N° 39 13t!" Jaargang. DE EEMLAN DER' g Augustus 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. ELLYs BEPROEVING. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort i. f l.OO* Idem franco per post 1.50* l Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. V Afzonderlijke nummers - 0.05. *J)eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en X' Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, fAmilie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VEKTENTIËN: Van 15 regols f 0.50. Eikeregel meer0.10. jgV Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote loiters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bovattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Poiitiek Overzicht De wereldstrijd. Met dc verklaring, dal de oorlogstoestand tu ia ingetreden lusschen Ooslenrijk-Honga- ïije eencizijds on Frankrijk en Engeland an derzijds, is de toestand op oorlogs"ebicd ge regulariseerd, voor zooveel dc groole mogend heden betrel'l die er in betrokken zijn. iegeii- over DuiLschland en Oostenrijk-IIongarij© staan thans Rusland, Frankrijk en Engeland. Servië lieefl ook met Duitschland dc betrek kingen afgebroken; Montenegro liecft als bond genoot van Servië aan Oostenrijk dein oorlog verklaard. Wij iiebbeu uog niet de oorlogsver klaring van Montenegro tegen Duitschland zien afkomen. Wat België betreft, beslaat er \oor Oostenrijk geene aanleiding om Duitscli- land's voorbeeld te volgen in het schenden van Bclgië's onzijdigheid, waaruil dus zou volgen, dat Belgie geen reden zou hebben om den vrede met Oostenrijk te verbreken. liet gevolg van de oorlogsverklaring van Frankrijk en van Engeland tegen Oostenrijk- Hongarije zul zijn, dat de in dc Middeilandsciic zee aanwezige l-rauscli-Engelsche vlootcombi- nulie zal optreden tegen de Oostenrijksche viool, in de Noordzee ageert de zelfde com binatie tegen de Duitsehe vloot. De macht der standigliedcn dwingt de Duitsehe en Oos- •eniijksolie violen ieder op zich zelf te blijven, /ij kunnen zioh niet bij elkaar voegen, en voor dit geval is het woord niet geschreven: „In ons isolement ligt onze kracht.'' De berichten oyer het gevecht, dat onze Belgische naburen met eenige zclfverhelling noemen den slag bij Ilaclen, getuigen op nieuw yan-den kloekcu geest, die het Belgische leger bezielt in zijn strijd tegen den Duitschen in dringer. Het feit, dat liaelen en Diest liggen in de provincie Brabant, zou ons bezorgd kun- gïscht 'gëüteiV '.ui den oorlog betrokken 'zal worden dain men eerst dacht. Maar aan den anderen kant geeft de wijze, waarop de Duit schers bier den strijd voeren, den indruk, dat zij niet in die richting den grooten stroom van hunne troepenmacht leiden. De voorbereiding van de groote operaliën blijil achter een dich ten sluier verborgen. ,Van het zuidoostelijke oorlogslooneel is van Oostenrijksche zijde de verzekering gekomen, dat geen Servische soldaat zich op Oosten- rijksck gebied bevindt Ditzelfde -bbcn wij een dag vroeger van Servische zijde verno men, wal de Oostenrijksche soldaten op Ser visch gebied betreft. Daaruit mag de conclu- sie worden getrokken, dat daar nog alles bij hel oude is. De oorsprong van den wereldstrijd. De strenge afsluiting, die onder den eersten indruk van de oorlogsmaatregelen aan de grenzen van de zioh tot den oorlog toerustende stalen gehandhaafd werd, begint een weinig te vernunderen. Wij krijgen weer dagbladen uit het buitenland. Wel zijn zij nog schaarsch tn komen zij zeer ongeregeld en met groote vertraging binnen. Voor 't geen nu gebeurt Op het oorlogsterrein zijn dagbladen van eene Week oud zonder waarde. Tot verklaring hoe wij, als bij overrompeling, in den oorlogs toestand gekomen zijn, vullen zij onze uit den aard gebrekkige kennis aan, die wij uit de telegrammen hebben opgedaan. Van groot belang hiervoor is de telegrafi sche correspondentie tusschen den Duitschen keizer en den ozaar van Rusland, waarvan wij nu volledig kennis hebben kunnen neuaen. In zijn telegram van 28 Juli zegt de Duiteche keizer, dat hij met de grootste ge rustheid hoort van den indruk, dien het op treden van Oostenrijk-Iiongarije tegen Servië in het Russische rijk teweeg brengt; hij laat daarop volgen: „De zich van allen schroom onlslögcn achtende beweging, die sedert ja ren in Servië is gedreven, heeft geleid lot het ontzettende misdrijf, waarvan aartshertog Frans Ferdinand het slachtoffer is geworden. De geest, die de Serven hun eigen koning en zijne gemalin deed vermoorden, hcerscht heden nog in dat land. Ongetwijfeld zult gij met mij er in overeenstemmen, dat wij beiden, gij en ik, zoowel als alle souvcrcinen er een gemeenschappelijk belang hij hebben te eischen, dat allen, die voor den afsohuwelij- ken moord zedelijk verantwoordelijk zijn, hunne verdiende straf ondergaan.'' Het antwoord van den czaar geeft hierop geen weerklank. Ilct bevat een dringend ver zoek'om hulp aan den keizer; maar dat ver zoek wordt door den czaar aldus toegelicht: „Een schandelijke oorlog is aan een zwak land verklaard; de verontwaardiging hier over. die ik ten Volle deel, is in Rusland alge meen. Ik voorzie, dat ik zeer spoedig den druk, die op mij wordt uitgeoefend, niet meer zal kunnen weerstaan en gedwongen zal zijn maatregelen te nemen, die tot den oorlog zullen leiden. Om een ongeluk, zooals een Europeesclien oorlog zou zijn, te voorkomen, verzoek lk u in naam van onze oude vriend schap, al het mogelijke te doen, om uwen bondgenoot te weerhouden te ver te gaan." De keizer komt in een nader telegram, van 29 Juli 6.30 namiddags, op tegen de kwalifi- wijze heeft gegeven. Hij kan den oorlog tegen Servië niet als een „schandelijken oorlog" be schouwen. Oostenrijk-Hongarije weet uit on dervinding, dat Servië's beloften, als zij slechts op het papier staan, feheel onbe trouwbaar zijn; wat Oostenrijk doet, is slechts te beschouwen als eene poging om er volledügen waarborg voor te krijgen, dat Servië's beloften ook werkelijk in de daad worden omgezet. De keizer wijst op de ver klaring van Oostenrijk, dat het geène terri toriale veroveringen op kosten van Servië be oogt, en goat dan voort: „Ik meen dus, dat het voor Rusland bepaald mogelijk is, tegen over den Oostcnrijksdi-Senischcn oorlog in de rol van den toeschouwer te blijven, zonder Europa te betrekken in dein vreeselijksten oorlog, daen het ooit heeft beleefd. Ik geloof, dat het mogelijk is, dat uwe regeering en Weenen zich direct met! elkaar verstaan, ^et- geen mijne regcering met alle krachten tracht te bevorderen. Natuurlijk zouden mili taire maatregelen van Rusland, die Oosten rijk jHon ga rij e als bedreiging zou kunnen op vatten, een ongeluk verhaasten, dat wij bei den wenschcn te vermijdenzij zouden ook mijne stelling als bemiddelaar, die ik op uw beroep op mijne vriendschap en hulp bereidwflkg op mij héb genomen, ondermij nen". Reeds weinige uren later, den 30en Juli om 1 uur voormiddags, laat de keizer hierop een nieuw telegram volgen* om nogmaals te wij zen op de gevaren en ernstige gevolgen van eene mobilisatie; hij zegt thans: „Wanneer Rusland tegen Oostenrijk-Hongaxije mobili seert. dan wordt de bemiddelaarsrol, die gij mij op vriendschappelijke wijze hebt toever trouwd en die ik oip uw uitdrukkelijk ver zoek heb aangenomen, ia gevaar gebracht, zoo niet onmogelijk gemaakt. Dc gcheele zwaarte van de beslissing rust nu op uwe schouders; zij hebben de verantwoordelijk heid voor oorlog of vrede te dragen." Hierop antwoordt de czaar den 30en Juli om 1.20 namiddags met dc mededeelang: „Tot de nu in werking tredende militaire maatrege len is reeds voor rijf dagen besloten, en wel om redenen ter verdediging tegen de toebe reidselen van Oostenrijk. Ik hoop van gan- sohcr lvarte, dat deze maatregelen op gecne wijze uwe stelling als bemiddelaar zullen be ïnvloeden, die ik op zeer hoogen prijs stel. Wij hebben uwen sterken druk op Oostenrijk noodig, opdat het er toe komt zich met ons te verstaan." Hiermee eindigt de correspondentie tus- schen de beide keizers. Men weet, dat daarop den 31en Juli het Duitsehe ultimatum aan Rusland is gevolgd, dat steunde op de weten schap, dat de Russische regeering bevel had gegeven tol eene algemecne mobilisatie, die dus niet alleen gold tegen Oostenrijk-Hon garije, maar ook tegen Duitschland. Daaruit is de gansclie reeks maatregelen voortgeko men, waardoor nu, nauwelijks veertien dagen verder, geheel Europa ten volle toegerust overeind staat, gereed tot den verschrikkelij- ken strijd, waarvan wij dc vooiboden reeds hebben zien verschijnen. Maar in hot laatste telegram van den czaa.- vinden wij het begin punt van dezen wereldstrijd aangegeven. Er staat: „Tot de nu in werking tredende mili taire maatregelen is reeds voor vijf dagen be sloten'.'. Da_t_is_ dus. -schicd den 25en Juli- raad genomen besluit gebracht. liet is van historisch gewicht, dit feit aan dc hand van da authentieke stukken vast te leggen. De oorlog. Brussel, 15 Aug. De gevechten van gisteren zullen den naam «Irageu slag van Haelen. Zij daurdeu den gehee- len dag. Nog om halt aclit des avonds vielen de granaten op den weg gaande naar Diest. Bet middelpunt van den slag was Haelen. Om 7 nnr des avonds was het geheele terrein tussclien Diest, Haelen en Zellick schoon geveegd van de Duitschers, maar bedekt met dooden en gewonden. Daar een gedeelte van den linker vleugel een oogeublik wankelde, wer den versterkingen uit Diest gevraagd. De brandweer verzocht in het vaar te gaan drie man werden gewond. DcBelgisclaegenieliet twee bruggen over de Denier springen. De kerk, een bronwerij en eenige hulzen van Hae len geraakten in brand. Er zijn meer dan 3UO dooden geteld van Duitsehe zijde op een alstand van 50 Meier. De vijand was omstreeks 5000 man sterk. De Belgen waren samengesteld uit lanclers, jagers te paard, karablniers eu artillerie. Een reusachtige bult is opgestapeld voor het gemeeutehuls In Diest. Tal rijke paarden zijn bemachtigd. (Driost en Haelen liggen in de Provincie Bra bant dicht bij do grens van de Belgische pro vincie Limburg.) Brussel, 13 Aug. (Officieel). De gisteren door de Belgische troepen behaalde overwin ning wordt officieel bevestigd. Wij liad den slechts eene kavallcric-divisie cn eonc gemengde brigade in den strijd. De verliezen van dc Duitschers zijn zeer groot; er moot ongeveer drie vijfden van hun in den strijd betrokken effectief buiten gevecht gesteld zijn. De Belgische verliezen waren betrekkelijk ge ring; er zijn eenige diooden bij de kavallerie- di visie. Heden morgen was er con offensieve spits van de gisteren geslagen troepen in actie, waarschijnlijk om de gewonden en dooden en hot achtergelaten materieel op te halm Er is volstrekt geene verrassing voor ons te verwachten. Een cvcntueclc aanval zou zege vi^netnd teruggeslagen wordlejni. lieden morgen heeft ook in liet zuiden een gevecht plaats gehad tussclien de Duitsehe troepen, van wie gisteren •gemeld werd, dat zij op inarsch waren naar Egbczéc. Zij werden aangevallen door onze troepen en teruggedre ven met zeer zware verliezen. Wij hebben op auto's geladen machinegeweren genomen. Er behoeft volstrekt niet gevreesd te wor den voor eene beweging van de Duitsehe kavallcrie tegen Brussel uit het zuiden. Alle toegangen zijn door het leger en dc schutterij bewaakt. Tweede telegram. Blijkens nieuwe bijzonderheden, die over den slag van Haelen zijn ontvangen, werd de nadering van den vijand door patrouilles van de karabiniers bericht. Dc Belgische troepen stelden zich aanstonds op in de loopgraven. Toen de vijand aankwam, werd hij ontvangen door een j5e ïfiagsrfropfe terug achter Haelen. Weldra kwamen ver sterkingen opzetten. Het gevecht duurde den geheelen dag. Ondanks liun grooter aantal, Werden de Duilsohers met aware verliezen teruggedreven. De Belgische verliezen waren niet belangrijk. Het dorp Haelen bad veel te lijden. De nacht verliep rustig op het front van de Belgische troepen. Het verkeer is hersteld tol: aan Landen. Brussel, 13 Aug. De Soir meldt: Men schat de verliezen, die de Duitschers Woens dag geleden hebben, op ongeveer twee dui zend, zoowel aan dooden als gewonden. De verliezen der Belgen zijn niet met juistheid bekend. Hel aantal hunner dooden is zeer ge ring; de Belgen hebben vooral gewonden, doch betrekkelijk weinig in verhouding tot die der Duitschers. Gedurende den nacht had geen en kele aanval plaats; men weel echter, dat de Duitschers zich achter de voorposten opnieuw forineeren. Hedenmorgen om vijf uur begon de kanonnade opnieuw, doch meer in de verte dan gisteren, daar de Belgische troepen voor waarts gerukt waren. Er zijn versche troepen op inarsch naar het front, teneinde steun- cn vervangingsdiensteu to bewijzen aan de troe pen, die gisteren in het gevecht zijn geweest. Onze manschappen zijn vroolijk gestemd en vol animo. Brussel, 13 Aug. Volgens de Soir was dc toestand hedenavond om 5 uur aldus: Onze troojien drongen do Duitschers terug en braahtcn him belangrijke verliezen loc," zoowel o»p het front van Diest, waar zij ui aanzienlijke sterkte waren teruggekeerd om hunne artillerie te hernemen, als op hel front van Eghezée. De chef van den genera Ln staf heeft zich naar Brussel begeven om aan den minister van oorlog en den koning verslag te doen v<an de gelukkige uitkomsten van dezen dag. Dc Soir bcrioht, dal volgons het verhaal van een deelnemer aan den strijd een Duit sehe vlieger, die boven onze troepen vloog, op hen liet neerdalen ccnc hoeveelheid blok jes, gevuld mol een poeder, dat' buitenge woon vergiftige bcstanddecLn bevatte, lri proefnemingen, die op dieren worden gedaan hebben dit .djdoende bewezen. B r u s s e 1, 1 3 A u g. Omstreeks half zes had ^ccn nieuw gevecht plaats bij Geil Bclz. De Bel gen streden tegen eene colonne van 400 Duit schers, die zij op dc viucht joegen. Het aantal Belgische gewonden in het ge vecht van Ilaclen zou 200 bedragen. Men zegt, dat de treinenloop hersteld is tol aan Warem* nee (op de grens van do provinciën Limburg en Luik). Hier loopt het gerucht van den dood van den Duitschen bevelhebber generaal von Em- mich. Het wordt onder voorbehoud medege deeld. Brussel, 13 Aug. De commissie van enquête naar de inachtneming van de 001s logswetten heeft op con aantal feiten de aan dacht gevestigd, die ten laste komen van do thans in België aanwozige Duitsehe troepen, met name het ledigen van de gemeentekassen, het in beslag nemen van gelden bij de agent schappen der nationale bank en talrijke scheidingen van versidjuüeiide artikelen van. en gebruiken. Daartoe behooron. het terecht stellen van militairen on gevangenen, hef schieten op hospitaalsoldaten, die gewonden oprapen, het schieten om ambulances, het in brand steken van huizen, het oefenen van wraak na staking van het gevecht, het schie ten op vreedzame particulieren. Het comité protesteert ook telgen het stellen' van gijzelaars in Luik cn Bdlgiscli Luxemburg Parijs, 13 Aug. Het gevecht aan d« Otliain, van den 11011, werd gisteren sohit terend voortgezet. Twee Fransche bataillons die door eeire veel sterkere Duitsehe strijd1- macht werden aangevahleii, trokken'zich eerst terug; zij d>edeu daarna, een tegenaanval en noodzaakten die Duitschers tot een overhaas ten terugtocht, waarbij zij talrijke dooden, gewonden en gevangenen verloren, benevens eene batterij artillerie cn drie machinegewe ren. liet' 21e regiment Duitsehe dragonders is vernietigd door ©ene Firansclie batterij. De Duitsehe colonnes trokken zich terug, op den voet gevolgd door de onzen; negen officieren en oen duizendtal gewonden en gevangenen bleyen in onze handen. liet bombardement van Pont a Mousson be wees opnieuw de geringe uitwerking van de zware Duitsehe artillerie. (De Othain is oen riviertje, dat uitloopt Roman uit het Zwcedsch door A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 24 „Zulk 11 we niet eerst een oogenbiik uit rusten? Je zult wei vermoeid ziju." „In t geheel niet." „Ja, dat moet toch wel zoo zijn. Wij heb- t>ein eon heel eind geloopen on dc heuvel is fiftieiL Laten wij hier op dezen steen gaan zit ten. iHier is geen dauw." De heuvel was werkelijk steil. Het doet goed der in de schaduw van hel boscii op adem te tornen. De heele omtrek ligt voor onze voe ten en al de deuren der huizen zijn gesloten. Alles slaapt cn niémand bekommert zich om ons. „Zeg, FJly, je vindt me dus een onnatuur- •lijken zoo*»>?" Hoe djJkl hij daar nu 0111? Ik dacht dat dit voorbij was, dat hij alles wilde vergeten, dal bij nkt boos meor op mij was. En daar kond liut weer ais een donderslag. II'; moet fleze gedachte den geheelen dag niet zich om gedragen hebben. En nu komt het. Weg is de Éeeiiijkheid en vrijheid 0111 ons been. f „Neen, lord, dat geloof ik in 't geheel biet „Het is de vraag niet wat je gelooft of wilt jfdoovcn want je hebt het gezien. En je vindt £«4 bed nnodi; dat mii verbeteren moet." Wat een lach! Ironisch cn "tegelijk .won derlijk, verwonderlijk bitter. Die v?agt alles weg wat ik wilde zeggen. „Maar dat zal niet gaan; in dat rpzioht zal ik nooit anders worden." „Ik weet dat je er reden voor hebt. Tante Ida sprak er gisteren over. „Het is immers geen geheim?'* Waarom springt hij op? Ergert het hem diat ik het geheim weet, wat toch geen ge heim is? Het moet hem wel pijn doen. „Reden? Maar hij is in alle geval mijn va der en dat mag ik niet vergeten. Maar overi gens het ,gaat niet." Ilij zwijgt een heele poos met zijn kin op zijn handen. Hij wil er liever niet over snre- ken. Maar bij begon er zelf over. Hij wil er juist over spreken met mij 'en toch wil hij niet. Nu staat hij we ei* op. „Ik heb twee broers, die in de wereld een voudige beroepen uitoefenen. En het is door hem dat zij niet die opvoeding genoten, waar op zij aanspraak hadden om tot betere levens voorwaarden te komen. Zij hebben veel meer reden om verbitterd te zijn dan ik. En hun optreden tegenover hem is, in alle opzichten, beter dan het mijne. Zij voelen geen bran dende smart; zij wenschcn hem geen kwaad. Maar ikJe moet niet denken dat het alleen onverschilligheid of onachtzaamheid is. Ach neen, under dit alles is iels dat veel erger is dan je meent." „Erger?" Ilij ziet er onverzettelijk uit. Zijn gelaat draagt het masker van onbewegelijke star heid. De bitterheid, die hij gevoelt, moet al •heel diep zijn. ,.Ik stond voor den stal en liet h« t veulen zren om het te verkooüen en hii kwam er bij, zooals je je zult herinneren.... i") wist nergens van en wilde weten wat tr aan de hand was en zag toen dat wij aan het onder handelen waren over zijn geliefd koets aard. Toen heb ik mij verheugd." „Neen, neen, dat geloof ik niet...." Maar hij zit daar met dien vreemden, bit teren lach en buigt bevestigend het hoofd. Het geeft hem zeker eenige voldoening te zien hoe liet mij ontroert. En toch, Ir'i kan niet begrijpen hoe zijn woorden mij, juist mij, livrffen; 't is of mijn keel wordt dicht renoerd. Hij moet /ichzelven wat wijs maken. Het is niet mogelijk dat hij zulke gevoelens 'egens zijn vader koestert. „Maar er is toah zeker wel een veront schuldiging voor hem te- vinden, ecu andere verklaring?" „Ja, waarlijk. Als wij hem niet zoo darelijks zagen, zou het anders zijn. Anderen zullen hem misschien aanzien voor een goed, wel willend man -van onberispelijk uiterlijk 00 deftige vormen en als ik hem op die manier beschouwde, zou ik eerbied voor hem .rcvoeld hebben. Maar gelukkige omstandigheden ver bergen 's mcnschen waren a aid, ongelukkige brengen dien aan het licht." De roode daken van Angsby zijn reeds in het gezicht. Er inoct al een geruime trd rijn verloopen sedert wij den heuvel opliepen en weer terugkeerden, ofschoon ik het onder het wandelen niet heb bespeurd. „Gelukkige omstandigheden verbergen den waren mensch, ongelukkige brengen dien aan het lidbl." Ik zie he»t, als ware het, met letter» van vuur vóór mij en het licht wordt duister. Neen, het wordt niet meer ontstoken want ik heb geen lust oin te zien. Alle gedachten. die door het licht liecn schemerden, moeten in 'hun hoek teruggedreven worden. Zii moe- ton wachten. Ik heb er nu geen tijd voor. Ik moet luisteren naar wal Tord zegt. Altijd spreekt hij nog over zijn verhouding tot zijn vader. Dal is zijn gedurige kwelliug. Ik begrijp hoe (lil zijn jeugu heelt verduisterd en zijn gevoel voor zijn ouderlijk huis heeft verbitterd en iioe hij zich schaamt over zijn va<ter. En voor een trotsch karakter als het zijne moet schaamte een ondragelijke pijn zijn- Die schaamte moet bitterheid opwekken tegen hem die er de oorzaak van was. En hij ka<u zidli niet losrukken van die b'iu-heid. Hij gevóelt het telkens wanneer hij zijn va der ziet en dat niet alleen om zichzelven, maar ook om zijn moeder cn zijn broers. Hij stelt hom verantwoordelijk, niet zoozeer voor wat hij zólf lijdt als voor wat zij lijden. Dat liij zoo onverzoenlijk kan ziju! Dat verschrikt mij, maar overigons ben ik zelfs blij dat hij met mij spreekt zooals hij doet, want ik weet dat hij niet tot dc eerste de beste zoo spreekt, zelfs niet tot tante Ida, niet eens tot zijn eigen lieve moeder. Zoo -zonder eenige terughou ding zou bij zich voor hen niet willen uit spreken. Dal zou hen te veel doen schrikken. Maar voor mij zet hij de deur op een grooten kier en toont zich zooals hij is, met alle goede en kwade eigenschappen. En het schijnt hem to verlichten om mij allee te zeggen. Als ik hem o,p gelijke wijze kon vergelden 1 Neen, het is onmogelijk, hij zou me ver achten. Bij mij moet het altijd een gesloten kamer blijven. Maar als ik zijn bitterheid maar wat kon verminderen, een heel klein beetje. „Je eiecht veel van de menschen, Tord. Waaroan ie zoo te Diiniaen over iets .dat nu ccimi aal zoo is? Ik zou het ook kunnen doen maar ik bekommer or mij niet om." „Over jou vader?" „Ju, hij heeft ook zijn gebreken." „Heeft hij ook de toekomst van zyn kinde ren gestolen?" Gestolen l Dal vreeselijke woord. Het sniidt cn schreeuwt me in de oorea, en toch hoor ik het mijizelve herhalen. Ik weet nauwelijks ineeT waarover wij spraken. Maar il: moet mijn gedachten verzamelen. „Het ging slecht met zijn zaken, zoodat wij gedwongen werden voor ons zelven te zor gen. En dal kon hij niet helpen. Maar hij beroofde oins van ons tehuis door een vreemde vrouw in huis te nemen en dat kon hij wol helpen." Tord zegt d'at dit hem spijt voor mij. Zoo kwuni 't zeker* dat iiij zijn arm door den mijne stuk zooals hij met een goed vriend eu kameraad gedaan zou hohben, vast en Hink, maar zonder een woojxI te spreken. IIH meent misschien dat ook ik hem zijn vertrouwen heb geschonken en hem wat van mijn leven heb kiteui z<ien. Misschien gevoelt hij zich met zoo eenzaam in zijn kwelling nu h weet dat ik, evenaJs hij, een last te dragen heb, al is mijn hart niet zoo bezwaard als liet zijne. Over zijn gelaat ligt een minder harde uit drukking. Ik geloof zeker dat ik één enkel korreltje van zijn verdriet heb weggenomen In leder geval voor een oogenbhk. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1