DE E EM LAN DER". Dinsdag 15 September 1914. ~BÜiTËNLAND~ FEUILLETON. Broecter en Zuster N° 66 13°" Jrargang Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO, Idem franco per postI.SO* Per week (met gratis verzekering togen ongelukken) O.IO* Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- Advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PB IJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regel».. f 0.50. Elke regel meer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Toor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. MILITIE. VOORKEUR OMTRENT DE INLIJVING. Do Burgemeester der gemeente Amersfoort maakt bekend, dat de lotelingett dezer Ge meente, lichting 1915, die hunne wenschen met betrekking tot de inlijving niet bij den Keu- i ngsraad of op andere bij de geldende voor schriften bepaalde wijze hebben kenbaar ge maakt, alsnog vóór 1U October a. s. van deze wenschen ter Secretarie dezer Gemeente kun nen doen blijken. Amersfoort, den 14. September 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWLJCK. MILITIE. ONDERZOEK BETREFFENDE VOOR- GEOEFENDIIEID. De Burgemeester der gemeente Amersfoort maakt bekend, dat in de maand November a. s. zal plaats hebben het onderzoek tot het verwer ven van het bewijs betreffende het voldoen aan de eischen van voorgeoefendheid, bedoeld in art. 70 der Militiewet. Het bezit van dat bewijs geeft in geval van toewijzing aan de Infanterie, de Vesting-Artillerie of de Genietroepen aan spraak op een twee maanden korteren eerste- oefeningstijdvoorts geeft het bewijs aan spraak op inlijving bij hel korps en in het garni zoen ter keuze van den dienstplichtige, voor zoover hij voor zoodanige inlijving geschikt, is en deze met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bedoelde eischen zijn vastgesteld bij Ko ninklijk besluit van 17 Juni 1912 (Staatsblad No. 18S). Inlichtingen omtrent deze eischen zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer Gemeente. Het onderzoek zal aanvangen op Dinsdag 10 November eerstkomende en, zoo noodig, op twee of meer volgende dagen worden voortge zet. Het wordt gehouden in de volgende garni zoensplaatsen Amsterdam, den Helder, 's-Gra- venhoge, Gorinchem, Breda, Venlo, Arnhem, Kampen, Leeuwarden, Assen en Utrecht. Aan het onderzoek kunnen deelnemen de dienstplichtigen, die bestemd zijn om voor de lichting van het volgend jaar bij de militie te worden ingelijfd. De dienstplichtigen, die aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 10 October o. s. aanmelden bij den Burgemeester der Gemeente, waar zij voor de militie zijn in geschreven. Zij moeten bij de aanmelding opgeven in welke Gemeente zij aan het onderzoek wen schen deel te nemen. .Zij, die niet verblijf houden in dc Gemeente, waar zij aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten bovendien te kennen geven, of zij gedurende het onderzoek voor Rijksrekening legering en voeding wenschen te genieten. Aan de dienstplichtigen, die zich voor het onderzoek aanmelden, wordt, voor zooveel zij ter inlijving bestemd zijn, later bericht gezon den van de plaats (localiteit), waar en van het uur, waarop zij zich voor deelneming aan het onderzoek moeten vervoegen. Amersfoort, den 14. September 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Troonrede. Vereenigde vergadering van de beide Kamers op Dinsdag 15 September 1914, tot opening van de gewone zitting der Staten-Gesieraal. De lieer Van Voorst tot Voorst, die den voorzitlersstoel bekleedt, opent, nadat de leden der beide Kamers zich naar de Rid derzaal op het Binnenhof hebben begeven, dies middags te 12 uur de vergadering en laat doo<r den griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk besluit van 5 Sep tember 1914, no. 38, houdende zijne benoe ming tot 'Voorzitter van dc Eerste Kamer ge durende dc zi ing die heden zal aanvangen. De Voorzitter benoemt eene commis sie die Hare Majesteit de Koningin in het gebouw zal ontvangen en uitleiden. De ministers, hoofden van minislrieele de partementen en de lecllen van den Raad van State vereend gen zich, te één uur des namid dags, mede in de vergaderzaal. Ilare Majesteit de Koningin, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, kort daarna in dé vergaderzaal binnengeleid, neemt plaats op den troon en houdt, terwijl Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins naast Iiaar gezeten is, de volgende rede: Mijne Heerenl Onder zeer buitengewone omstandigheden kom ik heden weder in Uw midden. Wij zijn allen vervuld door de gedachte, dat een verschrikkelijke oorlog een groot deel der beschaafde wereld teistert. Ons land is dientengevolge in een toestand geraakt, welke nog steeds onafgebroken waakzaamheid eischt. Ik mag echter dankbaar vaststellen, dat Onze vriendschappelijke betrekkingen met alle mogendheden ongestoord zijn gebleven. De volstrekte neutraliteit die Nederland in acht neemt en met al zijne krachten zal hand haven, is tot dusver op geen enkele wijze ge schonden. Tot Mijne groote voldoening werd de mo bilisatie van zee- en landmacht zonder eenige stoornis in minder dan den daarvoor vaslge- stelden tijd voltooid. Beide deelen Onzer weermacht vervullen, met den besten geest bezield, hun vaak zware taak. Diep begaan met het lot van alle volken <üe in den krijg zijn medegesleept, draagt Nederland de buitengewone lasten die het worden opgelegd gewillig en ontvangt met open armen alle ongelukkigen die binnen zijne grenzen een toevlucht zoeken. Het economisch leven ondervindt in al zijn vertakkingen de drukkende gevolgen van den toestand, waarin Europa verkeert. Het handels vei keer met het buitenland is tot zeer beperkte afmetingen teruggebracht; de scheepvaart, \oor zoover zij niet stil ligt, gaat met ongekende moeilijkheden en gevaren gepaard; voor de zeevisscherij geldt dit in niet mindere niaLc; landbouw en nijverheid vin den, voor zoover zij voor export werken, haar afgezetgebied/ voor ccn groot deel ver stoord; in den geld- en fondsenhandel bracht de toestand een heftige crisis tc weeg; de toe voer van granen en van grond- en hulpstof fen voor de nijverheid is zeer belemmerd. Toch komt er eenige verlichting in den druk. Vasthouding en prijsopdrijving van le vensmiddelen en huishoudelijke artikelen is voorkomen. De crisis in den geld- cn fondsen handel is in banen geleid, die de mogelijk heid van een geleidelijk verloop daarvan ope nen. Krachtige pogingen worden aangewend lot beperking van werkloosheid en tot voor koming en leniging van nood. Verschillende producten van land- cn tuinbouw en van de voedingsindustrie vinden weer afzet, zoowel naar Engeland als naar Duilschland en Bel gië. De geregelde gang van zaken in de kolo niën heeft veel tc lijden van de stoornis in post-, telegraaf- cn scheepvaartverkeer. Op handel, landbouw en nijverheid in Nedcr- landsch-Indiè is een zware druk gelegd, doch, waar noodig met den steun der Regeering, is door dc circulatiebank cn verschillende credietinstellingen, tot dusver met bevredigen de uitkomst, die druk verlicht en een crisis voorkomen. De invoer slaat stil; groote voorraden uilvoerproduclen wachten op ver scheping en heropening der Europeesche markten. Maatregelen ziju door de Regeering genomen ter voorkoming, dat gebrek aan le vensmiddelen ontsla. De economische toestand der inlandschc bevolking, wier houding niets te wenschen overlaat, is voor het oogenblik niet onbevredigend te noemen. De toestand in Suriname behoeft, wahnoor dc aanvoer van levensmiddelen, ook van Re- geeriugswege ter hand genomen, bestendigd; blijft, geen zorg te banen. De toestand op Cimagao is onbevredigend!; de handel ligt stil en er heerseht groote droogte. Op Aruba en Bonaire veroorzaakt de droogte wel armoede en ziekte onder de bevolking. De aanvoer van levensmiddelen ook naar dc West-Indische eilanden is ver zekerd. In alle koloniën werden maatregelen ge troffen 1/oL handhaving onzer staalkundige onzijdigheid. Mei vertrouwen doe Ik een L - j op allen om ook in handel en verkeer met zorgvuldig heid alles tc vermijden, wal onze neutra li leit in gevaar zou kunnen brengen. V. aar ons volksbestaan 'eiSchl, dai de bui- lenlandschc handel, voor zoover de omstan digheden toelaten, doorgaal, behoort ieder handelaar zicli bewust te zijn, dal zelfs de schijn behoort vermeden te worden als zou in en door den Nederlandschcn handel partij worden gelukken voor één der oorlogvoeren de mogendheden boven andere. Ik gevoel Mij gelukkig, dat Mijn volk, in trouwe plichtsbetrachting, met Mij vereenigd hot vaderland tracht te dienen en Ik verwacht dat de eendracht, die zich alom in het land heeft geopenbaard, tot den einde zal worden volgehouden. Met de bede dat God ons kracht moge 'schenken verklaar Ik dc gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Hare Majesteit dc Koningin, vergezeld vim Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, cn voorafgegaan door de Commissie, verlaat de vergaderzaal. De Voorzitter sluit, nadat dc commis sie in de zaal is teruggekeerd, dc vereenigde vergadering. Politiek Overzicht. Hoe de Czaar tot den oorlog werd gedwongen. Uil de voor hel uitbreken van den oorlog lussch.cn den Duitschcn keizer en den czaar van Rusland gewisselde telegrammen weien w dat het Russische mobilisatie-besluit den 25en Juli genomen is. Hoe dat besluit lot stand is gekomen, daarover zijn verschillende lezin gen in omloop. Wij hebben reeds eene ver meld, waarin dc actieve rol wordt toebedeeld aan grootvorst Nikolaas Nikolajewilsch, het erkende hoofd van de oorlogspartij in Rus land. Die is, volgens clil verhaal, den 25cn Juli bij den czaar verschenen, om hem het ultima tum te stellen, in naam van de grootvorsten partij, om óf van den troon afstand tc doen, óf het mobilisatiebevel te onderleckcnen. Over den ongehoord krassen vorm, waarin deze eisch aan den czaar werd gesteld, en den scherpen loon, waarin het onderhoud werd gevoerd, doen vele verhalen de ronde, die allen hierop neerkomen, dat grootvorst Niko laas, die nu als algemeen opperbevelhebber van de Russische legers de hoogste leiding van den strijd in handen heeft, den 25en Juli in hel bezit kwam van het mobilisatiebevel Er wordt aan toegevoegd, dal dc czaar zich daarna verscheidene malen in zijne vertrek ken lieeft opgesloten en evenmin den minister van builcnlandsche zaken als den minister van oorlog bij zich heeft toegelaten. Volgens een ander verhaal, dat door dr Börsenkurier onder liet publiek is gebracht, heeft de czaar lol drie malen toe het op aan drang van de oorlogspartij reeds gegeven mo- bilisalicbevel weder vernietigd. Voor der. oor iog waren grootvorst Nikolaas Nikolajewitsch, de minister \an binnenlaiidsclie zaken Mak- lakow, de minister van juslitie Sjlsjeglowilow cn niet hel minst de minister van oorlog Sockifomlinow. Tegen den oorlog waren de minister van landbouw* Kriwosckein, de direc teur aan het departement van builcnlandsche zaken prins Truhelzkoi, die juist als opvolger van Harlwig zich naar Belgrado zou begeven als gezant, en tot op zekere 'hoogte ook de minister van builcnlandsche zaken Sazonow. Toen echter de toestand begon le spannen, verander de Sazonow van houding; hij was hel toen zelf, die in ccn telefonisch gesprek, dal een half uur duurde, den ozaar overreedde een definitief besluit te nemen. De minister van oorlog verleende hem daarbij zijn bijstand. IIcl hoofdargument, dat hierbij dienst deed, was, dat den czaar aan 't verstand werd gebracht, dat de dynastie in gevaar verkeerde. Daarna zette de czaar voor dc vierde maal zijne hand- teekening onder het mobilisatiebesluit De verhalen loopen, zooals men zic-t, nogal uitecu. Maar zij stemmen hierin overeen, dat zij ons den czaar vertooncn als een zwakke ling, die tegen zijne betere overtuiging in zich een besluit lieeft laten afdwingen, dat reeds nu zoo biltere ellende heeft gebracht over de gansche wereld en waarvan de droevige ge volgen nog op verre na niet le berekenen zijn. De opheffing van de Turkoche capiiulatien. Turkije heelt de capitulation met de Euro# peeseke mogendheden opgeheven met ingang vau 1 October. Daarover heersoht groote ver ontwaardiging in de Euiropeesche kabiucl- tcn; al belet dc oorlogstoestand, dat zij ge zamenlijk legen de Porie ontreden, zij heli- ben toch allen hunne protcslnota's in Kon- stanlinopel ingediend. De capitulation zijn verdragen van de hris« tclijkc slaton met Turkije, die de burgers van de christelijke staten aan de Turkschc rechts macht onttrekken en eene consulaire juris dictie niet eene ver reikende bevoegdheid instellen. De consuls hebben polii.icg.-zag over dc burgers van hun slaat en dc civiele en crimi'neclc rechtsmacht in alle geschillen, waarin de beide partijen onderdanen zijn van don slaat, dien zij vertegenwoordigen. Eoirc beperking van de consulaire rcchtsmaclit werd verkregen door de instelling van ge mengde rechtbanken, beslaande uit inland schc on vreemde rechters, ten einde te be slissen in geschillen lusschen inboorlingen oa Yrocnidehngon of lusschen vreemdelingen van vcrsciüilende nationaliteit. Daarentegen was Turkije tol dusvér niet cr iii esfaagd de on- iieffing van de capitulation door te zetten, waarnaar zij, zooals te begrijpen, is, siiub* lang streefde. De oorlog. Bordeaux, 13 Sept. (R.) In den Frnn- schen miiiifjtérraad deed minister Millciard voorlezing van ccn telegram van*den genera* lissimus Juffie, waarin verklaard wordt: „Onze overwinning blijkt meer cn meer vol komen le zijn geweest. Overal is de vijand ge vlucht met achterlating van gevangenen, ge wonden en materieel, na eene heldhaftige ver dediging, welke van 5—12 September duurde. Al onze legei's zijn bezig met den vijand te vervolgen Aan onzen linkervleugel zijn wij beneden Soissons over de Aisnc getrokken; wij won nen in zes dagen meer dan 100 K.M. terrein. Ons centrum is reeds ten N. van de Manie; in Lotharingen en de Yogeezen hebben de l ranschen reeds de grenzen bereikt. Onze troepen zijn bewonderenswaardig wat Juin volharding en geestdrift betreft. Wij zullen dc vervolging krachtig voortzet ten. Dc republiek mag Irolsch zijn op het leger, dat zij onder dc wapens geroepen heeft. Berlijn, 14 Sept. (W. B.) De generale staf deelt uil hel hoofdkwartier mede; Eén is uw meester cn gij zijt allen broeders. oorspronkelijke roman door T h r s e Iioven, Toen Ferruceio Ga/zulclli op dc kleine marktplaats Le Suinl-Coloniban-dcs-Yillards, zijn uitgangspunt, zijn troepje aanmonsterde en hun namen nog eens goed opschreef, kwam 'ziju getal niet uit. Hij keek zijn eerste lijst nog eens na geen gemakkelijk werk, want Ferruceio kon heter drinken dan schrijven; en 't lezen, cn dat van zulke ongelijke, door elkander staande letters, viel hem lang niet gemakkelijk. Maai bij kon toch de namen tellen. Tellen cn rekenen, dat ging hem best afl Hij lolde dus de namen, twee aan twee Francois Conlzel, Jcan-Midkel Coralod, Al- phouse Folliquel, Julien Devouassoud, Mat- lliieu Fairraz, Joscph-Maric Carrier, Lalio •B.ümat, Paul Durand on Pierre Carajod, dat waren cr toch negen en hij telde ze weer; -- er waren cr tien.... evenals daar straks. T Beste was de namen van T lijstje op te noemen en ze met die van de jongens tc vergelijken. De jongens antwoordden allemaal; de een vruulijk, de auu-.r verdrietig, de tierce over moedig, de vlei* v\ri-.g: dc vijfde bijna iciireie .<J Maar 't kwam uit; bij eiken naam, hoe on leesbaar ook geschreven, hooide ccn kind. En toen hij al de namen van 't papiertjp had opgenoemd, bleef cr nog een klein jon getje over; een ventje met een mooi gezicht, prachtige glinsler-oogen cn dik, ruw bijge- kniot haar. „Wie ben-jij?'' vroeg Gazzolelli verbaasd. 't Ventje zag t jongetje, dal naast hem stond, aan en deze zei; „Dit is Jacques Bal- mat, mijn broertje."' ..Ilij slaat niet op mijn lijst," hernam de Italiaan gewichtig. „Alleen Lallo Balmat." „Die ben ik en dit is mijn broertje.... hij wou zoo graag mee „Ik moet mee," zei 'l broertje, met een meisjesachtig kcogc slem: „Lallo kan niet alleen gaan.... wij hooren bij elkander." „Waarom wou je zoo graag mee?vroeg Ferruceio, zonder op de laatste woorden te lellen. „Denk-je dat Lallo voor zijn pleizier gaat?" „Dal kan mij niet schelen. Ik wil bij Lallo blijven „En je ouders, weten die het?" Zelfs aan Ferruceio, Gazzolelli's geweten waren grenzen, al waren ze ook door de jaren, hoe langer hoe meer, verwijd. Jacques Babnal knikteen toen bedacht Gazzolelli op eens, dat hel laat werd cn dal men verder moest gaan. De jongens wa ren nu allen bijeen; volgens de afspraak had den ze zicli allen op de kleine marktplaats verzamelddat cr één meer was; deed ca mel veel toe, een minder zou erger geweest zijn. i n route, mes enfants!" klonk hel. nadat hij eerst had nagezien of ze allemaal wel een stuk brood in hun knapzak hadden. Wat cr meer was dan brood, een eind Lybnsche knoflookworsl, een brokje kaas, een potje honignam hij weg. Voor bergklimmcn cn uren-lange marsclien, zooals hel troepje zou moeien afleggen, moest men licht en vlug zijn en dat kon men alleen, aLs men zich eenvou dig voedde. Alles, behalve brood, was ballast; dal hoorde niet in de magen van dc kinderen. In zijn eigen maag deed het er minder toe, omdat er meer plaats was. Signer Gazzolclti's maag was, evenals zijn geweien, op ruime s dia al aangelegd. „En route, mes enfants 1" De leider liep nu eens voorop, dan weer achter, als ccn herdershond, die op zijn scha pen moest passen. Bij voorkeur-koos hij smalle paden met een ravijn aan beide kantendat was veiliger In zijn ondervinding van mcnschelijken her dershond, wist hij maar al tc best. hoe ge neigd zijn schapen lot afdwalen entol wegloop en waren. Hel gebeurde maar zelden, dat hij zonder dergelijke incidenten aan den anderen kant der bergen aankwam. Wél hield hij zijn jeugdigen kostgangers steeds hel gevaarlijke en volkomen nuttelooze van zulke escapades onder 't oog, maar, in hun dommen onbezonnenheid, luisterden ze niet naar de wijze en vaderlijke raadgevingen. „En denkt er om, kindereu," zei hij, elk jaar opnieuw, lot zijn recruten: „Gedwee meegaan en je lot volgen; ontsnappen helpt niet. Yadvr Ferruceio heeft overal in 't heele gebergte, in Hoog- en in Laag-Savoie, zijn spionnen, en wie vandaag wegloopt, wordt morgen terug gebracht, als hij ten minste niet I door dc beren wordt opgegeten of geroofd wordt door de boozc geesten, die 's nachts in J bergen ronddolen, om kinderzielen mach tig tc worden. „Denkt er aan, dat Yader Ferruceio goed is, zoolang zijn kinderen braaf zijn, maar dat degenen, die zich aan zijn gezag willen ont trekken, un' instanlc lerribilc en meer dan één, zullen doorbrengen." En dan liet de vaderlijke vriend van zoele Idnderen, om Le lobhen welk een gcduchlen kaslijdcr stoute kinderen in licni zouden vinden, zijn, met ijzer beslagen, Al peilstok zien en ook nog ccn dun, buigbaar, weerkrachtig karrewalsje, waarmede hij, hier en daar, ccn likje uitdeelde, niet uit vulsoklieid, doch alleen om er de deugdelijkheid van tc bewijzen. Als de weg, aan weerskanten, veilig was, ten minste veilig in den, door Gazzolelli be doelden rin, liet hij zijn bambino's eenige vrij heid en konden ze ongestoord met elkander pralen en kennis maken. Nu, 't laatste nam, als hun patois t zelfde w as, niet veel tijd en l duurde niet lang of de jongens gingen als oude kameraden met elkander om. De twee kleine jongens, ais Lalio en Jacques Balmat aangeduid, hielden zich van de overi gen afgescheiden. Zoodra hij er de gelegenheid toe zag, en zeker wist, dat hij ver genoeg van dc anderen af was, om niet beluisterd tc worden, zei Lallo„Monique, hoe heb-je zoo iels dui ven wagen?" De pscudo Jacques proestte 'l uit. „Ik heb 't je toch gezegd. Ik wou niet thuis blijven, als jij wegging en.... ik haat mijn ader, omdat hij hel land van jou vader heeft afgenomen/' „Maai- je vader meende er recht op le heb ben." „ik zie door jou oogen, Lalio en denk, dat liet recht aan jelui zijde is." „Nioal" riep Lallo, verloederd, uil.... Zul je cr nooit spijt van hebben?" „Zoolang jij van mij houdt cn goed voor mij zult zijn, nietl" „0! ik zal niet veranderenIk zou eerder hang zijn, dal jij cr genoeg van zoudt krijgen „Als je zoo spreekt, maak je mij hoos.... cn clan haal ik je. Als ik hoos ben, haat ik altijd „Stil Nica, niet zoo hard." „Je moet mij niet meer zoo noemen; Monique Raveneau bestaat niet meer. Ik ben nu Jacques Balmat." „Maar, hoe ben-je er toch toe gekomen?" „Omdat je zei, dal meisjes niet mee konden gaanNu ben ik een jongen...." „Wat jammer voor je mooi haarWaar om heb-jc het afgeknipt? Yond-jc het niet vrccsclijk? Xica schudde lachend haar kroeskop. „Ileelemuai niet, ik ben erg blij het kwijt le zijn. Weel-je, wal ik gedaan heb? „ik ben stilletjes naar le père Fairraz ge gaan „Den kleermaker?" „Jaden kleermaker, als hij kleercn te maken heeft, dat is bijna nooit. Arme man, iiij bezit geen stukje land en heeft soms iu dagen niet te eten „Dat vvu t ik; zijn oudste jongen, Matthieu, loopt daar met dc anderen Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1