N° 107 13de Jaargang. „DE E EM LAN DER". Maandag 2 November 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. Broeder en Zuster Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post- 1.50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familis- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PK IJS DEK ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elke regel meer- 0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het horhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnoruent. Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Konstantinopel het einddoel van Rusland. In het oorlogsjaar 187U is de 31e Octo ber een bijzondere datum. Op dien dag liet het Russische departement van buitenland- sche zaken een schrijven uitgaan, waarin het aan de onderteekenaars van het verdrag van Parijs van 3U Maart 1856 kennis gal, dat Rus land zich niet verder gebonden achtte door de bepalingen in dat verdrag, die zijne sou- vereinileilsrechlen in de Zwarte zee beperk ten, en den sultan van Turkije de als aan hangsel bij het genoemde verdrag behoorende overeenkomst had opgezegd, waarbij hel ge tal en de grootte van de oorlogsschepen der beide oeverstaten in de Zwarte zee werden vastgelegd. Daarmee ontsloeg de Russische regeering zich van de bepaling, die haar het meest hinderde in het haar opgelegde ver drag van 1856. Eene conferentie, die in het begin van het daarop volgende jaar in Lon den gehouden werd, regelde deze zaak ge heel naar Ruslands wensch. Er werd wel is waar plechtig verklaard, dat het verkeerd was zich eenzijdig van het Parijsche verdrag los t© maken; maar Rusland kreeg het recht terug, dat art. 1-1 van dit verdrag het had ont nomen en dat het, gebruik makende van den oorlogstoestand, zich zelf reeds weer had toe gekend. De artt. 11, 13 en 14 werden door an dere artikelen vervangen, waarvan het eerste en voornaamste luidt„Het beginsel der slui ting van de Daruanellen en den Bosporus, zoo- als het door het verdrag van 30 Maait 1856 is bepaald, wordt gehandhaafd en eveneens de macht van Z. Keiz. M. den sultan om de ge noemde zeestraten ia vredestijd voor de vloten van de bevriende en verbonden staten, wanneer de uitvoering der bepalingen van het Parijsche verdrag van 30 Maart 1856 dit mocht eischen, te openen." Thans, na 44 jaren, bevinden wij ons weder in een oorlogstoestand, die ii^,menig opzicht de herinnering" aan het jaar 1870 wakker roept. Ook hierin, dat omstreeks denzelfden datum de kwestie Yan de Zwarte zee in een acuut stadium is getreden. Schijnbaar heeft Turkije dat op zijn geweten, dat zijne vloot heeft laten uitloopen om Russische handels havens te bonvbardeeren, waarop Rusland zijn gezant uit Konstantinopel,.heeft teruggeroe pen. Maar het is voor niemand een geheim, dat de drijvende 'kracht ook ditmaal Rusland is. Deze oorlog is Ruslands werk, en wanneer men tot den grond der dingen gaat, dan is Ruslands drijfveer daarbij geweest op te rui men wat van het verdrag van 1856 nog Is overgebleven. Rusland wil ook voor zijne oorlogsvloot in de Zwarte zee de vrije vaart door de zeestraten, en als einddoel streeft het naar het bezit van Konstantinopel. Eene vrij algemeen verspreide opvalling ichrijft het vaderschap van die gedachte loe aan czaar Peter den groote, die de verove ring van Konstantinopel als zijn politiek tes tament aan zijne opvolgers zou hebben op gedragen. Of dit testament werkelijk beslaat, is aan twijfel onderhevig. In een in 1863 ver schenen werk van dr. Berkholz, den stedelij ken bibliothecaris van Riga, wordt beloogd, dat de oorsprong van deze gedachte ongeveer eene eeuw later valt in de onderhandelingen, die keizer Napoleon I in Tilsit heeft ge voerd met czaar Alexander I over de verdee ling van de wereld. Die onderhandelingen zouden hebben schipbreuk geleden op hel ver langen van den czaar naar Konstantinopel, dat hij den sleutel van zijn huis noemde. Daar in wilde Napoleon niet toestemmen; hij riep uit: „Konstantinopel Russisch nooit! Dat zou de wereldheerschappij zijn!" De onder handeling werd daarna nog eene poos voort gezet, maar ten slotte nam de czaar den 18en Juli 1812 de beschikking: „De geschiedenis met Konstantinopel kan later weer op het ta pijt gebracht worden." Om haar weer op het tapijt te brengen, hebben de opvolgende czaren van Rusland cn hunne ministers zich eene eeuw lang veel moete gegeven. Zij hebben er meermalen oor log om gevoerd. In den Krimoorlog en in den oorlog van 1877 ging de strijd in laatste in stantie om Konstantinopel. De Vossische Ztg. schrijft.Rusland heeft sedert eenige men- schenlecitijden naar de verovering van Kon stantinopel gestreefd en het streeft er ook heden naar. Zij is voor het czarenrijk het ge wichtigste doel bij den tcgenwoordigen we- relcistrijd. Generaal Koeropatkin heeft het als minister van oorlog nog willen uitstellen, maar het ook als onafwijsbaar behandeld. En in alle openhartigheid heeft Paul von Mitro- fanow, hoogleeraar in de geschiedenis te Pe tersburg, den 12cn April 1914 in een open brief aan Hans Delbrück geschreven, dat het bezit van den Bosporus en de Dardcnellen eene besliste noodzakelijkheid voor Rusland is en dat „de vreemde slaat, die zich legen dezen drang verzet, eo ipso een vijandelijke staat is." Duitschland is het bolwerk van het Turksohe rijk. „Kort en bondigzelfstandig en als bondgenoot van Oostenrijk, overal bij el- ken stap, in den geheelen Levant, stuit Rus land bij de oplossing van zijne gewichtigste taak, de oostersche kwestie, op Berlijn. Het is den Russen nu duidelijk gewordenwan neer alles zoo blijft als het nu is, gaat de weg naar Konstantinopel door Berlijn." Wat hier do hoogleeraar in de geschiedenis zeide was, zooals hij zelf getuigde, de eenstemmige op vatting van alle politiek denkende Russen, de getrouwe uitdrukking van de Russische poli tiek. De weg naar Konstantinopel! Juist zooals hij in hel testament van Peter den groote was aangewezen. Dat is het hoofddoel. Wat van minder belang is, zooals liet verkrijgen van Zwecdsche bezitlingen en de uitbreiding van de Russisahc macht tot aan de Perzische golf, over de Oostzee en over de Sond, .wordt daar om niet prijsgegeven. Thiers heeft eenmaal ge zegd „Wanneer de Russische kolos den ecnen voel op de Dardanelles den anderen op de Sond zal zetten, dan wordt de oude wereld eene slavin en de vrijheid verhuist naar Ame rika." Dat was ongeveer ook de meening van den eersten Napoleon. En in die gedachte kan hij het testament hebben uitgevonden.'' Hoe toch de tijden veranderen en de men- schen met hen! Zestig jaren geleden waren het Frankrijk en Engeland, die gezamenlijk een bloedigen oorlog tegen Rusland voerden om het de bepalingen van het verdrag van 1856, die het de handen bonden in de Zwarte zee. Eu Ihans hebben die beide mogendheden gezamenlijk met Rusland hunne diplomatieke vertegenwoordiger uil Konstantinopel terug geroepen. Zij hebben zich met Rusland ver bonden om de belemmeringen op te ruimen, aie nog zijn overgebleven van het verdrag van 1856, en daarmee den weg voor Rusland te effenen tot het bereiken van zijn einddoel: het bezit van Konstantinopel. De oorlog. Parijs, 31 Ocl. (R.) Officieel comuniqué. De dag van gisteren was gekenmerkt door eene algemeen offensieve beweging van de Duitsohers van Nieuwpoorl naar Atrecht en door hevige aanvallen in andere deelen van hel front. De bondgenooten zijn over 't alge meen vooruit gegaan. Alle aanvallen tusschen La Bassée en Atrecht zija teruggeslagen met hevige verlie zen Yoor de Duitschers. Tweede telegram. Communiqué van elf uur des avonds. De laatste berichten hou den in, dal geen incident van betcckenis te vermelden is. In het centrum zijn wij vooruit gegaan in de streek teil noorden van Souain. Overal elders handhaven wij onze stellingen. B c r 1 ij a, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. In België werden de operatiën bemoeielijkt door overstroomingen, die aan de Yser en aan hel kanaal van Yperen veroorzaakt zijn door de vernieling van de sluizen bij Niéuw- poort. Bij Yperen zijn onze ivoepen verder vooruitgedrongen. Er werden minstens 600 gevangenen gemaakt. Eenige kanonnen van de Engelschcn zijn huil gemaakt. Ook de ten westen van Rijssel strijdende troepen zijn vooruitgekomen. Hel aantal der bij Vailly ge maakte gevangenen steeg tot omstreeks 1500 In de streek van Verdun en Toul hadden slechts kleinere gevechten plaats. P a r ij s, via Londen, 1 Nov. (R.) Com muniqué van drie uur namiddags. Niets nieuws is voorgekomen op het front NicuwpoortDixmuidcn De Duitschers zet ten hunne hevige aanvallen voort in de ge- heele noordelijke streek. Wij maakten vorde ringen ten noorden en oosten van Yperen. Op de rest van het front kwamen hevige kanonnades en eenige tegenaanvallen Yoor zonder resultaat. In de enkele weck van 14 lot 20 October zijn 7683 Duitsche krijgsgevangenen geïnterneerd. Daarbij is nog niet gerekend een detachement, dat van he't front naar achteren onder weg is. Tweede telegram. Communiqué van elf uur des avonds. In België is in den loop van den dag geen enkel nieuw bericht ingekomen. Wij hebben hevige aanvallen van den vijand teruggeslagen in de omstreken van Lihons du Quesnoy, in Santere de Vailly aan de Aisne cn in het bosch van La Grurie in de Argonne. Ten noor den van Souain zijn wij Yoorlgcgaan met langzaam te vorderen. In det Vogeezcn heeft ons offensief ons meester gemaakt' van de hoogten in de buurt van Sainte Marie. Rome, 31 Oct. (W. B.) Daar het Fransche legercommando weer eene batterij heeft op gesteld voor de kathedraal van Reims en een waarnemingspost heeft geplaatst op den toren van de kathedraal, heeft de Pruisische gezant in het Vaticaan bij de curie, in opdracht van den rijkskanselier, een protest ingediendi tegen het barbaarsche misbruik van de godshuizen. Hij verklaarde, dat de Franschen alleen de verantwoordelijkheid dragen voor de bescha diging, die eventueel zal voorkomen, en dat het huichelarij is die aan de Duitschers ten laste te "leggen. B e r 1 ij n, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. In het noordoosten stonden onze troepen ook gisteren nog in een onbeslisten strijd met de Russen. Weenen, 31 Oct. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Dicht bij de grens van Galicië cn Bukowi- na, ten noorden van Kuty, is gisteren eene Russische colonne van alle wapenen gesla- gend. In Middcn-Galicië handhaven onze troepen zich in de door hen gewonnen stellingen ten noordoosten van Turka, bij Stary-Sambor, len oosten van Przemysl en aan den Beneden San. Verscheidene vijandelijke aanvallen in de streek van Nisko zijn afgewezen. Zoowel daar als ook bij Skole en Stary-Sambor zijn honderden Russen gevangen genomen. De operatiën in Russisch Polen verliepen ook gisteren zonder strijd. Namens den chef van den generalen staf Genera al-majoor von Ilófer. Weenen, 1 Nov. (\V. B.) Officieel bericht van heden middag. In Russisch Polen ontwikkelen zich nieuwe gevechten. De aanvallen op onze stellingen werden teruggeslagen. Eenige vijandelijke de tachementen werden, uiteengejaagd. De verbitterde strijd gedurende eenige da gen bij Turka en ten zuiden van Slary-Sam- ber leidde gisteren tot eene volkomen over winning van onze wapenen. De hier vooruit gedrongen vijand, twee infanteriedivisïën .en eene brigade schutters, werd uit al zijne stel lingen verdreven. In Czernowitz handhaven zich onze troe pen. Het inzonderheid op de residentie van den Grieksck-katholieken aartsbisschop ge richte artillerievuur bleef zonder noemens waardige uilwerking. Petersburg, 31 Oct (R.) Communiqué van den generalen staf van den opperbevel hebber. Op het Oost-Pruisische front is het plan tot doorbreking van het eentrum van onze ver sterkte stelling bij Bakslargevo, dat door den vijand was beraamd, mislukt. Gedurende vijf dagen van nuttelooze aanvallen leden de Duit schers kolossale verliezen. Onze troepen maakten vorderingen in verscheidene distric ten van het Oost-Pruisische front. Aan de westzijde van de Wcichsel houden wij Postynin, Lenezica» Lodz cn Ostrowec stevig bezet In Galicië duren de gevechten voort. Daar is geen enkele verandering van beleekcnis in den toestand. Petersburg. 1 Nov. (R.) Communiqué van den Russiscken generalen staf. Op het Oost-Pruisische front maken onze troepen vorderingen in de streek Yan Wla- dislawow (aan de Oost-Pruisische grens) en het boscfr van Romintgen. De vijand slaakte zijne aanvallen in de streek van Bakalarjewo (aan de Oost-Pruisische grens bij Suwalki), na verscliikkeHjke verliezen te hebben geleden. Aan de westzijde van de Weichsel rukten wij over het gehcele front zegevierend voor-, uit en bezetten Petrokow, Opoczno (tusschen Petrokow en Radom) en Ojarow. In gevech ten, die geleverd werden aan den weg naar Opatow, maakten wij 400 gevangenen cn ver overden mitrailleuses en munitie-konvooien. Aan de San bij Lezachow nam een Rus sisch regiment door storm eene versterkte stel ling en maakte 5 officieren en 500 soldaten krijgsgevangenen; ook werden daar mitrail leuses buitgemaakt. Een vijandelijke colonne, die de Karpalheu was afgedaald en zich bij Nanvorna versterkt had, werd aangevallen en verjaagd W e c n c n, 1 Nov. (W. B.) Officieel bericht van 31 October. De voordeden door onze (roepen behaald, die bij de invallen m de Matschva op sterke met ijzerdraadversperringen beschermde ver schansingen stielen en daarin eerst twee da gen geleden na lange, moeilijke gevechten bij Ravnje eene bres konden maken, gingen he» den merkbaar vooruit. Ondanks den waxihopigen tegenstand der Serviërs en den moeilijken doortocht door de ten deele moerassige Matschva, trokken heden al onze over de Save en de Drina gedrongen troepen in een breed front verder en namen de plaatsen Crna Rara, Banovopolje, Baden» kovic, Gluscl, Tabanovic (alle in hel uiterst® noordwesten van Servië). Generaal der artillerie Potiórek. Londen, 31 Oct. (R.) Officieel bericht. Een door een Duitsche duikboot gelanceerde torpedo heeft heden in hel Kanaal den ouden kruiser Hermes in den grond geboord, die op de terugreis was van Duinkerken. Bijna alle officieren en matrozen zijn gered. Hel verlies is zonder groot militair gewicht. Dover, I Nov. (R.) De Hermes werd Za terdag om 8 uur 's morgens getroffen door twee torpedo s; zij bleef nog 45 minuten drij» vende, daarna kenterde zij en zonk. De be manning werd door andere schepen gerc<h veertig personen worden vermist. Berlijn, 1 Nov. (W. B.) Niet officieel be' richt. Uit Londen wordt officieel van den 31en October bericht, dat een Duitsche duik-» boot dien dag in het Engelsche Kanaal de» ouden kruiser Hermes, die van Duinkerken terugkwam, door een torpedoschot tot zinkea heeft gebracht. Nagenoeg alle officieren ca manschappen werden gered. B e r I ij n, 1 Nov. De Lokalanzeiger brengt een bericht van de Corriere della Sera, waarin de schade, die tot dusver door de Duitsche kruisers aan de Engelsche handelsvloot is toe gevoegd, op 80 milliocn mark berekend wordt. De Emden heeft voor zich alleen de helft van die schade veroorzaakt. De tonneninhoud bo* draagt 120.000. Nog grooter is echter de moreele schade, omdat de Engelsche hanp- delswereld eene groote ongerustheid aan deo dag legt. Manchester, 1 Nov. (W. B.) De Man chester Guardian schrijft: Volgens een Iele* gTam qit Colombo zijn daar de kapitein en dp bemanning aangekomen van het stoom schip Exford, een der door de Emden in dea grond geboorde schepen. Zij berichtten, daf de Emden 7000 ton steenkolen van de Exfard heeft buitgemaakt. Indien de menseken plotseling allen deugd zaam werden, zouden er duizenden verhon geren. oorspronkelijke roman door Thérèse Hoyen. „We* herhaalde ze, droomerig„waar naar toe?" „Wel ik had niets en bij Crosso kon ik mijn brood verdienen. „Het gezelschap brak op van den Haag gingen ze naar Groningen en toen naar Arn hem en later Duitschland in." „En ging je toen mee?" „Jaik ben overal met hen naar toe- geweestwel niet met 'l heele gezelschap, maai toch met enkelen er van. Ik heb heel veel gereisd, Nica... en veel ondervonden, maar ik heb toch altijd aan je gedacht." „En waarom heb-je mij dan nooit geschre ven? Nu kun-je toch wel schrijven!" vroeg ze, met een ondeugend lachje. „01 jaik heb ook geschreven, naar huis, naar meneer Pastoor en die heeft mij terug geschreven en mij verteld, dat jij het zoo goed hadl, dat je als een jonge dame werdt 'opgevoed. En toen ik, voor 't eerst, weer in den Haag kwam, toén zag ik, dat het waar jpas. Ik heb je gezien, Nica. kort nadat je bij dr. van Vloten in huis was gekomen. Het was in October, wij waren toen in- Nijme gen, voor de kermis, en alt vroeg een paar dagen verlof en ik heb bijna den geheelen weg geloopen. „En toen ik in den Haag aankwam, heb ik je gezien je zag er zoo mooi uitje hadl een schotsche jurk aan „Waarom ben-je toen niet bij mij gekomen?" „Ik was toen een arme jongen; ik dacht dat het beter voor je zou zijn als ze daar bij den dokter, niet wisten, dat je zulk een arm vriendje hadt." Ze drukte zacht zijn hand, „Lallo, chéril" „En daarna kwam ik bijna elk jaar en ik zag je altijd. En elk jaar werd-je mooier en meer dame cn voelde ik, dat ik verder van je af stond." „Waarom ben-je dan vandaag bij mij ge komen?" vroeg ze onwillekeurig. „Omdat je ongelukkig was. Je moet niet boos zijn, Nicamaar ik had je gevolgd van huis afaltijd op een afstand, en ik had mij zoo vermond, dat je mij niet kon her kennen. Ik kan mij goed vermommen, zie-je, dat leer-je wel bij ons. Als ik in den Haag kwam om je te zien, dan verkleedde ik mij, als een ouden man, en liep ik heel gebogen. Hij stond op verwijderde zich geduren de enkele oogenblikken en ja... de oude man op een stokje geleund, met lange, grijze haren en een grijswitten baard, had niets van den jongen man van den Lallo, zooals Nica hem had teruggezien. Ze lachte en verzocht hem toch weer, zoo gauw mogelijk, zich zelf te worden en verder te vertellen, ze begreep nog altijd niet „Welik ken hier niemand, die mij op de hoogte houdt; ie moet er niet boos oia xijn, Nica, maar je bent toch mijn zusje en, ais broer, moest ik toch over je waken, ten min ste zoo goed als 't ging „En je was altijd ver weg," viel ze, prui- lend> in. „Dat kon niet anders. Ik had er wei eens over gedacht om in den Haag, dichjt bij je, te komen wonen; 't was wel vreeselijk hard voor me geweest, altijd zoo dicht bij je en toch niet met je te kunnen sprekenmaar ik had 't toch gedaan, zie-je. 't Eenige be zwaar was, dat ik niet wist, boe aan den kost te komen. Ik ben maar een circus-man, Nica. Als équilibrist en voltigeur en koorddanser ben ik zoo goed als de besfte, maar dat Is ook alies „Dus ga-je nu weer weg?" „Dat hangt er van af. Nu moet jij vertel len, Nica. 't Allereerst, waarom je zoo wanhopig was van middag?" „Was ik wanhopig?" Nioa lachte, ze kon het zich nu al niet meer voorstellen. „Om zoo te snikken, moest je wel wanho pend zijn. Kom, je moet mij alles zeggen, Nicaalles 1 Ik heb er recht opik ben je broer." „Mevrouw van Vloten, mijn pleegmoeder, wfl. hebben, dat ik een betrekking zoekin Engeland." antwoordde ze, aarzelend. „En vindt-je da/t zoo verschrikkelijk?" Nica boog 1t hoofd. „Waarom zeg-je mij niet alles? Voor een onafhankelijke natuur, als jij, kan dat zoo erg niet zijn." Hij nam bei haar handen In de zijne en dwong haar hem aan te kijken. „Moet ik het je zeggen, Nica? Bestaat ei niet iets tusschen den jongen van Vloten en jou?" „Maar LalloI hoa weet Hl dat?/* „Dat is mijn .geheim. Ik heb je al gezegd, dat ik altijd alles van je wist. Da/t mocht toch wel, Nica; ik heb er nooit misbruik van ge maakt. En dat zal ik nog niet, je kunt mij vertrouwen, Nica. Wat is er tusschen dien Paul en jou?" ,JIij houdt van mij" „De ellendeling," mompelde Lallo, „Waarom?" vroeg Nioa onschuldig. ,,Hij meende *t goed, hij wou met mij trouwen." „En geloofde je dat, arm kind? Wat ken-je de wereld toch weinig. Een man ais de jonge van Violen zou met jou trouwen. Nica vloog op. ,Lallo, ik verbied je verder te gaan. Paul van Vloten ds boven elke ver denking verheven." „Nioa, ik ken de mannen beter dan jij." „De mannen! Ja, de mannen uit jou om geving. Kermisvolk. Van echte hceren weet je niets af." Als een striemslag troffen die woorden hem. En zij had er berouw vanzoodra zij ze uitgesproken had. ,,Ot Lallo, vergeef me... „Ik zo\i je eerder met kermisvolk vertrou wen dan met een heer," merkte hijv som ber op. „Maar Lallo, wat denk-je don toch?" ,,Dat hij je misleid heeft, misbruik van je onschuld heeft gemaakten toch niet met je trouwen zal." „Maar dat is niet waar; ik verzeker je plech tig dat Paul van Vloten even eerlijk was in zijn bedoelingen als jij." Waarom was-je dan zóó wanhopig?" „Omdat zijn ouders zich tegen zijn huw «dijk met mij verzetten." En weer begonnen tra nen te vloeien. ,Amae Nica!'- Er lag alleen innig medelij den in zijn stem. „Iioudt-jc zooveel van hemj Is hij je zoo dierbaar? Gelukkige Paul." Nica droogde haar tranen. „Nee, Lallo, dat is 't niet. ik houd van Paul cn ik acht hem hoog, maar niet zooals jij denkjL Ik had hem gezegd, dat ik een goede vrouw voor hem zou zijn, maar dat ik hem niet lief liad, zoo* als hij mij." „En nam hij daar genoegen mee?" „01 ja... hij hoopte, <lat ik veranderen zou.. Hij hoopte mij te leeren hem hef te hebben... en ik was zoo gelukkig in de liefde van een braaf man en nu is 't uit „Maar nu heb ik jou, Lallo, en nu voel ik mij niet meer zoo ellendig." „Maar je ziet zoo bleek cn je schijnt zoo moe." „Ik geloof, dat ik honger heb," zei za lachend. „Toen ik thuis kwam, ging ik naar bed, omdat ik hoofdpijn had; 'l is nu beter... maar ik begin te voelen, dat ik mijn diner ge< mist heb." „Wil-je met mij meegaan? Mag ik je ictr geven?" „Ja, natuurlijk. Van jou neem ik alles aan. Wij zijn vlak bij *t Bosckhek. Daar kunnen wij (gaan. Weet-je nog, hoe we er wel eens langs liepen met Paulo... Ik heb hem nooit meer gezien." ,,Hij is met ons meegegaan. Ik heb den directeur overgehaald hem in jou plaats aan te nemen."' Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1914 | | pagina 1