iöuo Jaargang.
DE EEMLAN DER".
Zaterdag 15 Augustus 1914.
FEUILLETON.
ELLYs BEPROEVING.
F N° 40 Tweede BSad.
KOLONIËN.
ffoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post 1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05»
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen,
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in i# zenden.
fee
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercom». Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels e» f 0.50.
Elke regel meer- O.IO,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoeligo bopalingon
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abounoment.
Eone ciroulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Oost-Indië-
De ramp in Benkoelen.
inwoner van Benkoelen h^eft volgen
derwijs zijn indrukken van de geweldige aard
beving neergelegd in een brief, gericht aan
'en Padangschen correspondent van het Soe-
ab. Handelsblad.
„In den nacht van 25 op 26 dezer, ongeveer
l minuten voor tweeën, werden wij plotse
ling wakker door eene zeer zware aardbeving.
Hooren en zien verging door het stampen der
ledikanten, het gerammel der zinken daken,
het vallen van rinkelend glas en aardewerk,
geroep ora hulp enz. Wij grepen aanstonds de
tinderen, trokken hen het bed uit, openden
chielijk de deur en stapten snel naar huilen.
,'lchter ons viel de brandende muurlamp van
•Ie slaapkamer op den vloer aan gruizelemen
ten, gelukkig zonder brand te veroorzaken;
maar met dat al bevonden wij ons in 't stik
donker en maakten dus voort, om den grooten
weg te bereiken.
Daar gekomen trof een lielsch. lawaai ons
oor; links hadden we de woning van den ka-
uitein Chinees, waar we een luguber concert
noorden van brekende borden en glazen en
het gerammel van gegalvaniseerd dakijzcr.
vermengd met het geluid van vallende dak
pannen en dof neerstortend puin, waar tus-
;cheii door nog het geschreeuw van het be-
iienden-personeel; rechts hadden wij de soos,
vaaruit dezelfde geluiden als linies opstegen,
plus bovendien liet geraas van springende
flesschcn drank, enz.
Ondertusscfien had een onzer tijdens den af
tocht door het duister een bloedende neiis en
wang opgeloopen wegens botsing legen een
boom; de ander jammerde over een diepe
snee aan het been
•Daar stonden wij met alles behalve aange
name gedachten op straat; naar huis terug
gaan durfden we niet, uit vrees, dat zich hel
schokkend tooneel van zooeven mocht herha
len. Als waarschuwing was o.a. een brok steen
in ons bed neergevallen; ho, maarl Dat leek
me voldoende!... Wij besloten daarom verder
le wandelen naar de aloon aloon: dat was
zoo wat de veiligste plaats, indien wat zeer
goed kon gebeuren de aardbeving zich
mocht herhalen. Op het plein was je tenmin
ste veilig voor instortende huizen en neerval
lende boomen.
Van de huizen, die wij op onzen nachtelij
ken tocht passeerden, konden we de schade
nog niet opnemen: hel was daarvoor te don
ker! Even voorbij de aloon-aloon lag echter
hel nieuwe biljartlokaal voor Malcicrs geheel
tegsn de vlakte. Kort na de aardbeving ge
raakten de menschen druk in de weer: men
zag overal lichten heen en weer bewegen,
hoorde een sterk gedruisch van stemmen! We
maakten toen het plan-om door te gaan naar
het Chincesche kamp; onderweg kwam ons de
kapilein^Chinees tegen, die het afraadde, aan
gezien het grootste gedeelte van de Cliinee-
sche huurt in puin lag. Men was er bezig de
looden en g'éwonden onder de ruïnes vandaaD
te halen. Overal geschreeuw en onrust, terwijl
de meeste gezichten zenuwachtigheid verraad
den.
Het werd 3 uur in den morgen, toen wij be
sloten, eens naar onze kennissen om te kij
ken. Het eerst begaf ons gezelschap zich naar
de steenen woning van den heer H., dicht bij
het postkantoor. Hier gekomen zagen we aan
de lichten, dat de geheele familie in de open
lucht was gelogeerd: vader, moeder en acht
kinderen. De ingang van het erf was nage
noeg versperd door het neergevallen puin van
H.'s woning en van het belendend gebouw.
Het was hier leeiijk toegegaan! Bij de eerste
schokken waren van H.'s woonhuis de muur
en het dak ineengestort; pran en vrouw vlo
gen in 't donker het bed uit, de straat op; in
de dooreen warreling vielen hen gruis en neer
stortende pannen om de ooren, zoodat ze om
hulp moesten roepen, om de kinderen, die in
een aparte kamer sliepen, daaruit te verlossen.
Gelukkig waren een tiental inlanders daartoe
bereid en togen dezen bij lamplicht direct aan
liet reddingswerk, waarbij zij de voldoening
smaakten, alle kinderen te mogen verlossen
uit hunne benarde positie! De twee oudste
meisjes en nog een klein broertje hadden in-
tusschen kneuzingen opgeloopen; een der
meisjes had een balk tegen haar lendenen ge
kregen. iDe geneeskundige dienst was zeer ac
tief: een brancard kwam de gewone kinderen
halen en wij gingen allen mee naar het hos
pitaal. De „geneeskundige dienst" bestond al
leen uit een jongen dokter-djawa met zijne
helpers; maar ik verzeker u, dat deze jonge
medicus zich geducht weerde en iedereen hulp
wist te verschaffen.
Een Europeesch geneesheer is er niet meer,
sinds de vorige maand het garnizoen van Ben-
koelen is opgeheven.
In het hospitaal zagen we den eersten doode
(een Chinees), terwijl de dokter-djawa eene
Chineeschc vrouw behandelde, met eene ga
pende wonde aan haar hoofd binnengebracht.
Van het hospitaal gingen wij een familie op
zoeken, die met alle lichten op in de voorga
lerij vergaderd zat, in afwachting van de din
gen, die komen konden. We bleven hier tot
half 6 en meenden nog eene natrilling der
aardbeving te gevoelen.
Thuis gekomen bleek de schade hoofdzake
lijk veroorzaakt door het breken van alles wat
breekbaar was.
Ik zag in onze buurt de woning van den
heer S., die met familie zich op reis bevond
le Kepahiang, geducht beschadigd: de steenen
muren lagen op vele plaatsen bloot, de stul
pilaren waren gebarsten en wachtten op no?
één schok, om tegen de vlakte te vallen. Bor
den, vazen, lampen, enz. aan gruizelementen!
Om kort te wezen: geen enkel steenen huis is
heel gebleven en alle bewoners van steenen
woningen zijn er uitgetrokken.
Alle Europeanen hebben een woninkje in of
bij Kola gehuurd; wij waren blij onderdak te
vinden bij een mantrie, die ons een deel van
zijn huis afstond. Als men nagaat, dat zelfs de
zeer zware muren van het fort Marlborough
barsten hebben gekregen, behoeft men niet
verbaasd te wezen over het instorten van de
veel lichter gebouwde particuliere steenen
verblijven. De resident is uit het op instorten
staand residentshuis getrokken in eene plan
ken woning.
Nederland en de oorlog.
De giften voor het Thomson-
monument.
Mevrouw Thomson hoeft verzocht de gel
den, bijeengebracht voor de stichting van een
monument ter herinnering aan de nagedachte
nis van wijlen haren echtgenoot te willen over
maken aan het Ne der lands che Roode Kruis, in
de overtuiging hierdoor te handelen in den
geest van den ontslapene en van de gevers.
Na ontvangst van de door de sub-comité's
ingezamelde gelden zal het nationaal comité
bijeen komen en een beslissing nemen.
Nederlanders in Zwitserland.
Binnenkort zal er een trein door Duilseh-
land loopen om de Nederlanders in Zwitser
land naar het vaderland terug te brengen.
Gymnastie k-o nderwijzers.
Door het hoofdbestuur der Vereeniging van
Gymnastiek-cxnderwijzers (L. en M. O.) is aan
die leden de volgende circulaire gericht:
Het hoofdbestuur gezien, dat Zijne Excellen
tie de Minister van Oorlog, hot wenschelijk
achtende, dat in de depots over meerdere
werkkrachten ter opleiding van de ongeoefen
den worde beschikt, Nederlandsche gym-
nasliek-onderwijzers, die geneigd zouden zijn
aan de opleiding in gymnastiek en in training
deel te nemen, uitnoodigt rich schriftelijk tot
het departement van oorlog te wanden;
overtuigd, dat alle leden in deze ernstige
uren zijtn bezield met den heiligen wensch,
met alle krachten mede te werken aan de
verdediging van den Vaderlandschon bodem;
doet een dringend beroep op alle leden
zich onverwijld ter beschikking van de
Regeerimg te stellen.
In het vasite vertrouwen, dat iöder zijn
plicht zal weten le doen.
Ned. Bond voor
Vrouwenkiesrecht.
Het Hoofdbestuur van dezen bond heeft aan
de leden de volgende circulaire gericht:
In deze ernstige tijden wenschen we een en
kel woord tot U te richten.
Het werk, dat er voor de vrouwen te doen
valt, kan niet uit één centraal punt beoor
deeld of geregeld worden, het moet geheel
plaatselijk worden op touw gezet. In sommige
gemeenten geschiedt dit reeds, in andere
wordt nog niets gedaan.
Wij wenschen daarom dit tot u te zeggen:
Wie rechten vraagt, neemt daardoor plichten
op zich. Vergeet geen oogenblik, dat gij in
deze moeilijke tijden ons aller naam hebt
hoog te houden, te toonen hebt, 'dat gij in
derdaad behoort tot de meest sociaal bewuste
vrouwen.
Bij al ons werken en streven beoogden wij
steeds het heil van 't Vaderland. Laten wij
ook thans, zij het dan op andere wijze, too
nen, dat dit geen ijdele leuze was.
Laat er eendrachtig samenwerking zijn
lusschen de mannen en vrouwen van Neder
land bij al het werk, dat thans te doen valt
Er zal veel nood te lenigen zijn in de komen
de maanden. En vóór alles: Doet het kalm, be
waart een koel hoofd, doet niets overijld.
Laten wij ons allen scharen om de Regee
ring en haar taak naar vermogen helpen ver
lichten, ook daardoor dat wij zonder klagen
en morren dragen wat ons wordt opgelegd.
Oorlogstentoonstelling.
De „Larensche Kunsthandel" schrijft:
Tallooze talentvolle jongeren strijden nu
den zwaren bestaansstrijd. Velen hebben een
gezin te onderhouden.
Het werk hunner handen is onverkoop
baar; de kunsthandel ligt op dit oogenblik
geheel stil. Wij willen geen beroep doen op
de offervaardigheid van het publiek, hoewel
datzelfde publiek in rustige evenwichtige tij
den onophoudelijk den beeldenden kunste
naars verzocht belangeloos werken af te staan
ten bate van tombola's, bazaars enz.
Er wordt nu zóóveel gevraagd, dat onze
bede om hulp zou verklinken.
Daarom willen we trachten op andere wijze
in den dringenden nood veler artistcn te voor
zien.
De Larensche Kunsthandel, Heerengracht
495 te Amsterdam stelt derhalve zijn zalen be
schikbaar voor een oorlogstentoonstelling.
Schilders, die in moeilijke omstandigheden
verkeeren, kunnen bij ons hun studies en
schetsen exposeeren. Deze zullen tegen een
eenheidsprijs van f 10 (zegge tien gulden) ver
kocht worden. Dit bedrag wordt ten volle aan
den exposant uitbetaald.
Wij roepen dus langs dezen weg de kunste
naars op ons hun studies te zenden. Naar ver
houding 'van het aantal deelnemers en de
plaatsruimte, zal het getal werken berekend
worden, 'die ieder deelnemer mag tentoon
stellen.
Deze expositie is permanent en wordt iede
re week vernieuwd.
De „Grotius* gearriveerd.
De „Grotius'' van de Maatschappij Neder
land is gisterenmorgen tegen half tien aan
den aanlegsteiger van de Handelskade te Am
sterdam gearriveerd. Naar aanleiding hier
van schrijft de Tel.:
Nog nimmer had men zoo groot aantal
passagiers tot Amsterdam gebracht. Immers
gaan in gewone omslund/igheden vele passa
giers in Genua van boord, om dan over land
hun reis te vervolgen. Nu had juist hot om
gekeerde plaats. Het bureau der maatschap
pij te Genua is bestormd door honderdtallen
Duitschers, Engelschen, Oostenrijkers en
Nederlanders, bijna allen toeristen, die- in
Zwitserland en Italië van hun zomerreis pro
fileerden, toen de bom boven Europa los
barstte. Men bood honderden guldens boven
het gewone tarief als men alleen maar de
reis mocht meemaken. Doch de directie be
sliste, dart uitsluitend voor Nederlanders plaats
zou worden ingeruimd.
Onder dc in Genua aan boord gekomen pas
sagiers behoorden ook de echtgenoote en
dochters van onzen gezant tc Rome. In het
geheel werden 70 passagiers opgenomen. Ieder
passagier kreeg „inkwartiering" in zijn hut.
En ook in rooksalon en conversaliezaal werd
slaapgelegenheid gemaakt.
Geven wij nu het woord aan een der offi
cieren over de reis vol wederwaardigheden,
die de „Grotius'' thans zoo gelukkig volbracht
heeft.
Nabij Port-Said, zoo deelde men ons mede,
hoorden wij van de oorlogsverklaring van
Oostenrijk aan Serviö. Wij vermoedden toen
nog niet, dat dit zulke ernstige gevolgen zou
hebben. Te Geniua kregen wij order van dc
directie, om naar Amsterdam op te sloomen,
zonder Algiers cn Tangcr aan le doen, ten
einde de territoriale wateren te vermijden.
Op 8 Augustus werden wij nabij Kaap Fi-
nistère door een Engclsoh oorlogsschip ge
praaid. Door middel van seinvlaggen vroeg
men ons wie wij waren cn waar wij heen
gingen. Nabij Oucssanl zijn wij aangehouden
door den Fransahen kruiser Lavoisier". Er
kwam een offiaier aan boord, die ons vroeg
waar wij heen gingen cn die ons verbood
naar Southampton door te stoomen.
Op den lOen Augustus, 's morgens le 5 uur,
terwijl alles in de diepste rust was, werden
wij gepraaid door den Fransohen kruiser
.Surcouf Weer kwam een officier aan boord,
die onze papieren kwam inspectcercn en wien
wwij alle inlichliiigen moesten geven. Vervol
gens gaf hij locstemming de reis le vervol
gen; doch nauwelijks had de officier de ..Gro
tius" verlaten, of wij kregen een sein, dat wij
de „Surcouf" moesten Yolgcn naar dc reede
van Falmouth. Ook daar werd ons schip aan
een grondig onderzoek onderworpen. Eenige
passagiers wilden hier aan land gaan, doch
dit werd hun geweigerd, daar zij niet in liet
beziit waren van Engclsch geld. Nadat toe
stemming was gegeven dc reis te vervolgen,
kreeg imen den volgenden middag order van
dc directie der Maatschappij naar Amsterdam
door te stoomen.
Men had den gezagvoerder gewaarschuwd,
dat op bepaalde gedeelten mijnen dreven. Op
dc thuisreis is men nog herhaaldelijk aange
houden door kruisers en torpedojagers. Deze
voeren 's nachts mot gedoofde lichten, sloo-
pen als katten om de „Grotius" heen, om dan
plotseling de felle zoeklichtslralen op het Ne
derlandsche vaartuig te richten.
Met veel spanning volgden de passagiers
de telegrammen, die vrij geregeld cn uitvoe
rig binnenkwamen. Een ontelbaar aantal tele
grammen van de familieleden der passagiers'
had de marconist in deze dagen te verwer
ken.
Wat ook eigenaardig was op deze reis:
het menu, anders zoo overvloedig, had men
de Jaatsto week ingekort! Dal was een wijze
voorzorgsmaatregel van den gezagvoerder,
dlie rich inoest voorbereiden op de mogelijk
heid, dat men nog elders opgebracht zou wor
den, terwijl proviandecring buitengesloten'
was. Ook had men meer „kostgangers'' dan"
vooraf bekend was. Dat alles maande lol voor
zichtigheid.
Het spreekt' van zelf, dat de belangstelling
voor de thuiskomst der „Groüius" veel groo-
ter was dan in normale omstandigheden. In
dichte rijen stonden familieleden langs de
hekken geschaard, toen de „Grotius" binnen
voer.
Vluchtelingen.
Men meldt uit 's Herlogenbosoh dd. 10 de
zer aan de Tijd:
Heden kwam hier een karavaan doorgetrok
ken, die zeer veel bekijks had, n.l. een lange-
siiert woonwagens. Het was een verzameling
van allerhande typen, mannen, vrouwen en
kinderen in allerlei toiletten.
Sommige wagens werden getrokken door
paarden, andere door van de zon gebruinde
mannen. Al hun hebben en houden voerden
ze mee in hun rollende woning en in dit op
richt waren ze beter af, dan hun andere land-
Roman uit liet Zweedsch door
iM. YAN DER LINDEN—VAN EDEN.
25
„Zaterdag zullen wij samen naar een bal
géan, Elly. Het is het feest van den hooi-
öo'gst in de schuur, daarginds achter den
heuvel."
«Ja. zeker zullen wij gaaiil Zeker!"
Ja, dansen zullen wij. Zaterdag zullen wij
(lansen, Tord en ik!
"-jViat kunnen onze bekommernissen en zor-
g&ii in een oogwenk gering en klem worden.
waren zij zoo groot als een huis. Nu zijn
ió zoo klein dat ilt ze niet meer zie. En steken
Zi) het hoofd op, dan denk ik slechts: „Zater
dag gaan wij naar het feest! Zaterdag zullen
dansen, Tord en ikl"
„Goeden nacht, Elly, en dank voor je ge-
Mschap."
„Goeden nacht, Tord, en dank voor dezen
tti'bndL"
V Wat drukt hij mijn hand vast en warm,
i»i liet duurt een oogenblik voordat hii haar
gpslaat.
yMaar wat te het donker in het voorhuis.
Ataat zij miashieui in een hoek te spionneeren
ajé gewoonlijk? Ik zie haar niet Maar de
sjjfrir naar het portaal staat half open. Zoo
kan zij op de loer staan en het hoofd er door
steken, wanneer ik voorbij, ga. Gauw voorbijl
Goddank, ik bereik de trap zonder dat zij
iels ziet. Het is bijna grappig, het is alsof zij
een spook is, zoo bang ben ik. De deur door
naar binnen en dicht. Ik ben zoo buiten adem
dat ik een ,paar minuten stil moet staan. Nu
is het over. Maar wat is het hier bedompt,
ik zal het venster openen.
Een stille, heldere, plechtige nacht, die mij
ook hier omringt; hoe zal ik ervan kunnen
scheiden? Beter hier te zitteni dan naar bed
te gaan. Ik zou toch niest kunnen sla- en.
Zou het mogelijk zijp dat hij aan mij denkt,
dat hij iets om mij geeft? Ach, ik bemin hem,
bemin hem, bemin hem! Hier mag ik het
fluisteren zooveel als ik wil! Er is niemand
die het hoort
Hij 'bedankte mij voor mijn gezelschap. Zou
hij het gedaan hebben als er niet iets in mij
was dat hem aantrok? Er is iets lusschen
ons ontslaan dat ons nader tot elkander
brengt Ik gevoel het en hij gevoelt het even
zeer. Ik weet het wanneer wij zwijgend naast
elkander gaan. Dat zwijgen is rijk en geze
gend. Het is vol va'n de mooiste gedachten,
die door ons heengaan.
Zal hij eenmaal het zwijgen verbreken, zijn
gedachten uitspreken, dan.... Neen, dat
moet niet geschieden. Eerst moet ik den brief
van Sven en de kwitantie hebben.
Maar als die er nu eens niet is? Als die
niet gevonden wordt? Als Edla iets weel! Dan
moet Tord het ook weten, weten dat ik een
dievegge ben.
Zal ik daarna nog een uur kunnen lev6n?
Ik wil er niet aan denken, ik kan het niet.
O, mijn hoofd, mijn arm hoofd!
Och, het geeft niets, hier heen en weer te
loopen en de handen te wringen, zoodat de
nagels in het vleesoh dringen. Ik kom er niet
verder mee. Ik moet denken, helder denken.
Als ik het hem eens ronduit zei?
Zou hij het niet begrijpen? Ik heb immers
niet gestolen voor eigen voordeel, maar om
mijh broer te redden. En had ik de goede
kwitantie maar in handen gekregen, dan was
er niets gebeurd. Niemand zou er meer aan
gedacht hebben, niet eens- ik zelve. Het was
slechts een leening, doch zonder toestemming.
En wat er onbehoorlijks in was, mag wel
uitgewischt hceten door alles wat ik geleden
heb, voordat Sven het geld zond. Ik had geen
mensch onrecht gedaan. Integendeel. Ik heb
een armen stakkerd, mijn eigen broer, gered
uit diepe ellende. En het verandert niets aan
de zaak al wordt de kwitantie niet gevon
den. Het geld ligt immers gereed in ruil voor
het zilver. Er blijft geen andere schuld over
dan de verwisseling. En daarom zou ik een
dievegge zijn, alleen omdat een klein genum
merd papiertje weggeraakt is, door slordig
heid van anderen, door een samenloop van
omstandigheden, die geheel buiten mij om
ging?
„Onder gelukkige omstandigheden blijft
iemands ware aard verborgen, onder onge-
lukkige komt hij aan den dag."
Daar slaan zij weer vóór mij deze woorden,
als wroorden van vuur aan den wand. In dat
licht zal hij ze bezien, als hij weet wat ik heb
gedaan. Hij zal mij begrijpen en oordeelem
Mij oordeelen? Maar waarom? Ik heb niet
gehandeld in mijn eigen worde el. Ik wilde
slechts mijn broer redden.
Mijn broer redden?
Wees oprecht, Elly. Lieg je zelve niet voor.
Was het werkelijk om je broer te redden, dat
je deedt wat je gedaan hebt? Was je niet
overtuigd, dat hij zijn straf verdiende? En
heb je het dus niet voor jezelve gedaan, be
vreesd als je was dat zijn schande op jou
terug zou vallen; hadt je anders kunnen
zwijgen, zooals je deedt? Hadt je zoolang
zwijgend, de gedachte kunnen dragen, dat je
haar hebt bedrogen en besloten, die je beste
en eenige vriendin was? Het was immers
reeds een poos geleden diat zij bewaard
moest blijven voor aandoeningen?
O, deze vragen, zij warrelen als mieren
door mijn hoofd. Zullen ze zich ook aan hem
opdringen, als hij het eenmaal w et....?
Zonder twijfel! En sprak hij ze niet luide uit,
dan zou hij in zijn binnenste mij antwoorden,
de waarheid spreken. Misschien zal hij er
zelfs in 't geheel geen leaning in zien die ik
toestond, maar een diefstal. Ik wist immers
niet of Sven geld zou hebben om het in te
lossen? Was er staat op te maken? En was
het zeker dat het geld er voor gevonden zou
worden, dan bleef de diefstal toch begaan.
Neen ik kan het Tord niet zeggen. De kwi
tantie! <*»d in den hemel, laat mij de kwitantie
ia handen krijgen!
O God, ik vouw mijne handen en bid zoo
als ik nog nooit gebeden heb, sedert ik een
kind was. O, God, Gij in wien ik niet ge
loofde, maar wien ik toch niet kon laten aan
te roepen, help mij, help 'mij, geef mij het
middel, dat ^lles weer goed kan maken, het
middel, dat alleen mij eer en geluk en rust
kan schenken. Als het waai' is, dat Gij mij
wilt opvoeden en verbeteren door mij dit
grensloos ongeluk toe te zenden, dan beloof
ik U beter te worden, onverschillig of Gij
mijn wenschen in vervulling laat gaan of
niet. Ik heb ze niet meer noodig. Ik zie nu
reeds in, welk een ellendig en laf en oneer
lijk wezen ik ben, niet alleen in dit geval,
maar ook in zoovele andere. Ik verdiende
niet anders dan weggejaagd te worden, toen
ik de kleine kinderen, die mij toevertrouwd
waren, aan hun lot overliet en in gestolen
kleeren uitging. Hel zal misschien ook mijn'
verdiende loon worden, dat hij, dien ik zoo'
innig lief heb, niets van mij zal willen weten,
omdiat ik eens van plan was te trouwen zon
der liefde, alleen om in overvloed te leven.
Maar laat dat niet geschieden, o goede, goede
God! Laat mij niet meer boeten dan ik reeds
gedaan heb voor mijn lafheid en mijn oneer
lijkheid. Ik zal beter worden door wat ik
uitgestaan heb. Ik zal niet meer voor de ver
zoeking bezwijken. Ik zal goed en sterk en
eerlijk worden al mijn levensdagen; als ik
slechts dezen keer bevrijd word, dezen ééneu
keerde kwitantie, de kwitantie, de kwi
tantieIk smeek U, lieve, beminde Vader
in den hemel, wees barmhartig. Wees bann--
hartig! Als Gij mij wilt helpen, zal ik aan U
gclooven.
Hoe lang heb ik hier bij de rozenhaag met
kapitein Wange staan praten? Een kwartier,
of een half uur? Oneindig langer. Mee ge-
praal? Neen, ik zei geen woord, slechts'nu en
dan „ja" en „zoo" als het pas gaf. Dan was
hij tevreden, voor de rest zorgde liij zelf wel-
Wordï vervolgd.