BINNENLAND.
V redes v o oruitzichten.
De correspondent van de Manch. Guardian
schrijft over mogelijke vredesvooruitzichten.
Over Kopenhagen ontvangen Engelsche bla
den belachten, dat de Berlijnsche bladen al
toenadering tot Frankrijk toonen. En de
•„Temps'' beweert, dat er geruchten gaan,
jdat Duilsohland bereid zou zijn met Frank
rijk wede te sluiten op goede voorwaarden.
Een telegram uit Washington vermeldt als
de meening van een eminent diplomaat van
een neutraal land, dat de Duitsche keizer
binnen twee maanden vredesvoorstellen zal
doen. De ./Temps" ziet in deze berichten een
aanwijzing voor de begeerte van Duitschland
om Frankrijk en Engeland van Rusland te
scheiden, maar die verklaring. meent de En
gelsche correspondent is niet de ecnig moge
lijke. Anderen toch meenen, dat het feit, dat
Duilsohland succes heeft in het begin van
den oorlog, het a-oor dit land gemakkelijker
toaakt betrekkelijk spoedig om vredie te vra
gen, dan dat het geval zou zijn als het dade-
tijlk geslagen was.
Ais het Duitschland dadelijk slecht was
gegaan, zou de Keizer om zijn prestige en
wellicht om het behoud van zijn troon, tot
hel biltere einde moeien volhouden. Maar nu
kan hij verklaren, dat Duitschland zich schit
terend tegen geweldige overmacht heeft ver
dedigd.
Frankrijk zal tot het bittere einde vechten
om zich van den invaller te bevrijden, maar
als de oorlog te eeniger tijd feitelijk nióls
anders meer zou zijn dan een langdurige
uitmergeling, twijfel ik of de meeniing van
het Fransche volk een voortzetting zou ge-
doogen, indien Duitschland bereid zou zijn
er een einde aan te malven op voorwaarden
die Frankrijk eervol zou kunnen aan\Taardien.
Een werkelijk beslissende 0ATerwinning zou
natuurlijk die mecning kunnen wijzigen. Het
schijnt echter helaas wel al duidelijk, dat wat
ook het resultaat van den oorlog moge zijn,
Frankrijk er nog duchtiger onder zal hebben
te lijden dan van den oorlog A'an 1870.
Natuurlijk deze toevoeging is van liet
Ilbld. waarvan Avij bovenstaande beschou
wing onllcenen client aan deze laatste be
schouwingen Aran den Engelschen correspon
dent o.a. over Duitschland's houding niet al te
veel waarde te Avonden gehecht, maar zij
teekencn den gemoedstoestand, die blijkbaar
in Frankrijk heerscht en verdienen in zoover-
re dus de aandacht.
Pauselijke namen. Wij lezen
in de Tijd:
Tot het midden der tiende eeuw behielden
de nieuwgekozen pausen hun eigen naam.
Toon echter ontstond, geheel toevallig, het
gebruik, dat de Paus na zij;n verkiezing een
anderen naam aannam. Zoo noemde zich de
In 956 gekozen Romeinsche patriciër Octa-
yianus Johannes XII, ter herinnering aan
zijn oom, die als Paus Johannes XI van 931
tot 936 de kerk had bestuurd. Sedert dién tijd
hebben alle pausen een anderen naam aange
nomen. Slechts tAvee hebben hun eigen naam
behouden, n.l. de Nederlander paus Adrianus
VI (1522—1523) en Marcellus II. Uit eerbied
jegens den eersten paus, don Prins der Apos
telen den H. Petrus, heeft geen paus dieais
ïiaam gekozen, wel zijn er viif Dausen
.ill iiCi geneci oestaan er 81 namen van pau
sen. Die a-an Johannes kwam 23 maal voor;
Johannes I Averd martelaar, hij regeerde van
523 tot 526, de laatste was Johannes XXIII,
die in 1410 tot paus gekozen werd, doch in
1415 op het Concilie van Constanz afstand
deed. Zeer dikwijls kwam ook de naam Gre-
gorius voor, dc voorganger van Pius IX was
Gregorius XVI, gestorven in 1846. De na
men Clemens en Benedictus komen veertien
maal voor, reeds de vierde paus (90—100)
heette Clemens, de eerste Benedictus komt
a'oor in de vijfde eeuAv. In sommige eeuwen
bestaat er een a'oorliefde a'oor bepaalde na
men, b.v. voor Paulus en Pius in de 16e,
a'oor Clemens en Benedictus in de 17e en 18e
eeuw en in den laatsten tijd weer voor Fins
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Vergadering Yan 4 September, des na
middags half Ader.
De voorzitter, baron Van Voorst tot Voorst,
deelt mede, dat het amnestie-ontwerp geen
aanleiding tot opmerkingen had gegeven in
de afdecMngen. Het ontwerp beurswet en het
ontwerp inzake vermijding van faillissement,
enz. hadden tot enkele opmerkingen aanlei
ding gegeven. Hoewel geen eindverslag is
verschenen stelt Spr. a-oor de ontwerpen da
delijk in behandeling te nemen.
Z. h. s. wordt het amnestie-ontwerp ver
volgens goedgekeurd
Bij de wet lot voorkoming van faillisse
ment maakt de heer Van den Biesen
(R. K.) eenige opmerkingen, die door den
Minister van Justitie, den heer Ort,
worden beanhvoord. Spr. wijst er op, dat het
ondoenlijk is in de Avet onderscheid te ma
ken tusschen hen die niet kunnen betalen en
hen die het wel zouden kunnen. Spr. acht
hel on'"rwerp urgent. Hel meerendeel der za
ken zal zijn van zeer eenvoudigen aard en
deskundigen zullen niet noodig zijn. Bijna
alle aanvragen tot uitstel zullen zijn van een
voudigen aard en appèl acht Spr. overbodig.
Spr. Avijst er voorts op, dat trekker en en-
'lossant van een Avissel geheel verantwoorde
lijk zijn voor het bedrag, doch eveneens een
Öeroep kunnen doen op deze wet.
Het ontwerp wordt vervolgens z. h. s. aan
genomen.
Daarna kwam aan de orde de beurswet.
Na voorlezing van het afdelingsverslag
verklaart dé heer Van den Biesen naar
.aanleiding Aan art. 6 (herbeleening prolon
gatie), dat hij die herbelcenrngen altijd met
•leede oogen heeft gezien. Het geschiedt ech
ter overal. Spr. meent dat scherp onderscheid
dient te worden gemaakt tusschen de her-
beleenfng en het oorspronkelijke pandrecht.
Dat het pandrecht blijft bestaan acht Spr. van
groot belang voor gevallen van faillissement.
Als men het pandrecht kwijt is, zegt Spr., is
.aaen het recht ook kwijt. Spr. beeft zich naar
den minister van Landbouw begeven en de-
ka» medeled eeliL daft hii over dit onderwerp
het woord wikle voeren en gevraagd of de
minister liever had dal hij het naliet, doch
de minister had geen bezwaar.
De heer Van Nierop (U. L.) wijst op het
groote belang a'an dit ontwerp. Het gaat om
een 350 400 milüoen gulden. Spr. heeft zich
zelfs afgevraagd of een moratorium ook he
ter zijn zou. Het nadeel van een moratorium
ifi echter dat het 't geheele economische leven
stop zet en veel werkloosheid doet ontstaan.
Een gelukkig teeken in deze droeA'e dagen
acht Spr. het, dat we het zonder moratorium
hebben kunnen stellen.
Aan de offervaardigheid onzer groote fi-
nancieele instellingen brengt spr. hulde, spe
ciaal aan de Nederlartdschc Bank en het 200
mdllioen syndicaat, dat weinigen ongetroost
Het heen gaan. De aangeA'raagde sommen
waren niet zoo groot als verwacht werd. Het
bleek dat er meer angst bestond a'oor geldge
brek dan gelid gebrek. Het syndicaat heeft
in de eerste plaats geruststelling gebracht.
Voor afslachten is spr. niet bevreesd. Men
heeft te doen met lieden van zekere stan
ding die op -de Beurs met den ringer zou
den Avorden nagewezen. Op Ide veilingen kan
iedereen een bod doen en van afslachten zal
geen sprake zijn. Zelfs na een vreeselijken
oorlog volgt het herstel spoediger dan dooi
de meoslen verwacht wordt. Echter ontstaat
na een oorlog een zoodanige vraag naar gelid,
dort de koersen de gevolgen zullen ondervin
den. Deze wet zal geen verbetering brengen
in de langzame aflossing van prolongaties.
Afdoon'de acht spr. het ontwerp niet en een
nieuw ontwerp regelende de loopenjde pro
longaties acht spr. noodig. Nog ATaagt spr.
of het ontwerp voldoende rekening houdt
met de belangen der geldgevers. Q\-eral Idoet
rich de last gevoelen 'dat gelden tijdelijk be
legd om eenige rente te maken niet kunnen
worden terug ontvangen. Spr. weet dat her
beleening overal in zwang is a'oor zeer aan
zienlijke bedragen sin'dls jaren en zonder
toestemming van den pandgever. De herbe
leening is dringend nod dig en spr. bestrijdt
het beloog van 'dén heer Marchant in de
Tweede Kamer. Gewenscht zou het rijn dat
het bedrag der herbeleening was beperkt op
dat het surplus niet hcrbeleend worde.
Dat er echteir bij ide tegenwoordige snelle
manier a-an wetgerven lacunes ontstaan acht
spr. zeer verklaarbaar. Spr. zal, hoewel met
zekeren schroom voor het ontwerp stemmen
daar hij alle vertrouwen stelt in den Minister
dien hij aan het werk zag.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, de heer T r e u b, sluit zich aan bij
de woorden van den heer van Nierop betref
fende het moratorium en het syndicaat. Of
echter aan alle gerechtvaardige crediet-be-
hoeften is voldaan, zooals de hcor a-an Nierop
meent, betwijfelt spr. Een aantal solide on
dernemingen uit den hoogeren middenstand
worden door het syndicaat niet geholpen,
o.a. waar het betreft voorra/dèn die ze niet in
onderpand kunnen geA'en. Voor deze onder
nemingen worden nieuwe pogingen gedaan,
waarmede ook de heer van Nierop annex is.
Van het standpunt der Nederlandsche Bank
zal veel afhangen.
De Eerste Kamer heeft de Beurswet aan-
Berichten.
Nederland en de oorlog.
Onze hulp aan uitgewekenen.
De Belgische minister van Buüenlandsche
Zalten heeft in verband met een rapport van
den Belgischen Gezantschapsraad te 'sGra-
venhage, Prince de Ligne, omtrent diens be
zoek aan de in Limburg verpleegde uitgewe
ken Belgische gezinnen, den Belgische gezant
te s Gravenhage opgedragen aan onze Regee
ring de gevoelens van groote dankbaarheid
der Belgische Regeering over te brengen voor
de hulp en sympathie die de Belgische onder
danen in zoo ruime mate op Nederlandsch
grondgebied ondervinden.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
de Koningin hebben ook do gezamenlijke Bel
gische en de gezamenlijke Duitsche militaire
verpleegden in hel Roode Kruis-hospitaal te
Maastricht, de gezamenlijke Belgische uitge
wekenen te Maastricht en te Eysden verzorgd
de verpleegden ten huize van oud-minister
Regout te Maastricht, en 1200 naar Noorbeek
(Limburg) uitgeweken inwoners uit Fourron
St. Martin van hun hulde en dankbaarheid
jegens H. M. getuigenis afgelegd.
Nederlandsche Roode Kruis.
In verband met de hier en daar geuite
meeningen omtrent dé terbeschikkin gst el li n g
te nbehoeA'e van oorlogvoerend envan Roode
Kruis-ambulances, meent bet hoofdcomité
van het Ned. Roode Kruis het volgende ter
algemcene kennis te moeten brengen:
Het hoofdcomité, dat reeds meermalen de
uitzending a-an ambulances naar den vreemde
in overweging heeft genomen, en ten opzichte
van deze aangelegenheid bij voortduring di
ligent blijft, stelt zich op hét standpunt, dat
de omstandigheden niet toelaten, dat tot be
doelde uitzending worde overgegaan. Het be
paalt er zich derhalve toe, ten onzent zoo
veel mogelijk alles voor te bereiden, dat dien
stig kan zijn om den militairen geneeskun
digen dienst op krachtigé en doeltreffende
wijze ter zijde te staan.
Ondersteuning voor Neder
landers te Hamburg.
Te Hamburg is opgericht een comité ter
ondersteuning der werklooze Nederlanders.
Dit comité is samengesteld als volgt: Flacs,
RolancLhaus, S. de Miranda, Husumerstrasse
3, Harry Mullein, Stadtdeich 27, J. L. van der
Schalk, Deichterstr. 8, J. G. Korteling, Rap-
polthaus.
De consul-generaal der Nederlanden te
Hamburg deelt het volgende dienaangaande
mede
Tengevolge van den oorlog zijn hier vele
Nederlanders in treurigen toestand gekomen,
vele arbeiders lijden, buiten hun schuld, ge
brek. Wel worden zij, zoowel te Hamburg als
te Allona, als armlastigen door de plaatse
lijke besturen ondersteund en zulks ingevolge
het bepaalde in het tusschen Duitschland ge
sloten vestigingsverdTag, maar de ondersteu
ning is gering. Ongehuwde behoeftigen wor
den zonder onderscheid naar Nederland op
gezonden, willen zijl hier blijven dan is zulks
voor hun eigen verantwoordelijkheid, doch
kunnen zij niet op hulp rekenen. Gehuwden,
die hier huishuur te betalen hebben, die meu
bilair bezitten, dat nu niet te verkoopen is,
met a-rouwen van dikwijls Duitsche geboorte,
die in Nederland niet gekend zijn, moeten
ondersteuning krijgen. Erger is het met den
middenstand. Kantoorpersoneel, dal ontslagen
is, reizigers, die niets meer kunnen verdie-
nen, mensohen, die vroeger een fatsoenlijk
bestaan hadden, doch niets konden overspa
ren. staan nu broodeloos en lijden honger;
voor hen is de gang naar het consulaat, om te
trachten ondersteuning te krijgen, reeds een
lijdensweg. Schippers van kleine en z g. Wad-
A'aart. waarvan er ongeveer 90 100 hier te
Hataiburg en te Harburg aanwezig zijn, kun
nen niet weg. Over de Wadden kunnen zij
niet, want de merken en bakens zijn weg en
mijnversperringen zijn gelegd, buitenom mo
gen zij niet, en mochten zij al dan zouden
zij ballast moeten innemen, hooge sleep- en
loodsgelden moeten betalen en dan bovendien
blootgesteld zijn aan de oorlogsgevaren bui
ten. Deze schippers hebben Arrouw en kinde
ren, stuurman en kok aan boord, velen heb
ben hun personeel al afgedankt, enkelen
vrouw en kinderen over land naar Nederland
gezonden, als liet weinige geld, wal zij nog
bezitten op is, moeten zij honger lijden.
Om in dezen werkelijk grooten nood te
voorzien is een ondersteuningscomilé ge
vormd. met den naam Ondersteuningsfonds
1914. Het bestaande Koningin Wilhelmina-
fonds gaf 1000 mark en tijdens de oprichting
werd voor ruim 600 mark geteekend: Het
comité zal te Hamburg, zoowel bij Neder
landers als bij Duitschers, die met NciHerland
in relatie staan, om geld vragen. Het comité
bestaat a'oorloopig uit te Hamburg wonende
Nederlanders, d5e zich daartoe vrijwillig heb
ben beschikbaar gesteld, daaraan is toege
voegd een comité van a'oorloopig 3 vertrou
wenspersonen van de behoeftigen, die moe
ten onderzoeken, waar hulp dringend noodig
is en hoeveel, die opgaven verstrekken aan
het andere comité, dat, zoo mogelijk na on
derzoek, onderstand geeft.
In een millioenenstad als het complex:
Hamburg—Altona—Wandsbek is, moeten alle
Nederlanders, die kunnen en willen, helpen
met onderzoek.
Aan Heit Comité van Behoeftigen is mede
gedeeld over welke bedragen-te beschikken
is en als hel geld op is, is hef geven gedaan,
dus is zuinigheid noodzakelijk.
Het weinige wat er tot nu toe is. kan niet
lang reikentenzij er uit Nederland huip
komt, die dringend noodig is, elk bedrag
wordt dankbaar aangenomen.
Kan er in Amsterdam, in Den Haag en in
Rotterdam geen hulpcomité geA'ormd worden,
dat gelden inzamelt en zendt aan:
Het consulaat-generaal der Nederlanden te
Hamburg voor het Ondersteuningsfonds 1914.
Sigaren en tabak atoor de
militaire n.
Aangemoedigd door de ruime bijdrage van
de Witte Sociëteit te 's-Gravenhage heeft de
Commissie, onder voorzitterschap van luit.-
gcneraal W. G. F. Snijders, voor de inzame
ling van gelden voor de uitreiking van siga
ren en tabak aan onze militairen te velde en
eM'arcttUire gericht
om deze aan hare leden ter kennis te brengen
in welke circulaire steun gevraagd wordt
voor het doel der commissie.
Er wordt daarbij op gewezen dat naast het
geven van een blijk van belangstelling aan
onze militaiiren, tevens beoogd wordt zoo-
A'eél mogelijk Averkloosheid dm sigarenfabrie
ken en tabakskerverijen te voorkomen.
De „Tambora" opgebracht?
Het stoomschip Tambora" aran den Rot-
terdamschen Lloyd, op de thuisreis van Java,
passeerde 31 Augustus Ouessant. Sedert kreeg
dé Maatschappij geen nadere berichten, zoo
dat vermoed wordt, dat het stoomschip hetzij
door dé Framschcn, hetzij door de Engel
schen is aangehouden en opgebracht. Onder
het groot aantal passagiers aan boord is -ook
mevrouw Idenburg, de echtgenootc van den
Gouverneur-Generaal. (Hbld).
GEMEENTE AMERSFOORT.
Opgaaf van gevestigde personen van 17 tot
en met 22 Augustus 1914.
Wed. A. P. G. Baartman, Rem., van Rotter
dam naar Schimmelpenninckstraat 68.
Wilhelmus Venhorst, geb. 1886, R.-C, van
Ambtshalve naar Zuidsingel 23.
Gerrit de Jong, geb. 1891, G.-K., van Duitsch
land naar Groenmarkt 18.
Jan J. Tommei, geb. 1896, N.-H., van Arnhem
naar Muurhuizen 58, kellner.
Sophia H. van Riere, N.-H., van Utrecht naar
Woestijgerweg 67, juffr. in de huishouding.
Johannes de Jager, geb. 1874, R.-C., van Leus
den naar Kamp 72, kleermaker.
Daniela C. Steinbuch, geen kerkgen., van
Utrecht naar Pr. Marielaan 24, arts.
Pieter A. I. J. Nuijsink, geb. 1881, Rem., van
Utrecht naar Pr. Marielaan 24, arts.
Jan Snel, geb. 1888, N.-H., van Zwollerkarspel
naar Langegracht 29, tuinman.
Albertha H. Meijerman, N.-H., van Wisch naar
Utrechtsche weg 59, boekhoudster.
Albertus Romeijn, geb. 1891, N.-H., van Rens-
woude naar Kroontjesmolen beambte spoor.
Christiaan Klee, geb. 1862, R.-C., van 's-Gra-
venhage naar Kattekampen 61 (achter de Lui-
aardl, arbeider.
Bernardus J. Joosten, geb. 1868, R.-C., van
Arnhem naar Paternoslerstraat 11, rietwerker.
Evert Bouwman, geb. 1870, R.-C., van Hoog
land naar Spieringsteeg 4, arbeider.
Johannes Asma, geb. 1893, R.-C., van Gaas-
terland naar Hof 23, bankwerker.
Andries van Ree, geb. 1886, N.-H., van Haar
lem naar Teut 44, timmerman.
Hermanus J. a'an Beek, geb. 1883, N.-H van
Rotterdam naar Driest, arbeider.
Johannes M. T. Pistoor, geb. 1896, Apost-, van
Amsterdam naar Krommestraat 44, kappersbe
diende.
Willem Vonk, geb. 1895, N.-H., van Utrecht
naar Langestraat 97, bakker.
Matthijs Priem, geb. 1880, R.-C., van Duitsch
land naar Hoogstraat 28, arbeider.
Gijsbert Veenbrink, geb. 1874, R.-C., van
Duitschland naar Hof 7, arbeider.
Opgaaf van vertrokken personen van 17 tot
en met 23 Augustus 1914.
Johanna van Putten, N.-H., naar Zetten (van
Muui huizen 23).
Johannes A. v. d. Last, geb. 1889, naar Uden
(yan Bisschopsweg 7k arbeider.
Ernilie C. Dormaar, N.-H., naar Antwerpen
(van Utr. weg 70 D, gouvernante.
Jan W. R. Coenen, geb. 1892, R.-C., naar
Utrecht (van Langestraat 57), kellner.
Anna C Coenen, R.-C., naar Utrecht (van
Langestraat 57), huishoudster.
Johanna F. v. d. Hoven, R.-C., naar Amster
dam (van Krommestraat 55).
Lamberdina H. de Haan, R.-C., naar Twello
(van B. Wuytierslaon 13).
Johanna A. C. van 't Hoenderdaal, N.-H., naar
Rotterdam (van Zuidsingel 30).
Teunis van 't Hoenderdaal, geb. 1902, N.-H.,
naar Rotterdam (van Zuidsingel 30).
Hendrik Zegers, geb. 1877, Geref., naar Bar-
neveld (van Spieringsteeg 4), bakker.
Jacoba D. H. J. Weller, geen kerkgen., naar
Utrecht (van Arnh. weg 66), kantoorbediende.
Wed. H. G. de Bie, R.-C., naar Utrecht (van
Hellestraat 6).
Gerada W. Rickshoffer, R.-C., naar Bussum
(van Kamp 32).
Maria F. Verhaar, R.-C., naar Alkmaar (van
Soesterweg- 151).
Bastiaan Lissenberg, geb. 1895, R.-C., naar
Oudewater (van Aldegondestraat 91), rijwielher
steller.
Andries van Bijnen, geb. 1896, N.-H., naar
Leeuwarden (van Gr. Haag 4), sigarenmaker.
Gerardus J. Mees, geb. 1881, R.-C., naar In-
dië (van Muurhuizen 26).
Willem C. A. van Schendel, geb. 1902, R.-C.,
naar Nijmegen (van Soesterweg 27).
Piet J. J. J. Albada Jelgersma, geb. 1895,
R.-C., naar Bolsward (van Langestraat 98), win
kelbediende.
Jan Seves, geb. 1906, geen kerkgen., naar
Utrecht (van Soesterweg 14).
Jannes Beumer, geb. 1892, G.-K., naar Apel
doorn (van Withoosstraat 4), leerling-machinist.
Opgaaf van personen, die van woning zijn
veranderd van 17 tot en met 22 Aug. 1914.
Hendrikus H. Arler, N.-H., van Hellestraat 89
naar Gr. St. Jansstraat 20, bankAverker.
Rijk van de Craats, N.-H., van Zuidsingel 63
naar Kortegracht 23, bakkersknecht.
Gerrit C. Dekker, N.-H., van P. Pijpersstraat 5
naar St. Andriesstraat 22, schoenmaker.
Everardus Hooft, R.-C., van Monnikenpad 16
naar Bloemendalschestraat 47, arbeider.
Gerhardus v. d. Horst, N.-H., van Bisschops-
weg 30 naar BloemendalschestTaat 89, hoofd
agent van politie.
Wed. J. P. Jager, N.-H., van Bloemendalsche
straat 89 naar Kruiskamp ongeil.
Aalt Kamphorst, G.-K., van Arnh. weg 76 naar
Hoogeweg 43*, beambte spoor.
Johannes Kerkhoff, m. O.-C., vr. N.-H., van
Zuidsingel 50 naar Gr. Koppel 8, klerk gnffie.
Joseph Klein, N.-Isr., van Krankeledenstr. 24
naar Muurhuizen 2, koopman.
Gerrit de Man, N.-H., van Achter de Kamp
2S naar Hellestraat 35, koopman.
Johannes A. Meijer, R.-C., van Molenstraat 21
naar Zuidsingel 50, concierge.
Petrus C. Oosterberg, R.-C, van P. Pijper
straat 5 naar St. Andriesstraat 22, barbier.
Maria van Oosterom, N.-FL, van Schimmelp.-
straat 33 naar F. v. Blankenheimstr. 17, huis
houdster.
Auke Posthumus, N.-H., van W. v. Meche-
lenstraat 25 naar Soesterweg 16, bouwkundig
opzichter.
Emanuel van Praag, N.-I., van Wolckersteeg
11Vétf.r 47:. ^"^nunelp-
str. 33 naar F. v. Blankenheymstr. 17, onder
wijzeres.
Wed. J. A. Schoterman, N.-H., van Lange
straat 80 naar Langestraat 101.
Leonardus Staflen, N.-H., van Westsingel 28
naar Arnh. weg 103, schoenmaker.
Reijer Struve, m. G.-K., vr. N.-H., van H. van
Viandestr. 24 naar Berkenweg ong., boekhouder.
Johannes van Sijl, R.-C., van Langestraat 76
naar Utr. weg 58, winkelbediende.
Hendrik Voortman, R.-C., van Breestraat 10
naar Krenkeledenstraat 24, winkelknecht.
Johannes F. B. Weber, N.-H., van Langestraat
61 naar Schimmelp.-str. 16, 2e Luit. Infanterie.
Gerrit v. d. Wetering, N.-H., van Schimmelp.-
kade 1 naar Kruiskamp ongen., tuinman.
Wed. B. de Wilde, R.-C., van Achter 't Oude
Weeshuis 22 naar Molenstraat 10.
Van den Hak op den Tak.
(Weekpr aatje).
Bij al den jammer rondom ons, waardoor ook
onze ziel is geschokt, genieten wij thans den
zegen der onzijdigheid. Niet genoeg kunnen
wij dien waardeeren, en waar onze Regeering
in deze dagen zeer zeker een hoogst moeilijke
taak heeft om zorg te dragen, dat die onzijdig
heid in alle opzichten ongeschonden blijft, daar
is het de plicht van een ieder onzer de Regeering
in haar streven te steunen en met haar mede te
werken, opdat niet door woord of daad onzer
zijds, rechtmatige klachten over schending on
zer neutraliteit kunnen geboren worden „O
Nederland, let op uw saeck'" liet vóór enkele
dagen de Haagsche Nieuwe Crt. waarschuwend
hooren.
Het is niet waar, dat wij veilig zijn voor den
Europeeschen oorlog, omdat wij een belofte van
den Duitschen Keizer hebben dat zijn troepen
Limburg niet zullen betreden en eene verklaring
van den Engelschen Koning, dat zijn schepen
de Schelde zullen mijden. Wij mogen er dank
baar voor zijn en het is ons geluk, maar wij
moeten sterk blijven en stil. Wij moeten ons
niet verbeelden dat wij thans in Europa een
geluid zouden kunnen doen hooien, dat aan iets
anders zou worden toegeschreven dan aan vrees
voor eigen lot en berekening van eigen kansen.
Alleen aan ons volk moeten wij denken en
daarnaar doen. Aon zijn weerkracht in de eer
ste plaats, die in de bange weken welke met een
opvlamming van geestdrift begonnen zijn, nu
duldzame onderwerping aan tucht gaat eischen,
en volharding waartoe de kracht van binnen
komen moet. Aan zijn nood en zijn leed ver
volgens, die gelenigd zullen moeten worden ten
koste van veel persoonlijke inspanning en of
fers. Aan zijn toekomst, in een verschiet van
zwaren arbeid en schitterend slagen, indien de
moordende oorlog ons, te midden van zooveel
uitputting rondom, ongedeerd voorbij mocht
gaan.
Sterk en stil moeten wij zijn. Aan ons volk
onze eerste en eenige gedachte.
O Nederland, let op uw saeck'-
Nu, sterk toont ons volk thans in menig
opzicht te zijn. De kracht der liefde openbaart
zich op velerlei wijs, ook die der zelfverlooche
ning, zelfopoffering en eensgezindheid. Welk
een zegen gaat daar in deze droeve dagen van
uit.
Toont die zegen zich niet duidelijk aan ons?
Wordt het nu niet openbaar, welk© reine krach
ten er in den rr.cnsch schuilen?
dat hij meer is dan een wezen,tevrédi n
neer hij maar leven kon voor zijn geld er.
genot en zijn dagelijksche genoegens, v
openbaringen van de hoogste mer.schelijkheid
in die bereidheid om de zwaarste lasten willig
te dragen, en de grootste offers gehoorzaam
te brengen Wij denken aan de landszonen,
onze jongeren, opgeroepen door den alarmklok
van den 31sten Juli, die het vaderland te be
waren zullen hebben en die zullen weten te ster
ven indien het noodig is. Wij denken aan ge-
neesheeren, die dog en nacht bezig zijn om de
gewonden te helpen en als door bovenmensche-
lijke kracht worden staande gehouden bij de
vervulling hunner plichten. Wij denken ook aan
vrouwen en meisjes, die in de hospitalen rond
gaan als weldoende engelen en met toegewijde
liefde, verlichting brengen naar lichaam en ziel.
Wij denken aan zooveel anderen, die zich be
zield toonen door een geest van helpen, dienen
redden.
De taak, welke thans het Roode Kruis heef:
te vervullen, maakt ons landje nu inderdaad to
een „Mooi Nederland", zooals de dichter G- W
Lovendaal het in de volgende dichtregelen b
zingt:
MOOI NEDERLAND.
Onder 't dond'ren der kanonnen,
In den laaien oorlogsbrand
Komt ge in de ure der verschrikking
Bijstand bieden en verkwikking.
Edelmoedig Nederland.
In uw steden staat de standaard
Van het Roode Kruis geplant:
Van wat volk gewonden komen,
Liefd'rijk worden ze opgenomen,
Heerlijk weldoend Nederland.
Nu uit millioenen harten
De oorlogsroes de liefde bant,
Roept ge uw ldnd'ren op ten strijde
Voor een liefdedaad in 't lijden,
Medelijdend Nederland.
Waar de nood om hulp mocht vragen,
Helpen wil uw milde hand,
Uitgestoot'nen bergt ge veilig,
't Menschelijke is en blijft u heilig,
Vredelievend Nederland.
God behoede, o land, uw vrijheid,
Dat ge, uw edel woord gestand,
Duizenden moogt wedergeven
Aan wie weenend achterbleven.
Offervaardig Nederland I
Neerland, om uw schoon geprezen
Als een rijk gezegend land,
Toon dat ge ook bij eigen schade.
Mooi kunt zijn in eedle daden.
Mooi in liefde, Nederland.
Terwijl de vreeselijkste geesel der menschhc 1
voortgaat haar te kastijden en nagenoeg hec
ons werelddeel zucht onder den oorlogsgruwel,
mag dit ons het geloof niet ontrooven, dat één
maal, éénmaal de Wereldvrede komen ul-
„Uit de neevlen zal de dag
Eenmaal zeker rijzen", en'-
„Bergen zullen vrede (kagen,
Heuv'len heilig recht."
Nu ook, en straks, als het volkerengedlng is
beslecht, zullen wij allen den oorlog verklaren
aan den oorlog. Eén ding is bovenal noodig
dat de meening van het volk, van de volkeren
gehoord worde, dat zij zeiven zich uitspreken.
Als er gevraagd wordtis er tegen een drei
genden oorlog niets te doen? dan moet er ge
antwoord wordenvoor het gewone volk van
burgers is er niets anders te doen, dan dat het
zich met klem en met dirizendtongige stem uit-
sprekewij willen den oorlog niet.
De handhaving van den vrede is een mensch-
heidsbelang, geen partijbelang. Hier kunnen
velen, die op andere punten anders denken
met elkander handelen.
Van wie het uitgaat, is onverschillighet
moet gebeuren. Niet alleen in Brussel of in
Berlijn moeten de scharen samenkomen, dat
moet overal geschietden, in elk dorp, in elke
stad.
Wie den vrede wil, moet met de duizenden
die dat ook willen, zich vereenigen. Overal moe'
ten protestvergaderingen gehouden worden
Daar moet ieder naar toe gaan, die tot onder
scheid gekomen is, ieder die den oorlog haat
Daar moet niet tot dienstweigering worden
opgezet. Daar moet worden gezegd: indien
men ons den oorlog opdringt, zullen wij strij
den, allen die weerbaar zijn.
Maar daar moeten met algemeene stemmen
deze honderden of duizenden vergaderden uit
spreken wij willen den oorlog niet.
En als zoo de werkelijke meening van de
volkeren zich kan doen hooren, dan zal het
gevaar voor de menschonteerende oorlogsdaden
voor meer dan de helft verminderd zijn.
Een heilige taak wacht ons dus straks. Ieder
voelt het, dat het ook z ij ndat het ook
haar taak zal wezen. Want luide schreien
thans de stemmen van ontelbaren ten hemel
over zooveel ongedacht leed, zooveel onnoeme
lijke boosheid, zooveel goddeloosheid.
De vloek des krijgs wordt door héél de
menschheid nu gevoeld.
„Dat is de vloek des krijgs niet, dat hij
Vorstentronen
Omverstoot, half vermolmd, of dollen Vol-
kentrots
Met roeden geeselt, als een Eumenide Gods,
Of glorie's naakt schudt, om heur kanker aan
te toonen.
Wat is de wisseling van kronen, steeds vooi
kronen?
Een ruil van klatergoud de jakhals na den
vosP
Een ruwe ontwaking windt uit leugendroo-
men los
De louterende tucht mag kind noch vólk
verschoonen.
Dèt is zijn vloek niet 1Maar dat hij aan
't innigst leven
Der Menschheid zich vergrijpt, aan 't Recht
van 't Huisgezin,
Aan 't Heilig huisaltaar van Liefde en Kin
dermin.
Dat hij de banden scheurt door Scheppers
hand geweven
De weeuw van wanhoop en den wees van
wraak doet beven
Dat hij het hart verminkt
heeft den oorlog m»
KEUVELAAR,