Ei «ènooten, die 'België zijn uitgedreven en daar Sjadhltige en bloeiende zrvken hebben moeten achterlaten en aan vernieling prijsgeven. Het waren -woonwagenbewoners van Duit sche afkomst, wien het „partir" in België in Se öoreiii had' geklonken, en die maar onmid dellijk waren afgemarcheerd. "Waar ze elkaar Sadden ontmoet om zich in zoo grooten ge tale samen te rotten, mag Joost weten. Den kelijk in de een of andere grensplaats. De gezinnen waren in volle actie. Vrouwen Saten aardappelen te schillen, gore kinderen hermaakten zicli met spelen, terwijl mannen jéen of ander beroep itoefenden, zooals muizen vallen vlechten, kleeiihangers maken en der gelijke. c Ze namen van de Bossdhe burgerij, die den doortocht langs de straten stond gade ie Vla an, geen notitie, gelijk wereldburgers dat jbotaamt. Ze gingen thans naar hun vaderland terug. J Me dunkt, 'dal deze medeburgers van den {öorlog het minst zullen lijden. Uit Maastricht. ..Men meldlt uit Maastricht: 'De laatste dagen kwamen hier geen Duit- iche of Belgische gewonden aan. Enkele ge bonden zijn reeds genezen cn zullen naar alkmaar worden overgebracht, f Drie Nederlanders, die te Eysden gearres teerd waren wegens berooving Van Duitsche 'lijken, zijn naar het huis van bewaring alhier 'overgebracht. Een oorlogscorrespondent van een Neder- landsch dagblad is te Oud-Vroenhoven aan gehouden door de 'Nederiandsche grens wacht. Hij kwam uit België, doch was te jïidht doorgedrongen naar het operatieveld 'der Belgen. Hij werd door dezen terugge- ■etuurd, nadat zijn rijwiel ln beslag was geno men. Voor 'den vrede. Een vier ga dering van een aantal fn gezet e- -nen van' Deventer heeft besloten een comité 6e stichten om in het belang van den vrede werkzaam te zijn. Het comité besrtaat uit de Ïxeererï F. S. van der Gort, voorzitter, H. (Buhrs, secr.; S. Coldtewey, H. Gelder Jr., 'J. J. de Graaf, W. H. F. bairon van Heemstra, iP. Heering, Ant. J. Schoemaker Jr., W. L. van idier Vegle, P. H. Weirff en de dames mej. V. G. v. d. Meer van Kuffelen en mevrouw H. MoutonCorver.. Besloten werd den volgdndén oproep te. 'doen: „Volk van Nederland! Een oorlog mot al jjajn verschrikkingen is in Europa uitgebro ken. Een vreeselijke strijd is ontbrand. Moeten wij, als zonen en dochters van eten fclein land, een land, dati uStVerkoren werd om op zijd bodem gepilaatst te zien het Vredes paleis, moeten wij htet rustig blijfvein aanzien, ponder een stap te wagen in de een of anv jere richting, dat zoovele nuttige menschen- jtevens woerden Mens-eest, zooveel welvaart! Wordt vernietigd? Neen! Een beroep te doen op de mensch- liövendheid der gnoote mogendheden ia onze jplkht. (Het is daarom, dat wij u aHken verzoeken handtetekena'ng fte plaatsen- ondter den; open brief aan de strijdende mogendheden. Wij weten, diait er velen zullen zijn die zeg gen: „diaar bereikt men toch niets mee." Daarop widen wij -direct antwoorden: nie- hian weet, wat dit zal uitwerken. Misschien Wel iets, misschien niets. Mocht onverhoopt dit laatste het geval zijn Welnu, dan heeft het vollik van 't kleine Ne derland toch dte voldoening gehad een po ging te hebben gedaan om den interjaationaL •fers vrede te herstellen. Te wijzen op de bestemming van het aan onze zorg toevertrouwde Vredespaleis if onze pïilclït!. ,,Teekent daarom ellen en zoo spoe dig mogelijk." Gertracht zal worden ook ïn andtere plaat sen soortgelijke comité s op te richten, waar na dan de volgende brief aan d!e strijdende mogendheden zal worden gericht: ,,Het Nederiandsche volk, doordrongen Van het feit, dat op zijn bosdtem is verrezen, fret Paleis dies Vredteg, doet op deze wijze beroep op uwe mehsohhevendheid en het voelt zich gedrongen tot u> een bede tte ïdchten ih het belang dter mternatio'nale menschheid. De 'afschuwelijke oorlog met al zijn ver schrikkingen is uitgebroken en hij zal bren gen rouw, haat en tweedracht. Kan dat niet anders in onze eeuw? 'Bes-taat er niet een middel, om diergelijke fampen te keeren? Hebt gij niet allen bijgedragen tot de tof- ïtandj-koming van dat mooie, groo-tsdhe fdée; ute stichting van het Vredespaleis, waarin gullen beslecht worden de geschillen, die er tussaheai uwe Rijken bestaan? I Wij vertrouwen, dat die roepstem tot u uit idat klefne Nederland niet eene is als die van een roepende in de woestijn en dteft n'og do mogeldjikheid bestaat, dat door u een einde Wondt gemaakt aan dien vreeselijken oorlog, waarmede een onnoemelijk leed over duizen den en nogmaals duizenden zal worden ge bracht. i Wij richten dus vol vertrouwen deze woor den tot u, kl'ie eens de woorden waren van. een der grootste vrouwen uit de vredesbewe ging: „Die "Waffen niederlP Benoemt daarom het scheidsgerecht, dat in tiet Vredespaleis de internal!!ohale verwikke lingen zal beslechten." De economische storing. i Dr. D. Bos wijdt ln de N. R. Ct. een be- jchouwing aan de economische storing, waar- ti wijl ons thans nog be vitoden. Daarin stelt ij o.a. de vraag: „Wat tie dóen?" waarop £i] als volgt antwoordt: Laat de Nederiandsche huisvader en als aij te zenuwachtig is d'e meer verstandige Nederiandsche huismoe dier, beginnen met ge- Woon te doen zooals anders. Zuiniger worden, pat is natuurlijkdat moeten wij ellen. Maar pet doMnmg opdrijven dier aanitóoopen in de ^ene soort van waren en dé andere aankoo- pen "van dagelijksche verbruiksartikeien nala ten. Met een paar weken zal men hel belache lijke ïnzten van die reuzeninkoopen van soms >an (bederf ondeihevige waren en zal het blij- :en, dJat men zich goedkoopter had kunnen Helpen, wanriai vele artikelen die voorraad jroot is ein aanvulling geenszins is uitgeslo ten. Liatlen verder allen, die nog de noodige inddelen hebben, hunne rekeningen z o o- i.eel en zoo vlot mogelijk betalen. -Laten voorts die monscbeh uitschei dien met oppotten van gelden. Wanneer werkelijk de nood zóó hoOg eou stijgen, zooals zij mis schien meenen, met allerlei overdreven voor stellingen van belegeringen, uithongering" en andtere griezeligheden, dian zou hun die oppotte rij toch niets baten, daar dan het al gemeen bellang zich zeker zal stellen boven het eigenbelang. En laat vooral ook alle kleinere cn pro vinciale banken zoo spoedig mogelijk meer haar gewone doen aannemen. Dit ook in haar eigen belang. Zij kunnen dat doen, voor een goed deel althans, met behulp van het Én Amsterdam gevormde consortium, dat met groote inspan ning tracht de nijverheid en den handel de middelen te verschaffen om aan den gang te blijven. Doen ook de kleine banken döt niet, dan zal voOral de middenstand zich anders moeten heipon en dut wellicht ook in do toe komst blijven doem. De oprichting van een Algemeenie Neder iandsche Maddenstands-credielibank, die de schakel zal worden tussdhen allerlei plaatse lijke volks- en mid denstand s-credietlbanken en 'het consortium mét! daarachter dte Neder iandsche Dank. wordt een feit. Met enkele dagen zal zich daarheen d'e groote stroom van den middenstand kunnen richten om de mid delen te vinden teneinde aan den gang te blijven, zijn leveranciers te betalten en daar door datgene te doen, wat het bankwezen in ons land thans niet voldbend'e verricht. Maar laat onze Nedterlnndsehe handel en nijverheid, loten al Onze dtelailMslen en klein- induslrieelen bovenal, begrijpen d'at wanneer zij thans op eigen houtje een moratorium in stellen, niet betalen wat zij schuldig zijn, of schoon zij kuimön, zelfs betalingsmiddelen zondter noodzaak oppotten, zij het aan zich zelf te wijten hebben, dat zij zelf daarvan ten slotte de dupe worden. De economische crisis wordt door deze op- sboppingsverschijnstelen noodeloos verscherpt, ten slofte zullen het de zwakkeren zijn. die van dte beenen geraken. En worden nijver heid en handel, ook in die groote bedrijven door het onthouden Van d'e notedige betalingen van d'e afnemers, gedwongen tot werkvermin- dering, wat wordt dan het gevolg? De arbei ders zullen lijden, maar met gemeenschappe lijke hulp zal men ze door den tijd brengen. Maar de m-iddten stand, de klein-industriëel en handelaar wordt dteor de vermindterdte con sumptie de dupe. Hef ecnige middel om den toestand weer gezond te maken is met thans meer dan ooit gepaste zuinigheid zooveel immer mo ge 1 ij k weer d-e gewone handelsgewoonten aan te nemen met zooveel mogelijk handhaving over en weer van het stelsel der contante betaling en met nakomen zooveel m o gelij k van de betalingsverplichtingen, ook van vroegere vordteringen. Wanneer een ieder dat doet, zal men toch met elkaar heel waf afspraken moeten veranderen en met de buitengewone toestanden rekening moeten houden. Maar dan hebben wij kans, dat wij niet door eigen onverstand en gebrek aan ge moedskalmte het kwaad verergeren döt er is. dat door de storing in den in ons land zoo geweldig groteten interna Öfonalen handel eai uifcvoernijverheid toch al zoo groot wordt, en dat bij terugkeer van den vrede nog genoeg nieuwe ernstige storingsverschijnselen ral me debrengen- Kerkelijke bladen over den oorlog. De Hervorming schrijft o.a.? „Er was in ons opzien naar Boven één stemming, dunkt ons, die om den voorrang dong. Een stemming van schaamte. „Daar zijn wij nu aan toe, Heer! met onze „beschaving" en onzen „vooruitgang" en on ze „onltwikkeling',; met ons „zedelijk-gods- dienstig leven*, waarvan we den mond zoo vol hebben. Daar zijn we nu aan toe Heer! met ons geweten, voor welks nauwgezetheid, fijngevoeligheid en teerhei-d onze eëlste woor den niet goed genoeg zijn. Daar zijn we nu •aan toe met onze tienduizendtallen bedehui zen en kerkgebouwen,welker torenspitsen we hoog .doen optrekken als reuzenvingers die ten hemel wijzen heet t zoo niest? weidsChe kathedralen of stemmige kapellen, waarin we profeteeren van de gerechtigheid die een volk verhoogt en van de zonden die een schandvlek is der natiën. Daar zijn we nu aan toe met onze wijdingsstonden en gods dienstoefeningen, onze samenkomsten en kerkdiensten, onze preeken en missen, onze gebedten en devoties. Daar zijn we nu aan toe met ons heirleger preekbeeren en altaardie naars „dominé, pastoor en rabbi" Dit hebben we weten uit te werken! „Is 't niet om stil te worden van bescha ming? Om iets te voelen van het Psalmwoord dat den Oppermachtige voorstelt als zetelend in den hemel met een spotlach, om de heilige lippen van we ge het wo elen der volkeren en de bedenkselen hunner ijdelheid? „Ik ben te beschaamd en te verlegen heet het in Ezra S 6 ,Jk ben te beschaamd en te verlegen om mijn aangezicht tot u op te beuren," o mijn God. Want onze zonden zijn -ons boven het hoofd gewassen en onze schuld is hemel, hoog". Ds. S. K. W. Bakker schrijft: „Wat wordt het nu alles klein. Wat is Het ver naar den achtergrond gedrongen, alles wat met ons kerkelijk leven, met onze kerke lijke belangen, met onze kerkelijke twisten in verband staat. Wien raakt het nu wat, of Niemeijer gelijk heeft of ik, wat kunnen ons nu de etihischen of de modernen of de gere formeerdten schelen? Wat valt alles weg bij het ontzettende, dat nu over de menschheid gekomen is, bij het verschrikkelijke dat ons eigen volk aan alle kanten bedreigt. Ons volks bestaan is wezenlijk in. gevaar. Alle dagen kan de noodzakelijkheid geboren worden, dat wij verdedigen een van de beste dingen die wij als volk bezitten: onze vrijheid!". De Kerkelijke Courant schrijft: „De oorlog is vrucht van de zonde: is rijp wording van het menschelijke kwaad in velèf lei vormen. De oorlog is een product dter hel: en zijn werken zijn ellende, namelooze jam mer, ontaarding, verwildering, wanhoop en ondergang! Maar wij allen hebben deel aan die macht! De zelfzucht, de hebzucht, de hoogmoed, de eigenwaan, de dierlijke driften en zooveel meer, die in den oorlog zich be lichamen, zij wonen in ons aller hart. Uit Öten boezem van de menschheid zelf komt de oorlogsduivel voort, geboren uit de samen vloeiing van al die lagere krachten, gevoed en gekweekt door die menschelijke zonden, totdat hij eindelijk groot en sterk is gewor den en als een vernielende geesel.over de wereld vaart, als een stormwind, .die neder- werpt en ontwortelt, als een vuur, dat alles verslindt, als een monster, dat met zijn klau wen zijn prooi aangrijpt". L. schrijft in de West-Friesche Kerkbode: „De vreeselijkste geesel der menschheid is gekomen. Tien, vijftien mülioetn krachtige mannen staan tegenover elkaar, gereed tot doodslag. Persoonlijk heeft niemand hunner den ander iets te verwijten. Dit is nog de meest ontroerende gedachte, bij alle ontroe ring 'die zich van ons meester maakt. De on zichtbare machten, die aanleiding hebben gegeven tot de ontketening van den beestach- tigen gruwel mogen beven en sidderen voor de gevolgen ervan. Alle bloed en tranen der onschuldigen komen over haar! Luide schreien de stemmen van ontelbaren ten he mel over zooveel ongedacht leed, zooveel on noemelijke boosheid, zooveel goddeloosheid". Ds. G. de Leeuw schrijft in Wereldlente: „Met een gevoel van we vel en tegenzin sturen wij dit nummer in zee. Niet alleen brengt de oorlogsgruwel,, waaronder nage noeg heel ons werelddeel zucht, eene jam merlijke stagnatie in alle werk van vrede, be schaving, ontwikkeling en vooruitgang te weeg, maar ook leidt hij d:e aandacht af van de groote vraagstukken onzes tijds, die schreien om solutie, en zet bij verreweg de meesten den hoogeren denkarbeid stop. Wij wenschen de dingen van groote belangrijk heid niet te bespreken, wanneer men ten hoogste met een half oor naar ons luisteren kan. Door goddelooze overmacht gedwongen zullen wij zwijgen tot onze stem zich niet langer in krijgsgeschrei en kanongebulder verliest, en de noodige kalmte in de gemoe deren zal zijn wedergekeerd". In het Katholiek Sociaal Weekblad schreef de redacteur mr. P. J. M. Aalberse: „Ontzettend is de verantwoordelijkheid van hen, die dit onheil hadden kunnen voor komen, maar niet hebben gewild. De moord te Serajewo was de vonk in het kruitvat.. De grootmachten van Europa staan in oor log tegenover elkaar. Al de ellenden en ver schrikkingen van den wereldkrijg zijn als met cón slag over de volkeren gekomen. „Het is als de groote oordeelsdag Gods, die ten Rechterstoel zit over ongeloof en ze denbederf, zich steeds dieper in de volken in vretend. Aan het hoofd van Frankrijk, naast den president, staat de president-minister de raam, die voor kort als minister de blasphe- mie uitbraakte; wij hebben de lichten des he mels uitgedoofd. En aan de duistere kimmen verschijnt bloedend rood de oorlogstoorts. Misdadig heeft men de toeneming der bevol king tegengehouden. En de dood waart rond en zal in enkele weken tienduizenden neervel len door schot en zwaard, of jammerlijk doen omkomen door ellende en ziekten. Zoo is de ze wereldoorlog vreeselijk in zichzelf, en hij zal vreeselijk zijn in zijne gevolgen. En als een hoon liggen daar de dikke bundels versla gen der vredesconferenties, allereerst bijeen geroepen door den Czaar aller Russen, die nu door zijn steun aan het volk der konings moordenaars het oorlogsvuur misdadig aan stak". Schooi- en Kerknieuws. 's-Gravenhage, 13 Augustus. Akte-examens lager onderwijs in handteeke- nen. Geslaagd de heerenJ. Schotman, Haar lem; G. Weg, WildervankH. J. Wejsseling, Alkmaar; H. IJkelenstam, Utrecht; J. Zeegers, 's-HertogenboschH. Zuiderbaan, Beetster- zwaag; E. A. Muyderman, Deventer; P. Swart, LeeuwardenA. G. Trommel, HaarlemW. T. v. d. Vegte, LeeuwardenH. van der Velde, HaarlemR. S. Visser, HuizumB. de Vries, 's-GravenhageA. B. C. Raaymakers, Roosen daal. Examens Hoofdakte 12/13 Aug. Geëxami neerd 10 candidaten. Geslaagd de heerenH. C. van Velzen, 's-GravenhageJ. de Lange, Dordrecht; A. Baas, Rotterdam; A. Naaktge boren, Vlaar dingen. Vijf candidaten konden niet opkomen wegens de mobilisatie. Examen Fransch M. O., akte A. Geslaagd geen. Akte-examens Engelsch M. O., akte A. Ge ëxamineerd 9 candidaten. Niet opgekomen 1. Geslaagd de damesM. E. C. Mencke, Venray F. Stephan, Amsterdam, en de heeren A. v. d. Bosch, Amsteidam, en L. Karreman, Rotterdam. Exardens Engelsch L. O. Geëxamineerd 25 cand. Geslaagd de dames: A. B. Brinks, Den Haag; H. J- A. Daniëls, Utrecht; F. T. Veen- dorp, Arnhem; M. M. Dittmer, Ouderkerk; J. M. v. d. Dool, Den HaagV. E. J. Duetz, Leer dam j S. E. Evenhuis, Borger Compagnie; C. M. L. van Ewijk, EchtH. E. M. A. Gadiot, Meerssen? C. M. Geerling, Zeist; H. W. H. Geerling, ZettenA. Treffers, Den Haagen de heeren J. N. Kroone, Alkmaar I P. W. Kus- ters, Venlo; J. J. Laernoes, Vlissingen; W. J. v. d. Lelie, MaaslandG. J. A. Muyser, Rotter dam H. Meyer, ZaandamH. Moraal, Ensche dé J. W. Opendorp, RotterdamA. Schipper, Schiedam. Examens Fransch L. O., 13 Aug. nam. Geëx. 14 cand. Geslaagd de heer G. Valckx, en de dames W. J. Sloot, Roosendaal, A. W. N. M. H. Spitzen, RoosendaalM. W. J. van Gas tel, Dongen, en A. B. A. Snijders, Dongen. Namiddag-examens Hoogduitsche taal, L. O. 13 Aug. Toegelaten de damesN. E. Th. A. Heijmans, Nijmegen; J. E. Schaap, Rotterdam; Th. L. Linck, Hilversum, en B. W. M. Brinke rink, Bovencarshpel, en de heeren J. Mol, Zwol le R. Nieboer, Wijns, bij LeeuwardenK. Bolt, AppingedamH. Visserman, ApeldoornK. M. J. ten Hoor, Zwolle. Afgewezen twee dames en één heer. Namiddag-examens Hoogduitsche taai, M. O. 13 Aug. Afgewezen één mann. en twee vrouwel. cand. GEMEENTE AMERSFOORT. Opgaaf van gevestigde personen van 27 Juli tot en met 1 Augustus 1914. Johannes J. Kernink, geb. 1894, N.-H„ van Rijswijk naar Leenaert Nicasiusstraat 2. Jan E. de Boer, geb. 1863, geen kerkgen„ van Deventer naar Barchman Wuytierslaan (onge nummerd), koopman. Lambertus Majoor, geb. 1639, R,-G.> van Put ten naar Bloemendalscbestraat 56. Hendrik de Bekker, geb. 1891, N.-H* van Rhe- den naar Kamp 14, bakkersknecht. Nicolaas Heilijgers, geb. 1891, geen kerkgen., van Dusseldorf naar Arnhemsch'eweg 60, tim merman. Andries P. Flips, geb. 1832, R.-C., van Utrecht naar Muurhuizen 55. Willy A. Scheffel, geb. 1SS7, Ev.-L., van Rot terdam naar Muurhuizen 129, orgelstemmer. Cornells van den Heuvel, geb. 18S3, N.-H., van Gennep naar Hellestraat 35, leerling-machi nist. H. Carpentier Alting, geb. 1866, N.-H., van Indië naai- Johan van Oldenborneveltlaan 28. Jhr. E. W. von Wrangel auf Lindenberg, geb. 1864, m. N.-H., vr. N.-H., van Deventer naar Lftrechtscheweg 97, Kolonel huzaren. Wed. H. Bakker, R.-C., van Hilversum naar Muurhuizen 117. Jhr. Hendrik v. d. Pol, geb. 1866, N.-H., van 's-Gravenhage naar Bergstraat 27, directeur eener maatschappij. Antonius v. d. Vlasakker, geb. 1892, R.-C., van Amsterdam naar Gasthuislaan 5, winkelbediende. Evert Wind, geb. 1887, N.-H., van Enschedé naar Oliesteeg 3, arbeider. Opgaaf van vertrokken personen van 27 Juli tot en met 1 Augustus 1914. Johanna T. de Keizer, N.-H., van Arnhemsche- weg 143 naar Utrecht, kinderjuffrouw. Cornelis Daatzelaar, geb. 1888, R.-C., van Wolkersteeg 59 naar Baarn, loodgieter. Leonardus W. Scheerder, geb. 1897, R.-C., van Leusderweg 62 naar Hattum. Pieter v. d. Berg, geb. 1893, N.-H., van Kamp 14 naar Boskoop, bakkersknecht. Servatius Jakma, geb. 1893, Ev.-L., van 't Zandt 20 naar Hilversum. Karei Luberti, geb. 1893, N.-H., van 't Zandt 20 naar Hilversum. Pieter H. Schoute, geb. 1886, m. N.-H., vr. geen kerkgen., van Wijersstraat 14 naar Arn hem, Luit. Rijdende artillerie. Johannes J. van Dorp, geb. 1888, Rem., van Muurhuizen 63 naar Alkmaar, opzichter-teeke naar. Rempke van Dijk, geb. 1872, N.-H., van Joan nes Tolliusstraat 14 naar Geertruidenberg, ser geant-schrijver. Cornelis M. van Voorst Vader, geb. 1878, N.-H-, van Arnhemscheweg 73 naar Kampen, griffier bij het Kantongerecht. Abel Kuperus, geb. 1891, N.-H., van Hof 23 naar Balk, smidsknecht. J. Ch. C. Dettmeijer, geb. 1874, N.-H., van Muurhuizen 125 naor Loosduinen. Wed. A. Klerk, geb- 1892, G.-K., van Soester- weg 203 naar 's-Hertogenbosch. Wed. J. F. M. Weijers, R.-C-, van Hof 21a naar 's-Gravenhage. Hendrikus J. Damsteeh, geb. 1893, N.-H., van Puntenburgerlaan 32 naar 's-Gravenhage, teeke naar. Johannes F. H. Mingels, geb. 1855, R.-C., van Paulus Buyslaan 22 naar Teteringen, gepens. kolonel. Jan G. Haremaker, geb. 1882, m. D.-G., vr. N.-H., van Hendrik van Viandestraat 5 naar Alkmaar, le Luitenant der Infanterie. Jacobus A. de Goede, geb. 1896, van Muur huizen 141 naar Utrecht, sigarenmaker. Hendrik de Keizer, van Soesterweg 138 naar Rijswijk. Cornelis L. Scheerder, geb. 1894, R.-C., van Achter de Luyaard 24 naar Leerdam, loodgieter. Geurt Mijnten, geb. 1895, van Langestraat 1 naar Apeldoorn, bakkersknecht. Johannes H. Scholten, geb. 1886, R.-C., van Hof 40 naar Dedemsvaart, winkelbediende. Van den Hak op den Tak. (Weekpraotje). Aan Ket gala-diner, dat den 13den December 1907 tijdens et bezoek aan Amsterdam te zijner eere in het Koninklijk Paleis gegeven werd, zeide Keizer Wilhelm, in antwoord op eene rede van H. M. de Koningin „Uwe Majesteit heeft de vriendelijkheid ge had, een snaar aan te roeren, welke in mijn hart weerklank moest vinden en in het hart van mijn Huis en mijn volk, n.l. de betrekkingen tusschen de Huizen van Oranje en Hohenzollern. Uwe Majesteit kan er van verzekerd zijn, dat telken male dat ik den voet op Nederlandschen bodem zet, ik met dankbaar hart hot land aanschouw, dat eenmaal mijn voorouders heeft geleerd hun plicht jegens het vaderland te vervullen. Van hieruit voerde de Groote Keurvorst zijn ge malin naar zijn vaderland. Hier had hij geleerd voor zijn volk te arbeiden. De edele Keur vorstin heeft ons een beeld achtergelaten, dat thans nog in mijn volk leeft en ook in de stich telijke liederen, die wij des Zondags in de ker ken zingen. De spaarzaamheid en de vreugde in den arbeid van den eersten Frederik Wilhelm stammen mede uit Nederland. En zoo is mijn Huis den Nederlanden en het Huis Oranje den innigsten dank verschuldigd. Aan dezen plicht der dankbaarheid kan fk slechts daardoor uitdrukking geven, dat ik met mijn leven borg sta, dat onze landen zich in vrede kunnen ontwikkelen. Ik weet, dat ik één ben met mijn land, als ik God bid, dat hij Uwe Majesteit en Hare gezegende regeering bescher men moge." Dat is het woord van een Keizer, die zijn leven verpandde Zal hij er, toen hij het uitsprak, wel aan ge dacht hebben, dat ook de Belgen in die dagen, waarvan hij sprak, Nederlanders waren? Wi e is de schuldige, wie de oorzaak van dezen geweldigen, ontzettenden krijg? Vele antwoorden worden gegeven, maar niemand onzer weet het. In een artikel in de riKöln. Zag." van 6 Aug. wordt gezegd, dat de bewerkers van den wereld brand zitten te St. Petersburg, ln die kliek, die sedert meer dan 100 jaar het eigen Russische volk in slavernij houdt, die alle ontwikkeling van dit volk tot een hoogeren cultuurtrap onder drukt, die de beste mannen vervolgt, omdat zijzelve heerschen wil, zonder de capaciteit tte hebben om te regeeren. Door deze kliek zijn zoovele Czaren-moorden georganiseerd, om een der haren op den tToon te brengen. Zoovele flinke mannen met groot staatsmansbeleid heeft Rusland gehad, zoovele degelijke arbeid is ge leverd en steeds heeft deze kliek het verstaan dien arbeid weder ongedaan te maken. Deze kliek bestaat uit een reeks van grootvorsten, van wie wel menigeen gaarne Czaar zou zijn, uit hooge militairen en ambtenaren, die allen slechts het oer-oude schema van het barbarendom vol gen door geweld het landsgebied uit te brei den, om zoo nieuwe geldbronnen te ontsluiten, nadat het eigen land uitgeplunderd is. En met deze Russische of Bever Petersburg- sche kliek hangt een andere samen, die alle hoop van een herstel der heerschappij jpp een volkerenoorlog gericht heeftdat zijn de roya listen en imperialisten van Frankrijk, de nako melingen der Bourbons, Orleans, Bonapartes en hun aGnhang. Men vrage aan Franschen, die niet tot dezen aanhang behooren, wie in Frank rijk den oorlog wil: geen mensch, niemand wiens belangen niet met dezen aanhang verbon den zijn. Maar Frankrijk en Duitschland en ge heel Europa zullen niet een voortdurenden vrede hebben, voordat d'e royalistische en imperialis tische Fransche kliek is opgeruimd. Uit hetgeen wij uit dat artikel hebben over genomen, blijkt genoegzaam hoe fel de verbit tering der officieuse organen is. Jammer blijft het evenwel voor hen, dat het dezer dagen ge publiceerde Engelsche Witboek nu ook de Duitsche regeering in deze „schuldvraag" niet geheel vrij laat uitgaan. „Luid den vrede en de broederschap der vol keren in." Dit is het opschrift van de klok de Entente Cordiale, die in het dorpskerkje vai ChAtellerault iederen Zondag zijn plicht doet doch die nu. weldra luidt over oorlogswee er slagveld-elleade. Het is een geschenk var Czaar Nicolaas II in het jaar 1892 naar aanlei ding van hot volgende feit Te Chfltellerault, een stadje ten Oosten vm. Nantes, vierde men het afscheid der Russische officieren, die gekomen waren om de 600,000 geweren, door Czaar Alexander III besteld, in ontvangst te remen. De predikant van Ch&telle- rault hield hij die gelegenheid een preek, waar in hij den wensch uitsprak „Mogen deze wapenen dienen, den vrede en de verbroedering der volkeren te verdedigen." Deze woorden werden den Czaar meegedeeld, en eenige maanden later heerschte er groote vreugde in het stadje over de ontvangst van een geschenk uit Petersburg. De groote, prachtig bewerkte klok was in de Keizerlijk-Russische gieterijen vervaardigd en vertoonde de beelte nissen van Alexander IH en Nicolaas II en die der Fransche Presidenten Carnot en Faure. „Vrede en broederschap der volkerenKlan ken zijn het, ijdele klanken slechts De wereld gaat vooruit, wij gelooven het maar wan neer wij de teekenen zien, dan zeggen wij met Proteus in „De Telegraaf": De menschheid is jong, lichtzinnig en dwaas als ooit, windt zich hij de geringste aanleiding op als ooit, bedrinkt zich aan frazen als ooit. Helaas, wij zijn de te ouden, te wijzen, die- moeten zwijgen. Niet, omdat wij overschreeuwd worden, maar, omdat het strijden met woorden hopeloos is, waar de feiten, het feitenmateriaal van eeuwen machteloos blijft. En misschien ook omdat wij weten, dat wat nutteloos is en nood lottig, niettemin onvermijdelijk kan zijn. Wie zegt, dat de wereld oud is? De meest lichtzinnige en dolle overmoed, de meest brute opwinding ligt nog steeds disponibel en is tegen de meest elementaire rede in te mobiliseeren, - en de regeeringen weten het. De opwinding is als een sneeuwbal die aangroeit, en de re geeringen weten het. De Oostenrijksche, de Duitsche en de Russische ministers tarten elkander, en ziet, de telegrammen van links naar rechts, van oost naar west, toonen dat het volk „achter de regeering staat." Optochten gejuich bij vertrekkende tToepentreinen, botsin^ gen het is alles volkomen duidelijk. De schreeuwers van alle landen willen den oorlog Misschien vooral de vagebonden, de straatslij pers, de vlegels en de bierhelden? Het is niet alle dagen dat de regeeringen zich zoo verheu gen over straatmanifestaties! Hebben wij daar misschien het spoor gezien? Zijt gij, de groote snoever van de straat, de krant en de tapperij, misschien inderdaad een zeer officieel personage? Gij zijt zoo drom mels gauw hij de hand, als de politiek u noodig heeftDie rasvijandschappen, waarover gij be schikt, hoe spontaan, hoe echt zijn ook dieDc Balkanvolken tegen Turkije, het was duidelijk, een lang opgekropte rassenhaat moest uitbar sten. Maar toen. Servië tegen Bulgarije het was minder duidelijk. Toch waart gij er weer. met uw schorre ruziestem, uw huichelarij en uw verontwaardigd doen! Jaren geleden kon men bijna geen Duitscher spreken of hij was fel op de Engelschen geheten, en vice-verso het is nog niet zoo lang geleden, dat Engeland en Rusland de traditioneele vijanden waren, en maar een klein beetje langer, dat Frankrijk en Engeland tegenover elkaar stonden, eeuw na eeuw. En altijd zijt gij er bij, o wispelturige rassenhaat, o negatief patriottisme met uw ver maledijde apenliefde, die niet zoozeer haar ob ject wil bevoordeelen als wel een ander treffen. Inlusschen, wat nutteloos ls, en noodlottig, kan misschien onvermijdelijk zijn. Als de oor log dit is, die algemeen© oorlog, die al jaren en jaren dreigt, als die oorlog dan komen moet, dan zijt gij, Bombastes, internationale schreeuw- leelijk, misschien evenzeer noodzakelijk. „Jupi ter prius quos vult pérdere demenjat." „Wien Jupiter wil bederven, dien beneemt hij eerst hel verstand", zeiden de Romeinen, maar men kan ook nog wijsgeeriger, het nut van den waanzin erkennen, waar waanzinnige daden nu eenmaal moeten geschieden. Als er gevochten moet wor den, dan is 't wellicht goed, dat de Parijzenaars plotseling zoo hevige sympathie gevoelen voor een ver (en vóór alles insectenpoeder behoe vend) volk. Hoe groot de verschrikking van den oorlog is, het gruwelijkst en leelijkst is een lusteloos gevoerde oorlog. Misschien dat deze opwinding, kort van duur als zij uiteraard is. het gezond verstand spoediger aan het woord laat komen dan de edeler geestdrift zou doen. Maar trots dat alles staat het onzen ln dezen hartstochteloozen geest vrij, zich te verbazen over de hoeveelheid zelfbedrog en sophisme, die „pour le besoin dc la cause" wordt bijeen gegaard en uitgestald. Daar is die populaire illusie, dat bij een oorlog de blnnenlandsche veeten zwijgen, de tegenstellingen verzwakken en de kleingeestige geschillen verdwijnen. Bi zooverre dit zoo is, schijnt de winst, uit een algemeen oogpunt schraaL De Barthou» et\ Caillaux' worden er geen haar fatsoenlijker om, of er over hen gezwegen wordt. Ook toont de geschiedenis de onjuistheid van de stelling. Tij" dens de met ongelooflijke opoffering en geest drift gevoerde oorlogen der Eerste Republiek was de oneenigheid fn Frankrijk grooter dan ooit. Is er werkelijk eenige rust, dan is zij ge forceerd, duurt slechts zoolang, tot de oorlog voorbij is. De Remonstranten en Contra-Re monstranten konden het twaalfjarig bestana nauwelijks afwachten. In 1871 heeft de binnen- landsche krijg niet eens het einde van den bui- tenlandschen afgewacht. Neen, de^ froze is goed ln den mond van maltre Labori, als hB de woorden en het gebaar van Bombastes Furioso borgt, om zijn cliënte te doen vrijspreken. Zij kan niet als argument vóór een oorlog bij ern stige lieden dienst doen. Die zijn tegen don oorlog, en nochtans is hij er. Omdat de wereld niet oud is, maar jong en lichtzinnig, de willig® dupe van den internationalen Bombastes Furio so, den vaderlandloozen huurling en chevalier d'indasfrie. KEUVELAAR-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 6