iöuo Jaargang. DE EEMLAN DER". Zaterdag 15 Augustus 1914. FEUILLETON. ELLYs BEPROEVING. F N° 40 Tweede BSad. KOLONIËN. ffoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post 1.50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05» Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in i# zenden. fee Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercom». Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels e» f 0.50. Elke regel meer- O.IO, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoeligo bopalingon tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abounoment. Eone ciroulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Oost-Indië- De ramp in Benkoelen. inwoner van Benkoelen h^eft volgen derwijs zijn indrukken van de geweldige aard beving neergelegd in een brief, gericht aan 'en Padangschen correspondent van het Soe- ab. Handelsblad. „In den nacht van 25 op 26 dezer, ongeveer l minuten voor tweeën, werden wij plotse ling wakker door eene zeer zware aardbeving. Hooren en zien verging door het stampen der ledikanten, het gerammel der zinken daken, het vallen van rinkelend glas en aardewerk, geroep ora hulp enz. Wij grepen aanstonds de tinderen, trokken hen het bed uit, openden chielijk de deur en stapten snel naar huilen. ,'lchter ons viel de brandende muurlamp van •Ie slaapkamer op den vloer aan gruizelemen ten, gelukkig zonder brand te veroorzaken; maar met dat al bevonden wij ons in 't stik donker en maakten dus voort, om den grooten weg te bereiken. Daar gekomen trof een lielsch. lawaai ons oor; links hadden we de woning van den ka- uitein Chinees, waar we een luguber concert noorden van brekende borden en glazen en het gerammel van gegalvaniseerd dakijzcr. vermengd met het geluid van vallende dak pannen en dof neerstortend puin, waar tus- ;cheii door nog het geschreeuw van het be- iienden-personeel; rechts hadden wij de soos, vaaruit dezelfde geluiden als linies opstegen, plus bovendien liet geraas van springende flesschcn drank, enz. Ondertusscfien had een onzer tijdens den af tocht door het duister een bloedende neiis en wang opgeloopen wegens botsing legen een boom; de ander jammerde over een diepe snee aan het been •Daar stonden wij met alles behalve aange name gedachten op straat; naar huis terug gaan durfden we niet, uit vrees, dat zich hel schokkend tooneel van zooeven mocht herha len. Als waarschuwing was o.a. een brok steen in ons bed neergevallen; ho, maarl Dat leek me voldoende!... Wij besloten daarom verder le wandelen naar de aloon aloon: dat was zoo wat de veiligste plaats, indien wat zeer goed kon gebeuren de aardbeving zich mocht herhalen. Op het plein was je tenmin ste veilig voor instortende huizen en neerval lende boomen. Van de huizen, die wij op onzen nachtelij ken tocht passeerden, konden we de schade nog niet opnemen: hel was daarvoor te don ker! Even voorbij de aloon-aloon lag echter hel nieuwe biljartlokaal voor Malcicrs geheel tegsn de vlakte. Kort na de aardbeving ge raakten de menschen druk in de weer: men zag overal lichten heen en weer bewegen, hoorde een sterk gedruisch van stemmen! We maakten toen het plan-om door te gaan naar het Chincesche kamp; onderweg kwam ons de kapilein^Chinees tegen, die het afraadde, aan gezien het grootste gedeelte van de Cliinee- sche huurt in puin lag. Men was er bezig de looden en g'éwonden onder de ruïnes vandaaD te halen. Overal geschreeuw en onrust, terwijl de meeste gezichten zenuwachtigheid verraad den. Het werd 3 uur in den morgen, toen wij be sloten, eens naar onze kennissen om te kij ken. Het eerst begaf ons gezelschap zich naar de steenen woning van den heer H., dicht bij het postkantoor. Hier gekomen zagen we aan de lichten, dat de geheele familie in de open lucht was gelogeerd: vader, moeder en acht kinderen. De ingang van het erf was nage noeg versperd door het neergevallen puin van H.'s woning en van het belendend gebouw. Het was hier leeiijk toegegaan! Bij de eerste schokken waren van H.'s woonhuis de muur en het dak ineengestort; pran en vrouw vlo gen in 't donker het bed uit, de straat op; in de dooreen warreling vielen hen gruis en neer stortende pannen om de ooren, zoodat ze om hulp moesten roepen, om de kinderen, die in een aparte kamer sliepen, daaruit te verlossen. Gelukkig waren een tiental inlanders daartoe bereid en togen dezen bij lamplicht direct aan liet reddingswerk, waarbij zij de voldoening smaakten, alle kinderen te mogen verlossen uit hunne benarde positie! De twee oudste meisjes en nog een klein broertje hadden in- tusschen kneuzingen opgeloopen; een der meisjes had een balk tegen haar lendenen ge kregen. iDe geneeskundige dienst was zeer ac tief: een brancard kwam de gewone kinderen halen en wij gingen allen mee naar het hos pitaal. De „geneeskundige dienst" bestond al leen uit een jongen dokter-djawa met zijne helpers; maar ik verzeker u, dat deze jonge medicus zich geducht weerde en iedereen hulp wist te verschaffen. Een Europeesch geneesheer is er niet meer, sinds de vorige maand het garnizoen van Ben- koelen is opgeheven. In het hospitaal zagen we den eersten doode (een Chinees), terwijl de dokter-djawa eene Chineeschc vrouw behandelde, met eene ga pende wonde aan haar hoofd binnengebracht. Van het hospitaal gingen wij een familie op zoeken, die met alle lichten op in de voorga lerij vergaderd zat, in afwachting van de din gen, die komen konden. We bleven hier tot half 6 en meenden nog eene natrilling der aardbeving te gevoelen. Thuis gekomen bleek de schade hoofdzake lijk veroorzaakt door het breken van alles wat breekbaar was. Ik zag in onze buurt de woning van den heer S., die met familie zich op reis bevond le Kepahiang, geducht beschadigd: de steenen muren lagen op vele plaatsen bloot, de stul pilaren waren gebarsten en wachtten op no? één schok, om tegen de vlakte te vallen. Bor den, vazen, lampen, enz. aan gruizelementen! Om kort te wezen: geen enkel steenen huis is heel gebleven en alle bewoners van steenen woningen zijn er uitgetrokken. Alle Europeanen hebben een woninkje in of bij Kola gehuurd; wij waren blij onderdak te vinden bij een mantrie, die ons een deel van zijn huis afstond. Als men nagaat, dat zelfs de zeer zware muren van het fort Marlborough barsten hebben gekregen, behoeft men niet verbaasd te wezen over het instorten van de veel lichter gebouwde particuliere steenen verblijven. De resident is uit het op instorten staand residentshuis getrokken in eene plan ken woning. Nederland en de oorlog. De giften voor het Thomson- monument. Mevrouw Thomson hoeft verzocht de gel den, bijeengebracht voor de stichting van een monument ter herinnering aan de nagedachte nis van wijlen haren echtgenoot te willen over maken aan het Ne der lands che Roode Kruis, in de overtuiging hierdoor te handelen in den geest van den ontslapene en van de gevers. Na ontvangst van de door de sub-comité's ingezamelde gelden zal het nationaal comité bijeen komen en een beslissing nemen. Nederlanders in Zwitserland. Binnenkort zal er een trein door Duilseh- land loopen om de Nederlanders in Zwitser land naar het vaderland terug te brengen. Gymnastie k-o nderwijzers. Door het hoofdbestuur der Vereeniging van Gymnastiek-cxnderwijzers (L. en M. O.) is aan die leden de volgende circulaire gericht: Het hoofdbestuur gezien, dat Zijne Excellen tie de Minister van Oorlog, hot wenschelijk achtende, dat in de depots over meerdere werkkrachten ter opleiding van de ongeoefen den worde beschikt, Nederlandsche gym- nasliek-onderwijzers, die geneigd zouden zijn aan de opleiding in gymnastiek en in training deel te nemen, uitnoodigt rich schriftelijk tot het departement van oorlog te wanden; overtuigd, dat alle leden in deze ernstige uren zijtn bezield met den heiligen wensch, met alle krachten mede te werken aan de verdediging van den Vaderlandschon bodem; doet een dringend beroep op alle leden zich onverwijld ter beschikking van de Regeerimg te stellen. In het vasite vertrouwen, dat iöder zijn plicht zal weten le doen. Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht. Het Hoofdbestuur van dezen bond heeft aan de leden de volgende circulaire gericht: In deze ernstige tijden wenschen we een en kel woord tot U te richten. Het werk, dat er voor de vrouwen te doen valt, kan niet uit één centraal punt beoor deeld of geregeld worden, het moet geheel plaatselijk worden op touw gezet. In sommige gemeenten geschiedt dit reeds, in andere wordt nog niets gedaan. Wij wenschen daarom dit tot u te zeggen: Wie rechten vraagt, neemt daardoor plichten op zich. Vergeet geen oogenblik, dat gij in deze moeilijke tijden ons aller naam hebt hoog te houden, te toonen hebt, 'dat gij in derdaad behoort tot de meest sociaal bewuste vrouwen. Bij al ons werken en streven beoogden wij steeds het heil van 't Vaderland. Laten wij ook thans, zij het dan op andere wijze, too nen, dat dit geen ijdele leuze was. Laat er eendrachtig samenwerking zijn lusschen de mannen en vrouwen van Neder land bij al het werk, dat thans te doen valt Er zal veel nood te lenigen zijn in de komen de maanden. En vóór alles: Doet het kalm, be waart een koel hoofd, doet niets overijld. Laten wij ons allen scharen om de Regee ring en haar taak naar vermogen helpen ver lichten, ook daardoor dat wij zonder klagen en morren dragen wat ons wordt opgelegd. Oorlogstentoonstelling. De „Larensche Kunsthandel" schrijft: Tallooze talentvolle jongeren strijden nu den zwaren bestaansstrijd. Velen hebben een gezin te onderhouden. Het werk hunner handen is onverkoop baar; de kunsthandel ligt op dit oogenblik geheel stil. Wij willen geen beroep doen op de offervaardigheid van het publiek, hoewel datzelfde publiek in rustige evenwichtige tij den onophoudelijk den beeldenden kunste naars verzocht belangeloos werken af te staan ten bate van tombola's, bazaars enz. Er wordt nu zóóveel gevraagd, dat onze bede om hulp zou verklinken. Daarom willen we trachten op andere wijze in den dringenden nood veler artistcn te voor zien. De Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495 te Amsterdam stelt derhalve zijn zalen be schikbaar voor een oorlogstentoonstelling. Schilders, die in moeilijke omstandigheden verkeeren, kunnen bij ons hun studies en schetsen exposeeren. Deze zullen tegen een eenheidsprijs van f 10 (zegge tien gulden) ver kocht worden. Dit bedrag wordt ten volle aan den exposant uitbetaald. Wij roepen dus langs dezen weg de kunste naars op ons hun studies te zenden. Naar ver houding 'van het aantal deelnemers en de plaatsruimte, zal het getal werken berekend worden, 'die ieder deelnemer mag tentoon stellen. Deze expositie is permanent en wordt iede re week vernieuwd. De „Grotius* gearriveerd. De „Grotius'' van de Maatschappij Neder land is gisterenmorgen tegen half tien aan den aanlegsteiger van de Handelskade te Am sterdam gearriveerd. Naar aanleiding hier van schrijft de Tel.: Nog nimmer had men zoo groot aantal passagiers tot Amsterdam gebracht. Immers gaan in gewone omslund/igheden vele passa giers in Genua van boord, om dan over land hun reis te vervolgen. Nu had juist hot om gekeerde plaats. Het bureau der maatschap pij te Genua is bestormd door honderdtallen Duitschers, Engelschen, Oostenrijkers en Nederlanders, bijna allen toeristen, die- in Zwitserland en Italië van hun zomerreis pro fileerden, toen de bom boven Europa los barstte. Men bood honderden guldens boven het gewone tarief als men alleen maar de reis mocht meemaken. Doch de directie be sliste, dart uitsluitend voor Nederlanders plaats zou worden ingeruimd. Onder dc in Genua aan boord gekomen pas sagiers behoorden ook de echtgenoote en dochters van onzen gezant tc Rome. In het geheel werden 70 passagiers opgenomen. Ieder passagier kreeg „inkwartiering" in zijn hut. En ook in rooksalon en conversaliezaal werd slaapgelegenheid gemaakt. Geven wij nu het woord aan een der offi cieren over de reis vol wederwaardigheden, die de „Grotius'' thans zoo gelukkig volbracht heeft. Nabij Port-Said, zoo deelde men ons mede, hoorden wij van de oorlogsverklaring van Oostenrijk aan Serviö. Wij vermoedden toen nog niet, dat dit zulke ernstige gevolgen zou hebben. Te Geniua kregen wij order van dc directie, om naar Amsterdam op te sloomen, zonder Algiers cn Tangcr aan le doen, ten einde de territoriale wateren te vermijden. Op 8 Augustus werden wij nabij Kaap Fi- nistère door een Engclsoh oorlogsschip ge praaid. Door middel van seinvlaggen vroeg men ons wie wij waren cn waar wij heen gingen. Nabij Oucssanl zijn wij aangehouden door den Fransahen kruiser Lavoisier". Er kwam een offiaier aan boord, die ons vroeg waar wij heen gingen cn die ons verbood naar Southampton door te stoomen. Op den lOen Augustus, 's morgens le 5 uur, terwijl alles in de diepste rust was, werden wij gepraaid door den Fransohen kruiser .Surcouf Weer kwam een officier aan boord, die onze papieren kwam inspectcercn en wien wwij alle inlichliiigen moesten geven. Vervol gens gaf hij locstemming de reis le vervol gen; doch nauwelijks had de officier de ..Gro tius" verlaten, of wij kregen een sein, dat wij de „Surcouf" moesten Yolgcn naar dc reede van Falmouth. Ook daar werd ons schip aan een grondig onderzoek onderworpen. Eenige passagiers wilden hier aan land gaan, doch dit werd hun geweigerd, daar zij niet in liet beziit waren van Engclsch geld. Nadat toe stemming was gegeven dc reis te vervolgen, kreeg imen den volgenden middag order van dc directie der Maatschappij naar Amsterdam door te stoomen. Men had den gezagvoerder gewaarschuwd, dat op bepaalde gedeelten mijnen dreven. Op dc thuisreis is men nog herhaaldelijk aange houden door kruisers en torpedojagers. Deze voeren 's nachts mot gedoofde lichten, sloo- pen als katten om de „Grotius" heen, om dan plotseling de felle zoeklichtslralen op het Ne derlandsche vaartuig te richten. Met veel spanning volgden de passagiers de telegrammen, die vrij geregeld cn uitvoe rig binnenkwamen. Een ontelbaar aantal tele grammen van de familieleden der passagiers' had de marconist in deze dagen te verwer ken. Wat ook eigenaardig was op deze reis: het menu, anders zoo overvloedig, had men de Jaatsto week ingekort! Dal was een wijze voorzorgsmaatregel van den gezagvoerder, dlie rich inoest voorbereiden op de mogelijk heid, dat men nog elders opgebracht zou wor den, terwijl proviandecring buitengesloten' was. Ook had men meer „kostgangers'' dan" vooraf bekend was. Dat alles maande lol voor zichtigheid. Het spreekt' van zelf, dat de belangstelling voor de thuiskomst der „Groüius" veel groo- ter was dan in normale omstandigheden. In dichte rijen stonden familieleden langs de hekken geschaard, toen de „Grotius" binnen voer. Vluchtelingen. Men meldt uit 's Herlogenbosoh dd. 10 de zer aan de Tijd: Heden kwam hier een karavaan doorgetrok ken, die zeer veel bekijks had, n.l. een lange- siiert woonwagens. Het was een verzameling van allerhande typen, mannen, vrouwen en kinderen in allerlei toiletten. Sommige wagens werden getrokken door paarden, andere door van de zon gebruinde mannen. Al hun hebben en houden voerden ze mee in hun rollende woning en in dit op richt waren ze beter af, dan hun andere land- Roman uit liet Zweedsch door iM. YAN DER LINDEN—VAN EDEN. 25 „Zaterdag zullen wij samen naar een bal géan, Elly. Het is het feest van den hooi- öo'gst in de schuur, daarginds achter den heuvel." «Ja. zeker zullen wij gaaiil Zeker!" Ja, dansen zullen wij. Zaterdag zullen wij (lansen, Tord en ik! "-jViat kunnen onze bekommernissen en zor- g&ii in een oogwenk gering en klem worden. waren zij zoo groot als een huis. Nu zijn ió zoo klein dat ilt ze niet meer zie. En steken Zi) het hoofd op, dan denk ik slechts: „Zater dag gaan wij naar het feest! Zaterdag zullen dansen, Tord en ikl" „Goeden nacht, Elly, en dank voor je ge- Mschap." „Goeden nacht, Tord, en dank voor dezen tti'bndL" V Wat drukt hij mijn hand vast en warm, i»i liet duurt een oogenblik voordat hii haar gpslaat. yMaar wat te het donker in het voorhuis. Ataat zij miashieui in een hoek te spionneeren ajé gewoonlijk? Ik zie haar niet Maar de sjjfrir naar het portaal staat half open. Zoo kan zij op de loer staan en het hoofd er door steken, wanneer ik voorbij, ga. Gauw voorbijl Goddank, ik bereik de trap zonder dat zij iels ziet. Het is bijna grappig, het is alsof zij een spook is, zoo bang ben ik. De deur door naar binnen en dicht. Ik ben zoo buiten adem dat ik een ,paar minuten stil moet staan. Nu is het over. Maar wat is het hier bedompt, ik zal het venster openen. Een stille, heldere, plechtige nacht, die mij ook hier omringt; hoe zal ik ervan kunnen scheiden? Beter hier te zitteni dan naar bed te gaan. Ik zou toch niest kunnen sla- en. Zou het mogelijk zijp dat hij aan mij denkt, dat hij iets om mij geeft? Ach, ik bemin hem, bemin hem, bemin hem! Hier mag ik het fluisteren zooveel als ik wil! Er is niemand die het hoort Hij 'bedankte mij voor mijn gezelschap. Zou hij het gedaan hebben als er niet iets in mij was dat hem aantrok? Er is iets lusschen ons ontslaan dat ons nader tot elkander brengt Ik gevoel het en hij gevoelt het even zeer. Ik weet het wanneer wij zwijgend naast elkander gaan. Dat zwijgen is rijk en geze gend. Het is vol va'n de mooiste gedachten, die door ons heengaan. Zal hij eenmaal het zwijgen verbreken, zijn gedachten uitspreken, dan.... Neen, dat moet niet geschieden. Eerst moet ik den brief van Sven en de kwitantie hebben. Maar als die er nu eens niet is? Als die niet gevonden wordt? Als Edla iets weel! Dan moet Tord het ook weten, weten dat ik een dievegge ben. Zal ik daarna nog een uur kunnen lev6n? Ik wil er niet aan denken, ik kan het niet. O, mijn hoofd, mijn arm hoofd! Och, het geeft niets, hier heen en weer te loopen en de handen te wringen, zoodat de nagels in het vleesoh dringen. Ik kom er niet verder mee. Ik moet denken, helder denken. Als ik het hem eens ronduit zei? Zou hij het niet begrijpen? Ik heb immers niet gestolen voor eigen voordeel, maar om mijh broer te redden. En had ik de goede kwitantie maar in handen gekregen, dan was er niets gebeurd. Niemand zou er meer aan gedacht hebben, niet eens- ik zelve. Het was slechts een leening, doch zonder toestemming. En wat er onbehoorlijks in was, mag wel uitgewischt hceten door alles wat ik geleden heb, voordat Sven het geld zond. Ik had geen mensch onrecht gedaan. Integendeel. Ik heb een armen stakkerd, mijn eigen broer, gered uit diepe ellende. En het verandert niets aan de zaak al wordt de kwitantie niet gevon den. Het geld ligt immers gereed in ruil voor het zilver. Er blijft geen andere schuld over dan de verwisseling. En daarom zou ik een dievegge zijn, alleen omdat een klein genum merd papiertje weggeraakt is, door slordig heid van anderen, door een samenloop van omstandigheden, die geheel buiten mij om ging? „Onder gelukkige omstandigheden blijft iemands ware aard verborgen, onder onge- lukkige komt hij aan den dag." Daar slaan zij weer vóór mij deze woorden, als wroorden van vuur aan den wand. In dat licht zal hij ze bezien, als hij weet wat ik heb gedaan. Hij zal mij begrijpen en oordeelem Mij oordeelen? Maar waarom? Ik heb niet gehandeld in mijn eigen worde el. Ik wilde slechts mijn broer redden. Mijn broer redden? Wees oprecht, Elly. Lieg je zelve niet voor. Was het werkelijk om je broer te redden, dat je deedt wat je gedaan hebt? Was je niet overtuigd, dat hij zijn straf verdiende? En heb je het dus niet voor jezelve gedaan, be vreesd als je was dat zijn schande op jou terug zou vallen; hadt je anders kunnen zwijgen, zooals je deedt? Hadt je zoolang zwijgend, de gedachte kunnen dragen, dat je haar hebt bedrogen en besloten, die je beste en eenige vriendin was? Het was immers reeds een poos geleden diat zij bewaard moest blijven voor aandoeningen? O, deze vragen, zij warrelen als mieren door mijn hoofd. Zullen ze zich ook aan hem opdringen, als hij het eenmaal w et....? Zonder twijfel! En sprak hij ze niet luide uit, dan zou hij in zijn binnenste mij antwoorden, de waarheid spreken. Misschien zal hij er zelfs in 't geheel geen leaning in zien die ik toestond, maar een diefstal. Ik wist immers niet of Sven geld zou hebben om het in te lossen? Was er staat op te maken? En was het zeker dat het geld er voor gevonden zou worden, dan bleef de diefstal toch begaan. Neen ik kan het Tord niet zeggen. De kwi tantie! <*»d in den hemel, laat mij de kwitantie ia handen krijgen! O God, ik vouw mijne handen en bid zoo als ik nog nooit gebeden heb, sedert ik een kind was. O, God, Gij in wien ik niet ge loofde, maar wien ik toch niet kon laten aan te roepen, help mij, help 'mij, geef mij het middel, dat ^lles weer goed kan maken, het middel, dat alleen mij eer en geluk en rust kan schenken. Als het waai' is, dat Gij mij wilt opvoeden en verbeteren door mij dit grensloos ongeluk toe te zenden, dan beloof ik U beter te worden, onverschillig of Gij mijn wenschen in vervulling laat gaan of niet. Ik heb ze niet meer noodig. Ik zie nu reeds in, welk een ellendig en laf en oneer lijk wezen ik ben, niet alleen in dit geval, maar ook in zoovele andere. Ik verdiende niet anders dan weggejaagd te worden, toen ik de kleine kinderen, die mij toevertrouwd waren, aan hun lot overliet en in gestolen kleeren uitging. Hel zal misschien ook mijn' verdiende loon worden, dat hij, dien ik zoo' innig lief heb, niets van mij zal willen weten, omdiat ik eens van plan was te trouwen zon der liefde, alleen om in overvloed te leven. Maar laat dat niet geschieden, o goede, goede God! Laat mij niet meer boeten dan ik reeds gedaan heb voor mijn lafheid en mijn oneer lijkheid. Ik zal beter worden door wat ik uitgestaan heb. Ik zal niet meer voor de ver zoeking bezwijken. Ik zal goed en sterk en eerlijk worden al mijn levensdagen; als ik slechts dezen keer bevrijd word, dezen ééneu keerde kwitantie, de kwitantie, de kwi tantieIk smeek U, lieve, beminde Vader in den hemel, wees barmhartig. Wees bann-- hartig! Als Gij mij wilt helpen, zal ik aan U gclooven. Hoe lang heb ik hier bij de rozenhaag met kapitein Wange staan praten? Een kwartier, of een half uur? Oneindig langer. Mee ge- praal? Neen, ik zei geen woord, slechts'nu en dan „ja" en „zoo" als het pas gaf. Dan was hij tevreden, voor de rest zorgde liij zelf wel- Wordï vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 13