N° 39
13t!" Jaargang.
DE EEMLAN DER'
g Augustus 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ELLYs BEPROEVING.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort i. f l.OO*
Idem franco per post 1.50*
l Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
V Afzonderlijke nummers - 0.05.
*J)eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
X' Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, fAmilie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VEKTENTIËN:
Van 15 regols f 0.50.
Eikeregel meer0.10.
jgV Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote loiters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bovattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Poiitiek Overzicht
De wereldstrijd.
Met dc verklaring, dal de oorlogstoestand
tu ia ingetreden lusschen Ooslenrijk-Honga-
ïije eencizijds on Frankrijk en Engeland an
derzijds, is de toestand op oorlogs"ebicd ge
regulariseerd, voor zooveel dc groole mogend
heden betrel'l die er in betrokken zijn. iegeii-
over DuiLschland en Oostenrijk-IIongarij©
staan thans Rusland, Frankrijk en Engeland.
Servië lieefl ook met Duitschland dc betrek
kingen afgebroken; Montenegro liecft als bond
genoot van Servië aan Oostenrijk dein oorlog
verklaard. Wij iiebbeu uog niet de oorlogsver
klaring van Montenegro tegen Duitschland
zien afkomen. Wat België betreft, beslaat er
\oor Oostenrijk geene aanleiding om Duitscli-
land's voorbeeld te volgen in het schenden
van Bclgië's onzijdigheid, waaruil dus zou
volgen, dat Belgie geen reden zou hebben om
den vrede met Oostenrijk te verbreken.
liet gevolg van de oorlogsverklaring van
Frankrijk en van Engeland tegen Oostenrijk-
Hongarije zul zijn, dat de in dc Middeilandsciic
zee aanwezige l-rauscli-Engelsche vlootcombi-
nulie zal optreden tegen de Oostenrijksche
viool, in de Noordzee ageert de zelfde com
binatie tegen de Duitsehe vloot. De macht der
standigliedcn dwingt de Duitsehe en Oos-
•eniijksolie violen ieder op zich zelf te blijven,
/ij kunnen zioh niet bij elkaar voegen, en
voor dit geval is het woord niet geschreven:
„In ons isolement ligt onze kracht.''
De berichten oyer het gevecht, dat onze
Belgische naburen met eenige zclfverhelling
noemen den slag bij Ilaclen, getuigen op nieuw
yan-den kloekcu geest, die het Belgische leger
bezielt in zijn strijd tegen den Duitschen in
dringer. Het feit, dat liaelen en Diest liggen
in de provincie Brabant, zou ons bezorgd kun-
gïscht 'gëüteiV '.ui den oorlog betrokken 'zal
worden dain men eerst dacht. Maar aan den
anderen kant geeft de wijze, waarop de Duit
schers bier den strijd voeren, den indruk, dat
zij niet in die richting den grooten stroom van
hunne troepenmacht leiden. De voorbereiding
van de groote operaliën blijil achter een dich
ten sluier verborgen.
,Van het zuidoostelijke oorlogslooneel is van
Oostenrijksche zijde de verzekering gekomen,
dat geen Servische soldaat zich op Oosten-
rijksck gebied bevindt Ditzelfde -bbcn wij
een dag vroeger van Servische zijde verno
men, wal de Oostenrijksche soldaten op Ser
visch gebied betreft. Daaruit mag de conclu-
sie worden getrokken, dat daar nog alles bij
hel oude is.
De oorsprong van den
wereldstrijd.
De strenge afsluiting, die onder den eersten
indruk van de oorlogsmaatregelen aan de
grenzen van de zioh tot den oorlog toerustende
stalen gehandhaafd werd, begint een weinig
te vernunderen. Wij krijgen weer dagbladen
uit het buitenland. Wel zijn zij nog schaarsch
tn komen zij zeer ongeregeld en met groote
vertraging binnen. Voor 't geen nu gebeurt
Op het oorlogsterrein zijn dagbladen van eene
Week oud zonder waarde. Tot verklaring hoe
wij, als bij overrompeling, in den oorlogs
toestand gekomen zijn, vullen zij onze uit den
aard gebrekkige kennis aan, die wij uit de
telegrammen hebben opgedaan.
Van groot belang hiervoor is de telegrafi
sche correspondentie tusschen den Duitschen
keizer en den ozaar van Rusland, waarvan
wij nu volledig kennis hebben kunnen neuaen.
In zijn telegram van 28 Juli zegt de
Duiteche keizer, dat hij met de grootste ge
rustheid hoort van den indruk, dien het op
treden van Oostenrijk-Iiongarije tegen Servië
in het Russische rijk teweeg brengt; hij laat
daarop volgen: „De zich van allen schroom
onlslögcn achtende beweging, die sedert ja
ren in Servië is gedreven, heeft geleid lot het
ontzettende misdrijf, waarvan aartshertog
Frans Ferdinand het slachtoffer is geworden.
De geest, die de Serven hun eigen koning en
zijne gemalin deed vermoorden, hcerscht
heden nog in dat land. Ongetwijfeld zult gij
met mij er in overeenstemmen, dat wij beiden,
gij en ik, zoowel als alle souvcrcinen er een
gemeenschappelijk belang hij hebben te
eischen, dat allen, die voor den afsohuwelij-
ken moord zedelijk verantwoordelijk zijn,
hunne verdiende straf ondergaan.''
Het antwoord van den czaar geeft hierop
geen weerklank. Ilct bevat een dringend ver
zoek'om hulp aan den keizer; maar dat ver
zoek wordt door den czaar aldus toegelicht:
„Een schandelijke oorlog is aan een zwak
land verklaard; de verontwaardiging hier
over. die ik ten Volle deel, is in Rusland alge
meen. Ik voorzie, dat ik zeer spoedig den
druk, die op mij wordt uitgeoefend, niet meer
zal kunnen weerstaan en gedwongen zal zijn
maatregelen te nemen, die tot den oorlog
zullen leiden. Om een ongeluk, zooals een
Europeesclien oorlog zou zijn, te voorkomen,
verzoek lk u in naam van onze oude vriend
schap, al het mogelijke te doen, om uwen
bondgenoot te weerhouden te ver te gaan."
De keizer komt in een nader telegram, van
29 Juli 6.30 namiddags, op tegen de kwalifi-
wijze heeft gegeven. Hij kan den oorlog tegen
Servië niet als een „schandelijken oorlog" be
schouwen. Oostenrijk-Hongarije weet uit on
dervinding, dat Servië's beloften, als zij
slechts op het papier staan, feheel onbe
trouwbaar zijn; wat Oostenrijk doet, is
slechts te beschouwen als eene poging om
er volledügen waarborg voor te krijgen, dat
Servië's beloften ook werkelijk in de daad
worden omgezet. De keizer wijst op de ver
klaring van Oostenrijk, dat het geène terri
toriale veroveringen op kosten van Servië be
oogt, en goat dan voort: „Ik meen dus, dat
het voor Rusland bepaald mogelijk is, tegen
over den Oostcnrijksdi-Senischcn oorlog in
de rol van den toeschouwer te blijven, zonder
Europa te betrekken in dein vreeselijksten
oorlog, daen het ooit heeft beleefd. Ik geloof,
dat het mogelijk is, dat uwe regeering en
Weenen zich direct met! elkaar verstaan, ^et-
geen mijne regcering met alle krachten
tracht te bevorderen. Natuurlijk zouden mili
taire maatregelen van Rusland, die Oosten
rijk jHon ga rij e als bedreiging zou kunnen op
vatten, een ongeluk verhaasten, dat wij bei
den wenschcn te vermijdenzij zouden ook
mijne stelling als bemiddelaar, die ik op
uw beroep op mijne vriendschap en hulp
bereidwflkg op mij héb genomen, ondermij
nen".
Reeds weinige uren later, den 30en Juli om
1 uur voormiddags, laat de keizer hierop een
nieuw telegram volgen* om nogmaals te wij
zen op de gevaren en ernstige gevolgen van
eene mobilisatie; hij zegt thans: „Wanneer
Rusland tegen Oostenrijk-Hongaxije mobili
seert. dan wordt de bemiddelaarsrol, die gij
mij op vriendschappelijke wijze hebt toever
trouwd en die ik oip uw uitdrukkelijk ver
zoek heb aangenomen, ia gevaar gebracht,
zoo niet onmogelijk gemaakt. Dc gcheele
zwaarte van de beslissing rust nu op uwe
schouders; zij hebben de verantwoordelijk
heid voor oorlog of vrede te dragen."
Hierop antwoordt de czaar den 30en Juli
om 1.20 namiddags met dc mededeelang: „Tot
de nu in werking tredende militaire maatrege
len is reeds voor rijf dagen besloten, en wel
om redenen ter verdediging tegen de toebe
reidselen van Oostenrijk. Ik hoop van gan-
sohcr lvarte, dat deze maatregelen op gecne
wijze uwe stelling als bemiddelaar zullen be
ïnvloeden, die ik op zeer hoogen prijs stel.
Wij hebben uwen sterken druk op Oostenrijk
noodig, opdat het er toe komt zich met ons te
verstaan."
Hiermee eindigt de correspondentie tus-
schen de beide keizers. Men weet, dat daarop
den 31en Juli het Duitsehe ultimatum aan
Rusland is gevolgd, dat steunde op de weten
schap, dat de Russische regeering bevel had
gegeven tol eene algemecne mobilisatie, die
dus niet alleen gold tegen Oostenrijk-Hon
garije, maar ook tegen Duitschland. Daaruit
is de gansclie reeks maatregelen voortgeko
men, waardoor nu, nauwelijks veertien dagen
verder, geheel Europa ten volle toegerust
overeind staat, gereed tot den verschrikkelij-
ken strijd, waarvan wij dc vooiboden reeds
hebben zien verschijnen. Maar in hot laatste
telegram van den czaa.- vinden wij het begin
punt van dezen wereldstrijd aangegeven. Er
staat: „Tot de nu in werking tredende mili
taire maatregelen is reeds voor vijf dagen be
sloten'.'. Da_t_is_ dus. -schicd den 25en Juli-
raad genomen besluit
gebracht. liet is van historisch gewicht, dit
feit aan dc hand van da authentieke stukken
vast te leggen.
De oorlog.
Brussel, 15 Aug. De gevechten van
gisteren zullen den naam «Irageu slag
van Haelen. Zij daurdeu den gehee-
len dag.
Nog om halt aclit des avonds vielen
de granaten op den weg gaande naar
Diest.
Bet middelpunt van den slag was
Haelen. Om 7 nnr des avonds was
het geheele terrein tussclien Diest,
Haelen en Zellick schoon geveegd
van de Duitschers, maar bedekt met
dooden en gewonden.
Daar een gedeelte van den linker
vleugel een oogeublik wankelde, wer
den versterkingen uit Diest gevraagd.
De brandweer verzocht in het vaar
te gaan drie man werden gewond.
DcBelgisclaegenieliet twee bruggen
over de Denier springen. De kerk, een
bronwerij en eenige hulzen van Hae
len geraakten in brand.
Er zijn meer dan 3UO dooden geteld
van Duitsehe zijde op een alstand
van 50 Meier. De vijand was omstreeks
5000 man sterk. De Belgen waren
samengesteld uit lanclers, jagers te
paard, karablniers eu artillerie.
Een reusachtige bult is opgestapeld
voor het gemeeutehuls In Diest. Tal
rijke paarden zijn bemachtigd.
(Driost en Haelen liggen in de Provincie Bra
bant dicht bij do grens van de Belgische pro
vincie Limburg.)
Brussel, 13 Aug. (Officieel). De gisteren
door de Belgische troepen behaalde overwin
ning wordt officieel bevestigd. Wij liad
den slechts eene kavallcric-divisie cn eonc
gemengde brigade in den strijd. De verliezen
van dc Duitschers zijn zeer groot; er moot
ongeveer drie vijfden van hun in den strijd
betrokken effectief buiten gevecht gesteld zijn.
De Belgische verliezen waren betrekkelijk ge
ring; er zijn eenige diooden bij de kavallerie-
di visie.
Heden morgen was er con offensieve spits
van de gisteren geslagen troepen in actie,
waarschijnlijk om de gewonden en dooden
en hot achtergelaten materieel op te halm
Er is volstrekt geene verrassing voor ons te
verwachten. Een cvcntueclc aanval zou zege
vi^netnd teruggeslagen wordlejni.
lieden morgen heeft ook in liet zuiden een
gevecht plaats gehad tussclien de Duitsehe
troepen, van wie gisteren •gemeld werd, dat zij
op inarsch waren naar Egbczéc. Zij werden
aangevallen door onze troepen en teruggedre
ven met zeer zware verliezen. Wij hebben op
auto's geladen machinegeweren genomen.
Er behoeft volstrekt niet gevreesd te wor
den voor eene beweging van de Duitsehe
kavallcrie tegen Brussel uit het zuiden. Alle
toegangen zijn door het leger en dc schutterij
bewaakt.
Tweede telegram. Blijkens nieuwe
bijzonderheden, die over den slag van Haelen
zijn ontvangen, werd de nadering van den
vijand door patrouilles van de karabiniers
bericht. Dc Belgische troepen stelden zich
aanstonds op in de loopgraven. Toen de vijand
aankwam, werd hij ontvangen door een
j5e ïfiagsrfropfe
terug achter Haelen. Weldra kwamen ver
sterkingen opzetten. Het gevecht duurde den
geheelen dag. Ondanks liun grooter aantal,
Werden de Duilsohers met aware verliezen
teruggedreven. De Belgische verliezen waren
niet belangrijk. Het dorp Haelen bad veel te
lijden.
De nacht verliep rustig op het front van
de Belgische troepen. Het verkeer is hersteld
tol: aan Landen.
Brussel, 13 Aug. De Soir meldt: Men
schat de verliezen, die de Duitschers Woens
dag geleden hebben, op ongeveer twee dui
zend, zoowel aan dooden als gewonden. De
verliezen der Belgen zijn niet met juistheid
bekend. Hel aantal hunner dooden is zeer ge
ring; de Belgen hebben vooral gewonden, doch
betrekkelijk weinig in verhouding tot die der
Duitschers. Gedurende den nacht had geen en
kele aanval plaats; men weel echter, dat de
Duitschers zich achter de voorposten opnieuw
forineeren. Hedenmorgen om vijf uur begon
de kanonnade opnieuw, doch meer in de verte
dan gisteren, daar de Belgische troepen voor
waarts gerukt waren. Er zijn versche troepen
op inarsch naar het front, teneinde steun- cn
vervangingsdiensteu to bewijzen aan de troe
pen, die gisteren in het gevecht zijn geweest.
Onze manschappen zijn vroolijk gestemd en
vol animo.
Brussel, 13 Aug. Volgens de Soir was
dc toestand hedenavond om 5 uur aldus:
Onze troojien drongen do Duitschers terug
en braahtcn him belangrijke verliezen loc,"
zoowel o»p het front van Diest, waar zij ui
aanzienlijke sterkte waren teruggekeerd om
hunne artillerie te hernemen, als op hel front
van Eghezée. De chef van den genera Ln staf
heeft zich naar Brussel begeven om aan den
minister van oorlog en den koning verslag
te doen v<an de gelukkige uitkomsten van
dezen dag.
Dc Soir bcrioht, dal volgons het verhaal
van een deelnemer aan den strijd een Duit
sehe vlieger, die boven onze troepen vloog,
op hen liet neerdalen ccnc hoeveelheid blok
jes, gevuld mol een poeder, dat' buitenge
woon vergiftige bcstanddecLn bevatte, lri
proefnemingen, die op dieren worden gedaan
hebben dit .djdoende bewezen.
B r u s s e 1, 1 3 A u g. Omstreeks half zes had
^ccn nieuw gevecht plaats bij Geil Bclz. De Bel
gen streden tegen eene colonne van 400 Duit
schers, die zij op dc viucht joegen.
Het aantal Belgische gewonden in het ge
vecht van Ilaclen zou 200 bedragen. Men zegt,
dat de treinenloop hersteld is tol aan Warem*
nee (op de grens van do provinciën Limburg
en Luik).
Hier loopt het gerucht van den dood van
den Duitschen bevelhebber generaal von Em-
mich. Het wordt onder voorbehoud medege
deeld.
Brussel, 13 Aug. De commissie van
enquête naar de inachtneming van de 001s
logswetten heeft op con aantal feiten de aan
dacht gevestigd, die ten laste komen van do
thans in België aanwozige Duitsehe troepen,
met name het ledigen van de gemeentekassen,
het in beslag nemen van gelden bij de agent
schappen der nationale bank en talrijke
scheidingen van versidjuüeiide artikelen van.
en gebruiken. Daartoe behooron. het terecht
stellen van militairen on gevangenen, hef
schieten op hospitaalsoldaten, die gewonden
oprapen, het schieten om ambulances, het in
brand steken van huizen, het oefenen van
wraak na staking van het gevecht, het schie
ten op vreedzame particulieren.
Het comité protesteert ook telgen het stellen'
van gijzelaars in Luik cn Bdlgiscli Luxemburg
Parijs, 13 Aug. Het gevecht aan d«
Otliain, van den 11011, werd gisteren sohit
terend voortgezet. Twee Fransche bataillons
die door eeire veel sterkere Duitsehe strijd1-
macht werden aangevahleii, trokken'zich eerst
terug; zij d>edeu daarna, een tegenaanval en
noodzaakten die Duitschers tot een overhaas
ten terugtocht, waarbij zij talrijke dooden,
gewonden en gevangenen verloren, benevens
eene batterij artillerie cn drie machinegewe
ren.
liet' 21e regiment Duitsehe dragonders is
vernietigd door ©ene Firansclie batterij. De
Duitsehe colonnes trokken zich terug, op den
voet gevolgd door de onzen; negen officieren
en oen duizendtal gewonden en gevangenen
bleyen in onze handen.
liet bombardement van Pont a Mousson be
wees opnieuw de geringe uitwerking van de
zware Duitsehe artillerie.
(De Othain is oen riviertje, dat uitloopt
Roman uit het Zwcedsch door
A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
24
„Zulk 11 we niet eerst een oogenbiik uit
rusten? Je zult wei vermoeid ziju."
„In t geheel niet."
„Ja, dat moet toch wel zoo zijn. Wij heb-
t>ein eon heel eind geloopen on dc heuvel is
fiftieiL Laten wij hier op dezen steen gaan zit
ten. iHier is geen dauw."
De heuvel was werkelijk steil. Het doet goed
der in de schaduw van hel boscii op adem te
tornen. De heele omtrek ligt voor onze voe
ten en al de deuren der huizen zijn gesloten.
Alles slaapt cn niémand bekommert zich om
ons.
„Zeg, FJly, je vindt me dus een onnatuur-
•lijken zoo*»>?"
Hoe djJkl hij daar nu 0111? Ik dacht dat
dit voorbij was, dat hij alles wilde vergeten,
dal bij nkt boos meor op mij was. En daar
kond liut weer ais een donderslag. II'; moet
fleze gedachte den geheelen dag niet zich om
gedragen hebben. En nu komt het. Weg is de
Éeeiiijkheid en vrijheid 0111 ons been.
f „Neen, lord, dat geloof ik in 't geheel
biet
„Het is de vraag niet wat je gelooft of wilt
jfdoovcn want je hebt het gezien. En je vindt
£«4 bed nnodi; dat mii verbeteren moet."
Wat een lach! Ironisch cn "tegelijk .won
derlijk, verwonderlijk bitter. Die v?agt alles
weg wat ik wilde zeggen.
„Maar dat zal niet gaan; in dat rpzioht zal
ik nooit anders worden."
„Ik weet dat je er reden voor hebt. Tante
Ida sprak er gisteren over.
„Het is immers geen geheim?'*
Waarom springt hij op? Ergert het hem
diat ik het geheim weet, wat toch geen ge
heim is? Het moet hem wel pijn doen.
„Reden? Maar hij is in alle geval mijn va
der en dat mag ik niet vergeten. Maar overi
gens het ,gaat niet."
Ilij zwijgt een heele poos met zijn kin op
zijn handen. Hij wil er liever niet over snre-
ken. Maar bij begon er zelf over. Hij wil er
juist over spreken met mij 'en toch wil hij
niet. Nu staat hij we ei* op.
„Ik heb twee broers, die in de wereld een
voudige beroepen uitoefenen. En het is door
hem dat zij niet die opvoeding genoten, waar
op zij aanspraak hadden om tot betere levens
voorwaarden te komen. Zij hebben veel meer
reden om verbitterd te zijn dan ik. En hun
optreden tegenover hem is, in alle opzichten,
beter dan het mijne. Zij voelen geen bran
dende smart; zij wenschcn hem geen kwaad.
Maar ikJe moet niet denken dat het
alleen onverschilligheid of onachtzaamheid
is. Ach neen, under dit alles is iels dat veel
erger is dan je meent."
„Erger?"
Ilij ziet er onverzettelijk uit. Zijn gelaat
draagt het masker van onbewegelijke star
heid. De bitterheid, die hij gevoelt, moet al
•heel diep zijn.
,.Ik stond voor den stal en liet h« t veulen
zren om het te verkooüen en hii kwam er
bij, zooals je je zult herinneren.... i") wist
nergens van en wilde weten wat tr aan de
hand was en zag toen dat wij aan het onder
handelen waren over zijn geliefd koets aard.
Toen heb ik mij verheugd."
„Neen, neen, dat geloof ik niet...."
Maar hij zit daar met dien vreemden, bit
teren lach en buigt bevestigend het hoofd.
Het geeft hem zeker eenige voldoening te
zien hoe liet mij ontroert. En toch, Ir'i kan
niet begrijpen hoe zijn woorden mij, juist mij,
livrffen; 't is of mijn keel wordt dicht renoerd.
Hij moet /ichzelven wat wijs maken. Het is
niet mogelijk dat hij zulke gevoelens 'egens
zijn vader koestert.
„Maar er is toah zeker wel een veront
schuldiging voor hem te- vinden, ecu andere
verklaring?"
„Ja, waarlijk. Als wij hem niet zoo darelijks
zagen, zou het anders zijn. Anderen zullen
hem misschien aanzien voor een goed, wel
willend man -van onberispelijk uiterlijk 00
deftige vormen en als ik hem op die manier
beschouwde, zou ik eerbied voor hem .rcvoeld
hebben. Maar gelukkige omstandigheden ver
bergen 's mcnschen waren a aid, ongelukkige
brengen dien aan het licht."
De roode daken van Angsby zijn reeds in
het gezicht. Er inoct al een geruime trd rijn
verloopen sedert wij den heuvel opliepen en
weer terugkeerden, ofschoon ik het onder
het wandelen niet heb bespeurd.
„Gelukkige omstandigheden verbergen den
waren mensch, ongelukkige brengen dien aan
het lidbl."
Ik zie he»t, als ware het, met letter» van
vuur vóór mij en het licht wordt duister.
Neen, het wordt niet meer ontstoken want
ik heb geen lust oin te zien. Alle gedachten.
die door het licht liecn schemerden, moeten
in 'hun hoek teruggedreven worden. Zii moe-
ton wachten. Ik heb er nu geen tijd voor. Ik
moet luisteren naar wal Tord zegt.
Altijd spreekt hij nog over zijn verhouding
tot zijn vader. Dal is zijn gedurige kwelliug.
Ik begrijp hoe (lil zijn jeugu heelt verduisterd
en zijn gevoel voor zijn ouderlijk huis heeft
verbitterd en iioe hij zich schaamt over zijn
va<ter. En voor een trotsch karakter als het
zijne moet schaamte een ondragelijke pijn
zijn- Die schaamte moet bitterheid opwekken
tegen hem die er de oorzaak van was. En hij
ka<u zidli niet losrukken van die b'iu-heid.
Hij gevóelt het telkens wanneer hij zijn va
der ziet en dat niet alleen om zichzelven,
maar ook om zijn moeder cn zijn broers. Hij
stelt hom verantwoordelijk, niet zoozeer voor
wat hij zólf lijdt als voor wat zij lijden. Dat
liij zoo onverzoenlijk kan ziju! Dat verschrikt
mij, maar overigons ben ik zelfs blij dat hij
met mij spreekt zooals hij doet, want ik weet
dat hij niet tot dc eerste de beste zoo spreekt,
zelfs niet tot tante Ida, niet eens tot zijn eigen
lieve moeder. Zoo -zonder eenige terughou
ding zou bij zich voor hen niet willen uit
spreken. Dal zou hen te veel doen schrikken.
Maar voor mij zet hij de deur op een grooten
kier en toont zich zooals hij is, met alle goede
en kwade eigenschappen. En het schijnt hem
to verlichten om mij allee te zeggen.
Als ik hem o,p gelijke wijze kon vergelden 1
Neen, het is onmogelijk, hij zou me ver
achten. Bij mij moet het altijd een gesloten
kamer blijven. Maar als ik zijn bitterheid
maar wat kon verminderen, een heel klein
beetje.
„Je eiecht veel van de menschen, Tord.
Waaroan ie zoo te Diiniaen over iets .dat nu
ccimi aal zoo is? Ik zou het ook kunnen doen
maar ik bekommer or mij niet om."
„Over jou vader?"
„Ju, hij heeft ook zijn gebreken."
„Heeft hij ook de toekomst van zyn kinde
ren gestolen?"
Gestolen l
Dal vreeselijke woord. Het sniidt cn
schreeuwt me in de oorea, en toch hoor ik
het mijizelve herhalen. Ik weet nauwelijks
ineeT waarover wij spraken. Maar il: moet
mijn gedachten verzamelen.
„Het ging slecht met zijn zaken, zoodat wij
gedwongen werden voor ons zelven te zor
gen. En dal kon hij niet helpen. Maar hij
beroofde oins van ons tehuis door een vreemde
vrouw in huis te nemen en dat kon hij wol
helpen."
Tord zegt d'at dit hem spijt voor mij. Zoo
kwuni 't zeker* dat iiij zijn arm door den
mijne stuk zooals hij met een goed vriend eu
kameraad gedaan zou hohben, vast en Hink,
maar zonder een woojxI te spreken. IIH meent
misschien dat ook ik hem zijn vertrouwen
heb geschonken en hem wat van mijn leven
heb kiteui z<ien. Misschien gevoelt hij zich
met zoo eenzaam in zijn kwelling nu h weet
dat ik, evenaJs hij, een last te dragen heb, al is
mijn hart niet zoo bezwaard als liet zijne.
Over zijn gelaat ligt een minder harde uit
drukking. Ik geloof zeker dat ik één enkel
korreltje van zijn verdriet heb weggenomen
In leder geval voor een oogenbhk.
Wordt vervolgd.