Elll RQMANIiSCHE JONGER
Donderdag 7 Januari 1915.
„DE EEMLANDER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N° 162
13da Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
S maanden voor Amersfoort t* f l.^O»
Idem franco per post 1«30«
Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) 0.10.
fcfzonderlijko nummers 0.05.
Jtaze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon* en
lfeesldagan.
A<h ertentiën gelieve men liofst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.* f 0.50.
Elke regel meer- 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents b\j vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcclige bepalingen
tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattoude de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hor idredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 37 der Drankwet,
Brengen ter openbare kennis:
lo- dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van sterken alcoholhou
denden, anderen dan sterken drank voor gebruik
ter plaatse van verkoop, door Johannes Arend
Stoopendaal, schilder en behanger, wonende al
hier, in de fcenedenlokaliteit van het perceel
lltrechtschestraat no. 19 te Amersfoort
2o dat binnen twee weken nü deze bekend
making een ieder tegen het verleenen van het
verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en
Wethouders kaü inbrengen.
Amersfoort, den 5en Junuari 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
R. VEENSTRA v. RA. ;DW1JCK.
Politiek Overzicht,
us wereidstrijd.
De berienten van de hoofdlooneclcn vati den
jtrijd munten uit door onbeduidendheid.
Haast zou. men zeggen, üat gisteren het record
van onbelangrijkheid geslagen is, toen uit
.Weenen nericht werd, dat in liet oosten niets
gebeurd was op het noorueiijkc en het zuide
lijke oorlogstoonccl, waarmee het Bcrlijnsche
bericht vrijwel overéénkwam, dat voor
meeste punten, waar de beide partijen met
elkaar in voeling zijn, meldde: „toesland on
veranderd" en vercier mededeelde, dat de toe
stand van de wegen en het ongunstige weder
de operation belemmeren. In het westen is
hel ongeveer hetzelfde. -Men voelt diep mede
lijden met de krijgslieden, die in de loopgra
ven aan de ongunst van het weder zijn bloot
gesteld, omniets te doen, en vindt daarin
eene nieuwe aanleiding om te betreuren, dat
hel demmeeld van paus Beuediclus K\, out
althans gedureuue den iversl- en iNieuwjaars-
tijd de wapenen le laten rusten, geen beter
onthaal neeft gevonden. Gelukkig, dat zijne
bemoeiingen ten gunste van de krijgsgevan
genen, wier toestand dc mogelijkheid uitsluit,
dat zij weer in het veld dienst zullen doen,
meer succes beloven. Dat denkbeeld is alge
meen mei sympathie ontvangen, en men mag
verwachten, dat ciie. sympathie zich niet al
leen in woorden zal uiten, en dat de daad der
uitwisseling van deze categorie van krijgsge
vangenen zal volgen.
In de laatste dagen is een punt in het uiter
ste zuidoosten van de lang gerekte linie, waar
op in het weslen de strijd wordt gevoerd,
meermalen genoemd. Eene gewichtige hoogte
ten weslen van Sennheim, of Cernay zooals
de Fransche naam luidt, is een voorwerp van
hevigen strijd geweest Zij is afwisselend in
Duilsch en i'n Fransch bezit geweest. Voor
1 oogenblik houden dc Franschen haar bezet.
Sennheim ligt aan den noordelijken oever van
het bij Thanin in de Sundgau uitmondende
Wésserliiigsche dal, dat sedert lang door de
Franschen bezel is. De afstand lusschen Thann
en Mulliausen bedraagt omstreeks 20 K.M. Dc
Duiisehe. het dal afsluitende slcllingeu liggen
ten oosten van dc lijn ThannDammerkiich.
De Franschen bepaalden hunne linie den 14en
December aldus: Steinbaoh (2 K.M. noordoos
telijk van Sennheim) hoogte 425 (zuidwes
telijk van Steinbach)—Aspachbrug—Bruuig-
hofen lot een Punt 1500 Meter oostelijk van
Egüngen.
Van het begin van December af is hier een
levendigen strijd gevoerd. Daarbij speelde de
hoogte 425, die ongeveer in het midden van
den driehoek Thann—Steinbach—Sennheim
ligt, eene bijzonder groote rol. De hoogte
springt als een klein voorgebergte vooruit naar
Sennheim. dat ten oosten daarvan ligt; zij
beheerscht de wegen, die in Sennheim uit alle
richtingen samenkomen, vooral echter den
ingang in het Wesserlingsche dal. Steinbach
flankeert de hoogte van het noorden uit. De
aanvallen van de Franschen in dc eersLe helft
Yan. December richtten zich steeds tegen deze
hoogte; zij hadden succes, want den 14en gin
gen de hoogte en het dorp Steinbach verloren.
Twee dagen later echter waren beide weder
in Duitseh bezit. Den 25cn December is de
strijd op nieuw begonnen. Sedert is die nuaf
wisselend geluk gevoerd. Dc hoogte no. 425 en
hel dorp Steinbach zijn genomen cn herno
men. Gisteren berichtten de Franschen, dat zij
zich in het bezit gehandhaatd hadden, hetgeen
indirect bevestigd werd door het Duitsche be
richt, dat sprak Yan een afgeslagen bajonet-
aanval van de Franschen lusschen Steinbach
en li K.M. verder noordelijk gelegen Ufl'holz.
Een later Duilsch bericht spreekt intusschen
weer van een nieuwen strijd, waardoor de
Franschen van de hoogte werden verdreven.
Hel laatste Fransche bericht is dat de Duit-
schers een loopgraaf aan den oostkant van
de hoogte hebben hernomen, maar dat de top
nog steeds in hun bezit is.
Voor den algemeen strategischen toesland
is het verloop van dezen strijd niet van be
lang. De Frankf. Ztg. licht dit toe met te zeg
gen: „Dc Sundgau is in dezen oorlog een gla
cis voor dc groote Duitsche vestingen, die den
Rijn bewaken. Men zal de Franschen verwij
derd trachten tc houden van de Duitsche
dorpen en stadjes voor zooveel dat gaat-maar
hel zou onzinnig zijn, als men om gevoels
redenen voor de verdediging van dc Sundgau
meer troepen zou bijeen brengen als noodig
zijn om den Elzassischen grond althans in de
hoofdzaak voor eene Fransche overstrooming
le bewaren."
Van bet afgelegen oorlogslooneel in den
Kaukazus zijn berichten ontvangen, die ge
wagen van eene groote Russische overwin
ning. De lcgercommando's van de triple-enten
te vieren deze zegepraal in telegrammen van
gelukwensching, waarvan dat van generaal
Jofire eene zinspeling bevat op d2 „beslissende
loekomstoverwinningen, die de legers van de
bondgenooten voorbereiden door hunne aan
houdende en onafgebroken inspanning op alle
oorlogstooneelen."
De Russen hebben hier den veldtocht ge
opend omstreeks half November door de grens
over te gaan en in Turksch Armenië binnen
te trekken. Zij bezetten Bajazid en andere
punten in het Alashgerd-dal en zonden eene
sterke macht uit langs den weg naar Erze-
roem om den toesland te verkennen. Bij zijne
aankomst in Kouprikeui kreeg de Russische
bevelhebber de zekerheid, dat een groot
Turksch leger werd bijeengetrokken in Erze-
roem, en hij trok zich daarop terug achter
de grens naar eene versterkte stelling bij Sary-
kamysch. Het Turksehe leger ging in de der
de week "an December de grens over cn rukte
vooruit in twee hoofdafdeelingeu, de eene naar
Olti en de andere naar Sarykamisch. Van de
eerste afdeeling werd de vorige week ver
nomen, dal zij Ardahan had bezet, dat 80
mijlen van de grens ligt. De tweede afdeeling
is die, welker nederlaag thans van Russische
zijde is bericht. Uit dc beschrijving die de
Russische generale staf geeft van het verloop
van dezen strijd, blijkt, dat dc geheele Turk
sehe strijdmacht ^daarin betrokken is geweest,
zoodat de nederlaag hare beide onderdeelen
zou treffen.
De oorlog.
Berlijn, Januari (W. B.) De Reichsan-
zeiger schriill:
honing iLudwig van Beieren voleindigt den
yen dezer zijn 70stcn levensjaar. Overal in
Duilsehland zal dit verjaarfeest des ko-
uings met gevoelens van hartelijke vereering
en dankbaarheid herdacht worden. liet geidl
hiér een hcerscher, die in deze voor ons volk
zoo ernstige tijden aan zijn echt-Duilsche ge
zindheid op schoone wijze uiting geeft. Toen
Engeland zonder verbonds-verplichtingcn, in
de waan, dal het een snelle vernietigings-oor-
log tegen het Duitsche rijk zou zijn, ons den
oorlog verklaarde, sprak koning Ludwig de
gedenkwaardige woorden: „Een vijand meer,
een oorzaak meer om ons nauw aaneen te
sluiten.' Voor goed was toen aaa de hoop van
den tegenstander, die meende, dat in de groote
worsteling om Duitschland's toekomst een
scheuring tusschen Noord en Zuid zou ont
staan, de bodem ingeslagen. De houding van
koning Ludwig heeft Duitschland's vorsten,
die thans met bun volkeren hecht aaneenge
sloten tegenover deu vijand slaan, ten voor
beeld gestrekt. Zijn hart behoort aan de over
winning der Duitsche zaak. Herhaalde raaien
heeft hij de Beiersche troepen, aan wier spits
zijn zoon, kroonprins Rupprecht, de overwin
naar in den grooten slag bij Metz, staat, op het
oorlogstooueel bezocht, om zich te kunnen
overtuigen, dat Beieren's dappere zonen de
schrik van den vijand en de trots van het
DuiRche leger ziju. Al zijne uitingen getui
gen van een onwankelbaar vertrouwen c een
voor Duitschland eeryollen uitslag van den
geweldigen oorlog. Zoo heeft de gri'ze koning
zich in dezen moeilijken tijd aan de zijde van
den keizer geschaard en daarvoor danken hem
op dezen dag alle Duitschers met den harle-
lijkeii wensch, dat hij nog lang zijn konink
rijk moge besturen."
De Norddeutsohe Allgemeine Zeitung
schrijft:
..In het vaderland staal een doorluchtig
Duilsch vorst op het punt zijn 70e levensjaar
le voleindigen. Naar den Beierschen koning
gaan thans alle harten van zijn trouw volk uit
en de geheele Duitsche natie neemt een innig
aandeel aan het jubileum, dat volgens den
wensch des konings in alle stilte gevierd zal
worden.
Uit een grooten schat van eigen ervaring,
vermocht koning Ludwig te putten, toen hem
de last van het regentschap op de schouders
werd gelegd en toen hij later in het volle be
zit der souvereine rechten geraakte.
De band, die het Beiersche volk in hem
sedert tientallen van jaren vereenigde, werd
eiken dag iiecliter en ver builen de grenzen
van Beiehen, in het geheele rqk, nam de ver
eering voor den koning toe.
„Door onwankelbare trouw zijn de Duit
sche vorsten en volkeren met den keizer en
't rijk verbonden." Bovenstaande woorden uit
den Nieuwjaarsgroet des konings aan den kei
zer verkondigden de wereld nogmaals, door
welk een gezindheid de Beiersche monarch
bezield was.
Onder deze leuze zijn de Duitsche vorsten en
pikeren in den strijd gelrokken, een strijd,
die hun opgedrongen was. En gedachtig aau
deze leuze, zullen wij met Gods hulp den zwa-
ren strijd zegevierend weten door te komen.
Moge de koning nog lange jaren getuige zijn
\an een op glorierijke wijze verkregen vrede
en nog lang zijn verheven heerschei sambt tol
heil van Beieren en het Duitsche riik uitoefe
nen."
Berlijn, 5 Jan (\V. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit hel groote
hoofdkwartier van lieden voormiddag.
De Franischen zetten gisteren de stelsel
matige beschieting van de plaatsen achter
ons front voort. Het schijnt hun onverschil
lig te zijn of zij, daarmee hunne eigen lands
lieden dakloos maken of diooden. Ons schaadt
deze beschieting weinig.
Bij Souain cn in hol Argonnerwoud maak
ten wij ons meesier van verscheidene vijan
delijke loopgraven. Wij sloegen verscheidene
vijandelijke aanvallen terug cn maakten twee
Fransche officieren en meer dan 200 man
tot gevangenen.
Op de hoogte ten westen van Sennheim,
waarom zoo veel gestreden is, vatten de
Franschen gisterenmorgen opnieuw voet. Zij
werden echter met een kraehligen bajonet-
aanval weer van de hoogte verdreven en
waagde toen geene nieuwe aanvallen meer.
50 Alpenjagers werden door ons gevangen
genomen.
Parijs, 6 Jan, (R.) Namiddag-commu
niqué.
De vijand ondernam zonder meer twee
aanvallen in de duinstrook zuidoostelijk van
Saint-Georgea.
In het Aisnedal en in den sector van Reims
brachten onze batterijen die van den vijand
tot zwijgen. Onze troepen vorderden eeD
honderdtal meters ten noordwesten van
Reims.
In de Argonnc hernamen wij 300 Meters
loopgraven in het Bois La Grurie. Bij het
ravijn van Courle Ghausseé Üeten wij doof
een mijn 800 Meiei's Duitsche looDgraven
springen, waarvan wij de helft bezetten. Het
door luitenant-kolonel Garibaldi gecomman
deerde Italiaansohe regiment deed een kraeh
ligen aanval in dc door deze ontploffing ge
maakte bres en maakte 120 gevangenen,
waaronder 12 onderofficieren. Wij namen
eene mitrailleuse en een munitiewagen. De
tweede chef Constantino Garibaldi, broeder
van den luitenant-kolonel, werd in den loop
van den aanval gedood.
Van de Argonuc tot de Vogeezen hielden
het slechte weer, de mist cn het slijik aan.
In hot Bois Le Prêtre, bij Ponil-i-Mousson,
bleven wij veld winnen-
In de streek van Thann hebben wij onze
winsten van vroeger gehandhaafd, ondanks
eene hevige kanonnade, zoowel in Stein-
hacht als in dc loopgraven zuidwestelijk en
noordwestelijk van hot dorp. De vijand heeft
een van zijne oude loopgraven aan de oost
zijde van de hoogte no. 425 weder bezet. De
top van the hoogte 4>iijlt in ons bezit.
Er was eene tamelijk hevige kanonnade in
de streek van Tellcbeke. Wij handhaafden onzw
stelling in dc Argonnc. In do buurt van Alt-
kireh maakten wij eenige kleine vorderingen.
Parijs, 6 Jan (11.) Een bericht uit Bel
lort meldt, dat do gevochten in Boveu-Elzas
zeer moorddadig wordeu voor de Duitschers,
die zoowat overal dc Roode kruis-vlag uitste
ken, om het Fransche artillerievuur le ver
mijden
Berlijn, 6 Jan. (W.B.) Bericht van het
oppers' - legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Aan de oostgrens eti in noordelijk Polen,
ook gisteren geene verandering. In Polen ten
wec'.wi v:. i de Wcichsel drongen onze Iroc-
pen, nadat verscheidene vijandelijke steunpun
ten ware i weggenomen, tol aan hel Sucha-
gebi.d door. 1400 gevangoen cn negen ma
chinegeweren bleven in onze handen. Op den
oostelijke.i Pilitza-oevcr bkef dc toestand 011-
verandcr
Weenen, G Jan. (Wolffbureauj Offi
cieel wordt d.d. 6 Januari bekend gemaakt:
De nu reeds verscheidene maanden met
wisselend succes gevoerde gevechten in de
Karpalhen duren voort. Z:j kenmerken zich
als ondernemingen op kleine schaal in viak
vei van elkaar afgelegen eenzame dalen. In
de laatste dagen door nieuwe troepen ver
sterkt, poogt de vijand aan dc bovcnloopcr
van de rivieren door aanvallen terrein t<
winnen. Ten Westen van den Uzsok-pas cb
in de Oost-Beskidcn hecrscht rust.
Op het front ten Noorden en ten Zuiden
van de Weichsel hadden gisteren artillerie-
bevechten plaats.
(Get.) Von Ilöfer.
Budapest, 6 Jan. W. B.) De Az Esl
bericht, dal een gedeelte van de in het komi:
laat Ung gedrongen Russische troepen door
Lyualö is gekomen in liet komitaat Bereg. De
Russen hadden wel numeriek de overmacht;
maar onze troepen stelden zioh in nieuw ge
groepeerde gunstige stellingen tegenover hen
om den tegenstander spoedig weer terug tc
dringen. De toestand is niet verontrustend,
hetgeen ook hieruit blijkt, dat eene acetoo-
fabriek te Peresjcny haar bedrijf voortzet.
Petersburg, 6 J a u- (Tcl.-agentschap)
Communiqué
Onze troepen doden den 5cn een onverhocd-
schon aanval op het dorp Rozrova bij Mlava.
De vijand, die hot dorp bezette, is bijna ge
heel over de kling gejaagd.
Op de andere dcclen van het fronl is geen
enkele verandering van gewicht voorgeko
men. Ons offejisief wordt voortgezet in dc Bu*
kowina, waar wij vier punten bezeilen, waar
van twee gelegen zijn op den beslcn weg, di«
in rechte lijn gaat naar Transylvanie via Bu«
kowina
Petersburg, 6 Jan. (Tcl.-agentschap).
OfficieeL communiqué van den generalen stal
van het leger in den Kaukasus.
In het laatst van November werd het gros
van het derde Turksclie leger gedirigeerd
naar de streek ten Oosten van Erzcroem, voor
afgegaan door twee korpsen, terwijl bij Khas-
sankala nog een legercorps in reserve bleef.
Volgens liet plan van Enver-pacha moest het
derde leger als volgt opcreeren: Het negende
er. tiende korps moesten oprukken in de rich
ting van Olly, om daar een oifensieven vieu-
De slechte is nooit zoo slecht als hij wordt
afgeschilderd; de brave nooit zoo braaf als hi«
geprezen wordt
levensbeeld door
JOANNES REDD1NGIUS
23
Als hij heneden kwam, rook hij naar pe
permunt, dat was zoo goed voor zijn maag,
had hij den onderwijzer verteld, die hem ge
vraagd had, waarom nij altijd pepermunt liep
te kauwen, hij had wel eens zoo'n naren
smaak m zijn mond, die ging er heeiemaal
door weg. Een tijdlang had hij zich 's avonds
door zijn praten op de slaapzaal naar de
tbadkamer" laten sturen, waar toevallig een
halfvolle flesch met anisette stond, door me
vrouw er neergezet, denkend de boorwaler-
Ilesch te hebben; den vierden keer had hij in
donker zoo maar een slok genomen, maar 't
Was hem slecht hekomen, 't was de flescli
met azijn geweest, mevrouw had inkt zitten
tnaken; allemachtig, wat was hij nijdig ge-
Worden. Den volgenden dag had hij uit wraak
een twintigtal boterhammen, die gesmeerd in
den dienbak lagen, omgekeerd, deze werden
toenfean dien kant ook gesmeerd door me-
yrouW. Toen had Gerard de jongens opge
stookt om mee te helpen aan 'l lolletje, füi
zou, indien hij een dubbelgcsmeerde boter
ham kreeg, deze om en om keeren en half
hardop zeggen:
Wat is tie vet, wat is tic vet, d'r zit aan
twee kanten boter.
Wie nu van dc jongens een dubbel gesmeer
de boterham had gekregen, zou evenzoo moe
ten doen.
Hij had woord gehouden, mevrouw was
rood geworden van zenuwachtigheid, bang
dat mijnheer 'l merken zou, die ieder oogen
blik kon binnenkomen.
Herman was legen het houten hek gaan
staan, dat het bouwterrein van den weg
scheidde 'en sloeg in zijn leut over de lollige
dingen, die hij herdacht, met zijn hand op
zijn^dij. 't Was prettig, dat Gerard ook mee
mocht doen, hij bedacht dikwijls zulke ge
vaarlijke dingen. Vóórzeggen koïi hij goed,
eens zou hij Frits helpen bij zijn algeineene
geschiedenis, namen en jaartallen kon Frits
niet onthouden.
Frits, vertel jij mij eens hoe die bekende
koning van Babylonie heette, had de onder
wijzer gevraagd, en wat je van hem weel?
Frits had een leep gezicht gezet, zijn kleine
oogen waren voortdurend in beweging ge
weest; even keek hij starend voor zich uit.
hief het hoofd een weinig op cn Kleine Ping
aanziende begon hij langzaam:
Dc meest bekende koning die in de oud
heid over Babylonie regeerde en die zoovele
belangrijke daden verricht heeft, waarvan de
geschiedschrijvers melding maken, was...
wasoch, hoe heet hij ook weer? zoo
net zei ik 't nog tegen mijzelfo ja, hij
heetteheette
Gerard hoestte cn fluisterde een naam,
nóg eens.
Ja, Frits hoorde aoech
Neep Neep
Neep! zei hij toen flink-weg.
Hoe?
Neep mijnheer, herhaalde Frits,
Jawel, Neep van Babylonie, waarom niet?
blijf jij met je Neep maar binnen in t' speel
uur, je kent je les weer niet.
Frits had nijdig zitten kijken èn naar den
onderwijzer èn naar Gerard.
Gerard hacl voorgesteld Frits bij zijn andere
namen ook nog dien van Neep le geven; 'l
voorstel had bijval gevonden.
Herman lachte even om die herinnering en
mijmerde voort. Dat versieren was toch
maar een leuk ding. Verleden jaar had hij ook
meegedaan. Toen droeg hij voor 't eerst een
lange broek en een slappen hoed met een
deuk en in zijn kast lagen zes dassen en drie
slukken zeep. Zondags kreeg hij vijftig cent
zakgeld en van zijn moeder had hij na de
vacantie een paar gulden extra gekregen. Dal
was een hcele schat, die hij bewaarde 0111 in
de Paasch-vacanlie naai' de comcdie te gaan,
Een potje maken had hij zoo leuk gevonden,
daarom schreef hij dikwijls verzen voor jarige
ooms cn tantes en moeders en grootmoeders
van alle jongens: voor een gedicht kreeg hij
een kwartje en tien procent van de winst,
ingeval de ooms of tantes, moeders en groot
moeders sinaasappelen stuurden of een post
wissel. Van Katjang, den Indischen jongen,
kreeg hij iedere week een tijdlang vijf cent,
hij schreef 's Zondags een brief voor hem aan
zijn grootmoeder, die in Breda woonde cn
schrijfster was, een vriendin van den ouden
Goeverneur. 't Moest wel een leuk mensch ziju,
hij had een boek van haar. Zij was boos als
Katjang van die neger-brieven schreef in zijn
malle Ilollandscli. Ilaar stemming was zach
ter geworden, sind* Katjong de brieven van
hem overschreef. Grootmoeder was wat blij,
dat Kaltjang zulke vorderingen maakte, hij
had. met dc vacantie mogen overkomen, dat
was prettiger dun in t hok tc blijven.
Herman herinnerde zich, dat hij voor
Katjang eerst een brief had geschreven met
tien fouten, toen een mét zeven, toen een met
acht, locu een met vier en in de vijfde week
met niet één, behalve een stuk of wal in een
echten Katjang-zin; liij had expres ondertee
kend: „lk hen uwen uw liefhebbenden ge-
liorzame khjnzoon Grootmoeuer had op de
fouten gewezen, Katjang had zich berouwvol
geloond. In de volgende blieven-waren maar
twee fouten geweest, de laatste van voor de
vacantie was in één woord prachtig. Zij had
hem aan al haar kennissen laten lezen, er
werd een brand in hesenreven, zoo echt, dal
je er huiverig van werd cn onwillekeurig naar
je jas moest kijken, of ze ook smeulde. Toen
katjang hij haar logeerde, zorgde hij wel haar
nooit iels geschrevens Le laten zien; hij had
maar één keer een standje gekregen, omdat
hij haar gevraagd had, of la maison onzijdig
\v»s in het Fransch.
De jongen liep een eindje den weg op, nu
weer mijmerend over uit logeeren gaan, liij
herinnerde zich weer veel dingen uil Fries
land, uit 't dorp van oom Johannes; neef
Joan had Anlonia een bijnaam gegeven, ze
heette: „de Groote Tolde" en Marie was ge
noemd „de Jonge Leeuwin", hun kamers
droegen de namen: „De hut van de Groote
Tokie" cn ,,'t Hol van de Jonge Leeuwin".
De Jonge Leeuwin was driftig, maar groot
moedig, de Groote Tokie zal vol listen en
lagen; zij trachtten hun karakters vol te hou
den. die ontleend waren aan helden uit de
boeken van Aimard.
Joan zou 'l volgend jaar naar Indië vertrek
ken, dat speet Herman, want Joan logeerde
in de vacantie dikwijls bij lieui. Joan kende
t huis in de stille straat, op Plallenburg cd
aan den Parkweg in Amsterdam waar zij nu
woonden. Ilij was er bij geweest, toen Anna
weer eens verontwaardigd was, dat haar
broer zeeofficier wilde worden. Hij had haar
welen le kalmecren door voor te stellen met
Kitty te gaan croquetten in (ten achtertuin*
lierman had toen ook meegedaan, nog wel
wat overstuur door alles, wat hjj weer had
moeten hooren en tooli, hij wist heel goed, dat
Anna 't goed met hem meende, zij miste alleen
deu slag om hem iels duidelijk te maken. Joan
had hem in de laatste groote vacantie naar
den trein gebracht, 't was den derden Sep
tember, omdat hij den tweeden, den eigen
lijken vertrekdag, ziek was geworden, zijn
gewone kwaal, hoofdpijn cn braken. Dat was
gekomen, omdat hij er zoo tegen opgezien
had, weer naar Gooinest te gaan. Prettig
toch, ddt je al die herinneringen bewaren
kon. Hij kwam er toe te gaan overdenken,
waar of die herinneringen toch eigenlijk wel
waren; wat was herinnering eigenlijk? Dit
zou hij oom Johannes eens vragen, die wist
veel. Jammer, dat oom zoo ver wég woonde,
nu heeiemaal in Zeeland, in Zierikzee. Een
lialf jaar geleden had hij bij hem gelogeerd,
tegelijkertijd met neef Ilcin. Zierikzee was
een kleine stad met een ouden toren, ceu
Tempeiiershuis en een draaiorgel, dal steecis
„Das Bild der Rose" liet hooren. Over dal
orgel had Hein een stuk geschreven in den
Groningsohen studentenalmanak.
Wordt vervolgd*