Zaterdag 12 September 1914.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
N° 64 Tweeds Blad.
13" Jaargang.
KOLONIËN.
Broeder en Zuster
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO»
Idem franco per post1.50»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10»
Aizonderfijke nummers - 0.05»
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalvs op Zon* en
Feestdagen.
Advertentiön geaeve men liefst vóór II uur, i
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Tan 15 regels.. f 0.50.
Elke regel meer0.10»
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt oy
aanvraag toegezonden.
West-lndië.
De toestand in Suriname.
Wij lezen in De West van 18 Augustus o.m.:
In slede van gebrek, is er alle kans, dal cr
vooreerst overvloed van rijst zal zijn in de
kolonie. Zij die meenden erg slim te zijn door
Ier - hooge prijzen een voorraad rijst in te
slaan, zullen bedrogen uitkomen, wat hun van
harte gegund wordt.
Blijkens een inededecling, gisterenavond van
bc-hiurswcge gedaan in de koloniale staten,
liecfl de minister getelegrafeerd, dat de rijst-
uitvoer waarschijnlijk morclijk zal blijven.
De minister deelt voorts mede, dat als voor-
ordemaatregel per Hollandscbe mailboot van
'S Augnslus voor gouvernementsrekening 5000
i ,il»n rijst zullen worden verscheept, terwijl
met dc boot, die 14 Augustus vertrokken is,
verscheept zijn: 1445 zakken rijst, 15 zakken
boonen, 404 kratten aai dap pelen, 68 kisten
kaas 112 kisten boter.
Hel ziet er dus voorloopig nog niet zoo
slecht uit voor Suriname. Er zal alle gelegen-
hei tl zijn om ons te wapenen voor de schrale
lijden die na zulk een geweldigen oorlo^ na
tuurlijk niet zullen uitblijven. En het beste
middel om ons te wapenen, is: aanplanten, om
min mogeiiik di dik zij.i van aan-
Nederland en de oorlog.
Voor het Kon. Na t
Steuncomité 1914.
Naar de N. R. Ct. verneemt, heeft mevrouw
de wed. II. Bokhorsl-IIoltgravc, te 's Gravtfn-
hage, hel denkbeeld geopperd om ook gepen
sioneerde weduwen bij het ontvangen van
haar pensioen een bijdrage te laten afzonde
ren voor het Kon. Nationaal Steuncomité, en
heeft zij op verzoek van majoor Schrciuer,
zitting genomen in het comité, dat deze sleun-
verlecning organiseert. Zij kunnen thans op
dez lfde wijze als de overige catcgoricn van
gepensioneerden of verlofstractement genie
tenden, de bedoelde bijdrage storten iu dc
daartoe in de kontoren van de rijksbetaal
meesters te plaatsen bussen.
Gemeentelijke Credietbank.
Tol dusver hebben in het Maatschappelijk
kapitaal deelgenomen de gemeenten Leiden,
Amersfoort, Deventer, Groningen, Haarlem,
Zwolle, Vlaardingen, Zutphen, Hilversum,
Assen. Breda, Gouda, Gorinohem, Ilorlingen,
llcldcr, Hengelo (O.), Leeuwarden, SLicdreckt,
Wonseradeel, Bussum, Veendam, Wagenin-
gen, Het Bildt (F.), iïardenberg (Ambt), Win
schoten, De Bilt (U.), Coevorden, Har<lerwi:k,
Hoogezand, Katwijk, in totaal voor ruim
f 300.000, terwijl nog van onderscheidene ge
meenten toetreding mag worden verwacht.
Het ligt in de bedoeling, aldus meldt liet
Hfoldzoodra hiervan bericht zal zijn inge
komen. tot dc oprichting der Bank over te
gaaru
Vr ij willige landstorm.
De te 's Gravcnhagc opgerichte vrijwillge
landstorm-aldeeling „liet Vaderland ghe-
Irouwe, is bijna op een sterkte gekomen dat
zij bij het leger kan worden ingedeeld. Eenig
tekort aan manschappen behoeft nog slechts
aanvulling.
Achtergelaten goederen.
Naar men ons meldt heeft zich te Amster
dam eene commissie gevormd om bij onzen
Minister van Buitenlandsche Zaken stappen
te doen ten einde te verkrijgen dat in samen
werking met de Belgsche Regeering de in Bel
gië achtergelaten goederen van naar Neder
land uitgeweken Nederlanders worden be
schermd.
G o e d e r e n i n v o e r uit
Duitschland.
De aanvoer van goederen uit Duitschland
via Winterswijk neemt gestadig toe. Woens
dag kwamen bijna 300 wagens aan, voor het
meerendeel met kolen beladen. Zelfs wagens
met cokes werden aangevoerd, hetgeen op
eene verlaging van prijs zou wijzen.
Gr aan lossing te Rotterdam.
Naar we vernemen is vanwege de di
rectie van de afdeeling voor granen en meel
van het dcparlcmenl van Landbouw, Nijver
heid en Handel de maatregel genomen, dat
het graan, hetwelk voor regeeringsrekening
uit Amerika zal aankomen, in verband met
de hi de havens van Rotterdam .^eerschende
werkloosheid niet met elevators, maar door
handenarbeid zal worden gelost.
De Textielindustrie,
De toestand in de Textielindustrie te En
schedé begint weer aanmerkelijk te verbete
ren. Bijna alle fabrikanten die tengevolge van
de tegenwoordige crisis een verkorten werk
tijd hadden ingevoerd, laten weer de volle
week werken; zelfs heerscht in verschillende
fabrieken gebrek aan arbeidskrachten.
R i v i e r v i s c h als voedsel.
B. en W. van Leiden hebben tot de inge
zetenen het verzoek gericht, moer dan tot dus
ver riviervisch te gebruiken, opdat verschil
lende personen door vischvangst in hun on
derhoud kunnen voorzien.
Belgische vlu chtelin gen.
Hel oude derde gesticht van de Rijkswerk
inrichtingen te Veenhuizen, dat door het ge
ringer aantal opzendingen wegens landlooperij
reeds eenige jaren niet meer in gebruik was
is thans ingericht voor Belgische vluchtelin
gen.
De oude verblijfzalen zijn gereed gemaakt
voor de ongehuwden, terwijl de gezinnen him
intrek in de vroegere ambtenaarsvvoningen
zullen kunnen nemen.
Over eenige dagen kan hol eerste transport
vluchtelingen worden verwacht.
De Holla n dia.
iVam het stoomschip „Hollandia" dat in
den afgeloopen nacht te IJmuiden uit
Buenos-Ayres aankwam, werd bij de Kaap-
Ycrdische eilanden, een honderdtal Duilsche
reservisten door een Eugeisch oorlogsschip
van boord gehaald. Later moesten in Ply
mouth, waarheen het schip werd opgebracht,
nog ruim 50 Duilsche passagiers ontscheept
worden. Daarentegen mocht in laatstgenoem
de haven een aantal in Engeland wonende
Duitschers, die reeds geruimen tijd gevangen
waren gehouden, aan boord gaan om via
Amsterdam naar huis terug te keeren.
Van de lading behoefde in Engeland niets
gelost te worden.
Hhld.
Van den Hak op den Tak.
(W eekpraatje).
Evenals bij vroegere oorlogen, komen ook
thans weer tal van profetieën voor den dag.
De meeste dier verhalen zijn natuurlijk fantasie
en men kan er zooveel waarde aan hechten, als
men wil. Enkele willen we onzen lezers niet
onthouden, men vindt er misschien zijn wen-
schen in terug^ voorzoover men in dezen oor-
Jog zijn symphatieën heeft, en men houde dan
maar daaraan vast, totdattotdat het ver
dere verloop en einde van den krijg misschien
iets anders te zien geelt.
W i e het winnen zalof deze oorlog al of
niet de laatste zal zijnvan welken duur deze
onmenschelijke krijg zal wezen, dit alles is
reeds vóór jaren voorzien. Uit het hier volgende
kan de lezer zijn nieuwsgierigheid bevredigen.
Een Italiaansche schrijver, Lorenzo d'Adda,
geeft naar de „VI. Gazet" meedeelt in de
„Gazette del popoio" van Turijn een zeer eigen
aardige voorspelling van generaal Nogi, die de
Japanners aanvoerde te Port-Arthur.
De beroemde generaal, sprekend met officie
ren en vreemde dagbladschrijvers, zou onge
veer het volgende gezegd hebben
„Ik denk dat nog twee groote oorlogen zullen
uitbreken. De eerste zal Europa als tooneel heb
ben en zal een einde stellen aan den Eronsch-
Duitschen en den Engelsch-Duitschen wedijver.
Frankrijk en Duitschland zullen dien strijd
voeren in de Belgische velden, hoogst waar
schijnlijk rond Waterloo, de eenige plaats
waar groote massa's zich regelmatig kunnen
ontmoeten. Do Fransche en Duitsche grenzen
zijn te goed beschut door wederzijdsche vestin
gen om een aanval daar langs te pogen.
De uitslag van dien oorlog schijnt mij niet
twijfelachtig de Franschen zullen de Duitschers
verslaan te land, en de Engclschen zullen ze
kloppen ter zee. Die oorlog zal de laatste zijn
in Europa. De beschaafde volkeren zullen na
den ooilog zoodanig uitgeput zijn en verschrikt,
dat zij aan niets anders zullen denken dan aan
het sluiten van een verbond, om dergelijke gru
welen te voorkomen.
Ik heb twee oorlogen voorspeld. Ziedaar den
eerste. De tweede zal Japan tegenover de Ver
eenig dg Staten plaatsen, in den Stillen Oceaan,
en ik voeg er bij dut Japan zal zegepralen.
Zoo sprak generaal Nogi voor tien jaar.
De lezer en lezeres gelieven ons nu te volgen
naar het gebied der sterrenwichelarij. Niet, dat
wij op dat terrein tehuis zijn, maar het is het
„Astrologisch Instituut" in Den Haag, in der.
vorigen winter aldaar geopend, dat ook in deze
zijn licht over het toekomsiig wereldgebeuren
doet opgaan. Eenige maanden geleden hebben
we een en ander over deze „wetenschappelijke"
inrichting, welke haar filialen heeft in Engeland
en Amerika, medegedeeld. Daar werkt of werkte
een zeer talrijk personeel, dames en heeren,
maar vooral daines, die n/iets anders hebben tè
doen dan adressen te schrijven en briven copi-
eeren in voor hen onleesbare taal, bestemd voor
menschen, die zich tot het Instituut hebben ge
wend om ontsluiering hunner toekomst
Het Instituut leest het lot van menschen en
volkeren, alsmede het karakter der menschen,
uit de sterren. Het dagblad ,,Het Vaderland",
dat indertijd aan het Instituut een bezoek bracht
en daarvan een niet onvriendelijk verslag gaf,
heeft zich nu weder lot de Directie gewend om
te mogen vernemen wat de uitslag van den
oorlog zal zijn.
Ziehier, wat het blad, in 't kort gezegd, ver
nam Alle sterren wijzen er op, dat Engeland
zal winnen en Duitschland vernietigd zal wor
den I Een voorspelling in gelijken geest
heeft de „Meierijsche Ct." uit een oud Belgisch
blad opgediept. Die voorspelling is merkwaar
diger, omdat zij reeds zoo oud is en gegeven
door de Zwarte Heks of Mad. de Normand, die
Napoleon ook zijn val voorzegd had. Alleen
het slot van de langademige profetie nemen we
over
De Duitsche officier is een rad of spil
in de groote machine en werkt met bijna methe-
matische juistheid. Hun stuf overziet het heele
oorlogsterreni.
Hoe onstuimig dan ook de kleine roode dui
vels opdringen, de Duitscher wijkt geen pas.
Na het artillerie-duel, dat in het voordeel der
Duitschers was, begint de Gei maan zijn voor
waarts.
Gelijk een doodbrengende vloed effent en
plet luj. Dan werpen de Franschen hun zwarte
en bruine hulptroepen in 't vuur. Een oogen-
blik staat de Germaansche kolos. Voor zoon
Oostersche haat en doodsverachting staat hij
verbaasd. Dan gaat hel weer voorwaarts, het
is gedaan.
Daar plots verschijnt de Engelsch-Belgische
armee op 't krijgstooneel. Zou Waterloo zich
hier herhalen Eerst rukken de verbitterde Bel
gen in het vuur. Zij hebben de schending hun
ner neutraliteit te wreken. Dan de grimmige
Brit.
De Germaan echter vreest niet. Duchtig blijft
hij op den zich weer herstellenden Franschman
inhakken ook de verbonden armee krijgt meni-
gen knauw. De reusachtige Germaan wijkt geen
duim. Wanneer mar de ter hulp snellende Oos
tenrijkers op tijd zijn, is de zaege aan Ger-
manje.
Na de vernietiging der Duitsche luchtvloot
doemen de luchtduivels weer op en beginnen
een verwoeden strijd. Boven het strijdgewoel
ronken hun motoren. Gelijk wraakzuchtige roof
vogels zwieren en cirkelen ze door de lucht.
Hun scherp gewapend oog zoekt den Duitschen
generalen staf.
Ze sluiten hem inals een doodsregen
vallen hun projectielen.
Germanje is verloren. Nu de ijzeren leiding
ontbreekt, ontstaat er verwarring. De veldhee-
ren zijn hun troepen niet meer meesterze kun
nen niet zelfstandig handelen. Zeker van de
overwinning stormt nu de vijand.
De Duitsche macht wordt verpletterd. Slechts
de Beieren slaan zich er door. Verloren is de
slag verloren het Duitsche rijk. Oostenrijk valt
in twee deelen, door den dood van keizer Frans
Jozef. Italië verroert geen vin. Eer Duitsch
land een nieuw leger gevormd heeft, staan de
overwinnaars reeds voor Berlijn. Dan spat dit
rijk uiteen. Beieren sluit vrede en slokt met
goedvinden der overwinnaars de Zuid-Duitsche
staten op.
De Denen nemen Sleeswijk-Holstein, wat hun
vroeger gerooid was. Rusland Duitsch-Polen
aan Nederland en België de Rijn-provincie en
Westfalen, Italië palmt de Itoliaansch sprekende
Oostenrijksche provincies in. Frankrijk Elzos-
Lotharingen en Engeland de Duitsche kolonies.
Kort was de oorlog.y maar verschrikkelijk.
Allerwege bloed en aschde gruwel, de ver
woesting alomwee de vrouwen en kinde
ren vluchthet gaat om uw eer, om
uw leven
Tot zoover Madame de Normand.
Ten slotte geven we nog een voorzegging
welke in verschillende bladen met instemming
is overgenomen. „De Tijd" b.v. zegt„Men
mag over de profeten denken wat men wil.
Maar zeker verdient zij niet met een minachtend
schouderophalen en een spottend lachje van de
hand gezet te worden. De voorzegging, in het
jaar 1854 gepubliceerd omtrent het lot van Po
len, is gedaan door den in 1853 zalig verklaar
den Poolschen martelaar Andreas Boboio, die
in 1657 op de wreedste wijze is ter dood ge
bracht.
In 1S19 verscheen dan deze martelaar Bobola
aan den Puter Dominicaan Korzeniecki, een hei
lig priester en beroemd redenaar, die in d ep«
smart des nachts in gebed zijn gemoed uitstortto
tot den zaligen Bobola. Deze verscheen hem ia
't midden van zijn cel en sprak„Ik, Pulcr Kor
zeniecki, ik ben, dien gij daareven in uw gebed
hebt aangeroepen. Doe uw raam nog eens op'eJi
en gij zult dingen zien, die gij voorheen nim
mer zaagt." Sidderend voldeed de Dominicaan
aan het bevel, en hoe groot was zijne verbazing,
toen hij niet meet den engen kloostertuin zag
met den omheinden rnuur, maar uitgestrekte;
onmetelijke vlakten, die tot den gezichteinder
voortliepen. „De vlakte, welke gij voor u hebt",
hervatte nu Bobola, „is het gebied van Pinsk»
waar ik de eer had voor het geloof aan dett
Heer den marteldood te sterven. Doch slo den
blik nog ééns naar builen, en don zult gij lecren
kennen, wat gij zoo vurig begeerdet te weten."
De Puter voldeed aan dit bevel, cn nu was het
veld met ontelbare heirlcgcrs overdekt. Russen,
Turken, Franschen, Engelschcn, Oostenrijkers,
Pruisen en nog andere volken, die hij niet wist
te onderscheiden, streden door met eene ver
woedheid, waarvan in de bloedigste oorlogen,
geen voorbeeld is. Korzeniecki wst niet, wat
dat alles beteekende, totdat de zalige Bobola
het hem verkluerde „Wanneer no den oorlog,
die u daar in een tafereel geopenbaard is, vrede
zal komen, zal Polen hersteld wezen, eu mij zal
men als palrcon er van eeren."
Deze woorden vervulden Korzeniecki's ziol
met vreugde. Hij riep uit: „Maar hoe zal ik
weten, mijn heilige Schutspatroon, dat dit visi
oen niet het spel is mijner verbeelding en d:»t
uw bezoek en uwe profetie niet louter drbomen
zijn?" Op deze vraag vatte Bobola nog eenmaa1
het woord op en zeide „Ik verzeker u de echt*
heid, het visioen is waar, het heeft grond. Sïip-
telijk zal alles vervuld worden, wat Ik u heb
aangekondigd. Begeef u thans ter ruste. Ik zal,
ter bevestiging van hetgeen gij gehoord en ge
zien hebt, het merkteeken van mijn hand op uw
schrijftafel achterlaten." Dit zeggende, raakte
de hemeling d etafel en was op hetzelfde oogen
blik verdwenen.
Blijkens de datecring 13 April 185-1, gaf de
pas uitgebroken Krimoorlog, die Polen's hoop
had doen herleven, destijds aanleiding tot de.
openbaarmaking. Engelschen, Franschen, Tur
ken en Russen waren sinds 27 Maart in oorlog.
Zooals men weet, bleef de Krimoorlog tot de>:»
natiën beperkt. Pruisen en Oostenrük zijn er
buiten gebleven. Op dit oogenblik zijn echter
ook de overige bovengenoemde volken reeds in
oorlog, de Turken alleen uitgezonderd. Iviaar
hoelang zal Turkije den vrede nog bewaren,
vooral wanneer zijn aartsvijand. Rusland in het
nadeel zou komen.
In. verbond met deze voorspelling nog deze
belangrijke bijzonderheid. De vlekte van Pinsk
n.I., waarvan Bobola in zijn verschijning aan
Korzeniecki sprak, bestond in die dagen uil lou
ter moerasgrond, waarop een veldslag van
groote legers wel tot de onmogelijkheden zou
behooren. Sedert zijn de moerassen echter
drooggelegd en zou het terrein dus geen be
zwaar meer opleveren voor een groolen volke-
renslag.
De voorspelling stijgt hierdoor ongetwijfeld, in
waarde, zoo besluit „De Tijd."
KEUVELAAR.
Wal een volk in honderd jaren opbouwt
aan welvaart en weerkracht, wordt in enkele
cl en \v "ggevangd door -den oorlog.
oorspronkelijke roman door
T h r s e Hoven. :-:
iiij icon looh niet, zooals vroeger, den gc-
lieelcn dag met Monique Ravencau door bosck
en veld dwalen, meende moeder.
Vaders vuist kwam als een donderslag op
de tafel neer!
Lailo kromp ineenI Nu kwam 't, wat hij
boven al had gevoeld.
„Maar, dal is uil. Dat moet yoor altijd uit
zijn. Hij mag de meid niet meer aanzien
nooit meer.... liever nog zond ik hem den
Monl-Blanc over naar Italië of.... den heer
weg op naar Parijs
,,'l Is goed, ik zal gaan", zei Lallo op
staande.
Mocuer gal' een gil.... en strekte de armen
na a r hem uit. Ook dat yoeide Lalloen
hij keerde zich om, wierp zich aan haar borsl
en schreide zijn leed hij tiaar uit, als een
kino, vóór hij, ais jongen, zelfstandig door
T leven zou gaan.
,.lk kom rijk terug" fluisterde hij, nadut ze
Deinen wat bedaard waiMM. „En dan zal ik 't
land weer van de Ravt&%au's af koppen."
iiijk terug komen. d-a$ is de afscheidsgroet,
dat is het levenswoord van eiken armen
Savoyard, die de wereld intrekt.
DERDE HOOFDSTUK
erruccio Gazzolettj verschijnt.
Moeders kussen hadden hem nog een wijle
terug gehouden, moeders beden had den
dag van zijn vertrek verdaagd, dat was ook
alles. Meer verwachtte ze niet.
Lallo zelf meende, dat hij wegging omdat
hij niet zonder Nica kon leven, inaar de
ouders stemden er enkel in toe, omdat ze
hem niet konden houden.
Hoe konden ze hem voeden, kleeden, groot
brengen van niets?
Als hij thuis bleef, zou hij opgloeien tot een
bedelaar nee, als hij thuis bleef, zou hij,
van den dag, dal Michel Raveneau beslag op
het land zou leggen, zijn brood moeten vragen.
Dan was T beter in den vreemde!
Jacques Balmat, noch zijn vrouw wisten
predics wat dat wa«, of waar, of hoe men er
naai* toe ging.
Ze wristen alleen, dat vele Savoyard en, vooral
kinderen, er heen togen en dal enkele er
van terug keerden, met geld in zijn buidel, geen
schatten, maar genoeg om zioh een hutje te
bouwen en een klein stuk land te kóopen,
waarin hij zich een gezin zou scheppen, in
de meeste gevallen onder dezelfde kommer
volle omstandigheden, als waarin hij zelf ge
boren was.
't Ergste was, dat zijn kinderen dan ook
naar dat Geheimzinnige land trokken, waar
ten minste nog iols te verdienen viel en van
waar men wel eens met een zak blanke
muntstukken terug kwam.
Tegen 't najaar, als de sneeuw den grond
bedekte, als de vos zijn hol verliet en zijn
prooi zocht dicht bij de woningen der men
schen, als de arend ongestoord op de hoog
vlakte heersolite, als er niets meer groeide cn
cr geen gelegenheid meer was om aan den
kost te komen. Als, inel de duisternis en de
korte dagen, de honger, als een grimmig
spook, in de borgen ronddwaalde.dan ge
beurde 't vaak, dal er van den anderen kant
der Mont-Blanc kelen, een vreemdeling kwam
met schitterende op gen en vleiende lokstem,
een vreemdeling mol geld in dc hand en vei
halen.... lel gekleurde, mooi getinte ver
halen.
Hij nam aan 't, soms bijna uitgedoofde,
haardvuur plaats en vertelde er van de won
deren in zijn land en in de andere landen,
waar Qiij door trok. Hij beloofde den ouders
een gouden toekomst voor hun jongens, zoo
zij ze hem toevertrouwden.
iiij toonde hun de magere gezichtjes dei-
snel groeiende en half gevoede knapen en hij
loonde hun geldhij liet hun hooren i ge
jammer van moeders, die haar kinderen zien
verhongeren en wegkwijnen en hij zong hun
een zang van weelde en geluk....
En 't einde was, dat de vreemdeling ver
trok als de Rattenvanger uit dc sage... de
kinderen achter zich aan
Hij zong van brood en overvloedige spij
zenen zij hadden honger.
Toen Pierre Balmat besloten had zijn
jongslen zoon van zich af te stureu, dacht hij
aan een dcrgelijiken bezoeker, die zioh ook
wel eens in zijn dorp vertoond had, doch dien
hij, als gelukkige bezitter, trolsch had af;
wezen.
't Zou toch 't beste zijn Lallo met zulk een
te laten vertrokken, dan ging hij niet alleen
cn word hem de weg gewezen.
Ook daarom moest Lallo nog toeven.
En, z<>nder dat iemand cr zich van bewust was
iets te hebben gezegd, wist de geheelc streek
liet. dal de kleine Balmat, dc aardige, vlugge
Lallo, weg zou gaan. En toen de vreemde
ling in 't dorp kwam. begreep men algemeen,
dat hij Lallo mee zou nemen.
ITij /rif hield zich schuil. Hii durfde zich
niet tc vi rlooncn, uit angst om Monique Ra
vencau te ontmoeten.
En zij zwierf alleen rondcn vond de
dagen lang.
De winter viel plotseling en vroeg in; of
was 't, dat dc Balmats er door verrast werden
omdat het barre seizoen nu. voor T eerst,
een versdhriicking voor hen was?
De vreemdeling, de kinderroover, zooals de
jongeren hem noemden, kwam inderdaad bii
vader Balmat binnen en zoodra Lallo hem zag
sloop hij weg.
Voor 'l eerst, in vele dagen, besteeg hij
weer 't bergpad, dal naar de beek en naar
alle mooie pl< kjes leidde, waar hij met Nica
gedwaald had.
Hij kon zich geen rekenschap geven van
wal cr in hem omging; hij wist alleen, dat 'l
gaan hem moeite kostte, omuat 'l zwaar in
hem was. Zijn hart, zijn eertijds zoo luchtig
vluchtig kinderhart, was zwaar in hem
Hij zette zich neder aan den weg, onmach
tig één stap te doen cn leunde legen een
boomstam aan cn keek naar een klein, half
verkleumd, bruingroen hagedisje, dat lang
zaam vo'utkroop»
Of 't enkel de naderende kou was, die 't
zouneheveiid beestje zoo loom in zijn bewe
gingen maakte, of dat 't ook een groot ver
driet in zich had?
Lallo drukte zijn hoofd tegen den boomstam
aan cn schreide stil en droevig en vond 'i Ia|
van zichzelf om te schreien en steun te zoe»
ken, want moest hij niet 't leven in als een
man met mannenmoed en mannenkracht?!
Lang zat hij daartot hij koud en stiji
was geworden, toen op eens voelde hii een
weldadige warmte, die zich aan zijn lichaam
en ook aan zijn brein meedeeldeen vóór
hij begreep, wat er de oorzaak van was, arnj
hij Nica's oogen, die hem verwijtend aan*,
zagen.
Nica's mooie oogen, vol tranen, evenals d<r
zijne.
Waarom moest Nica schreien? Zij gin^
toch niet ver van land en huis en familie?
In haar was 't niet droef en zwaar.
En toch schreide Nica lang en droevig.
„Ochl Lallo, is 't waar? Ga je weg?"
Lallo boog 't hoofd, ten teeken van toe
stemming.
„Ja, Nica v't moet."
„Waarom?" stamelde ze bevend.
En hij, niet willende bekennen, dat 't om
haar was, zei: „Omdat we arm zijn, Nica. Mi|Q
ouders hebben, niets en daarom moet ik, ais
andere arme Savooische kinderen, ver va»
kier
Toen had er een ommekeer in haar plaata#
toen stond ze driftig op, toen vlamden haar'
oogen en balden zich haar vuisten en rief$
ze, met booze, schrille stem:
Wordt vervolgd»