij ook aan den terugweg? Wii loouen al maar door. Wij zijn nu dicht bij de pastorie. En Tord praat altijd door met Una- Nu belooft hij haar spoedig te komen bezoeken. Hij en ik zullen spoedig een tegen* 'bezoek brengen. Zou ky mij werkelijk mee willen hebben? Hè, nu keeren wij -eindelijk terug. Wij heb ben den landweg, bet vrije veld en den hemel en de aarde voor ons alleen. Niemand kan komen <?m ons te scheiden, niemand kan zicb aan ons opdringenja, ik weet niet voor.' hoe langen tijd. Maar het is heef, heel lang.' Wat is hij stil, 'heel anders dan zoo even; Een enkel woord nu en dan, dat is alles. Is hij vermoeid van dat praten den geheeled middag? Maar één ding weet ik, cn dat is,' dat hij niet boos meer op mij is. Want dan. zou hij mij niet zoo dikwijls en zoo lang aan kijken, zooals hij mi doet, en met .zoo'n vriendelijken blik. „Het is een mooie wandeling. W!j zullen spoedig eens naar de pastorie teruggaan, al was het alleen om deze wandeling nog eens te genieten." Welke wandeling bedoelt hij, heen of terug? Dat moei ik weten. „Ja, heel mooi. En dan brengen zij ons terug, rooals wij 't hen deden." „Nu, dat behoeft niet, ik vind bet juist prettig om niet met zoovelen te zijn.'' O, liij meent deze wandeling. Hij meent dezelfde als ik. Dat hij dus zoo ver, tot aan het hek van de pastorie, meeging, v,as ora Onze wandeKng grooler te maken. Edla ver gist zich. Hij is niet zoo goed als verloofd Zij jokt, zij wil mij maar ergeren. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1