N" 109
13" Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. j»
i
u L L i_ IT& Lnls ri i-l\
ABONNEMENTSPRIJS:
J. 1^A/4 >1
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels,. 0.50#
Elke regol meer0,10
Dienstaanbiedingen 23 cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijt bestaan zeer voordeelige bopalingcn
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement
Eone circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
nomen. ÖocH deze aanvulling !s uftgebleA*en,
en de motieven van Ged. Staten zijn wel is
waar geheel andere dan de mijne, dat weet
ik wel, maar elke tegenkanting die maakt dat
deze verordening niet in het leven zal worden
geroepen, zal mij aangenaam zijn. En juist
omdat zij een onbillijkheid meebrengt, zal ik
tegen het voorstel van B. en W. moeten stem
men.
De Voorzitter: Ik kan den Heer Ecin-
weber antwoorden, dat zijn opmerking in zoo
verre juist is, dat Gedeputeerde Staten over
wegen, dat evenmin uit anderen hoofde de
verordening aan de goedkeuring van Gede
puteerden is onderworpen, en zij trekken
daaruit de conclusie, de gevraagde goedkeu
ring niet te verlcenen. Maar uit het feit, dat
volgens Ged. Staten deze verordening niet aan
hun goedkeuring is onderworpen, had men
volgens mij 'de conclusie moeten trekken, dat
men bijv. deze verordening had aangenomen
voor kennisgeving. Zoo gaat het immers ook
in de rechtspraak: Er is altijd nog een onder
scheid tusschen ontslag van rechtsvervolging
en vrijspraak. Hier had de uitspraak moeten
luiden: „ontslag van rechtsvervolging" of iets-
dergelijks, natuurlijk dan in andere termen
overgebracht. Nu echter zeggen Ged. Staten:
de goedkeuring wordt niet verleend. Waar de
heer Leinweber echter niet op het principe
van de zaak ingaat, kunnen B. en W. hem
natuurlijk toezeggen, dat bij de redactie van
het adres met zijn opmerking rekening zal
worden gehouden.
Wat de opmerking van dén heer Van AcH-
terbergh betreft, zou ik kunnen zeggen, dat op
het oogenblik niets anders aan de orde is dan
een voorstel enkel en alleen om in beroep te
gaan bij de Kroon en dat wij daarom dus niet
moeten heropenen de discussie van ecnige
weken geleden. De heer Van Achterbergh zegt
wel, dat hij deze verordening zooveel moge
lijk wil tegenwerken, in de hoop, dat de ver
ordening niet zal worden ingevoerd, dat
is natuurlijk een standpunt maar ik vraag
mij af, of het 't juiste standpunt is. De Raad
heeft nu eenmaal besloten, met groote meer
derheid nog wel, om deze verordening vast
te stellen ,en nu dit op tegenkanting van Ged.
Staten stuit, dient de Raad in beroep te gaan.
Ik geloof, dat de heer Van Achterbergh wel
zooveel juridisch gevoel zal blijken te heb
ben, dat hij hier de rol wil spelen van...
De Heer Van Achterbergh: Van stom
metje t
De Voorzitter: ...Neen, ik zon willen
zeggen, om het plat uit te drukken: van
Toontje Solidair. Ik had gedacht, dat de heer
Van Achterbergh zich solidair zou toonen met
den Raad. Wij allen moeten hier medewerken
om het prestige van den Raad te handhaven
en daarom eenstemmig in beroep gaan. Ik ge
loof dat dit ons tegenover Ged. Staten en tegen
over de Kroon veel meer kracht zou geven.
De Heer Van Achterbergh: Mijnheer
de Voorzittert Mag ik nog eventjes antwoor
den? U weet wel, mijnheer de Voorzitter,
wanneer het noodig is, dan zal ik zeker de
eerste zijn om als Toontje Solidair op te tre
den. Maar waar het hier gaat om het al of
niet goedkeuren van deze verordening, is het
voor mij een principe-kwestie en moet ik bij
mijn principe blijven. Zoolang dc verordening
er niet is, zal ik er tegen moeten zijn, maar
zoodra de verordening eenmaal is goedge
keurd, zal ik, gelijk ik van ieder burger van
Amersfoort verwacht, mij er met hand en
tand aan vasthouden. Dat ben ik volkomen
met u eens Maar zoo lang er nog geen ver
ordening is, staat het ieder Raadslid vrij te
zeggen: in principe beu ik er tegen.
De Voorzitter: Het is hier zuiver een
kwestie van JuridlscHen aard. Geclepufeerde
Staten zeggen: het is geen verordening, die
aan onze goedkeuring onderworpen is, en wij
zeggen van weL Daartegen gaan wij in hoo-
ger beroep.
De heer Joris sen: Mijnheer de Voorzit
ter I Het spijt mij, dat ik het niet eens kan zijn
met den heer Van Achterbergh. Deze toch
haalt twee dingen door elkaar. Hij zal moe
ten erkennen, dat de Raad de verordening
heeft aangenomen, en daarmede, meen ik, is
voor den heer Van Achterbergh als ~id van
den Raad het werk afgedaan. Hij heeft als lid;
van den Amersfoortschen Gemeenteraad zich
hierbij neer te leggen, ook al was hij bij de
behandeling van het raadsbesluit in de min
derheid. Maar nu komt het werk van Ged.
Staten. Daar heeft de heer Van Achterbergh
niets mee te maken. Dat gaat Ged. Staten aan.
Alleen kunnen wij als Raad in hooger beroep
gaan van het besluit van Ged. Staten, en daar
om vind ik het verkeerd, dat hij zich niet
neerlegt bij het voorstel van B. en W. en deze
gelegenheid, om het zoo eens te noemen, wil
misbruiken om alsnog te trachten het raads
besluit misschien op die manier ongedaan te
krijgen. Ik vind dit geen juiste houding voor
een Raadslid.
Het voorstel wordt zonder Hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De heer Van Achterbergh verzoekt in de
notulen aan te teekenen, dat hij geacht wil
worden tegen te hebben gestemd.
9o. Voorstel van B. en W. tot uil
betaling van schadevergoeding
en restitutie van arbeidsloon aan
den aannemer van den aanleg aan
de Bernulfusstraat
Wordt goedgekeurd zonder hoofde
lijke stemming.
lOo. Voorstel van B. en W. tot Het
doen rooien van hoornen aan den
Woest ij gerweg.
Wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
llo. Voorstel vanP enW. totwijzi-
ging van de indeeliug der bureaux
van het gemeentehuis en tot inge
bruikname van he* gebouw aan de
Koestraat voor kantoor van den
G e m c e n t e-0 ntvanger en den Con-
tróleur der Belastingen.
De heer Leinweber: Mijnheer de Voor
zitter! Het Rijk heeft in het algemeen de
goede gewoonte, om de kantoren zooveel
mogelijk te vereenigen; zoo hebben de Rijks
ontvanger en de ontvanger van de registratie
te zamen één kantoor. Dat geschiedt uit zui
nigheid, maar ook voor het gemak van de
menschen, die hun belastingen komen beta
len. Ik acht het nu niet verstandig, den con-
tróleur der belastingen en het kantoor van den
Gemeente-ontvanger over te brengen naar de
Koestraat. Als de menschen eenmaal bij de
afdeeling Bevolking zijn, is het gemakkelijk
dat zij even bij den ontvanger kunnen aanloo-
pen. Dat is ook meer in het belang van den
ontvanger, indien deze inlichtingen van de
afdeeling Bevolking wenscht te hebben, bijv.
in geval van afschrijving. Ik acht het dan ook
beter, dat de kantoren op dc oude plaats blij
ven. Er zijn aan de overplaatsing veel kosten
verbonden, ook omdat de kluis moet worden
overgebracht. Bovendien is de Koestraat niet
bijzonder veilig en men mag daar dan wel een
aparte politiepost plaatsen.
Dc heer Van Achterbergh: Mijnheer
dc Voorzitter! Ik vind het laatste, dat de heer
Leinweber zegt, wel een beetje erg. Wij heb
ben hier verschillende straten die stil zijn,
maar Het gaat wel wat ver Om fe zeggen, dat
die straat in het hartje van de stad niet vei
lig zou zijn,
De heer Van Kalken: MIJnHeer de Voor
zitter! Eenige jaren geleden heeft men de
lokaliteiten van den Gemeente-ontvanger zoo
ingericht, dat die geschikt waren voor kan
toor. Die kantoren voldoen volkomen aan de
eischen, die men daaraan kan stellen. Voor
den controleur van de inkomstenbelasting is
het kantoor minder doelmatig, maar ik zie
niet in, dat die verandering noodig is voor
den Gemeente-ontvanger. M. i. zal dat nooit
worden verbeterd. Toch moet erkend worden,
dat het gewenscht is dat de Gemeente-ontvan
ger zijn kantoor in het Gemeentehuis heeft Is
het werkelijk dringend noodig, dat het kan
toor van den Gemeente-ontvanger verplaatst
wordt? Dat zal m. i. geen verbetering bren
gen. Het kantoor voldeed in vroeger jaren niet
aan alle eischen en toen was het een noodzsr
kelijkheid, dat die lokaliteit beter werd inge
richt. Wij scheppen nu een nieuwen toestand,
die de Gemeente veel geld kost en die niet noo
dig is.
De Vodrzitter: Tk zou 'den Heeren Lein
weber en Van Kalken kunnen antwoorden, dat
B. en W. niets liever zouden willen doen, dan
de kantoren hier te houden. Wij vinden het
ook veel gemakkelijker, de leden van onze
familie van de Gemeentehuishouding hier te
houden, maar het kan nu eenmaal niet ander*.
De kantoren, waarom het gaat, zijn nog hel
gemakkelijkst eenigszins uit de buurt te bren
gen. Wij krijgen nu aan den kant van het
plantsoen een zekere centralisatie van de be-
taalkantoren.
Op verzoek van 'den Heer EemweHer wordt
Het voorstel van B. en W. in stemming ge
bracht en aangenomen met 13 tegen 2
stemmen.
Voor stemmen «de Heeren: Kroes, Rijkens,
Tromp van Holst, Veis Heijn, Van der Wal,
Van Achterbergh, Van Duinen, Van Esrveld,
Eysink, Gerritsen, Houbaer, Jorissen eti
Koning.
Tegen steramen de heeren: Leinweber en
Van Kalken.
12o. Voorstel van B en W. tot fiet
aanbrengen van beplanting op de
wegen op de Zuidhelling van den
Berg en langs de trambaan.
Wordt goedgekeurd zonder hoofde
lijke stemming.
13o. Vooorstcl van E. en W. tot Het
verleenen van een crediet voor het
verrichten van eenige herstel
lingswerken aan het politie
bureau.
De heer Leinweber: Mijnheer de Voor
zitter! Ik heb uit de stukken gezien dat die
herstellingswerken f 100 zullen kosten. Maar
ik heb er tevens uit gezien, dat de scheur die
in het politie-bureau was ontstaan, veroorzaakt
was 'door het toestel dat boven op het poli
tie-bureau staat. Nu zou ik zeggen, dat wij die
f 100 niet moeten betalen, maar eerst moeten
aankloppen bij de Bell Telcphoon Maatschappij
en vragen, of die <lc kosten wil beUlcn,
De Wethouder Van Es veld: Mijnheer de
Voorzitter! Ik kan den heer Leinweber ant
woorden, dat tegenwoordig het hebben van
steunpunten op Gemeentegebouwen door het
Rijk wordt betaald. Dat is een geheel mdere
toestand dan vroeger. Er wordt nu f 40 voor
vergoed, dus in zooverre, kunnen wij de on
kosten nu niet brengen op kosten van het Rijk,
want dat betaalt nu een zekere huur.
De Heer Leinweber: Wordt er ieder
jaar f 40 vergoed?
lingca behalve
nmuniqué van
alen staf. De
:il oosten van
2n Dixmuiden.
i gemaakt. In
.ge Duiischcrs
•p.
telegram van
lijk van Dins-
ewicliligc vei
le vliegeniers,
ken; maar het
linie cene be-
Brusscl keb-
Parijs wordt
en troep vlie
van krachtig
okken niet liet
lioofdkwarlie-
•ste plaats dal
erg te Thiclt
te zijn uitge
ver icht uil liet
m middag.
;n nog in ont
liet plaats,
in gen voorbe
den len No-
hél eerste Si-
r liunr.c voor-
ficieelc mede-
e 9trijdkraoh-
iike leger lot
n. do gevccli-
Ite in de gou-
gestaakt, om
»orod bevolen
eranderd. Uit
lagen zijn tot
nncngcbracht.
huzaren bij
andelijke mu-
wagens met
neralen staf
von Höfer.
Eerst nu laat
rdwesten van
Save; behaal-
tweede Ser-
jstaan onder
vijf divisiêu,
i overhaasten
2u van ailer-
k moest laten
om zich uit
2n. De vijand
degen stellin-
maals tegen-
eruggeweken
i van Sabac;
van den len
nze dappere
)g een liard-
ïstand gebo-
c Poliorek.
„Zooveel meisjes zondigen er uit liefde, niet
uil slechtheid, Nica. - Je zoudt er, in mijn
oogen, niet minder om geweest zijn."
„Dacht je, dat ik daarom ongelukkig was?"
hernam ze, nadat ze beiden een poos gezwe-
T^cn hadden. „En dacht ie, dat jou vriend-
ichap mij zou troosten?"
-„Dat ook. maar dat was 't niet alleen. Zie
e, Nica. Als mijn vermoeden juist was ge
weest; dan zou ik al andere, alles, wat tus-
yolien ons is, vergelen hebben, en ik zou tot
je hebben gezegd: „Ik ben niet veel, Nica
I maar ik ben toch een eerlijke- kerel en het is
~ons~een-Kina;- een
jongen, zal schenken, dan zullen wij het
Jacques noemen
„Jacques Balmat; voor de wereld naar je
beroemden oud-oom, den gids van den Monl-
Blanc, maar voor ons beidjes naar Jacques
Balmat, den kleinen schoonsleenvegerdie
door liefde geïnspireerd werd... want t was
uil liefde voor je, Lallo, dat dk mijn ouders
en mijn land en alles verliet, uil liefde, dat
LU mijn sekse verloochende en liefde is meer
clan roem en liefde is machtiger dan opvoe
ding. En die liefde is nog in mijn hart... cn
als de ouders van Paul tnii Mydeh* zeggen -=•
p tn "neve- vrouw -=■" are-tniKui -uwjr-jmn
geleid werd.
„Weet-je, Lallo, wc zullen, zoodia wij in
den Haag terug zijn, het postkantoor, of als
dat dioht is, een winkel, of desnoods een
hotel binnengaan en van daar zal ik een
briefje aan mevrouw van Vloten schrijven
dal ik niet weer terug kom. Dan weet zc hel
in eens en dan iheb ik alle bruggen achter
mij afgebroken en kan ik niet meer terug."
„Maar, Nica, dat is immers onzin en het zou
van mij al zoo laag mogelifk zijn daar mis
bruik van to maken. Denk toch. eens na
'-ie naaml" V "1
;cn en in die
spiillckiudl
naam niet
worden op-
igen weg."
veel op. Je
en
altijd. Al die
eest. Nu ben
weer in mij
t meer pas-
stikken. Ik
God's ruime
/il alles ver-
r onbezorgd
je kunt
i, niet onge-
werdcii ziin
e Aan haar
li gaf toe.
u zuster, de
ichtig worcit
noodig zal
fatale moment,
zoo lang mogelijk, uitstellen."
„Ik wil je, zoo lang mogelijk, den tijd laten,
op je besluit terug te komen."
„Goede Lallo altijd dezelfde."
„Ik hoop altijd dezelfde voor je te. blijven,
zoolang 't voor jou geluk is Nica."
Een paar weken lang ging hel praatje
omtrent Nica's verdwijning in haar krin
getje en zelfs daarbuiten rond.
Dat mooie meisje, de aangenomen dochter
der A*an Ylolen's, die al zoo- hall en half met
den oudsten zoon was geëngageerd, avus cr
Po eens van' door aecaan met een spullevént.
Londen, 3 Nov.,(R.) Officieel. Heden*
morgen vroeg werd dc kanonneerboot llal«
cyon, die op patrouille was, aangevallen doop
een Duitsch eskader. Aan boord van de Hal»
cyon werd één man gewond. Toen het schijl
hol voorgevallene gesignaleerd had, werden
verschillende manoeuvres uitgevoerd, die den
vijand tot een overhaasten aftocht noop*
ten. Eenige lichte Engelsdie kruisers ver
volgden hem en zatcu hem dicht op dc hie
len, maar konden hem niet dwingen tot ecu
strijd vóórdat de avond viel.
Een Duitsclie kruiser, die tot het eskader
behoorde, strooide op zijne vlucht eenige mij
nen, waarvan één den Engclschen onderzeeër
D 0, die aan do oppervlakte van het watei
voer, tot zinken bracht. Twee officieren ca
twee matrozen, die zich op de brug bevon
den, konden worden gered. In den loop van
den dag gebeurde verder niets iu de Enge
land omgevende wateren; alleen bleef eene
flollile kanonneerboolen de linkerflank dei
Belgen steunen.
Londeu, 3 Nov. Het stoomschip Vau
Dyck, dat door den Duitschen kruiser Karls
ruhe in den grond werd geboord, was een
Britscli en geen Belgisch schip. Hel had een
inhoud van 10.328 ton.
Petersburg, 2 Nov. (R.) Het Turkscho
gezantschap heeft Petersburg verlaten via Fin
land.
Konstantinopel, 3 Nov. (W. B.) Het
afbreken van de dipioinalieke betrekkingen
Liisschcii Turkije en Servië geschiedde op
grond van eene door hel Servische gezant
schap aan dc Porte overhandigde nota, waar
in werd medegedeeld, dat in opdracht van de
Servische regeering de betrekkingen Averdeu
afgebroken cn voor den gezant en het perso
neel van liet gezantschap paspoorten werdetf
verlangd.
Konstantinopel, 4 Novembei;
(\V. B.) De Portc liceft hare ambassadeurs iu
Londen en te Parijs, haren zaakgel.istigdo
te Petersburg en haren gezant te Belgrado
teruggeroepen.
Bordeaux, 3 Nov. (R) lieden avond
om zeven uur had de Turksohc ambuf^adeui
zijne paspoorten nog niet gevraagd, ofschoon
alle vertegenwoordigers van de verbonden
mogendheden te Konstantinopel vertrokkep
zijn.
Petersburg, 3 Nov. (R.) Een keizerlijk
manifest zegt, dat Turkije door Duitschiauj
en Oostenrijk in een onvruclilbaren strijd ta'
gen Rusland is betrokken. Rusland verwacht
den uitslag met volmaakte kalmte cn in ven|
li ouwen op God. De slecht beraden lusschem
komst van Turkije zal de ontknooping be«
spoedigeu, die voOi Turkije noodlottig zal zijn
en aan llusland de oplossing zal brengen van
de historische vraagstukken van dc kusten
der Zwarte zee, die heb door zijne voorzalen
zijn nagelaten.
W e e n e n3 Nov. (W. B.) De Neue Freid
Prcsse verneemt van bevoegde ziidc: Volgens
de hier ontvangen berichten van hel Turkscho
ministerie was de zeestrijd in de Zwarte zee
veel ernstiger dan de eerste berichten deden
verwachten. Een klein deel van de Turksche
yioot, dat exercitiën verrichtte in de Zwarte
zee, werd eerst door Russische oorlogsschep
peil in (observatie genomen en daarna vei*»
volgde Dc Russische oorlogsschepen gingeu.
spoedig daarna over tot den aanval op de
Zoo zag je toch dat waar 't eenmaal inzat!
Iedereen had zoo iels wel aan zien komcuj
op den duur kon t immers toch niet goed
gaan.
Dal kwam er nu van^ als je zulk volk in
huis nam. Te verwonderen was het trouwens
niet, je hadt dc meid maar aan tc zien.
Arme Nica werd er doorgehaald zoo
erg, als 'l maar kon.
Toen sprak men weer over iels anders.
In het gezin van den dokter, waarvan ze
behoorlijk afscheid had genomen, bleef zc een
lieve herinnering, al was mevrouw het cr, in
heur hart, mee eens, dat het toch vergeefscho
moeite was geweest, zoo'n kind een degelijke
opvoeding te geven en hel te willen verheffen,
Als de menschen haar pleegkind van out
dankbaarheid beschuldigden, trok ze haar
schouders op, zuchtte en zei, dal ze t ook
anders gehoopt had, maar eigenlijk vond zq
hel de beste oplossing.
En zokcr voor Paul die nu veel gemak
kelijker over zijn jongensliefdo heen zou
komen.
Lang vóór hij dat, door zijn moeder, ge»
wensehte stadium bereikt had, kregen ze, van4
uit Savoic, 't land hunner geboorte, de huw:eJ
lijksaankondLging van
Lallo Balmat
en
Monique Raveneau.
De genegenheid van broeder en zuster Had
hun niet meer bevredigd en had zich opge
lost in iliun groote liefde van man tot vrouw.
Den Haag Oct. 1904 Aug. 1905.
SLOT.