KOLONIËN* BINNENLAND. werpenoars die ik sprak, vooral bang waren Het is mij niet mogelijk geweest inzage te krijgen van de overgave-bepaliogen, zelfs 'jttiet om er meer dan, eene genoemde te weten te komen. Maar die bepalingen moeten in het algemeen wel gunstig voor Antwerpen zijn, anders is heit onverklaarbaar hoe de Êngelsch© en Belgen de stad zoo overhaast hebben verlaten. Door de buitenwijken gaand, krijgt men den indruk van een overhaaste vlucht. De fcerdeddgingskanonne® zijn overal blijven staan, netjes in stelling. de monden van het lichte geschut steken nog door de gaten van de aarden wolletjes, en elders liggen de hoo- gere -wallen nog ongerept met de zwaardere stukken er achter. Er was blijkbaar geen tijd om het gesehut mee te nemen. Nu moet ik erkennen dat de toestand van de stad hopeloos was, toen eenmaal de Duit- schers or in geslaagd waren hun zware be legeringsgeschut op tc stellen. Daartegen toch is niets bestand. En men had Antwerpen mis schien nog eenigen tijd langer kunnen behou den, maar dan ware de stad ook totaal ver woest geworden. Men heeft er, terecht, de voorkeur aan gegeven om de stad dan maar niet te verwoesten en haar enkele dagen eer der in handen van. do vijanden te laten. Al leen is 't jammer dat men dit niet vooruit heeft ingezien en de bewoners heelt beang stigd en gedwongen tot vluchten door de bra- vour-mededeeling dat de stad tot den laat- sten steen zou verdedigd worden. Nu zwer ven al die menschen rond op de Hollandsche wegen, zonder dak, zonder have, zonder voed sel, zonder hoop, en hun huizen in Antwer pen slaan tc wachten of zij niet terugkeeren, mbescha-.ligd, onverstoord. Waarlijk wel noo- ielöos. Want wel zijn in Antwerpen huizen vernield door inslaande granaten. maar. met de herinnering aan de verhalen van ab solute verwoesting, mij door vluchtelingen ge daan, is mij de stad bijzonder meegevallen. Op sommige "umten is groote schade aange richt, maar il: durf zeggen dat Antwerpen lang zooveel niet geleden heeft als indertijd Luik. Ik ben na mijn onderhoud van vanmor gen met den commandant van Antwerpen nog even in Putten geweest, en heb aan den grens commandant meegedeeld, dat er niet het minste bezwaar was voor de menschen om in Antwerpen terug te kecren. Maar zij wil len niet terug, zijn bang voor allerlei onbe stemde dingen. Wel kwam ik op den weg grocpi^s terugkeerenden tegen, mear de mces- ten blijven liever in veilig Holland. Ik heb vanmorgen in Putten gestaan te mid den van groole troepen vluchtelingen, die, toen ik hian vertelde dat zij wel naar Antwer pen terug konden gaan. mij bijna dreigden, alsof ik lien weg jerg. Ik moet erkennen, dot er ook wr.rcn die juichten en mij de haD- dan drukten van blijdschap, in het vooruit zicht van weer naar huis te kunnen gaan. Een Hollander, die gisterenmorgen per fiets van Breda over Roosendaal en Esschen zon der moeilijkheden Antwerpen bereikte en he den nacht per fiets eveneens zonder eenige zwarigheid terugkeerde, vertelde het volgen de omtrent den toestand te Antwerpen: Aangekomen te Antwerpen uit Merxem, trof hem de geringe beschadiging. De huizen die aldaar vernield waren moest hij zoeken. Van Merxem gaande langs de dokken, viel het hem op hoeveel schepen er lagen, de meesten voerden geen vlag, sommige de Ame- rikaansche. Tal van spoorwagens, met hout beladen, stonden langs de kranen. De stad felve leek als uitgestorven. Winkels waren ge blindeerd. Daar waar de particuliere gebou wen geen blinden hadden, waren gordijnen neêrgelaten. Het groote hospitaal naast het koninklijk paleis is absoluut niet beschadigd, het koninklijk paleis evenmin. Van het stad huis zijn slechts van een zijgevel de ruiten gebroken. Het groote centraal station bleef intact. De Lieve Vrouwekerk bleef gansch ge spaard. De algeheele impressie was dat er zeer weinig in de stad vernield was. Volgens sen autoriteit aldaar bedroeg de geheele be schadiging slechts tweehonderd huizen. Het gerucht liep, dat te Antwerpen proclamaties uitgevaardigd waren, dat mannen van 13 tot 10 jaar door de Duitsche regeering zouden opgeroepen zijn om te werken. Dat is on juist, ook de autoriteit ontkende zulks. Heele karavanen vluchtelingen keerden terug en klaagden over de ondervonden ellende. Den lerugkeerenden geschiedt hoegenaamd geen Jeed. Ze waren blij terug te zijn. Duizenden Duitsche matrozen en Infanteristen trokken zingend in geregelde troepen door de stad. Dc terugkeerenden brachten zelf voedsel me de, wat gelukkig was. aangezien alle winkels gesloten waren. Alles Egt stil, nergens hcerschrte eenige bedrijvigheid. Het fort van Brassehaet was into at. De Duitsche vlag er >p. Uit alle huizen stak de Belgische vlag. die de Duitscher ongemoeid laat. Uit het stad huis van Antwerpen woei geen vlag. Uit het stadhuis van Brassehaet woed de Belgische vlag. De Duitschcre hadden aan de politie nog geen orders gegeven en haar in het bezit gelaten hunner wapenen. Omtrent de bezetting van Gent verneemt het N. v. d. D. nader: Maandagmorgen omstreeks 10 uur kwam een troep Duitsche cavaleristen hier aan, die ;ich naar het stadhuis begaven. De comman dant vervoegde zich bij den burgemeester en wethouders, waarna op het stadhuis de Duit- sdhe vlag geheschen Averd. De kleine troep trok vervolgens, voorafgegaan door de wet houders Anseele en de Bruvne, naar het Post- en Telegraafkantoor, waar eenige bevelen gegeven werden. Vervolgens trok men enter de brug van St Michel door de Rue is Haute verder. Een grootere colonne wordt elk oogenblik verwacht. Een kleine bezetting la te Gent achtergebleven. De T e 1. meldt dat de Duitschere met volle muziek hun intocht hielden, juist even nadat de laatste Engelschen de stad hadden verla- ten. Onmiddellijk werd het stadhuis, de post kantoren en de stations in bezit genomen en verwisselde men de Fransche, Belgistohe en Bngelsch vlaggen voor de Duitsche vlag. Ook werd al (het aanwezige geld in de kas van het postkantoor direct in beslag genomen. Een proclamatie werd uitgevaardigd, waarin men bekend maakte, dat tot en met Dinsdag, zij, die dit wenschen, <le stad kunnen verlaten, daarna krijgt niemand, meer verlof heen te ja an. Velen honderden Belgen hebben daarop de stad .verlaten. Uit Selzaete meldt men: Maandagmorgen kwamen hier vijf uhlanen aan, gevolgd door 500 man troepen, die de plaats bezetten. "Wachtebeke is niet door 5000, doch door 500 Duitscfhers bezet De telegrafische verbinding met Gent 19 verbroken, terwijl ook het treinverkeer tus- schen Gent en de Nederlandsdhe grensplaat sen is gestaald. Het station St. Nicolaas is door de Duitschers bezet, op het stationsplein zijn kanonnen en mitrailleuses geplaatst Een redacteur van het Persbureau Vaz Dias bad een onderhoud met den heer Gustave Jaspaers, redacteur van de „Matin" te Ant werpen, die op het laatste oogenblik, onder den bommenregen, zijn stad verliet. Deze ver klaarde dat België. In plaats van zich bij Duitschland s vijanden te voegen, aanvankelijk weigerde den door Frankrijk aangeboden steun. Dit blijkt reeds uit de diplomatieke cor respondentie, gepubliceerd in het Engelsche witboek en het Engelsche grijsboek. Niette min wekt deze weigering onze verbazing op. België immers had, na den Duitschen inval, hert recht Frankrijk ter hulp te roepen en de Fransche leger^ waren gereed om België bij te staan van af den Sen Augustus, ofschoon, ge lijk verder blijken zal, tot op dien datum niet de minste verstandhouding bestaan had tus- schen de commando's der beide legers. „Waarom riepen de Belgen de hulp niet in?" Hieromtrent vertelde de heer Jaspaers ons hert volgende: Ik stond aan het sterfbed! van een hooggeplaatst officier, die te Luik doode- lijk verwond was geworden. Hij verzekerde mij, dat de Belgische opperbevelhebber, rid der de Selliers de Moranville, Fi jnkrijk's hulp geweigerd had.Den 3en Augustus hadden de Franschcn lïem voorgesteld met een belang rijke legermacht naar Luik op te trekken en een front te maken, gaande van Hasselt over Leuven, Luik, Namen en Dinanl naar Givet. Maar om welke reden weigerde generaal de Selliers de Moranville het Fransche aan bod? België was een neutraal land en mocht niet dulden, dat twee vijandelijke legers het tot hun slagveld maakten, want zoowel Frankrijk als Duitschland hadden hierbij groot belang gehad Eerst den 7en Aug. besloot de Fran sche staf het garnizoen van Namen met een paar Fransche regimenten te versterken Het is toch zoo klaar als goud, dat als wanneer er maar een schijn» van verstandhouding was geweest tusschen België en Frankrijk, de Franschen geen oogenblik zouden geaarzeld hebben hun front op te stellen langs dc Maas vanaf Givet tot de Hollandsche grens. Niet al leen zouden zij aldus groote kans gevonden hebben hun land van den Duitschen inval langs België te vrijwaren, maar: zij hadden aan de Maas zelve een natuurlijke verschan sing. die bijna onmogelijk door den vijand te overschrijden was. België meende dus (en volgens deze overtuiging handelde generaal de Moranville) dat het ln deze kritieke dagen het meest zou gebaat zijn door volgens eer en geweten zijn: plichten van neutralen staat in haar uiterste consequentie te aanvaarden, en de Bondgenooten, niet minder trouw aan het verpande woord, eerbiedigden deze ziens* wijze, ofschoon Frankrijk zich hierdoor een onberekenbaar strategisch voordeel liet ont gaan. Omtrent de beweegredenen, die gene raal de Moranville tot zijn weigering deden besluiten, deelde de heer Jaspaers ons nog meer mede, dat thans echter niet voor open baarmaking geschikt is. „Trouwens", vervolg de onze zegsman, „ik heb persoonlijk een om omstootelijk bewijs, dat er geen schijn kon be staan van verstandhouding tusschen België en Frankrijk vóór den oorlog. Indien die ver standhouding werkelijk bestaan had, zou Frankrijk zonder de weigering van de Mo- ranville van den eersten dag af in de moge lijkheid geweest zijn te komen in België. Die mogelijkheid bestond niet, zelfs niet op hel einde der eerste oorlogsweek, dit kan ik per soonlijk Bewijzen." Hoezoo? Frankrijk had geen kaarten van België vóór den 8en Augustus. Dit kan Ik met te meer zekerheid volhouden, daar ik het zelve ben, die de Belgische kaarten naar het Franscho kamp heb overgebracht. „Dit schijnt ons van het hoogste belang. Kunt u ons oo-k zeggen op welke wijze dit ge schiedde?" ,Volgaarne, ofschoon men mij verzocht heeft omtrent mijn zending het stilzwijgen te bewaren. Maar nu zijn er reeds meer dan twee maanden verloopen en er is reeds zoo veel gebeurd, dat ik er geen enkel bezwaar meer in zie, te meer daar ik het mij als een plicht beschouw zooveel mogelijk het mijne bij te dTagen tot het puhllceeren der waar- held."- Ziehler dus: „Daar ik een auto tot mijn dispositie had, had ik mijn diensten aan mijn vaderland aan geboden. Op Vrijdag 7 Augustus vroeg een luitenant, Ingedeeld bij het „Instituut Car- tographique" te Antwerpen, of ik niet met do auto kaarten naar Brussel wilde brengen. In de hoofdstad zou men mij zeggen of ik verder gaan moest. Met genoegen nam ik de zending aan en een vriend vergezelde mij. "We namen alle kaarten mede, die zich in het Instituut bevonden. Het was een gansdhe stapel, zoo veel dat de auto boordevol was en rond 9 uur vertrokken wij met onzen last naar Brussel. In het Hotel van den minister van Oorlog vroeg men ons verder te willen gaan naar een bestemming, die men ons onderweg zou aanwijzen. Een officier reed voor ons uit In een andere automobiel en geleidde ons naar Namen. In deze versterkte stad was nog geen Franach 6oldaat te zien. Van Namen gingen we verder naar Dinant. Toen wist ik dat we naar een Fransch kamp moesten en het 1» slechts te Yvoire, dat we de eerste Fransche soldaten ontmoetten, vijf of zes hoogstens, die met een kleine af deeling Belgische jagers-wielrijders een brug bewaak ten. Aan de volgende bruggen vonden we nog kleine detachementen Fransche soldaten, tel kens zeer weinig in getal. In het geheel waren geen duizend van af Yvodre tot aan do Fransche grens, Dinant inbegrepen. Het is eerst voorbij de Fransche grens dal we de eerste Fransche post van eeoig belang aan troffen, maar deze was nog niet zoo groot, daar zij slechts door een komm&ndani aange voerd ward. Deze officier wachtte ons met o&* geduld, want, zeide hij, de Fransche troepen konden niet in België komen, daar ze geen kaarten bezaten. Ook gelastte hij ons aan het „Instituut Cartographique" te zeggen zooveel kaarten bij te maken en ze ten spoedigste naar Frankrijk te zenden, daar welke we aanbrach ten op verre na niet talrijk genoeg waren. Dit alleen bewijst reeds voldoende, dat Frankrijk er ln hot geheel niet aan gedacht had België te moeten binnenrukken, anders had de Fransche staf bij voorbaat wel gezorgd dc kaarten te bezitten. Dat ik persoonlijk die kaarten naar het Fransche kamp Dracht, kunnen twintig per sonen bevestigen, en hier heb ik nog de pa pleren, die me als doorgangsbewijs dienden om door de verschillende posten to komen." Dit zeggende toonde de heer Jaspaers ons inderdaad de papieren, die eigenhandig ge- teekend zijn door baron de Broqueville, mi nister van Oorlog. Londen, 120ct. (R.) Officieel communi qué van drie uour namiddags. Op den linkervleugel duren de oavalerie- gevechtcin ra het gebied van La Bassée, Est ai res en Hazebro-uèk voort. Tussdheffi Atiredkt en de Oise beproefde de vijand te vergeefs verscheidene aanvallen, iu hert bijzonder tusschen Passie, Lassigny en Roye. In ihet centrum hebben wij eenige vorde ringen gemaakt op de hoogvlakten aan de rechterzijde van de Aisne, beneden Soissons, en ten Oosten en Zuid-Oosten van Verdun. Op onzen rechtervleugel, in de Vogeezcn, werd een nachtelijke aanval vafn den vijand in de streek van Ban-de-Sapt, noordelijk van Saint-Dié, afgeslagen. Hert gisteren veroverde vaandel is dat van liet 49e- Pommersche infanterie-regiment van het tweede Pruisische legercorps. In den loop van den 9eit en in den nacht van den 9on op don lOen dezer was een bri gade mariniers in oen gevecht gewikkeld met een Duitsche strijdmacht, dito teruggeworpen werd met zware verliezen. Er werden 200 Duitschere gedood en 50 gevangen genomen. De verliezen aan Fransche zijde bedroegen 9 do-oden. 39 gewonden en een vermiste. Tweede telegram. Communiqué van elf uur des avonds. Geen enkel nader bericht over bijzondere punten is te vermelden. Er worden steeds hevige aanvallen op het front geleverd. Op vele punten hebben wij terrein gewonnen en nergens verloren. P a r ij s, 12 Oct. (R.) Oificieel bericht. Hedenmorgen vloog een Taube boven Parijs en wierp zes bommen. Zes Fransche vlieger-s vervolgden liet vijandelijke vliegtuig. Er zijn nieuwe Franache vüege&kaders georgani seerd, om de vliegmachines van den vijand na tc zetten. "Weenen, 12 Oct. (W. B.) Heden middag wordt officieel medegedeeld Ons offensief bereikte onder veelvuldige, voor onze troepen steeds voordeelige gevech ten de San. Het onrtzet van de vesting Prze- mj'sl is voltrokken- Ten Noorden en ten zuiden van de vesting worden de overblijfselen van hert vijandelijke insluitingsleger aangevallen Jaroslaw en Lezajsk zijn in ons bezit. Van Sieniawa gaat eene sterke vijandelijke afdee- ling terug. Ten oosten van Chryzow vordert onze aanval eveneens. In Russisch Polen zijn alle pogingen van sterke Russische strijdkrachten, om de "Weich- sel van Iwangorod uit en ten zuiden van die stad over te gaan, afgeslagen. De plaatsvervande chef van den generalen staf, Generaal-majoor Höfer. Peteraburg, 12 Oct (Telegraaf-agent- schap). Communiqué van dien Russischen ge neralen staf. Den llen dezer begonnen gevechten op den linkeroever van de Weddhsel in de richting ven Iwangorod en Warschau. Op de andere punten van het front is de toestand onveranderd. Detachementen Russische cavalerie zijn, na verscheidene passen in de Karpathesn te zijn doorgetrokken, in de vlakte van Hongarije neergedaald. Petersbnrg, 12 Öct. (Telegraafagent- schap). Mededeeling van den generalen staf der marine. Den löen werden Duitsche duikerbooten ontdekt in de Oostzee. Dienzelfden dag, in den morgen, vielen duikerboolen den kruiser Admiraal Makarow aan, die in zee stopte om een verdacht schip, dat de Nederlandsche handelsvlag voerde, te onderzoeken. De vijand schoot verscheidene torpedo's af, die echter het doel misten en volstrekt geen schade aan richtten. Den llen om twee nur namiddags vielen vijandelijke duikerbooten wederom onze krui sers Bajane en Pallada aan, die in de Oost zee op den uitkijk lagen. Ofschoon de kruisers tijdig een zeer sterk artillerievuur openden, slaagde een duikerboot er toch in een torpedo te lanceeren tegen de Pallada, waarop eene ontploffing voorkwam. De kruiser is met de geheele bemanning gezonken. Londen, 12 Oct (R.) Een telegram van de Times uit Sofia bevestigt officieel, dat de Russische vloot voorbij Koostanza i9 ge komen, Varende in zuidelijke richting. Londen, 12 Oct. (R.) Lord Curzon zeide in een redje te Harrow, dat de inneming van Antwerpen een wel overwogen deel uitmaak te van het Duitsche oorlogsplan. Duitschland wüdto Nederland dwingen hetzij door direc te® drang, of anders indirect, om zijn wil te volgen. Het zou dan, tenzij wij ons deden gel den en zijne plannen verijdelden, zich ver der geheel wijden aan zijn groot doel, de ver nietiging van Engeland. Londen, 12 Oct (R.) Do Morning Post heeft uit Rome bericht ontvangen, dat de Portugeeschè gezant de meening uitdrukt, die intusschen zonder officieele bevestiging is, dat eene oorlogsverklaring van Portugal waar schijnlijk is ten gevolge van zijn oud bond genootschap net Engeland. Berlijn, 12 Oct. (W. B.) De Amerikaan- sche Roode Kruis-zending, die naar alle oor- k>gstooneelen hulpkrachten zendt, is giste ren hier aangekomen met 63 heeren en dames «n edgestarpt in hert hotel Adlon. Aan het hoofd v&n da erpediöto etaat baron Golds chmidt Rorthedhöck Am de grena werd de xending ter van Bentheiin begroet. Do Pruisische re- geermg stelde een extra-trein, ter beschik king van de missie. In Berlijn ontving vorst HalzfJeld de leden van de expeditie, die zich zeer verheugd toonden over de hartelijke, voorkomende ontvangst door de Duitsche autorit ei ten. Ook de echlgcnoote van den Amciridoaanschen ambassadeur was gekomen om hen te begroeten. Italië. Rome, 12 Oct. (R.) De minister van buï- tenlandsche zaken markies San Giuliano is in elkaar gezakt. De laatste sacramenten moeten hem zijn toegediend. Oostenrljk-Hongarlje. Serajewo, 12 Oct. In het proces tegen Princip c.s., de moordenaars van aartshertog Frans Ferdinand en zijne gemalin, heeft het O. M. de akte van beschuldiging bekend ge maakt Tegen 22 personen is de aanklacht wegens hoogverraad gesteld; drie anderen worden beschuldigd van medeplichtigheid en verbergen, van wapenen, die voor hel bedrij ven van den moordaanslag bestemd waren. De akte van beschuldiging behandelt uitvoe rig de geschiedenis van het ontslaan van de in Belgrado door organen van de Narodno Odbrana op touw gezette samenzwering. De reis van de samenzweerders en het binnen smokkelen van wapenen en bommen in Bos nië worden beschreven voorts hoe de samen zweerders In Serajewo mededaders aanwier ven, hoe zij de wapenen onder elkaar ver deelden en zich op straat opstelden tot uit voering van den aanslag. Princip heeft in de instructie bekend, dat hij met het tweede schot het hoofd van het Bosnische landsbestuur, generaal Potiorek, hoeft willen doodcra. Hij trof echter de gema lin van den aartshertog. Uitvoerig worden de motieven van den aan slag nagegaan. Het stuk schetst de irreden- tistische intriges in de Groot-Servische krin gen te Belgrado die tot in het koninklijke hof hunne vertakkingen hadden; voorts den stelselmatigen arbeid tot ondermijning van Oostenrijk-Hongarije en de. Habsburgsche dy nastie in Servië, Kroatië en Bosnië, die enkel ten doel had Kroatië, Dalmatië, Istrië, Bosnië len Herzegowina alsmede de door Serven bewoonde Zuid-Hongaarsche provinciën van de monarchie los tc scheuren en bij Servië in te lijven. iDe beklaagden Princip, Grabex en Cabrlno- vic hebben erkend dat zij in Belgrado den haat tegen de monarchie en de Groot-Servi sche gezindheid hebben ingezogen. Zij streef den de vereenlging van alle Zuid-Slaven als doel na; het uiteenvallen van Oostenrijk-Hon garije en het ontstaan van een Groot-Servisch rijk was hun politiek ideaal In den dienst van dit ideaal hebben zij het plan opgevat tot den moordaanslag tegen aartshertog Frans Ferdinand en ten slotte ten uitvoer gelegd. Rumenië. Bukarest, 11 Oct (W. B.) Heden na middag heeft fn de zaal van de Kamer van afgevaardigden, in het bijzijn van de konink lijke familie, van de geestelijke en wereldlijke hoogwaaibi£hei<fl)ekleeders en van het corps diplomat!qué de plechtige eedsaflegging van koning Ferdinand op de grondwet plaats ge had. Daarna hield dB nieuwe koning eene toe spraak. waarin hij zeide: Het voorbeeld van hem, dien wij aüen ais een vader beweene®, en de overtuiging, dat het slechts door eene onafgebroken ontwikkeling mogelijk ia de le* venskracht van het volk te verzekeren, zal voor mij het richtsnoer xijo van mijne pogin gen tot ontwikkeling van dezen staat gedu rende mijn gansahe Heven. Gedurende eene gelukkige regeering, die den trots van onze geschiedenis uitmaakt, vond de eerste koning van Rumeniè telkens wanneer groote gebeur tenissen hem dezen plicht oplegden, zijn krachtigste® stoun in de eensgezindheid, waarmee alle Runrenen zich om den troon sdhaaaden. Be ben overtuigd, dat de Rumen en, door deze)gd3e groote vader landsliefde bezield, ook in de toekomst aan den troon en het land de eensgezindheid in de gedachte en in de daad rullen weten te geven, die het eenige onderpand is van eene gezonde nationale omtwikkehitg. De Almachtige, die na zoovele zware beproevingen den arbeid zegende vam hen, die zich wijdde® aan het welzijn van deze natie, zal het met zooveel moeite opgebouwde werk niet laten vergaan en met liefdie voor dit vofic den rusteloozen arbeid beschermen» dien ik ais goed Rnmeen en als koning besloten ben aan mijn dierbaar land te wijden. Geestdriftige toejuichingen onderbraken deze rede en volgden daarop. Ook toejuichin gen voor koningin Maria werden vernomen. De voorzitter van het vereenlgde parlement Pherakyde bracht eene warme hulde aan de nagedachtenis van koning Carol en verzeker de den nieuwen koning van de verknochtheid der wetgevende vergaderingen. Dit lokte stormachtige toejuichingen uit, die zich her haalden toen dto koninklijke familie de zaal verliet. De dood van koning Garol van Rumteniê is, ondianks zijne 75 jaren en ofschoon bój in de laatste weken ongesteld was, toch nog onver wacht gekomen. Juist in de laatste dagen wa ren betere berichten over zijn toestand ver spreid. De dood is Zaterdagmorgen plotseling ingetreden tengevolge van hartzwakte. In de levensbeschouwingen, die aan den overleden monarch zijn gewijd, wordt er na druk op gelegd, dart met hem een regeerder en een staatsman van groote gaven en zeld zaam talent is heengegaan. De Universul, een te Bukarest verschijnend orgaan, schrijft: „Het bericht van den dood van den geliefden ko ning treft ons als een bliksemstraal. Heden, nu al onze hoop op hem gevestigd was. rukt een wreed noodlot den leidsman van het mo derne Rumenië uit ons midden." De Nordd. Allg. Zeitung drukt oprechte sympathie voor de regeering en het volk van Rumenië uit „bij het smartelijke verlies van een zoo ervaren monarch, die, erven goed thuis in den oorlog als in eene succesvolle vredespolitiek, zijn land uit eeraklein, raoeie- lijk begin tot macht en aanzien heeft ge bracht". De iBeniijnsche correspondent van de Köln. Ztg. roemt den overleden koning all den bekwamen schepper van bert leger, den stige binnenlandsche verdeeldheid tot poli- tieken en economischeu bloei heeft gebracht en het eene geachte plaats in den raad de? volken, eene gewichtige rol in de lotgevallen van den Balkan heeft verschaft. Zooals in -deze tijdsomstandigheden niet anders was te vcrwachten, komt op eller lippen de vraag, of het heengaan van koning Carol van invloed zal znn op den loop dei gebeurtenissen. De overleden koning heeft zijne inzichten over 't geen aan Rumenië U doen staat in den oorlog, die thans woedt uiteengezet in eene rede, die hij den 4en Augustus j.l. hield in een door hem gepresi- deerde kroonraad. Hij kwam daarin met over-' tuiging op voor het bewaren van Rumenië'g onzijdigheid in dezen wcrcldstnijd. Zijn doo<J zoo kort daarna, maakt dit tot zijn politiek testament. Zal dit testament worden geêen biedigd door den nieuwen koning Ferdinand, den neef yan Carol, wiens gemalin van moe derszijde met de Russische dynastie verwant is? Dart is de vraag., waarop men nu zoekt naar een antwoord. De Vossische Ztg. schrijft in verhand hiermede: Rusland is altijd bereid, zich van Rumenië te bedienen, maar nooit hert diensten te be. wijzen. Wanneer het czaxerxnjlk Oostenrijk- rijk-IIongarije kon overwinnen met hulp van Rumemê, dan zou het naaste offer, dat het moakovietendora zou kiezen, hetzelfde Ru menië zijn. Dat wist koning Carol. En om dat hij het wist en omdat hij zijn land en zijn volk liefhad en hert de vrijheid en de toe^ komst wilde verzekeren, daarom was hij voor Russische voorspiegelingen en dreigementen onontvankelijk. ,,Kom ons te hulp! Ga de Donau over, waar gij wilt, hoe gij wilt, onder welke voor waarden gij wilt, maar kom ons te hulj) zoo spoedig mogelijk. De Turken verniet!* gen ons; de christelijke zaak is verloren. Zoo bezwoer grootvorst NikoTaae indertijd vorst Caroi in hert nur van den nood. En la ter scheepte men den redder in den nood fff, zooals den Moor, die gedaan heeft wat van hem werd verlangd. Heden klinkt hef hulpgeroep niert zoo dringend; de vermanin gen zijn diplomatischer, meer verfijnd. Maar koning Carol heeft een goed geheugen. En hij wilde zijn bloedend land niert ter wille vari Rusland prijsgeven aan een onzeker lot eri evenmin ten tweeden male een bondgenoot* schap aangaan, waarvan Rumenië ten slotte zelf de kosten zou moeten betalen. Daarover was men 1 vrijwel eens; zoo lang koning Ca rol leefde, was in dezen werddstrijd een partij nemen van Rumenië tegen Oostenrijk- Hongarije en Duitschland uitgesloten. ,.Nu echter is op een ©ogenblik, waarop bert wereldhistorische drama zijn hoogtepunt nadert koning Carol dood. Heeft men nu eene wijziging in de Rumeensohe politiek te verwachten? Misschien vleien de vijanden zich met die hoop. Koning Ferdinand, dié heden aan de baar van zijn oom treurt, ls de erfgenaam van zijn troon; hij gaat ook dooi' voor den erfgenaam van zijn geest. En als er één ondubbelzinnige les der geschiedenis voor Rumenië kan zijn, dan is het de on» voorwaardelijke waarschuwing voor het leo ninische verbond met hot czarenrijk. Dat zéker het politieke testament van den eefj? aten koning van Rumenië, die zich een dank baar aandenken in zijn land en over de gren zen de onvoorwaardelijke waandeering van öRe onbevangen beoordeelaars door alle tij den heen verzekerd heeft." door feodaoad en dooft- den bargainee*» rtftartgmftn die bert kmd uirt enw>ede en «ra* Oost-Indië Restgevallen op Java. Regeeringstelegram betreffende pestge vallen op Java en Madoera, van 23 September tot en met 6 dezer: Afdeeling Maiang: 418 nieuwe gévallen, 330 dooden. Toeloengagoeng: 31 nieuwe gevallen. 29 dooden. Madüoen: 34 nieuwe gevallen, 32 dooden. Kectiri: 167 nieuwe gevallen, 145 dooden. Stad Soerabaja: 36 nieuwe gevallen, 34 doo*. den, en het overige gedeelte der afdecMng Soerabaja 30 nieuwe gevallen, 28 dooden. Paree: 83 nieuwe gevallen, 77 dooden. Ma get an: 28 nieuwe gevallen, 26 dooden. Berbek: 12 nieuwe gevallen, 11 dooden. BangBcalan: 7 nieuwe gevaflen, 5 dooden. Pamekasan: 20 gevallen, 8 dooden. Mod jokert o 2, Sidoardjo t, DJomhang 1' en Lamongan 5 doodelijke gevallen. In de vorige periode: Molang nog 37 ge vallen, 27 dooden, Madroen nog 8. Mogetnn nog 1 en Modjokcrto 1 doodelijk geval De Staatscourant van Dinsdag 16 Octob^ bevat o.a. de volgende Koninklijke besluiteni benoemd tort belasting-ontvanger te AVke*~ made M. de Beer, thans te Oosterland; te It-_ tervoort F. A. Larose, belastiagoommies t4 Arnhem; te Loosduinen D. A. Breen, thané M Lekkericerik; te Meppel buitengemeenten fhr. "W. C. MoHerué, thans te Lemmer; te Oude4^ bosdh F. Aidriam, thans te Emmenj te 's Héfcg togenhisdh K. de Graal thans te Helmond; {jP Venlo J. W. Knottenbelt, thans te Roermobq}* buitengemeenten; tc Nieuwe Niedorp K. Óf, Gesner van dor Voort, thans te Zuidlarcn; '- 'y vooiioopig ook na 31 October tijdelijk bö# last met de waarneming der betrekking van belosting-ontvairvger te Hattem R. Koen, veg floateur der Invoerrechten en eodjnzen Amsterdam^ benoemd tot consul der Nedertanden is, Valparaiso, bulten bezwaar dér ecftatkisf?* Chr. Roeters van. Lennep; fcf. tot burgemeester van Staid Hard en berg W. C. Bloem; op verzoek eervol ontslagen als burgemeeSj' ter van St. Oedenrode A. M. C. J. A. Sasseifli benoemd tot directeur van het post- en tgf legnaafkantoor te Rolsward J. H- M. Lob* maira. thans te Zwolle. goedgekeurd, dat G. B. Portuyn, burcremeeé» ter der gemeente Zwammerdanv ta benoemd t^[ tijdelijk secretaris dier gemeente l aan mejuffrouw K. Kist er, geboren te W1e§g baden (Pruissen), vergunning verleend tot h<g geven van middelbaar onderwijs hier té !end« mits zij overigens aan de daartoe bij de Vret vorderde vereischten voldoe t aan na te noemen personen verlof *©rleenfl tot het aannemen van de ondersdheldlngfcteeW^ nen achter hunae nemen vermeld

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 2