Donderdag 10 September 1914.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Broeder en Zuster
N° 13"" Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort M f l.OOw
Idem franco per post 1.50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05*
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau» UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer- 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement,
Eene circulaire, bovuttende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. „DE EEMLAN DER". Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
Politiek Overzicht.
Vorst Bülow over den
oorlog.
De Noorweegsche schrijver Björn Björnson
geeft in de correspondentie in orden, die door
wordt uitgegeven, een. interview, .aar-
in de oud-rijkskanselier vorst Biilow zijne
gedachten uitdrukt over den reuzenstrijd, die
nu gaande is. Wat het aandeel van Duitsch-
laud in dien strijd betreft, Komt het oordeel
ryaiï dezen staatsman in ruste overeen met dat
;vaii geheel Duilschland. llij drukt de over
tuiging uit, dat Duilschland zal en moet over
winnen, omdat het Duitsche volk nog nooit
yoor zijne vijanden bezweken is ais het eens
gezind was, terwijl het nog nooit zoo e...s-
'gezind was als heden. Hij drukt ook zij - be
wondering uit voor de grootheid v..n het
puitsclie volk en zegt, dat ook de Duitsci. r,
Wien vele gebeurtenissen van de laatste jaren
tact bezorgdheid voor de ontwikkeling van
,Durtschland vervulden, met hel ug op de
fiouding van hel Duitsciie volk in dezen reu
zenstrijd zwijgend zijn hoofd .uag huigen voor
'de grootheid der natne.
- Dit alles verhaalt ons geen nieuws. Maar
liet kan van belang zijn mede te deelcn wal
vtorst Büloiw zegt over Duitscklands bundgc
boot en over de andere natiën, Ie in een
meer verwijderd verband tot dezen oorlog
staan. Zijn oordeel daarover drukt hij aldus
.Uit'
„Ook over O os tenr ij k-Ho ngarij e is de oor*
iog als een reinigend onweer heengegaan.
ÏW elk eene caricatuur hebben voor den oorlog
Engelsohe en Fransche politiekers en solirij-
.Yers gegeven van het llabsbur gsche rijk, dat
Jfceett,e tengevolge van den nalionahloilen-
$lrijd uiteen lo vallen. Hoezeer heeft de loop
l&er .gebeurtenissen deze voorspelling gelogen-
fitraf. Vorst Bismarck heeft gelijk gekregen,
die zeide dat als keizer Frans Jozef te paard
Steeg, al zijne volken hem zouden volgen. Al
vhec£t ook de Czech op den Duitscker, deze
op den Sloveen, de Rumeen ojp den lion-
hgaar en de Rutheen op den Pool dit ei dat
aan te merken, zij geven toch, ondanks alle
wrijvingen in de landdagen van Praag of
Laibach, Agram of Lemberg aan het verder
samenleven met de oude lijdgenootcn v^. de
.voorkeur boven den Russischen knoet. Alle
iVolken van de oude Donau-monarchie, die
Yolgens een bekend woord moest worden uil
gevonden als zij niet bestond, hebben hetzelf
de belang bij het voorl'bestaan van het Habs-
burgsche rijk.
Wat Italië beLreft, zoo meen ik, dat het
Tlaliaansche volk den zwaarslen misslag van
(fcijne geschiedenis zou begaan, als bet zioli
door Engelsohe, Fransche en Russische in-
sblu zingen en ophitsingen liet verleiden, eene
vijandige houding tegenover Oostenrijk-Hon-
.garije aan te nemenEen optreden van
Italië tegen Oostenrijk-Hongarije na een
bondgenootschap van tientallen jaren zou een
livolkenrechtelijk onrecht zijn, zooals de we
reld nog niet beeft gezien. Hel zou echter nog
meer dan dat zijn. Hier zou het woord \an
VTalleyrand passen, dat hij sprak na het dood
schieten van den hertog van Eugliien: „C est
pire qu'un crime. C'esl une bèlise Daarmee
zou het tafellaken tusschen Italië en Duitscv-
land doorgesneden worden, zou de .Italiaan-
scke wcreldpositie en toekomst luchthartig
opgeofferd worden aan kleingeestige oogen-
bliksvoordeelen, holle frazen en leugenachtige,
beloften.
En hoe staat het met Skandinavië? Ik wil
u niet er aan herinneren, hoe warme s. pa-
tliiecn in Duilschland altijd oor Skandinavië
hebben beslaan, aan de ntvangsl, die het
genie van Skandinavische dichters op Duit
sciie tooneelen en in hel Duilsche volk heb
ben gevonden, aan de vele JuLtscliers die uw
land bezocht hebben en liefde voor uw land
van daar hebben, meegenomen, aan de vele
bewijzen van liefde en sympathie, die onze
keizer aan uw volk heeft gegeven. Ik vraag u
slechts dit eene: Welk gevaar zou Noorwe
gen, zou eenig Skandinayisch land, zou een
van onze vreedzame buren .an Duilschland
dreigen? Zijn wij niet gedurende -13 jaren, tol
wij door onze buren werden aangekllen, een
vreedzaam land ^cweest? Ik kan zonder
overdrijving zeggen: Ilel vreedzaamste land
der wereld. Hoevele oorlogen hebben inmid
dels Frankrijk, Engeland, Rusland in Azië en
Afrika gevoerd! Wal hebben zij hun bezit ver
groot! Wanneer zijn wij ooit de rechten of de
belangen van andere landen te na gekomen?
Wij denken natuurlijk ook heden er niet aan,
de veiligheid en onafhankelijkheid te bedrei
gen van die landen, die in vrede en vriend
schap met ons willen leven. Zwitserland en
de Nederlanden, Zweden, Noorwegen, Dene
marken, zij allen weten, dal wij niets kwaads
tegen hen in hel schild voeren. Behoef ik u te
herinneren aan de leedere rorg voor onze
betrekkingen lot de Vereenigde Staten, tol het
Amerikaansohe volk, van welks groote zijde
onze keizer een zoo juist negrip heeft?
Wanneer heden millioenen Duilsche solda
ten in het veld. staan, dan strijden zij voor
de zaak van den toekomstigen vrede, de toe
komst en de vrijheid der volken. Waarvoor
Strijdt Frankrijk? Voor hel stillen van zijne
vvraakdorst, welker bevrediging slechts mo
gelijk zou zijn, als het Duitsche zwaard op
den gremd lag, waarvoor God óns in genade
zal bewaren. Waarvoor Rusland? Voor de
panslavüslische oogmerken, voor eene Russi
sche wereldheerschappij, die een gruwel zou
zijn als zij niet eene utopie ./as. En Enge
land? De oud-munster Burns, die liever af
trad dan de politiek van Grey iuee te maken,
heeft hel openlijk uitgesproken: Uiit brutale
concurrentienijd is het ons in den rug ge
vallen. Hel heeft ons het misleide België tot
diens eigen ongeluk tegengeworpen; lr l heeft
ons Japan op den hals gehaald, dat aan zijn
Duitscheai leermeester zooveel te danken
heeft en nu dien dank betaalt, door ons
opbloeiend Tsingtau, waar Dudlsclie vlijt en
Duilsche organisatie schoone vruchten heb
ben gekweekt, arglistig te overvallen. Dal was
een hoogverraad aan hel olankc ras. Er zal
veel water door de Duitsche rivieren vloeien-,
voordat Duilschland dal van Engeland ver
geel, welks vriendschap door as zoo eerlijk
gezocht werd, waarmee wij zoo goed in vrede
en vriendschap hadden kunnen leven, wan
neer he-t ons slechts de plaats aan de zon had
gegund, waarop het Duitsche Ik recht heeft
en die het zich niet zal laten ontnemen, ,al
was de wereld vol duivels". Wanneer de
Duilsche natie werd overwonnen door de sta
len, die nu tegen haar hebben sa am gezworen,
dan zou dat de instorting van de zedelijke
wereldorde zijn. Maar geloof ij, wij zullen
het veld behouden. Wij zuilen strijden tot wij
een vrede krijgen de offers ./aardig, die ons
volk met heiligen ernst brengt, en aan het
Duitsche volk zal zich hel woord van den
psaLmist vervullen, dat de grijze hofprediker
Dryander bij de oorlogsgodsdienstoefening in
den dom tol tekst nam van zijne preek: „Ik
zal niet sterven, maar teven."
De oorlog.
Par ij s, 9 Sept. (R-j Communiqué. Op
onzen linkervleugel hebben gisteren de Duit-
sehers, die in hun- af to chlbe weging de Petit
Morin overgingen, hevige maar vruchteloozc
aanvallen gericht tegen »nzc strijdmacht, die
den rechteroever van de Ourcy bezet. Onze En-
gclsche bondgenoolen zeden hun offensief in
de richting van de Marre voort op de hoog
vlakte ten noorden van Sèzaiïne. Onze troepen
gaan vooruil, maar met moeite.
In ons centrum wordt hevig gestreden, af
wisselend met partieel succes en verlies.
Aan onzen rechtervleugel is dc toestand goed
voor Nancy en in de Vogeczcu.
Parijs, 9 Sept. (R.) Communiqué van
drie uur namiddags. Op den linkervleugel
blijfl.de toestand bevredigend, ofschoon de
Duitsdhens liunne troepen hebben versterkt.
De vijand wijkt terug voor het Britsehe le
ger.
In het centrum gaan wij langzaam maar
algemeen vooruit.
Op den rechtervleugel was er geen actie
van de zijde van den vijand tusschen Grand
Gouironne en Nancy..
In de Vogeezon en in Elzas geene veran
dering.
Londen, 9 Sept. (f:.). Het persbureau
bericht van gister 11.45 des avonds, dat de
algemccne toestand bevredigend blijft. De ver
bonden legers winnen veld langs de lijn van de
Petit Morin; zij hebben den" vijand tien mijlen
teruggeslagen.
Het gevecht is verder naar rechts voortge
gaan langs eene linie, gaande over Monlmi-
rail en Le Petit Sompuis. Niemand won hier
eenig voordeel. Nog verder naar rechts is de
vijand teruggedreven in de richting van
Reims. In Luucviile werd eene poging van
den vijand om vooruil le gaan afgeslagen.
Het derde Duitsche leger leed ernstige ver
liezen over de gcheelc linie, waar het de voor
waartsohe beweging overal mei beslistheid
trachtte door te zetten.
De EugeJsche strijdmacht leed eveneens
verliezen, maar hel getal is niet groot, wan
neer inen den aard van den strijd in aanmer
king neemt. De uitkomst van de operation
gedurende de laatste twee dagen is lot dusver
zeer bevredigend.
De druk tegen den vijand gaat voort over
het gehcele front der verbonden legers. De
Engclschc strijdmacht was den gehceicn dag
in gevecht. De vijand, die tegen haar streed,
is teruggegaan na een hardnekkigen tegen
stand en bevindt zich thans te Dinge, ten
noorden van de Marne.
Dinge is op onze kaart niet le vinden. Mis
schien wordt hier Dizy bedoeld, dal ligt aan
den rechter, noordelijken oever van de Marne,
bij Epernay.
Het vijfde Fransche leger rukt eveneens met
succes op en heeft, naar bericht wordt, vele
gevangenen gemaakt.
Het zesde Fransche leger aan de Ourcq is
in een ernstig gevecht gewikkeld geweest,
maar ook hier is de vijand teruggedreven.
B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.). De Nordd. Allg.
Zeitung brengt eene nieuwe uitvoerige be
schrijving van den directeur der Deutsche
Bank Ilelffcrich over den toestand in België.
Hij zegt:
Ècnige" plaatsen zijn geheel verwoest, ge
deeltelijk omdat arglistige overvallen werden
gepleegd na de vreedzame capitulatie. Daar
entegen is de groote fabrieksstad Verviers ge
heel ongedeerd gebleven. Luik zelf vertoont
slechts op weinige plaatsen dc sporen van den
oorlog. Tusschen Luik en Tienen, waar onze
troepen zich in een breed front voorwaarts
bewogen, ziel het er uil alsof liet land nooit
door vijandelijke soldaten is betreden. Ner
gens krijgt men den indruk alsof onze troepen
zonder noodzaak iets verwoest of verbrand
hebben. Tienen zelf is geheel ongedeerd. Van
Leuven zelf is slechts het stadsgedeelte afge
brand, waarin de arglistige overvallen en aan
houdende* straatgevechten hebben plaats ge
had. Onze troepen trachtten zelf le redden wal
le redden was. In Brussel is aan geen men-
schclijk wezen ook maar een haar gekrenkt,
liet eigendom ven dc burgers wordt met de
grootste nauwgezetheid geëerbiedigd. Rckwi-
siliên voor de troepen en alle inkoopen van
de indiyiducele soldaten geschieden tegen con
tante betaling. Ilel groote hidusLriebekkcn van
Charleroi is zoo goed als geheel verschoond
gebleven. Alle fabrieken en werken zijn onge
deerd gebleven. In hel Maasdal is Dinant ver
woest, omdat onze troepen na de vreedzame
capitulatie van de stad, nadat zij er verschei
dene dagen hadden vertoefd, plotseling van
allé kanten door de inwoners beschoten wer
den. üiu dezelfde reden moest de verwoesting
van een groei deel van dc stad Andennc ge
schieden. In de meeste overige plaatsen van
het bevolkte Maasdal is van de verschrikkin
gen van den oorlog niets te bespeuien.
De totale indruk is, dat onze troepen slechts
daar hebben verwoest, waar de bittere nood
zakelijkheid van het gevecht dit eischte, of het
gedrag van de bewoners de zwaarste repre
sailles noodig maakte.
Antwerpen, 9 Sept. (Iiavas). Officieel.
De Duilschers, die den vorigen nacht in de om
streken van Gent gestationeerd waren, wend
den zich heden naar het zuiden en namen
hun buil mee. Onderweg plunderden zij cenige
winkels in den omtrek van Melde.
Andere Duitsche troepen, komende uit de
buurt van Sollegem, begaven zich naar de
omstreken van Renaix; zij zijn van plan zich
naar Frankrijk te richten.
Onze troepen bleven niet werkeloos. Wij
vermelden een verkenningstocht in de omstre
ken van Antwerpen, waarbij de Belgen 300
gevangenen maakten.
Londen, 9 Sept. (R.) Dc avondbladen
bevatten hel bericht, dat een visscherslrawler
de tijding heeft .gebracht, dat eene Brilsche
kanonneerboot zich van een vissclierssloom-
schip heeft meester gemaakt, dat zeemijnen
heeft geplaatst, waarvan het nog 200 aan
boord liad.
Wcenen, 9 Sept. (W. B.) Officieel. In
den omtrek Tan Lemberg is een nieuwe slag
begonnen.
Berlijn, 9 Sept. (W. B.). De keizer heeft
aan generaal von lliudenburg dc orde „Pour
le Mérite" verleend.
Londen, 9 Sept. (K.) Het persbureau
deelt de volgende koninklijke proclamatie
aan d-e koloniën mede:
Gedurende de laatste weken hebben alle
voLken van mijn rijk, moederland en kolo-
uiön, zich in beweging gesteld met de een
parige bedoeling liet hookl le bieden aan een
aanval zonder voorbeeld tegen de beschaving
en den yrede der gehcele wereld en dien
aanval terug te slaan, lie heb dal rampzalige
coniiiot niet gezocht. Integendeel is mijiuj
slem steeds opgegaan ten gunste van den vre
de. Mijne ministers hebben alles gedaan wat
zij konden oui de spanning te verminderen
on ïnoeielijkhüden le vereffenen, waarin mijn
rijk niet betrokken was. Maar zou ik mij ter
zijde hebben gehoudenloon ondanks onder-
leekende verdragen, waarbij mijn rijeon-
Iraeleerende partij is, de grond van België
werd geschonden en zijne sleden verwoest
worden, toen de Fransche natie mei uit
roeiing bedreigd, werd? Dan zou ik mijne
eer opgeofferd en dc vrijheden van mijn rijk
en het monschdoni aan de vernietiging ge
wijd hebben. Het verheugt mij, dal alle dee-
len van hot rijjk mijn nesluit goedkeuren.
Groot-Brittanniü en hel rijk beschouwen als
een gemeenschappelijk erfdeel don volstrek ten
eerbied voor het gegeven woord en voor do
verdragen, die door de koningen en de vol
ken onderleckend zijn. Mjjne volken over do
zeeën hebben getoond, dat zij de ernstige be
slissing goedkeurden, die ik heb moeten ne<
men, door mij hun voiiedigen stouai te vor«
ieencn, on ik bon er Irolsch op aan de gan-
sche wereld te kunnen toonen dat mijn vol
ken in de koloniën evenzeer besloten zijn als
de bevolking van liet Vereenigde Koninkrijk
om voor onze rechtvaardige zaak op te ko
men, totdat eene bevredigende uitkomst is
verkregen. Zij hebben daardoor op volledige
wijze het bewijs geleverd van de fundamen?
tciele eenheid van het rijk, ondanks de ver^
scheidienkeid van den ooi sprong zijner doe
len.
Londen, 9 Sept. (R.) Hol lagerhui?
kwam heden weder bijeen. Eerste minislei
Asquith kondigde aan, dat hij morgen zou
voorstellen machtiging te verkenen lot liet
onder de wapenen roepen van nieuwe man
schappen.
De vice-minister van koloniën Clmrles Ro
berts las een lang telegram voor van den
onderkoning van Indië, dal een diep.n in-
druk maakte op het land en begroet werd
met langdurige toejuichingen. Het telegram
was een treffend bewijs van dc spontane
trouw van geheel Indië. Dc onderkoning ver
klaarde, dal de regeerders van de sleten me'
eigen bestuur in Indië, die eene "bevolking
bobben van 70 miilioen, eenparig hunne per
soonlijke diensten en de hulpmiddelen van
hunne stalen voor den oorlog beschikbaar
gesteld hadden. 27 der grootst en van deze
staten ho-uden troepen voor den rijksdienst
op de been en die zijn dadelijk bij dc uitbar
sting van den oorlog ter beschikking van dc
Indische regeoring gesteld. Er zijn brieven
ontvangen van de meest afgelegen staten van
Indië. Alle brieven- dragen het kenmerk van
oorspronkelijke roman door
T h r s e Hoven.
Dieper neigde de zon zich ten ondergang
feu diep ei' kromde zich zijn rug; donkerde/
Werd 't om hem heen en somberder werd 't
in hem; 't scheen alsof de wegvliegende «dag
'én de eenzame man zich zouden oplossen ia
T groote niet der materiëele en moreels dui
sternis.
Maar de dag had zijn laak volbracht en de
man nog niet en daarom moest liij voort, ten
spijt van donkerheid, ten spijt van onmaehl
TWEEDE HOOFDSTUK.
La Grisotte geeft afleiding.
De maan was opgekomen eu strooide een
grillig, spaarzaam licht op de hoornen aan
den weg en op de enkele huizen, die er ston
den. Eindelijk kwam daL van Pierre Balmat
ia 't zicht. Ruw, vain ongeverfd liout opge
trokken, met een ver-overhellend dak en een
iadder-ucktige trap, die toegang lot de smalle
voordepr gaf, was 't niets meer en niets min
der dan dè meeste Aljien Chalets in Savoie,
niet zoo coquet van vorm en lijn als die in 'I
Beroer-v .tc-i l.r/ü en dc kanten van Annecy uil
en toch k-Ui can dc leemen hutten in de lla-
haansche kantons van 't naburige Zwitser
land.
Op het dal; lagen groote steenklompen or
liet, in stormweer, voor afwaaien te behoeden
in de onderlaag was eveneens van los op
elkander gestapelde sleeiicn. Cement oi' iaik
was ver te zoeken. Zijn drie zoons stonden
hem al le wadi ten.
Jacques, in domme, geduldige rust, bene
den tegen de trap geleund, waarschijnlijk reeds
ureal in die houding.
Jean-Pierre, de arme crétin, in T maanlicht
niet veel meer dan con vonnlooze klomp, zat
od den drempel der voordeur, suf naar zijn
oudsten broer te staren, terwijl Lallo uit 'L
kleine venster keek, zich nu eens voorover
buigende om op den weg le kunnen zien, Jan
Weer zijn oogen uitwrijvende, omdat hij
slaap kreeg.
Ongewoon zoo laat op le blijven, deed'dc
natuur zich hij hem geiden, maar hij wilde
niet toegeven.
Hij was veel te verlangend om te liooren
hoe "t vader gegaan was in dat wondere Gham-
bóry, waar hij zooveel van gehoord had en
dat zulk een voorname rol in zijn verbcel-
dingsdroomen speelde.
En vader had beloofd hem iets uit do stad
mee te brengen; wat wist hij niet. Hij had nok
niet kunnen zeggen, wat hij gaarne zou heb
ben; alleen 't feit dat 't iets zou zijn, was hem
al genoeg.
'I Geluk van 't bezit en "t niet minder groote
geluk van 't aan zijn makkertjes, en aan
Michel's Monique, zijn vriendinnetje en ha-
meraadje, te laten zien.
Ze was dien hcelen dag boos op hem ge
weest, onulal lhj haar, nog wel op haar eigen
aandringen, had verteld, waarom hear vader
er- dc zijne naar Cliambérv waren gegaan.
Hij had haar de zaak uitgelegd en toen had
ze 't niet begrepen en met echte meis.,cs-
lichtzinnighcid uitgeroepen: „Iloc dom om
er voor naar een rechter le gaan. Als jou
vader denkt, dat 't hem toekomt, laten ze l
xajid dan deelen, dan hebben ze ieder wal."
En af hij haar nu al, met de overtuiging
van een geboren Savoyaard, aan 't versland
poogde Le brengen, dat het niet de quacslie
van 't bezitten was, maar van T recht, 'I
hielp niets. Ze wilde maar niet inzien, .Ja*
hel noodig was geweest, er voor bij der
rechter in Chamhéry te gaan en ze bleef bij
haar meening, dat Vader Michel en Vader
Pierre het best samen hadden kunnen schin
ken.
„En dan later trouwen wij immers toch..
dan is het land van ons beidjes en we zullen
de anderen ook wel wat van de opbrengst
geven."
En toen had Lallo droevig geantwoord:
„Als mijn vader 't wint, zal jou vader r.óó
boos op hem zijn, dat hij je- zal verbieden
met mij om le gaan en als jou vader 't wint,
dan kan ik later niet met jc trouwen, omdat
jij dan zoo vreeselijk rijk zult zijnniet ai
dat land, en ik zoo vreeselijk arm, zonder
iels."
En toen was ze, als een kleine furie, op
hem aangevallen en had hem geslagen, tol
haar handje er moe van wasalleen maar
omdat hij zoo leelijk trotsch wilde doen.
„Wat geeft 't nu, of ik rijk ben en jij arm?
Ik blijf toch Nica en jij blijft Lalloen 't is
sicoht van jeheel slecht
En toc-n was ze hard weggeloopen en was
Lallo verder zoo rampzalig geweest als een
twaalfjarig natuurkind maar zijn kan.
Tegen den avond had hij zioh langzamer
hand getroost en was hij zich, op vaders
thuiskomst, gaan verheugen, vooral, omdat
vader beloofd had hem iels mee le brengen
en omdat hij hoopte, daarmee de boosheid van
zi'n buurmeisje te vertecderen.
Onder 't avemd-eton, een dunne uien-soep
niet meer water dan boter, had moeder bet
met de oudste kinderen over vaders reis ye-
liad en over zijn kans, om het pa-oces le
winnen.
Jacques liad er nog dicnzelfden ochtend
met den postbode over gesproken, een mach
tig geleorde, die alles wist, omdat hij overal
kwam en deze had zich niet hoopvol over de
zaak uitgelaten.
Lallo had niet alles begrepen alleen maar,
daL 'l, in elk geval, aanleiding zou geven lot
vijandschap tusschen zijn vader en de Ra-
veneau's en dal vond hij een onoverkomelijke
ramp.
Als dal waar zou worden, dan zou hij ook
niet thuis blijven'; niet in zijn dorp, niet in
zün departement, zeli's niet in Savede voor
zulk een leed waren alle grenzen te eng.
Wat zou T ievën voor hem zijn zonder
Monique?
Hij kon zich geen .dag, geen wandeling,
zonder haar voorstellen. Ze hoorden bij el
kander als het blad bij het takje lelieljca-
van-dalondie ze, in April reeds, samen
plukten.
Of hij 't verzonnen had ol Nica, wist hij niet
meer, maar dat was hun beider uitbeelding
hunner verhouding.
Hij was 't sterke blad, dat het lelie-takje
besclieimde, en zij was hel schitterende wit,
dat het groen opvroolijkle.
Aan den kant bij T moeras groeiden de
aardige klokjes; en Lallo had ze lief omdat
ze, voor hem, zijn liefste verpersoonlijkten.
Wat al bloemen hadden ze samen gegaaiü,
die twee! Groote wille en gele marguerilen cn
diep blauwe gentianen, en licht blauwe Alpen-
vcrgcet-mij-nietjes en het zaoht-rose iinnée
boreale met zijn fijne kelkjes, en hel geJdcur-
f' berg-anemonen en oranje arnica en sleu
tel- en do'tter- en boterbloemen en alpen
rozen cnde paarse cyclamen, de geu
rende glorie van S avoid
Maai* 't meest lrield hij van de lelicLjes!..
Ha! daar kwam vader aanLallo sid
derde, een koude rilling doorliep hem...,
weg waren zijn blooincn-fantasieënweg
zijn herinneringen aan gedeelde genietingen,
weg zelfs zijn hoop op iets moois, iets vreemds,
uit de stad.
Met een plotselinge achterwaartsobe bewe
ging haalde hij zijn hoofd naar binnen cn zei
inj. Lot zijn moeders en zusters, die zwijgend
bij den haard zaten le spinnen: „Vader is er
eu liij brengt slechte tijding mee."
„Hoe weet-je dat?"
„Ik voel 't."
Toen trad Pierre, gevolgd door zijn beide
zoons 't vertrek binnen.
't Verhaal was ko-rt. Dc vreugde zoekt woor
den om zioh te uiten, de smart vermijdt ze.
De rechters wilden naar geen rede luiste
ren; er was niets aan te doen. Een eerlijk
man werd niet meer gehoord. Savoie sohcen
niet meer van de Savoisiens te zijnen
Michel Raveneau kreeg zijn land, die gehate
Michel, die vervloekte kerel.
Of hij met de zijnen crépeerde, of ze van
honger omkwamen, of liij zijn kanderen, ver
van zich af, in den vreemde zou moeten stu
ren, daar vroegen de rechters niet iifir.
daar schonen ze zich niet om te bekommeren.
Wordt vervolgd