Elll RQMANIiSCHE JONGER Donderdag 7 Januari 1915. „DE EEMLANDER". BUITENLAND. FEUILLETON. N° 162 13da Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: S maanden voor Amersfoort t* f l.^O» Idem franco per post 1«30« Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) 0.10. fcfzonderlijko nummers 0.05. Jtaze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon* en lfeesldagan. A<h ertentiën gelieve men liofst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.* f 0.50. Elke regel meer- 0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcclige bepalingen tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattoude de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hor idredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 37 der Drankwet, Brengen ter openbare kennis: lo- dat bij hen is ingediend een verzoekschrift om verlof tot verkoop van sterken alcoholhou denden, anderen dan sterken drank voor gebruik ter plaatse van verkoop, door Johannes Arend Stoopendaal, schilder en behanger, wonende al hier, in de fcenedenlokaliteit van het perceel lltrechtschestraat no. 19 te Amersfoort 2o dat binnen twee weken nü deze bekend making een ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kaü inbrengen. Amersfoort, den 5en Junuari 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, R. VEENSTRA v. RA. ;DW1JCK. Politiek Overzicht, us wereidstrijd. De berienten van de hoofdlooneclcn vati den jtrijd munten uit door onbeduidendheid. Haast zou. men zeggen, üat gisteren het record van onbelangrijkheid geslagen is, toen uit .Weenen nericht werd, dat in liet oosten niets gebeurd was op het noorueiijkc en het zuide lijke oorlogstoonccl, waarmee het Bcrlijnsche bericht vrijwel overéénkwam, dat voor meeste punten, waar de beide partijen met elkaar in voeling zijn, meldde: „toesland on veranderd" en vercier mededeelde, dat de toe stand van de wegen en het ongunstige weder de operation belemmeren. In het westen is hel ongeveer hetzelfde. -Men voelt diep mede lijden met de krijgslieden, die in de loopgra ven aan de ongunst van het weder zijn bloot gesteld, omniets te doen, en vindt daarin eene nieuwe aanleiding om te betreuren, dat hel demmeeld van paus Beuediclus K\, out althans gedureuue den iversl- en iNieuwjaars- tijd de wapenen le laten rusten, geen beter onthaal neeft gevonden. Gelukkig, dat zijne bemoeiingen ten gunste van de krijgsgevan genen, wier toestand dc mogelijkheid uitsluit, dat zij weer in het veld dienst zullen doen, meer succes beloven. Dat denkbeeld is alge meen mei sympathie ontvangen, en men mag verwachten, dat ciie. sympathie zich niet al leen in woorden zal uiten, en dat de daad der uitwisseling van deze categorie van krijgsge vangenen zal volgen. In de laatste dagen is een punt in het uiter ste zuidoosten van de lang gerekte linie, waar op in het weslen de strijd wordt gevoerd, meermalen genoemd. Eene gewichtige hoogte ten weslen van Sennheim, of Cernay zooals de Fransche naam luidt, is een voorwerp van hevigen strijd geweest Zij is afwisselend in Duilsch en i'n Fransch bezit geweest. Voor 1 oogenblik houden dc Franschen haar bezet. Sennheim ligt aan den noordelijken oever van het bij Thanin in de Sundgau uitmondende Wésserliiigsche dal, dat sedert lang door de Franschen bezel is. De afstand lusschen Thann en Mulliausen bedraagt omstreeks 20 K.M. Dc Duiisehe. het dal afsluitende slcllingeu liggen ten oosten van dc lijn ThannDammerkiich. De Franschen bepaalden hunne linie den 14en December aldus: Steinbaoh (2 K.M. noordoos telijk van Sennheim) hoogte 425 (zuidwes telijk van Steinbach)—Aspachbrug—Bruuig- hofen lot een Punt 1500 Meter oostelijk van Egüngen. Van het begin van December af is hier een levendigen strijd gevoerd. Daarbij speelde de hoogte 425, die ongeveer in het midden van den driehoek Thann—Steinbach—Sennheim ligt, eene bijzonder groote rol. De hoogte springt als een klein voorgebergte vooruit naar Sennheim. dat ten oosten daarvan ligt; zij beheerscht de wegen, die in Sennheim uit alle richtingen samenkomen, vooral echter den ingang in het Wesserlingsche dal. Steinbach flankeert de hoogte van het noorden uit. De aanvallen van de Franschen in dc eersLe helft Yan. December richtten zich steeds tegen deze hoogte; zij hadden succes, want den 14en gin gen de hoogte en het dorp Steinbach verloren. Twee dagen later echter waren beide weder in Duitseh bezit. Den 25cn December is de strijd op nieuw begonnen. Sedert is die nuaf wisselend geluk gevoerd. Dc hoogte no. 425 en hel dorp Steinbach zijn genomen cn herno men. Gisteren berichtten de Franschen, dat zij zich in het bezit gehandhaatd hadden, hetgeen indirect bevestigd werd door het Duitsche be richt, dat sprak Yan een afgeslagen bajonet- aanval van de Franschen lusschen Steinbach en li K.M. verder noordelijk gelegen Ufl'holz. Een later Duilsch bericht spreekt intusschen weer van een nieuwen strijd, waardoor de Franschen van de hoogte werden verdreven. Hel laatste Fransche bericht is dat de Duit- schers een loopgraaf aan den oostkant van de hoogte hebben hernomen, maar dat de top nog steeds in hun bezit is. Voor den algemeen strategischen toesland is het verloop van dezen strijd niet van be lang. De Frankf. Ztg. licht dit toe met te zeg gen: „Dc Sundgau is in dezen oorlog een gla cis voor dc groote Duitsche vestingen, die den Rijn bewaken. Men zal de Franschen verwij derd trachten tc houden van de Duitsche dorpen en stadjes voor zooveel dat gaat-maar hel zou onzinnig zijn, als men om gevoels redenen voor de verdediging van dc Sundgau meer troepen zou bijeen brengen als noodig zijn om den Elzassischen grond althans in de hoofdzaak voor eene Fransche overstrooming le bewaren." Van bet afgelegen oorlogslooneel in den Kaukazus zijn berichten ontvangen, die ge wagen van eene groote Russische overwin ning. De lcgercommando's van de triple-enten te vieren deze zegepraal in telegrammen van gelukwensching, waarvan dat van generaal Jofire eene zinspeling bevat op d2 „beslissende loekomstoverwinningen, die de legers van de bondgenooten voorbereiden door hunne aan houdende en onafgebroken inspanning op alle oorlogstooneelen." De Russen hebben hier den veldtocht ge opend omstreeks half November door de grens over te gaan en in Turksch Armenië binnen te trekken. Zij bezetten Bajazid en andere punten in het Alashgerd-dal en zonden eene sterke macht uit langs den weg naar Erze- roem om den toesland te verkennen. Bij zijne aankomst in Kouprikeui kreeg de Russische bevelhebber de zekerheid, dat een groot Turksch leger werd bijeengetrokken in Erze- roem, en hij trok zich daarop terug achter de grens naar eene versterkte stelling bij Sary- kamysch. Het Turksehe leger ging in de der de week "an December de grens over cn rukte vooruit in twee hoofdafdeelingeu, de eene naar Olti en de andere naar Sarykamisch. Van de eerste afdeeling werd de vorige week ver nomen, dal zij Ardahan had bezet, dat 80 mijlen van de grens ligt. De tweede afdeeling is die, welker nederlaag thans van Russische zijde is bericht. Uit dc beschrijving die de Russische generale staf geeft van het verloop van dezen strijd, blijkt, dat dc geheele Turk sehe strijdmacht ^daarin betrokken is geweest, zoodat de nederlaag hare beide onderdeelen zou treffen. De oorlog. Berlijn, Januari (W. B.) De Reichsan- zeiger schriill: honing iLudwig van Beieren voleindigt den yen dezer zijn 70stcn levensjaar. Overal in Duilsehland zal dit verjaarfeest des ko- uings met gevoelens van hartelijke vereering en dankbaarheid herdacht worden. liet geidl hiér een hcerscher, die in deze voor ons volk zoo ernstige tijden aan zijn echt-Duilsche ge zindheid op schoone wijze uiting geeft. Toen Engeland zonder verbonds-verplichtingcn, in de waan, dal het een snelle vernietigings-oor- log tegen het Duitsche rijk zou zijn, ons den oorlog verklaarde, sprak koning Ludwig de gedenkwaardige woorden: „Een vijand meer, een oorzaak meer om ons nauw aaneen te sluiten.' Voor goed was toen aaa de hoop van den tegenstander, die meende, dat in de groote worsteling om Duitschland's toekomst een scheuring tusschen Noord en Zuid zou ont staan, de bodem ingeslagen. De houding van koning Ludwig heeft Duitschland's vorsten, die thans met bun volkeren hecht aaneenge sloten tegenover deu vijand slaan, ten voor beeld gestrekt. Zijn hart behoort aan de over winning der Duitsche zaak. Herhaalde raaien heeft hij de Beiersche troepen, aan wier spits zijn zoon, kroonprins Rupprecht, de overwin naar in den grooten slag bij Metz, staat, op het oorlogstooueel bezocht, om zich te kunnen overtuigen, dat Beieren's dappere zonen de schrik van den vijand en de trots van het DuiRche leger ziju. Al zijne uitingen getui gen van een onwankelbaar vertrouwen c een voor Duitschland eeryollen uitslag van den geweldigen oorlog. Zoo heeft de gri'ze koning zich in dezen moeilijken tijd aan de zijde van den keizer geschaard en daarvoor danken hem op dezen dag alle Duitschers met den harle- lijkeii wensch, dat hij nog lang zijn konink rijk moge besturen." De Norddeutsohe Allgemeine Zeitung schrijft: ..In het vaderland staal een doorluchtig Duilsch vorst op het punt zijn 70e levensjaar le voleindigen. Naar den Beierschen koning gaan thans alle harten van zijn trouw volk uit en de geheele Duitsche natie neemt een innig aandeel aan het jubileum, dat volgens den wensch des konings in alle stilte gevierd zal worden. Uit een grooten schat van eigen ervaring, vermocht koning Ludwig te putten, toen hem de last van het regentschap op de schouders werd gelegd en toen hij later in het volle be zit der souvereine rechten geraakte. De band, die het Beiersche volk in hem sedert tientallen van jaren vereenigde, werd eiken dag iiecliter en ver builen de grenzen van Beiehen, in het geheele rqk, nam de ver eering voor den koning toe. „Door onwankelbare trouw zijn de Duit sche vorsten en volkeren met den keizer en 't rijk verbonden." Bovenstaande woorden uit den Nieuwjaarsgroet des konings aan den kei zer verkondigden de wereld nogmaals, door welk een gezindheid de Beiersche monarch bezield was. Onder deze leuze zijn de Duitsche vorsten en pikeren in den strijd gelrokken, een strijd, die hun opgedrongen was. En gedachtig aau deze leuze, zullen wij met Gods hulp den zwa- ren strijd zegevierend weten door te komen. Moge de koning nog lange jaren getuige zijn \an een op glorierijke wijze verkregen vrede en nog lang zijn verheven heerschei sambt tol heil van Beieren en het Duitsche riik uitoefe nen." Berlijn, 5 Jan (\V. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit hel groote hoofdkwartier van lieden voormiddag. De Franischen zetten gisteren de stelsel matige beschieting van de plaatsen achter ons front voort. Het schijnt hun onverschil lig te zijn of zij, daarmee hunne eigen lands lieden dakloos maken of diooden. Ons schaadt deze beschieting weinig. Bij Souain cn in hol Argonnerwoud maak ten wij ons meesier van verscheidene vijan delijke loopgraven. Wij sloegen verscheidene vijandelijke aanvallen terug cn maakten twee Fransche officieren en meer dan 200 man tot gevangenen. Op de hoogte ten westen van Sennheim, waarom zoo veel gestreden is, vatten de Franschen gisterenmorgen opnieuw voet. Zij werden echter met een kraehligen bajonet- aanval weer van de hoogte verdreven en waagde toen geene nieuwe aanvallen meer. 50 Alpenjagers werden door ons gevangen genomen. Parijs, 6 Jan, (R.) Namiddag-commu niqué. De vijand ondernam zonder meer twee aanvallen in de duinstrook zuidoostelijk van Saint-Georgea. In het Aisnedal en in den sector van Reims brachten onze batterijen die van den vijand tot zwijgen. Onze troepen vorderden eeD honderdtal meters ten noordwesten van Reims. In de Argonnc hernamen wij 300 Meters loopgraven in het Bois La Grurie. Bij het ravijn van Courle Ghausseé Üeten wij doof een mijn 800 Meiei's Duitsche looDgraven springen, waarvan wij de helft bezetten. Het door luitenant-kolonel Garibaldi gecomman deerde Italiaansohe regiment deed een kraeh ligen aanval in dc door deze ontploffing ge maakte bres en maakte 120 gevangenen, waaronder 12 onderofficieren. Wij namen eene mitrailleuse en een munitiewagen. De tweede chef Constantino Garibaldi, broeder van den luitenant-kolonel, werd in den loop van den aanval gedood. Van de Argonuc tot de Vogeezen hielden het slechte weer, de mist cn het slijik aan. In hot Bois Le Prêtre, bij Ponil-i-Mousson, bleven wij veld winnen- In de streek van Thann hebben wij onze winsten van vroeger gehandhaafd, ondanks eene hevige kanonnade, zoowel in Stein- hacht als in dc loopgraven zuidwestelijk en noordwestelijk van hot dorp. De vijand heeft een van zijne oude loopgraven aan de oost zijde van de hoogte no. 425 weder bezet. De top van the hoogte 4>iijlt in ons bezit. Er was eene tamelijk hevige kanonnade in de streek van Tellcbeke. Wij handhaafden onzw stelling in dc Argonnc. In do buurt van Alt- kireh maakten wij eenige kleine vorderingen. Parijs, 6 Jan (11.) Een bericht uit Bel lort meldt, dat do gevochten in Boveu-Elzas zeer moorddadig wordeu voor de Duitschers, die zoowat overal dc Roode kruis-vlag uitste ken, om het Fransche artillerievuur le ver mijden Berlijn, 6 Jan. (W.B.) Bericht van het oppers' - legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Aan de oostgrens eti in noordelijk Polen, ook gisteren geene verandering. In Polen ten wec'.wi v:. i de Wcichsel drongen onze Iroc- pen, nadat verscheidene vijandelijke steunpun ten ware i weggenomen, tol aan hel Sucha- gebi.d door. 1400 gevangoen cn negen ma chinegeweren bleven in onze handen. Op den oostelijke.i Pilitza-oevcr bkef dc toestand 011- verandcr Weenen, G Jan. (Wolffbureauj Offi cieel wordt d.d. 6 Januari bekend gemaakt: De nu reeds verscheidene maanden met wisselend succes gevoerde gevechten in de Karpalhen duren voort. Z:j kenmerken zich als ondernemingen op kleine schaal in viak vei van elkaar afgelegen eenzame dalen. In de laatste dagen door nieuwe troepen ver sterkt, poogt de vijand aan dc bovcnloopcr van de rivieren door aanvallen terrein t< winnen. Ten Westen van den Uzsok-pas cb in de Oost-Beskidcn hecrscht rust. Op het front ten Noorden en ten Zuiden van de Weichsel hadden gisteren artillerie- bevechten plaats. (Get.) Von Ilöfer. Budapest, 6 Jan. W. B.) De Az Esl bericht, dal een gedeelte van de in het komi: laat Ung gedrongen Russische troepen door Lyualö is gekomen in liet komitaat Bereg. De Russen hadden wel numeriek de overmacht; maar onze troepen stelden zioh in nieuw ge groepeerde gunstige stellingen tegenover hen om den tegenstander spoedig weer terug tc dringen. De toestand is niet verontrustend, hetgeen ook hieruit blijkt, dat eene acetoo- fabriek te Peresjcny haar bedrijf voortzet. Petersburg, 6 J a u- (Tcl.-agentschap) Communiqué Onze troepen doden den 5cn een onverhocd- schon aanval op het dorp Rozrova bij Mlava. De vijand, die hot dorp bezette, is bijna ge heel over de kling gejaagd. Op de andere dcclen van het fronl is geen enkele verandering van gewicht voorgeko men. Ons offejisief wordt voortgezet in dc Bu* kowina, waar wij vier punten bezeilen, waar van twee gelegen zijn op den beslcn weg, di« in rechte lijn gaat naar Transylvanie via Bu« kowina Petersburg, 6 Jan. (Tcl.-agentschap). OfficieeL communiqué van den generalen stal van het leger in den Kaukasus. In het laatst van November werd het gros van het derde Turksclie leger gedirigeerd naar de streek ten Oosten van Erzcroem, voor afgegaan door twee korpsen, terwijl bij Khas- sankala nog een legercorps in reserve bleef. Volgens liet plan van Enver-pacha moest het derde leger als volgt opcreeren: Het negende er. tiende korps moesten oprukken in de rich ting van Olly, om daar een oifensieven vieu- De slechte is nooit zoo slecht als hij wordt afgeschilderd; de brave nooit zoo braaf als hi« geprezen wordt levensbeeld door JOANNES REDD1NGIUS 23 Als hij heneden kwam, rook hij naar pe permunt, dat was zoo goed voor zijn maag, had hij den onderwijzer verteld, die hem ge vraagd had, waarom nij altijd pepermunt liep te kauwen, hij had wel eens zoo'n naren smaak m zijn mond, die ging er heeiemaal door weg. Een tijdlang had hij zich 's avonds door zijn praten op de slaapzaal naar de tbadkamer" laten sturen, waar toevallig een halfvolle flesch met anisette stond, door me vrouw er neergezet, denkend de boorwaler- Ilesch te hebben; den vierden keer had hij in donker zoo maar een slok genomen, maar 't Was hem slecht hekomen, 't was de flescli met azijn geweest, mevrouw had inkt zitten tnaken; allemachtig, wat was hij nijdig ge- Worden. Den volgenden dag had hij uit wraak een twintigtal boterhammen, die gesmeerd in den dienbak lagen, omgekeerd, deze werden toenfean dien kant ook gesmeerd door me- yrouW. Toen had Gerard de jongens opge stookt om mee te helpen aan 'l lolletje, füi zou, indien hij een dubbelgcsmeerde boter ham kreeg, deze om en om keeren en half hardop zeggen: Wat is tie vet, wat is tic vet, d'r zit aan twee kanten boter. Wie nu van dc jongens een dubbel gesmeer de boterham had gekregen, zou evenzoo moe ten doen. Hij had woord gehouden, mevrouw was rood geworden van zenuwachtigheid, bang dat mijnheer 'l merken zou, die ieder oogen blik kon binnenkomen. Herman was legen het houten hek gaan staan, dat het bouwterrein van den weg scheidde 'en sloeg in zijn leut over de lollige dingen, die hij herdacht, met zijn hand op zijn^dij. 't Was prettig, dat Gerard ook mee mocht doen, hij bedacht dikwijls zulke ge vaarlijke dingen. Vóórzeggen koïi hij goed, eens zou hij Frits helpen bij zijn algeineene geschiedenis, namen en jaartallen kon Frits niet onthouden. Frits, vertel jij mij eens hoe die bekende koning van Babylonie heette, had de onder wijzer gevraagd, en wat je van hem weel? Frits had een leep gezicht gezet, zijn kleine oogen waren voortdurend in beweging ge weest; even keek hij starend voor zich uit. hief het hoofd een weinig op cn Kleine Ping aanziende begon hij langzaam: Dc meest bekende koning die in de oud heid over Babylonie regeerde en die zoovele belangrijke daden verricht heeft, waarvan de geschiedschrijvers melding maken, was... wasoch, hoe heet hij ook weer? zoo net zei ik 't nog tegen mijzelfo ja, hij heetteheette Gerard hoestte cn fluisterde een naam, nóg eens. Ja, Frits hoorde aoech Neep Neep Neep! zei hij toen flink-weg. Hoe? Neep mijnheer, herhaalde Frits, Jawel, Neep van Babylonie, waarom niet? blijf jij met je Neep maar binnen in t' speel uur, je kent je les weer niet. Frits had nijdig zitten kijken èn naar den onderwijzer èn naar Gerard. Gerard hacl voorgesteld Frits bij zijn andere namen ook nog dien van Neep le geven; 'l voorstel had bijval gevonden. Herman lachte even om die herinnering en mijmerde voort. Dat versieren was toch maar een leuk ding. Verleden jaar had hij ook meegedaan. Toen droeg hij voor 't eerst een lange broek en een slappen hoed met een deuk en in zijn kast lagen zes dassen en drie slukken zeep. Zondags kreeg hij vijftig cent zakgeld en van zijn moeder had hij na de vacantie een paar gulden extra gekregen. Dal was een hcele schat, die hij bewaarde 0111 in de Paasch-vacanlie naai' de comcdie te gaan, Een potje maken had hij zoo leuk gevonden, daarom schreef hij dikwijls verzen voor jarige ooms cn tantes en moeders en grootmoeders van alle jongens: voor een gedicht kreeg hij een kwartje en tien procent van de winst, ingeval de ooms of tantes, moeders en groot moeders sinaasappelen stuurden of een post wissel. Van Katjang, den Indischen jongen, kreeg hij iedere week een tijdlang vijf cent, hij schreef 's Zondags een brief voor hem aan zijn grootmoeder, die in Breda woonde cn schrijfster was, een vriendin van den ouden Goeverneur. 't Moest wel een leuk mensch ziju, hij had een boek van haar. Zij was boos als Katjang van die neger-brieven schreef in zijn malle Ilollandscli. Ilaar stemming was zach ter geworden, sind* Katjong de brieven van hem overschreef. Grootmoeder was wat blij, dat Kaltjang zulke vorderingen maakte, hij had. met dc vacantie mogen overkomen, dat was prettiger dun in t hok tc blijven. Herman herinnerde zich, dat hij voor Katjang eerst een brief had geschreven met tien fouten, toen een mét zeven, toen een met acht, locu een met vier en in de vijfde week met niet één, behalve een stuk of wal in een echten Katjang-zin; liij had expres ondertee kend: „lk hen uwen uw liefhebbenden ge- liorzame khjnzoon Grootmoeuer had op de fouten gewezen, Katjang had zich berouwvol geloond. In de volgende blieven-waren maar twee fouten geweest, de laatste van voor de vacantie was in één woord prachtig. Zij had hem aan al haar kennissen laten lezen, er werd een brand in hesenreven, zoo echt, dal je er huiverig van werd cn onwillekeurig naar je jas moest kijken, of ze ook smeulde. Toen katjang hij haar logeerde, zorgde hij wel haar nooit iels geschrevens Le laten zien; hij had maar één keer een standje gekregen, omdat hij haar gevraagd had, of la maison onzijdig \v»s in het Fransch. De jongen liep een eindje den weg op, nu weer mijmerend over uit logeeren gaan, liij herinnerde zich weer veel dingen uil Fries land, uit 't dorp van oom Johannes; neef Joan had Anlonia een bijnaam gegeven, ze heette: „de Groote Tolde" en Marie was ge noemd „de Jonge Leeuwin", hun kamers droegen de namen: „De hut van de Groote Tokie" cn ,,'t Hol van de Jonge Leeuwin". De Jonge Leeuwin was driftig, maar groot moedig, de Groote Tokie zal vol listen en lagen; zij trachtten hun karakters vol te hou den. die ontleend waren aan helden uit de boeken van Aimard. Joan zou 'l volgend jaar naar Indië vertrek ken, dat speet Herman, want Joan logeerde in de vacantie dikwijls bij lieui. Joan kende t huis in de stille straat, op Plallenburg cd aan den Parkweg in Amsterdam waar zij nu woonden. Ilij was er bij geweest, toen Anna weer eens verontwaardigd was, dat haar broer zeeofficier wilde worden. Hij had haar welen le kalmecren door voor te stellen met Kitty te gaan croquetten in (ten achtertuin* lierman had toen ook meegedaan, nog wel wat overstuur door alles, wat hjj weer had moeten hooren en tooli, hij wist heel goed, dat Anna 't goed met hem meende, zij miste alleen deu slag om hem iels duidelijk te maken. Joan had hem in de laatste groote vacantie naar den trein gebracht, 't was den derden Sep tember, omdat hij den tweeden, den eigen lijken vertrekdag, ziek was geworden, zijn gewone kwaal, hoofdpijn cn braken. Dat was gekomen, omdat hij er zoo tegen opgezien had, weer naar Gooinest te gaan. Prettig toch, ddt je al die herinneringen bewaren kon. Hij kwam er toe te gaan overdenken, waar of die herinneringen toch eigenlijk wel waren; wat was herinnering eigenlijk? Dit zou hij oom Johannes eens vragen, die wist veel. Jammer, dat oom zoo ver wég woonde, nu heeiemaal in Zeeland, in Zierikzee. Een lialf jaar geleden had hij bij hem gelogeerd, tegelijkertijd met neef Ilcin. Zierikzee was een kleine stad met een ouden toren, ceu Tempeiiershuis en een draaiorgel, dal steecis „Das Bild der Rose" liet hooren. Over dal orgel had Hein een stuk geschreven in den Groningsohen studentenalmanak. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1