BINNENLAND. V redes v o oruitzichten. De correspondent van de Manch. Guardian schrijft over mogelijke vredesvooruitzichten. Over Kopenhagen ontvangen Engelsche bla den belachten, dat de Berlijnsche bladen al toenadering tot Frankrijk toonen. En de •„Temps'' beweert, dat er geruchten gaan, jdat Duilsohland bereid zou zijn met Frank rijk wede te sluiten op goede voorwaarden. Een telegram uit Washington vermeldt als de meening van een eminent diplomaat van een neutraal land, dat de Duitsche keizer binnen twee maanden vredesvoorstellen zal doen. De ./Temps" ziet in deze berichten een aanwijzing voor de begeerte van Duitschland om Frankrijk en Engeland van Rusland te scheiden, maar die verklaring. meent de En gelsche correspondent is niet de ecnig moge lijke. Anderen toch meenen, dat het feit, dat Duilsohland succes heeft in het begin van den oorlog, het a-oor dit land gemakkelijker toaakt betrekkelijk spoedig om vredie te vra gen, dan dat het geval zou zijn als het dade- tijlk geslagen was. Ais het Duitschland dadelijk slecht was gegaan, zou de Keizer om zijn prestige en wellicht om het behoud van zijn troon, tot hel biltere einde moeien volhouden. Maar nu kan hij verklaren, dat Duitschland zich schit terend tegen geweldige overmacht heeft ver dedigd. Frankrijk zal tot het bittere einde vechten om zich van den invaller te bevrijden, maar als de oorlog te eeniger tijd feitelijk nióls anders meer zou zijn dan een langdurige uitmergeling, twijfel ik of de meeniing van het Fransche volk een voortzetting zou ge- doogen, indien Duitschland bereid zou zijn er een einde aan te malven op voorwaarden die Frankrijk eervol zou kunnen aan\Taardien. Een werkelijk beslissende 0ATerwinning zou natuurlijk die mecning kunnen wijzigen. Het schijnt echter helaas wel al duidelijk, dat wat ook het resultaat van den oorlog moge zijn, Frankrijk er nog duchtiger onder zal hebben te lijden dan van den oorlog A'an 1870. Natuurlijk deze toevoeging is van liet Ilbld. waarvan Avij bovenstaande beschou wing onllcenen client aan deze laatste be schouwingen Aran den Engelschen correspon dent o.a. over Duitschland's houding niet al te veel waarde te Avonden gehecht, maar zij teekencn den gemoedstoestand, die blijkbaar in Frankrijk heerscht en verdienen in zoover- re dus de aandacht. Pauselijke namen. Wij lezen in de Tijd: Tot het midden der tiende eeuw behielden de nieuwgekozen pausen hun eigen naam. Toon echter ontstond, geheel toevallig, het gebruik, dat de Paus na zij;n verkiezing een anderen naam aannam. Zoo noemde zich de In 956 gekozen Romeinsche patriciër Octa- yianus Johannes XII, ter herinnering aan zijn oom, die als Paus Johannes XI van 931 tot 936 de kerk had bestuurd. Sedert dién tijd hebben alle pausen een anderen naam aange nomen. Slechts tAvee hebben hun eigen naam behouden, n.l. de Nederlander paus Adrianus VI (1522—1523) en Marcellus II. Uit eerbied jegens den eersten paus, don Prins der Apos telen den H. Petrus, heeft geen paus dieais ïiaam gekozen, wel zijn er viif Dausen .ill iiCi geneci oestaan er 81 namen van pau sen. Die a-an Johannes kwam 23 maal voor; Johannes I Averd martelaar, hij regeerde van 523 tot 526, de laatste was Johannes XXIII, die in 1410 tot paus gekozen werd, doch in 1415 op het Concilie van Constanz afstand deed. Zeer dikwijls kwam ook de naam Gre- gorius voor, dc voorganger van Pius IX was Gregorius XVI, gestorven in 1846. De na men Clemens en Benedictus komen veertien maal voor, reeds de vierde paus (90—100) heette Clemens, de eerste Benedictus komt a'oor in de vijfde eeuAv. In sommige eeuwen bestaat er een a'oorliefde a'oor bepaalde na men, b.v. voor Paulus en Pius in de 16e, a'oor Clemens en Benedictus in de 17e en 18e eeuw en in den laatsten tijd weer voor Fins Kameroverzicht. Eerste Kamer. Vergadering Yan 4 September, des na middags half Ader. De voorzitter, baron Van Voorst tot Voorst, deelt mede, dat het amnestie-ontwerp geen aanleiding tot opmerkingen had gegeven in de afdecMngen. Het ontwerp beurswet en het ontwerp inzake vermijding van faillissement, enz. hadden tot enkele opmerkingen aanlei ding gegeven. Hoewel geen eindverslag is verschenen stelt Spr. a-oor de ontwerpen da delijk in behandeling te nemen. Z. h. s. wordt het amnestie-ontwerp ver volgens goedgekeurd Bij de wet lot voorkoming van faillisse ment maakt de heer Van den Biesen (R. K.) eenige opmerkingen, die door den Minister van Justitie, den heer Ort, worden beanhvoord. Spr. wijst er op, dat het ondoenlijk is in de Avet onderscheid te ma ken tusschen hen die niet kunnen betalen en hen die het wel zouden kunnen. Spr. acht hel on'"rwerp urgent. Hel meerendeel der za ken zal zijn van zeer eenvoudigen aard en deskundigen zullen niet noodig zijn. Bijna alle aanvragen tot uitstel zullen zijn van een voudigen aard en appèl acht Spr. overbodig. Spr. Avijst er voorts op, dat trekker en en- 'lossant van een Avissel geheel verantwoorde lijk zijn voor het bedrag, doch eveneens een Öeroep kunnen doen op deze wet. Het ontwerp wordt vervolgens z. h. s. aan genomen. Daarna kwam aan de orde de beurswet. Na voorlezing van het afdelingsverslag verklaart dé heer Van den Biesen naar .aanleiding Aan art. 6 (herbeleening prolon gatie), dat hij die herbelcenrngen altijd met •leede oogen heeft gezien. Het geschiedt ech ter overal. Spr. meent dat scherp onderscheid dient te worden gemaakt tusschen de her- beleenfng en het oorspronkelijke pandrecht. Dat het pandrecht blijft bestaan acht Spr. van groot belang voor gevallen van faillissement. Als men het pandrecht kwijt is, zegt Spr., is .aaen het recht ook kwijt. Spr. beeft zich naar den minister van Landbouw begeven en de- ka» medeled eeliL daft hii over dit onderwerp het woord wikle voeren en gevraagd of de minister liever had dal hij het naliet, doch de minister had geen bezwaar. De heer Van Nierop (U. L.) wijst op het groote belang a'an dit ontwerp. Het gaat om een 350 400 milüoen gulden. Spr. heeft zich zelfs afgevraagd of een moratorium ook he ter zijn zou. Het nadeel van een moratorium ifi echter dat het 't geheele economische leven stop zet en veel werkloosheid doet ontstaan. Een gelukkig teeken in deze droeA'e dagen acht Spr. het, dat we het zonder moratorium hebben kunnen stellen. Aan de offervaardigheid onzer groote fi- nancieele instellingen brengt spr. hulde, spe ciaal aan de Nederlartdschc Bank en het 200 mdllioen syndicaat, dat weinigen ongetroost Het heen gaan. De aangeA'raagde sommen waren niet zoo groot als verwacht werd. Het bleek dat er meer angst bestond a'oor geldge brek dan gelid gebrek. Het syndicaat heeft in de eerste plaats geruststelling gebracht. Voor afslachten is spr. niet bevreesd. Men heeft te doen met lieden van zekere stan ding die op -de Beurs met den ringer zou den Avorden nagewezen. Op Ide veilingen kan iedereen een bod doen en van afslachten zal geen sprake zijn. Zelfs na een vreeselijken oorlog volgt het herstel spoediger dan dooi de meoslen verwacht wordt. Echter ontstaat na een oorlog een zoodanige vraag naar gelid, dort de koersen de gevolgen zullen ondervin den. Deze wet zal geen verbetering brengen in de langzame aflossing van prolongaties. Afdoon'de acht spr. het ontwerp niet en een nieuw ontwerp regelende de loopenjde pro longaties acht spr. noodig. Nog ATaagt spr. of het ontwerp voldoende rekening houdt met de belangen der geldgevers. Q\-eral Idoet rich de last gevoelen 'dat gelden tijdelijk be legd om eenige rente te maken niet kunnen worden terug ontvangen. Spr. weet dat her beleening overal in zwang is a'oor zeer aan zienlijke bedragen sin'dls jaren en zonder toestemming van den pandgever. De herbe leening is dringend nod dig en spr. bestrijdt het beloog van 'dén heer Marchant in de Tweede Kamer. Gewenscht zou het rijn dat het bedrag der herbeleening was beperkt op dat het surplus niet hcrbeleend worde. Dat er echteir bij ide tegenwoordige snelle manier a-an wetgerven lacunes ontstaan acht spr. zeer verklaarbaar. Spr. zal, hoewel met zekeren schroom voor het ontwerp stemmen daar hij alle vertrouwen stelt in den Minister dien hij aan het werk zag. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer T r e u b, sluit zich aan bij de woorden van den heer van Nierop betref fende het moratorium en het syndicaat. Of echter aan alle gerechtvaardige crediet-be- hoeften is voldaan, zooals de hcor a-an Nierop meent, betwijfelt spr. Een aantal solide on dernemingen uit den hoogeren middenstand worden door het syndicaat niet geholpen, o.a. waar het betreft voorra/dèn die ze niet in onderpand kunnen geA'en. Voor deze onder nemingen worden nieuwe pogingen gedaan, waarmede ook de heer van Nierop annex is. Van het standpunt der Nederlandsche Bank zal veel afhangen. De Eerste Kamer heeft de Beurswet aan- Berichten. Nederland en de oorlog. Onze hulp aan uitgewekenen. De Belgische minister van Buüenlandsche Zalten heeft in verband met een rapport van den Belgischen Gezantschapsraad te 'sGra- venhage, Prince de Ligne, omtrent diens be zoek aan de in Limburg verpleegde uitgewe ken Belgische gezinnen, den Belgische gezant te s Gravenhage opgedragen aan onze Regee ring de gevoelens van groote dankbaarheid der Belgische Regeering over te brengen voor de hulp en sympathie die de Belgische onder danen in zoo ruime mate op Nederlandsch grondgebied ondervinden. Ter gelegenheid van den verjaardag van de Koningin hebben ook do gezamenlijke Bel gische en de gezamenlijke Duitsche militaire verpleegden in hel Roode Kruis-hospitaal te Maastricht, de gezamenlijke Belgische uitge wekenen te Maastricht en te Eysden verzorgd de verpleegden ten huize van oud-minister Regout te Maastricht, en 1200 naar Noorbeek (Limburg) uitgeweken inwoners uit Fourron St. Martin van hun hulde en dankbaarheid jegens H. M. getuigenis afgelegd. Nederlandsche Roode Kruis. In verband met de hier en daar geuite meeningen omtrent dé terbeschikkin gst el li n g te nbehoeA'e van oorlogvoerend envan Roode Kruis-ambulances, meent bet hoofdcomité van het Ned. Roode Kruis het volgende ter algemcene kennis te moeten brengen: Het hoofdcomité, dat reeds meermalen de uitzending a-an ambulances naar den vreemde in overweging heeft genomen, en ten opzichte van deze aangelegenheid bij voortduring di ligent blijft, stelt zich op hét standpunt, dat de omstandigheden niet toelaten, dat tot be doelde uitzending worde overgegaan. Het be paalt er zich derhalve toe, ten onzent zoo veel mogelijk alles voor te bereiden, dat dien stig kan zijn om den militairen geneeskun digen dienst op krachtigé en doeltreffende wijze ter zijde te staan. Ondersteuning voor Neder landers te Hamburg. Te Hamburg is opgericht een comité ter ondersteuning der werklooze Nederlanders. Dit comité is samengesteld als volgt: Flacs, RolancLhaus, S. de Miranda, Husumerstrasse 3, Harry Mullein, Stadtdeich 27, J. L. van der Schalk, Deichterstr. 8, J. G. Korteling, Rap- polthaus. De consul-generaal der Nederlanden te Hamburg deelt het volgende dienaangaande mede Tengevolge van den oorlog zijn hier vele Nederlanders in treurigen toestand gekomen, vele arbeiders lijden, buiten hun schuld, ge brek. Wel worden zij, zoowel te Hamburg als te Allona, als armlastigen door de plaatse lijke besturen ondersteund en zulks ingevolge het bepaalde in het tusschen Duitschland ge sloten vestigingsverdTag, maar de ondersteu ning is gering. Ongehuwde behoeftigen wor den zonder onderscheid naar Nederland op gezonden, willen zijl hier blijven dan is zulks voor hun eigen verantwoordelijkheid, doch kunnen zij niet op hulp rekenen. Gehuwden, die hier huishuur te betalen hebben, die meu bilair bezitten, dat nu niet te verkoopen is, met a-rouwen van dikwijls Duitsche geboorte, die in Nederland niet gekend zijn, moeten ondersteuning krijgen. Erger is het met den middenstand. Kantoorpersoneel, dal ontslagen is, reizigers, die niets meer kunnen verdie- nen, mensohen, die vroeger een fatsoenlijk bestaan hadden, doch niets konden overspa ren. staan nu broodeloos en lijden honger; voor hen is de gang naar het consulaat, om te trachten ondersteuning te krijgen, reeds een lijdensweg. Schippers van kleine en z g. Wad- A'aart. waarvan er ongeveer 90 100 hier te Hataiburg en te Harburg aanwezig zijn, kun nen niet weg. Over de Wadden kunnen zij niet, want de merken en bakens zijn weg en mijnversperringen zijn gelegd, buitenom mo gen zij niet, en mochten zij al dan zouden zij ballast moeten innemen, hooge sleep- en loodsgelden moeten betalen en dan bovendien blootgesteld zijn aan de oorlogsgevaren bui ten. Deze schippers hebben Arrouw en kinde ren, stuurman en kok aan boord, velen heb ben hun personeel al afgedankt, enkelen vrouw en kinderen over land naar Nederland gezonden, als liet weinige geld, wal zij nog bezitten op is, moeten zij honger lijden. Om in dezen werkelijk grooten nood te voorzien is een ondersteuningscomilé ge vormd. met den naam Ondersteuningsfonds 1914. Het bestaande Koningin Wilhelmina- fonds gaf 1000 mark en tijdens de oprichting werd voor ruim 600 mark geteekend: Het comité zal te Hamburg, zoowel bij Neder landers als bij Duitschers, die met NciHerland in relatie staan, om geld vragen. Het comité bestaat a'oorloopig uit te Hamburg wonende Nederlanders, d5e zich daartoe vrijwillig heb ben beschikbaar gesteld, daaraan is toege voegd een comité van a'oorloopig 3 vertrou wenspersonen van de behoeftigen, die moe ten onderzoeken, waar hulp dringend noodig is en hoeveel, die opgaven verstrekken aan het andere comité, dat, zoo mogelijk na on derzoek, onderstand geeft. In een millioenenstad als het complex: Hamburg—Altona—Wandsbek is, moeten alle Nederlanders, die kunnen en willen, helpen met onderzoek. Aan Heit Comité van Behoeftigen is mede gedeeld over welke bedragen-te beschikken is en als hel geld op is, is hef geven gedaan, dus is zuinigheid noodzakelijk. Het weinige wat er tot nu toe is. kan niet lang reikentenzij er uit Nederland huip komt, die dringend noodig is, elk bedrag wordt dankbaar aangenomen. Kan er in Amsterdam, in Den Haag en in Rotterdam geen hulpcomité geA'ormd worden, dat gelden inzamelt en zendt aan: Het consulaat-generaal der Nederlanden te Hamburg voor het Ondersteuningsfonds 1914. Sigaren en tabak atoor de militaire n. Aangemoedigd door de ruime bijdrage van de Witte Sociëteit te 's-Gravenhage heeft de Commissie, onder voorzitterschap van luit.- gcneraal W. G. F. Snijders, voor de inzame ling van gelden voor de uitreiking van siga ren en tabak aan onze militairen te velde en eM'arcttUire gericht om deze aan hare leden ter kennis te brengen in welke circulaire steun gevraagd wordt voor het doel der commissie. Er wordt daarbij op gewezen dat naast het geven van een blijk van belangstelling aan onze militaiiren, tevens beoogd wordt zoo- A'eél mogelijk Averkloosheid dm sigarenfabrie ken en tabakskerverijen te voorkomen. De „Tambora" opgebracht? Het stoomschip Tambora" aran den Rot- terdamschen Lloyd, op de thuisreis van Java, passeerde 31 Augustus Ouessant. Sedert kreeg dé Maatschappij geen nadere berichten, zoo dat vermoed wordt, dat het stoomschip hetzij door dé Framschcn, hetzij door de Engel schen is aangehouden en opgebracht. Onder het groot aantal passagiers aan boord is -ook mevrouw Idenburg, de echtgenootc van den Gouverneur-Generaal. (Hbld). GEMEENTE AMERSFOORT. Opgaaf van gevestigde personen van 17 tot en met 22 Augustus 1914. Wed. A. P. G. Baartman, Rem., van Rotter dam naar Schimmelpenninckstraat 68. Wilhelmus Venhorst, geb. 1886, R.-C, van Ambtshalve naar Zuidsingel 23. Gerrit de Jong, geb. 1891, G.-K., van Duitsch land naar Groenmarkt 18. Jan J. Tommei, geb. 1896, N.-H., van Arnhem naar Muurhuizen 58, kellner. Sophia H. van Riere, N.-H., van Utrecht naar Woestijgerweg 67, juffr. in de huishouding. Johannes de Jager, geb. 1874, R.-C., van Leus den naar Kamp 72, kleermaker. Daniela C. Steinbuch, geen kerkgen., van Utrecht naar Pr. Marielaan 24, arts. Pieter A. I. J. Nuijsink, geb. 1881, Rem., van Utrecht naar Pr. Marielaan 24, arts. Jan Snel, geb. 1888, N.-H., van Zwollerkarspel naar Langegracht 29, tuinman. Albertha H. Meijerman, N.-H., van Wisch naar Utrechtsche weg 59, boekhoudster. Albertus Romeijn, geb. 1891, N.-H., van Rens- woude naar Kroontjesmolen beambte spoor. Christiaan Klee, geb. 1862, R.-C., van 's-Gra- venhage naar Kattekampen 61 (achter de Lui- aardl, arbeider. Bernardus J. Joosten, geb. 1868, R.-C., van Arnhem naar Paternoslerstraat 11, rietwerker. Evert Bouwman, geb. 1870, R.-C., van Hoog land naar Spieringsteeg 4, arbeider. Johannes Asma, geb. 1893, R.-C., van Gaas- terland naar Hof 23, bankwerker. Andries van Ree, geb. 1886, N.-H., van Haar lem naar Teut 44, timmerman. Hermanus J. a'an Beek, geb. 1883, N.-H van Rotterdam naar Driest, arbeider. Johannes M. T. Pistoor, geb. 1896, Apost-, van Amsterdam naar Krommestraat 44, kappersbe diende. Willem Vonk, geb. 1895, N.-H., van Utrecht naar Langestraat 97, bakker. Matthijs Priem, geb. 1880, R.-C., van Duitsch land naar Hoogstraat 28, arbeider. Gijsbert Veenbrink, geb. 1874, R.-C., van Duitschland naar Hof 7, arbeider. Opgaaf van vertrokken personen van 17 tot en met 23 Augustus 1914. Johanna van Putten, N.-H., naar Zetten (van Muui huizen 23). Johannes A. v. d. Last, geb. 1889, naar Uden (yan Bisschopsweg 7k arbeider. Ernilie C. Dormaar, N.-H., naar Antwerpen (van Utr. weg 70 D, gouvernante. Jan W. R. Coenen, geb. 1892, R.-C., naar Utrecht (van Langestraat 57), kellner. Anna C Coenen, R.-C., naar Utrecht (van Langestraat 57), huishoudster. Johanna F. v. d. Hoven, R.-C., naar Amster dam (van Krommestraat 55). Lamberdina H. de Haan, R.-C., naar Twello (van B. Wuytierslaon 13). Johanna A. C. van 't Hoenderdaal, N.-H., naar Rotterdam (van Zuidsingel 30). Teunis van 't Hoenderdaal, geb. 1902, N.-H., naar Rotterdam (van Zuidsingel 30). Hendrik Zegers, geb. 1877, Geref., naar Bar- neveld (van Spieringsteeg 4), bakker. Jacoba D. H. J. Weller, geen kerkgen., naar Utrecht (van Arnh. weg 66), kantoorbediende. Wed. H. G. de Bie, R.-C., naar Utrecht (van Hellestraat 6). Gerada W. Rickshoffer, R.-C., naar Bussum (van Kamp 32). Maria F. Verhaar, R.-C., naar Alkmaar (van Soesterweg- 151). Bastiaan Lissenberg, geb. 1895, R.-C., naar Oudewater (van Aldegondestraat 91), rijwielher steller. Andries van Bijnen, geb. 1896, N.-H., naar Leeuwarden (van Gr. Haag 4), sigarenmaker. Gerardus J. Mees, geb. 1881, R.-C., naar In- dië (van Muurhuizen 26). Willem C. A. van Schendel, geb. 1902, R.-C., naar Nijmegen (van Soesterweg 27). Piet J. J. J. Albada Jelgersma, geb. 1895, R.-C., naar Bolsward (van Langestraat 98), win kelbediende. Jan Seves, geb. 1906, geen kerkgen., naar Utrecht (van Soesterweg 14). Jannes Beumer, geb. 1892, G.-K., naar Apel doorn (van Withoosstraat 4), leerling-machinist. Opgaaf van personen, die van woning zijn veranderd van 17 tot en met 22 Aug. 1914. Hendrikus H. Arler, N.-H., van Hellestraat 89 naar Gr. St. Jansstraat 20, bankAverker. Rijk van de Craats, N.-H., van Zuidsingel 63 naar Kortegracht 23, bakkersknecht. Gerrit C. Dekker, N.-H., van P. Pijpersstraat 5 naar St. Andriesstraat 22, schoenmaker. Everardus Hooft, R.-C., van Monnikenpad 16 naar Bloemendalschestraat 47, arbeider. Gerhardus v. d. Horst, N.-H., van Bisschops- weg 30 naar BloemendalschestTaat 89, hoofd agent van politie. Wed. J. P. Jager, N.-H., van Bloemendalsche straat 89 naar Kruiskamp ongeil. Aalt Kamphorst, G.-K., van Arnh. weg 76 naar Hoogeweg 43*, beambte spoor. Johannes Kerkhoff, m. O.-C., vr. N.-H., van Zuidsingel 50 naar Gr. Koppel 8, klerk gnffie. Joseph Klein, N.-Isr., van Krankeledenstr. 24 naar Muurhuizen 2, koopman. Gerrit de Man, N.-H., van Achter de Kamp 2S naar Hellestraat 35, koopman. Johannes A. Meijer, R.-C., van Molenstraat 21 naar Zuidsingel 50, concierge. Petrus C. Oosterberg, R.-C, van P. Pijper straat 5 naar St. Andriesstraat 22, barbier. Maria van Oosterom, N.-FL, van Schimmelp.- straat 33 naar F. v. Blankenheimstr. 17, huis houdster. Auke Posthumus, N.-H., van W. v. Meche- lenstraat 25 naar Soesterweg 16, bouwkundig opzichter. Emanuel van Praag, N.-I., van Wolckersteeg 11Vétf.r 47:. ^"^nunelp- str. 33 naar F. v. Blankenheymstr. 17, onder wijzeres. Wed. J. A. Schoterman, N.-H., van Lange straat 80 naar Langestraat 101. Leonardus Staflen, N.-H., van Westsingel 28 naar Arnh. weg 103, schoenmaker. Reijer Struve, m. G.-K., vr. N.-H., van H. van Viandestr. 24 naar Berkenweg ong., boekhouder. Johannes van Sijl, R.-C., van Langestraat 76 naar Utr. weg 58, winkelbediende. Hendrik Voortman, R.-C., van Breestraat 10 naar Krenkeledenstraat 24, winkelknecht. Johannes F. B. Weber, N.-H., van Langestraat 61 naar Schimmelp.-str. 16, 2e Luit. Infanterie. Gerrit v. d. Wetering, N.-H., van Schimmelp.- kade 1 naar Kruiskamp ongen., tuinman. Wed. B. de Wilde, R.-C., van Achter 't Oude Weeshuis 22 naar Molenstraat 10. Van den Hak op den Tak. (Weekpr aatje). Bij al den jammer rondom ons, waardoor ook onze ziel is geschokt, genieten wij thans den zegen der onzijdigheid. Niet genoeg kunnen wij dien waardeeren, en waar onze Regeering in deze dagen zeer zeker een hoogst moeilijke taak heeft om zorg te dragen, dat die onzijdig heid in alle opzichten ongeschonden blijft, daar is het de plicht van een ieder onzer de Regeering in haar streven te steunen en met haar mede te werken, opdat niet door woord of daad onzer zijds, rechtmatige klachten over schending on zer neutraliteit kunnen geboren worden „O Nederland, let op uw saeck'" liet vóór enkele dagen de Haagsche Nieuwe Crt. waarschuwend hooren. Het is niet waar, dat wij veilig zijn voor den Europeeschen oorlog, omdat wij een belofte van den Duitschen Keizer hebben dat zijn troepen Limburg niet zullen betreden en eene verklaring van den Engelschen Koning, dat zijn schepen de Schelde zullen mijden. Wij mogen er dank baar voor zijn en het is ons geluk, maar wij moeten sterk blijven en stil. Wij moeten ons niet verbeelden dat wij thans in Europa een geluid zouden kunnen doen hooien, dat aan iets anders zou worden toegeschreven dan aan vrees voor eigen lot en berekening van eigen kansen. Alleen aan ons volk moeten wij denken en daarnaar doen. Aon zijn weerkracht in de eer ste plaats, die in de bange weken welke met een opvlamming van geestdrift begonnen zijn, nu duldzame onderwerping aan tucht gaat eischen, en volharding waartoe de kracht van binnen komen moet. Aan zijn nood en zijn leed ver volgens, die gelenigd zullen moeten worden ten koste van veel persoonlijke inspanning en of fers. Aan zijn toekomst, in een verschiet van zwaren arbeid en schitterend slagen, indien de moordende oorlog ons, te midden van zooveel uitputting rondom, ongedeerd voorbij mocht gaan. Sterk en stil moeten wij zijn. Aan ons volk onze eerste en eenige gedachte. O Nederland, let op uw saeck'- Nu, sterk toont ons volk thans in menig opzicht te zijn. De kracht der liefde openbaart zich op velerlei wijs, ook die der zelfverlooche ning, zelfopoffering en eensgezindheid. Welk een zegen gaat daar in deze droeve dagen van uit. Toont die zegen zich niet duidelijk aan ons? Wordt het nu niet openbaar, welk© reine krach ten er in den rr.cnsch schuilen? dat hij meer is dan een wezen,tevrédi n neer hij maar leven kon voor zijn geld er. genot en zijn dagelijksche genoegens, v openbaringen van de hoogste mer.schelijkheid in die bereidheid om de zwaarste lasten willig te dragen, en de grootste offers gehoorzaam te brengen Wij denken aan de landszonen, onze jongeren, opgeroepen door den alarmklok van den 31sten Juli, die het vaderland te be waren zullen hebben en die zullen weten te ster ven indien het noodig is. Wij denken aan ge- neesheeren, die dog en nacht bezig zijn om de gewonden te helpen en als door bovenmensche- lijke kracht worden staande gehouden bij de vervulling hunner plichten. Wij denken ook aan vrouwen en meisjes, die in de hospitalen rond gaan als weldoende engelen en met toegewijde liefde, verlichting brengen naar lichaam en ziel. Wij denken aan zooveel anderen, die zich be zield toonen door een geest van helpen, dienen redden. De taak, welke thans het Roode Kruis heef: te vervullen, maakt ons landje nu inderdaad to een „Mooi Nederland", zooals de dichter G- W Lovendaal het in de volgende dichtregelen b zingt: MOOI NEDERLAND. Onder 't dond'ren der kanonnen, In den laaien oorlogsbrand Komt ge in de ure der verschrikking Bijstand bieden en verkwikking. Edelmoedig Nederland. In uw steden staat de standaard Van het Roode Kruis geplant: Van wat volk gewonden komen, Liefd'rijk worden ze opgenomen, Heerlijk weldoend Nederland. Nu uit millioenen harten De oorlogsroes de liefde bant, Roept ge uw ldnd'ren op ten strijde Voor een liefdedaad in 't lijden, Medelijdend Nederland. Waar de nood om hulp mocht vragen, Helpen wil uw milde hand, Uitgestoot'nen bergt ge veilig, 't Menschelijke is en blijft u heilig, Vredelievend Nederland. God behoede, o land, uw vrijheid, Dat ge, uw edel woord gestand, Duizenden moogt wedergeven Aan wie weenend achterbleven. Offervaardig Nederland I Neerland, om uw schoon geprezen Als een rijk gezegend land, Toon dat ge ook bij eigen schade. Mooi kunt zijn in eedle daden. Mooi in liefde, Nederland. Terwijl de vreeselijkste geesel der menschhc 1 voortgaat haar te kastijden en nagenoeg hec ons werelddeel zucht onder den oorlogsgruwel, mag dit ons het geloof niet ontrooven, dat één maal, éénmaal de Wereldvrede komen ul- „Uit de neevlen zal de dag Eenmaal zeker rijzen", en'- „Bergen zullen vrede (kagen, Heuv'len heilig recht." Nu ook, en straks, als het volkerengedlng is beslecht, zullen wij allen den oorlog verklaren aan den oorlog. Eén ding is bovenal noodig dat de meening van het volk, van de volkeren gehoord worde, dat zij zeiven zich uitspreken. Als er gevraagd wordtis er tegen een drei genden oorlog niets te doen? dan moet er ge antwoord wordenvoor het gewone volk van burgers is er niets anders te doen, dan dat het zich met klem en met dirizendtongige stem uit- sprekewij willen den oorlog niet. De handhaving van den vrede is een mensch- heidsbelang, geen partijbelang. Hier kunnen velen, die op andere punten anders denken met elkander handelen. Van wie het uitgaat, is onverschillighet moet gebeuren. Niet alleen in Brussel of in Berlijn moeten de scharen samenkomen, dat moet overal geschietden, in elk dorp, in elke stad. Wie den vrede wil, moet met de duizenden die dat ook willen, zich vereenigen. Overal moe' ten protestvergaderingen gehouden worden Daar moet ieder naar toe gaan, die tot onder scheid gekomen is, ieder die den oorlog haat Daar moet niet tot dienstweigering worden opgezet. Daar moet worden gezegd: indien men ons den oorlog opdringt, zullen wij strij den, allen die weerbaar zijn. Maar daar moeten met algemeene stemmen deze honderden of duizenden vergaderden uit spreken wij willen den oorlog niet. En als zoo de werkelijke meening van de volkeren zich kan doen hooren, dan zal het gevaar voor de menschonteerende oorlogsdaden voor meer dan de helft verminderd zijn. Een heilige taak wacht ons dus straks. Ieder voelt het, dat het ook z ij ndat het ook haar taak zal wezen. Want luide schreien thans de stemmen van ontelbaren ten hemel over zooveel ongedacht leed, zooveel onnoeme lijke boosheid, zooveel goddeloosheid. De vloek des krijgs wordt door héél de menschheid nu gevoeld. „Dat is de vloek des krijgs niet, dat hij Vorstentronen Omverstoot, half vermolmd, of dollen Vol- kentrots Met roeden geeselt, als een Eumenide Gods, Of glorie's naakt schudt, om heur kanker aan te toonen. Wat is de wisseling van kronen, steeds vooi kronen? Een ruil van klatergoud de jakhals na den vosP Een ruwe ontwaking windt uit leugendroo- men los De louterende tucht mag kind noch vólk verschoonen. Dèt is zijn vloek niet 1Maar dat hij aan 't innigst leven Der Menschheid zich vergrijpt, aan 't Recht van 't Huisgezin, Aan 't Heilig huisaltaar van Liefde en Kin dermin. Dat hij de banden scheurt door Scheppers hand geweven De weeuw van wanhoop en den wees van wraak doet beven Dat hij het hart verminkt heeft den oorlog m» KEUVELAAR,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 6