Zaterdag 12 September 1914. BINNENLAND. FEUILLETON. N° 64 Tweeds Blad. 13" Jaargang. KOLONIËN. Broeder en Zuster ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO» Idem franco per post1.50» Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10» Aizonderfijke nummers - 0.05» Deze Courant verschijnt dagelijks, behalvs op Zon* en Feestdagen. Advertentiön geaeve men liefst vóór II uur, i advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Tan 15 regels.. f 0.50. Elke regel meer0.10» Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt oy aanvraag toegezonden. West-lndië. De toestand in Suriname. Wij lezen in De West van 18 Augustus o.m.: In slede van gebrek, is er alle kans, dal cr vooreerst overvloed van rijst zal zijn in de kolonie. Zij die meenden erg slim te zijn door Ier - hooge prijzen een voorraad rijst in te slaan, zullen bedrogen uitkomen, wat hun van harte gegund wordt. Blijkens een inededecling, gisterenavond van bc-hiurswcge gedaan in de koloniale staten, liecfl de minister getelegrafeerd, dat de rijst- uitvoer waarschijnlijk morclijk zal blijven. De minister deelt voorts mede, dat als voor- ordemaatregel per Hollandscbe mailboot van 'S Augnslus voor gouvernementsrekening 5000 i ,il»n rijst zullen worden verscheept, terwijl met dc boot, die 14 Augustus vertrokken is, verscheept zijn: 1445 zakken rijst, 15 zakken boonen, 404 kratten aai dap pelen, 68 kisten kaas 112 kisten boter. Hel ziet er dus voorloopig nog niet zoo slecht uit voor Suriname. Er zal alle gelegen- hei tl zijn om ons te wapenen voor de schrale lijden die na zulk een geweldigen oorlo^ na tuurlijk niet zullen uitblijven. En het beste middel om ons te wapenen, is: aanplanten, om min mogeiiik di dik zij.i van aan- Nederland en de oorlog. Voor het Kon. Na t Steuncomité 1914. Naar de N. R. Ct. verneemt, heeft mevrouw de wed. II. Bokhorsl-IIoltgravc, te 's Gravtfn- hage, hel denkbeeld geopperd om ook gepen sioneerde weduwen bij het ontvangen van haar pensioen een bijdrage te laten afzonde ren voor het Kon. Nationaal Steuncomité, en heeft zij op verzoek van majoor Schrciuer, zitting genomen in het comité, dat deze sleun- verlecning organiseert. Zij kunnen thans op dez lfde wijze als de overige catcgoricn van gepensioneerden of verlofstractement genie tenden, de bedoelde bijdrage storten iu dc daartoe in de kontoren van de rijksbetaal meesters te plaatsen bussen. Gemeentelijke Credietbank. Tol dusver hebben in het Maatschappelijk kapitaal deelgenomen de gemeenten Leiden, Amersfoort, Deventer, Groningen, Haarlem, Zwolle, Vlaardingen, Zutphen, Hilversum, Assen. Breda, Gouda, Gorinohem, Ilorlingen, llcldcr, Hengelo (O.), Leeuwarden, SLicdreckt, Wonseradeel, Bussum, Veendam, Wagenin- gen, Het Bildt (F.), iïardenberg (Ambt), Win schoten, De Bilt (U.), Coevorden, Har<lerwi:k, Hoogezand, Katwijk, in totaal voor ruim f 300.000, terwijl nog van onderscheidene ge meenten toetreding mag worden verwacht. Het ligt in de bedoeling, aldus meldt liet Hfoldzoodra hiervan bericht zal zijn inge komen. tot dc oprichting der Bank over te gaaru Vr ij willige landstorm. De te 's Gravcnhagc opgerichte vrijwillge landstorm-aldeeling „liet Vaderland ghe- Irouwe, is bijna op een sterkte gekomen dat zij bij het leger kan worden ingedeeld. Eenig tekort aan manschappen behoeft nog slechts aanvulling. Achtergelaten goederen. Naar men ons meldt heeft zich te Amster dam eene commissie gevormd om bij onzen Minister van Buitenlandsche Zaken stappen te doen ten einde te verkrijgen dat in samen werking met de Belgsche Regeering de in Bel gië achtergelaten goederen van naar Neder land uitgeweken Nederlanders worden be schermd. G o e d e r e n i n v o e r uit Duitschland. De aanvoer van goederen uit Duitschland via Winterswijk neemt gestadig toe. Woens dag kwamen bijna 300 wagens aan, voor het meerendeel met kolen beladen. Zelfs wagens met cokes werden aangevoerd, hetgeen op eene verlaging van prijs zou wijzen. Gr aan lossing te Rotterdam. Naar we vernemen is vanwege de di rectie van de afdeeling voor granen en meel van het dcparlcmenl van Landbouw, Nijver heid en Handel de maatregel genomen, dat het graan, hetwelk voor regeeringsrekening uit Amerika zal aankomen, in verband met de hi de havens van Rotterdam .^eerschende werkloosheid niet met elevators, maar door handenarbeid zal worden gelost. De Textielindustrie, De toestand in de Textielindustrie te En schedé begint weer aanmerkelijk te verbete ren. Bijna alle fabrikanten die tengevolge van de tegenwoordige crisis een verkorten werk tijd hadden ingevoerd, laten weer de volle week werken; zelfs heerscht in verschillende fabrieken gebrek aan arbeidskrachten. R i v i e r v i s c h als voedsel. B. en W. van Leiden hebben tot de inge zetenen het verzoek gericht, moer dan tot dus ver riviervisch te gebruiken, opdat verschil lende personen door vischvangst in hun on derhoud kunnen voorzien. Belgische vlu chtelin gen. Hel oude derde gesticht van de Rijkswerk inrichtingen te Veenhuizen, dat door het ge ringer aantal opzendingen wegens landlooperij reeds eenige jaren niet meer in gebruik was is thans ingericht voor Belgische vluchtelin gen. De oude verblijfzalen zijn gereed gemaakt voor de ongehuwden, terwijl de gezinnen him intrek in de vroegere ambtenaarsvvoningen zullen kunnen nemen. Over eenige dagen kan hol eerste transport vluchtelingen worden verwacht. De Holla n dia. iVam het stoomschip „Hollandia" dat in den afgeloopen nacht te IJmuiden uit Buenos-Ayres aankwam, werd bij de Kaap- Ycrdische eilanden, een honderdtal Duilsche reservisten door een Eugeisch oorlogsschip van boord gehaald. Later moesten in Ply mouth, waarheen het schip werd opgebracht, nog ruim 50 Duilsche passagiers ontscheept worden. Daarentegen mocht in laatstgenoem de haven een aantal in Engeland wonende Duitschers, die reeds geruimen tijd gevangen waren gehouden, aan boord gaan om via Amsterdam naar huis terug te keeren. Van de lading behoefde in Engeland niets gelost te worden. Hhld. Van den Hak op den Tak. (W eekpraatje). Evenals bij vroegere oorlogen, komen ook thans weer tal van profetieën voor den dag. De meeste dier verhalen zijn natuurlijk fantasie en men kan er zooveel waarde aan hechten, als men wil. Enkele willen we onzen lezers niet onthouden, men vindt er misschien zijn wen- schen in terug^ voorzoover men in dezen oor- Jog zijn symphatieën heeft, en men houde dan maar daaraan vast, totdattotdat het ver dere verloop en einde van den krijg misschien iets anders te zien geelt. W i e het winnen zalof deze oorlog al of niet de laatste zal zijnvan welken duur deze onmenschelijke krijg zal wezen, dit alles is reeds vóór jaren voorzien. Uit het hier volgende kan de lezer zijn nieuwsgierigheid bevredigen. Een Italiaansche schrijver, Lorenzo d'Adda, geeft naar de „VI. Gazet" meedeelt in de „Gazette del popoio" van Turijn een zeer eigen aardige voorspelling van generaal Nogi, die de Japanners aanvoerde te Port-Arthur. De beroemde generaal, sprekend met officie ren en vreemde dagbladschrijvers, zou onge veer het volgende gezegd hebben „Ik denk dat nog twee groote oorlogen zullen uitbreken. De eerste zal Europa als tooneel heb ben en zal een einde stellen aan den Eronsch- Duitschen en den Engelsch-Duitschen wedijver. Frankrijk en Duitschland zullen dien strijd voeren in de Belgische velden, hoogst waar schijnlijk rond Waterloo, de eenige plaats waar groote massa's zich regelmatig kunnen ontmoeten. Do Fransche en Duitsche grenzen zijn te goed beschut door wederzijdsche vestin gen om een aanval daar langs te pogen. De uitslag van dien oorlog schijnt mij niet twijfelachtig de Franschen zullen de Duitschers verslaan te land, en de Engclschen zullen ze kloppen ter zee. Die oorlog zal de laatste zijn in Europa. De beschaafde volkeren zullen na den ooilog zoodanig uitgeput zijn en verschrikt, dat zij aan niets anders zullen denken dan aan het sluiten van een verbond, om dergelijke gru welen te voorkomen. Ik heb twee oorlogen voorspeld. Ziedaar den eerste. De tweede zal Japan tegenover de Ver eenig dg Staten plaatsen, in den Stillen Oceaan, en ik voeg er bij dut Japan zal zegepralen. Zoo sprak generaal Nogi voor tien jaar. De lezer en lezeres gelieven ons nu te volgen naar het gebied der sterrenwichelarij. Niet, dat wij op dat terrein tehuis zijn, maar het is het „Astrologisch Instituut" in Den Haag, in der. vorigen winter aldaar geopend, dat ook in deze zijn licht over het toekomsiig wereldgebeuren doet opgaan. Eenige maanden geleden hebben we een en ander over deze „wetenschappelijke" inrichting, welke haar filialen heeft in Engeland en Amerika, medegedeeld. Daar werkt of werkte een zeer talrijk personeel, dames en heeren, maar vooral daines, die n/iets anders hebben tè doen dan adressen te schrijven en briven copi- eeren in voor hen onleesbare taal, bestemd voor menschen, die zich tot het Instituut hebben ge wend om ontsluiering hunner toekomst Het Instituut leest het lot van menschen en volkeren, alsmede het karakter der menschen, uit de sterren. Het dagblad ,,Het Vaderland", dat indertijd aan het Instituut een bezoek bracht en daarvan een niet onvriendelijk verslag gaf, heeft zich nu weder lot de Directie gewend om te mogen vernemen wat de uitslag van den oorlog zal zijn. Ziehier, wat het blad, in 't kort gezegd, ver nam Alle sterren wijzen er op, dat Engeland zal winnen en Duitschland vernietigd zal wor den I Een voorspelling in gelijken geest heeft de „Meierijsche Ct." uit een oud Belgisch blad opgediept. Die voorspelling is merkwaar diger, omdat zij reeds zoo oud is en gegeven door de Zwarte Heks of Mad. de Normand, die Napoleon ook zijn val voorzegd had. Alleen het slot van de langademige profetie nemen we over De Duitsche officier is een rad of spil in de groote machine en werkt met bijna methe- matische juistheid. Hun stuf overziet het heele oorlogsterreni. Hoe onstuimig dan ook de kleine roode dui vels opdringen, de Duitscher wijkt geen pas. Na het artillerie-duel, dat in het voordeel der Duitschers was, begint de Gei maan zijn voor waarts. Gelijk een doodbrengende vloed effent en plet luj. Dan werpen de Franschen hun zwarte en bruine hulptroepen in 't vuur. Een oogen- blik staat de Germaansche kolos. Voor zoon Oostersche haat en doodsverachting staat hij verbaasd. Dan gaat hel weer voorwaarts, het is gedaan. Daar plots verschijnt de Engelsch-Belgische armee op 't krijgstooneel. Zou Waterloo zich hier herhalen Eerst rukken de verbitterde Bel gen in het vuur. Zij hebben de schending hun ner neutraliteit te wreken. Dan de grimmige Brit. De Germaan echter vreest niet. Duchtig blijft hij op den zich weer herstellenden Franschman inhakken ook de verbonden armee krijgt meni- gen knauw. De reusachtige Germaan wijkt geen duim. Wanneer mar de ter hulp snellende Oos tenrijkers op tijd zijn, is de zaege aan Ger- manje. Na de vernietiging der Duitsche luchtvloot doemen de luchtduivels weer op en beginnen een verwoeden strijd. Boven het strijdgewoel ronken hun motoren. Gelijk wraakzuchtige roof vogels zwieren en cirkelen ze door de lucht. Hun scherp gewapend oog zoekt den Duitschen generalen staf. Ze sluiten hem inals een doodsregen vallen hun projectielen. Germanje is verloren. Nu de ijzeren leiding ontbreekt, ontstaat er verwarring. De veldhee- ren zijn hun troepen niet meer meesterze kun nen niet zelfstandig handelen. Zeker van de overwinning stormt nu de vijand. De Duitsche macht wordt verpletterd. Slechts de Beieren slaan zich er door. Verloren is de slag verloren het Duitsche rijk. Oostenrijk valt in twee deelen, door den dood van keizer Frans Jozef. Italië verroert geen vin. Eer Duitsch land een nieuw leger gevormd heeft, staan de overwinnaars reeds voor Berlijn. Dan spat dit rijk uiteen. Beieren sluit vrede en slokt met goedvinden der overwinnaars de Zuid-Duitsche staten op. De Denen nemen Sleeswijk-Holstein, wat hun vroeger gerooid was. Rusland Duitsch-Polen aan Nederland en België de Rijn-provincie en Westfalen, Italië palmt de Itoliaansch sprekende Oostenrijksche provincies in. Frankrijk Elzos- Lotharingen en Engeland de Duitsche kolonies. Kort was de oorlog.y maar verschrikkelijk. Allerwege bloed en aschde gruwel, de ver woesting alomwee de vrouwen en kinde ren vluchthet gaat om uw eer, om uw leven Tot zoover Madame de Normand. Ten slotte geven we nog een voorzegging welke in verschillende bladen met instemming is overgenomen. „De Tijd" b.v. zegt„Men mag over de profeten denken wat men wil. Maar zeker verdient zij niet met een minachtend schouderophalen en een spottend lachje van de hand gezet te worden. De voorzegging, in het jaar 1854 gepubliceerd omtrent het lot van Po len, is gedaan door den in 1853 zalig verklaar den Poolschen martelaar Andreas Boboio, die in 1657 op de wreedste wijze is ter dood ge bracht. In 1S19 verscheen dan deze martelaar Bobola aan den Puter Dominicaan Korzeniecki, een hei lig priester en beroemd redenaar, die in d ep« smart des nachts in gebed zijn gemoed uitstortto tot den zaligen Bobola. Deze verscheen hem ia 't midden van zijn cel en sprak„Ik, Pulcr Kor zeniecki, ik ben, dien gij daareven in uw gebed hebt aangeroepen. Doe uw raam nog eens op'eJi en gij zult dingen zien, die gij voorheen nim mer zaagt." Sidderend voldeed de Dominicaan aan het bevel, en hoe groot was zijne verbazing, toen hij niet meet den engen kloostertuin zag met den omheinden rnuur, maar uitgestrekte; onmetelijke vlakten, die tot den gezichteinder voortliepen. „De vlakte, welke gij voor u hebt", hervatte nu Bobola, „is het gebied van Pinsk» waar ik de eer had voor het geloof aan dett Heer den marteldood te sterven. Doch slo den blik nog ééns naar builen, en don zult gij lecren kennen, wat gij zoo vurig begeerdet te weten." De Puter voldeed aan dit bevel, cn nu was het veld met ontelbare heirlcgcrs overdekt. Russen, Turken, Franschen, Engelschcn, Oostenrijkers, Pruisen en nog andere volken, die hij niet wist te onderscheiden, streden door met eene ver woedheid, waarvan in de bloedigste oorlogen, geen voorbeeld is. Korzeniecki wst niet, wat dat alles beteekende, totdat de zalige Bobola het hem verkluerde „Wanneer no den oorlog, die u daar in een tafereel geopenbaard is, vrede zal komen, zal Polen hersteld wezen, eu mij zal men als palrcon er van eeren." Deze woorden vervulden Korzeniecki's ziol met vreugde. Hij riep uit: „Maar hoe zal ik weten, mijn heilige Schutspatroon, dat dit visi oen niet het spel is mijner verbeelding en d:»t uw bezoek en uwe profetie niet louter drbomen zijn?" Op deze vraag vatte Bobola nog eenmaa1 het woord op en zeide „Ik verzeker u de echt* heid, het visioen is waar, het heeft grond. Sïip- telijk zal alles vervuld worden, wat Ik u heb aangekondigd. Begeef u thans ter ruste. Ik zal, ter bevestiging van hetgeen gij gehoord en ge zien hebt, het merkteeken van mijn hand op uw schrijftafel achterlaten." Dit zeggende, raakte de hemeling d etafel en was op hetzelfde oogen blik verdwenen. Blijkens de datecring 13 April 185-1, gaf de pas uitgebroken Krimoorlog, die Polen's hoop had doen herleven, destijds aanleiding tot de. openbaarmaking. Engelschen, Franschen, Tur ken en Russen waren sinds 27 Maart in oorlog. Zooals men weet, bleef de Krimoorlog tot de>:» natiën beperkt. Pruisen en Oostenrük zijn er buiten gebleven. Op dit oogenblik zijn echter ook de overige bovengenoemde volken reeds in oorlog, de Turken alleen uitgezonderd. Iviaar hoelang zal Turkije den vrede nog bewaren, vooral wanneer zijn aartsvijand. Rusland in het nadeel zou komen. In. verbond met deze voorspelling nog deze belangrijke bijzonderheid. De vlekte van Pinsk n.I., waarvan Bobola in zijn verschijning aan Korzeniecki sprak, bestond in die dagen uil lou ter moerasgrond, waarop een veldslag van groote legers wel tot de onmogelijkheden zou behooren. Sedert zijn de moerassen echter drooggelegd en zou het terrein dus geen be zwaar meer opleveren voor een groolen volke- renslag. De voorspelling stijgt hierdoor ongetwijfeld, in waarde, zoo besluit „De Tijd." KEUVELAAR. Wal een volk in honderd jaren opbouwt aan welvaart en weerkracht, wordt in enkele cl en \v "ggevangd door -den oorlog. oorspronkelijke roman door T h r s e Hoven. :-: iiij icon looh niet, zooals vroeger, den gc- lieelcn dag met Monique Ravencau door bosck en veld dwalen, meende moeder. Vaders vuist kwam als een donderslag op de tafel neer! Lailo kromp ineenI Nu kwam 't, wat hij boven al had gevoeld. „Maar, dal is uil. Dat moet yoor altijd uit zijn. Hij mag de meid niet meer aanzien nooit meer.... liever nog zond ik hem den Monl-Blanc over naar Italië of.... den heer weg op naar Parijs ,,'l Is goed, ik zal gaan", zei Lallo op staande. Mocuer gal' een gil.... en strekte de armen na a r hem uit. Ook dat yoeide Lalloen hij keerde zich om, wierp zich aan haar borsl en schreide zijn leed hij tiaar uit, als een kino, vóór hij, ais jongen, zelfstandig door T leven zou gaan. ,.lk kom rijk terug" fluisterde hij, nadut ze Deinen wat bedaard waiMM. „En dan zal ik 't land weer van de Ravt&%au's af koppen." iiijk terug komen. d-a$ is de afscheidsgroet, dat is het levenswoord van eiken armen Savoyard, die de wereld intrekt. DERDE HOOFDSTUK erruccio Gazzolettj verschijnt. Moeders kussen hadden hem nog een wijle terug gehouden, moeders beden had den dag van zijn vertrek verdaagd, dat was ook alles. Meer verwachtte ze niet. Lallo zelf meende, dat hij wegging omdat hij niet zonder Nica kon leven, inaar de ouders stemden er enkel in toe, omdat ze hem niet konden houden. Hoe konden ze hem voeden, kleeden, groot brengen van niets? Als hij thuis bleef, zou hij opgloeien tot een bedelaar nee, als hij thuis bleef, zou hij, van den dag, dal Michel Raveneau beslag op het land zou leggen, zijn brood moeten vragen. Dan was T beter in den vreemde! Jacques Balmat, noch zijn vrouw wisten predics wat dat wa«, of waar, of hoe men er naai* toe ging. Ze wristen alleen, dat vele Savoyard en, vooral kinderen, er heen togen en dal enkele er van terug keerden, met geld in zijn buidel, geen schatten, maar genoeg om zioh een hutje te bouwen en een klein stuk land te kóopen, waarin hij zich een gezin zou scheppen, in de meeste gevallen onder dezelfde kommer volle omstandigheden, als waarin hij zelf ge boren was. 't Ergste was, dat zijn kinderen dan ook naar dat Geheimzinnige land trokken, waar ten minste nog iols te verdienen viel en van waar men wel eens met een zak blanke muntstukken terug kwam. Tegen 't najaar, als de sneeuw den grond bedekte, als de vos zijn hol verliet en zijn prooi zocht dicht bij de woningen der men schen, als de arend ongestoord op de hoog vlakte heersolite, als er niets meer groeide cn cr geen gelegenheid meer was om aan den kost te komen. Als, inel de duisternis en de korte dagen, de honger, als een grimmig spook, in de borgen ronddwaalde.dan ge beurde 't vaak, dal er van den anderen kant der Mont-Blanc kelen, een vreemdeling kwam met schitterende op gen en vleiende lokstem, een vreemdeling mol geld in dc hand en vei halen.... lel gekleurde, mooi getinte ver halen. Hij nam aan 't, soms bijna uitgedoofde, haardvuur plaats en vertelde er van de won deren in zijn land en in de andere landen, waar Qiij door trok. Hij beloofde den ouders een gouden toekomst voor hun jongens, zoo zij ze hem toevertrouwden. iiij toonde hun de magere gezichtjes dei- snel groeiende en half gevoede knapen en hij loonde hun geldhij liet hun hooren i ge jammer van moeders, die haar kinderen zien verhongeren en wegkwijnen en hij zong hun een zang van weelde en geluk.... En 't einde was, dat de vreemdeling ver trok als de Rattenvanger uit dc sage... de kinderen achter zich aan Hij zong van brood en overvloedige spij zenen zij hadden honger. Toen Pierre Balmat besloten had zijn jongslen zoon van zich af te stureu, dacht hij aan een dcrgelijiken bezoeker, die zioh ook wel eens in zijn dorp vertoond had, doch dien hij, als gelukkige bezitter, trolsch had af; wezen. 't Zou toch 't beste zijn Lallo met zulk een te laten vertrokken, dan ging hij niet alleen cn word hem de weg gewezen. Ook daarom moest Lallo nog toeven. En, z<>nder dat iemand cr zich van bewust was iets te hebben gezegd, wist de geheelc streek liet. dal de kleine Balmat, dc aardige, vlugge Lallo, weg zou gaan. En toen de vreemde ling in 't dorp kwam. begreep men algemeen, dat hij Lallo mee zou nemen. ITij /rif hield zich schuil. Hii durfde zich niet tc vi rlooncn, uit angst om Monique Ra vencau te ontmoeten. En zij zwierf alleen rondcn vond de dagen lang. De winter viel plotseling en vroeg in; of was 't, dat dc Balmats er door verrast werden omdat het barre seizoen nu. voor T eerst, een versdhriicking voor hen was? De vreemdeling, de kinderroover, zooals de jongeren hem noemden, kwam inderdaad bii vader Balmat binnen en zoodra Lallo hem zag sloop hij weg. Voor 'l eerst, in vele dagen, besteeg hij weer 't bergpad, dal naar de beek en naar alle mooie pl< kjes leidde, waar hij met Nica gedwaald had. Hij kon zich geen rekenschap geven van wal cr in hem omging; hij wist alleen, dat 'l gaan hem moeite kostte, omuat 'l zwaar in hem was. Zijn hart, zijn eertijds zoo luchtig vluchtig kinderhart, was zwaar in hem Hij zette zich neder aan den weg, onmach tig één stap te doen cn leunde legen een boomstam aan cn keek naar een klein, half verkleumd, bruingroen hagedisje, dat lang zaam vo'utkroop» Of 't enkel de naderende kou was, die 't zouneheveiid beestje zoo loom in zijn bewe gingen maakte, of dat 't ook een groot ver driet in zich had? Lallo drukte zijn hoofd tegen den boomstam aan cn schreide stil en droevig en vond 'i Ia| van zichzelf om te schreien en steun te zoe» ken, want moest hij niet 't leven in als een man met mannenmoed en mannenkracht?! Lang zat hij daartot hij koud en stiji was geworden, toen op eens voelde hii een weldadige warmte, die zich aan zijn lichaam en ook aan zijn brein meedeeldeen vóór hij begreep, wat er de oorzaak van was, arnj hij Nica's oogen, die hem verwijtend aan*, zagen. Nica's mooie oogen, vol tranen, evenals d<r zijne. Waarom moest Nica schreien? Zij gin^ toch niet ver van land en huis en familie? In haar was 't niet droef en zwaar. En toch schreide Nica lang en droevig. „Ochl Lallo, is 't waar? Ga je weg?" Lallo boog 't hoofd, ten teeken van toe stemming. „Ja, Nica v't moet." „Waarom?" stamelde ze bevend. En hij, niet willende bekennen, dat 't om haar was, zei: „Omdat we arm zijn, Nica. Mi|Q ouders hebben, niets en daarom moet ik, ais andere arme Savooische kinderen, ver va» kier Toen had er een ommekeer in haar plaata# toen stond ze driftig op, toen vlamden haar' oogen en balden zich haar vuisten en rief$ ze, met booze, schrille stem: Wordt vervolgd»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 5