(Joop de Deü< ge. J«ck Holland. HAROLD AVERY TTfl naverteld door C. H. Van een schooljongens-standpunt bezien Jwaarbij sport een voorname rol speelt was Pack Holland een mislukking. Weliswaar was bij vlug en handig en had hij uitstekende Spieren, maar de roekelooze manier, waarop bij de dingen ondernam, bedierf alles. Soms Slachten zijn vrienden, dat hij een of ander spel werkelijk winnen zou, 'doch dan in eens sloegen de kansen om, doordat Jack zich niet l langer moeite gaf en met één enkelen slag al les weer bedierf. Toch was er iets goeds in dezen onbesuis- len, jeugdigen bengel, iets dat duidelijk be lees, dat hij toch eigenlijk niet zoo onge schikt was, als hij wel leek; hij had nL den kalmen Sidney Lawrence als vriend gekozen, i Deze laatste was er in het begin niet bij zonder op gesteld, dat Jack voortdurend zijn gezelschap zocht. Hij was een bedaarde, leer gierige jongen en kon er bijvoorbeeld herie- jnaal geen genoegn in vinden, kleine straat jongens beet te pakken, hen met een strenge jstcm aan te spreken en een geheele rij Latijn- /che voortzetsels op te dreunen, die den vier- 'len naamval regeerden, terwijl de verschrik- "e slachtoffers angstig luisterden bij deze ge liefkoosde aardigheid van Jack. Ook zag Sid ney er het nut niet van in, allerlei gevaar lijke toeren te ondernemen. Doch langzamer hand kwam hij tot de ontdekking, dat onder 'leze ruwe oppervlakte een warm en eerlijk bart klopte. Toen zij elkaar beter leerden kennen, wer den zij dikke vrienden en oefenden zij weder- keerig een goeden invloed uit, iets wat dik wijls voorkomt, wanneer menschen van ge heel verschillend karakter zich tot elkander aangetrokken gevoelen. Maar Sidney Lawrence was niet de eenigojtwee uur is hot eb, dat Er gingen maanden voorbij en met cricket en voetbal maakte hij geen noemenswaardige vorderingen. Doch als er gezwommen werd, was hij de beste. De anderen keken er vol bewondering naar en zeiden: „Hij kan goed zwemmen, dat is zeker!" i Paschen viel dat jaar in April en een week 'ervoor liep Jack op zekeren dag na het zwem men naar school terug, toen Sidney hem in haalde. „Zeg Jack, ik heb je wat te vertellen," be gon deze. „Best, wacht dan even; ik heb een chocola- horloge gekregen en ik zal den ouden Reed vragen, of hij 't voor me regelen wiL" ,Wees toch niet zoo dwaas," riep de ander uit; „wordt toch eindelijk eens verstandig, an ders vertel ik het je niet." „Nu, is het de moeite wJO" „Ja, dat vind ik weL M. de Paaschvacantie bij ons Ik ga Donderdagavond na zin in?" „Nou, of ik!" riep Jack verbazend vriendelijk van „Best, dan schrijf ik va men komen." Sidney Lawrence woon van het zeeplaatsje Wairn Frampton gelegen. Het ve van zijn vader grensde, 1 zee. Er was een schuurt als boothuis dienst deed jes opgeborgen werden. 1 niets prettigers denkbaar op zee te roeien. Hij was van het hanteeren der i als het weer gunstig van de bootjes maken. „Ik zal je zeggen, wa zei hij Vrijdagmorgen vlak bij de zee stonden ding, waar ik naar wiis' „Die vogelkooi op een „Ja, het geeft een gi aan. Het zal vanmidda- „Je denkt, dat de boot veel dichterbij is je zult nooit zóó ver kunnen zwemmen!" „Ik zal het probe eren", antwoordde Jack kalm. „Het is onze eenige kans." Haastig trok hij zijn kleeren uit en zonder een woord meer te zeggen, iprong hij in het water. Sidney had gelijk, wat de afstand be trof. Deze was veel grooter dan het scheen. Jack wist, dat hij nergens kon uitrusten, als hij moe werd en dat het water diep was. Doch met den moéd der wanhoop verbande hij deze gedachten en hield hij zijn oogen op de boot in de verte gericht. Met stevige slagen zwom hij recht op zijn doel af. In het begin scheen het, alsof hij heeleraaal niet vórderde, maar spoedig zag hij, dat de afstand kleiner werd. Nu ging hij voor een verandering eens op zij zwemmen en toen weer plat voorover. Hij zag, dat hij flink op- den dcrwisah (Turksche monnik). Zulke ma garijnen worden in Turkije gehouden, omdat velen, die plotseling uit diepe armoede tot hooge waardigheden worden verheven, ter stond een uitrusting overeenkomstig hun nieuwen stand noodig hebben. Om dezelfde reden plegen deze kooplieden den nieuwen gelukskinderen behalve kleeren ook nog paar den, bedienden, lijfwachten en dergelijke, wat tot hun noodzakelijke uitrusting behoort, te leveren. Naar een van die kooplieden begaf zich nu ook Muhamed en aangezien hij e deftig voorkomen en aangename manieren bezat, ge lukte het hem den woekeraars te bewegen hem een prachtige uitrusting, mooie paarden en rijk-gekleede lijfwachten te geven, en zoo was in een uur tijds de arme bedelaar in een deftigen pacha met een indrukwekkend ui ter- Bik verenchrd. die de bewondering der men- zelfs zijn vrouwen en schatten, in den steek en redde zich door een overhaaste vlucht. Nadat de emirs hun brieven ontvangen hadden, hielden zij raad, wat te doen om de ontvangen bevelen te kunnen uitvoeren. Ter wijl zij nog vergaderd waren, kwam een tweede bode met een brief •«•an denzelfden in houd. een derde en vierde, allen met zeer strenge bevelen. Bevreesd, dat uitstel en te genstand hen In gevaar zouden brengen, ver zamelden de heeren hun aanhangers en dron gen bij de inwoners der stad er op aan om den pacha ingevolge het ontvangen bevel ge vangen te nemen en den nieuwen met ge paste eerbewijzen te ontvangen. Onverwijld snelde de menigte naar het paleis van den afgezet!en stadhouder, bezette alle uitgangen en doorzocht alle hoeken, maar tevergeefs de vogel was gevlogen. Luid berispte het verbitterde volk de on- ötu nrvoetwlifeld sou - v J boot er heen roeien." Het was drie uur, toe1 de zee kwamen en het was de donkere berg, „Kom", zei Sidney, maken, dan zullen we De beide jongens stap ieder een roeispaan e eind in zee. „Hallo!" zei Jack eln op de kostschool van mijnheer Jones, die be lang stelde in Jack Holland. Mijnheer Bow- don, de klasse-onderwijzer, die in den overi gens lastigen leerling toch veel goeds ver moedde, gaf zich veel moeite om het karak ter van den jongen te doorgronden en be sloot zijn best te doen diens goede eigen schappen te ontwikkelen. Frampton, de stad, waar de kostschool van mijnheer Jones was, bood een zeer goede ge legenheid tot zwemmen aan De jongens (half omdraaide, „zijn mochten hiervan volop gebruik maken. j „Nee", antwoordde S Jack Holland was het geheele jaar door van loof, dat het verder is de partij, doch hij deed geen pogingen om be- heel moeilijk afstanden hoorlijk te leeren zwemmen. Hij sprong in zee." het water en had er pleizier in voortdurend Eindelijk bereikten zi* Ic duiken en allerlei grappen uit te halen. |rif was ruim honderd Op een morgen, toen hij weer geruimen tijd gedoken had en een oogenblik aan den kant stond om uit te rusten en dan weer opnieuw le beginnen, klopte mijnheer Bowdon hem op den schouder „Zeg eens, Jack", zei hij, „waarom hou Je 4U eens niet op met duiken en probeer je eens te zwemmen? eens te zwemmen? Ik durf wedden, dat je nog geen zes slagen doen kunt." „O, dat kan ik best!" antwoordde de Jongen. „Nu, laat dat dan eens zien." Haastig sprong Jack in bet water, terwijl ilj vlugge, korte slagen maakte. Hij twijfelde ir geen oogenblik aan. of hij zou de zes slagen heel gemakkelijk kunnen doen. Maar hij be greep al heel gauw, dat hij zich vergist had. Bij den derden slag geraakte hij al hutten adem. Hij wendde nog wanhopige pogingen aan. maar moest het toch opgeven en keerde yveer naar den kant terug. Mijnheer Bowdon wilde deze gelegenheid aangrijpen. Het ijzer moest gesmeed worden, nu het nog heet was. Hij haalde Jack in, toen deze naar huis wandelde en knoopte een ge sprek met hem aan. „Zie je, Jack." begon hij, „zes slagen waren nog te veel voor je. Toen ik je zag worste len, dacht ik. dat het toch erg jammer was, \lat jij je tijd doorbrengt r-:et duiken en grap pen uithalen. Je bent een sterke, gocd-ge- bouwde jongen en ik geloof, dat je, als je Wilde, een uitstekend zwemmer zou kunnen vorden Je weet, hoe het altijd gaat: jc blijft an dc oppervlakte, maar dringt niet tot aan diepte der dingen door. Iemand, die overal In liefhebbert, doch niets grondig kent, is toch eigenlijk een stumperd. Men kan niet in alles Uitblinken, maar ik geloof, dat iedereen toch wel in één ding kan uitmunten. Laat het mu- riek zijn, zwemmen, voetbal, of wat je maar wilt; ik herhaal: laat ieder probeeren in iets nummer één te worden. Vroeger of later zal er zich een gelegenheid voordoen, waarbij hij het talent, dat hij verworven heeft, gebrui ken kan. In jouw geval zou ik er mij op toeleggen gen eerste-klas zwemmer te worden. Mis schien zal het je in staat stellen nog eens Iemand het leven te redden en m ieder geval tal het jc de voldoening schenken, dat je het lPen; zou kunnen, als de gelegenheid zich daar-1 ^ij kleuterden toe voordeed." jtoen zij den ijzerci Met al zijn fouten was Jack Holland In den |ven ziJ heiden als grond toch een gevoelige jongen. Hij dacht over den raad van zijn onderwijzer na, vond, dat deze eigenlijk gelijk had. en besloot zijn best te doen. Vanaf dien tijd hield Jack Hol land zich niet langer bezig met duiken, maar deed hij ernstige pogingen om te leeren •wemmen. Het duurde niet lang of hij kon al flinke •lagen maken en zijn vorderingen moedigden hem aan. Het doet mij plezier te zien. Jack, dat je toljn raad hebt opgevolgd," zei mijnheer Bowdon op zekeren dag. „Als je blijft door gaan, zooals je begonnen bent, zul je weldra '4An flnr.A J - ril. "L il. meter breed en het dir had met een kooi op e ijzeren paal, waarop e werp, dat op een ronc rustte. Het stond op e de plek, waar de jon .Kijk", zei Sidney, van het rif; daarom plaatst. Bij hoogen vlo met een stukje van de uit. Ik maak er altijd Zij klommen aan w het touw haastig aan wij wisten, hoe belan daden kunnen zijn. zi ondernemen, met de verrichten. De rotsen vyaren m. erg glibberig, zoodat noodig hadden ora ac het rif te komen. Zij hun ontdekkingsreis, een holte in het rif „Hallo, daar is eei eens even." Sidney had een st aan het strand had c vriendje en deze st? de holte. Plotseling die echter schielijk „Dat is een rog", 7 probeeren te vangen De beide jongen stroopte mouwen d< tevergeefs in een hv maal hadden zij he hij nog tusschen hu-, „Wacht even," zei den zin niet eens werden zij plotse! golfje, dat plotsclir den kuil geheel vu De twee vriende grootste gedeelte v: het water gezonker stuk was nog zicht! „Hallo!" riep Si bezig geweest met maal niet aan d we moeten onmid* en goed zwemmer worden. Elk jaar hebben ft neel wat droevige ongelukken plaats, 'teaarblj edelmoedige lieden omkomen, omdat pun krachten moeten onderdoen voor hun gnoed. Het gebeurt helaas maar al te dikwijls, dat hij, die zich tot redden opwerpt, met den nrenkeling naar de diepte gaat. Misschien zal bet nooit noodig rijn je krachten te toonenv piaar Je zult het geruststellende gevoel heb- La - - - -- van onzen kant gaarne die bevoegdheid willen accepteeren. Kunnen de heeren zich er dus mede vereenigen dat B. en W bevoegdheid wordt gegeven in elk geval naar omstandig heden tc handelen? De heer Jorissen: Ook voor de kostwin ners, Mijnheer de Voorzitter? De Voorzitter: Natuurlijk ookl Dat zul len wij wel verder zien. Het voorstel van den heer Gerritsen wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming. Dat van B. en \V. is daardoor ver vallen. I2o. V o o r s t e 1 v a n B. en W. tot ophef fing van de bestaande zekerheidstel ling van 'den Gemeente-ontvanger. Dil voorstel wordt goedgekeurd zonder beraadslaging of stemming. 13o. Voorstel van B. e n W. tot het ver- ieenen van een subsidie aan de Vereeni- ging „Hel Nederlandsche Registratuur bureau en tol het verleenen van een crediet lot het omwerken van de stukken over dc jaren 1004—1914 volgens hel z.g.n. deci maal-stelsel. Als voren. 3cs** De Voorzitter: Mijne heeren. wij heb ben hier een voorstel betreffende het Neder landsche Rcgislraluurbureau. Op 't oogenblik is de secretarie reeds voor een groot deel om gewerkt. Als dc heeren belang stellen in de administratie, dan zal hel ons genoegen doen indien zij zich willen vervoegen bij den secre taris, die niets liever wil doen dan den Raads leden een kijkje te geven in de wijze waarop de administratie hier wordt behandeld. De heeren zullen zeer welkom zijn. l!o Voorstel van B. cn V7. tot het bepalen van de waarde waartegen de gronden aangekocht van mevrouw de Wed. Roos Vlasman en J. E. Wagener in het gr :»'idbedrij f zullen vvorden opgenomen cn tol het bepalen van de schuld die ter zake op dc Gemeente rust. Dit voorstel wordt goedgekeurd zon Ier beraadslaging of stemming l"o. Voorstel van B. en \V. tot wij zig i i g der begrooting. dienst 1914. Als voren. ir0. Voorstel van B. en W. de ker mis dit jaar niet te houden. Als voren. 17o Advies ven B. en W. naar aanlei ding van het adres van G. Adriaans, houden- I de verzoek een urinoir te plaatsen op de Groenmarkt. - Als voren. l£o Voorstel van B. en W. tot het op nieuw vaststellen van de verordening, rege lende het bebouwen van bepaald aangewezen gronden in de gemeente Amersfoort Dc heer Van Achterbergh: Mijnheer dc Voorzitter! Hel is ruim een jaar geleden, dat deze verordening hier ter sprake is ge bracht. en er zijn belangrijke discussies over gehouden. Bij monde van den Voorzitter is toen be loofd, dat B. cn W. zouden overwegen, of er termen bestonden, ook de overzijde vaa de straal te beschermen ten opzichte van die pert eden. Deze verordening is nu een jaar been en weer gezonden. Door d&i Minister is er een kleine wijziging in aangebracht doch dit heft niet op, dal er een groole onbillijk heid wordt begaan; als de verordening onge wijzigd wordt aangenomen. Hel ■vorige jaar was een groot gedeelte van de Raadsleden het mei mij eens, cn op dc belofte van den Voor zitter is de verordening toen aangenomen, met 17 tegen 12 stemmen. Op het oogenblik hebben wij een kleine redactie-wijziging aan te brengen in art. 3, doch de onbillijkheid blijft precies gelijk zij geweest is. Ik zal daar om legen de verordening in haar geheel moe ten stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd zonder hoofdelijke stemming. De heer Van Achterbergh vraagt en verkrijgt aanteekening dat hij er tegen is. De beslaande verordening wordt ingetrok ken. 19o. Voorstel van B. c n W. lot wijzi ging der verordening betreffende het fonds tot bevordering van de verzekering legen de geldelijke gevolgen van onvrijwillige werk loosheid in de gemeente Amersfoort. De heer Van Achterbergh: Mijnheer de Voorzitter! Ik moet zeggen, dat het mij spijt dat een dergelijke verordening van fcoo- gerhand aan Amersfoort is gegeven. Het is wel geen wet van Meden en Perzen, het is nog maar kenbaar gemaakt dat de Minister het graag heeft, maar Amersfoort is een der Gemeenten van heel Nederland, waar het meest gedaan wordt voor de werklieden, en op het oogenblik is het geen tijd om daarom zoo iets ineens in elkaar te zetten. En vcor vaklieden, èn voor niet-vaklieden wordt al het mogelijke gedaan, dat zij zoo goed moge lijk te eten zullen hebben. Ik acht een derge lijke verordening werkelijk een kwaad voor de gemeentenaren en vooral voor de arbeiders zelf. In art 5 staat, dat de werkloozen ver plicht zijn, passenden arbeid te aanvaarden, mits niet beneden het standaardloon ter plaatse waar het werk wordt geboden. Is het nu wel de tijdi te spreken van passend werk en standaardloon? Het is nu een tijd èn voor werklieden èn voor allen, te zorgen, dat wij vrouwen en kinderen aan het eten houden. En als bepaald wordt dat men zes gulden geeft voor kostwinners, dan zal het gebeuren dat er groote ontevredenheid ontstaat van menschen die de straten van Amersfoort zullen vullen, zeker niet in het belang van de gemeenschap. "Wanneer dit artikel eenigszins wordt gewij zigd, doordat het wroord „passend" er uit ging, en er een clausule bij stond 'dat werk moet worden aangenomen mits minstens 25 pCt. boven het in art. 10 genoemde, dan zouden wij verder komen. Ik zal er niet rechtstreeks een voorstel van maken, maar ik hoop toch dat de andere heeren er hun gedachten over zullen zeggen. De Voorzitter: D2 laatste vind ik heel verstandig van U, want als U een voorstel -deedt en het werd aangenomen, dan vrees ik, dat wil PPPn "i.—r» wij geen Rijks-subsidie zouden krijgen. B. en W. en de commissie, die hierover het be heer voert, zijn van andere opinie dan U, Beide Colleges hebben het juist zeer ge- wenscht gevonden, de vakarbeiders op een 'dergelijke wijze te steunen. Het voornaamste voordeel ligt juist hierin, dat men gaat in zien, welk een gTOot nut de fondsen hebben, en daarvan zullen in de toekomst de ethische gevolgen groot zijn. Wij zullen waarschijn lijk zien, dat de arbeiders zeer nuchter gaan begrijpen de noodzakelijkheid van zich te vcreenigen om te komen tot het stichten van werkloozenfondsen. U zegt, het ware beter als iedereen verplicht was, „passend werk" te aanvaarden, maar u moet niet vergeten dat nog altijd de mogelijkheid bestaat, het vrij- wflbg te aanvaarden. Wanneer men werk kan -• •- - krijgen dat wij betalen met acht gulden, en de werklieden nemen dit aan, dan gaan zij toch twee gulden vooruit, en w illen zij dat niet, dan kunnen rij een uitkeering krijgen van zes gulden, als zij kostwinners zijn. Als U bepaald wilt, dat hier\an een voorstel komt, dan zou ik het verstandig vinden, dat U het zelf deédt, want ik geloof niet dat een van dc andere heeren geneigd is, hel le doen. Dc Minister zegt: „C'est a prendre ou a laisse r", óf gij wilt het, o gij wilt het niet. En nu moogt gij zeggen, dat wij dan niet absoluut vrij zijn, maar in deze bijzondere omstan digheden zullen wij ons moeten neerleggen bij de regeling die dc Regeering voor het ge heele land heeft ontworpen, en die zij zoo goed mogelijk heeft willen maken. De heer Van A c h t e r b e r g'h: Mijnheer de Voorzitter! Dit is ook juist mijn uitgangs punt geweest. Het is heel moeilijk, voor het geheclc land iets samen tc stellen, en U zult mij toch moeten toegeven, dat Amersfoort een van de rooskleurigste plaatsen is, waar bet meest voor den werkman wordt gedaan. Ook is mij bekend, dat B. en W. voor de toekomst, met het oog op de vaklieden, plannen bera men, waardoor deze menschen meer zullen verdienen, dan hier wordt voorgesteld. Maar wat gebeurt er nu? Laat ik de koe maar bij de horens nemen. Als gij te doen hebt met een luiaard, dan gaat deze veel liever met zes gulden naar huis waarvoor hij niets doet. dan dat hij acht of negen gulden met werken ver dient. En dat vind ik allertreurigst. De Voorzitter: Het is juist dc vraag of zich dat zal voordoen. Wij moeten aannemen, dat de werklieden die zich hebben aangeslo ten bij de werkloozenfondsen, juist de best» werklieden zullen zijn, Dc heer Van Achterbergh: Dat stem ik toe, Mijnheer de VoorzitterI Welnu, als wij beiden hetzelfde denken, dan lijkt liet mij toch, dat U ten opzichte van de vakarbeiders een ander standpunt moet innemen. Ik geloof dat wij met opgewekt heid deze voorstellen kunnen aanvaarden. De heer Van Kalken: Mijnheer de Voer* zitterl Ik ben het volkomen met eens, dat, wat aangaat de werklieden die zijn aangeslo ten bij de fondsen, men niet kan verwachten, dat zij liever f 6 zullen krijgen, dan f 8 met arbeid verdienen. Het is heel iets anders met hen, die buiten de vereenigingen staan. Wij ondervinden dit ook bij de Arbeidsbeurs. Daar zijn er ook die liever 2 of 3 gulden ont vangen, dan dat zij er 6 verdienen. En daar om hebben wij ook hierover nagedacht, en be sloten, dat menschen die geen arbeid willen aannemen, van het Comité ook geen stem ontvangen. Maar wat aangaat de menschen die wel zijn aangesloten, ik vertrouw, Ida! die steeds gaarne zullen werken. De heer Van Achterbergh heeft ook gespro ken over het standaardloon. Maar ik geloof, dat men in deze omstandigheden ook voettng kan houden met het loon dat algemeen wordt betaald, dat voor dit oogenblik geldt. Daar om geloof ik niet, dat er eenig bezwaar kan zijn, deze voorstellen in hun geheel aan le nemen. Het voorstel van B. en W. wordt g o ed ge k e u r d zonder hoofdelijke stemming. 20n. A f s c h r ij v i n g wegens vertrek eti overlijden, van de Inkomstenbelas ting, dienst 1913-1914. Wordt goedgekeurd zonder beraad slaging of stemming. 21o. Vaststelling der kohieren der InkomstenbeJasting, dieast 1914. Als voren. Een koude rilling l rug, want de oorz: deze: de b o o 1 ,Wat is er geb« Sidney wanhopig van hun toestand .Kijk", an two or richting van het i je hebt haar niet De boot was n dreef met den vloe ,0, wat moeten we twem ïxcp ocuuvj uit „We kunnen haar niet terugkrijgen, ze is veel te ver weg en het water zal hier zijn, vóór iemand ons gezien heeft. Wat moeten we doen? 't Is allemaal mijn schuld!" Jack Holland zei niets. Hij was geheel door drongen van den gevaarlijken toestand, waar in zij zich bevonden, doch op hetzelfde oogenblik flitsten hem de woorden van zijn onderwijzer door het hoofd: „Als er ooit ge vraagd wordt: „Wie kan zwemmen?" zul jij hpn 4 a onaar voren kunnen treden en zeggen: Jk.' 'e een drenkeling redden kunt. Als Vlug trok hij zijn schoenen udt ce,}s J5®*raagd wordt: „Wie kan zwem- „Wat ga je doen?" vroeg Sidney. CLifTonjZ ruff naar yoren kunnen treden en „Ik ga haar terughalen," antwoordde Jack. ..Maar dat kan Je nietl" rieü de ander uit. nog ter rechter lijd de door" clèh "Sinran schreven spreuk in het oog viel „Bekwaamheid en moed heeft reeds menigeen den weg ter on derscheiding gebaand.'' Muhamed glimlachte. Vervolgens dacht hij over de «spreuk na, wikkelde, nadat hij tot een besluit gekomen was, het papier henevens hel stukje glas voorzichtig in zijn tulband en stapte met vasten tred verder, wel wetende wat hem te doen stond. Te Constanttnopel zijn er kooplieden, die bun brood verdienen met net verhuren van allerlei kleedingriukken, nz., van de kost baarste diamanten tot het nederig gewaad van V jij,- kom eens bij S ophiel je, dan krijg je een kus 1 Koos je stapt voorzichtig, wankelt, maar g:en nood - Dora houdt den leiband, Dora is al „groot!'' Koosie steekt haar handjes naar Sophieljc uit nog een heel klein eindje, loe maar kleine guit 1 ÜOriT liu-uin.- toj Dora, is zoo „sterk!" Eventjes nu rusten, dan gaat Koos terug; stap stap mooi zoo, wisje, nil doe je 't al vlug 1 Koos je is niet bang meer, kraait bet uit van pret zóó wordt 't spel met zusje nog wat voort gezel 1 Her ma nns

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 10